VOOR DE .j a-Rxii-x.ï x-s^s JX" S&tttSAÏttïSÏSF jFj», ”•*-■ ff*^TK?sr!?'SS-5 d“ - W~ NUMMER 1 NAAR CHARLES OARVICE DOOR A. T. C HET VERBORGEN SCHILDERIJ ~ZZ3 UIT DE EZT tMOPPENTROMMEL J te beter, Jan ten min- DERDE JAARGANG 192 y iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiHriiiiiiu HiiiiiiHHiiiiiiiiiiiiiiiiiiLHiiiiiiiïiiiii:iiiinir'Tiiiiiiiiii?ii!iinrii!i[ limmiiiinHiiiiiiiwg KiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiJiiiitüiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiüHiiiiiiiifiitiiiriiiuiiiiiiaiiiiii uiLii.iiuiuiiiiiiiiiiiiiiiiimiS zooals -r gaat. I *i HUISKAMER zei SLIM 3S BLO E MENT A AL. digheden verkregen Ja, dat is de vloek der bierglas. OP COMMANDO. XV. ■in DE TOEPASSING. want Mordaunt had blijkbaar DR HOOFD- voort. weet het. ..Jk.. om haar te onderhouden. Ik zet haar in.. EEN SLIMMERD. LACONIEK. ERGENS GOED VOO. EEN GOED TEEKN* hingen, tot het vriespunt daalden. ate mt I” zomer door- I I NAAR CHARLES OARVICE DOOR A. T. I I gelijk. >ang ider gewaagd, een ver- hoofd zou le^ het om den pilaar. (Monoioog) Lieve hemel, wat ben ik een _2_ 2.7 1 pleirier op de wereld, niet eens plcizier DE ONGELUKKIGE STRAAT SLIJPER «TWINTIGSTE STUK. 1 en een on verklaarbare ingeving deed hem stilstaan de bergen voet boven VERGEETACHTIG. Jonkman (thuis komende) Nu ben ik ZINDELIJK. Twee reisgenooten dineeren in A Ho veel huishoudgeld geeft gij uwe vrouw B. Zooveel zij hebben wfl. n voo- ij bod irtementen zijn wei wat ver van luis juffrouw.” Mozes „Waar heb je gebracht Nathan „Ih Tirol, prachtig! We woonden als het spel zoo doorging, spoedig kopeke meer zou overblijven. Een oogenbiik sche keeren. Tscheritskoft had twee achter elkaar gewonnen. Men i vreeselij dood It in de oogen stooten hij bergt zelf zijn gedachten, buigt springt vooruit, wijkt terug de bliksemen, de handen trillen. Eén t fout zou onherstelbaar zijn. Men berei „Heb je genoeg vertrouwen in me om me tien gulden te leen 1" „Vertrouwen wel. maar geld niet 1” OP EEN BADPLAATS. iding der laatste uren bijna verge ten was. Nu echter begon haar verdwij ning even zwaar op hem te drukken, als Waar was zij heen g< d zij geen adres achter gelaten hadden de Sapley* s zich op bet en.de soep werd opgebracht „Maar waaraan moet ik dan eerst mijn -2.1 wan- haar vader, die haar aan de speeltafel hoop rondziende. VOORNAAMSTE. wel met haar gezien zijn.' r 2 72 ders op. „De een of andere scheepskapi tein. of misschien een handeJsnetzigez*” Op een school, waar de tfsjes rechts __i de jongens links zitten, wet vreeselijk gebabbeld, zoodat de ondtvijzer even moet ophouden „Aan omen kant was hl toch niet F roept een der oudste meisje „Niet?” zijn eigene, de diamanten zijner orden zelfs zijn kostbaren zegelring t- een prachtig geschenk van den Wezenloos stond hij op, greep vulde en ledigde het achtereen, ging eenige keeren de zaal op en neer en zette zich toen weer t- Augustinoff, die onverschillig de t± 7J partij kwam opdagen. Toen deze zag dat 7 plaats nam, stood hij J2>e_ morgen is_nog niet aangebroke JU kant toch niet meer spelen bezit nu niets meer. „Hoe kunt dat weten F „Hebt dan misschien ook nog een verborgen ■chat.*’ Ja, ik heb er een.” En met halfverstik- te stem, doodsbleek, (Jzj - -A^_ -Tt jjjjjjj dochter niets bizonders voorgevallen V i:__i2 -i ‘haar bliksem is in een'der broeikassen ge nazend slagen.” Grondeigenaar „Waarom let je dan ook r niet beter op, waarvoor betaal ik je an- en de ders?" BIJZIENDE. Léonce, een Parijsch acteur, fe zeer bijziende. Op zekeren dag kwam zijn voor hoofd in vnj gevoelige aanraking met eet der kolom "ten van het Café de Suède. Een ieder die den bons hoorde, dacht dat de acteur zich erg bezeerd had „O, *t „Gareen la water tt gebracht ei jk verbant Men dacht nu, dat hij dit om ziji ggen, maar neen h pilaar. EEN LAPSUS CALAMI. Een ijverig verslaggever vermeldde t- i een bericht van een brand aids per telegraaf „Verschrikkelijke bran -‘*n en een Se EEN ENFANT TERRIBLE. U ziet toch niet zwart, oom? vroeg een kleine knaap aan zijn peetoom. Ik, zwart? De hemel bewaar me. Maar waarom zegt mama dan altijd Een soldaat staat in een helderen .«gu»- tusnacht op schildwacht, op een| mzame plaats buiten de stad. Daar versefant een beoefenaar der sterrenkunde tft een lange kijker. „Wat drommel ;*at die met dat lange geweer uitvoeren, «kt de childwacht en volgt aandacht!?eke be- -van den astronoom. Daarertoont een vallende ster. De schüdvcht iaat schrik zijn geweer los. .Groote daan en toornig klonk zijn antwoord „Stil vrouw I bemoei je niet met müi- „U zinspeelt zeker van juffrouw Sartoris „Daar dacht ik op het oogenbiik otot aan, Myiord," antwoordde Gerald. „Ik bedoelde de verdwqning van kap- JTT— ~*Lord~Chester keek hem steak an boei I naar de wangen m de fijnste familiën. Of heb’ u in uw leven ooit een os gezien, die een kaal voor hoofd heeft.” „Je schrijft een leelijke har F werd aan iemand gezegd. „Je hebt goed spreken,” u t ant woord, „jij spelt goed. Als ik herschreef, i zou met meteen merkertoe ik de woorden spel.” VOORZORGEN. Ehze (16 jaar oud)„Mama, ais ik van nacht weer zoo’n leelijken droom heb, aan den dood van haar vader Ik blijf Her en niemand zal mij dat beletten." aew ’Z’ “T” ---M MU wn; ivwi okmjv* weu. XUSU XUOC31 OT een volleerde tooneelspeier, zei Mordaunt zich reeds verwijderde. Deze een vreemdeling geweest zijn, óf een der Grondeigenaar „Is er heden-nacht dan «SS» Nachtwachter Jawel, mijnheer, de fe aangebroken Jk verol antwoordde nu met nieuwe levendigheid begonnen hem vreeselijk beeld van een duel op.leven en ner wangen, aan den sluier die zich over nooit meer met ons uit rijden gaat.” BIJ HET STAATSEXAMEN. Examinator „Jongmensch, op welke rA Waarom zouden de honden van niet verlaten had, zijn vroegere edele, A „Verbeeld je, amice, gisteren maak den dichter Rijmpot tlken dag zoo vree lijk janken en huilen B. Waarschijnlijk leest hij hen zijn gedichten voor. IN WANHOOP Moses „Niets te handelen, mijnheer Heeft u niet wat ouds te koop?" Heer „Koop ie ook schoonmoeders HET BOOZE GEWETEN Kellner (in de zaal komende) ^Mijne- tegenover beer en. buiten staat een vrouw, die zegt, Je kaarten haar echtgenoot hier in de zaal is en schudde, wachtende tot een meuwe tegen- met weggaat, alvorens zij hem ge- partij kwam opdagen. sproken heeft. Alle aanwezigen sprin- Toen deze zag dat Tacheritskoff weer hun stoel en begeven zich naar plaats nam, stood hij van zijn kant op. het venster. JDe morgen u oog niet aangebroken/* zeide Tscheritskoff, waarom staat op F JU kunt toch niet meer spelenu KOLOSSAAL Onlangs kreeg een mechanicus de kou- w en groot geten de hand zijner dochter te vragen de koorts en wel in zoo'n hoogen graad, „Yliet zegt de meester.Des :digheid. en ik had nog wel een knoop in mijn dat alle thermometers, die in zijn atelier want zooveel te gauwer is hl dan l hinden, tot het vrieanunt daalden. ste tul F* HOOG. te dige te zoeken.” „Ik ben bang, dat u dat nooit zal ge- - t lukken," zei Mordaunt, de schouders op- maar er is niet de minste aanwijzing ge- halend, „het is al zoo lang geleden en het vonden,” T meisje heeft geen enkel spoor nagelaten.” Zij „U vergeet den man die met haar ge- door zien is aan het station en het pakje dat zij van de dingen die daar nog lag< droeg,” zei Gerald. keningen en plannen deden in Mordaunt’s oogen knipperden. „Ik herinnereingen wakker worden zou u raden, daaraan niet te veel waarde te hechten," zei hij. JEt kunnen dien «vond wel tien paartjes aan het station geweest zijn." „Dan zal ik ze alle tien zoeken,” zei Gerald „De man die haar meetroonde Tt mfl nite ver- mnnheer ik heb lang niet gezien.” „Neen, Myiord,** sei Gerald, Jk ben wezig geweest en gedurende mijn afw Kheid rijn er in Regina treurife dtngm Lord Chester kleurde even. j- --f - y -t- ..n oe xrwezigDeau De aparternemen zijn wel wat ver van antwoordde hij het badhuis juffrouw. geef me maar een servet, een gl „Dat is waar mijnheer, maar daarvan WJt Het gerraagde werd heeft u dan ook het voorrecht, dat u de Léonce maakte een behoorlij muziek nut hoort.” Vrouw (tot baar man aan *t ontbijt) „Je grootste fout manlief, is dat je geen „neen” kunt zeggen. Je zegt, dat je niet weigeren kunt, als en vriend je uitnoo- fangs in digt om iets met hem te gebruiken, per teiegraai goed, maar van één glas wordt het twee, elf gebouwen, tien paarden drie je komt laat thuis en maakt je tot ptrin. VERSCHIL VAN GR VOET, EN A „Thans heb ik een voortreffelijke ging Tacheritskoff «otiing in mijn huis woont een dokter - en een apotheker, naast mijn huis is een brandschel, in de onmiddellijke nabijheid is de post, kortom alle gemakken, welke men zich maar bedenken kan. zijn aan- el met haar gezien zijn.” Zij gingen weer naar beneden en be- die van Lucy. V Mordaunt haalde andermaal de acbou- spraken het geval, waarbij Gerald ook de Waarom had zij - n-- --u--verklaring gaf voor ajn langduriae af- En waarom 1 kasteel geïnstalleerd? „Wie beeft u dat JUetnaod, maar ik weet het... Jk.. kan. zijn aan- vr0Uw [""verzekrtde tegen alles, wet u m« heden necht hebt ml’n hu^_“ bierhuis en vind ik ieder stuk van mijn kleeren in het «tgewonnen. een - bank van leemng." donker. "Na deze woorden wilde hij zijn L De oogen ven Augustinoff flikkerden zonderling en voor *t eerst zag men de tot dusver onbeweeglijke trekken van den verharden speler veranderen, en een in- nen met Saphir in gesprek en maakte wendige ontroering er op uitgedrukt. t r Uk neem uw voorstel aan,” antwoordde hebbende overdaad van woorden. Saphir Een bakker, die pas burgerwachter ge- hij. Zijn stem trilde echter evenals die rij- wilde zulks niet toegeven en verlangde worden was, oefende zich m rijn winkel ner tegenpartij. De woorden kwamen voorbeelden. Tusschen heissen en nen- in *t loopen in den pas „Links, rechts weging stootend en moeilijk tut zijn keel, toen nen is geen onderscheid meende de ge- links, rechts vier passen voorwaarts, rich eei hij er bijvoegde i „Ik stel echter twee zant. Ik kan, antwoordde Saphir, mijn marsch F Bom 1 Haar viel hij den trap van 2.^_o-- voorwaarden Ten eerste is de inzet van knecht wel heeten iets te doen, maar ik af in den kelder. Zijn vrouw riep nu hevig gerechtigheid I hij heeft hem kA ge- mijn kant te gering, ik doe er minstens kan hem niet noemen iets te doen. verschrikt „Janus heb je je zeer ge- raakt F’ roept hij uit vijf honderd duizend roebels bij. Ten Spetun en «senjdan Ik kan de armen t J tweede zult ge, ab ik win, alle verantwoor- wel spijzigen, maar ik kan ze niet delijkheid op u nemen. De prinses is rein, Senden en xhidun dan. O, dat is al heel taire zaken.” er mag zelfs niet de schaduw van iets poot, hernam Saphir. U Ed. is b.v. een verdachts op haar vallen. Getandter. maar geen GescMcktw. STRAFBARE ON OP L ET - Ik stem toe in uw voorwaardea, TENDHEID. antwoordde Tacheritskoff. De eerste b GEGROND MOTIEF. vleiend voor mij, de tweede voor mijn A Ue komt 's-avonds niet meer op de dochter. dub r’ Toen Augustinoff de kaarten in de hand B. „Neen, voorloopig niet. Mijn nam, overmeesterde hem een zonderling schoonvader heeft mijn vrouw op 1 gevoel. Hij twijfelde een strijd te beginnen, verjaardag een presentje van du waarvan de inzet de dame van zijn hart gulden gegeven en nu leer ik haar ocarti was. Vreesde hij het spel te verliezen Of spelen.” was hij bezorgd, dat een weigering van de prinses hem het geluk van de overwinning bêrooven zou? r Verwarde aandoeningen welden door bij den referendaris geweest en heb zijn hoofd en ontroofden hem een deel van zijn vorige koelbloei Het spel begon. Een doodsche stilte zakdoek gelegd, beerschte in de zaal. Men durfde haast niet ademen. Slechts hoorde men het TROEF, gedrwsch der vallende kaarten en der Een jonkman, die bij een zeer opper- speelmarken, die over de tafel gleden en vlakkige kennis een groote mate van ver- van tijd tot tijd een zachte stem om éen waandheid bezat en over zaken, waarvan slag te melden. Zoo vaak de kaarten ge- hij niets wist, dwaselijk redeneerde, ge- «chad moesten worden, hielden da kam- raakte met Dr. B. een oud, zeer geleerd dat u zoo'n neger een groep ffj V AA. 1 --TW—U 3 pl y OeCOetOC OC 1 ben, wel Lee T’ zei Gerald, het raam ontvingen zij hem koel en met in- Handler's dochter.” ten spoedig indruk op hen, zoodat zq J- ten slotte zijn vragen vkx beantwoordden. - r^>ia J Niemand die zij met mogelijkheid zou- Sik’ scheen zijn oogen met te kun- Gerald. den kdnnen verdenken behalve dan de hij, Ja verklaren, dat ik onschukHg -j met Lee schudde het hoofd, en rakelde het j-it in ben aan al wat cr gebeurd m. Ik kan a vuur nog wat op en terwijl Gerald de vertrokken Iedere»? moeilijk vragen, dat te gelooven, maar ft hij kamer op en neer liep, ruimde hij de dwijmnB Van het^is»^ Ver“ zal hier wachten op den terugkeer van hat te verdwijnen, zelfs maar voor een paar ïïwri^ tS m, zonder dat dit bemerkt waf *rald, die niet nogmaals rijn onsschul ,rhikkm dat die afschuwelqke vvrdet»- i^tU^Tn^hr8^. Hng o^Xij blijft rusten.** - antwoordde Mor- tij^Tab’Tk een flaxen üt ^cht^ ^ff0^ k^el'to^Sd'^rtr^ff^^ hii*” daunt. „Ik neem het woord van 'n gentle- aiidoen, niet bij stond F* heel R^toahem X tei ffidS tad 8^oov“' ha’i - man altijd aan,.maar u zult moeten toe- „Ga mee naar boven, Lee ik wü pro- gehou^X m^^h^Th^d^xS «in nf ik ffeen aanvrimnor vmrU«« u_lii j u toen IU) CIC Hand QTUXte. lzHad u mij uw adres maar gestuurd,’* Een groot gedeelte van den nacht zei Lee spijtig. bracht hij door, met zich telkens en tel- Gerald kleurde. ,;Toen ik het bericht kens weer die vragen te stellen, zonder z- - _L;j. wilde voortzetten, waren mijn betrekkin- Den volgenden morgen ging hij vroeg gen tot Court Regina ten einde, Lee,” zei naar het station, om daar met zijn onder- hij, „en ik wilde alles vergeten.” zoek te beginnen. Hij werd daar ontvan- 1— --VW. «.V ZXKZ- 1UCI CCU bWH LAICCIUC VU WU. niSUMUJU ij is gekomen, fan mis- ken en hem bij te staan, maar dat wilde wist iets. Toen ging hij naar de halte bij t en ondervroeg daar alle --P’iP °P en beambten, maar hij kwam niet het minst ging bij den haard zitten peinzen. Hij te weten en kon ook niet den persoon ont- had op zich genomen den schurk die dekken, die Mordaunt het verhaal ge- ‘ƒ7 “el 8euaan neelti schuld was aan Lucy’s ongeluk, te ont- daan had van den jongeman en het mei» G"tld’ ”da" he“ tOe aóod«ken dekken hoe zou hij beginnen Hij over- je met het pakje. lidXn verklaarde be- Mordaunt had moeite zijn schrik niet gehad had en zoo herinnerde hij zich ook te toonen. „Ah zij nog leeft F zei hij met weer den avond, toen hij op de pier zit- zeiden een lachje, „waarom zou ze niet meer le- tend, hart met een jongen man, die hij T :=- ven Maakt u nu het geval met zuattet niet had kunnen herkennen, op het rots- hij daar liep,* ontmoette hij U L?cy P’kj* dan het al is I pad gezien had. Hij herinnerde zich, dat wiens goed grensde aan Court hij toen meende, dat de man op Mor- 1 2 „_2 ,ucy, daunt Sapley leek. Die vage gelijkenis overgebogen J en hielp hem echter niet veel verder. Zelfs drukking op storven vader.” als hij daardoor rijn verdenking had la- vroeger een paar maal ontmoet en enkele y Aaa» ZW* a—-1- 1_ T Mordaunt. „Ik hoef u zeker niet’té zeg- maar voor‘een oogenbiik rijn gtu, dit .k dl» Let, ,k kuu, want Mordaunt had blijkbaar ut piaas en uen noea atnemen. uora vmesrer sees om haar spoor te ontdekken. Kan ik noott verlaten en was nog altijd hier. En hem een oogenbiik gedachteloca aan en arzvrv» m /-J/vaat aa Ia iaa 1AA1 CamIam, „Ik zal mijn gen ze met ons rijtuig op hol. de geldigheid van het spel na te dachten verzonken, rond. „Alles is hier al doorzocht, mijnheer, -O BW." zei Lee. gingen naar de kamer die vroeger Gerald bewoond was en het gezicht van de dingen die daar nog lagen tee- keningen en plannen i aan weinige gelukkige te gelukkige gen, die hij op Court Regina had doo „Ik zal hier blijven slapen. Ik heb gevoel dat de waarheid, ils die ooit Ha» lir' net uc, TROEF. Een buitenlandsch gezant was te Wes- aantnerkingen op de Duitsche taal, als l van woorden. Saphir ziek. Neen, is een heel klein woordje, eens „neen” te leeren zeggen. Apropos, mannetjeliefheb je wat huishoudgeld voor me Man .JVeen F van den jongeman en het mei» slist, dat hij zulk een paartje niet gezies had, of zich dat althans niet herinnerde. Dat vond Gerald vreemd. Hij keerde naar Thraxton terug. Toen 1 LordChester, t Regina. De lord reed tangraam met het hoofd voor- en met een peinzenden trit- Zelfs drukking op het gelaat. Gerald had hem succes tpe,” zei >en vallen op Mordaunt, dan zou dat toch woorden met hem gesproken ni»t f» «Aaw— maar vrw\r aam rvNOAnRIak - l— u. plaats en den hoed afnemen. Lord Chester keek Na een poosje dropen de menschen langzamerhand af en Gerald bleef met Mor I aunt alleen achter. MIk hoef u zeker niet om uw toestem ming te vragen, om hier tc blijven, mijn- heer Sapley?” zei Gerald. Hij was nog doodsbleek en zijn neus- ”8e$H 00?el7 vleugels trilden, maar Mordaunt was nog „wie heeft bleeker i nen -- zijn rijzweep tegen rijn beenen. „Natuurlijk niet antwoordde „Ofschoon ik moet bekennen, dat ik uw in, wat voor goed u hier nog doen kunt, met hier te blijven en den amateur detective te spelen I” „Verdenkt u mij misschien nog, mijn heer Sapley vroeg Gerald, de oogen onderzoekend op Mordaunt gericht. „Natuurlijk niet,” -JJ- altijd aan, maar u zult moeten toe- GELUK BIJ ONGELUK ik met mijn schoonmoeder een rijtoer selÜè (anken en huilen Hij boog voor Augustinoff, groette op plotseling schrikken de paarden en gin- 'i-en zei „Ik zal mijn gen ze met ons rijtuig op hol.” B. „Welk een ongeluk F A „Nu, dat is zoo erg met, want mijn lechts aan het doodelijk bleek zij- schoonmama heeft gezworen, dat zij „7*g kan je me nu ook dat geld tea®- geven, wat ik je laatst geleend h»F* vraagt iemand die rijn schuldenaar üeen koffiehuis bij een glas port ontmoet DE PROEF OP DE SOM. JZao, begin je weer over die elledigt „Hoe gelukkig ben ik toch met mijn vijf pop Drink «rat minder bier *s-a«ads ouw 1” verzeker de_een gehuwd man in dan hoef je mij er zoo dikwijls niet sar te W li m de^t'^rtaan en toch ,j kleeren in het donker."Na deze woorden wilde hij rijn neus snuiten en haalde uit rijn zak een kinderhemdje. geheimzinnige wijze ver- „Dat hebben we gedaan, zei er een schien zijn we ten slotte nog wel onrecht- Gerald niet toestaan en ten slotte liet Lee het kruispunt „Tenminste, mijnheer Mordaunt Sapley vaardig jegens hem, mijnheer Wayre hem alleen. Gerald stak een pijp op en beambten ma; kunnen volgen, tot aan bet station— trouwd. keek om en antwoordde jongelui uit het dorp. „Beslist, zoodra ik het weet.** Hij ging naar de aanlegplaats der vto- Gerald ging het huls binnen en na en- scbersschuitvn en trachtte daar te weten kele oogenbiikken volgde Lee hem daar, *on,en» w’e alzoo Regina verlaten die, zonder en woord te spreken, de haard jU(‘°en> 1otnstreeks den tijd waarin Lucy begon aan te maken. verdween. Hij vond daar een groep par in' gelooft toch niet dat ik schuldig ??nen> druk en opgewonden spraken. I f xwHlACet L-.l Lj^U, wx-i wi«au, um w-* 111 Z-w openend. gehouden wantrouwen, maar zijn groote „Neen mijnheer,” antwoordde L -lblik jj. het gelood’ 't het dan gedaan F vroeg Gerald. Lee schudde het hoofd, en rakelde het vuur nog wat op en terwijl Gerald de sw» CQ L-t-v— opslaan. Zenuwachog sloeg hij „Natuurlijk niet f -- --- - „Ofschoon ik moet bekennen, dat ik uw kamer een beetje op en maakte die wat aanbod min of meer dwaas vind; ik zie niet vriendelijker. „Je bent een ware vnend, Lee," zei Gerald, hem de hand toestekend. „Ik Tera,n zal nooit vergeten, ho« j« mij hebt bijge- betuigde,’ verliet staan. woning Lee kleurde van genoegen. „Ik zou toch hem Een groot gedeelte van den nacht bracht hij door, met zich telkens en tel- vw_„ uvJMAii sens weer uic vragen ie stenen, aunueT ontvangen had, dat men het werk niet er* evenwel een antwoord op te vinden, wilde voortzetten, waren mijn betrekkin- Den volgenden morgen ging hij vroeg gen tot Court Regina ten einde, Lee,” zei naar het station, om daar met zijn onder- hij, „en ik wilde alles vergeten." zoek te beginnen. Hij werd daar ontvan- Gee '"?t_ Om VOOr te !P~ ^en met een soort beleefde onwil. Niemand t en ondervroeg daar alle die op even dweneu is als __,,Dat hebben we gedaan,” zei er een schien zijn we ten slotte nog wel onrecht- Gerald niet toestaan heeft het gedaan Hij heeft haar spoor hij heeft het meisje misschien wei'’ ge- 1 kunnen volgen, tot aan het station— trouwd.” j_r - 11Tlutrn ““".j „Als hij dat niet gedaan heeft,” zei schuld was aan Lucy’s ongeluk, te ont- daan'bad daunt, die de oogen neersloeg en ineen- als rij no? leeft.' kromp, maar toen weer een uitdagende houding aannam „Ik ik heb getracht ze 1___ dat ze dat ze iemand gezien hadden 2^_ I b’L h’kk'lw’d- „Voor mij is het al zwart genoeg,” zei Gerald keek hem scherp aan. Gerald, „maar ik denk meer aan Lt „fan toen hebt u maar dadelijk gecon- aan mezelfaan de arme meid cludeerd, dat ik die schurk was 1 Dank haar van verdriet u, rnijnhe» Sapley En toch, ik heb „Nou, ik wens werkelijk iets, om u voor te danken, r~ want u kunt mij een aanwijzing geven. g^ dat*"ik ’alles gedaan heb wat ik kro, En nu, vervolgde hij, zich tot de menigte - - 2222. wendend, „bhjf ik hier bij jullie hier, misschien iéts voor u doen, om het u hier bovendien, Mordaunt Sapley 'streefde m dat huts I Zouden jullie denken, dat ik zoo aangenaam mogelijk te maken?” te zeer naar om Jhooger op” te komen, vu.— dat zou kunnen doen, als ik schuld had „Neen, dank u,” zei Gereld. „Ik zal dan dat hij zijn vooruitzichten op het p heel dankbaar zTjn, als u mij het adres spel gezet zou hebben, door ach in te a --van juffrouw Sartoris wilt sturen, zoodra laten met een meisje, dat zoo ver beneden -• - - - *l100’ “e onschuldl8 dan u het weet,” voegde hij er aan toe toen x»jn eigen stand was. De man moest of een dar oudere mannen „en juist omdat alles zoo tegen mij ge- alles keurig in orde, juist zooals het was was dus de reden van haar weigering Myiord, om u een^taag ta doea/ en haaf uujluuiu IC oecuigcn, uat LUJ -7~~-,7" er niet dadelijk aan dacht, dat haar af- <xn.~t w?t*? y**11**!* Juffrouw Sar* - taru H plotseling vertrokken yw- -B--- -der van wien ook afscheid te nemen. Ook Toen hij daar eindelijk aan dacht, gaf heeft m memand geschreven. Ik kan Sa - AaaWAaAA AWAWW Mi W W AA_A„K A t A A «C. UCUJ U41 CVUlgC upiuuuimg, maar TOCH w—o—51 de bleef altijd nog haar koelheid tegenover vertrouwen hij aarzelde tCl JUddlUddl; <0 WAL CT T»»Fl Muaugt, UU.KB.C :beurd. Het was niet meer ontmoetend, vervolgde hij UAU UMLUUIX1JB., LML 41JLL gCUAGULCQ 5XCH UAL ZOU Ik heb het zouden wenden tot Claire, die hij in de *c mt een diepe ern tpr nht id -- t---“t aan opwin<’ -- Gerald „De man die haar meetroonde het licht komt, hier uit het huis zal moe- ten moet hier meer geweest zijn, moet ook ten komen.” 1 i.,.1 r«tji -J- - nieuw aan. Ofschoon Tscheritskofi een pioenen een oogenbiik stil, evenals strij- en achtenswaardig man, m een «voorden vermogen van 5 16 millioen roebels be- ders, die door vermoeidheid overmand twist. Om aan zijn meening gewicht bij zat, kon ieder toch vooruit zien, dat hem, zijn, e* die nu reeds met ongeveinsden te zetten, zei de eerste op brutale wijze geen schrik aan de nederlaag denken „Dat zal ik toch wel weten. De 6 jaren, Laag bleven de zetten gelijk, .ang die ik te L. heb gestudeerd, kosten mij ongelukkig wezen, ik heb niet het minste ibtik scheen het spel zich te waren de krachten aan elkander gewaagd, tienduizend gulden.” pl»«i» a» «„u nUin» ree partijen Tscheritckoff waagde eindelijk een ver- „Jongeling, antwoordde Dr. B., „als m het werk. raadde hem metelen zet .hij kon de overwinning iemand er u tien gulden voor biedt, sla aan, het er voor dezen keer bij te laten, brengen.hij bracht de nederlaag. Het dan toe ik raad u dat in gemoede DIERENKWELLING. Niets kon hem zekerder aansporen om was met hem gedaan. Nu eerst nam deze verder te spelen. Wat, riep hij, terugtrek- man, die de speelkoorts sedert tien uren ken, juist nn het geluk mij weder dient F Ik sta niet van dezen stoel op, voor de dag fiere houding weer aan r— ’licht mij hetzelfde te doen,” militaire wijze Augustinoff. Het spel werd woord houden.” Het kwam met eens in - 1 op, Zwik spelen, zulk kampen vertoont het gaan. Sli teder der beide partijen beproeft zijn oogen scheen uit te spreiden en aan van den ander te lezen, welke het smartelijk trekken van mond en voor in zijn schild voert. Hij ver- hoofd, zag men, welk geweld hij zich - ■-( ach, aandeed om het folterend leed, dat zijn hoogeschool hebt gij dit gebrek aan kun- Fe oogen hart verscheurde, te verbergen. e „Nooit zal ik dat oogenbiik vergeten,” tt zeide de verhaler. „Ik verwachtte ieder de gevolgen van iederen stoot, combi- oogenbiik. dien man. als van den bliksem de tegenpartij in de war te brengen. JW’jj -Id:!.. J* AAAAAA —.AA U L bq verzwakt, hij wankelt, hij valt *t Is met hem gedaan. ’t spel is ver loren. Zoo ook viel Tscheritskofi in dezen reeds daaruit j, vreesdij ken nacht. Voor het morgenrood Augustinoff geworden lichtte en de winternachten zijn lang telde men, dat het haar met veel moeite heid. Sergeant-Majoor „Mannen, als er bij Veeg je bord eerst af fluistert de eene, je inspectie gevraagd wordt Hoe is de Een man, die haar eemge milhoenen toen.de soep werd opgebracht menage dan moet je antwoorden aan den Norsfctja, zijn seboone goederen in de roebels waard geschat had, beminde en „Maar waaraan moet ik dan eerst mijn Kapitein goed aan den Overste Jongmensch (tot een oud kaa’hoofdig ONBEGRIJPELIJK. heer). „Drommels, u beeft zich het haar Huzaar Nu is mijn paard waarlijk ver uit het gezicht gekamd.” neert de werkingen, voert ze snel uit om getroffen, te zien nederstorten. bang voor zijn drinkemmer. Dat zou Oude heer Ja, dat i< de vloek der 7 De aangegane verplichting werd volop juist zijn, alsof ik bang was voor mijn wetenschappen. Zoo iets riet men juist Eindelijk wordt een van hen minder, gehouden.” - J- t:-•--*-• -• -- „En de prinses Dat zij zich onderworpen heeft aan de bepalingen, bij het spel gemaakt, hebt u -1- a-.*t gezien, dat zij vorstin Twee reisgenooten dineeren in een 1 is. Aan ’t hof ver- restaurant van twijfelachtige tindelijk- het haar niet veel moeite heid, in Petersburg had hij alles verloren gekost heeft, zich er in te schikken, wat hij bezat zijn paleis aan de groote V iz, J’: ïsir _;_2;: Norskaja, rijn schoone goederen in de roebels waard geschat had, beminde slot in de Ukralnetwaar hij de edelste paar den van 't geheele rijk fokte en een ko ninklijke hofhouding hield, als hij daar met rijn jonge dochter vertoefde om de inkomsten van zijn stoeterij in ontvangst te nemen. Welk speler houdt echter alles voor verloren, zoolang hem nog iets te verliezen ovrtblijft Tacheritskoff kon niet de dia manten der prinses verspelen, reeds had hij a*--A._1 en f»ar. p een glas, ene malen J**X**vUW SA wijzingvan rijn aanzoek had plaats gehad, ^k^fs^eiTte0^*0 r ^Toen toj dïï emXujk’Sn'd^hfa^ beeft rij niemand geschrevs^’u' kan in hem de hem dat eenige opluchting, maar toch echter ook geen recht laten gelden op haar de bleef altijd nog haar koelheid tegenover vertrouwen hij aarzelde een oogea- da- hem even onverklaarbaar, als wat er met en tixn de ernstige blikken van Ge- doorge- Lucy was gebeurd. Het was niet meer ontmoetend, vervolgde hij met groo- dan natuurlijk, dat zijn gedachten zich ten, “P®* „behalve als, dat zou znn af _J__ A_A J.*_ t_fj •- 1 »A 1a4/4am - AlFT* A A. ---WXV haar.” Grtald boog het hoofd voor te openhartige erkentenis en de UüHmm gegaan groote droefheid van den spreker, gelaten „Zij is met een bloedverwante naar het -phet Eiropa gogaan.”»,^!^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1923 | | pagina 8