VOOR DE
s
B
i -■
HET VERBORGEN SCHILDERIJ
WïIKS ÏS “X™ 3? p.y, d.
J!n^^A^ntd” ^en^h^t’^^nïe-
-UIT DE -
MOPPENTROMMEL
1 I NAAR CHARLES OARVICE DOOR A T. I l
MUMMER 4 TWEEDE JAARGANG 1923
HA». öbJÏ - AM SLS ff S
HUISKAMER
te spelen en verheugde mij, deze
IX
KLTOE HOOFDSTUK.
„Dank u.
IV
„Scheelt er wat aan, juffrouw Lucy?"
sjaal, die de meeste
dadelijk klaar."
De overste had goed praten. Hij opende
Ata
dat de
ta lachen
te
met zijn gewone
dat hij geen
HET raadse. opgelost.
De kleine Jan kom met zijn 'vader terug
tenis var een bloedverwant en
eens, ader, waarom huilde
*t station). O, pope, toten
ant nemen.
om, nu joist deze!
lat zij brain geverfd is en
I past bij mijn nieuwen hoed
\<T IS VOLHARDING
een gasbrander zoo kietelt
iócteur van de gasfabi** bear*
fLx-
n, mij te be-
r mee te dee-
een aanslag op zijn huiselijk leven tn den
zin had
In het eerst zette hij een heel beden-
voor h
boven tot onder volgepropt, opengooide
>u dat mijn joegen zooveel
gaten in zijn hoofd had, als ik rollen linnen
neb Dan zoudt ge eens wat anders zien.*
EERLIJK.
Dokter „Gij moet meer beweging
nemen. Wat is uw ambacht V
Patiënt „Ik ben metselaar.”
Dokter JLoo, nu dan kan ie genoeg
beweging hebben.”
Patiënt „Dat ligt er aan, dokter, of
ik het werk heb aangenomen, of dat ik
in dagloon werk.”
met een bloedverwant van den baron, en
wij waren in zulk een druk gesprek ge
raakt, dat er'in de andere zaal reeds lus
tig gedanst werd, zonder dat wij er acht ter over.
op hadden geslagen. Eindelijk echter was
Ik zal niet trachten te beschrijven wat
er verder gebeurde, hoe mijn Emma voor
-*-• epen was,
en haar oom tot haar sprak „Mijnheer
de rector heeft zin in je, hebt jij ook zin
nes te plaatsetom de nat geweende zak
doeken te kuflen drogen.
„En wilt u nu ook iets zingen F* vroeg
hij, naar haar opziende.
Zij sloeg werktuigelijk de
„Hier is een duet, .Xiefde V<
len.”
.Ja mijnheer, ja 1” mompelde zij<
Samen wandelden ze naar hun beider.
OOK EEN STRIJDMAKKER.
Voorzitter eenefrrijgsvereeniging „Gij
I1 X
aangenomen, als j bet bewijs levert waar
Betsy
iwe deze v
Papa M
’ienstuiverstuk uit en drukte mij dat
hand. Ik moest het geld aannemen,
kreeg een kleur. Met een diepe! r
dit hielp mij mijn verlegenheid te verbet- maar op de waarheid aan.
gen, bedankte ik. Ik haastte mij toen, I
els iemand, die het heel druk had naar de I
andere kamer, nam mijn hoed, boog voor
deldames, en wilde, blij, dat alles nu ge-
Era paar
was gekomen werd Gerald aangediend
en toen zij hem aanzng vond zij, dat zijn
eenvoudig serge-kostuum hem even goed
ik neb je in lang met geschreven, maar
je zult de reden misschien wel kunnen
gissen. Mocht dat niet het geval zijn dan
Liddm nwgcuutia, *-*•”*>• ---- kcYUIV daarvan n«D IK LU* ju a,w<*x«,u j j
leden trad, en mij vriendelijk op^den schouder eens j^^ken en met mijn be- oom Adtofveel me* d“ de aodef* °On“
joor en vroeg hem om de hand van zijn
nichtje. De qude heer was vzrrzzt. Al
was het hem niet ontgaan, dat ik juist
l om zijnentwille zoo dih
„Ik vrees, dat u teleurgesteld zult wor
den, als u--
vrouw," zei
gen, maar daar is ook alles mee gezegd.”
Claire wist voor *t eerst van haar leven Hij ging naar de piano, waar Claire nog
■iet welk toilet ze voor het diner zou aan- stond,
trekken. „Wilt u eens even
Haar aarzeling was eemgszins ver- de muziek is, dat u kent."
klaarbaar, want de situatie was ongewoon. Hij keek vluchtig de boeken door en
Zij had Gerald Wa
Toen Gerald op zijn kamer kwam -tak
-op en op neer tr
oogenblik van wa^ er dien
- *“1 was voorgevallen,
weer in zijn herinnering terugroepend
en trachtend daaruit gevolgtrekkingen
te maken. Hij had juffrouw Sartoris
«J geen uewwg uui mei, „Claire” genoemd met zijn ooeen haar
maar haar gelaat woed wtttr «a witter en gezegd dat hu haar nwv»
„lijnheer de Voorzitter,
t1 en mijn schoon
moeder woont Leeds btj mij
Het groote tensatie-treurspei„De
ons gesprek tot en begaf ik mij ook naar poosje later terugkeerend reikte hij mij
de danszaal, waar de jeugdige paren op de de hand.
tonen der piano vroolijk rondhuppelden „Mijn nichtje," begon hij, op haar wij-
Zonder intusschen veel met bet gezel- zende, Ja een ondeugend kind. Zij heeft
schap op te hebben, kwam ik in de nabij- mij alles verteld en ik moet u excuus vra-
heid van de piano te staan, en daar ik zag gen."
dat de bejaarde muziekmeester, dien men „Ik heb mets te excuaeeren," zei ik.
voor dezen avond gehuurd had, moe be- „Wij zijn mannen,” zei hij op hartelij-
gon te worden, stelde ik hem voor, hem ken toon, „en hebben niet veel woorden
een
in
Ik
kracht en behoorlijk in de maat op de toet- veej goeds van u vertelde,” heb Ik trekjes
i-. j. ia verloren. U moet ons de eer van uw be- een vriendelijk en betnn
zoek aandoen. Ik heb de andere heeren stellen. Zoo wordt van hem
ie Donderdagavond bij mij verzocht. T'
ig moet er bij zijn. Uw hand er op."
rd Van ganscher harte nam ik de tot- zelden kwam. Niet in dit gedeelte van
ik zelf was noodiging aan. de stad bekend, hield hij een jonkman
„Zoo is het goed,” vervolgde hij. „Mijn in de nabijheid van de Bank staande om
j huis staat altijd voor u open, en wanneer hem den weg te vragen naar bet kantoor
de~tegenwöor- „je hebt gelijk. De ian speelt voortreffe- u “u v0“« «kwheid ’till dat waar hij wezen moest De jonkman, die
man ran het nelijke stem op verbaasden toon. „Na- „Zeker,” antwoordde ik. Ik zag het vernam dat hij kantoorbediende
rechtuit Is het niet af- tuurlijk,” antwoordde de eerste spreker lieve meisje nog eens aan en beiden ver- was en een wekehjksch salaris had. Toen
«rijderden zich. Carlyle was, waar hij wezen moest, zede
Ik gevoel mij gelukkig, waarde vriend, hij tot zijn gelede „Nu kunt ge wel
jenblik verwij- Ik heb haar weergezien en dat ik de heengaan, jcngmensch."
heb je nu uitnoodiging voor aanstaanden Donder- ..Dank u, zede de kantoorbediende,
Zelfs ah hij geweten had, dat Claire
hem van het terras gadesloeg, zou hij
zich niet verlegen gevoeld hebben. Zijn
- - - - ,Mre lkJ?oet heele hart behoorde aan Claire, zijn heel»
zei u morgen spreken F zei hij zacht. „Weest „tm m haar op en het zou nooit
SARCASTISCH.
Dame „Raad eens dokter, hoe oud
ik ben."
Geneesheer „Vijf jaren ouder dan
voor tien jaren.”
'ehuurd had, moe be-
ic wvrueu, siciue ik hem voor, hem ken toon, „en hebben niet „y—
poos af te lossen. Hij bewilligde hier- noodig. U neemt mij toch niet kwalijk, dat
aarne en ik nam plaats voor de piano, ik u voor mijn kapper heb uitgegeven
egon te spelen en verheugde mij, deze „Zeker niet, antwoordde ik. „Welnu,
bezi^totid gevonden te hebben. Ik hield u dat ook toonen De wedden- laatsten tijd een weinig 1
al mijn aandacht bij mijn spel en sloeg met y-hap met baron Hoogenberg, die mij publiek verbruid heeft,
kracht en behoorlijk in de maat op de toet- veej goeds van u vertelde, heb Ik trekjes opgei
sen, zoodat de tonen helder klonken. verloren. U moet ons de eer van uw be- een vrienael
Aldus geheel in mijn spel verdiept,
hoorde ik opeens een stem achter mij, die
mij bekend voorkwam. Onwillekeurig
verstond ik hetgeen er gesproken werd
en ik kon er toet aan twijfelen,
het onderwerp van het gesprek.
„Ja, ja,” sprak de grove stem achter mij,
e nebt gelijk. De man speelt voortreffe-
-1 LM haar wedergezien I
Zooeto j»j riet, waarde vriend, heb ik u misverstand I”
fW vmvtog mede te deelen van de gebeur- ooren.
Zij bewoog zich met. Haar oogen rum- jjppen Uemden op elkaar, zoodat U
ten nog op hem en.Was to; krank- daar stond, als een marmeren beeld,
zinnig of was het werkelijkhod, dat ze Lucy snikte hysterisch en Gerald, die
plotseling een teedere uitdrukking aan- de vrouVen genoeg kende om te weten,
de verheven krankzinnig- dat het nutteloos was iets te zeggen ttW
hij vergat der. afgrond die mslchen hen Zijn*^* ge't^en’^Oan^^dife
gaapte, dacht er met aan, dat hij een arme met teederheid voor allen van
groote dingen verwacht, me- avonturier was en zij de meesteres van se^e en had dl— medelijden
i hij. „Ik kan zoo’n beetje zin- Court Regina. Hij_ greep haar kleine rn<t Lucy. Hoewel hij toet wist, wat haar
koffertje een groote blanke schaar en een tossen genoodigd waren.Als een zijner huis- majoor, zijn best doende--
kam, gaf mij baden m de hand wierp ^nooten bevond ik mij mede onder de
Zich zelf een handdoek over de schouders ?enoodigden. De aanwezige heeren en da- „Toch toet, begon zij weer, u moet met
staan. Het was alsof ik m den grond zou wemw fnet het gezelschap. Bij een vens- weggaan voegde hij er lachend bij, zich
verzinken. Maar helaas, er was geen diep- terbank staande, sprak ik een tijdlang tot «i” vrienden wendend „Meisjes
te onder mi), waarin ik verzinken kon. bloedverwant van den baron en mo« men toch altijd haar zin geven, al is terwijl zij de deuren van twee kasten, ven
Ik aarzelde nog steeds. waren m zulk een druk gesprek’ge- men ook nog roo oud. Maar onze wed- boven tot onder
„Vooruit maar, za de majoor. Er dat de 1JS. denschap gaat door. Wij spreken daar la- .JinnenIk wou
ï^lXe^dS^Sr^ '“ftVïng heen, ^anderen lachten. Een
den handdoek achter zijn hals vast, en .«-r» ’7
met het vaste besluit de dames toet te
verraden, begon ik de schaar te laten
spelen. Bij de eerste snede in het grijze
haar ik wil bet wel bekennen moest
Ik al mijn moed verzamelen. Ik deed
mijn uiterste best, de handgrepen der
kappers, voor zoover ik die wel eens had
afgezien, na te bootsen en het eerwaardig
hoofd van den majoor behoorlijk in fet-
soen te zetten slechts wanneer mijn
schaar wat dicht bij het oor kwam, over
viel mij een rilling, waartegen ik niets
Vermocht.
De majoor scheen tevreden met mijn
werk. Hij boog gewillig het hoofd onder
mijn handen en keerde het rechts en
links, als bevond hij zich onder de handen
van den knapsten haarkunstenaar. De
deur der andere kamer was opengebleven
en de beide dames stonden toe te zien
naar hetgeen ik deed.
,^eg eens," vroeg de majoor, terwijl
ft nog steeds bezig was zijn haar om te
woelen, „wat dunkt u van 1'
dige i - - -
zulk w r
wen en' dan nog wat vreemd haar daarvoor
te gebruiken? U bent een i
vak. Zeg eens u_
SChuwelijk?" lachend, „hij is immers mijn kapper.”
„Zeker majoor," zei ft, maar ik waagde „Ónmogelijk,” hoorde ik den ander nog -j -
het toet op te zien, tot vrees een verwij- zeggen maar op dit oogenblik verwij- Ik heb haar weergezien en dat ik de heengaan, jongmensch.
tenden blik uit het oog mijner schoone derden de sprekers zich. Daar heb je nu uitnoodiging voor aanstaanden Donder- „Uank u, zade de mwmucmcuM»,
- de pap, dacht ik. Ik waagde het toet om dag niet vergeten zal, behoef ik u met bij wijze van hem een steek onder water
den te zien, maar nadat ik de laatste woorden te verzekeren. te 8®**”
met gehoord had, geraakte ik gedurig uit de ”Oank u, waarvoor vroegjie geleer-
en ik vind maat. Dus was de majoor, wien ik acht IV de. „Hoor eens, longmenjch, ging hij
hij den goeden dagen geleden het haar gesneden had, te- “«f nadruk voort, „eerlijkheid is de spil
sbreekt, zooals genwoordig. Om alle ontmoeting te ver- IK nebje in lang toet geschreven, maar Z’- rito*tod
L™—mijden, was het zeker wel het beste, dat |e zujt de rwje„ misschien wel kunnen dfa?ien' ^leb.t. ow P*0®011 a>n
„Ja, mijnheer de kapper,” vervolgde ik heenging. Ik eindigde met spelen en Mocht niet het geval zijn dan r^hrie-iJ ereVXTde
ïtod gelach hoorde. Daar stonden een,- '^hdd^ steler 1 Ga aan uw wek F
-ku n-n-v- uitnoodigiag ben ik
een getrouw bezoeker geworden ten huize
2O/Ja— Uaawv TV htoh Fperk
at bfl, nrij bij den arm nemend, „wü zfti tetossen, cHe in de laatste paar weken zoo
dadelijk klaar." spoedig op elkander zijn gevolgd.
De overste had goed praten. Hij opende Gisteren gaf baron Hoogenberg tea zij- rl^de het trachtte hem mee te
kam, gaf mij baden in de hand wierp ?enooten bevond ik mij mede onder de “k“-
arh Ju.nddn.fc r d. genoodigden. De aanwezige heeren en da- „Toch met,” I
mes stonden of zaten in de zaal, terwijl de
onvermijdelijke thee werd rondgediend
Ikjgeraakte met dezen en genen in gesprek,
maar bemoeide mij over ha algemeen
i**™' .rtet ik m den grond zou weinig het gezelschap. Bij een vens- weggaan voegde hij er lacha
verzinken. Maar helaas, er was geen diep- terbank staande, sprak ik een tijdlang tot vrienden wendend
TP CWirÜ»F mit waann ito Iron r. B ^a—a L aIw^I/4 Uaa»
„Wat misverstand,” vroeg de majoor.
„Och ja, oom, kom maar evea mee,”
trekken.
„H« is een weddenschap," sprak de
loende Zich van haar
BOERINNETROTS. -
Het zoontje van den landbouwer viel
rijtuig gehaald, zou bet verband eens goed
eggen.
„Hebt ge linnen thuis, moederae?"
„Linnen thuis,” antwoordde de boerin.
CARLYLE’S DANKBAARHEID.
Van Thomas Carlyle, die het in den
-bij het Engelsche
worden nu ook
shaaid, die hem juist toet in
innelijk daglicht
em verhaald, dat
U hij op zekeren dag voor zaken in de City
zijn mo st, waar hij ongaarne en dan ook
de stad bekend, hield hij een jonkman
>X ::uj h«rn.
i v.-srt heel goed, dat die woorden niet
-er tore vraag, maar laat ik ’t u maar
a "t. L LI.
r.nrflk
i.irachxtir niet? in dat eene, dat ik
Tal ik imar weerzien?
vrngd I Gren antwoord is daarop te vin-
III.
scheelde begreep hij toch, dat het ia
verband stond met een liefdeshistorit
jonge man
zien, of er iets bij lagerwijze mevrouw Lexton weer in de ha over zich had kunnen
r»* IrSWWtaP - A—...«Ail
r vatte ik haastig haar hand mijner vrienden hier hebt laten
kte d’> in de mijne en zei „Ik ben ten. Maar dat gaat mij niet aan. Ik
mij
r1
„Val mij niet in de rede," donderde de
cl inru. waarde vriend, toen ik het blo- majoor mij toe. Bent u het toet, die mi)-- t c
..„to m.risie voor mij zag staan, viel mij acht dagen geleden het haar geknipt hebt?” bruiloft volgen. oai huwelijksreisje
aïïïgti” .ÏT-SSSJttS Stwt
Tal ik hear wederzien’ Hoe dikwijls te te verbreken, opende ik reeds den mond beloven met haar mijn geboorteplaatsen
tieb ik mii dat sedert gisteren reeds afge- maar wat ik eigenlijk zeggen wilde, weet "to11 oud® vrienden te bezoeken. Ik doe
- ik tot op dit oogenblik toet. Opeens ver- dat gaarne om u eens te laten toen, wat
scheen er een reddende engel. Zi,
Haastig trad zij nader en haar hand op den
schouqer van den majoor leggende, sprak
zij schroomvallig „Och oom, het is een
1" Zij bloosde tot over de
was eemgszins ver-
situatie was ongewoon.
j dineeren ge- zei
vraagd tn deze had haar i
vrijmoedighad gezegd, dat hij
avondtoilet bezat. Zij ha r
dat dit er hoegenaamd toet toe deed en
I 1.
itinct dat hij, als ook zij toet in avond
toilet verscheen, zou denken, dat zij zijn
gewicht vond. Zij koos dus
i een
pendeloque, en
dien hij eens had een uitdrukbi
de gebruikelijke kleeding had want ze streed dapper tegen de gevolgen d,e onuitsj
haar vi<
en deed zijn
vreugde. Wa er dan toch
voor hem 1
Hij had nu den bocht van het tuinpad
bereikt, toen een meisje vlug en toch
aarzelend op hem toekwam met de kreet
„Mordaunt F
Hij verstond het wooed met, maar zag.
gemoedstoestand waarin hij zich bevond,
maakte deze plotselinge verschijning hem
verlegen.
„Juffrouw Lucy F zei hij. En toen zij
met een totroep van teleurstelling, een
we elkaar altijd bij maanlicht moeten
Jacht ik, nu ik hem het haar
ieb, kan ik hem ook wel zijn
jorstelen. Hij streek inmiddels een paar het mij toet kw;
den spiegel staan.
ran zijn tevredenheid ook op stoffelijke de
vreugd, voor hem net in n plotselinge uitbarsting haar hoofd
slechts bangen, op zijn arm rusten en brak in tranen uit.
i „.Terw$ daat roo stonden kwam
mocht verlangen.” Chire naar buiten, op het terras. Haar S
zag zij met groote duide- ze op den smallen weg nog
.AA^» w - - i f I, i ii w ii i n n a«*w.iv^ww w ...y 1 llCllg
op hij naar haar op. In haar bieeke gelaat Oto hand op den schouder van het meis- toen zij voorbij kwamen, goeden avond
J-de - vi K..--- --«j _a_-E-
haar bttk.
Hij keek de kamer rond waar mevrouw
te ontmoeten.
„Hooren jullie ’t wel,” riep d emaioor
dames toe. „Zelfs de kapper is het met
’snij eens. De man weet het, en i
het eerlijk van hem, dat t"
smaak de eer geeft en niet
't hem in zijn zaken ’t voordeeligst is.”
hij tot mij', „dat bevalt *mij* in u?Dat is stond juist op, toen ik midden in de zaal nieuws, dat ik je tham te berichten
braaf, dat is mannelijk gehandeld. Maar een l~ï “k"1- h—4* rr—
vrouwen mag men Zeggen, wat tóen wil, ge heeren bij elkander. Onwillekeurig zag
het helpt allemaal niets. Ik verzeker u, ik naar de groep. De heeren bemerkten
dat men beter baas kan blijven over een het en traden nu op mij toe. De majoor Strodenberg. Ik heb reeds
geheele compagnie soldaten, dan over was onder hen ook baron Hoogenberg menig partijtje schaak met den ouden
jen enkele vrouw, die door de modeziekte was er bij en hij was het die zoo hartelijk j,..m.nll, kooie thee met hem
angetast is.” lachte.
„Zeg nu maar de waarheid, jongeman,”
Ik was intusschen met mijn wak ge- riep de majoor mij reeds tot de verte te-
reed gekomen. De majoor stond op, schud- gemoet. „Bent u de kappa niet” uui.iuj
Je zich en gaf mij een borstel in de hand. „Een mooie vraag, niet waar,” za baron tot rector gytnnasn
Het teeken was duidelijk. In vredesnaam Hoogenbag, terwijl hij lachend nader gevoig daarvan heb ik mijn
voegde htj er bij „Je moet
kwalijk nemen, waarde vriend;
„Ik vraag nog eens,” zri de majoor,^en
ippa, die....
blanke hand en za fluisterend
„Claire?”
Juist op dit oogenblik kwam ongeluk- begreep toet, hoe eea jong
- --- ver:
ka™'r tranen te persen uit zulke zachte, kinda-
„Wat harmomeeren die twee stemmen uib. oogen.
prachtig met elkaar F zei ze. „Kunt a
niet nog een duet zingen
Gerald keek haar ai
„Juffrouw Sartoris
u met boos. Tracht me te vergeven en
wacht tot morgen
2
gfmis van het gebruikelijke kostuum iets zei hij, een accoord aanslaande. Toen be- fatale dag I Had hij
van gewicht vond. Zij koos dus een j:---J“* zi
van zwarte, kant en stade zich met
diamanten armband en
den kostbaren haartooi,
gevonden. bazing, maar
r"
valangend, om a op haar best uit te zien, woord. Alleen toen hij geëindigd
minuten nadat zij beneden zei ze
„Wilt u nog iets zingen V
„Wilt u nu niet eens vroeg hij.
„Straks," antwoordde ze, bijna koel,
stood ah c
kunnen doen. Wat Gerald betreft, die van zijn nabijheid, van de muzikale stem,
had, toen hij haar de hand ter begroeting die een zachte echo in haar hart scheen
reikte, moeite om te zorgen, dat zijn be- te wekken. V
wondering toet in zijn oogen te lezen was. Hij zong andermaal en nog grooter
Hat dina werd bijna omtoddeUijk wad de invloed van zijn zang op haar,
daarna aangekondigd. Het was een zeer Zij stond vlak naast hem, luisterend naar
gezellige maaltijd. elke noot. Haar oogen had zij neerge-
Eerst luisterde Gerald naar wat de slagen, haar hart klopte onstuimig,
beide dames votelden later b--u-
hij te praten. Hij had een goed
eenvoudige onopgesmukte manier* teer bladen om.
aaeelhc verteller.. „Hia is een duet, .Xiefde Verlangen'
gesponnen aan- zei bij. „Ik geloof dat ik dat ken. Wilt u
bottelia, die de dat met mij samen zingen juffrouw Sar-
tafel zette, tweemaal gekucht had, tons
I-.l
willen rooken, aan, alsof hij zich nog juist intijds her-
vrees cJ'* -
sigaar, of zelfs geen sigaret architect" was en dat beacht haar wea
en zij zongen. Zij l»«t^
Gerald zei, dat hij sigaretten bij zich stond vlak naast hem, hij kon haar adem
had. ,JAaar ik hoop, dat u niet verwacht, op zijn haar voelen, hij voelde de kant gerustgesteld. ja u mocht vakeaen en dat is uw vader,
dot ik laag zal blijven." zei hij, de deur van haar japon, hoe zacht die ook wss, „Ik zelf,” stemde hij toe, nauwelijks Ik heb heel wat van de wereld gezien,
van de eetkama voor de dames open hou- tegen zijn schouda en hij zong als in wetend wat hij zei. Toen vroeg hij, daar juffrouw Lucy, en ik ben tot de conclusie
Jende. een droom, nauwelijks wetend wat hij hij zag dat ze beefde en haar gezichtje gekomen dat, als a iets is, dat een meisje
-.Irtslt er-aan?” of ook een manin verlegenheid
- p-Terwijl hij sprak legde hij, gevoelig als brengt, zij of hij niet beta doen kan,
„Hij wist dat, waar hij ook mocht hij was voor het leed van de zwakken, dan naar vader te gaan en hem het leed
gaan, ajn hand op haar schouda, haar willende toe te vertrouwen. Ik heb toet het recht
Zijn liefde hooploos was een troosten en helpen. Zijn woorden en zijn een belofte van u te vragen, maar had ik
waan. aanraking waren te veel voor Lucy en zij dat wel, dan zou ik u vragei
Voor hem geen vreugd, voor hem liet in *n plotselinge uitbarsting haar hoofd loven uw leed aan uw vader
Hoezee hij ook naar haar min
mocht verlangen.” Claire naar tn
Toen hij aan de laatste regel kwam, klopte onstuimig en toen zij ova het woning. Het was al laat, maar toch zagen
?riSVeLd ketk, zag zij met groote duide- ze op den sxnallen weg nog een
t ujkheid de beide menschen de man met menschen voor hun huisjes ritten, die
ja l” mompelde zij.
zich, dat de uitnoodiging wijl hij nog bet slotaccoord s|
‘_1 was cr X - L. 1---- ----
een toevallig tn een gesprek te pas ko- schenen de oogen als sterren en hij ont- en het meisje met haar hoofd op zijn wenschten.
mende mededeeling, dat hij kon zingen, moette haar blik. De muziek stierf weg. “thi tegen de klare lucht afsteken. - -
M ke«k oaar de piano.HÜ keek de karna rond waar mevrouw Zij keek naar het tweetal en haar hart hij een pijp op én begon op en ^a”»
„Is het misschien te kort na het dma Lexton gezeten had, maar zij was in ue -scheen stil te staan er kwam een nevel loopen, elk cl
vroeg mevrouw Lexton en zij voegde er aangrenzende karna gegaan, waar zij wel voor haar oogen en een koude rilling avond op het kasteel
aan toe „Ik hcx>n van toet.” de muziek kon hooren, maar de musi- liep door haar leden, die nog een oogen-
Gerald glimlachte. Hoe vaak had hij ceerenden niet zag. blik te voren zooveel warmte hadden
m het mijnwakerskamp niet gezongefl.
oomiddelluk na eea haastig r
maalt
en tantes?"
Vader „Dat is zeer nataortijk, mijn
geld geërfd, de ffecten ontvingen de
,Ik vrees van toet.”
„Wat moeten we dan doen?" vroeg
had hem verzekerd, Claire met een glimlach.
—i „Ik zal probeeren «elf te spelen,'
nu dacht rij met haar echt vrouwelijk in- hij eenvoudig.
„O 1 Ik wist toet
„O, ik t^pmmel maar zoo *n beetje
japon gon hij te zingen. Hij deed zijn best en
zijn zuivere tenorstem vulde de karna.
Mevrouw Lexton keek Claire aan met
van verrukking en ver-
j— na?’* de piano bem heen te draaien en nam haastig vroeg hij.
Misschien was xu ook wel eert beetje stond, maakte zelfs geen gebaar, als ant- afrcheid van mevrouw Lexton, die hem Neen - neen, ttojunea
1 was verbaasd aankeek om zijn plotseling haperend. Zij had tijd gehad
$1»» wow irTs»«rvo_ A a_ J
lijk naar zijn hoed en liep naar buiten.
I’
kranl
ook
van
de wereld gezien en kon daarvan op zijn
vMüg vertellen. -
Claire luiatade toet
dacht en met voordat de
L“L™““T"‘r drtrJ-F-.i-a-k: s
„U zult zeker wel graag willen rooken, aan, alsof hij zich nog juist intijds her- -
met mijnhea Wayre Ik vrees echter, innerde, dat hij „mijnheer Wayre, de te^n «omen,
dat ik a geen sigaar, of zette geen sigaret architect" wa
kan aanbieden. Lord Wharton rookte tot zich zelf,
nooit." „Ja,” zei se zacht
c- 2_: l; j ,l*_
had. .Xlaar ik hoop, dat*u niet verwacht, op zijn haar voelen, hij voelde de kant gerustgesteld.
«Ir Itawaaw Klsammn aarne /4a 4»m« «va— Samoa» órvsn agÜK
hij zong als in wetend wat hij zei. Toen vroeg hij, daar juffrouw Lucy, en ik ben tot de conclusie
een droom, nauwelijks wetend wat hij hij zag dat ze beefde en hl" -
^O, dank u, dank u, mijnheer Wayre," zong. Toch waren de woorden veelbe- betrokken was „Wat scheelt er-aan?" of ook een manin valegenheid
zei mevrouw Lexton, die haar zenuw- teekenend genoeg. Terwijl hij sprak legde hij, gevi
achtigheid en haar verlegenheid in zijn -
tegenwoordighad scheen te verliezen.
„Wat is hij toch een prachtmensch F
zei ze tot Claire. „Ik geloof* dat ik het
.looit moe zou worden naar hem te hos
teren.”
Claire scheen geheel verdiept m het
bladeren in haar muziekboeken en ant
woordde niet en nog altijd keek ze in haar
muziek, toen Gerald binnenkwam. Hij trilde zijn stem. Toen zweeg hij en ter-
herinnade zich, dat de uitnoodiging wijl hij nog het slotaccoord speelde, keek
om te komen dineeren gevolgd was op hij naar haar op. In haar bieeke gelaat
als sterren en hij om
mende mededeeling, dat hij kon zitten, moette
kewk di piaoü. Hij kcex ue satna roaa waar mevrouw z.ij xeeK naar het tweetal en haar hart hij een pijp
Us het misschien te kort na het dma Lexton gezeten had, maar rij was in de .scheen stil te staan; er kwam een nevel loopen, elk
t J- aangrenzende karna gegaan, waar zij wel v~7 ---
van toet.” de muziek kon hooren, maar de musi- liep door haar"leden, <Ëe nog
ite. Hoe vaak had hij ceerenden toet zag. 7_._ 7777* 7777„
—7- --._7, „Juffrouw Sartoris,” zei hij, zich er tutgestraald.
onmiddelhft na een haastig ■shetokt uauw.elijfa van bewust dat hij sprak. Zij tutte geen kreet, bewoog zich met, „Claire” geaottnd me't“ ziï
maall XJstotF 1------
heer gespeeld, menig kopje tljee met hem
gedronken maar, nu komt de hoofd
zaak.
Eergisteren ontving ik ttojn benoeming
lum. Als een van de t
rwarten rok *™agt
gesnei
kraag af- kloppende,
hij a bij „Je moet ging ik naar den ma-
aamaam «arA'XArfA treisnd 0 0 a 1 -1
---- j -r— - F Jwr cu v1 ngm rwn uc twt»»**ja» -- w— - - -
•naai met zijn hand door het haar en ging 't is een weddenschap." tochtje. De oude heer was verrast. Al Adolf «at at het contante
•oor den spiegel staan. „Ik vraag nog eens,” zei de majoor, was het hem toet ontgaan, dat ik juist S«ld geërfd, de ffecten ontvingen
„Bravo, zoo is het goed,” zei hij. En om hij ging vlak voor mij staan „Ben je met ^et uitsluitend zijnentwille zoo dik- anderen dezen talen later.
i-_l..j 1. -aauia— kappa, die....’’ wijls bij hem gekomen was, hij had toch
wijze te doen blijken, haalde hij zijn beurs „Ik verzoek wel excuus, haastte ik mij verwacht, dat ik reeds «oo spoedig
Voor den dag, nam er na eenig zoeken een hem in de rede te vallen. Maar wat ik va- een aanslag op rijn hróeiiik in dc= -- -- - -
-Iijirt|sde der zeggen zou, wist ik niet. an had hint als tod on» vereenipng woeden
Excuus komt hier toet te pas,” sprak de i— -- ------
buiging, majoor op barschen toon, „*t komt hia In.het east zette hij een Wgij hebt gedienden welke gevechten gq
maar op de waarheid aan. Ben je leeraar kelijk geachtdaarop ging hq vw het ^bt bijgewoond’_
bü dw hea Hoogenberg, of bent u de venster staan om eraoogenbdik mor den Candidaat -
kappa, die mij roor acht dagen.helderen voorjaarshemel op tt zien. Op- lk ben acht jaren^huwd
„Beide,” stamelde ik. ee“ kt*rde Zich om. De rimpels van moeder woont seeds bi
Nu was zijn geduld echter teneinde, zijn voorhoofd woen verdwenen taj
diïn wis, mij uit de voeten maken. Maar Hij kreeg een kleur als vuur. „Hemel rokte mij de band. Met era ëf®®
t nichtje vin den majoor volgde mij bommen en granaten,” vloekte hij, terwijl bewogen, als ik nooit van hem had ge- ------v,.
rnr de deur, en eer zij die nog opende, de omstanders bij deze uitbarsting van boord, sprak hij „t Is wel een heel viojfc Van dra sda door Corn. Bloedig
-terde rij mij toe „U is toch niet woede opnieuw een luid gelach aanhie- hooge prijs, dien uer voor vraagt, dat treffend» hartverscheurend, dat
ven. „Zoo iets is mij nog nooit gebeurt I u mij eenmaal gekapt hebt, maar jjrectie zicigenoodzaakt heeft gezien
Ik wist hi bet eerst met, wat ik zeggen Dat is toch de gekheid wat ver gedre- wat mi) aangaat u kunt haar krijgen. ia foyer mige.patent-wring-machi-
Jk zweeg en zag het meisje in de ven. Ik wil gelooven, dat u :e door een I'
Daarop vatte ik haastig haar hand mijner vrienden hia hebt laten bepra- 1
J.’ 2 *■-- - - - -wlj de jtond, toen zij binnengeroep-.
I ikkgMe.t deze woorden spoedde waarheid weten. Niet waar, u bent het, die en haar oom tot haar sprak: „Mijnheer EEN TERGEVOELIG VADER.
<x ::'ij been. mijde rector heeft zin in je, hebt jij ook zin Zij U<*1/! Help! Nathan beeft een
v.-es» heel goed, dat die woorden niet „Door 'n misverstand heb ik....” zoo in hem?” dubbeltje inrsükt F
r-ci.s antwoord behelsden op de tot zei ik. Hij: „Jemaakt waarlik een tamaai
=22- - "”’T „Val mij niet ia de rede,” donderde de Sedert gisteren zijn wtj geëngageerd en jsof *t «ra ?ud tientje wre."
waarde vriend, toen ik het blo- majoor mij toe. Bent u het toet, die mij binnen eetuge maanden zal, hoop ik, de
.-LX-™!-- „„G" bruiloft volgen. Op ons huwehjksrewje PRACTISCH.
Ik zweeg. Aller oogen waren inspan- zuden wij u bezoeken. J; “T -
Hoe dikwijls te te verbreken, opende ik reeds den mond beloven met haar mijn geboorteplaats
:n reeds afge- maar wat ik eigenlijk zeggen wilde, weet mtin oude vrienden te bezoeken. Ik
peens ver- dat gaarne om u eens te laten zien, wat Boxy,
ij was bet ik “n ®“’a kappers kunst te danken heb. bruin
GG.Jj.Mz
bij hem zijn opgekomen, dat zij ijvazuch»
terug, maar haar schitterende oogen Me- violen, hief ze haar hoofd op en ging be
ven hem aanzien. schaamd een pas terug.
Hij stond op de karna scheen om „Scheelt a wat aan, juffrouw Lucy
afscheid van mevrouw Lexton, die hem ,Nera neen, mijnheer F zei ze,
verbaasd aankeek om zijn plotseling hapoend. Zij had tijd gehad om een ver-
heengaan. In de hall greep hij waktuige- ontschuldiging te vinden voor haar hy*-
int u.? - terische uitbarsting.
Hij was krankzinnig geweest totaal „Ik ifep meen m het bosch en ik dacht,
krankzinnig en toch.... De teedaheid, dat jjj iemand achter mij hoorde en toen
--auiöprekelijk zachte glans, die in u toen zag liep ik naar u toa Ik wasjeea
- .«fclette oogen lag, zag hij nog steeds, beetje bang. Ik hoop, dat u het mij me|
■n hart sneller kloppen van kwrihk zult nemen, mijnhea
h nog eemge heb idets kwalijk te nemen,"
zei hij. „Ik ben Hij, dat ik juist hia was,
om u te kunnen helpen. Mut noemde u
toet een naam, toen u mij zag® Ik dacht.
„Neen, mijnhea," za ze haastig, haar
gelaat afwendend.
- p- „O, ik dacht het. Ik dacht dat u in oc-
[jj-ajiek- dat het mosje Lucy Hawker was. In dra gelegenheid was heel de waeld is vol
«moedstoA-And te, arf, ong3egrnhcden, juffrouw Lucy ieda-
a een krijgt a zijn deel van.”
„Ja, dat is zoo, mijnheer," antwoordde
zij zuchtend.
„En als u in ongelegenheid bent en ik
1, dan zal ik dat natuulijk
graag doen.Ik wil mij toet in uw vertrou-
wen indringen....”
Zij trok de dunne sjaal, die de meeste „O, neen, neen, mijnhea," zei te, „u
meisjes in Regida droegen, ova haar ge- bent altijd zoo goed en vriéndelijk.”
„Maar a is iemand, die het recht heeft
„Bent a het, mijnheer Wayre?" zei ze, alle onaangenaamheden te kennen, waar-
Jk zelf,'