X „Impulsief en niet wantrouwend, HET GODSOORDEEL. bewaarheid honden verbaasd opkeek I Toen echter de vo’gende morgen aanbrak zagen allen wat er dien nicht den Urtelsfels moest algemeen onder wat is het dan met d*» Urtak I De Spanjaard had zijn beste kleeren de reusachtige beeltenis J ‘l van 2 _r S- -- de gelegenheid te zullen krijgen, dit maar te A.-11S I A. Im« aa A«»A*aA Va»Anrt/»l l< L 1 a V* ««A Aaaa^a z4 a aw. n a A 1 X 1_ zei ze, „Wij zijn heelemaal niet bang vuur na genoeg aan de schenen leggen. Joop zult gaan mijnheer Wayre tief huisje met schuin dak. Vooraan der herbergiersdchter dongen schenen vroeg in den morgen de van moord drong een lichtstraal van zon of ster Claire wendde zich tot Gerald. „Het is ook volstrekt niet noodig, zei ze, „Wij zijn heelemaal niet bang vuur na genoeg aan de schenen leggen." waj dat u met het oude bouwwerk op den Zijn stem stierf weg In een ongearti- In een oogenblfkje ben Ik terug met speling der natuur- I*,, e,*»n miinheer Wavre hii zich nniir»»rrl* „Ja," u. t- ford-accent. „Mijnheer Wayre zal er „Dat denk Ik niet, _.r. ...r _..r „Niemand,” antwoordde C t - r. r. kousen nooit had Cone er tret» een kromming maakte, het beeld van Juffrouw Vinties’ oogen in aljn verschijning sterker invictd Gerald droeg zijn ladder naar den terras af en voegde zich bij hen. Word/ eoortjeid. dova en was vioolmaker. Hoe hij eigen- Zoo zagen honderden oogen. den Ik pakte mijn Nu was de vreeselljke spanning stel op schrift te brengen Welke Schrik en ontzetting mankten tfnh nog herhaalde ik een beetje bestaan en een Gerald antwoordde haar i „Een groot gedeelte van dezen vleu den, juffrouw," zei hij. architect voor noodig zijn.” zei hij C lijker deed aanhooren welke waarde niets, juffrouw.' overtuiging uit. Op het einde der zestiende eeuw was beuren, dat men verwacht en voor- hulp kreeg, nen die naar mijn schatting de gedaan- het geweest dat Gonzo In het Karnach- zien heeft, hoorde hij de aanklacht de val gebracht en moest hij zich vlak aan doodelijke diepte door. Dit eenvoudige beeld op deze ver- stadsvoogd Ignaz Pölt. De laatste was den kant van den afgrond plaatsen, „Ik weet re vereerders overhellen „bovenop” noemt Een „Ik weet het niet, opoe, het is een zei het meisje schuw. i De man keez hem bewonderend na. ;oed een man dien je tegen den „Dat is een gentleman Bess, al acht i re hij zich niet te hoog om een ladder te x4.«aah .b.aL kil Sax *4a -_-4a Jl. Toen kwam Gonzo. Trotsch en stevig, met rustlgen tred Het volk verlangde gerechtigheid stapte hij langs den afgrond. Naast en dit verlangen was nog te sterker, hem liep vroolljk en flink de kleina aanbrekenden nacht deed mij, hoewel reeds grijs te worden ik een robuste kerel was, huiveren en Jonge Valentijn arm met haastige schreden en snelde ik over de steenen naar bene- Amei moeilijk den. Toen verscheen - - Met een Op dit oogenbiik kwam Claire het de belde Sapley’s bleven maar naar voornaam was ze I Hij dacht aan Di- voet op de borstwering staande be- tsrras af en voegde zich bij hen. t‘ - „Wel?" zei ze, geen der drie man- slotte schraapte de oude zijn keel en uit de oudheid. 1 nen in het bizonder toesprekend. Maar zei. met het air van iemand die moeite zich zelf los uit deze overpeinzingen. Lezton zijn slanke figuur die scheri f'.ApalH keov Kaa/> ArU RaIaa^H a RiiivAn «aI J I...Lx a/.xaI van zorgd over mïj gemaakt. „Op den „Urtelsfels. op mijn plaatselijke kennis Op den Urtelsfels.” was vraag f vroeg ik terwijl onbeteekenend mededinger beschou- Spaanschen grande waarin men hem Alleen als men dicht bij de rota kwam, De verwachting der Ik geweest." jaard u niet gehaald V' er een Blijkbaar gold het hier een sage •en i ik belangstelling I De verschijning op greep. Valentijn verongelukte den Urtelsfels moest algemeen onder p---- - -r den naam van Spanjaard bekend zijn duidelijk de voorkeur gegeven dat men gebold door den langen Spaanschen de. kwam nooit terug. 1 nter heef '»ea fel m.den toon van haar stem, dat ik Spanjaard het spreekwoord te worden over het dal en de bergen, toen de lijke trekken; de trotsche houd i g, verbaasd opkeek bewaarheid van twee honden die stoet zich fn beweging steldetwee de hoed, mantel en kraag en degeft, Ja op den Urtelsfels! Wat is daar om een been vechten Spoedig echter scherprechters voorop met Genzo in zelfs de hond ontbrak niet. li i _J a—>4;*» aaa 1. _tt. aIaU «/'V u iJU.m 'T'_a*._-u c*_t - voor Wist men ol hun misdaad* En nu vernam ik eindelijk met veel maakten, om de verdenking van zich De eene scherprechter ging op groeten veer bizonders aan i „Nu Op den Urtelsfels Heele door den Spanjaard voelde aange maal boven op?” I 1 .Boven op herhaalde Ik een beetje bestaan en zijn vreemde herkomst was als het ware versteend E ke trek na den dood en de boete van de vree- was een waar» ding van moeder Vinties. „Ik weet re vereerders overhellen elkaar geklemd en zijn oogen hadden schuwing, die Ieders gemoed ontroerde, niet wat u „bovenop” noemt Een De trotsche stadsvoogd beschouwde hun vuur verloren zij geleken op Onverklaarbaar was het verse! "el eipdje voorbij het oude kruisbeeld ben zijn mededinger den armen Valen glas en staarden maar al recht voor en zonder te veranderen bleef het v rt» •L tijn met minachting, doch den Span zich uit. bestaan. Waar men ring, overal zag „Goede Hemel 1 En heeft de Span jaard die volgens zijn bewering van De Spanjaard had zijn beste kleeren de reusachtige beeltenis van den J edelen bloede was kon hij niet als een aangetrokken, de dracht van een Spanjaard op den toeschouwer neer* De Spanjaard,” vroeg ik terwijl onbeteekenend mededinger beschou- Spaanschen grande waarin men hem Alleen als men dicht bij de reis kwam, vermoeden bij mij opkwam wen. slechts zelden gezien had. De Spaan- veidween zij en z.'" men niets dan I.- De verwachting der dorpsbewo- sche hooge hoed zonder rand, waaron- eenlge groote denneb omen met lage zonderling en waarschijnlijk ake- ners was dan ook ten hoogste gespan- der het heerschzuchtig gelaat met den struiken aan den voet ,’t Niemand waagde zf'-h echter sinds zich vertoonde, de mantel met kraag dezen tijd op den UrtóHel». Een jonge waeghs’s die het beproef» dan woorden het hadden kunnen doen „Volkomen juist,' zei hij „i a««*4a MAk*A»„Ma Aa MM J A WW AA 1* AM e»AM ».»4am Sapley’s wenkbrauwen gingen op dief en een zwendelaar kan zijn, zoo’n wat ze zegt.” en neer. werk toe te vertrouwen. Ze lijkt wel C 1 of ze delijk glim achend, zijn hoed afne- fk ai hooger kwam en den weg zeits fels en welken Spanjaard bedoelt u f" raden. Toen moest Valentijn een boon staarden schap doen in Schonach De naaste scher uitgezien, nooit had het vreer. de den Spanjaard bleef hetzelfde, ja, het mij nog steeds schuw en ongeloovig weg liep over de Urtelsfels en van- in zijn verschijning sterker invictd werd nog duidelijker. Telkens als ik aan Toen schudde zij langzaam het daar keerde Valentijn niet meer te- op de bevolking van het stadje uitge- „„e iuk. oefend. gekomen is," sprak In zijn plaats kwam tegen den avond Zwijgend en in de hoogste spanning idempten toon. „Ge- Gonzo de treurige tijding brengen, volgde hem een talrijke menigte. Al- heele Karnachdal zou vrijwillig den men en was getuige van het ongeval nen hond, die zijn’ meester als alt ld geweest, zonder iets tot redding te trouw volgde, verbrak nu en dan de kunnen doen. In afgebroken woorden stilte. id de Spanjaard de Toen men aan den voet der rots tijding medegedeeld. gekomen was. wilden de scherprech» de schouders op over Wie het eerst verdenking had opge- ters Perrlto met slagen wegjagen. oen weg zou hebben herkend zoo er zulk een kras bijgeloof. „Mij heeft hij vat, wie het eerst het sombere woord Toen richtte Gonzo zich nog trot» niet een oude geheel vermolmde weg- niet gehaald zooals u ziet. Wat is dat „moerdenaar” had uitgesproken, dat scher op en sprak i „Wat ik kan, kan wijzer gestaan had. Het was juist nog dan toch met dien Spanjaard wist men niet, maar eenmaal uit- Perrito ook.” Daarop liet men den licht genoeg om de half uitgewischte Zij keek mij vragend aan. „U heeft gesproken vond het vele tongen, hond met zijn meester den noodlot» ouderwetsch gekrulde letters te kun- hem toch gezien die het den Spanjaard in het aange- tlgen weg inslaan. „U meent de dennenniet waar?” zicht slingerden. Gonzo had als zijn laatsten wensch „Ja, de dennenherhaalde zij Wist men niet van misdadigers, die te kennen gegeven, dat hij het laatste met een eigenaardig lachje. hun misdaad' zelf het eerst bekend deel van den weg alleen mocht gaan* aan de dochter „m, wamu urf „de LCCUW Cm v.ll UCH, U«U «tC. „w uuiuojn Utll UU„~ ii.u *<j,i v,,,- „oordeelsrots" reeds een offer gevergd schoonheid maar ook om haar trots bruik bleek. Als het geval lag zooals vangen. Hij lag In hetzelfde graf als was I Twee jongelieden die naar de hand lijk was als een misdaad, dan werd was bepaa d ontoegankelijk. nen onderscheiden. „Urtelsfels” stond er op en een pijltje gaf de richting naar deze „oordeelsrots” aan. Ofschoon de avond reeds viel, lokte de weg mij aan en zonder te bedenken vragen en ophelderingen de historie af te weren Wist men niet, welk heet, afstand vooruit, de andere volgde op ge- dat het misschien een te groot waag- van den Spanjaard. Vrouw Vinties opbruisend bloed de Andalusiêr had lijken afstand. De plaats voor het oor» stuk was dat ik ondernam was ik het vertelde volgens de gewoonte van vele en dat hij sinds gisteren tegen Valen- deel bestemd was zoodanig gelegen, steenachtige pad opgeloopen en klau- vrouwen niet regelmatig. Het laatste tijn nijd en afgunst moest gevoeld dat men van beneden den Spanjaard terde naar de rots, die hooger en stei- kwam het eerst, de eigenlijke sage het hebben Had men eenigen waarborg zien kon evenals op zijn weg daar» Ier was dan ik gedacht had Het kostte laatst, het voornaamste werd als bij- voor zijn karakter was hij niet geheel heen. Er was dus een wacht van hott een geruimen tijd van hardnekkig zaak en de bijzaken als zeer gewichtig vreemd en zonder vaste woonplaats derden oogen om toe te zien dat Gon- klauteren vóór ik boven was. voorgesteld en dit alles in haar eigen- Gonzo stoof niet op bij de tegen hem zo de voorwaarden vervulde, zich naar Het uitzicht op de in de avond- aardig dialect, dat niet weer te geven ingebrachte beschuldiging. Met de den afgrond keerde en van niemand schemering liggende dalen loonde de is. kalmte, waarmee men iets z(et ge- in den ontzettend langen tijd eenige moeite ruimschoots, doch van de den- Op het einde der zestiende eeuw was beuren, dat men verwacht en voor- hulp kreeg. nen die naar mijn schatting de gedaan- het geweest dat Gonzo In het Karnach- zien heeft, hoorde hij de aanklacht Eerst werd de scherprechter op do te van den Spanjaard moesten vormen, dal was gekomen. Hij kwam uit Cor- aan. rots zichtbaar. Hij liep vlug en ver was geen spoor te bekennen. dova en was vioolmaker. Hoe hij eigen- Maar was zijn fier ontkennen, ziin meed met angstvallige vrees in do Toen ik een paar schreden vooruit lijk in het dal terechtgekomen was trotsch loochenen van alle schuld diepte neer te zien. deed, kluisterde een ijzige ontzetting wist niemand. Muzikanten zijn echter niet hetzelfde listige spel als de door mijn voeten aan den grond. Vlak vóór altijd reizend en trekkend volk ge- hem gebrachte tijding mij gaapte een afgrond, zoo diep en weest en in dien tijd is het menigen steil als men in het geheele Schwarz- Spanjaard in zijn vaderland te be- wald niet vond. Het was mij alsof de nauwd geworden. En zoo kon ook deze wijl Valentijns arme moeder nu ge- hond, nacht nu van alle kanten op mij aan- Inwoner van Cordöva zijn geluk en zijn heel alleen achterbleef. Van allé kan- 7 drong en In een oogwenk was ik op veiligheid aan de andere zijde der ten eischte men straf voor Gonzo’s Spanjaard zijn noojjiottlgen weg gaan, den terugtocht, die bijna een vlucht Pyreneón gezocht hebben. En In het misdaad Dat hij schuldig wa» geloofde Toen nam h^zijn plaats vlak aan den geleek. Toch ondervond ik nog een Karnachdal hield hem toen een mag- men algemeen en bij gebrek aan be- rand van verrassing, die mij mijn gang deed neet vast, die zijn zwerftocht tot wijzen moest men zijn toevlucht ne- daar hoo, vertragenop de steilste plaats van het staan bracht en hem ten slotte nood- men tot het Godsoordeel. pad zag ik het plompe en toch groot- lottig werd. Deze magneet was een iche schaduwbeeld van een houten Schwarzwalder jong meisje, i crucifix op een paal. schitterende oogen den Spanjaard be- opwinding, toen de vorm van het Daar verdween op eens de ge- Hoe kwam dit hier boven Was het koord hadden. Deze bruine oogen ne- Godsoordeel bekend werd, Men had stalte, als door een geest weggevaagd* L.- ---k—1„„. 1.-J-_ - A- van Jen 2)ch een zeer 0U(j grk-..IL. - c-1.1— u kt.-V ..l* A. ar.-*- idelijk een mis- De Spanjaard had zijn straf ont- gedwongen te spreken. j er naar om te beginnen.’ Mordaunt glim achte veelbeteeke lig volksverhaal. Voor zoo iets gevoelde nen toen een vreeselijk voorval plaats spitsen baard hard én onbeweeglijk Daags te voren had Amei hem zóó van kostbare stof links een weinig op’ de beslissing wel meende te kunnen deeen de gespierde beenen in ziiden vroom burger den paal met het kruto die stoet zich In beweging steldetwee de hoed, mantel en kraag en degeft, werd Amei die aanvankelijk zich ook hun midden Trotsch met fier opge- richt hoofd stapte de Spanjaard tus- van de l eden van Karnach meer er. trokken voorzichtig en het onzekere schen hen voort. Zijn gebru nd g'laat Zoo sprak dus het Godsoordeel „w-- - -3 i:: --z ongeduldig over de zonderlinge hou- deden haar weer meer tot haar vroege scheen verhard, de lippen waren op selijke misdaad Daar De trotsche stadsvoogd beschouwde hun vuur verloren zij geleken op Onverklaarbaar was het verse!' -ei overgestelde geval wel, dan is er hij reeds met zijn arbeid was begonnen „U zei. dat u niemand in Engeland han- zoeken. Er zijn er genoeg, die zich zeer vroeg Sapley op achterdochtigen toon, pel staan en de oude Gerald de hand boven de oogen houdend, een Hij sprak natuurlijk en gemakke tenslands geweest. Dit deel van het toen met een hoofdknik en mompelde y J 1 V 14 W *»vi 11 IJ y y 4 dat gedeelte is. zal ik echter zonder gegaan maar juffrouw Sartoris”— van het kasteel.” ging in het gras zitten oni een' paar een grondig onderzoek te hebben in- hij haalde de schouders op„juf- C voorbij een klein huisje Hij zag het luk was hij niet alleen architect, maar aIa*-* I|..a al *e ma aaI» a_*. L J 1 J teekenlng maken van den her- vulde Mordaunt aan „Enfin, de ver- heel verborgen stond achter dicht jammer het plan naar uw zin is en u mij de voor ons. i Gerald antwoordde niet op die vrien- Bij een bocht in den weg kwam ik aan een rotspartij, waar de weg uit het dal steil langs afgronden naar boven, naar de hoogvlakte liep en zich daar Het zonderlinge daarvan was ech ter een groep dennen, van welke de voorste in het geheel niet op een boom geleek. Op het eerste gezicht scheen het „Er staat een ladder achter op de de reusachtige gestalte van een man, - - 7; ;_1 ze even gaan die voortstapte. Een man In Spaansche billijk. en hem om referenties moeten vra- ha en.” kleederdracht ult.den tijd va« PhiliDS „En ons een paar referenties op te gen.. „Neen, neen 1” zei Gerald, „dat zal 11, met een hoogen hoed zonder rand Mordaunt stoof op ik zelf wel doen Blijf maar bij het op het hoofd een mantel met grooten heen kijkend. nou wordt-le goed I geef mfj de paard die dieren houden er niet van kraag en#een degen. Bij zijn voeten, „Referantles zei hij kalm, „ik niets toe deed wat we zeiden ze was laat” hónd tVloÓpem ‘ëen’Spaanthë SMur- toch al besloten, hem het werk op te Dat is zoo, mijnheer I’’ zei de man hond. lewoonte,” zei dragen. Ze is gek op den vent.” uiterst beleefd. „Er zijn niet veel nadenkend, heeren, die dat inzien.” „ik heb veel met paarden omgegaan, de toerist allerlei beelden prachtige zien, menschen of dieren, hadden mi) altijd een onbeholpen waarner „Neen zei Sapley, met saamgetrok- De man glom van plezier. „Het Is gevonden. Ik kon zulke beelden ken.wenkbrauwen en mMeen dreigende het paard van juffrouw Sartoris," zei maar nooit in ontdekken. En nu mln of meer hoonend lachje, maar er niet toe I Wees maar niet bang, stand^ zou Je kunnen zeggen. De Juf- *1*’^ mer!{*aardi8 1 wacht geduldig af—ik zal haar het paarden zijn gauw dankbaar vriendelijkheid, nietwaar mijnheer? toch niet. Het culeerd gebrom, toen hij zich omkeerde de ladder." -- Gerald boog het hoofd, ^iwchien om heen te gaan. „Neen ga maar kalm Je gang." zei tegen den be'rg Jp ioÓ'pïn ë?hët kk’n/ uit zijn oogen straa de. De beide Sap- ACHTSTE HOOFDSTUK. spelen" ’Hij vond de ladderen nam gen*naast*of °ach\V”he^Ge^^^^^ haar niettegenstaande ze vrij zwa.ar diept In de beschouwinv van dit den toen naar den grond. ._G,Jrald. ,!leP om h.et heen °P den «houder en ging er mee zame natuurbeeld was ik verder wandeld. Ik staot» PMk door, dev* vrees, dat ik die niet zal kunnen geven. „Het la toch zoo de g< Mordaunt, met nog sterker accent dan te voren. „Ik kan niemand in Engeland tot zei Gerald ernstig. - - - -o- AV* maai i begon Mordaunt met uitdrukking op het gelaat. „Het doet hij. „Ja, het heeft bijna menschen-ver- ik het J -- «f L- 2J’ Mordaunt. Houd Je oogen open en frouw is heel goed vooV'hêt dier'en duid'eiijke’vorm‘l°.’ de eestëlteVaë üf ik Tfll haar aasw/Ima «Hm ..aa- et-i _s ^8611 cv- C-J- - om den dankbaren blik tejerbergen, die uit zijn ley’s keken elkaar even aan en staar den toen naar den grond. —r t „Kunt u spoedig met het werk be om de stallen te zoeken. Hij begreep i *.den afgrond inhij stond g5 opgericht en hield alleen het trotsche hoofd een weinig gebo- Welk een gebeurtenis in het stille gen om in de diepte te zien. Zoo stond sche schaduwbeeld van een houten Schwarzwalder jong meisje, wier Karnachdal I En nog grooter werd de hij daar onbeweeglijk. Crucifix op een paal. schitterende oogen den Spanjaard be- opwinding, toen de vorm van het f oen waarschuwing of een herinnerings- hoorden aan de dochter van den zich aan een zeer oud gebruik gehou- Een zwakke kreet klonk uit de diepte, teeken aan een ongeluk Had deze waard uit „de Leeuw” die om haar den, dat weer zoo duidelijk een mis- Het was een zeer oud kruisbeeld op In het geheele dal bekend was hier, dat een ongeluk even goed moge- de ongelukkige Valentin. De afgrond een ruwen steenen paal in een primi- Twee jongelieden die naar de hand lijk was als een misdaad, dan werd was bepaa d ontoegankelijk. Nooit niet van kraag en, een degen. Bij zijn voeten hond te loopen. een Spaansche speur- Ik was zeer verbaasd, want de grillig gevormde boomen en rotsen, waarin - meent te 4 In ien waarnemer er «g Het ws echter ook een blzo der voor Spanjaard droomt men zoo gemakkelijk -.a Mn zonderl1nge men zag duidelijk een man met een Spaanschen kraag Gerald spelen’ GeraJd liep om het gebouw heen was. op den°schouder en'ging eTn^e nmë ëëtëLrbMlTw^ik ’ëe?der’ n OA f* hu hAOrAAfh «mao j s j potsierlijke hondje fn vroolljke r gen naast of achter hem. Geheel' geven,” voegde Mordaunt er aan toe. langs Gerald heen kijkend. r6 H 1_>1 n ,v„VBn Gerald keek hem vlak in het gelaat, schuld maar. Ik verzeker u,”dat het er dat je ze midden in hun toilet" alleen dicht’ achte? hem'scheenb een kldn. t^AfAVAnflA* 9a4 hii Izalrn i Ir nlale >aa /4aa/4 Hint n»A „a m.a 1aa4. i' toch al besloten, hem het werk op te „Neen,” zei Sapley i „Maar dat doet er trouwens niet toe.” r_ „Doet er niet toe, die is goed I" riep zei Gerald. „Datr is wien ik mij om referenties zou kunnen Mordaunt uit merrie." wenden,” zei Gerald ernstig, maar „Neen zei Sapley, met saamgetrok- De man glom van plezier, zonder eenlg teeken van spijt --- „Dan zal—" h-J-- een stelling voor jong en oud Wanneer Mijn huishoudster ofliever die van hij over de straat ging met zijn elas verlichting. Zij had zich zeer be- ding en zijn hondje, dat hem als een onrechtvaardigheid was Welke ze- vertoonde een groep boomen de reus» .„2 ...i, schaduw volgde en dat hij met den kerheid had men dat God daarbij zou achtig vergroote, aoch ongeschonden „Waar is u zoo laat nog geweest?” naam Perrlto riep dan trok hij alge- ingrijpen? Was het niet vermetel van gestalte van den Spanjaard. jgvlakte, werd. Karnach had een oude poort en een De oude vrouw luisterde aandach- paar straten, waar menschen en vee - - t,g toe en er kwam een g'imlach op ongeveer gelijke rechten hadden. „Ja, fn den stal,‘denk ik, zei Sapley haar gelaat een droeve, peinzende Het was een verrukkelijk klein glimlach, die Gerald trof. plaatsje. Dat was mijn eerste indruk, „U is heel vriendelijk mylord,” zei zoodra Ik er aankwam en het huis van gaan ze met bevende stem. „Ik hoop dat mijn vriend betrad. Ik pakte mijn mylady het goed maakt Ik heb haar bagage iflt en wijl ik voor dezen avond in lang niet gezien." niets meer t doen had, ging ik een „Voor wien ziet ze mij aan vroeg wandeling maken. vroeg Mordaunt woedend. Gerald aan het kleine meisje. Het was een regenachtige dag ge- J „ik ik weet het niet, mijnheer,” weest, doch de avond was helder en is heel oud, zonnig en ik kon mij aan het beschou- van wien ze niets weet, die wel een mijnheer droogjes. verliefd op hem is.” wel niets op tegen hebben, zijn voor- tot zichzelf sprak. „Daar is ze te trotsch van den stal In en vroeg een derr daar in het woud Vèrloo? -*.i „U-.Z* uvoor. het |s maar Mn En tuJ aanwezlge mznnen om een ja(j(jer Claire’s gelaat kleurde zich en zij schen ons, Mordy wij hebben het ons De man was bezig een paard te ros- alvorens dit te kunnen doen zei Ge- genomen heeft. We zijn tegenover terwijl hij antwoordde i i haar, te scherp tegen hem geweest. J ij omav ovu i*uu*i „Natuurlijk, dat is niet meer dan had er niet tusschen moeten komen plaats, mijnheer, ik zal RillitV AA kern awi v-a/ava»* a« vmaaAav* «baa a fn orde,” zei Claire, nog altijd naar der}, muur kijkend. „Als de pli niet zouden bevallen, dan zou mijn heer Wayre al zijn werk voor niets nen toon, „dan zal ik ze wei gedaan hebben.” „Dat is zoo erg niet,” zei Gerald. „Het spreekt vanzelf, dat ik graag zou zien, dat de plannen naar uw zin teekenen," i zijn, maar in ieder geval ben ik al blij „Ze lijkt wel gek, om dien kerel zoo de gelegenheid te zullen krijgen, dit maar te vertrouwen om Iemand antwoordde zij. „Ze ze oude gebouw te onderzoeken. van wien ze niets weet, die wel een mijnheer en weet heel dikwijls niet wen van lucht en wolken en van de zon beschenen bergen maar niet ver werk toe te vertrouwen. Ze lijkt wei Gerald knikte en andermaal, vrien- zadigen. „Dat is dus afgesproken,zei hij gek I Het heeft er veel van of óf ze delijk glim achend, zijn hoed afne- verliefd op hem is.” mend ging hij verder. Waarschijnlijk zei Mordaunt, met zijn Ox- Sapley schudde het hoofd. een oude dienstbode van het kasteel „Dat denk Ik nieL” zei hij, alsof hij dacht hij. Hij liep de binnenplaats voorhet is maar een gril. En, tus- aanwezige scheen op het punt iets te zeggen, maar zelf te wijten, dat, de zaak zoo’n keer kammen en tikte beleefd aan zijn pet raid i haar, te scherp tegen hem geweest. Jij mijn blikken daarheen richtte, zag ik hoofd. „Dank God, mijnheer, dat u rug. hem weertot hij plotseling verdwe- levend beneden gekomen is." sprak In zijn plaats kwam tegen den avond nen was. De sterk verminderde af- zij ernstig op gedempten toon. „Ge- Gonzo de treurige tijding brengen. voigdé~hem stand had het gezichtsbedrog zeker loof mij, mijnheer niemand in het Hij was toevallig ook bij de rots geko- leen het geblaf en gekef van den klei» opgeheven. 1 Ik bemerlcte, dat hier een soort Urtelsfels opgaan De Spanjaard houdt toegang tot de rots begon, waarop zich daarboven de wacht en sleept ieder, de zonderlinge gedaante vertoond had. die zich in zijn nabijheid waagt, mee en zeer ontdaan hai Het steile pad was echter zoo met stee- in den dood.” nen bezaaid dat ik het niet licht als ik haalde Wie het eerst verdenking had opge- ters Perrlto met slagen wegjagen. 1 Toen richtte Gonzo zich nog trot» was het huisje door een traliewerk afge- vooral in aanmerking te komen i de verdachte op de plaats van het onge- ren, nooit een menschelijk oog in deze sloten. Jonge beeldsnijder Valentin en de val gebracht en moest hij zich vlak aan doodelijke diepte door. Dit eenvoudige beeld op deze ver stadsvoogd Ignaz Pölt. De laatste was den kant van den afgrond plaatsen, Ook Perrito was In deze diepte ver laten plaats in de schaduwen van den lang niet jong meer, zijn haar begon met de oogen naar de diepte gericht dwenen. Het kleine dier moest In zijn maar was de Was hij onschuldig, dan zou God hem blinde trouw den meester nagespron- de oude stads- met buitengewone kracht versterken gen zijn. sprongen -voogd was rijk Dit maakte de keus van om deze proef zeven uren lang vol te houden zeven uren lang aan den onder de bewoners van Karnach ver» de Spanjaard In kant der ro;s te staan met den afgrond dwenen. Aan de gerechtigheid was Toen ik reeds lang weer op den ge- het dal Behalve zijn fiere houding en voor oogen I Was hij echter schuldig, naar men meende voldaan en de mi»» wonen weg was. klopte mijn hart nog slanke gestalte maakte het Andalu- dan zou deze proef zeker zijn krach daad, aan den jongen beeldsnijder met geweldige slagen wat, naar ik sische vuur in zijn oogen en het vreem- ten te boven gaan en de vermoorde bedreven, was geboet, mij seer goed bewust was, niet enkel de en geheimzinnige in zijn uiterlijk zou zijn moordenaar tot zich trekken het gevolg was van lichamelijke in- hem tot een voorwerp van belang in de diepten des doods. spanning. stelling voor jong en oud Wanneer Dat was de proef die Gonzo wachtte gebeurd wasdaar boven stond het Mijn huishoudster ofliever die van hij over de straat ging met zijn elas Het behoeft natuurlijk geen betoog, beeld van den Spanjaard. Ijl, door mijn vriend, ontving mij met een zucht tlschen gang zijn uitheemsche klee- dat zulk een Godsoordeel een groote zichtig en toch ontzettend duideli;k l l j,__ ij,_ -i- --*1 was. Welke ze- t1z--J-32 schaduw volgde en dat hij met den kerheid had men dat God daarbij zou achtig vergroote, zei ik trotsch meen de aandacht den mensch hier over Gods tusschen- Juist zooals hij den dag te veren Met de herbergiersdochter en de komst als het ware te beschikken naar den top der rots was gestr.rt, de weder- twee jonge mannen die naar haar hand De dag van het oordeel brak aan. Juist zoo vertoonde het akelig v»N .Er lag zooveel schrik en twij- dongen scheen door de komst van den Een nevelige droevige morgen lag schijnsel zijn gestalte In groote. dede» „Amerika,” zei C 7 „Amerika is nogal groot.” zei MÓr- „Ja, nietwaar?” zei Gerald vroo- ik ergens een ladder vinden Ik zou die een oude vrouw aan de nu en dan even op om iets te meten naar buiten. Toen zij of om het gebouw of een brokstuk ey op achterdochtigen toon, pel staan en de oude vrouw keek, kijken. vrooiijk „Ik ben mijn heele leven bui- oogenbiik strak naar Gerald, groette lijk, maar de toon van zijn stem was kasteel lijkt me absoluut onbewoon- iets onverstaanbaars. heel anders, dan toen hij twee dagen baar.” te voren met haat sprak. Het was „Dat Is het ook. Buitenslands waar vreemdeling," zei het meisje schuw. Ik was nog Jong, nog niet gepromo. alsof hij het verschil tusschen hen ergens, als ik vragen mag zei Mor- Gerald nam z’n hoed af en ziende veerd, ofschoon ik mijn examen ach- wilde doen uitkomen, wilde te kennen daunt dat ze op een rustieke bank toeliepen, ter den rug had, toen ik van Freiburg geven, dat hij zich bewust was van het Gerald nam een aanteekenboekje trok hij die voor haar in de zon. Het naar Karnach in het Schwarzwald feit, dat zij zijn werkgeefster was „hij uit zijn zak en krabbelde daar even meisje dankte hem met neergeslagen reisde om een vriend die daar prac- de ondergeschike. Claire bleef strak een paar notities in, alvorens te ant- oogen en de oude vrouw keek hem tiséerend arts was, voor eenigen tijd naar den muur kijken, maar zij merkte woorden en toen hij hem zoo Het onderzoekend aan, terwijl haar lippen te vervangen. de verandering niettemin duidelijk op. wachten werd Mordaunt’s gelaat rood zich bewogen. Het kleine stadje lag Juist daar, waar „Dat is een mooi aanbod, niet mijn- van woede. „Dank u mylord," zei ze met zwak- het Schwarzwald het mooist is, vrij heer Sapley „Amerika.” zei Gerald eindelijk, ke stem. wel in het zuiden, zonder vreemdelln- „0, heel moot, stemde hij zuur- „Amerika Is nogal groot,” zei Mor- „Het vereischt volstrekt geen dank,” genverkeer, vlak tegen het donkere zoet toe. „U verbindt u daarmee tot daunt, een sigaret aanstekend. zei Gerald „maar ik geloof, dat u me ongebaande woud op de hoo, niets, juffrouw. „Ja, nietwaar?” zei Gerald vroo- voor Iemand anders aanzietik ben waardoor het als bewaakt „Natuurlijk niet I” riep Gerald met lijk lachend. „Mijnheer Sapley, kan helaas geen lord I” ’7 - 'k «rgens een ladder vinden? Ik zeu ^iet lijkt mij toch niet heelemaal graag even op het dak gaan kijken.” -* 'jd naar deq_ v plannen mij barsch. „Dank u," zei Gerald op heel gewo- J even halen.” Vader en zoon keken elkaar aan. „Wat moet dat allemaal toch be bouw zou öan zelfs het oude plan nog ginnen vroeg Claire trachtend on- de vijandige gezindheid der Sapley’s wel verbeterd kunnen worden.' gedwongen te spreken. zeer gc*J -J:j* J Mordaunt lachte hoonend. „Dadelijk ik heb niets te doen en grond geslagen hebt houdt in d»n „Daar zou dan toch een eerste klas ik verlang er naar om te beginnen.” gei niet al te veel van je. Maar Ge- dragen," sprak hij tot de merrie, die architect voor noodig zijn zei hij Mordaunt glim acht» veelbeteeke raid bekommerde zich daar niet veel de ooren spitste en met den kop op Gerald knikte lachend wat duide ,nend om. overtuigd dat hij zich tegenover en neer bewoog, alsof zij zijn woorden .1. Ij „Best." zei Claire alsof de zaak nu dit tweetal wel zou kunnen handha- wilde bevestigen. hij aan Mordaunt’s meentng hechtte geheel beklonken was „begint u maar ven, vooral wanneer juffrouw Sarto- Gerald droeg zijn ladder naar den J‘ J 1 zoo spoedig mogelijk, het kon wel eens ris zich aan zijn zijde schaarde, zooals ouden vleugel en klom op het dak. _,de kwes zijn dat die oude muren gevaarlijk zij dezen morgen gedaan had. Zooals hij verwacht had, vond hij het tie is maar of ik genoeg architect werden Goeden morgen heeren." Wat zag ze er lief uit in haar een- in zeer slechten toestand. Het moest ben of niet Zij boog het hoofd en ging heen en voudig witte kleedje en hoe fier en geheel afgebroken worden den gevel van het kasteel staren Ten ana en verschillende andere godinnen wonderde hij het uitzicht, zich er niet Plotseling rukte hij van bewust dat Claire en mevrouw v w j -- heeft om beleefd te blijven „Wat Je te doen hebt, vriend,” zei omlijnd tegen de blauwe lucht afstak „Ik geloof niet dat we nog iets heb- hij tot zichzelf, „is den vleugel van bewonderden. Toen hij weer beneden gel zal geheel vernieuwd moeten wor- ben af te spreken, mijnheer Wayre. Court Regina herstellen en niet suffen kwam begon hij eenige raten te ne- gr00t pjet )s natmjj-ijjjt we] hee] ongewoon over de schoonheid van de meesteres men. Daarna stak hij zijn pijp op en .f.» »nn4«r o.onq maar juffrouw Sartoris”van het kasteel.” '■-* - Onderweg naar de stallen kwam hij ruwe schetsen te maken Tot zijn ge- gesteld, niet kunnen zeggen Als u het frouw Sartoris is verlangt zal Ik dat onderzoek doen en „Impulsief en niet wantrouwend,” huisjeplotseling, daar het'bijna ge- ook artist.’ twee hoedanigheden die, een teekening maken van den her- vulde Mordaunt aan „Enfin, de ver- heel verborgen stond achter dicht jammer genoeg, niet altijd samen bouw, zooals ik mij dien voorstel. Als entwoordelljkheid is voor haar, niet struikgewas. Het stond in een minia- gaan hij voelde zich doordrongen het plan naar uw zin is en u mij de voor ons.” tuur tuin vol kleurige bloemen en g van den geest van den man die eeuwen uitvoering zou willen opdragen, dan Gerald antwoordde niet op die vrien- er zoo aardig uit dat Gerald bleef geleden het kasteel had gebouwd. Zijn zal het mij aangenaam zijn die op- delijkheid maar begon met groote staan om het te bewonderen. Toen hij potlood gleed snel over het papier hij dracht te aanvaarden. In het tegen- aandacht den muur te bekijken, alsof daar zoo stond kwam er een klein ging geheel op in zijn werk en sprong overgestelde geval wel. dan is er hij reeds met zijn arbeid was begonnen meisje, die een oude vrouw aan de nu en dan even op om iets te meten nog niets verbeurd en dan kan mijn- „U zei. dat u niemand in Engeland hand leidde naar buiten. Toen zij of om het gebouw of een brokstuk heer Sapley een architect van naam kende, nietwaar mijnheer Wayre Gerald zagen, bleven zij op den drem- daarvan uit een anderen hoek te be- vereerd zullen gevoelen met een der- gelijke opdracht."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1923 | | pagina 7