”Jl r^^b i^rchatba" 1 DE KRITIEKE DAO VAN PROFESSOR SNOKKEL. D. ü-L-1 a. di I «w „Of „Goed! treedt gespeeld!...'. Welke nood- oo- over bin- „Wto ie jouw de herinneren," en be- het bemerkt Profeeeor Snokkel gunt ach nog juist huil je? wat i Ond: een I vriéndelijk, too <2 heeft, vandaag als profeseor!V oor L. weten, dat vrouw. „Wat beteekent dat toch? Wat heb ik een zeer „Hm dat kan ik wel be| een present van een i bedrijvig heen en onze professor on vorder. Zijne oogen gloeien van geest drift; zijn armen gesticuleeren, tra op de Ik vlieg all Bovendien moet ik zalf vanmorgen zal bet toe* vergeten Snokkel schreden omstandigheden. Wat zouden de studen ten van hem zeggen, als hik de professor, -1—met hield?.X Daar staat hij reeds voor dXdeur der ff uurtje in Kaan en wendde „Wees maar niet wordt ne bet ker ben. Frits? Zal ik het cadeaotii de hand wijzen, als een vriend schallend, einde- en woe- ver- naar de deur. ernst. slang bon ik nog lang an de lippen van Met c vandaag jarig- Nanni denkt weer na„Zou I Hg w*i spreken maar be* alarm laat haf bekijken hem niet te*. Jdet wonder der natuur!" woedt aM j trekt ^bof u een half dead Daar kartonnen en loopt op ~n neemt exemplaar van een* slangensoort, hem kort geleden door jij niisx uur zal dat wor- jk trippelt heen on weer. „Jij. huichelaar, ontstel maart' klaagt mevrouw Tooi met tranen in oogen en tfgewesen, stoof W Woede belette hem voort bepaalde enkele oogenblikken ver volgde hij kalmer belast was, toen Lord Wharton rich toen tot tij „Wst zeg jij ervan, moray i je zun Claire zweeg, maar dat zwijgen zei zeker je aanzoek wel willen herhalen, cenoeg. „Natuurlijk niet,” zei hij, hoofdschud dend,. „hoe zou u dat geweten hebben, □oren in de schuld stak, dat er een h' t een 1 postuur, werpt een snellen blik <L tonnen doos onder zijn arm, eerst nog geweldig zijn keel en daarna de kleine zal binnen, waarin de studenten hem wachten.... Met onuitsprekelijk statige schreden stapt mijnheer de professor op don katheder toe. Hij plaatst de kartonnen dooe naast zich. Nu slaat hij een boek open, legt het voor zijn bijziende oogen en begint met plechtig gebaar zijn voor lezing. Zijn toehoorden schijnen enkel oog en oor te zijn. Mijnheer de professor doceert dan ook met genot en waardigheid en zijn audito rium volgt zijn woorden met bewonde ren! waardige opmerkzaamheid Snokkel spreekt beden over de „Won deren der natuur," over de nog niet lang ontdekte afwijkende vormen vsm ver scheidene levende wezens. Hij viert de triomf der natuurwetenschap. Het edele vuur van den geestdrift schittert den pro fessor in de oogen. Zijn bril heeft hij voor het voorhoofd geecboven en bet schijnt, alsof de magere gestalte met de hoogdravendheid der redevoering ook tegelijkertijd zichzelve als een genius van den katheder opwaarts bewegen wil; went zijn lichaam met den langpandigen sok rekt en strekt zich, dat men in de mea ning kan gaan verkeeren, dal de professor ieder oogenblik rich naar booger sfoeren wil begeven. 7 En terwijl Snokkel zoo vei geestdrift preekt vliegen de pennen der studenten ia razende snelheid over hot papier want „zwart op wit", willen zij huns meesters woorden met zich naar buis dragen. Nu wischt Snokkel zich het zweet ven het voorhoofd en mot nieuwe krocht spreekt hg voort: .Ja, mijne heeren, de triomf der na tuurwetenschap ia groot! Wonderen der dierenwereld zijn ons niet lang geleden onthuld.... en wij verbasen ons, als wij vormen en gestalten uit den voor-Mstori- ache tijd in zoo abnormale om niet te zeggen wonderbare wijze en in zoo zeld zame levende wezens voor ons zien.,.." Een oogenblik staakt hij zijn redevoe ring en zijn uitere bijziende gezichtsorga nen kijken zoekend naar rechts en naar links..,. Zij blijven eindelijk op de kar tonnen doos rusten „Ja, mijne heeren,' begint de professor opnieuw, ik zelf heb het nooit gedacht geluk, zulk een wonder der natuur van welks bestaan de geleerden tot nu toe niet gedroomd hebben, te bezitten...." Aller oogen staren vol verbazing en nieuwsgierigheid naar den katheder. „Uit een verafgelegen werelddeel, uft Brazilië', heete luchtstreek, werd mij dit „wonder der dierenwereld’’ tot mijn onuitspreke lijke vreugde en tot nut en onderzoek der wetenschap gezonden. Opnieuw een plechtige pauze en een zou ontraadseld Hot. metsje opent de klein* 3ooï.>^ mevrouw bekijkt de oorsseraoea. .V.emeto gena zegt ze: Jtanni dat is eon vergissing van jouf lessor lijdt een weinig aaa i soortgelijke er hier verscheidene staan.'*' „'t Kan wel zijn," antwoordt Naaaf glend. „Mijnheer de professor heeft1, ook uog een grooters kartonnen achtergelaten." i O O natuurlijk! Waarom zou een rijke profes sor een arm dienstmeisje vooral wan neer 1— - niet eens een -- - ven in plaats van een gewone fooi r Zoo is het veel nobeler! Maar waar zou gebleven zijn? En wat moet ilijke „Maar miin Kef verjaardagaktad, Ik be-' je in het geheel niet' lat geloof ik welt daarvoor versta je j haar aan te bie- nadrakkelijk over de lippen der vrouw. Zij begiat heib tig te weenea. „Wa....tr roept de professor «ft.... „en dat.... en dat heb ik gedaan?" de professor richt zijn gestalte boog en fier op. „Toni, je bent ernstig oagsstaH, jb ijlt.... Grata most dadelijk den dokter halen." „Eerst huichelen en dan nog apoCtoj op don koop toe; dat had fit nooit va» jou verwacht" antwoordt meveoosr Tooi met zwakke stem. .Jk begrijp je niet! Je spreekt ven eea geschenk, dat ik een iBesietmetofs eea gegeven hebbenwie hoeft je dag gezegd?" roept Snokkel nu ook werkeftjy boos wordend. schouder 'en lispelt liefelijk als eeh fee: ge^r^bZ^et^V^vnc^"”1 d* G**” ”rtwoor<1' "Üe< Sheererït^den’een" k^inet De profeeeor wendt zich om. „Wat is 7" hij- Na ond,Teer e“ kwartier neemt „Je moet naar bet college! de klok.afscheid. „Dat weet ik welf Kom dadelijk!" Hij *achtkamer zo«kt M »jn springt van zijn stoel op en de korte “tbijt. Hij steekt de worst in den achter- beenen doorschrijden in komische snel- de kartonnen dooe schuift hij on- malen het lage ka- der den arm en melt heen lu _._l-Onder het voortloopen haalt professor LL V k Ten vrouw de aangename mededeeling die ik nog gehetmTaad aan te loopen en - - 1 „Dat weet ik reeds, Toontje! Ik zal .hebt hem «weven het niet vergeten! Adieu, unoartfci" van t ver- langzaam zijn mijn vlecht den bril dat afzichtelijze <uer, uie <-,v„ hü in del’ ijver'van zijn voor- daar in die bordpapieren doos betseke- J, het mogelijk, kan Portel, haar Portel. haar werkelijk verlaten?.... Terwijl zij zoo in droeve gedachten nederzit, treedt •oept: „Hal Hat atzichte- haar mevrouw binnen. Nanni behoort bepaald aan den hare meesteres niet 1Z. --JL “7"1 „Nanni, wat is er? Waarom met den haarvlecht ^in vraagt mevrouw verwonderd. Onder zuchten vertelt Nanni lollig ge- voorgevallen is. Mevrouw luistert zeer opmerkzaam het sieraard voor baar. toe. Zoodra Nanni met haar verhaal gereed «Waar bab ja da ge iden oorri^snJ" Zij wm geheel in de war, door het pi linge van den slag. Maar, ai kon nj 'gi nog niet goed indenken, zf) twijfelde Wet meer aan de waarheid ervan. De oude znan sprak overtuigend genoeg. Van op- genblik tot oogenblik zag zij net duide lijker, hoe deze man als een spin, wn net geweven had om Lord Wharton en om aaar zelf. „Ja," zei hij, „evenals hfi vroeg ook u nooit iets. U gedroeg u, «niljoea, pond bezat. U had uw paarden jen uw rijtuigen uw huis in Londen, uw gaf feesten, maar u vroeg nooit waar het geld voor dat alles vandaan kwam. U moest met geweld den ouden vleugel van het kasteel laten sloopen om hem door ex( een nieuwe te vervangen P’ Claire sloeg voor de eerste maal de oogen neer en hl) lachte heesch. „Den gevel van mijn ka steel laten sloopenzei hijgrfipxend. >»En toen ik het waagde, nederig mijn be- denkingen daartegen aan te voeren, toen legde u mij het zwijgen op met dien dui velschen trotschen blik die u zoogoed afgaat...." „Juffrouw Sartoris zou nu liever heen gaan,” zei Mordaunt zacht. „Wacht nog even,” zei de oude man, „ik heb nog wat te zeggen wat aan- een oj andere onschatbare kleinood genamers en dat ze heel graag zal hooren. TOOr lich za(i li(!Sec Ze is arm dat kan ze gerust gelooven _Wat een kostelifc uur zal dat wor- k»» moeten verlaten. Maar Het di«r zal opzien baren en mijn v--- 72 'C studenten zullen door mijn hulp een toeft het zoo n vaart met te loopen. Ze „rdjgen kijk krijgen op de wonderwe- _j ifessor, terwijl hij een vergenoegden j rondom de lippen speten laat Hij P* professor begint over bet gebet wrijft zich vroolijk in de handen, sluit lichaam te sidderen. Onbeweeglijk als 'j7, -de kartonnen dooe en snelt er mee standbeeld staat hij en durft nauwe- denton deroeoen Üjkheid nooit verwacht kan hebben te been ll>k» te ademen. geroepen. --- 4unt Iich Voorzichtig werpt Snokkel eindelijk een vergl^'deT^ den tijd om zijn vrouw een korten af- snellen blik achter zich. Daar bemerkt hij, msken h£l r.uex ntid. heden een uitstekenden indruk op i_^_ Z1' Tro«8« nooit. ^J*t stemverheffing gaat hij voort; „Wenecht u zelve geluk met de zeld zame gelegenheid zulk een dier der voor wereld, dat wil zeggen, zulk een over- 1 van een, star het schijti, m verderf van mijn aanziep, vas .j •elijk spel met uüj gespeeld!...., ten ellendige haarvlecht! Welke noed* lottige machten hebben mij dat aange daan!" zuchtte de vernederde maA der, J hu wiachte zich het zweet’ Dat kan mij in de toekomst van veel nut van het voorhoofd... Professoren zijn waarlijk andere Zachtkena wordt de deur geopend en barbiersknecht! Gusta, bet dienstmeisje van den proiea». sor, zegt; „Professor, mevronw is plotseling oa gesteld geworden." i Snokkel springt omhoog, „Hoe?.... Wat?.... Heb Ik goed vw met staan?” -Ja, professor! Mevrouw ligt op d< ..1: en steunt en ziet er zeer bteefi »it De professor snelt zijn stadeerkaoset t en ijlt naar do kamer van zijn vrouw. Met den kreet „Liefste Toni, wat daarover, dat een scheelt je?" grijpt hij haar handen en een professor jon drukt die herhaalde malen met hartelljlta je stuurt?.... heid en warmteTX Mevrouw Toni beweegt zich nauwe lijks op haar sofa; haar oogen sijn hal Portel huppelt met zijn kromme beenen gesloten. Tod!" fluistert de bszorgdi lot in de gehoorzaal vervolgd werd, werd Pijnlijk stilzwijgen. echtgenoot feeder. a „.c.i a i_ a. lm 1 Geen antwoord. Jjei wijfje, waar zit het euvel?" vraaf Mevrouw Toni zucht nauw hoorbaar. „Zal ik den dokter laten roepen?"..,. J professor snelt naar de deur..,, hj) te ik vragen mag?" Frits wijst naar de oor- professor Snokkel thuisgekomen. Zonder zijn vrouw, zooalt hij anders sltijd deed( erg ko- een vriendelijken> groet toe te spreken, gouden was de geleerd^- dezen keer voorzichtig van wien anders dan van en zachtkens inKjn studeerkamer geates Kg op een stoel en staar. l_Xi ..la „Mijn reputatie I Mijn wetenschap!" „Dus een professor? En zelfs ver- eert.... Aha! dat zal ik niet vergeten!., wetenschap en r zijn. Professoren zijn waarlijk andere zijn vriend SnokkcL Doch deze verroert O, ik begrijp jou en jouw mijnheer JU. professor," spreekt Portel met somber ge Zijn collega vat hem bij den arm. laat Verdrietig schuift hij zijn taschje M®t a Z teiwig hij met de rechterhand in de doos den katheder, grijpt zijn hoed, snelt den woede vale gelaat. Zij had Mordaunt gek was dat «je moest zijn, daarvan was zij zeker, en wer- ■dijk zag hij er op het oogenblik uit als nissen, die op de bezitting drukken.. En zulk iemand dien woede en spijt van zijn ver- als ik sterf, zal hij nog i stand beroofd hebben. uffrotrw Sartoris. Zelfs „Gelooft u mij niet?” lijk meesteres van C „Neen f* zei Claire bedaard. was, zon u geen slechte „Dat verwondert roe niet," antwoordde daan door den zoon van hij, „maar wacht u maar Weet u iets te af van uw zaken Weet u ook, hoe de be- dttüig r stierf?" zei de oude man Is spoedig gekocht. kleine doos neemt hij bei te heeft de geleerde het huis Professor is dan in orde,' uw antwoord Hij wachtte, alsof hij reeds zeker was, maar dft had niet de retfagarte tdtwer- afgewezen km“- knecht wm.” J znft naar me luisteren en zonder te gaan. Na u de meestéres bent*van Coart Regina is beelemaal niet noodig, dat er rand zijn; ik praatjes zulten rondgaan over U. adieu, schutje!" mis, jonge dame I U beat straatarm Deze woorden maakten op len minsten ndruk. Ze keek vijftig studentenelen en loos gelach dreut <^oor de zaal dend getrappel Xn honderd voeten sterkt het ontretend gedruisch. Professot Snkkel, verstijft verbazing. Door iet razend tumult bluft, schudt hn eindelijk 1 geleerd hoofd. Nu (rijpt hij naar dien I” *- lende schaar zijn, jongeren en dezer lijks langenvee lachende gezichten, «n L„_ ters schijnt plotae&i allerlei grimassen te maken- „Professor! Profeet Nog eens de vlecht!" schreeuwde. jongeren op het gebied der wetenskap. Hij beft voor de twede maal de hand met den strengel omh% Opnlisw tengfimto t doos dracht voor het vprhoofd heeft gescho- nen?" ven. Hij trekt hen op den neus en tm site hij zoo duidejk mogelijk do joe- v< l,g«.van kabou-^ofe^! Aha! rich ve^P- plaats van zijn worm in dit karton ge bald Ha. ha! Dat zal me een valletje worden," lachte Nanni. Nu valt haar oog weer op - Ik tnoet die mooie oorringen toen -- cent dadelijk probeeren. fluistert zij. Nan- is, vraagt de meesteres: .mitee ooMobUkken soek hsb je de gc verbouwereerden Mompel als een opge- bent jaloerach eri weet 1' j en ijlt de deur waarom on op wien," meent Nanni. Be- „Dat valt mij in bei geheel niet in!" „Kwel mij dan niet en j over geschenk". „Verheugen?.... daarover, dat een scheelt je?" grijpt hij haar handen verliefde dwaas van -- - 1 man achter mijn rug een cadeautje stuurt? ver- Zoek dan maar een anderen, een groo- teren domkop!" een vertoornde haan heen en weer... oogen te zien der studenten stijgt wat geduld voordat uw oogen zich as- vergasten aan de. kostelijke. aM- Mk ran het wonderdier! Eerst verneemt T* ’J? "a^er* °’»r schepoel dor Nieuwe wereld en daa...., ja den zal uw dorst naar wetenschap ten volle bevredigd en uw oogen om zoo te opre ken, verzadigd worden...." Ongeduldig geschuifel en gootonmol nasi de voeten. Vol pathos begins profsooor Snokkel opnieuw: „Mijne heeren, bet dier hier ia de kar tonnen dooe is van zoo afwijkende soort, van zoo eigenaardige gestalte als geen ander wezen uit het dierenrijkbet Ufc^am gelijkt op een kleine slang. Zon- derling aan dit wonder der natuur u ook, dat het bijna zwart van kleur is, on naar geopend en -*-J van C_ bet binnen. Nog oorverdoovender om bet „wonderdier I*». overhaasting zal ik spreken 1 U denkt dat i it de meesteres bent van Court Regina «en soort koningin hier. Maar u hebt bet allerlei 2* Ik heb Let geheim van den staat van za- Professor Claire niet ken heel goed bewaard, we kunnen die eenige nan met de grootste verbazing in het van dig trouwen hoe eer hoe beter, geef ik Mordy kwijtschelding hypotheken en van alle schub ien woede en spijt van zijn ver- als ik sterf, zal hij Ia de grootste opgewondenheid Wee; - j' agen. zij. vrouw, zooal* hij anders altijd deed, „Wat ben je vandaag weer r— - col- dingen zijn, van wise anders dan van en zach naar een ^eer nobel mijnheer?" pen. Daar zonk sgrijpenl 1 Ie as- de wezenloos voor zich uit. stillen vereerder ^Ujn reputatie! Mijn wetenecbapT verjaardag?" steunde da ongelukkige. Jk ben esa ver in, wat zou dat te beteekensn heb- slagen man. De afschuwelijks haarvlecht' *■-* - J Se soms van is bet verderf van mijn sanvian va* «mn-ww. ue uaao wijzwu, aw evu vneua des huizes mijn roem!.... Noodlot, wat heb je ees Mompel ziet zijn collega als een professor mij als bewijs zijner w.1- gruw, arjaen gesticuleeren, het „de steenen gast op het spreekgestoelte willendheid deze dingen vereert?’’ meent druppelt hem van het voorhoofd.zitten; Snokkel maakt geen enkele andere Nanni op snibbigen toon. -“f vuur zijner rede, grijpt bew eging, wezenloos draait hij zijn oogen J heen en weer. „Heilige ontferming! Zou mijn collega plotseling het verstand verloren hebben?" dentea rokken bals en lijf in probeeren dar oorrin gen; zij bemerkt volstrekt niet, dat door de glazen deur, welke ven de wachtka- profeeeor kritiek. Verlegen, neen vol er- gelijk gadeslaat Nanni techt L„.™ germs werpt hij een steelsenen blik neer en maakt rich gereed de gouden de hand me* den slingerenden haarsteen- sieraden met haar afgedragen zil gel.... ploteelteg gaat een licht voor bom oorringen te verwisselen, op.... Een rak! De hand net den stren- gelaat achter de gel verdwijnt bliksemsnel in den zijzak tot een grijns. van zijn jas. Hij hiompelt verbleeksnd!trokken en voor Nanni staat heer schat hier Hoe is bot mogelijkJ In plaats ven een vriéndelijk tegen hem. reptiel een vrouwenvlecht!" Verplet- --- - - - - terd zinkt Snokkel op zijn zetel neer niet t en sluit gelaten de oogen, onopboodelifit schuift zuchtend: „Schrikkelijk! Schrikkelijk!" de man der wetenschap zoo zegt zij en trekt en juichende geroep dor studenten bem aan gCIl K.1LUM.L, WOFUl en professor Mompel, een Snokkel, kijkt verwonderd zijn wozderbaar „Loop spoedig naar mevrouw is eensklaps geworden. Zeg hem, dat .—1-11! en dat ik zoo spoedig gt profe blijft I wichtig uur, dat u door mijn hulp iets zoo afwijkends in de schepping voor oogen voerde!" doceert de geestdriftige blik op den streng: professor. i. Nog altid benauwends stilte onder het in de doos ligt in plaats gehoor. t Bevredigt door den geweldigen indruk, tiel, de wonderslang v: „Laat mijnheer den professor maar go- vrouw Toni met scherpe stem. o o I Kstifosa crwzl n 1 e> Lr is* WaWAolzon T,—II" -1 haar vlecht niet vinden. Daar vallen mag!" zegt Nanni vol plechtigs* der studenten sche- haar oogen op een kleine doos van „En weet je, een a J-1. r XT’ te halen. voorwerp. Een paar schoone gouden oor- het meisje. ,Jk zal je met jouw professor met met toch?.... Nanni laten! Ik ga al!” Ja, verbast ul Bewondert! Wees om denkt na. Jial ik begin het te raden! Portel huppelt het Van minheer den professor!.... Voor „Voor het overige zal ik mij bij gele- indruk- wien toch?Zij denkt weer na genheid jouw woorden over professor Ik ken je jor weten, dat Snokkel herinneren," spreekt Nanni ben?.... Ónmogelijk!" trotsch. „Aha! heet jouw nieuwe vriend Snok- dan toch misdreven?" roept Snokkel at' uit de school geklajrt heb- keil Nu, dien kent iedereen! Dat zal i* 2. r WSS hem betaald zetten! Een eerbiedwaardig mij, Nanni, die hem heer die met jonge meisjes koketteert en geheel bizondere hol van den vos ken.... ik zal rijn vrouw een net man zij beeft," zoo in kunstgenot zwelgt «n van een karakterkop beetn- j^xak. Snokkd wemirz^verwS: blik^ wereldraadsel om; tegelijkertijd maakt hij met de hand een achterwaartsche beweging; daar voelt hij een groote, vochtige hondenneus, die dikke, afschuwelijke rejrtiei, alsof hij “het eM^’tüte^^^011”- profe“or „Wat «an kostehjk uur zri dat wor- „Wat een toe.tmid! Al. mijn Toontje dat eens zag!" fluistert de geleerde trekt voorzichtig den vinger terug. Een tweede, sterkere nik, en een geerig geknor! De professor begint over he* -• Onbeweefc, een standbeeld staat hij en durft lijks te ademen. Voorzichtig werpt Snokkel eindelijk at toe te roepen. boe de reusachtige hond hij beentripiMlt, roept me- den staart en met da locia hem nog na; 1 „Beste Gustaaf, vergeet niet, bij den weldigen muil bet ontbijt van den profes- loopt een gehcele troep kleinere hoi heeft *euwiHfrs weer moed en L m beoedenwaartsebe heeft nog slechts een korten afstand af te hij zijn tweede ontbijt in de studeerka- teitsgebouw bereikt - Opnieuw kijkt hij op zijn horloge van aile hij niet. „Dat gaat_ niet; ik heb al bet bepaalde uur voor zijn voorivring te eg verioreu, meent hij en m reeds voor de helft om. Maar college- stormpas snelt hij voorwaarts, gCTsn wil en moet Snokkel onder alle ZeÜs als u nog werke- zijn mager lichaampje fladderen. Court Regina geweest :chte partij hebben gt- >ley gaan/ „ik heb nog "wat te zeggen wat aan is arm dat kan ze gerust gelooven koch" hij grinnikte kwaadaardig hoeft het zoon vaart niet te loopen. Ze wv- uras niets totn ze hier kwam en ze had met relj aer natuur» etenschap," spreekt de fcet recht om te verwachten, dat ze Court prof, ■- Regina en nog een half miljoen zou krij- |>ch rondom de lippen spelen" laat," Hij professor begii gen en het moet haar dus ook niet zoo wrUH zich vroolijk in de handen sluit lichaam te sidderen, hard vallen, te writoua.wat gein werk»- «j, kartonnen dooe en snelt er mee bezitten. U zult eenvoudig terugkeeren, tot wat u vroeger was, juffrouw/’ Claire stond op, maar hij steekt» dc- •jand uit. 'Wacht u nog even. U hoeft beelemaal nfet te vertrekken, als u niet wilt. Dat is nu de aangename mededeeling die ik nog heb te doen. Mordy heeft u gevraagd zijn zvrouw te .worden, V.‘ professor, i laat T.’„2 zwaai springt Snokkel van met barbiersgereedschappen onder den l arm. ^Je bent jaloerach geestelijke uitAchter hem schalt het lachen leedigd wendt zij Portel den rag toe. eofa verheug je liever bet koetbara verjaringe- ut M“» tolgsstousa soort vua lavaode zoos met Hat „Nog mat, auto waarde vrienden! Nog twintig krachtige kalen geroepen, wte ---- D, to^und wordt t bet oog ran den haar doen en laten zoo nauwkeuziê rno- mimhear de prof, profeeeor kritiak. Vertegen, neen vol er- gelijk gadeslaat Naaai tocht bcwAgaod verstrooidheid; oer- 2. agen zilveren haar verwisselt tegen een Het mannen- dooe. zon* la on deur vertrekt zich deur wordt openge- half brilend. „Mijnh: 7- Tt,vo?r Haat haar schat, hier <m>& nog evu Wat ongeluk! Wat een vergissing!.... de barbiersbedtonde Portel Nanni lacht doos met oen aUerafschuwolijkste slang «rimwa amr: 4a rf^es L era aLi i ss Verplet- „Frits! Al zoo vroeg? Ik bad je nog l verwachtzegt zij en trekt on 1 aan de oorringen. „Van wien zijn die dingen daar, ais Als wanhoop zijn toestand overdenkt en bot rin. w L sfWat ban ja Tandaa^ waar l-b alle kanten tegenklmkt, wordt de deur mieklVan wien zouden di gouden was de de staartzijde bijna puntig toeloopt Het lega loeft op de moerassige plaatsen van boete Braziliëmaar aangaande zijn levenswijss weet men nog niets, omdat alarm en het geroep het zich zoo diep in het slijk ver- der wetenschap". vlocht! De vlecht! He* reptiel! Mijnheer ^<M professor spreekt verder schreeuwt men door elkander. Professor drift; zijn zwoet eindelijk, in het vuur i hij naar de kartonnen doos.... de'stu- de hoog- Een peuzel Doodelijke stilte heerscht fluistert Mompel. Voorzichtig nadert hij m«neehen dan zoo'a van 1 Gelaten kfikt Sookfcol den misdadige* bood-Gohath aa; hij zacht alloen: ^tijn ontbijt! hmJ hm! Ik had niet ook bij den geheim- dacht dat er zulke baaden-saoaetan istonden Fzndelgfc vatte de man dar weteaechap J heeft aanweMA’ weer moed en zette zijn weg voort Hij den ouden nog langer geheim honden. U kunt spoe- richting gedaan, of hij herinnert zich, dat leggen en weldra heeft hij bet mrivorri- 2st:7“ 277Ï77 777 en b” -”7 -J- J: 7^:J:;7h7 ;edacht dat voor tzw vertrek voor de htrwelijkkreiz mer beeft laten staan. Maar terug wil 1 vader het geheim van den staat van za- dbekente- tfjd genoeg verloren," meent hij en to reed, voor de heift om. Maar colïè n- <i{ een f, i. l„ meer geld krijgen, dat de jaspanden als zwaluwvieugels ara 1 als_u nog werke- zijn mager lichaampje fladderen. ten derweg velt bet hem in, dat hij nog voorlezing - - --- bezoek heeft te brengen aan een Dlar h Twr niet," antwoordde daan door den toon van oen ouden Sapley juwelierewtnkel want zijn „Toontje* _it;, i„te r. trouwen.” viert heden h.ar verjaardag en in Hij zweeg een oogenblik en wendde moet hij voor baar toch het een of aa- _2_2_ 2_7 zijn zoon. der sieraad koopen. De geleerde kijkt „W»t zeg jij ervan, Mordy? Je zult door zijn brilleglazen naar links en naar J '1rechts.... kijk! recht tegenover de wo- niet ning van den geheimraad schitteren in Mordaunt bevochtigde zijn lippen. een uitstalkast de allerliefste gouden „Juffrouw Sartoris weet, dat ik mijn sieraden aanlokkend door de ruiten. hij zelf niet wist, dat hij tot over de aanzoek zal gestand doen omdat het mijn Na een kort besluit wendt de professor theek op het kasteel stond, tot 7» bedrag, dan de waarde ervan ^)at is dan in orde," Claire schrikte niet, wendde ook haar „En, juffrouw, wat is Bogen niet van hem af, maar hij zag, aan Hf; ~z:Ï22:, de uitdrukking ervan, dat zij de beteeke- hoe dit antwoord zou luiden en knikte nis van zijn woorden begon te begrijpen Mordaunt zegevierend toe. in hij knikt» glimlachend met het hoofd Claire hief het noofd op. f Hat goed werd acre voor acre met hy- 1 pothaek overbelast er werd geld opge- (Wordt voortgeirt.) nomea en los gemaakt, waar en wanneer dat maar mogelijk was.” Hij zweeg even sa staarde voor zich tot, stoof hij rich de dagen van vroeger weer voor den geest wilde roepen, de dagen van bedrog, in welke hij zün heer geruïneerd had. JEn Lord Wharton wist niets en maakte zijn testament T Hij lachte schamper. „Alsof bi Court Regina ais zfin volle eigendom M boveodton nog een groot fortuin na- 'itt, terwijl hij stierf zonder een penny te bezitten.” znoroauat aw w— totroep, dan een samenhangende zin. maten ry scheen hem te ver en tot hem. bang I Denk ja «tot ik gek ben? De hypotheken staan niet op mijn naaro. Ik heb me toet schuldig ge maakt aan mtobrtok van vertrouwen. Ik heb de stukken eerlijk gekocht. E schuldbekentenis eerlijk betaald. Nie mand. zelfs met de meest handige advo caat, kan tot» op mijn rechten aanmerken. Wanneer bet landgoed verkocht wordt, dan zal ik nog niet al bet geld dat ik heb uitgegeven terug ontvangen e* suft u nog «tceds mijn schuldenares zijn, jonge da- yip Eindelijk viel Claire in een stoel neer. jich er?" vraagt hij. „Det weet ik wel! Kom dadelijk!" Hij springt vso zijn stoel op en de korte beid verscheidene malen het lage ka- «tor den ann en snelt heen mertje. Nu ontdoet hij zich van rijn ka- --- merjapon en werpt haar op een stoel, Snokkel herhaalde malen zijn horloge een zwarten rok met tenge panden voor den dag en schudt dan iederen keer set een versleten, oud-mooiseben °P bedenkelijk* wijze het hoofd.... op het hoofd «n snelt bet beien- Nu bomt hij een uitstalkast voorbij, kabinet binnen. waarin schilderijen van beroemde schil- neem* hij van een tafeltje een den zijn tentoongesteld. Hij kan het toet doos, doet het deksel open ven zich verkrijgen geen enkelen blik op een kast toe; hij opent deze de kunstwerken te werpen en blijft staan, uft een der vele gtezen *en want een schilderij heeft hem bizonder van een* zeldzame, kleine geboeid. r s*11 Geheel ia bewonderend beschouwen studievriend uft Brazilië gezonden *n verdiept, volgt rijn oog iederen streek 00 pakt den „dooden worm", die er als een de schilderij, langen, zwarten huurvtecht totriet, in de Terwijl hij kartonnen doos de fitheden sarazierKon oesra- r - Terwijl hij zoo bedrijvig heen en weer deert, voelt hij een ruk aan den achter- T*r*“M*M “kof in het volgend* oogen- trippelt, mompelt ons* professor ver- j - liil -taJ—1 -j—ij genoegd: „Zullen oogen opzetten, de heeren een 1 studenten, over het zeldzame slangetje." - Liefdevol bekijkt Snokkel bet vinger- j worden. t Vol weetgierigheid richtten zich aller blikken naar de doos op den katheder. “professor De P™to**or bemerkt bet en techt verg*, want het groote no<» •t m*to« heeren. gij verbaast met recht.... ik.... ik ben de benijdeni- waarige bezitter van zulk een levend we zen van welk* bestaan nog geen natuur- vorscher ook maar een flauw vermoeden had. Gij staart met recht naar deze kar tonnen doos, welke hei zeldzaamste schepsel van scheppende natuurkreciit omsluit." oT word* er tot de rijen der etu- Herhralde 'T'j vergenoegd de handen; zijn totetekenden indruk met kwispelen- hem, want kalmte voortloopt, terwijl hij in dén ge- sor omhoog houdt. Achter den wonrtroo- ver loop* een geheel* troep kleiner* hon- «faa Hofiend w» k.tiiuj. n'^jrij „Juffrouw Sartoris weet, dat ik mijn steraden aanlokkend door de ruiten. ivpo- vurigste verlangen is, haar tot mijn zich naar den juwelierswinkel en treedt noo- vrouw te maken,” zei hij. hem binnen. Het sieraad voor „Toontje" S -J J J* a - - - 1<t crxzxz>z4ert In een ontvangst. Weldra heeft de geleerd* het buis van den geheimraad, zijn vriend, bereikt. Professor Snokkel snelt de trap op. treedt de wachtkamer binnen. Hier treft hij het dienstmeisje aan. Hij wenkt het nette, zwartoogige kind vriéndelijk tot zich en vraagt naar den geheimraad Polder. Het meisje snelt heen, om den pro fessor aan te dienen. Ondertueechen plaatst Snokkel de Het te een heerlijk* lentemorgen, vol kartonnen doos met het „zeldzame slan- mnegoud, vol bloemengeur. gatje" en het doosje met het gouden D—-C—1.1—t op jjjjj rtyj, sieraad voor zijn vrouw op het tafeltje open venster ea in de wachtkamer. geteerd hoofd, van Nanni komt weldra terug en meldt, dat de hand roeten en mijnheer de profeeeor verwacht wordt. Mordaunt zei tot»bet was moeteen fltostert en denkt na. Verscheidene „Lief kind," spreekt de geleerde en een eamenhangenda zin. ““to» «‘njkt hij de rechterband drukt bet meisje een geldstuk in de hand, "“idd* vlakte of trekt aan den „haal in den naasten worstwinkel even 'n 1 zftn verschoten kamerjapon; tweede ontbijt voor mij!" wel den gouden bril over den .Gaarne, mijnheer de profeeeor!" Vlug ele een eekhorentje snelt Nsnni heen, nadat zij eea doos, volkomen gelij kend op die ven den professor, op het te- v J 2. De geteerde roept haar na: „Uw fooi vindt ge weer op de gewon* piaats!" Jn orde, mijnheer, Dank u zeer!" lachte Nanni en verdwijnt. Professor Snokkel (leerkamer voor bet laat zijn bijna kaal gedachten zwaar, op 1 strijkt over de glad: kraag van strijkt ook neuswortel voor het voorhoofd en staart voor zich been sosmepracht beeteen voor w - to ede- wu, heeft nMr4eIeLl Ier genot; MJ denkt over een netnrwo- - tsneenappelijk vraagstuk na., daar slaat de klok. Zachtkens zweeft de vrouw van den profeeeor het kamertje binnen. Zfi Hopt den geleerde zacht op den lispelt liefelijk ah een fee: -t!" Geen antwoord. „Lief mannetje!. bevond to de zaal. Nu.een tweede greep dan professor in het inwendige van de geen lid. ontdekselde kartonnen doos f P,Jeefct>4 "XP1 de professor, zoekend heen en weer tast: r „Mijne heeren het wonderdier der na- jaagd stuk wild voorbij tear, welks aanblik uwe j,.^L- _L oogen door zijn zeldzaamheid verblinden der studenten, tal.hier is het!" Eindelijk bevindt hij zich beneden bij Langzaam haft Snokkel de band 00»- de hoofddeur van boog.bouw. Eén triomfeerenden blik laat bij het auditorium gaah. Nu beft hij den arm omhoog en.... in s^ hand houdt hij een dik„ lang en zwart Voorwerp. Nog altijd heerscht stilte in de zaal. „Mijne hoeren, beschouwt, verzoek ik W to het belang der wetenschap keurig dit reptiel, als ik zoo spreken bij den geheimraad in de wachtkamer Nanni maakt van deze gelegenheid ga de verbaasde wereld, wat bet volgende toonvel afgespeeld. bruik om het tafeltje in orde te brengen, - r 2_: -••••■• - aanblik heimraad verlaten had, begaf Nanni zich Jegt de oorringen weer in de kleine dooe. 2-.’ naar de wachtkamer, om deze in orde te Nu bemerk Porten het halfgeopende an- g bitoofje, midden in het inwendige der na- brengen. Bij het binnentreden van Snok- der* karton met bet reptiel van den pro- JX profes schelt.... Gusta treedt binnen. :dig naar den dokter, ffeuw. 1 ernstig ongssteij zü da spraak verloren heeff en dat ik hem verzoelc zoo spoedig mogelijk te willen komen,* eseor Snokkel het meisje op, hier, Gusts, de komst van dog dokter is niet noodzakelijk," roept me» „Toni!" vraagt verwonderd de profe* eor. Hij wil opnieuw haar handen grljpes, 1 een ruk onttrekt zij hem das*. Snok kei staat verbluft, radeloos. „Verrassend, zeldzaam!" mompelt WJ „Maar Toontje, lief wijfje, wat bateekent dat toch?" J/aat je „Bef wfitje" maar achterwege! nu en jouw Heide," enlkt d> bet univerziteitsge- met mij Hij trekt haar open en stormt kuchend en zweetend weg. Ten laatste buigt de ongelukkige om den hoek der straat heen en dwijnt in een eenzaam steegje. 1 Terwijl onze professor door het nood- als p nauw- 1 keurig dit reptiel, els ik zoo spreken bij den geheimraad in de wachtkamer mag. Verkondig de verbaasd* wereld, wat bet volgende tooneel afgespeeld. r_ wK -w gij heden hebt gezien; boe gij, om zoo te Nadat Snokkel het huis van den ga- waarop de kartonnen doozen staan. Zij de ju-ofeesor opnieuw op angstigen tno* door dezen zeldzamen l.uu -j -i.aa-. l-j «é«sk i -. _i_-1—a__ i_ j_. x.t-i—- - midden in een geheimzinnige sfeer der naar de wachtkamer, om deze in orde te Nu bemerk Porten het halfgeopende tuur, aooals de dichter zegt, gedrongen kei had zij een doos op het tafeltje ge- {essor. xijt en daar den scheppenden geest in zet In dit kartonnen voorwerp bevond Met den vinger op de slang wijaend, zijn wosderbaar weven en voortbrengen zich beur haarvlecht, welke zij gemaakt spreekt bij met bitteren spot: beluistetd hebt. En vergeet nooit dit ge- had van' uitgekamde haren. Nu wu zij de- J, dat ook een geschenk van ze doos weer in haar tafel opbergen. Zij proessor op je verjaardag?" opent het voorwerp ten einde nog een Nanni geeft geen antwoord. igel te werpen. Ontsteld „Past volkomen bij elkander; waal springt Nanni achteruit, want voor haar zoo n ordinaire slang is juist zoo valsch als draagt 2. 22.2 1 van haar moeien meisjesliefde," merkt de opgewonden be- strengel een leelijk, een afschuwelijk rep- minde op. 2_ J van den professor. 1 studenten Nanni zoekt, maar zij kan het karton met heel buiten spel, als ik je verzoeken L 1 - 1 1 S t 1 „a! .M J T L AAA WA I 1 n A „C I T X XI A 1 1 A L. A— A A „B-r een kleine doos Ttn echter plotseling duizenden kabou- bordpapier. Nieuwsgierig opent zij het niet!” klinkt het bits vi *-* s - - oor- ringen!.?.. Neen, werkelijk verrukke- Ükl.... Van wien t__ 7 j na. „Hal ik begin het te raden! het Van mijnheer den Ziet „Zou mijnheer de profes*: deze jk weeke buigz^mheid van het lange slan- geboor. r. welke zijn vonderdier op de 1 maakt, techt de professor in zichzelven. Boven d« hoofden nenl 1 tere hun gimaeeen uit maar nog beef bet stil in de zaal. De profeaor ging voort: zoo te zegjen bewusteloos door plotseling bldjken van een zoo L wekken nkuurverschijnsel een* den ko van het reptiel.... genlichaam... dit Tpitse uiteinde van mevrouw tot de school geklapt den staart, zo week als zijde.... deze ben?.... En mijnheer de professor donkere kleur... en gij moet met den zoo vriendelijk, t-2. 7“'. - volle» borstto® der overtuiging bewon- reeds zoo dikwijls een «Henst bewezen heer presentjes schenkt. Goed, dat ik het stem, derend uitroepn: dat is een.,,." heeft, vandaag als g,- -- Haarstaart! een echte, waarachtige fooi, dit Heine, gouden aieraad te schee- bewijzen, wat een net man zij heeft, grijp vrouwenhaarvlefatl' brulden eensklap* k^i?.... Nu begrijp ik het Volkomen rOept Portel- - - w-1 zou een njke profes- Daar begint het in Nanni s oogen te de kunst, jonge dienstmeisjes op en arm dienstmeisje vooral wan- bliksemen en zij zegt op nadrakkelijken verjaardag fijne geecheoken het bij schraperige menschen dient toon: „Dat zul je niet, of met on* beiden den," vloeit langzaam en aardig cadeautje ge- is het voor altijd uit!" een gewone fooi? „Uit? Mij heel goed! Adieu, juffrouwC Portel snelt weg. Nanni laat zich zuchtend op een stoel dier, die zwarte worm vallenzij voelt zich zeer ongelukkig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1923 | | pagina 7