VOOR DE lil----Li HET VERBORGEN SCHILDERIJ 5c!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:niiiiiiDiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiii:niiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiii:iiiiiu iiiijuiiiiiiiiiiiiijiiniiiiim!: Kiiuniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iniiiiLiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiuiiiiiii:iiiiuir:iiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiii[ :iiiiiiiiii:ii'iiiii:iiiiki:: s -LD UIT DE MOPPENTROMMEL No. tweede jAAPc-Anq i-j Wk» -.J t. d.»,»a. uw.., ï.s W,nt„ e d.p. meter of meer diepJa, wat in die stake ten ontstaan was. Zich later door mondelinge overlevering nooit door een menschelijk oog be- VI. Mr. naar het terras van het kasteel op en maar en hi] ZEVENDE HOOFDSTUK. Toen Gerald, twee dagen na zijn man. Sapley zat in de bibliotheek aan Claire keek Gerald aan, die Sapley’s Hebt u nooit iets In Engeland ge- antwoordde Gerald be- zenuwen tot be- Clarie ging de kamer uit, maar bleet dova in de Spaansche provincie Anda- maar zei niets en Ge- z®i ze en ze ging de trap op, om'haaj ,Van de speelplaats naar de voegde hij er open kraag stond. nog niet ken. daarom niet op te dra met zijn tot Ven, Verschrikt keerde de Spanjaard om i naar --- I 1 I NAAR CHARLES GARVICE DOOR A. T. --1 |[HUISKAME VUUR SLAAN. In de tweede helft van den Spaanschen erfopvoigingsoorlog illumineerden de Pa rijzenaars bij het bericht van eiken veld slag, al was die ook ontwijfelbaar verlo ren. Toen zij dit ook weder na den slag bij Ramillies deden, zeide de Maarschalk „Mijne landslieden zijn als vuurst-enen Hoe iiertter niyi hen «laat, d*s te meer vuin geven zu." een groot gedeelte la Mn zeggen van dat raam tot h--er Saplev trok zijn zware, ruige wenk- worden afgebroken. Bij dea leden den weg gegaan naar de rotsoprichter van het beeld-bleek te zijn, lijn laatsten gang. I".’ VOOR ALLE GEVALLEN. Vertrouw aan geen jongelieden gehei men toe, want nieuwe vaten lekken Maar aan bejaarde menschen ook niet. Want oude deuren sluiten zelden goed meer. ONDER DE PANTOFFEL Kellner (in de restauratie) „Verlangt bidden EEN SLIMMERD. Kastelein „Wat drommel, Tan, dat is j i f --- w - 1 WV UVUW jaard heeft echter sedert dezen dag wat zoek je toch er mij dan ook volstrekt niet over en ant- ben er u Integendeel dankbaar voor. het niet, want Amei was door de vree- tijd en later kwam geen van ons op min of meer schuldig gevoelde, geheel geknakt en zeer j krankzinnig is zij gestorven. Dit was een 1 laten zetten, maar ook dit was niet In staat de akelige verschijning te ver bannen. De T. eeuwen lang in het dal. TRIUMF DER WELSPREKEND HEID. B0 het uitgaan van Her Majesty’s Thea- r te Londen werd de beroemde spreker _r Jeach -Jé Hertogin van Gloucester aan- Met een beminnelijk glim- ije nadert zij hem. Gij zijt immers Mr. Beach Om u te dienen, Hertogin ‘t van u dienst zijn? ja, gij zijt t nu ik kan mijn koetsier niet ontdekken wilt ge hem eens luid roepen?. KLEIN BEHUISD. „Pa, is het waar wonen er ook men schen op de maan r” „Ja, ventje, dat vermoedt men F „Wat zal het er dan een vreeselijke her maan GEOGRAPHISCHE VORMEN. Jonge dame (tot een heer, die juist van een buitenlandsche reis is terugge keerd) „En dus is u ook in Italic ge- t ;gen, of het heusch zoo als het op de land» nu reeds de bende lucifer, die je gebruikt Kellner „Ik heb een lucifer laten val- en." 1 „Maar mijnheer Wayre heeft den verlaten, vindt u niet vleugel die hersteld meet worden nog „Wat voor werken vroeg Sapley. nJet gezien zei ze op vragenden Gerald noemde zijn gevangenissen toon. „Zou u niet liever eerst eens gaan kijken, voor u een definitieve be- „Daar ginds, aan den anderen kant slissing neemt \J „Dat zal mij heel aangenaam zijn,” - antwoordde Gerald. „Best.” zei ze, „laten we dan maar dadelijk eens gaan kijken, inplaats van tijd te verspilletT met gepraat in de ruimte.” Een oogenblik verduisterde Sapley’s gelaat, maar onmiddellijk verscheen er weer zijn gewone onderdanige glim lach op. „Dat is een uitstekend Idee, juf frouw,” des volks handhaafde was nauwelijks zegel alle geheimen. Eindelijk rukte ik mij los uit mijn dervonden welk een indruk de beel- overpeinzingen. Mijn blik viel op den paal met het beeld. Nu in het volle licht zag ik dat het geheel van zeer i jamen en antwoordde zoo uw bekwaamheid .Best.’’ zei Gerald, „zooals u wilt. En opstaande voegde hij er aan toe en willen zijn een ander uur aan te geven. Sapley even, waarop hij hem ander- vind die heel begrijpelijk. Ik beklaag keek er peinzend naar Ofschoon de brief van den rent meester Sapley was gekomen, wist neen toen zij den naam uitsprak. tend uit. Dat zou wel een oproep zijn, aarzelen. Gerald zag er niet uit als van de wereld I” zei Mordaunt Ge- r-*■*" boden grond te verantwoorden. ri na. tr Valentin had bij het voortdurend stuur. „Hier blijven 1 hier blijven riep 1—lit 1— AAaJZmA „Ja,” antwoordde de confrère zeer - l tt__i eischers heel brutaal "uit den hoek te komen.” SCHERP. „Zulk een afscheid als in Hamburg," riep een acteur in vervoering tot een zijner collega’s uit, Jieb ik nog nergens gehad. Het publiek was letterlijk over- '7 J ;e voorzich- men.” tigheid uit het oog verloren, want .Ja»” antwoordde de confrère zeer Mn kreet en de ge- iaconisch, „in Hamburg durven de schuld- a* aaL k»*l U«««*aa1 xa« J—— L..L Aa den beeldsnijder verdween rito, het verstandig trouwe dier, heeft zeer verbleekten inkt, bestaan." vouwde hij het open. Het duizelde mij voor de oogen. Het duurde een heele poos vóór wij ’njemand meer gezien. Bestaan, gelee fd had de Spanjaard l het schrift konden lezen en toen wij Alles was werkelijkheid geweest I Hij den inhoud eindelijk ontcijferd hadden had geleefd, geleefd in Karnach I Hij kwam pas de groote verbazing. He was zoo, werkelijk zoo, als de reus- schrijven dateerde van 1630 en wa achtige figuur het weergaf, eeuwen ge- van de hand van Ignaz Pölt, die de - opengemaakt kon worden.” sprak hij er eens opgaan. Dan kunnen wij zien - - «Tv...* o-r - -- - w *»v4*uv* WW ivdiauiauvj loos van verbazing, en een geest van wijl zijn vingers krampachtig het dek- stalte van den Spanjaard vormde.' mijnheer nog een glas bier?*’ tegenspraak bezielde mij. sel van het doosje trachtten te openen wij gingen naar boven en zochten Heer „Vraag dit, wat ik u „Ja,” ging mijn metgezel voort, „in Eindelijk gelukte het het deksel er wej een UUr lang den geheelen Urtelfels "“8» “n mijn vrouw dien ouden tijd ging men zoover om af te nemen; een oud ook den hond te vermelden. Ook Per- lag er in met oude wetsch schr ft' in b'et inslaan van den bliksem. Voorzichtig vondst tusschen de vingers. Het was een ovaal doosje van glad metaal zon- Winter had mij rustig laten uftspre- der eenige versiering, doch openmaken ken, doch .toen keek hij mij met een kon ik het niet ondanks al mijn po- eigenaardigen glimlach aan. „U spreekt gingen. Wat beteekende dit diog van een „sage”, zei hij met bijzonderen Een ver verwijderd gerommel van ryidruk. „Blijkbaar weet u niet, dat onweer deed mij opschr kken ik had deze Gonzo werkelijk bestaan heeft” door mijn zonderlinge bezigheid hee „Bestaan," vroeg ik. alsof ik deze niet op het weer of de lucht acht ge bewering niet wilde aannemen. geven De hemel was zwaar betrokken. „Ja, ja werkelijk bestaan,” her- een geweldig onweer kwam dreigend haalde Winter op zijn gewonen, kalmen opzetten en maande mij tot haastigen toon. „In de oude kerk- en raadhuis- terugkeer. o '7 Toen stak ik ’t doosje sne be loten ons ma|cen ais vroeger opgeteekend. Een in den zak, sloot het deurtje en snelde De drie mannen gingen naar buiten, in haar witte kleedje zeer groot uit en had waardig gekeurd, achteraan, zi n W W - -- -f WW, W WJ „zend naam niet in het bouwkundig adres- keek haar vol bewondering aan Zij rend op Gerald gevestigd. Hij had zich keek van den een naar den ander en gekleed in een kostbaar en uitstekend zei maakte toen ter begroeting een lichte zittend rij-kostuum en als hij zijn klee- je in je binnenzak, vlak op je hart chitecten-vereeniging en zelfs geen er- niet de hand toestak tuum van Gerald verbaasde hij er „Goeden morgen." zei ze eenvoudig zich ten zeerste over dat Claire ai haar „Is de zaak al afgedaan aandacht gewijd had aan den vreem» „Ja juffrouw.” antwoordde Ge deling en hem nauwelijks had opge- L Wie is die kerel toch Ln echter zijn teleurstelling niet verborg waarom was zij zoo vriendelijk tegen boekje bij elkaar pakt, van uit Regina w vertrekt naar een verwijderde streekheer Wayre,” zei "hij, „het werk waar- raid, met een flauw glimlachje, dat merkt hoe meer verwijderd hoe beter Maar over wij u wilden raadplegen is....e echter zijn teleurstelling niet verborg waaromt op Gerald's leeftijd luistert men niet ....is nogal van delicaten aard. Het „Mijnheer Sapley meent, dat ik niet hem? Waarom joeg ze zoo’n bedelaar vooruitzicht iets in het belang van het deelte van het kasteel en vereischt heb en hij durft mij het werk, dat ik kasteel te kunnen doen en de gedachte nogal wat technische kennis en vaar- i .1 aan de enkele ponden die hij nog maar digheid Ik vrees dat juffrouw Sarto- gen Ik heb het recht niet, mij daarover gers naar v J.L i ris niet geweten heeft, dat u niet een te beklagen Het was niettemin heel de vleugel vriendelijk van u van hem om aan worden." „Een mooi staaltje van vroeg En* „Ja zei Sapley beleedigend. „veel k -- -o -s-- -- —WW, W.J.. .W ...WW, w— WWW, non unueTvcguc aan ik immers neen zeggen en aan is werd rood van ingehoudenfwoede zei ze Sapley aanziende met dien gere dorven te worden.” er nog geen ongeluk gebeurd’ Hij ging „Mag ik even voorstellen zei de serveerden blik dien hij als een vernede- „Daar hebt u gelijk in,” zei Gerald naar den jongen die den brief gebracht oude Sapley „Mijnheer Wayre ring moest gevoelen „Hebt u mijn- vroolijk. de slechte olekken in den had en nu buiten wachtte en droeg mijn zoon heer Wayre verteld wat er gedaan muur onderzoekend. „Ik zou zengen hem op aan den heer Sapley te zeg- Terwijl hij een buiging maakte keek moet worden water van hem verlangd.dat een groot gedeelte InMn we gen, dat hij zou komen Gerald Mordaunt aan zonder in het wordt zeggen van dat raam tot i -^et Kinksjac twaa'f uur lieo hij de trap minst te laten blijken, dat hii hem her- Saplev trok zijn zware, ruige wenk- worden afgebroken. Bij dea „Dat aaar boven," hernaaiae Wtn- ige verschijning te ver ter met een zonderlingen glimlach. Spanjaard kijkt reeds „Nu, wat men niet kan verklaren, daarvan moet men ook de beteekenis Amei werd de vrouw van den stads- niet trachten op te sporen.” voogd, maar een gelukkig huwelijk was Wij zwegen beiden een gerufmen het niet, want Amei was door de vree- tijd en later kwam geen van ons op selijke gebeurtenissen, waaraan zij zich dit onderwerp terug. 1 Ik kon mij echter niet losmaken jong nog en bijna van wat ik gehoord had. de historie, - - la°nge en zonderlinge wilde mij niet uit het hoofd en vooral ontmoette, en daar Ignaz niet in het van mijn verblijf in Karnach vernam, liet mij geen rust. Ik besloot bij helde- z[en worden, verborg hij zich achter De overtuiging waarmede vrouw i 1 Vintles alle bijzonderheden der sage Dat zou mij wellicht mijn kalmte Valentin met een koelen, trotschen zeker ook wei u als geloofwaardige feiten voorstelde, teruggeven. Óp een helderen, warmen blik en ging hem zwijgend voorbij. Va- veel lijkt op een J J - “ijaarsdag dat ik juist den tijd had, lentin scheen niet gerust te zijn over kaart is afgebeeld?" kon ik zekere poëzie in de sage niet volvoerde ik dit plan. den scherpen blik van Gonzo, want miskennen. Ze was zeker ontstaan door F-- de eigenaardige natuurspeling op den natuur en kalm, bijna vroolijk betrad hem Urtdsfels, doch wanneer men ze nu ik den weg naar de rots en toen Ik deze recht door en° Perrito liep hem mst in naar was ereenheid in, leek zij ook zoo waar- gevoel dat men bij het graf van een „Neen, dwongen houding van den sterken en daard. j Sapley’s gelaat verhelderde en hij ley de oogen deed neerslaan en met deed heel gewichtig. „Ik vrees, dat wij u onder deze om dien middag om circa twaalf uur op den vloer deed schuifelen. standigheden moeilijk de opdracht L-1om - daar met hem te spreken over eenige stel Wilt u als je blieft plaats ne- hebben niet het geringste bewijs van herstellingen, die aan het gebouw men uw bekwaamheid ze h1^ k °P het pUnt* moesten worden gedaan Wanneer het „Dank u,” zei Gerald, terwijl hij „Best." zei Gerald, „zooals u wilt.” “’^zelfde voor te stellen toen u bin» uur misschien niet mocht schikken, een stoel nam. En opstaande voegde hij er aan toenekwam, maar mijnheer Wayre belet- dan zou mijnheer Wayre wel zoo goed Op het geluid van zijn stem schrikte „Ik begrijp uw aarzeling volkomen en tö ra‘j dat' om z0° te zeggen. door op - te staan en op de deur toe te loepen alsof hij wilde heengaan. u ant- ben er u integendeel dankbaar voor. Maar laten we nu maar aanstonds moet hebt, naar ik geloof heeft dat u mij de kans hebt willen geven. g*an hierheen, mijnheer Wayre.” den wensch te kennen gegeven, dat Goeden morgen, heeren.” Clarie ging de kamer uit, maar bleet of liever voelde Gerald wel, dat hij ik u zou schrijven in verband met en- Sapley wreef zich de kin keek hem in de gang staan. „Ik ga met u mee” geschreven was dp last van de meeste- kele herstellingen die aan het oudste aarzelend aan i res van Court Regina Hoe zou Sapley gedeelte van het kasteel moeten ge- raid had reeds bijna de deur bereikt, doed op te zetten. was. of ils hij het al wist, hoe zou hij mijnheer Wayre geneigd zijn, hem een opdracht te geven Zou hij gaan De voorzich tigheid fluisterde hem toe heid ontcijferden. I ven en spoedig was de lucht weer hel der en zonnig. - Winter ste de mij een korte wande- een heerhjk stuk, Denon l’ ling voor om onze daren te brengen. Wij spraken zeer weinig en ik ver moedde dat Winter evenals ik met r spanning verwachtte aan de bocht van bewaard wordt, zeker Ix*.**^** Mr«ek* Tirii ieor zicht zouden hebben op den Urtels fels. Het zonderlinge verschijnsel moest nu nog een geheel anderen indruk op --- - Maar wat was dat De blik, dien r<II OTSleriell.aneia Spanjaard, die opgaf Enriquez Gonzo naar het dal. Mijn zonderlinge vondst wij op de rots wierpen, zwi rf in een zeide de Keizer met een bitteren glimlachl DE RECHTE EN KROMME LIJN. Onderwijzer„Zta mij eens, Frits, wat is een rechte lijn Frits „Van de school naar de speel plaats Onderwijzer „En wat is een kromme hij een brief zou kunnen krijgen. g. „Ja mijnheer," zei Lucy, „hij is net met die hem heer Sapley. Op het geluid van zijn stem schrikte „Ik begrijp uw aarzeling volkomen Gerald legde den brief op tafel en maal scherp aanzag. „J uffrouw Sartoris die die beleediging dan ook bedekt en er derde zijn spottende glimlach in een slag zijner donkere oogen. in de onge- ‘'J was c •en kort briefje, waarin stond, dat het goed gebouwden jongeman, dat Sap- den heer Sapley aangenaam zou we- 1 zen, wanneer mijnheer GerMd Wayr« zijn groote. platte voeten onrustig op dien middag om circa twaalf uur op den vloer deed schuifelen. het kasteel zou kunnen komen, om „Mijnheer Wayre, naar ik veronder- zullen kunnen geven." zei hij. .We registers zijn de feiten duidelijk en ontegensprekelljk te heeten en geboortig te zijn uit Cor- kon ik altijd nog terugbrengen nauwelijks 00k eenige onregelmatig geplaatste f een Ik oe- ZONDER TALENT. Vader „Hoor eens, jongen, jij bent en den kantonrechter. „En dat daarbo- tenen n de doos had hij een bekente maal bankroet geslagen en je bent eigenlijk vroeg ik met half verstikte stem, nis van zijn schuld neergelegd. nóg niemendal.” Ignaz PCIt haa Rennn gearagen van het verongelukken van Valentin I - Hij was hem op den dag dat hij naar van houdt en ik zie dat ge u min- Schonach ging, nagegaan met de be doeling hem op den eenzamen gevaar v* A Mal a« 4a Uit Kast maoti a^H d ter niet kunnen in halen. Toes zag de heeft zij er geen rijd voor, omdat zij dan lottige plaats de Spahjaard, die van wahkt.' dova in de Spaansche provincie Anda- Toen ik op den straatweg was kwam lusië, is in het jaar 1598 beschuld gd het onweer snel nader en i van moord op den beeldsnijder Valentin had Ik de oude poort bereikt of Gertie en wegens gebrek aan bewijzen zware wolkbreuk stortte neer, aan een Godsoordeel onderworpen, vluchtte in de naaste woning, die Dit oordeel werd op de rots, waar de valig het huis was, waar mijn vr end moord moest gepleegd zijn, en die Winter woonde. Deze noodigde mij den bliksem getroffen,” vroeg ik zacht sedert dien tijd „Urtelfels" (Oordeels- uit op zijn kamer te komen Mijn vondst rots) g emd werd, voltrokken. De brandde mi) in den zak en 1 afloop is u bekend.” maakte ik aan mijn aarzeling een einde moest aan den onschuldig veroordeel- i 1 de dan is hij nu daarvan bevrijd zei Ik antwoordde niet, doch toen wij bij r vreemde uitdrukking inTiet verschiet staarde, daar waar de opmerkzaamheid EEN VOORZORGSMAATREGEL. A. „Ge hebt mij gezegd, dat ge niet stens dnemaai in de *eek eet. Doet ge dit ter wille van uw wouw B. „Dat zal tk je nu eens verklaren. van Amei af te zien. Hij had hem ech- Êaar ai» we visch ter niet kunnen in halen. Toen zag de heeft zij er geen tijd voor, omdat zij dan stadvoogd, hoe dicht bij de nood- te veel zorg moet dragen dat zij geen graat 1O1A eeMilelr* die ik voor een sage had gehouden, Schonach scheen te komen, Valentin geschiedenis, die Ik den eersten avond de natuurspeling der denneboomen spoor van zijn mededinger wilde ge- De overtuiging waarmede ren dag de rots nog eens te beklimmen, eenig struikgewas. De Spanjaard mat weest? Hoe heerlijk I En dan kunt rs-x _U .-Ux 1—1-t bied in Engeland nog nooit iets gedaan Wilt u me dan asjeblieft werk aan een amateur toe te vertrou- mjj Mns te zjjn, dat het werk behoorde u o— „Een amateur ben ik nu niet be- tect die verantwoordelijk is voor de kijkend, daar hij niet begreep van wien scherp aan. Het was zijn bedoeling richtend, „ik heb meerdere werken eigen minzaamheid Dat heeft mij de rij der amateurs doen verzoek in te willigen. „ik zal in elk geval eens gaan hoo de deur geopind en trad Mordaunt Er kwam een flauw blosje op Claire's gelsche bouwkunst," zei Gerald. re?L hij vertellen heeft,” mom- Sapley binnen. Toen hij Gerald zag gelaat toen ze op de tafe) toekwam. „Ja.” zei Sapiey beleedigend. „veel „Dat moet een misverstand zijn te moo- om door een onbevoegde be- zei de serveerden blik dien hij als een vernede- „Mijnheer Wayre ring moest gevoelen „Hebt u mijn- vroolijk. de slechte plekken Terwijl hij een buiging maakte keek moet worden, wat er van hem verlangd dat „Valentin Valentin, de tijding van het ongeluk in het dal proefne ruw maaksel was. De steen was een heêl andêren kant naar Karnach terug- zelfde en altijd verdween de verschij- het kastje waarin het beeld hing was straat toe, dat de Spanjaard Valen- toch «woon 't publiek te spreken, ■ean/v avvam «*1a4aa1 WIaaa^aa »4a*1t Fllè aam 4M/4awa vaz4am 1 a - _1 a a En Ignaz Pölt zweeg Ja, hij deed nog meer; hij gaf zijn Hij had het laten plaatsen omdat zijn Plotseling wendde fk mij weer tot geweten hem net met rust had gela blfJft'Zèn'e^l^N^b'ïew^r’dèTrièrde ViUara" nóg niemendal.' kende, maar Mordaunt’s gelaat werd brauwen jamen c.. nog rooder en nam een vijandige uit- kortaf als hij durfde „Neen, Mijnheer Wayre is nog geen vijf minuten hier. Ik heb hem een paar vragen gesteld, om te onderzoe ken In hoeverre hij de geschikte per- werd, toen hij op het gebouw"toeliep, „Dan is er niet verder over te spreken, heel gewone vragen spot In zijn stem. „We kunnen er j_„_ een zoo belangrijk had. Hij scheen het ook geheel met te worden opgedragen aan een archi- ergerde mij en trof mij tevens. Toch najaarsdag kon ik zekere poëzie in de sage niet volvoerde ik dit plan. ê-_ „Lr__ Er was een plechtige stilte in de telkens keek hij om of de Spanjaard L ,v -1 sotns volgde. Gonzo g ng echter geheele samenhang hoorde, beklommen had, bekroop mij hetzelfde 2ijn potsierlijke sprongen 1__jJ 1- 1-1-it aaI.-AA- -1 J-x-Lil L_x-1--T- '__2 schijnlijk, dat men nauwelijks denken noodlottig omgekomen mensch heeft, omkijken zeker de noodigi kon, dat zij door de verhalen en bij- Steil, bijna loodrecht ging de rots- tigheid uit het oog verl< voegingen van verscheidene geslach- wand naar beneden, twee honderd plotseling klonk ten ontstaan was. meter of meer diepja, wat In die suite van L„ Dat de stof, tot een geheel gevormd, diepte den laatsten slaap sliep was jn den bodemloozen afgrond, zich later door mondelinge overlevering nooit door een menschelijk oog be- i-r in al.e bizonderheden in den mond reikt. Daar beneden sloot een eeuwig en 8neide met groote sprongen des volks handhaafde was nauwelijks zegel alle geheimen. de plaats van het ongeluk. te verwonderen. Ik had toch zelf on- Eindelijk rukte ik mij los uit mijn ValentinValentin,” riep hij ter Eindelijk keerde Gonzo om en bracht het Eneelsch Lagerhuis, tenis van den Spanjaard maakte, van paal met het beeld. Nu in het volle de tijding van het ongeluk in het dal eens door de Hertogin van G1 welken kant men die ook zag of na- licht zag ik dat het geheel van zeer Toen jgnaz Pölt 's avonds van een P.esJ’rokeJ}’ derde. Bij versch. lende proefne ruw maaksel was. De steen was een h©e! anderen kant naar Karnach terug- tj- ,e nade mingen die fk deed, was het steeds het- weinig verweerd, het traliewerk aan keerde riep men hem reeds op de kan Ding even plotseling. blzonder sterk. Dit of een andere reden vermoord had. Eenigen tijd later was Ik met den deed mij aan het getraliede deurtje kantonrechter Winter, met wien ik tasten en ik ontdekte een mechaniek ___o kennis gemaakt had, op de wandeling, om het te openen. Onwillekeurig tracht- steJm aan het Godsoordeel' in de°n vree- Wij waren de oude poort uitgegaan en te ik deze in werking te brengen en selijken vorm, waarin het was voorge- dat ik aan den Spanjaard in het geheel zakipes gelukte het mij. De getraliede niet dacht. Opeens hief ik het hoofd deur ging open. Het beeld was een op en daar zag ik hem weer, duidelij- weinig schuin gezakt en ik wilde het ker nog dan anders. Het leek of hij voorzichtig recht zetten toen ik zoo over de wolken zou klimmen.... tot mijn verbazing iets zag blinken „O ja, de Spanjaard,” zei hij zacht, dat tu schen het beeld en den steenen Ik keek hem aan en zei dat ik reeds achterwand geklemd was Ik greep verscheidene malen de sage had hooren het met twee vingers en haalde een verhalen en daarna voegde ik er nog klein, p at zilveren doosje te voor- eenige opmerkingen over het ontstaan schijn. Besluiteloos stond ik met mijn en de waarde yan zulke volksverhalen M dennen maar van den Spanjaard geen spoor I Onze blikken ontmoetten elkander en dezelfde vraag lag daarin „Door -ut Frits: Winter knikte. „Als de waarschu school ten slotte wen(je gestalte daar boven herinneren rots) g De spreker zweeg en ik zag hoe zijn en vertelde wat ik gedaan had L_ t oog met een vreemde uitdrukking Winter hoorde mij met de grootste ^jj’ langzaam', in het verschiet staarde, daar waar de opmerkzaamheid aan „Daar heb ik j; reusachtige figuur met den Spaanschen nooit iets van gehoord dat het kastje rots kwamen, zei ik i „Laten wij kraag stond. Waf ik hoorde maakte mij sprake- met kwalijk verborgen ontroering, ter- wejke groep boomen eigenlijk de ge ---- _.<n - i--ux<_ v.x j-l. van den spanjaarcj vormde.' tegenspraak bezielde mij. sel van het doosje trachtten te openen wij gingen naar boven en zochten „Ja." ging mijn metgezel voort, „in Eindelijk gelukte het het deksel er - dien ouden tijd ging men zoover_om af te nemen; een oud dik papier af' doch wij vonden’geen spoor van De trotsche gestalte van den Span zoo verdiept in een levendig gesprek, met behulp van de werktuigen in mijn ^feld. Hij had de plaats van het onge- j-x J-- -* •- —..lx. i—x _ii rx x—ii-j- nauwkeurig onderzocht en opge- merkt dat de kant der rots van onde- ne en gedrang wezen als het halve ren zóó afgeb okkeld was dat hij is nooit de zwaarte van een man uren lang dragen kon. BEPERK t'E ONSTERFELIJKHEID. Zoo werd Ame- vrij en de zijne. 1® het begin van zijn keizerschap maak- Dat was het wat kantonrechter «e.N»P<>l?on I een even scherpe ab diging over zooveel laaghartige boos- hlj met bafon Denon jeneraai^ecteu, heid ontcijferden. der museums, in de galerij van het Lx>u- Intusschen was het onweer afgedre- vre heen en weer liep De Keizer bleef voor een schilderij van Murillo staan, en zeide op bewonderenden toon „Waarlijk, „Sire, 't is een onsterfelijk kunstwerk f* „Hm I” hernam de Keizer, voortloo- pende, „hoe lang kan zulk een schilderij blijven bestaan f" „In een kunstgalerij, als zij zorgvuldig r over de duizend den weg te komen, waar wij het ge- jaar „En in het gunstigste geval „Dat hangt grootendeels van het ma teriaal af maar ik zou denken zoo om streeks vierduizend jaar.” „Dan heeft men toch al een zeer be scheiden begrip van onsterfelijkheid leege ruimtehet reusachtige beeld was niet meer te zien. De rots was er. drukking aan. „Mijnheer Wayre vertelt me zoo juist, dat hij geen architect van beroep ia," zei Sapley ia> ^Mordaunt keek langs Gerald heen, joon zou kunnen zijn dien wij zoeken - - x- - ,7 Bi maar en hij door een livrei-bediende In de hall ont- dunkt mij," zei hij met een bedekten gaf toe dat hij op architectonisch ge vangen. u- - - „Mijnheer Wayre, mijnheer vroeg niet aan denken. ontmoeting met Claire in de kapel, zat de man. .’»V.7 - te ontbijten, kwam Lucy met een brief maar even volgen?" wem' de kamer binnen. Sapley zat In de bibliotheek aan „Voor mij vroeg hij, verbaasd op- een tafel en keek, opstaande, Gerald paald.”^ zei Gerald, zich tot den vader goede uitvoering." geweest dezen onbekenden jongen man uitgevoerd waar ik voor betaald werd, voorden niet tegensprak. 1 i zoo J* J gebracht door een Jongen van mijn- te behandelen, waarmee hij een op hoer Sapley." zettelijke beleediging gewoonlijk wist Zij bloosde even en sloeg de oogen te verzachten, maar er was iets in er, toen zij den naam uitsprak. Gerald’s houding en in de uitdruk- en andere gebouwen. „O I" riep Gerald een beetje spot- king van zijn gelaat, dat Sapley deed om, zich wegens zijn betreden van ver- iemand die zich liet beleedlgen, al was raid geringschattend aanztende. 2die beleediging dan ook bedekt en er »J" Hij opende den brief en toen veran- lag iets in den kalmen. ernstigen op- bouwd vroeg Sapley. /IavHA TiIm •c\Z>44a»*J» aIZa—IaaL Ia -1 a aX1a».a AAM»-* Jaaaa NIaam m 4 <4 <4 a uitdrukking van verbazing. Het den heer Sapley aangenaam anders kunnen weten, dat hij architect schieden U bent immers architect, toen deze van den buitenkant geopend De drie mannen gingen naar buiten 7 werd en Claire binnentrad Ze zag er Mordaunt, wien Clarie zelfs geen blik „Ja," antwoordde Gerald. i* L 7 „ik doe u die vraag, omdat ik uw Gerald, die langzaam terug week, oogen waaruit haat sprak', voortdu- liever een beleefde weigering het zal boek vind keek van den een naar den ander en gekleed in een kostbaa’r en uitstekend beter voor je zijn als je juffrouw Sar- „Daar staat hij ook niet in. i toris niet meer ziet wier handschoen Gerald, „ik ben geen lid van de ar- buiging Het viel hem op dat zij hem ren vergeleek met het versleten kos- verborgen hebt; het zal buitengewoon kend vakman voegde hij er open verstandig van je zijn, wanneer je je hartig aan toe boekje bij elkaar pakt, van uit Regina „Dat ziet er niet gunstig uit mijn hoe meer verwijderd hoe beter.'' Maar over wij u wilden raadplegen is... naar de stem van het verstand. Het betreft de restauratie van een oud ge- genoeg ondervinding niet genoeg naam niet weg - - - -- t .Hier zij we er," zei Sapley Ijskoud, de gedachte nogal wat technische kennis en vaar- nog niet ken. daarom niet op te dra met zijn tot een klauw gekromde vin- -. - - - - - -- ----- -«en muur- wijzend, .„dit is >n zijn beurs had, deden hem beslui ris niet geweten heeft, dat u niet een te beklagen Het was niettemin heel de vleugel die gerestaureerd moet ten Sapley’s zonderling maar beleefd werkelijk vakman bent.’ •- Voor Gerald kon antwoorden werd mij te denken.” gaan hoo de deur geopend en trad Mordaunt pelde hij. „Als het me niet aanstaat bleef hij plotseling staan ent zijn gelaat inwvoede Heli I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1923 | | pagina 8