VOOR DE
HET VERBORGEN SCHILDERIJ
Kiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir'iiiiiiii.iiiiiiiiwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifii'iiiiiiiiiiiiiK
iJT”-- --U
s
NAAR FARMS
TZ3 UIT DE
MOPPENTROMMEL
c
3
a
s
HET GEWENSCHTE OOGENBLIK
-
met bron had, Micp M
HUISKAMER
IY.
gevaar bij kon zijn,” zei ze.
VIJFDE HOOFDSTUK.
C.G. J. K.
gewijs naar boven, tot aan een klein
toegang gaf tot het terrein waarop de
ld. Het werd mijn
Het gelaat van den stervende ver- tepnorer bwr teond met fadrukwok
.Wilt n zeggen, dat u hier niets
raat mijn wijn aang<
B wwAv Hi* rftflam? M»n ai
zeilschip met werken verdiend.
een vlakken weg galloppeerde. Ge-
IV.
V
I
op ouderwetsche manier in zijn onder- teeken van beschaving. Er was nie-
wordt als van twijfelachtig gehalte, teekenen en daar ik in elk geval niet
„Neen,” zei ze. Meer niet.
„Ik maakte een beetje geld en bo
lk haalde mijn horloge voor den dag,
mijn portefeuille, waarin tweehonderd gei
den bankpapier, mtyn aanteetmboae ja «n
mijn aleultea.
Ji dat allee?" vroeg hj aogmeata
„Overtuig a atef", sprak ik au moede-
KWOI
Toen hij dien avond de
een stuk steen kijkend.
„Wilt u dan zoo goed zijn, het te
DB GESCHIKTE TIJD.
„Weet je boe ik met mijne modemaate-
sters-rekemng doe T” sprak de vrouw van
een kamerlid tot eene vriendin. „Ik
ze mijn man altijd als de begroeting aan
de orde is. Bij die groote cijfers valt het
hem altijd nog mee F
een heel dikke, veertig»'
ma .met Peen^leurig haan
Ik schilderde haar slank, mooi blond
dachten. Hij scheen zeer
Eindelijk keek hij chuw naar alle zij
den rond en knielde op de kille aarde
neder.
te paard zat.
„U zit kranig te paard, juffnuw,
zei Gerald tot zichzelf, toen zj
smalle paadje verliet ea in dn
IN VERLEGENHEID.
Patient (na bet consult bij den oogarO)
„De dokter beeft mij het rocken verbo
den, nu weet ik waarlijk niet, wat ik op
bet bureau moet uitvoeren."
Hq knoopte altei in den nkdoeh bij
elkaar en bet bet rijtnig stilhouden.
„Koetsier," riep hij, Jk ben inspeetero
wan den veiligheidsdienst en hte> hier een
gevaarlijk anarchist gearresteerd, die van.
daag bet Ruiascbe gezantschap tn de lucht
wou doen springen Ik moet even hier aan
het postkantoor een telegram naar SL
Petersburg versenden en vertrouw u mijn
gevangene roo lang toe. Ga bij bet portier
staan an sla hem tegen den grond, als hjj
een poging waagt om te ontvluchten."
„Begrepen," riep da 1 nel tear, aa sprong
van den bok.
Hij nam zijn rweep bij het achtereind en
ging bij het portier op schildwacht staan.
„Schelm," schreeuwde hij. „Wou jij hier
z_i
belde patiënten dankte hij een be- loeren, hoorn
minnelijke vrouw en een aanzienlijk
vermogen.
BAAS BOVEN BAAS. -
Twee reporters trachtten elkander door
het verhaal van de vlugge wijze waarop zij
werkten, te overbluffen.
„Het beate bewijs, dat ik den nieuwen
Minister het eerst heb geïnterviewd," zes
de de een, J» wel de omstandigheid, dat
Zijne Excellentie nog te bed lag, toen ik
hem sprak.”
aMet je verlof," sprak de andere, „toen
ik een onderhoud met hem had, 4ep Hi
nog.”
li NAAR CHARLES 0ARV1CE DOOR A. T. l-1
antwoordde je. Ik heb dat vak dan ook opgegeven
i en ben veedrijver geworden u
OP SCHOOL.
Onderwijzer „Jen Puimsteen, wie
heeft de woorden gezegd „de schoone
dagen van Aranjuez zijn voorbij ’7”
Puimsteen „Dat zei onlangs mijn ve
der, toen moeder van haar badreis terug
kwam.”
HOOGSTE TRIUMF DER WETEN
SCHAP
Een schilder, graphoioog eerste
klas, biedt zich aan tot het vervaardigen
van portretten, volgens ingezonden schnft-
proe ven. Voor sprekende gelijkenis wordt
gegarandeerd.
ZEER JUIST.
Heer (trekkingslipt doorsnuffelend)
„Dub ik heb niets in de loterij van de
tentoonstelling gewonnen, au, den hemel
zij dank, dan behoef ik mij ten minste
biet te ergeren.”
UIT HET LEVEN.
Geneesheer t „De keelziekte uwer
schoonmama verergerd ik heb haar
ten strengste verboden gedurende drie
dagen te spreken."
Schoonzoon „O beste dokter, hoe zeer
dank ik u voor deze hoogst aangename
verrassing.
en zag toen een dame te paard he
smalle paadje op rijden. Het was
schaduwd en een gelukkige uitdruk
king bleef over de koude gelaatstrek
ken verspreid, tot --
aarde den doode in zich opnam.
Slechts één rouwdragende volgde
het lijk hij storte warme tranen der
liefde en der dankbaarheid aan het
eraf van den grijzen bedelaar
genaar dig geluid en toen hij scherpe
luisterde, hoorde hij dat het de hoef
slag was van een paard. Hij rekte
verhelderde de vervallen gelaatstrek
ken. Vriendelijk hing zijn oog aan do
gestalte van den eenigen menach. dien
UIT DE PRACTIJK.
Chént (toornig tot zijn advocaat) t
„Zooeren verneem ik. dat u mijn proces
m de derde instantie heb verloren.
Advocaat „Ondankbare f Was het je
niet genoeg, dat ik het in de beide eerste
instantitn heb gewonnen f’
Ie zieke, „en gij zijt mijn erfgenaam.
Het eenige, dat ik nog van u verlang
e een priester aan mijn sterfbed.
Weinige uren daarna had do dood
trok hij met inspanning een ijzeren Of vrouwe Van Arnhof zich later
kistje uit de gemaakte opening. Met in het bezit van haar schoonzoon en
gens het verlies van haar vermogen
en van haar landgoederen getroost zag,
is niet voldoende bewezen.
Maar zeker ie het, dat Emmanuel
Kent nooit berouw gehad heeft, dat
hij zijn roeping volgde, toen hij op
een guren herfstavond bij „twee pa-
tiénten” geroepen werd, want aan deze bommen komen werpen) We "zulten'te wd
-»A I - I-x Lu 1- 1- ene
En dragend zwaaide hg rijn wapen.
Op rijn geschreeuw kwamen van ■De
kanten de mauchen toescbielen, en er
teood gpoedig een menigte om mfj heen,
wier stemming aan minnet tot minuut
vijandiger werd.
Eindelijk begon het dan kootteer te lai<
d_._
Hij riep een paar poBiragenten. ver
haalde hun de beete historie en sei: „Al*
gij bier bij bet rijtuig blijft, ga ik den in
specteur opzoetten, dfe ai meer dan een
half uur is weggebleven.*
Hij ging heen en de agenten, dfe zfeh
ieder aan een portier geposteerd hadden,
konden slechts met moeite de opdringende
menigte tegenhouden.
Ik meende, dat mijn laatste anr geko
men waa
Eindel^ keende de keetAv terug. M
waa woedend.
Jk ben bedrogen f riep hij. „Het was in
kantoor is hg niet geweest. Wie betaalt mg
mi mijn rracht?”
Plotseling dacht hg aan mij.
„Gij zult nrij den verteren tgd betalen,"
®rak hij.
„Ik heb gom gedd,” antwoordde B; -tea
inspecteur heeft mij ages ontnomen r
„Wat inspecteurr *prak de koetteer.
JmM ge dan niet gezien dat ge met een
bedrieger te doen bedt! Maar betalen zate
ge mg tech."
En hg rukte mg den hoed van bet teooéd.
woord. tas B vmxde» v*6rdat «r mg tegen verzetten kon, sat
- - - -- - hg alweer op den bok. Bet de rweep knal
len en png «r met mijn hoofddekate rau
door.
Daar stond k tra, bkberend vwo koude
en niet wetend wat ik, sender geld of dro
gen ven weerde beginnen moest
De politie beeft neb eindelijk over mq
ontfermd en mg reisgeld verschaft.
Maar naar Parijs ga B nooit meert
NO. <1 rwrtUE JAAKGANU
- - te duren.
k wu twintig jaar en koesterde te tewte
rmmm tfjd bet veriangen, eene naar
- ufji te gaan. Sinds lang bad ik er voor
hebt gezegd, dat zij wederkeerig moest gespaard. toen undelijk bet bericht van
Zijn. Gij hebt uw doel trouw volbracht een goedkoopm toten kwam, waa k ipoe-
«n ook ik wil thans het mijne doen. Gij besloten en bevond mq op een avond
ziet mij voor een bedelaar aan, ik was
niet arm, alleen gierig. Ik had niets, wat
fk kon liefhebbengeen vrouw, geen
vriend, geen d er zo ts daarom ver
goodde ik het geid^ Het word mijn
vriend, mijn geluk.”
„Dat heb ik gezien," 1
hij. „Er zullen maar weinig dames en ben 'veedrijver geworden u kunt,
zijn, die zelfs te voet dien gevaarlijken me dus ook een cowboy noemen.”
weg zouden durven gaan.” „En beviel u dat beter vroeg»
Claire keek achter zich naar den Claire.
weg. „Veel beter,” zei hij, terwijl hij het
„Ik heb er nooit aan gedacht, dat er paard schetste. „Het is het prettigste
gevaar bij kon zijn,” zei ze. leven dat men zich kan donken al«
Ze leunde een beetje achterover in door in de open lucht en meestal aU
een zoo bevallige houding, dat Gerald leen, de beste paarden om te berijden'
plotseling erdoor werd aangetrokken, en de natuur als een open boek voor
HQ liet de schets van de kapel In den je. Dat was leven 1"
steek en begon daarnaast op hetzelfde
blad papier haar uit ft teekenen.
„Schildert u ook vroeg zfl.
„Soms,” zei Gerald, van de gelegen- zélf, dat zij dat gevraagd had. Zij ging.
OOK EEN GEDENKTAFEL.
„Zie )e daar dat opschrift op dien mtrarl
In 'lat huis werd de dichter B. geboren
Zóo iets krijg tij misschien óók nog eens
aan je woning na je dood
„Denk je heusch I En wat zouden ze er
Jan wel opzetten T”
„Kamers te huur
DE PHILOSOOF.
fagebond (staande voor een bierhuis
met hooge ingangstrappen)„Twaalf
trappen 1 Zou ik naar binnen gaan of
nietf De hoogste trap, van welke ik naar
beneden ben geworpen was, ais ik mij wel
herinner, negen treden.”
CRITIEK.
Recensent (tot den dichter)Een zekere
originaliteit is in uwe gedichten waar te
nemen. De schoonste denkbeelden na
melijk zijn er ia verzwegen."
OOK EENE VERDEDIGING.
Mevrouw „Waar is al die room ge
bleven 1 De helft is niet meer in den scho
tel.”
Dienstmaagd „De kat, mevrouw
Mevrouw „Welke kat Wij hebben
er immers geen.”
Dienstmaagd „Maar u heeft er toch
eep willen aanschaffen."
Een knaapje, wien een paar tanden
waren tntgetrokken, werd door den tand
meester getroost met de verzekering dat
zij zouden terugkomen. Met het oog op
de naaste toekomst, vroeg het ‘knaapje
JComen zij terug vóór etenstijd t"
BETEEKENISVOLLE GELUKWEN-
SCHING.
„Beste vriend, bij gelegenheid van uwen
verjaardag bied ik o dit sigarenpijpje aan,
je weet dat zulks in mijne omscandig-
heden hetzelfde is, als wanneer gij mq op
mijn verjaardag, den 2den Mei aj., een
kist met duizend goede sigaren zoudt
schenken.**
“Sfe hand, die hem In zijn verlatenheid werd. Kent verzuimde voor de eerste ttandlg ea geef me vrflwtflg rfies wrt ge
lafenis en troost had gebracht
Nauwelijks wa
tend rg-kleed, dan in haar avontjajfon over den glanzenden nek van het dier.
van den vorigen avond zij wat wer- Jdet is een heel goed dier,” zei ze. de hij toe, terwijl hg trachtte de ei
kelijk de bevalligheid in persoot, zoo- „Eu OCu vwraiuniig uier. Vrai kwam genaardige goiving in neur naar te ook in haar cooen ..n u.
als zg daar, als één met haar ijdier, het schitterend dien steilen weg opl Schetsen Het mijnwerkersvakh nu drukking Chen*8
ei was n min of meer gevaarlijke rit.” niet bepaald aangenaam; maar bet Het was -
„Het paard is er aan gewend en ik uitwasschen van het zilver dat tn het jarige dame met peenkleurie ha»
m gewend aan het murd” zei ertsstof blijft zitten dat uit de boor- Ik schilderde hTar slank „3 bS
machines valt is een zieldoodeod weck- eu vijf ea tarintiy; M
<*De veertien dagen we’ko tueechee
rrouwe Van Arnhof en haar geluk
jagen, waren ten einde.
s De dag der beslissing was lijk
iangebroken. I*
waaroo c_--
irden.
kamer van
boden slechts ge- vrouwe Van Arnhof binnentrad, vond
ringen tegenstand aan het gure weder, hij de trotsche
Niemand ontmoette den i
wandelaar, die weldra het doel van van tranen waren op haar gelaat zicht-
L— „r -- een in haar stem en. zonder nog een woord weggeioopen en op zee gegaan ik heb legde het in een mijn-onderneming*
h a «n «en gevaarigk te zeggen, nam hij het stuk steen op mijn overtocht naar Amerika op een Ik had het even goed in het watei
v v i-._ j._ zeilschip met werken verdiend. U kunnen gooien. Toen begon ik het le-'
.Dank u,” zei ze, „nu kunt u naar zoujdus ook kunnen zeggen dat ik zee- ven opnieuw, met één pak kleere»
-i. n,>. eQ tvee dollars. De president van da
een mijn, die een reusachtig fortuin had
met| kritische ^bewondering nau kaar, Maar willende^terughouden Jiet hij er meer dergelijke inteUectueeio baan- daO^met mij te* doet^'haT'enwtoa
zag, dat het juffrouw Sartoris wai.
Zij zag er i
man nog mooier uit in haar gotd rij-
I „Hier,” zei hij met fluisterende stem,
terwijl hij zich moeite gaf het touwtje
met den sleutel van zijn hals loc te
maken. „Hier,„neem bet kistje onder
mijn bed weg.”
De verbaasde dokter deed, wat de
Stervende begeerde. Hij opende het banot; teu
kistje.
Geld, schitterend geld straalde bem
tegen, toen bet roestige deksel open-
sprong. rwte*»
„Het is mijn nalatenschap, zuchtte
„Wilt u dan zoo goed zgn, hem stuk houd voorziet en die altijd beschouwd mand te vinden die de plannen kon
te slaan wordt als van twijfelachtig gehalte, teekenen en daar ik in elk geval niet
Er was een min of meer gebiedende wien men maar het liefst uit den weg minder wist dan anderen, bood ik mi’
--u i- k-.. aan om het te doen. Ik bouwde dus
minder je. in aanraking komt met da- ontstemd was. „U bent niet erg vleiend voor u zelf,” de gevangenis in Ariona en de burge-
„Och dat is niet noodig," zei hg. zei Clairs. Zij sprak bijna koel, om haar meester dier stad was de eerste die el
8*
Ik heb
„U deed mij oen vraag on die be- daarna in andere plaatsen nog ver»
-- zei schillende gevangenissen gebouwd ea
hij achter zich op den heuvel een d- vroeg zij. hg. „Ik ben een avonturier geweest, ook kerken en openbare gebouwen*
„O neen, dat niet,” zei hij, naar zoolang ik mij kan herinneren.” En Daarom ben ik nu ook architect.
Intusschen dacht hij i Als ik haar Maar ik vrees dat ik u verveel.” Hg
maar tien minuten hier kan houden, had het paard nu bijna klaar.
hals uit om te zien wie daar aankwan doen dan heb ik haar portret klaar. „Toen M””“ -* -
Er lag een nog meer bevelende klank ik pas vijftien was, ben ik van huis
maai zijn patiénten te bezoeken.
Nauwelijks wa de deur achter den Het was reeds avond geworden,
dokter dicht gevallen, of de oude ver- toen hij eindelijk zijn hoed opnam,
liet weder het bed, trok haastig zijn Hg was een patlént armer en meer dan
Meederen aan en klauterde, in zich een. ton gouds rijker
zelven mompelend, de trappen af. Zijn
dunne kleederen I
sen langen, hoogen muur staan. Kale Kent werd op de hoogte gebracht
boomtoppen stak n er boven uit met van den wanhopigen toestand, waarin
de spitsen van houten kruisen en stee- zij zich bevond en wist geen beteren
nen monumenten daartusschen. raad te geven, dan zijn eigen, nederige
Hij stond stil op een ineengezonken, woning aan haar aan te bieden. En
verwaarloosden grasheuvel Het was toen de arme vrouw, hoewel levendig too*,
het graf van zijn moeder. geschokt, met krampachtige haast de
bij a hebt"
Ik gehoorxaanKte ozwter JJIullU,
iroeg opnieuw:
„Maar wnarren brocbuMtet m— M
toteir*
JDat aak fe terteu wroauMa. Sote roe
dfe <taar een* hiorr
Ik gaf bem mijn portamnnnate rote bon-
l vrouw verpletterd en dead gukten aan goud en alver «r in, mqn
eenzamen gebroken op de sofa zitten. Sporen awa ee mijn mkdoek.
-1 r J- -Lil- -Da< »j>f apetei de poteto-
zijn tocht bereAt had. Hij bleef tegen baar. Het proces was stellig verloren. be?f*** ’tr***T
v>- i ip j j l lx Ut miin dofmwp
paadje ook, maar de rijdster scheen en sloeg er den grendel mee stuk,
zich volkomen op haar gemak te voe- „P 1
len en bereed haar paard, alsof ze op binnen gaan, ais u wilt.” man was. In Amerika’heb ik er
een vlakken weg galloppeerde. Ge- „Ik zal eerst deze schets afmaken.” door geslagen als arbeider in
r,1f «°®d,rult6r En toen, vreezend dat ze gaan zou en steengroeve als houthakker en in gemaakt in dezelfde onderneming «D
met kritische bewondering naar kaar, aaar willende terughouden liet hfj er meer dergelijke intellectueel baan- dat hij met mi) te doen had en w^
die in wwnvondenng overging, toin hg cp volgen „Wat een prachtige mor- tjes tot ik mijnwerker werd. Dat tend dat ik zoo’n beetje schilderde)
zag dat het juffrouw Sartoris wat. «m I En wat een mooi paard berijdt ben ik twee laren geweest.” vroeg hij mi) het portret van ziS
Zij zag er In het oog van den longe- jrffrouw.” „Dus mijnwerker bent u ook al,” vrouw te schilderen f
Zij streek met haar geschoeide hand zei Claire afgetrokken. Hij kaek haa^ glimlachend aan erf
„Dus ik ben ook mijnwerker,” stem- ofschoon Claire trachtte onverschiW
„Het is een heel goed dier,” zei ze. de hij toe. terwijl hg trachtte de ei- lig te kijken, bracht toch ziin ettrnlm-hl
„En een voorzichtig dier. Wat kwam genaardige golving in hour haar te ook in haar cogen een lachenSe uite
,.Het mijnwerkersvak is nu drukking.
Het was’n min of meer gevaarlijke rit.” niet bepaald aangenaam; maar bet 1
het ben ge»wnd
den Clafre.
ONBEWUSTE ZELFCRITIEK.
A. Ik hecht met meer aan *t leven.
2 en
gauwdieven- Er is geen enkel eerlijk
r.c. -1J,”
Jb. „Moed gevat, beete vriend, moed.
ja. ja, dat Uopt ete eeo tea. Emdelijk schap.”
tebbm WW je te pekken, mfjn
„Mijnteer," antwoordde fc, jk zwoer OVEREENKOMST.
dte fk onedittkte ben." Wat is de overeenkomst tusschen een
- „Ja, ja, dal kennen we. Intaawten, nteo- diender en «en regenboog t
Het was dezelfde dag. tMtn zte de jesttee toegevend voor u Beide zijn een teeken van vrede ea ko-
da oude bedelaar begraeea b mrot n ros f efaroro, «oro ror- mea sweet aa dea storm.
SCHERP.
Wijnhandelaar „Gtj hebt m uwe cou-
ie aanbieden
voor die reclame
Journalist _C
reclame noodig ie."
misschien indrir^erig
opdringen, omdat hij toevallig hei ge- hij.
woord meer. Ge auK tet
aa verantwoorden. Step maar
la opende tat portta eea een Hjttag,
tet julat gereed itond.
JCoetteer," itep hij, uwer tet teoM-
bareea ven poUtta."
nam tegenover mQ pteeti ea keek
het gelaat van den grijsaard over- z*g act gteriMute wenU>mewm tenng
L._ "%»-.•
dat de schoot dor Journatet„Geld ware mij liever, dan
noodlottig» gtegtecte. Ge moet n verpot fam ik eten wijn koopen, daar waar geen
bettMQ."
Jte pcMe vergte Mek aoot," ktonk het
kortaf.
Hg haakte eea dgnekment voer «ten dag
en keek afwteeetead naar a4 ea naar het j^en ontmoet overal slechts schurken
pepte. g1
„VoorbooM emei", eeoeoptede Ml ei» tot meer op de wereld.”
teh aetf to«te«nd, „oogen ^j*. mu» ge- L.
woon, Ippén dB, vierkante, groote ooien, Zelfkennis is reeds de eerste stap tot beter-
hebben we je te pakken, tnfjn Jongen T
,Nog niet,1
uit zijn zak om het hek U openen, op het hok. zoodat Ik er niet in khn.” nieuwsgierigheid aan. Zij zag nu, tn verdiend had. Daarover kregen- we
z4i+ waaw *7X1 1— t— L^x Z"* --L. - -* enrxllm rv^m/4 kii rota lltt— witroim mae m wanL mof awwx <1^. eatASwroeeklnja
zijn lijke manier uit den weg geruimd.”
Zij vroeg nu niet hoe, maar keek
hem vragend aan.
„Bij een klein meeningsverschil y
een komt daar de revolver te pas,” zei hij»
„En waarom hebt u dat leven dat»
opgegeven vroeg zij. Zij beet zich
op de lippen, ontevreden over zich
m i 1X J x f J J a x -i a J L J Ff 1S
heid gebruik makend om haar aan te rechtop in het zadel zitten, plotseling
zien. gereserveerd, maar hij was te zees
„Dus u bent niet alleen architect, in zijn werk verdiept om dit op te mere;
maar ook schilder ken. i
„Heb ik gezegd, dat fk architect „Om een klein meeningsverschil met
was? Ja. dat ben ik ook eigenlijk. Ik mijn patroon,” zei hij. „Hij wildé mij.
ben zooveel geweest." mijn loon onthouden mijn loon
Claire keek hem met onderdrukte dat ik in het zweet mijns aanschijna
j
Zij keek, naar het Gerald voorkwam* het volle daglicht, hoe goed hij er uit- ruzie en de zaak werd op de gebruike-
geen nut was. onaangenaam getroffen, naar het hek. tag.
„Bent u zooveel geweest
Hg knikte.
„Ja; ik ben. wat do wereld
toch wel voldoende. En kont avonturier noemt, juffrouw Sarto-
rte
„Wat ia dat dan
„Wel, in den ouden tgd beteekende gehouden en hem mgn geld laten uit-
een soldaat die geluk had, een tellen op een steen, die halverwege
o._„Neen, ik rol op ww woort vaüouwwa,*
Langen tijd stond de oude in ge- hand aanvatte, die haar uit den af- klooi h«< te» minder steoig. „Dei ate» roi
bewogen, grond redde, duurde het niet lang, te foofdburean worden |edepooe«xr
of hij vroeg haar de hand van haar
dochter.
Na zijn vertrek viel Eveline haar
Als een razende woelde hij met zijn moeder om den hals. Nu was immers
handen m den vochtigen bodem. Ein- het geluk teruggekeerd.
trok hij met inspanning een ijzeren Of vrouwe Van Arnhof zich later
kistje uit de gemaakte opening. Met in het bezit van haar schoonzoon en
bevende hand haalde hij een klein door het geluk van haar dochter we-
sleuteltje te voorschijn, dat aan een
touwtje om zijn hals hing.
Eerst na veel moeite gelukte het
aan de bevende hand van den grijs
aard het te openen. Daarna zocht hij
zooveel mogeiijk elk spoor van zijn
arbeid nit te wisschon.
Met het kistje onder den arm, zorg
vuldig in zijn zakdoek gewikkeld,
strompelde de oude huiswaa ts, De
wind blies nog altijd scherp en snij
dend. Klappertandend kwam hg in
zijn onvriendelijke woning aan.
j Kent was niet weinig verschrikt,
toen hij den volgenden morgen den
©ude den dood nabij vond.
I „Ik sterf,” zei de grijsaard met
Zichtbare inspanning, „ik sterf en gij,
die mij vriendschap betoond hebt.
gezegd, dat zij weaericeertg moest gespaard, ea toen
Gij hebt uw doel trouw volbracht ero poedkoopro tein kwam, *a* B «poe-
dan rorhttrièn naar de proote vereM-
■tad.
Daar aanpekomMn, dwaakte B eren
•chtereeu over d» boulevard» en keek mg
te Meao. B had p»ro wMM w
■ga (ted!
N<>< «wtef B rand, toen B opeens
nci IJCIMI Tan uwn iVia>uiis een neer mond met maruwea- -,~v -v -
ioor allengs dl\e uitdrukking van hto£ Und -terttjk Hg ted tew», toegv
held, bitterheid en menschenhaat, die teoopte o*w>s aan, droeg oaa ndder-
het laren lang ontsierd had. Do liefde "te rog «r ratterand Mreng te
B«» eogniblB bekeek hg mg ran bet
hooM tol de voeten «n w>rak toen te tot
teft JU h het"
hij sedert den dood zij’ner moeder had
leeren liefhebben en wiens liefde bem wet," hg op dreé-
znet de wereld verzoend had. eer hg panttea teen, ^g »gt mijn arrestant"
van haar scheidde. Snel rolden de laat-* -Maar mn»r," antwoordde B onthutst,
ito zandkorrels uit den zaudlooper hiproM, B hen eeo pee te
van den stervenden grijsaard. P"?)» aaa."
- „Gaan -
-Jtewjk.bn'- te gehete onbekend
JUl tljt tetrei aitgoatept aam het Noer-
Aantatioar*
Jtoo te beT.
Weten, k vteg reed» akxta uw aa»-
i ran tte gobataro poiitior
Jtear won aart" begon B Mg meer ver
wGoai
„Toen ik mijn loon opeischte, schoot
hij op mij, maar miste. Toen heb ik
hem me’t mijn revolver in bedwang
minste het uitwendige van d« kapel
te schetsen.
Terwijl hij daarmee bezig was, vroeg „Ja, dat zou wel lukken," zei hg, het een soldaat die geluk had, een tellen op
hg zich af, wat hij met den ileutel „maar ik heb niet al te veel kleeren en man die zijn zwaard verkocht aan die tusschen ons in op den grond lag. Zóó
zou doen. Zou hij 'die door e«n der ik wil de kans niet loopen, dat ik m’n er het meeste voor bood, iemand die scheidden wij. Ik ging terug naar de
vycharsjongens laten terugbrengen, kostuum scheur." er met een schip op uit ging om nieuwe bewoonde wereld, naar de stad Arionaj
1 „Is er dan geen enkele manier om landen te zoeken, ofwel het schip en Daar moest een gevangenis gebouwd
Als hij zelf ging, zou jufrouw er binnen te komen?” vroeg zij.
-- -—-i misschien indrlr^erig „Alleen door den grendel open te woordlg verstaat men er onder een noodig,
steilen beuvW opkwam, waar een
enkele misstap haar in de diepte zou
hebben geslingerd-
Voor de kapel hield ze in en keek
Den volgenden morgen beklom Ce- peinzend voor zich uit. De inspanning,
raid den heuvel naar de St. Annaka- misschien ook het gevaar, had een
pel. Het was een heerlijke morgen, de blosje op haar bleeke wangen gebracht;
lucht was onbewolkt an de zee was haar oogen gloeiden. Gerald zat naar
blauw en een zacht windje maakte de haar te kijken, geheel verdiept In haar
boom en rondom het kasteel muzikaal, schoonheid. Eensklaps zich van zijn
Gerald had zijn schetsboek in zijn zak ongemanierdheid be'wust wordend,
en zijn pijp in zijn mond e» was in een sprong hij echter op en nam zijn hoed
uitstekend humeur. af. Zij wendde hem langzaam het hoofd
Het pad naar de ruïne Hèp zig zags toe en maakte een lichte buiging,
gewijs naar boven, tot aan een klein „Bent u de kapel komen schetsen
grasveldje voor het Ijzereri hek, dat vroeg zij. „Bent u niet binnen geweest?"
toegang gaf tot het terrein waarop de „Nog niet,” zei hij, „ziet u, er zit
kapel stond^ Gerald haalde ten sleutel behalve hst slot ook nog een grendel
toen hij zag, dat dit zwaar gegrendeld
en de sleutel dus van geen nut was. onaangenaam getroffen, naar het hek. zag- Er was Iets Interessants In
De ruïne zag er aantrekkelijk uit ea >„lk wist niet, dat er’n grendel op trekken.
hg voelde zich dus teleurgesteld. Hg was,” zei ze, „en ik begrijp niet wie --1
liep Langs het hek, maar dat was over- dien er op gemaakt heeft misschien
al uitstekend onderhouden en niet te mijnheer Sapley. Het gewone slot was
overklimmen. Hij haalde de schouders dunkt me t„..*.1 2_. Z_ 1
op en ging op een steen zitten, «m ten- u er niet overheen klimmen?”
Gerald keek naar de punten op het
hekwerk.
„Ja, dat zou wel lukken,” zei hg, het
zou doen. Zou hij "die door e® der ik wil de kans niet loopen, dat ik m’n
of zou hij er zelf mee naar het iBsteel T
gaan? Als hij zelf ging, zou jufrouw er binnen te komen?” vroeg zij. de schatten ven een ander. Tegen- worden er is altijd een gevangenis
Sartoris hem misschien indrir^erig „Alleen door den grendel open te woordlg verstaat men er onder een noodig, zoodra een stad tot bloei
vinden en denken dat hij zich Tilde sluiten of stuk te slaan,” antwoordde soort vagebond, een nietanutter, die komtzoo’n gebouw is een zichtbaei
luk had gehad, haar diamanten haar
kam te vinden.
„Neen, ik moest hem maar lie vei la- ,4
ten brengen,” zei hij tot zichzelf, jioe klank in haar stem, alsof zij nog steeds moet gaan.” aan om het te doen. Ik bouwde dus
minder je in aanraking komt met da- ontstemd was. „U bent niet erg vleiend voor u zelf," de gevangenis in Ariona en de burge-
mes uit de hooge kringen, hoe bter 11
het voor je is, kerel. Ie stuurt den „Ik zal een schets maken van dezen verhoogde belangstelling te verber- in werd opgesloten. Hij had de
sleutel terug met een beleefd briefje sn gevel.” gen, meentegelden verduisterd. Ik h
daarmee uit.” „Wilt u zeggen, dat u hier niets „U
Toen hij dit besloten had, hoorle heeft, om den grendel stuk te slaan antwoordde ik naar waarheid,