i
it zü mf
bÈ*. M
dkrtibndb hqfdstuk
rÜS.
- J.
a
Kapper tegen wil en dank. van t_: z_z -L J
^Sie^rijï’tol^ü^iukk^d^ teren ta^rij^gev^^tAta
van
:ten bad en staarde naar de
Zoo luidde het slot der advertentie..
onder die
<W«h* eojyWsTj
TWAALFDE HOOFDSTUK.
ham
L
ro
tegen en hij
met vrooliji
le te si
gebrui ken Ik ken het ellendige huid te red'
al meer op een schip ge- bekoring kwam ovc
bezoek hadden.
vader tt
1 j* ton
nen. S|
tuigd L
«rood ea Ml
ik van woeste
ir.ng oen
ijven.
Mor.
den
dat
schoot rustten, vast te samen „ik wou
^Zoo? Wat heb je dan besloten?” zei
hq, g
lijks?
„Ni
Zonder
to dit
ju mond F sri hq taesch,
wak bq haar oor. JDe men
en rijven en
>egnjpen.
haar nart naar
uit gegaan. Ben paar malen hadden baar
handen bijna de zweep laten vallen in
De beide dames deden haar best t:l
„Mij dunkt, dat het v;n laag te koud is,”
op een
ab Ui
mopUlk terug,"
Zq zag den woeste n blik niet waarmee
7 lg- O; g.
groote vermogen van zijn vader.'Wat „ik sta te trillen als een blad."
moest Hij doen? Ir scheen in den laat* F"
sten 0»d een meandering mee Lnqr ta tttvjutor-tam^ -
Nadat ik oen volgenden
kamer gegeten had, nam
dame. Hij nam dit op en keek riep hij uit.
s t— J
t w IW 1 9 t p I M -
«n bü Claire waren. Het portret scheen mq het
den eken morgen, alsof bet’ oüevmkk
p en vrees.
acht, dat Ctare wel sou zijn haar en toen zij er doorging raakte hij de
tekoman «n a te n
heel mijn hart, met
•>sb. Ik heb nog
vrouw liefgehad.'
een oogenblik later kreeg de vrees voor
>deli]k neer btsto
•M elkaar wat
„Maar pee op,
sprak de meer be-
- „~:i nog
eken mag,** voegde
daarop bij, mij belettende de deur,
k reeds bereikt had, te openen.
.J
aangekomene, zooab men ttrt»
t lij? zou loopen.
’"„Vooruit nu maar,** aei MJ, „haal je
sped ik zal hier op je wachten. We
Kopen daa langs het rotspad naar Thrax
ton en nemen daar den trein en morgen,
of overmogen, ben je merouw Mordaunt
Sapley-”
Ben oogenblik bleet ze nog staan, het
hoofd m beide handen. Toen keek ze hem
aan, met een blik van dankbaarheid en
liefde en snelde weg.
Toen zij hem verlaten had viel Mor
daunt op bet rotsblok neer, waar Lucy
zooeven gezet1L Z~
zee. Hij huiverde over al zijn leden. De
belacht gedachte, die hem bezig hield
wilde hem niet meer loslater
leden.
Hij liep de pier
staarde naar de zee.
Vlak voor hem lag een klein kustvaar
tuig gemeerd en om maar iets tt doen,
liep hij er op toe en maakte een praatje
met den kapitein.
„Mooi weertje,” zei hij.
Dat vond de man ook. „Ja, en ik hoop
maar dat het zoo een poosje zal blijven,
zei hii. „We vertrekken vanavond."
„Waar gaat u heen vroeg Gerald
werktuigeltjk.
„Fransclie kust," antwoordde de kapi
tein een stuk zwarte tabak afsnijdend en
nauwkeurig achter z*n linker kiezen stop
pend. „Ik zou gisteravond al vertrokken
zijn, maar een vaq mijn .jannen is naar
Thraxton gegaan om zijn moeder te be
zoeken die ziek ia. Ik had hem al terug
verwacht, maar aqn moeder is zeker er
ger geworden.”
„Ik hoop dat hij op tijd terug zal zijn,”
zei Gerald op zijn vnendelijke manier.
Hij slenterde verder langs de klippen.
«Ün vader voor hebben witten geven, ja,
zelfs zijn leven, als hij Lucy nog eenmaal
aan zijn zijde kon zien. Het gebeurde
hij haar aanzag. O, Mordaunt," aai se,
Hij trok haar naar zich see aagaf haar
klopte zijn iu
Den heelen
haar ea na bet ontbijt ging hij, als ge- ie --
woonlijk, naar het kasteel. Bij den half heele leven zal ik je wijden. Ik....
J 'IZl - I"-
nog niet begonnen met het hand greep
j--j
antwoordde Lee, martel.
zei ze, hakkelenc. „Laat me
om met vader te spreken.”
Hij lachte en geep ook haar anderen
arm. „Ie zou me liver
hi feeks F riep hij uit.
„Neen, neen I II wil je met ongeluk
kig maken, Mordant. Laat me terug
gaan en ik beloof ja dat ik niemand een
woord zal zeggen.”
„Alsof ik jou, of welke vrouw ook,
zou vertrouwen F nee hij. Zijn gezicht
had nu dezelfde uitdukking die het bad,
toen hjj bet kleine badje had afgeran
seld.
Zij worstelde om har armen uit zün
-- - - «r---
Aan dexi rottrsmd» In d diuzdingwtkkcu'-
ea t.i - t_ J
möcrddiuvel, die hm een uur geleden
m iwt oor gefluisterd iad, vuurde hem
tot handelen aan. lij trok haar nog
dichter naar den rand 3 toen zij er vlak
bij stond, oog steeds tikkend om los te
gosnen mt zijn -L” 1 1
haar armen los en
een 1-
pel scheen te gaan.
„Och, heeft ze gevonden,** vroeg
de jonge dame, mij uit mijn lerlegenbun
helpend. „En u was zoo goed as terug
ts brengen?”
De oude freule had lot nsijn geluk aaftl
iraakver warring niet opgemerkt. Zij
1 bezig gehouden snak
ik het meisje thans stouwend zeggen
,Ah zoo,” zei dc majoor.
Komt men w daarom niet voor uit l
Zij weten, dat ik de vervloekte kapseis,*
die thans in de mods zijn, niet kan uiv
staan
Nauwelijks had hij deze woorden ge
sproken, of hij trad binnen en ik meendo
nu de welkome gelegenheid U vinden om
mij te verwijderen. Maar nog voor ik de
deur bweikt had, sprak hij mij aan l
„Halt een oogenblik I U komt juist
van pas. Mijn barbiw heeft mij tot dusver
het haar geknipt, maar de kerel heeft
er geen verstand van. Hij is een ezel. De
laatste maal heeft hij mij met zijn schaar
aan het linkeroor gewond, juist toen ik'
naar een groot diner moest. Ik zou den
vent stellig mijn degen door het lijf ge
jaagd hebben, indien ik niet geweten
had, dat hij een groot huisgezin had.
Komaan, u moet mij het haar knippen.**
Dat was een fraaie opdracht I Ik moest
den ouden heer het haar knippen in het
overheerlijke vooruitzicht, dat hij mij zijn
t zou stooten, als ik het
afgebroken vleugel trof hij Lee.
„Bent u 1
sloopen van de rest F’ vroeg Gerald.
„Neen, mijnheer,” antwoordde L.et,
,dk wilde eerst wat van het puin opruimen,
anders wordt het zoo’n verbazende rom
mel."
„Uitstekend," zei Gerald. Hij keek
arm de zaal rondliepen.
verlaten, te midden van deze vróolijke fluisterend hou ik slechts de woorden ^Dat komt er niet op aan," gff d< m»
neoo«u r- menigte. Ik vond geen aanleiding om vinden „Ik was zoo gelukkig de lok jooruk heb de baste schaar van de we,
4. man te wordenan Clare langer te vertoeven, want ik had genoeg der oude freule.... ik wil zeggen de lok reld m mijn oude a*-—<l- -1
„Wfl je daarmee zeggen, dot
--U.;7* - b -
^ieea, neen o, neen F zei ze, hurve-
r I gisteravond
j zig aan mijn gejacht, dat ik
'j mij op 'zijn vnendelijke, goedige
manier den raad, mijn verdriet aan mijn
vader bekend te maken. En dat moet ik
doen ook, Mordaunt."
In oogenblikken als deze komt de be
ing over mannen als Mordaunt Sap
ley. Hun groote lafheid en hun ruwheid
van karakter geeft hen dan juist een dtn-
velsche kracht. Een lafaard zal alles doen,
:gaan, om zijn eigen
Iden. Een vreeselijke
avu Mordaunt Sapley
De duivel fluisterde hem m het oor toen
iM gC4XC3UlC.U, OCI. dUBJKI vssams MVi
t en het schip vertrok. Het was een meisje stond, dat hij alle door hem zelf
eigenaardig geval waaraan Gerald eerst opgewekte illusie had ontnomen. Zwak-
later dacht, dat niemand aan den wal hem jes verzette hij er zich tegemjmaar de be-
un boord van de Susan had zien gaan en koring het hem niet los. Hij lachte met
dat hij geen bericht had achtergelaten, een snijdend gelui! en Lucy keck ver
ting gaf. „Het is wel grappig, boe de zaken kun
nen loopen F riep hij uit. „Zondwlit^,
Jwst omtrent den tijd, dat Gerald op dat jij tot dit besluit beat gekomen, juist
-L”*: 1 opioasing tab
1 en weinig be- gevonden, die ons uit alle moetlijktadtt
- sane paadje naar dat zedeelte r~~~ 1
„U ziet niet goed «t, vandaag, mqn- strano^at door de overhangende
mt de kleine haven met te zien was
liep langzaam en met een misnoegden
ver
sei h£ „Wat
Jlet is plotseling gekomen ja. En het
u niet gebed uit mijzelf gekomen ook
aan, dat de Hawkers graag ik heb goeden raad van iemand gekre-
Hij schrikte weer. „We heeft je raad
rug ging hij het „Mijnheer Wayre."
hij Hawker of Zijn gericht werd pi
zou zien om hen dan te keek bnr aan met een
paar dagen wegging, haat.
gekost had om „Neen" te den aanlegsteiger niemand de meeste alles verteld hebt 7" vroeg hij
a alteen mannen waren uit voor de zalm-visache- w*'--, -
Tonlang rij en de vrouwen waren voor een regen- rend, „maar ik kwam hem gis
- 1 ---1*- zag aan mijn gezicht
k gestemd was. _En toen
kon geen woorden vinden zijn tong bloed steeg naar zijn
Kheen aan rijn verhemelte te kleven, gende oogenblik 1
ltiltFÜ8*n drukkend ge- en een kreet van wanhoop ontwrong Hoogstraat ao.° 2Ö, tweede verdieping.
voeld hebbmi, want eensklaps zei ze zich aan zijn lippen. Hij had het oog ge- Ik begaf mij natuurlijk naar het aange-
Jdordaunt* zeg toch eens wat F slagen op haar polsen waarop de roode duide huis, en op de tweede 1-T—
Hij draaide tal hoofd om en zag baar indrukken van zijn vingers nog stonden bevond ik -JJ
Zq kon zijn gelaat met zien, msw er tan. Majoor”.
moet infs in de klank van zijn stem ge
weest zijn, dat haar waarschuwde.
„Mordauat F hijgde ze, „ik ben bang
dat ik het niet doen kan Ik kan niet
zonder een woord te zeggen van vader
wqnsan 1 Laten we terugkeeren."
Hij greep haar bij den arm. „Houd je
mond idioot F siste hij. Het is nu te
laat om terug te geen.”
Uk moet T Ik moet F riep
bet zelf te beseffen schreeu
bed kr els,
„Houd j - - -
zijn mond via*
f schen zouden js kunnen hooren F
Maar de vrees had de overhand
haar gekregen, «en
door naar vaagbvi'
ksr was.
gebogen zweep in tweeën, de stukken
„Zeg om Godswil niets cottvenrioneeb
medelijden te kennen te geven F
Ik weet, dat ik uw liefde
niet waardig ben, maar dat maakt voor
tes er ven niet gemakkelijker
>pen op elkaar en
ij opende die voor
mu: QCt anoeis grwuu. oeoeri ueu _j_.ti.ikk,.- 1. - -
avond d«_ik daar ffhSbomdi zat tab-
_J lianen ontmoet,
oogenblik dat ik u zag,
loed op mij mtgeoefefid,
jen ik mij in den aanvang hevig
tab, 1
verzetten kan."
een paar
mijnheer."
ik dit weet, beu ik hier
mijn ziel lief-
nooit, vóór ik u j
9f
opend werd. Argeloos, door het dienst-
ledigen stoel nedergelegd, om, naar binnen.
meer op mijn ge- - ---------
te kunnen kijken, luidende stem. Maar mij ziende, week ongeluk had zijn oor te kwetsen en h;j
-lette ik hier geen vreemdeling verwacht Vluchtig van een huisgezin aanzag.
7“"? rij een verwijtenden blik op tat D. J
1 als op een dienstmeisje, bloosde tot achter de ooren onheil van mij af te keeren.
--zweefden, en maakte met zichtbare verlegenheid Ï_„L„ .L. 1„.
muziek achter de finale een buiging voor mij. Ik stond als aan zei de oudste. „Mijnheer kan wel 01
J --
alleen dat zich ten laatste, optoste in vroolijke welij
tam nu kwta met een
Motottrt
hebben willen dq van
oogen. Daar stond weer zachter is.
nu .te doen had was, haar te ontwijken,
ven en daarna zoo spoedig mogelijk te
te vergeten, ai geloofde hij ook met, dat
hem dat nooit zou gelukken, dat hij nooit
zou ophouden haar met zijn geheels ziel
taf te hebben.
j. Ik nam dus mijn hoed,
mijn hoed ai-
1 - -C-j
dat bet een bruine
ie in mijn hoed
lijk van Lucy lag beneden op het strand j haar op bet oogenblik, dat zij achter mij een borduurwerk van de canapé af te w>
het vinden ab de eb tat meevoerde hoed. Ik legde haar in mijn kast en be- zei t „In de courant ia den eerlijken vindas
„Ik ben genoegzaam beloond door tat
kamer gegeten had, nam ik de cou- genoegen u __1
rapt ter hand. Toevallig viel mija ooq op geven,” antwoordde ik.
-V*ru|f* -
zag ik er een annonce m, die
mi] aaogixkg.
DB EERLIJKE VINDER
van een verloren geraakte dontar-
bruirse haarlok, wordt beleefd om
teruggave verzocht. Nadere inlichting
aan tat bureau dezer courant.
op tam toe en spmk
Gerald tan er ziep
weid toe brengen
mij stoat en hem half meuwsgieng, half ley langs het kronkelende
driftig, stuift op als een echt soldaat, dia
naar den rin gaat. Voor het overige ia hij
Jk geloof het gaarne," zei ik werk-
tuigelijk, en. zag tegelijkertijd met een
ikkamertje. bh\ van verlangen naar de deur. Maas
zaam, dat zij mij vooreerst niet zou hêbbew
laten gaan, indien niet tat dienstmeisje
plotseling binnengekomen was met de
boodschap „De majoor wenscht de freu
le te spreken.”
Tegelijk hoorde men in de aangrenzen
de kamer de naderende schreden van
den majoor in eigen persoon. Het dienst
meisje ging hem tegemoet, zeker om hem
te zeggen, dat de dames bezoek hadden,
want door de half openstaande deur hoor
de ik hem op barschen toon vragen
„Wie is die heer dan
heer die bij de damea is," hoorde
-pcx. iktat -* L
inde geloof
iP
pistolen, sabels en geweren,
kwam ik met mijn waarne
mingen niet. Ik hoorde achter mij iemand
binnenkomen. Toen ik mij omwendde,
viel mijn oog op een lange, magere dame,
t tab u iets te
onder woorden d
Zij sprak niet
ttat oi
de ze knmpachtig haar rijzweep.
«Juffrouw Sartoris, ik heb u precies
‘k Wefdd nOe,nt -V U^l UW,™ uup™,
itet aan avontunar. Ik kwam, op mijn aannemen, had baar wei-
tnü u ontmoeten. Het zou heel gewoon
geweest zijn dat ik, na enkele woorden
met u gesproken te hebben, mijn weg
•Vte Btagan, maar de Voorzienigheid
taeft bet anders gewild. Sedei t dien
ben we altaar bijna alle dagen ontmoet,
/an het eerste 1
hebt u een invli
maar waartegen ik mij neet
verzetten kan."
sprak zi niet, maar haar adem-
scheen sneller te gaan.
„Ik heb mijzelf twinbj
tarhaald dat u even var
1_
^aa dit alias” Üj wees met de hand
am rich bean ,ten dat ik tan wat
4 weet. Ik dacht dat ik te verstandig was,
ara bet verechd tussetan ons te vergeten,
1 l
boeien verbroken en zich bloot gelegd- nemen als ik u was. kunt
I I WW—M.W w— r B - -
'neer u mijn liefde aanvaardde, maar met- maar eens vacanbe nemen, mijnheer.” haar tujzitn nog mauw was.
t „Vacantia F* vroeg Geteld werktuig*- zwakke en zelfzuchtig* mannen
gem dat ik u mat HJk. Mordaunt aen gemeenzamen omgang met
HEI HEI" mJW UöjriWVKy IK WV«l WKKUUWU WW Mgu ivui mv
zag, een ik te doen tab en de teekeningen rijn|too decs te denken dan aan de bevrediging
'Zij taak"tam vluchtig even aan en haar best tan sloopen, zonder u in den eersten der de gevolgen te voorzien en in de eerste
beste voor t> rijn, ais u eens verandering nng van
alle ged»
Lee’s voorstel jras Gerald buitenge- den kunt
WOOG
éraag mat om mr medelijden ik vraag hij 'a
uw liefde."
lijn saam trilde van hartstocht en er
tea een klank van mannclijta waardte-
hrid ia, die Clair* bijna ontwapenta.
Lusv raas weer voor haar op ea dat gaf
ham weer ,*U*t op tat
tJt" sUlti werd alleen verbroken door w*r£ gü
tat tikken ven de klok op den marmeren
«Antwoord u mu
jbet aak WH -
komen mt zijn
kreet, die hem als en mes door de ruimte omringt, voor het dansen bestemd.
de' ellendig* mode die met betrekking moeite gegeven F Als mijn geheugen
Deze mode wil, dat men meer haar op een buiging en "keerde mij 1
1'1 J--r i.u men- naar 2
Mordaunt wat hij gadaathad. Hij stond schenschedel groeien kan en om haar te gegeven en meende mijn bezoek te kun-
SAO J .X1A~ A^tt» nrwwmmwlw cvm—
het meisje, dat hem zoo pofferend had vreemde veeren te pronken,
liefgehad lag beneden op »r strand. Hij, J ~:i----
die haar tegen elk gevaar kd moeten be- op
sctaAtan, had L v
Hij was een moordenaas mak naar -
Mcwdaunt, gehoorzamend m den un- slaan en niet zonder
JÏÏX U lederen m^naar komt, C- 'z
vreesachtig om zich heen. Ha iemand hen waarmede de dansende paren
«amen gezien? Had iemai den ver- windje gedragen, daarheen
-eWkkei,»tan kreet gehooredien kreet, Weldra Bet de muziek achte
rwrai um -
stil, hij setasn dus stam»
nat den dwvri, die taen tocjn
^dreven had m b=-
rruchtdoois wroq
hoe *t Her toeging.
dronk mijn glas ledig en ging naar huis.
wToea ik op mijn karr?<r i
sctacn 'hem aen afschuwelijke droom, nam, viel er iets uit. Ik lichtte bij cn zag
tl.-; IX ir1I
geko- spraakver warring a
dames had zich intuasetan
teh Met zijn pak
huis uit, overtui
Lucy wel ergens
zeggen, dat hij een j
Hij ontmoette echter op zijn weg naar
.Item mannen waren uit voor de zalm-visacta-
hem bui in haar woningen gevlucht. Hij had
‘”1 om iemand te zoeken, die een
ip voor hem zou kunnen doen, hij
wwnet schip werden de zeilen al ge-
stoeg ook de oogen ken alleen door de gedachte aan de ont- heschen. Hij snelde er op toe en sprong
De kapitein keek hem verbaasd aan.
“je komen
leen,” zei de kapitein.
„Als je nog geen plaatsvervanger voor
hem hebt," zei Gerald, „dan kan j« mij zal elke misdaad taj
werk ik tab
uit. „Zonderling,
van tat verlost."
1 rots Uioe bedoel js dat?” vroeg ze, tam
was. Hij aanaenóe.
„WW, waarom zouden we niet wag-
1 en in bet geheim trouwen
w1 kleur week van haar gelaat sg
hij met groote haast langs ditzelfde paad- haar hpp«n trillen.
1-a.. --“F „Waarom zouden we zelfs vanavond
Zooals alle maar met meteen gaan F zei hij. „We
was zouden den nachttmn in Thraxton kun
nen nemen en morgen of overmorgen
in Londen trouwen."
Zü stond op en handenwringend «q
het gelaat doodsbleek kon enkel zeg
gen „Mordaunt F
„Waarom met zei bü- JUt is dood
eenvoudig. Als we eenmaal getrouwd
zijn, kun je kalm een poosje in Londen
hij blijven en je zoekt maar een uitvlucht
wwbuu*. wu vwr, uw ais -„_ren voor_ je plotselinge vertrek."
potte* bier vandaan ging, den slag ze tam telkens en telkens weer komen Zü heek besluiteloos om zich heen
beter zou kunnen te boven tomen. Zoo- kwellen. »®nd te trillen op haar boenen,
lang hij hier was, zou H) eik oogenblik Hij scheid zichzelf een dwaas, dat taj „Ik tan toch zoo niet weggaan,
enezen haar te ontmoeten. zich had ingelaten met zulk een liafdaa- daunt, ik moet toch wat Hernun
Uk denk dat ik je raad maar zal op- geechiedenia. Ab maar tat gsringatt er* nemen F
égen, Lee," zei hij. „Ik voel me heele- van juffrouw Sartori* ter oor* zou to- „Natuuriük. Ga dus dac
maal op een verandering van lucht zal men, wee al zü» kans op succes btj haar en pak in aen klein pakje
mt wti w*er opknappen.* verkeken zijn vader zou woedend zijn je noodig hebt," zri hij. --
Ha iMpectaerde, samen met Lee, bat en in rijn woede waarschijnlijk rijn eigan dat mamand ja ziet *n kom aan
werk, ring ahes tot in ta kleinst* btaoe- zoon verstooten, aoodat hfl niet alleen sik
desfenden ns en toen hij zag dat alles in uitricht op een huwelijk met juffrouw
orde wm, rta hij naar hm*. Hij Bep niet Sartoris zou verliezen, maar Ook op tat
tnou met den veerkrachbj -
,ja of ,ju*n. Wat voorbeen hij ging met ge
f aal tal^BMMata» JntatauKw» een hasi-aw
moest Hij doen? Ir scheen in den laat-
Toen ik op mijn
Hij vervloekte luide zichzelf. Maar tot mijn verbazing
haarlok was. Hoe d
zijn eigen veiligheid de overhand. Het men was Wellicht verloor een der
1 r 2 - Z -
een der vissetara of de kustwachter sou langs ging en vul de lok bij toéval in mi.n men, maar kwam nu weder 'tot ons es
naar zee, dan zou het door een der booten kommerde mij er verder niet om.
worden opgepikt. Hij moest iets doen I Nadat ik oen volgenden dag op mijn
Maar wat r kamer gegeten had, nam ik de cou- genoegen u
Voortdurend om zich heen ziende, en 1_^1 TIJ
scherp luisterend, klom hij, diep gebogen de advertentiCn en tot mijn niet
--toen de rots af, van den tenen steen stappend verrassing
had hij nog wel willen teruggaan op den op den anderen, wat hij onder andere blijkbaar
weg dien hij had ingeslagen een weg die omstandigheden, zelfs op klaarlichten
rood zag als bloed, maar het was te laat, dag, niet zou hebben durven doen. Dat
want, al dacht hij ook, dat er nog maar hij veilig beneden aankwam was op rich-
enkele minuten verloopen waren, hij zelf tets buitengewoon. De hsefit wm
hoorde haar voetstap weer in zijn nabij- bewolkt, maar toch kon hij voldoende
had en hij sprong op, nog altijd doods- zien, om het op tat strand uitgestrekte
bleek maar met meer huiverend. lijk te vinden.
„Heb je alles r vroeg hij Hst lag op een smalle strook zand, mat
„Ja, antwoordde zij „Ik heb alles bq bet gelaat naar boven gekeerd. Hij wan-
elkaar gepakt en niemand heeft mij ge- kelde er heen en, bijna naast haar liggend,
rieu Het is maar een klein pakje, dus je legde hij zijn hand op haar hart. Dit
zal je niet over me hoeven te geneeren sloeg niet meer zü was dood. Hij keek
„Wel neen,” hi;
laten we nu maar dadelijk gaan. We
hebben nog juist tijd genoeg om den
trein te halen."
Zu gingen1 het rotspad op. Nog steeds om zouden de menschen niet denken, bezit had, wist ik niet
--°?c“tte.te. *Pre't*n> maar fkt xii van een rots gevallen was? Het Ik ging naar tat bureir
richtin tat vol- vernam, dat tat haar, dat de dame ver3 laatste hoorde men ze niet
Waarde vriend, het is omstreeks acht
weken geleden, sedert ik u schreef Ik
tab u toen medegedeeld, dat ik tot leeraar
aan het gymnasium alhier benoemd was.
op Mijn leven is hier zeer eentonig. Den
Y*®* vreel> die juist meesten tijd tan ik geheel aan mij zelf
td des te verschrikkelij- oyergelaten mijn boeken en de vriende-
„Ik wil niet vwder gaan, Mordaunt F wat ik het mijne mag noemen en het eeni- kamera, en het vlugge dienstmeisje
M ha IrT i- 111 J--- jr-»
re^el echter zonder uitzondering en zoo Julien,” boorde ik haar roepen. „Gevon-
-t een w>_
jelijksch leven verbroken, genblik stil. Ik had tijd om in het vertrek,
ijk naar een bal geweest, waarin ik mij een oogenblik bevond, rond
hoe dit kwam. De inrichting getuigde van goeden
ik privaatles aan de twee adellijke sprui- en de overtrekken der stoelen prijkten
IL Z -
vroolijk in den omgang, die er gedurig hoeken van de kamer stond een piano,
op aandriugt, dat ik mij wat meer ±z -
stad zal vertoonen en meer kennissen zal Aan de wanden van tat
tattoo.
---Ben dag of wat geleden gaf hij mij een iets
te bevrijden, aij had haar, mi*- kaartje voor een pal, dat door een der
schien zonder opzet, oortgetrokken tot aanzienlijkste familiën gegeven werd,
aan den rotsrand. In d duizalingwekken- „Je moet daar heen gaan,” zei hij op
de diepte beneden tanioorde hij de zee zün gewonen, vriendehjken toon; .jk
•___1 A-. l. rerhinderd, maar nu moet u jeugdig gekapt. Zij zag mij met een in-
tam in mijn plaats gaan en er mij veel van nemend, vriendelijk lachje aan en zei,
nog verhalen. terwijl ik een diepe buiging maakte
Ik trok dus gtstesen mijn zwarten rok „U bent zoo goed, hoor ik, mij mijn haar-
aan en begaf mij naar het bal. Ik zag lok terug te brengen Ik Mei er zulk een
greep, iet hij plotseling rond onder de bont* menigte die plaats hoogen prijs op, omdat van mijn eigen
tn rij vil achterover met genomen had op de galerij, welke de open haar is.*,
_JZZ. ^ch, lieve hemel,” dacht ik, „voor
Je weet, welk een afkeer ik tab van deze oude freule heb ik mij dan al die
tot het kapsel der dames heerschL mij niet' bedriegt, maakte ik nogmaals
Deze mode wil, dat men meer haar op een buiging en keerde mij tegelijkertijd
T„ het oogenblik van aar val besefte zijn hoofd draagt dan ooit op één men- naar de deur. Ik had mijn pakje over-
den rand vaaden afgrond volgen, zijn onze dames genoodzaakt, met nen eindigen, toen de deur nogmaals ge-
Ik had mijn nieuwen hoed achter mij meisje gevolgd, huppelde een jonge dame
een ledigen stoel nedergelegd, om, naar binnen. ---
haar bet leen benomen, tegen ’n pilaar geleund, meer op mijn ge- beQ A, tante," riep zt) met wel- degen in het hart
1 mak naar de dansers t_ L_™ UjiZl^Z. -ZZ_zz I
Taan dit frit tot tam dodsoog, heek Ik vermaakt* mij met het gewoel gade te rij verrast achteruit. Zij had blijkbaar mij bij vergissing niet ook voor den vader
pub die over lederen moorenaar komt,
«a*4i HatPJTLand
meer. De aas*
|ekomene was een meer afgelegen toay
„Het b mqn broer, <fc majoor
verzocht had nog even ojp de sofa
~'Z" niets van w
vervolgde zij, „dat wij op het bal g
-- --- -r-w - 1 hij was eenige dagen op reis en wf
majoor op non-activiteit, maar onder tat hebben van die gelegenheid gebruik ge«
aan de schel getrokken en een vriendelijk plukken. Ik heb
numoroake. dienstmeisje openda de deur*
„Wat b er van uw dienst," vroeg zü, ^to vermaken niets weten ea zegt,
terwijl zij mij binnen Bet. --*- 3
„Ik heb in de courant gelezen...-.
antwoord
„Ah, *00," viel tat mriaje mij in da
de. „U heeft de lok gevonden, die
freule verloren heeft? Zij zal zeer blij
zijn. Kom binnen,” vervolgde zij en zij
bracht mij in een elegant spree L:-_ -w----
Ik trad binnen. Het vertrek had door een bejaarde freule werd nu zoo spraak-
deur links en iets verder door een deur --
lijke kamer die ik bewoon, ziedaar alles, rechts gemeenschap met aangrenzende
1- j -Ljj ver-
teruggaan, ge, waarmede ik mij bezig houd. Geen dween achter een dier deuren. „Freule
ör'Vit»* wrxtndrar «***>*r*M/lrar**«a» Tililora P»rw^«*r4z> «Ir knir iw»na„
heb ik gisteren voor het eerst het eentonige den, gevonden F Hierop werd 't
iwer ongelukkig maken, van mijn dagt’ - L, L -
Ik ben namelijl r
Ik moest er heen en ik zal u uitleggen, te zien,
hoe dit kwam. F J
Ten huize van baron Hoogenberg geef smaak. De kussens in de vensterbanken
ten. De oude heer is ’n aardige man, heel met prachtig borduurwerk. In een der
ia de Een deur daarnevens was half open.
2__ _n het aangrenzei.„
vertrek hing allerlei jachtgereedschap
-**i lager pistolen, sabels en geweren.
Verder kwam ik met mijn waarne-
slaan en met zonder genoegen lette ik nier g-
op de gemakkelijke en bevallige beweging, wierp rij een verwijtenden blik op tat
zweefden, en maakte met richttare verlegenheid
hii zelf nog Steeds hoor»? Alias was hooren en daarop volgde een bout gewoel, den grond genageld en vertrouwde nau- anderen dag eens terug tomen,
a-m^. gbaejj zich ten laatste oploste in vroolijk* weh'jks mijn eigen oogen. Daar stond w**r zachter ia.
1 daad paren, die snappend en lachend, arm in zü voor mij, dis ik reeds op tat bri gezien, JUker,” voegde de jongst* er haastte
xrm de zaal rondliepen. *n bewonderd had. Verlegen ab een kind bij, ^en hij heeft ook nitts meegebracht..
Ik stond alleen en gevoelde mü 9ter wist ik niet wat ik zeggen zou. Half geen schaar."
21 van deze vróolijke fluisterend ton ik slecht* de woorden „Dat komt er niet op aan," zei 4* m».
menigte, tk vond geen aanleiding om vinden t „Ik was zoo gelukkig de lok joor jk heb de taste achaar van d« w*j
--- ---— - --oude aéceseair*. Ga maai
abe zuhdanma wn o* ton bacon te totiMsi vertellen, ven de w to* «BK torn ratte tacM^" vowtde h4
tot tam.
haast met met ge-
te luisteren en b*-
malen par dag W aiet wat d* man sri, zoodat Lae de pier had gezeten, tap Mordaunt Sap- op het oogenblik dat ik ean
7 ras mm ra ma* kram kral/ i— - -* - - L -IX 1 1__ fc1 1 s_ •- 1__ 4 AJ^.-«Ja
MmaeaiMMW wm wwwm» vwaa aXWCll luay m f
to to Sterfea dat u de meesteres best
heer," zei hij.
Ik tab hoofdpün." zri Gereld. --
JU tiet er wertetijk miserabel uit," «k °P ^t gelaat Hij jpng naar Lucy. 1O°P“
•naar giattraaavoad heeft mijn hart ZÜn zei Lee. „Ik zou naar huis gaan en rast Nog maar enkele maanden geleden ging Alk
borieo verbroken en zich bloot gelegd, nemen ab ik a was. U kunt best ean paar
Ik weet, wat de wereld zou zeggen, wan- dagen op tat werk gemist worden. Ik *o* je, maar dat was, toen zon verlangen naar
L - 7- 1 nemen, mijnheer.’’ hCT- l“J--
Vacant»* F vroeg Gerald werktuig* zwakke
„Ja, mijnheer, ik weet volkomen wat het meisje begonnen, zonder aan iets *0-
2- 21,- J
duidelijk, dat ik dc fundamenten enz. van een voorbijgaand verlangen en zon-
ljppen_'ópesd«a”n3?—"rij"' ktemde”ra tijd lastig te‘móeten vallen. Het zou het opwelling van vreugd* over de verove-
editer w**r stevig op elkaar. beste voor u rijn, ab a een* verandering ring van dit eenvoudige meisje, had hij
- „U bent voor mij de heelt wereld, en van lucht kreeg." alle gedachten aan wat die gevolgen sou-
*u U mij wegstuurt, stuurt u mij naar een L**'s voorstel wm Gerald buitenge- den kunnen zijn, van zich gezet. Toen I
'.even vol wanhoop en ellende. Maar ik woon welkom, 't Kwem hem voor, dat ah haar echter moe begon 1* worden, waren
mag nist om ww medelijden ik vraag hij poce*e hier vandaan ring, den slag ze tam telkens en telkens weer komen
<yn uw tafde." beter sou kunnen te boven tomen. Zoo- kwellen.
--na-- vi-un ui -uj.<_ m nchzelf een dwaas, dat hj
__L 1_ __i EJ2_
geschiedenis. Ab maar tat geringste er*
van juffrouw Sartoris ter ocre
MCCCS
tem een klank ven maanalijta waardig-
beid in, die Claire bijna ontwapend*.
Maar het beeld van de ontmoeting met volgen, Lee,'
een beloomng toegezegd.”
genoegzaam beloond door het
het verlorene terug te kunne*
„Ontvang ook mijn hartelijken dank,**
fluisterde de jonge dame ea rij zag mf
daarbij met haar groote, blauwe oogen
aan, met een blik, dien ik nooit zal ver
geten. Ik antwoordde met een stompte
buiging en greep naar de kruk van de
deur om been ts gaan, toen «r jutet hato
gescheld werd.
„Oom," zei met schrik de jonge dame,
„*t Is mijn broer," sprak de meer be-
Z__ jaarde dame, even verschrikt ^Bliyf nog
Ik was de vinder van tat verloren* eYen- *1® A u_verzoeken
- daar was geen twijfel aan. Wat de eerlijk- to er daarop bij, mij t^L.:
-op haar hart. Dit heid van den vinder aangaat, niemand A reeds bereikt had, te openen,
meer zij was dood. Hij keek zou reden hebben zich daarover te bekla- Blijkbaar wilde rij voorkomen, dat A
het bleeke ?daat ’raarov»r rood« g«n. Onwillekeurig kwamen alle meisjes- ton pas aangekomene, zooab men ttrt.
-5tretp bltMd Uep afkomstlg mt een gestalten, die ik op tat bal gezien had, te«TO het lü? zou loopea.
wond aan het voorhoofd. Plotseling drong tnij voor den geest, maar of onder die Nadat het dienstmeisje de voortott
een straal van hoop tot hem door.Waar- allen ook zü was, wier haarlok ik in mijn geopend had, hoorde men ia de gang d*
J- 1_ zware schreden van een man. ZÜ slonken
Ik ging naar het bureau der courant en echter steeds meer op een afstand en tea
iÏluu •'***r*J»WB gt ea een Kreet vuiwivuS iua^juw» uu. «u, iw
Waat eensklaps zei ze zich aan zijn lippen. Hij had tat oog ge- Ik begaf mij natuurlijk
^tordaunt, wg toch eens wat F slagen op haar polsen waarop de roode duide huis, en op de tweede verdieping
Hij draaide bei hoofd om ea zag haar indrukken van zijn vingers nog stonden j bevond ik nrij voor een groote dubbele
over korten tijd zouden die plekken deur. Op een blank gepoetst plaatje las „Het b mqn broer, <te
zwart worden en duidelijk genoeg spre- ik „van Stroomtarg, gepensioneerd thans de oudste der dames.
Majoor”. verzocht had nog even op 1
Ik kon niet zeggen, dat A er erg op t» nemen, ^iij mag er niets
belust was met tat gevonden haar mijn vervo1--1
opwachting te maken bij een bejaard zijn
het naambordje had A meteen ^^kt om van de verboden vracht ta
LL .j nMr
eerste bal geleid. Mijn broer wil van
dat Emma er nog te jong voor ia. Hü iserg
driftig, stuift an als Mrht Tklrlaaf Hin
vreesëiijk uit kan varen, ab hem iets’niet
naar (L_ 2
de de beste mensch ter wereld.”
geloof het gaarne," zei A werk-
k, en. zag tegelijkertijd met eea
hij haarMat mondeling agu haar zeggenkan en niets meer vragen. Ik weet der u, ab
Hoe zou zü zijn liefdesbetuiging opne- ik zoo gelukkig mocht zijn, uw liefde te
men Had hij zich den teederen blik in hebben gewonnen, dit ook zult zeggen,
haar oogen maar verbeeld, of was die er Het verschil in stand tusschen ons beiden
sverkelijk geweest Het scheen hem een zal bij u geen gewicht in de schaal leggen,
krankzinnigheid toe, te hopen en toch Dat weet ik, want ik heb u leeren ken-
-ün hart zoo onstuimig. nen. Spreek, Claire 1 Ik ben er van over
nacht droomde hij van tuigd dat ik, ab je mü je liefde kan geven
ook gelukkig kan maken! Mijn
—1 _-U— TV
Hü hield plotseling op en zijn sterke
den rand van de tafel. Haar
stilzwijgen drukte loodzwaar op hem,
._lae hem.
„Spreek dan toch F zet hü, ^k vraag
alleen maar een Ja” of een „Neen
„Wat b tat Claire F
Zü hief het hoofd op en keek tam aan.
even naar het werk en ging toen het ter- Het kwam hem in de hevige spanning
ras over naar de voordeur en vroeg naar waarin hü verkeerde, voor, dat er iets ver-
luffrouw Sartori*. wijtend* lag in haar nu donkere-vioiette
„Juffrouw Sartoris is niet thuis, mijn- oogen. Het kon een verwijtende blik
heer,” zei de lakei. JZjt is direct na het ZÜn, maar ook een van gekrenkte trots,
ontbijt uitgereden naar een der veraf ge- Met heftig kloppend hart wachtte hij
legen hoeven en zal niet voor den nanud- toen kwamen haar woorden
daè thuis rijn.” „Het b „neen”, zei ze.
Gerald vertrok, verbaasd en teleurge- Een oogenblik stond hij daar, alsof hü
steld. Wat zou dit bettekenen Ze moest nauwelijks het gewicht van haar uitspraak
geweten hebben, dat hü vroeg in den besefte. Hij liet tat hoofd zakken en beet
ochtend zou tomen was rij uitgegaan zich op de lippen, ab in een --
otn hem te oatloopen Ja, dat moest het meester over zijn gevoelens te
vral zün. Het wm dwaas van hem dat Üj „Neen
nog zoo lang hoop gekoesterd had. „Neen,” antwoordde Claire, bona on-
tf.1) gmg naar het werk terug en n* een hoorbaar en terwijl zq dit zei kaapte de
poosje te nebben toegezien, ging hij naar gebogen zweep in tweeën, de stukken
de oud* kamer, die hij ab werkkamer ia vielen haar uit de handen,
gebruik had. Hq had er alles uit laten
verwijderen, behalve tat portret van de om voor
onbekend* YZZZ-
cr werktuigelqk naar, terwijl zijn gedach
ten bq dab* waren. Het portret scheen -
tam oog tateetamsvoUer toe te lachen te dragen.”
/*-“ -j Clair* klemde de Ei
met zü» hoep en vree*. liep op de deur toe. H
Toen hq dacht
taramkeerd, ging hq weer naar hét sleep van haar rijkleed met de lippen aam
iafco wm jwuxww voelde
duab wm en tam wüde ontvangen de vertwijfeling in zün oogen en de deur P*23 sovereigns op den schoorsteenman- gegeven F vroeg hq.
fan. Nadat hü daar aan minuut of vijf ge-
ttttn had, kwam Ctara tumen. Ze had
haar rijkteed nog aan en toen hü tear
mmm, dacht hü aan dmi ochtend bü de Oaó* gü
fcapri ro tan de actara die Ui van haar g^ Wat I-
M naar b*d ging bekeek. een" vrouw kan tat l
«Ik beu vanmorgen al U*r gewast, hü gesproken had, was
3id
de Gerald Wayre ven een paar uur gs- hebben plaats gegrepen. ZB, dfe anders
zoo volgzaam, zoo onderdanig was,
op, stak een pijp op en scheen ongeduldig en zelfs wantrou
wend geworden te zijn. Zq zat op een
rotsblok en sprong niet op om tam
te gemoet te snellen, zooab gewoonlijk,
maar bleef rustig zitten, tot hij vlak bq
was toen keek ze hem verwijtend aan.
„Ik heb zitten denken, Mordaunt,”
zei ze, ^n ab een vrouw, die gedaan
heeft ‘wat ik gedaan heb, denkt, dan
maakt haar dat treurig. Mordaunt, je
moet naar me luisteren. Wees niet boos”
rij klemde haar handen, die in haar
schoot rustten, vast te zamen „ik wou
je vertellen, wat ik besloten heb te doen."
‘_~Z Z7‘i
lakt luchtig. Jkts verschrikke-
iets verschrikkelijks is tat tté*^"
ld* se zacht. „Ik tab besloten,
alle* aan vader ts vertellen."
Hü schrikte. „Alles aan je 1
vertellen Lucy?” ze hq. „Wil
m’n ongeluk F
b„God dat ik dat niet wil, Mor-
Na een poosje bedacht hij, dat hij nog in daunt,” ze ze, ^iaar ik kan het niet
Regina was en nog niet besloten had, langer verdragen, iet is me, alsof m n
waarheen hq zou gaan. Hij dacht er aan, oogen plotseling geopend zijn voor het ver-
naar Thraxton te loopen en daar den trein keerde in m’n gedrag. Ik kan hét zoo met
te nemen naar ergetis. Plotseling dacht langer uithouden l Ho* dan ook, iets
hq weer aan tat kustvaartuig en aan wat schijnt me te zeggen, dat je me bedrogen
de kapitein had gezegd. hebt en dat het nooit je plan is geweest,
Waarom zou hij zich mat aanbieden me tot je vrouw te maken, dat je nooit
in de plaats van den man die zün moeder de bedoeling gehad hebt, aan je vader
was gaan bezoeken, ab die tenminste in- te vertellen, dat je me liefhad.
tusschen met was teruggekeerd Gerald Zq keek hem viak in tat gelaat. Het
was iemand die vlug eenbesltnt nam. Het was zeer bleek en rijn oogleden waren
denkbeeld lokte tam aan. Hü liep naar neergeslagen.
het dorp terug, ging naar zijn kamer, „Dat is wel een heel plotsehnge
pakte wat xleeren in een zeil doek koffer, andering in je, niet Lucy sri hij.
verwisselde het kostuum dat hq aan had moet ik daarvan denken F
voor een grove trui, die veel overeenkomst
had met die der visschers.
Hq dacht er
een deel van tat geld zouden hebben, dat gen.
zei, dat de juffrouw Zü voelde de liefkooang niet, zag niet hij hen schuldig was en hij legde dus een F
A^y |f f"-- - A— J— «wworoi rmm nn Aon cr*Firwecrfzasxtrrsa
<4 moest maar in de bibliotheek wacta viel tusschen
ten. Nadat hü daar ean mimrat of vijf g*-
ttten had, kwam Clair* bennen. Ze had
1 oog aan en toen hq haar
Moasg, dacht hq aan den ochtend bü de Oane ging regelrecht naar haar kamer,
kapel en aan de aetata die hü van haar ge- Wat tat haar
Braakt tad ea die hü eiken avond, voor zeggen, b niet te
Jk tan vanmorgen al trier geweest, hü gesproken had,--
1 de hoop a te kunnen spreken," sri hq. uit gegaan. Ben paar malen hadden haar K**° ö)*1
- gefflen, wtt A bijne mtt handen bijna de zweep laten vallen in ooodscha;
an brengen." een opwelling om naar hem uit te strek- yaa* °P 1
en tl„1 .L ZZ~ W-Z2
maar met beide handen omklem- tnoeting met Lucy evenwel, kon ze de aan boord,
kracht vinden om hem te weerstaan. F- --
Gerald verliet half versuft het kasteel. -G^n avond, kapitein. Is je man al torii
Hoewel hij nauwelijks had durven hopen,
dat zü hem zou aannemen, had haar wei- ~*’e'
y>k fa» en tat toéval deed rhtel ^nietigd.
Enfin, hq jerdiende zün lot. Wat hq misechkn wri
zoolang hq genoodzaakt was hier te blij^ diend."
1 De zeilen werden geheschen, tat anker hij daar in de schemering naast tat arme
lUEkdJC 3LVUU, SM4E UIMJl UCXQ ECU
opgewekte illusie had ontnomen. Zwak-
aan boord van de Susan had zien gaan en koring liet hem niet los. Hij lachte met
dat hij geen bericht had achtergelaten, esn snijdend gelui! en Lucy keek vev-
Toen hü bü tat werk kwam, trad Lee dat omtrent zün doen «o laten ophelde- schnkt naar hem op.