ftj-SLTtSrsr - DE ROODS DRIEHOEK. man ESJüL1?' *- i- M Dl Sneeuw al» aanklager. ZELFVERWIJT bn besluit. - deze nieuwe verdwijning Ik kon van dit altaar piet» onderscheiden, hoofd, met bovenaan een --- lfgodsbeeld> opening,- boven stond, een soort van Boeddha met “T. verscheidene armen, waarvan de twee bo- cco licht o venste, de een een dnehoek, de ander ten op een soort korten steel twee gr< een slang hielden met kogelvornugen oogen van zeegroene kleur, die schil darde vrede lichaam?' Zijn klachten vonden met den klank in mijn hart, zooals onder omstandigheden wel het gewei na ^emrieï^XV^^ l3 «XK- dTi l^stof- Mük overschot ruste «o vrede ia £d‘ is gewroken." „Nu, vooruit den maac,” aai ik... zooals ia wilt, maar aorg binnen hoog teen. twintig minuten tmg te «m- Du JCo.onel,” antwoordde hü plechtig, ..houd op, want ik beloof, ja ik by «weer u. punctueel te zulte gehoor renen. Binnen twintig minuten ben ik weer hier an naar ikjaapp mat het lük grond van nnjn hart. Hij drukte d* hand, die ik hem toe- het 'slot ven aün 'revolver en verdween ia da nauwe gang. Ik zag gedurende eemga negen slikken bef licht door de wanden ggmhda ORteng heen en weer dassen s ik boorde t.- XRf. zag zftt tot vat 5 sousttrrain. ite niet XVL HET MONSTER. blind voor de gevolgen mijner daad. Ik sahet droeg ik de vermoeienissen van onze ge- XV. vrede in sea vangenis komende, u in eens bevondt on- o. vre*- •isch il ik abM WMf. ken run mo*» dat le w»n<J wierookdamp, die en naar Alleen de huid is geraakt. Overigens, ziet uzelf maar.” Hi greep een kleinen spiegel en hield ze mij roor, terwijl Joseph het verband los- aan beide i spiraalgewijze naar schend*n muur en •i massa op, zooals de ste woord „Mijn laatste woord.** niets anders vonden achtig HM kdten duur van het leven hier bene- plaats, die op A moert heeft in zijn tachtigjarig le- den invloed--- in dien lanun «0toch k?£ten ti’d Hchtte in September 1812 van het vea’ BO»de nagestreefd. Maar on- veld aan de Moskwa c- langst aan boord, als het vaartuig schip breuk lijdt, en het is immers een schande voor hem, zijn equipage te overleven.” Mijn angst werd on hoon twaalf minuten verloopen waren. Zou ik werkelijk den moed hebben, mijn fout te overleven, zou ik den onder- -d’Estival kunnen overleven als te vluchten, maar sloten in die richting mijn plan gemaakt. Ik en de stoffeli.' de dachtoffers ved duidelijker de rampen van ons dap- leger uit komen dan alle ambtelijke ichten. Hoe het zij, de voorliefde voor ---7’ wees' tn mij kunnen afslaan. Ik had en met geestdrift maakte ik gebruik van gelegenheid om den wapenrok aan te-**,n mm uiigewisaciu weroen. ELwas ik de ekmge onder mijn Je kent de geschiedenis van dien veld- die niet ziek was. Het einde urefliWiM w* dt vKkelijkheid. de bginnering M' mij ®öit in hi -- dat hh koude zweet op mijn voorhoofd komt en i - schijnt stil te staan richt* van Ik tan u slechts mededing doen demes. C werkzaamheid oaardS, f hem van Ut had aan gedaanf bat wagen aan de verliezen was van I-- r -j— daaen er nog een toe te voegen, dit balkon afgebroken S van'dèn jongen offieier, zoo vol toewij- zoo s^thiek,.,. En dm:omren moet aanbod niet zonder inwendigen strijd tod --1 hot», dat de vrede spoedig gesloten zou worden en ik zou, dank zij mijn beroep, onder de eersten zijn, die uitgewissela werden. Missdrien ----J mnner be proevingen scheen nabij en ik zag mij reeds terug in het vaderland, bevorderd en zelfs met een decoratie geCerd. Op de ze wijze sprak ik mij hoop, moed en ver trouwen in. Op hetzelfde oogenbiik kwam zz-“J_-Lijgereden, hield zün paard in, toen hij bij een kozakken-offi- J— -i en riep hem bench toe „Te B. zullen wij stilhouden. En daar moet je met dien kerel met den groenen mantel Een duizeling overviel mij en ik meen de den grond onder mijn voeten te voelen wegzinken. Neen, het kon niet, het moest vergissing zijn 1 Ba toch, ik kon mij ”’.us- en had duidelijk de woorden van den officier gehoord j Ik had zijn vin ger duidelijk op mij zien wijzen, terwijl hij de vreeselijke woorden sprak „Maak met dien kerel met den groenen mantel daar maar korte metten," die woorden be te* kenden mijn doodvonnis Had ik met een der hunnen gedood Wat was natuur- lijker dan dat xtj hem wreekten! Bn ik alleen droeg een groenen mantel O God, sterven, hier sterven binnen een uur l Nog slechts weinige minuten en ik zoo bet leven moeten verliezen. Ik wist niet meer dat ik Hep, mijn voe ten sleepten mij onzeker door de sneeuw. „Sterven." riep ik uit, terwijl heets tranet mij uit de oogem die door de kou en dt ittering van de sneeuw ontstoken ws- „Sterven op twintigiarigen les heb ik weerstaan, klimaat, ziekte, alle verschrikkingen van den oor log, en nu ik dan ongedeerd aan het einde van den veldtocht sta, hu moet ik sterven I I ‘_i ver van mijn vaderland, zonder de hoop één van allen weer te zien, naar wie mijn hart verlangt, mijn vaderland, mijn vader lijk huis, mijn familie l O, Heer is er dan geen redding mogelijk f" Bn altijd verder zetten wij onzen tocht van mijn dood I Alles, alles om mij heen scheen troosteloos en onzegbaar droevig. Die ontzettende massa sneeuw en de geur, i na - -te ver en ik voelde mijn krachten pogingen - u ’,,iaa?r moest steun een herstellende ziekte. Ein. kop been.... ik wachtte mijn krachten geheel zouden dezen regel. Toen onze bewakers zich een weinig van ons verwijderd hadden, wendde mijn t zich tot m<l en riep met heeeche stem i „Dokter „Wat is er, vriend,” vroeg ik. Zijn diepliggend* oogen gloeiden met een akelig vuur „Kijk seassei hij. Hij lichtte voorzichtig een pand v*n zijn jas op en toonde mij den loop van een pistool ’Jk wt*tni«t hoe, voor de oogen „Bij de eerste halte waar wij onhoultn, wil ik....* en gijn gebaren vulden zijn ontzettende woorden aan. De ongelukkige was door hst lijden half krankzinnig geworden. „Zoudt u zich willen dooden,” vroeg ik ontzet. „Doe dat toch niet. Gij weet niet, wat het zeggen wil, te sterven I" „Weet u het dan, dokter I” Reeds opende ik den mond om een bo- soort van wroeging be- komen op een soort balkon, dat rond liep duw en gaf vut». 15* bonze was achter- die den tempel vervuld had, begon en waarvan de balustrade vervaardigd over in zijn geheime gang gevallen en het verdwijnen van het monster te i brons, met zilver ingelegd. Waar d’Estival lag met hut gelaat op den grond, minderen f4, “u was, sloten zich Ik wüde volstrekt mijn vriend te hulp terugkeeren. Na verscheidene uiteinden trappen aan, die snellen, maar voelde deze verstikkende kon ik mij oprichten, te naar beneden voerden tus- lucht mij meer eer meer naar het hoofd zoeken als een herstel -3 acht dikke kolommen stijgen. Het leek mij of ik de heerschappij delijk was ik i* eea kring *r om been geplaatst. Deze over mijn hchaann verloor. Ik wankelde staande, tot i Op den bodem van den reosachtigen rat waarin ik een blik wierp ik had kh^kenn-^’t^^ktet7kt|ie™l^mehn° diepte’onüprong, de Echte opper- gen van een Lntaarn d’Estival was daar. - Hij doorliep nu den groeten cilinder, die den grondslag vormde van de galerij. Ik zag hem een driehoekig bassin naderen, waarvan de kanten van rood marmer te leeren kennen vuist had iets geschi tterd, dat een korten keliikheid Blijkbaar was ik onder den dom, uit- lichtstraal in de duisternis wierp. In een Ik v gsbouwen in het rotsblok, dat zich een- oogwenk had ik het begrepen. Ik trok t« gdooven. Had ik goed daar zaam op de vlakte verhief. Ik was uitga- mijn revolver, richtte hem op de scha- I aawdringea, dat is mijn maar moet mijn *- eea. Behalve de nog een i dit plan te vormen.Dit ondéraardsche verblijf, vrij beperkt, heeft waarschijnlijk geen anderen uitgang dan dezen, die voeren moet naar een soort kelder, hem in een moer Tliri n" om de lijken te verbergen verstikkend sas van de onwetend* bevolking welke aan t-* - dw draak gelooft Het moet dua naar 8“« vrij zouden laten zonder door deze oeheune spelonk zün, dat man het iets worden beschermd! Deze gang r. - was misschien.neen, was zeker een «JK T*a «usau tarnII u-iaa uw* VU wu v*s*s w gesleept en het is mogelijk, dat het daar stnk» een waarmee wij ons zeker heten put waar£n t-m wierp den fc doen om in de zaal te komen, toen dat hij er niet tegen opzag de hoogliggen- drang plotstling een vreeselijke schok den bo- de sneeuw te doorwaden om onze kame- afdeelin dem deed schudden en een gerommel raden bij te staan. Terwijl de jonge krach- <m»tst« Zich leed hooren, dat gevolgd werd door tige '-Ltrz *u, een geweldige losbarsting. Door den ge- hij voor kou en zwakte volkomen onge- de weldigen luchtdruk, die mij van achter voelig. Ik hoor t aangrtep, werd ik als een bal door de ting uitroepen mijn en veel meer dan uw plicht vordert I” Lu „Ik doe, wat ik moet doen,” antwoord- vochtig linnen de hij met de hem eigen vastberaden uit- mu uexeu uu ae was. druk*?,g wo?rd bhk* en 031 hand wou rukken, zonder te wachten tot I. Ehfunoa“1tt A V ik hem di“ over8*f- mii «en vwe- - - Het is nu acht dagen geleden dat ik een gelijke drift aan De woede mutt* mil merde op eaurn a&Und, op de hurken bndf van hem ontving waarin hij mede- ut mijner R.ÏÏ; A- v v. i m” wensch“ u ‘Pr*k“- rukte een putool mt den gordel van den m^ k k k*rde- lk void“d.da*raanJ“tuutllJk.zoo spoe- Kotak en schoot hem dood. men ach naar mij. dig mogelijk en vond hem op zijn gewone Stelllg verwachtte ik die daad met den dood te zullen moeten boeten, maar niets van dien aard gebeurde - waarschijnlijk 3 te KCVCU CU ---J IL waarvan UC zuuztcu van iwx* o- - _i voorwerp bij waren. Hi- boog, zich over bet water, dat ^k^' mijn leven gedrukt worden. En dan Vervolgen3 2et;e hij deze lantaarn op een geleiachug, nover de minschappen, hoe zal ik S00ft den muur strand. Het - - kop. Het afgodsbeeld leek van goud net - hield. De kapiten van een schip blijft het ££tterdt „a gtita gians en in de oogleden. --- --- „l. k„, £eker ko,tb„c „eenen licht- ten twee blauwachtige stralen als het vuur langzaam langs een loodrechte lijn, terwijl nem, zijn equipage te overleven. blikken. hef zacht naar links en recht Wn angst werd onuitstaanbaar. Ik Mijn klmtrild bekeek het nieuws- Daarop volgde een romp als de nog steeds mets, ofschoon er reeds g^g toen rijn voet tegen een lang, don- riag, wit en doorzichtig al t, *u zear t rood en driehoekig was 1 Qwn-s!, die naderbij gekomen was en het lemerkte, hief de handen ten hemel M vel op de knie«n onder den uitroep: hem aan den haard plaats. Ambert H’org-san-Kio 1” „Ik heb u al dikwijls verteld dat uw vader de mannen bleven staan, «m****m koAWAwi 1-aaf «mm am t» m. - - - LJ—U__-_ A^. f. denken wat hij wil, maar ik voor revolutie. Wat mij betreft, ik werd op den mij rerzeker u. dat elk onderdeel dezer 2laten Januari - wezenl h 2. 2_; -- tlecip een voorbijgaande verdooving, steeg. Ik durf zeggen, dat ik niet bijgeloo- Men rmjn geegt op dat dit prijs te geven. Zoo verlïepen eenigê dagen v; -- - u. ---nder invlbed op mim enonsaantalwasreedsmeteenderdever- aan dien gruweluken nacht leven bleef. De krijgsroem van Frankrijk minderd. - - ----Op zekeren morgen, toen wij een klein van Bonaparte en zijn generaals wa- dorp verlieten, waar wij overnacht had** r -z^zz-Zzz. __J een officier op mij toe, riep mij e,n «kelig vuur brandde van verlangen hen na te volgen terzijde en vroeg in h»t Fransch - U J_. .1. 1 arts Op fn toonde mjj‘den Joop ygp ,en pijtopj „Jawel 1” J*--1-* *--- - j.’.ir.T ---mij slechts met krijgsverrichtingen bezie. ,’,Wilt u in onze doktersafdeeling over- onzer vijanden had” witen te ---- Toen ik twaalf jaren oud was, doofde gaan -*- vriesd, mijn vader, die ook arts was, het krijgs- „Neen 1" laatste schrijven vraagt g« mij be- vuur in mij door mij aan ernstige studie te „Waarom met van onzen ouden dokter Ambert. t*tten en mij op het doel te wijzen, dat „Ik mag niet.” - slechts deze korte, treurig korte ook ik bereiken moest mijn diploma als „Wij n ^_g doen gu zult hem met we- arts te behalen. De natuurwetenschappen aanstonds God heeft hem, die een zeldzame trokken mij inderdaad aan, ik had mijn roebel r aan menschenschuwheid studies niet alleen lief, maar voelde er tot Zich geroepen. Men moest zelfs spoedig geestdrift voor en ik durf u vweenonuern. uienz neln nabij kennen om zijn ware groot- zeggen, dat mijn vorderingen buitenge- aan, het gaat hier om uw toekomst beid van karakter naar waarde te schat- woon waren. Mijn vader was verheugd u-- ten. ».«n. »n v“u onze men zien naar mij. oig mogelijk en vond hem op rijn gi „Vermoei u niet, kolonel,” zei Vincent, plaats aan den haard, waar ik hem de laat- „wij rullen u later alles uitleggen. U was ste twee jaren zoo dikwijls getroffen heb. verdoofd door uw val en u had een schram Den blik als wezenloos op het vuur ge- «„val in h»t hoofd, dat te alles. Wij vertrekken richt en ..in diep nadenkjn verzonken, Mén^X^ binnen een uur, als de hangmat die ik scheen hij voor al het andere geen aan- aan in dt ~;en m;;ner onoeluklii». kam.- Tk*“' ZÓ0 “T1 U hebbend «^cht*n raden, wier aantal ongeel viX>ÏXd kunt dan gebeeten oagnisten en morgen hielden hem zoozeer bezig dat hij mijn bedroeg te u weer op de been. Wij zijn zeer onge- binnentreden niet eens bemerkte, en ik Hetis verloren te hem het eerst begroeten moest. ^Aha, ben jij het, jongen I Dat doet mij jileizier je bij mij te zien 1” Met deze woor- —ibukte hou- liet hooren, die gelden. Het iloed en her- vreeselijk schouwspel Btot het doorzichtige organisme zag af- n*a en ik kraag den indruk alsof zich aen e*n weinig naar links ov< rbuig«n, de ar- dalen. groot* vrij* ruimte voor mij uitstrekte, man op««heven ter hoogte van den mond. Na vijf minuten was het ontzettende Ik stond stil, als versteend van verba- terwijl t lichaam in zijm schommelende maai voorbij. Het monster kromp ineen zing en bewondering. beweging de maat van het gezang volgde. en verdween weer in bet bassin, waar de Ho* zal ik het MBMchrtJfeHjk* u be- Ik vroeg mij af wat dit beteebande. achtergelaten luchtbellen aan de opper- schrijvenï Eensklaps zag ik d'E®:ival zich omkee- vlakte zich met de lucht vereenigden. Verbeeld a, dat ge, uit *en donker* g*> ren naar het bassin, waarin het water in Op het voorhoofd van den ongelukkigea vangenis komende, u in eens bevondt on- het midd«n borrelde en kookte hij legde d’Estival vertoonde zich de verschrikze- der den koepel van Sint Pieter, met al zijn last op den grond en bracht snel zijn lijke roode driehoek zün architectonisch* uitgestrektheid en zakdoek aan mond en neus, alsof een Ho«veel tijd ik aldus onbeweeglijk, „iJ-zzAzz_-‘“'-~ J-* J ““chtig om mij te bewegen taal, een reusachtige rozet vertoonend*, water opsteeg. Bijna dadelijk kwam deze doorbracht, terwijl de geest en de zinnen dis als e«n diamant geslepen was *n waar- lucht ook tot mij, vrremd, verstikkend, echter buitengewoon werkzaam bleven C verdween 1x1 bcbt v*n lanU>rn ®ch dan 0011 was, le®_onb*s,emcis. Een mengeling en de oogen onafgebroken die wond aan- Nog heden echter schijnt het mij toe, it het eeuwen lang geduurd heeft, of schoon het niet meer dan eenige uren kü --- Was het een nachtmerrie, een van die a .a.-!** de gruwelu ke wer- ilijkheid van een werkelijk visioen! Ik,k^7 het nitt’ maar ben *ene'8d het In ieder geval de verdoovende uw plaats nietu doet meer dan u kunt Ik doe, wat ik moet doen, drukkii WOOI „Welnu, d*n m aüe* stgeaoopen r Ik voegde mij weer bij mijn kaoN en wij zetten onzen marsch voort. Ik echter erkennen dat ik dat verleidelijk Dit hoofd dook op «n verhief zidi heTzacht tuü links en rechts balanceerde. ,1 van een wit en doorzichUg als het gierig, KCT l£tS l-- keerde zich plotseling om en een woe- rooskleurige lijnen ontrolden i j i-r ig* talen met even groot* helderheid Dit was dan de vreeselijke en geheim- voor wien deze heerlijke tempel was in gericht. Hoe was het daar gekomen? Hoeveel eeuwen was het daar reeds welk «eken of aan welken 7 zich nu wover de tegels, hoorbaar snuivend* eu snuffelend. maar st dit ie op mijn leven een overwegen- zou uitoefenen. Napoleon eptember 1812 van het i' aan de Moskwa een oproep aan al vermoeienis en van d* kou van verbazende afmetingen, die steige- vertrek verloopen. Ik hieven *n onder de achl fSfcéA juister, kolonel, ik wfl er niet op i uaajd PPtAZOOntP. filgf «r - - i gedachten geheel ken- gewelven van den corridor het ge- een droom de nachtmerrie voorafgaat, meuwsgiengheid, is er I'“d zouden overbrengen? Zou hij kun- beklemde mij het hart. Ik trachtte mij te r r MAM AAAMAM AAM n* An/VM1* >r«irr4MM kAAAVAtlftM AM <Iam VxA+s-WMraaam A AM lOnfljk zich niet achter hem openen, konden de van deze vreemde tooneelen af te schud- rwezen, scheurde ik een blad uit mijn portefeuille en schreef eenige woorden aan het adres van luitenant ViÜcent, voor het geval dat hij ons niet terugvond. Dan zou hij het ^t°tetlhehbb^n,enz" ^diV8^g«VlÜk terugkeeren. Ik dateerde het briefje en stek het met een bajonet op het deksel eener kist vast. Daarop nam ik de lantaarn en begaf mij in de donkere gang, van tijd tot tijd houdend om de omgeving te onderzoe ken en mij te oriënteeren. De bodem van den corridor scheen op te loopen. in dien grand Het feit verdere ontwijding te bewaren. Het mon ster moest bovendien t-.J.J Reeds zag ik de opening, waardoor ik |a -a .a ..AA- terut Ik zag het licht er door, waaruit mij Heek, dat de dag reeds aangebroken was en ik had nog slechts eenige schre- n de zaal te komen, toen dem deed schudden en een gerommel rast geweest, wij meenden u hebbèft.... met de anderen.” „Het was slechts bij toeval, dat ik heb teruggevonden,” zei Joseph, om de den richtte iuj zich uit zijn gebukte hou- opgewekte herinnering waaronder ik had ding op. Ik werd getroffen door zijn bui- deed de of Zijn vroegere kracht plotseling gebro- ngïte gem0<d terneerdrukten. Ik was een de lucht ken was. der we,mgen naar lichaam en geest klans Sterk van gestel, _g bezoe- klaps zonder eenige aanleiding „Ik voe. droeg lk d< vermoeienissen van onze «- j e i-der pagode dat mijn leven op aarde spoedig geëindigd vangenschap zonder buitengewoon na- on aiaju vzruer z*ueu wq «uavu w. een gapende kuil van vijftien tot zal zijn. Ik heb voor mezelf nooit een dok- deel. Het was mij gelukt mijn kleinen *«>«- »Itijd nader kwam het oogenbhk - t vertrouwen genomen dan mij- -a- a—j i -h-i.m. daarom ken ik mijn restend zoo redden i ik tot mijn vreugde in »che«n troosteloos «n onzegbaar droevig. A.irWcn bij te Die ontzettende mass* sneeuw en de i g«*n ge- grauw* duister* hemd bov*n ons t ner- □engene, jjeus hulp, nergens troost I Sidderend kesk ntrusten, «..o® mij heem Daar viel mijn oog op -„u on- C -- - barmhartig voort. Anderen gingen troeps- van mijn leeftijd, mager en lang, gewijze en schenen aan een soort stillen rillend onder gijn gescheurde blai --1 van uur tot datenjaa. Zijn L. blindheid onder het geste- koortsig gloeiend oog, zün dunne witte O .AMAAAA A_ UaA -IaaIJIIU1 A—1A AM A.’I en- wangen, dat alles toonda duidatók uitput- ting in d«n hoogsten graad. Maar ofschoo» stierven de dood onmiskenbaar zijn gelaat g*tee- J l1, benijdde ik hem toch i hu had tenminste nog eenige dagen te leven- Zoo i zün wij eenmaal met oom zwakheid I In stervenden teeken- d* teatig jaren dat ik den dood gijn offers heb trachten te ontrukken, heb iz de on- omstootelijke waarheid van deze uitspraak het leven menach er grijpt hü naar ‘Ie nog voor kkra kan r dende kreet ontsnapte aan en wekte de echo's van de heid het voorwerp oplichtt* en in zijn armen nam, zag ik dat het 't lijk ww van onzen ongeluzkigen schildwacht. Een oogenbiik, toen het hoofd terugviel op zijn arm en zichtbaar w«rd, zag ik tot mijn grooten schrik op het bleeki w, hoofd een driehoekige, bloedende wond, gchijn en op Het vormlooze wezen heeft op dezen schildwacht wraak ge- msm* over gistermorgen. Zijn dood hMft eos tehoed Het is goed en recht- atoffelijkover- ekteais. terugkeer met l jongen op SF 77,rne*M’ Om op alles voorbereid te Welk» houding aal het oa* bovendien "TTrüTT;- '"..'woorden^'aan het adres ‘t.W “nb!'*l'en v»n d*ti dag *b JjMcent, voor het geval dat ■laai m beproefd geworden om er m«er ’,D X vL„ van te weten Als echter integendeel wij tounaaa i iüks, ai Sin di de pagode ver- t van gisteren is *1 dagelijks voorkomend* gevallen ven den strijd tegan hinderlagen. hebben wij gestraft zijn schuilhoek h*b- ^^.‘W^bbe^m hJTWk vm Ik wa. ontroerd, overwonnen. Hij bs- A»*kts het en ging voort i JBovendien h»atuL_ lk heb dus-- Ml ik bü het mwete l u- pen door 'n revolverschot af te vuren, to afwachting van uw hulp zal ik mij dan wal even staande kunnen houden ik ben gewapend «i niet onhandig. Tw*e af drie tegeiwtenders zulte het mo m S.’EL*' wat er ook gebeurt. Dit eiach «t, te ia «en consigne, voor walks overtrading ik geen enkele veront- aehuldigiag bat gakte...." lang Dezelfde stilte. Ik heb bepaald ongelijk gehai Als hij sterft, overvallen door stoot in het hart zooals onze schild wacht zonder een beweging te kunnen geef, deed ik een krachtige poging om de gedachten, die mü dreigden te bege ven, vast te houden, doch ik viel op de knieën neer, de armen over de balustrade heen gestrekt in de groote ledige ruimte naar beneden rolde. Intusschen waren mijn verstand en mijn zintuigen aan scherpte en opmerk zaamheid gewonnen. Ofschoon mijn hoofd kracateloos ter zijde hing, zagen mijn oogen de kleinste Inzonderheden van bet beeldhouwwerk. Ik zag alsof ik ze grijpen kon, de kleederen der beide lichamen, die bij elkaar op het plaveisel lagen, ik onderscheidde tot in de kleinste rimpels het borrelen van het water, en hoorde dit, alsof het vlak bij mijn oor was. Men zou gezegd hebben, dat een bron vlakte doorboorde en zich verhief in een waterstraal die hoog de lucht inging. Plotseling dook midden in d« kring vormige golvingen, die met vetachtigen glans al de kleuren van den regenboog 1 olaen, een fem "te vinden, dat als souvenir bij de verantwoordelijkheid zal ik het overige hef Ucht van~zijn lantaarn weerkaatste, witachtige massa op, half doorzichtig ai'- [et was een zonderling gevormd I driehoekige --een soort van mond met dne e lippen, die zich opende en sloot met 'licht gedruisch. Aan iederen kant za- roote itter- den en uitdoofden onder het knippen der {k onder eenige der overblijfselen van de eens m mij zelven keeren maar vooraf de lansen dar Kozakken dreven hem on- »Ün buurmsn. H*t wss een jong* man mts een unifurn bespeurde. Ik snelde wil ik eerst u mijn schuld bekennen I barmhartig voort. Anderen gingen troep.- van mijn Iwftijd, mager *n lang, van kou er heen u was het, wel gewond maar ~VW. echihd, dokter, nep ik uit. „O geWijze en schenen aan een soort stillen rillend onder zijn gescheurd* blauw* «oh toch levend. E*n balk had u h«t hoofd Je 1S m dne woorden samwi te vatten waaiirin te lijden rij l*d«n van uur tot dat*njaa. Zün gebogen houding, zün geschaafd, en een schram van drie of vier bijna een eeuw„lang zelfopoffering, naas- uur meeT Mn bjjndh«id onder het gwta- koortsig gloeiend oog, zün dunn* witte --v— i.„u.„ tenhefde en - dige glinsteren der sneeuw; hun tong vinger» *n bet verrzdzrlüke blosje op zijn jLaUistcr eerst en oordeel Idtex» viel Hij schr 1 j-*. •- i-'d-i.'-t. kei woord meer uitbrengen. Nog anderen bng in den hoogsten graad. Maar ofseboot en stierven de dood r•--- den weg dat waren nog de ge- kend had, trof, had gewild het larige, witte haar teriig en sprak met ren achter van onzen verschrikkidij _„i™i___™( ---- ---*- J-J i .n r riep ik uit. „O mü verlicht l” Ik schoof een stoel bij en nam tej hem aan den haard pl „Ik heb u al dikwijfe lijk van onzen armen Quantin heeft heen- u"* J MC te vinden ia. De» dappere jongen vangen. it, zooals u weet, laag mijn ordonnans minuten 1 Wat schijnt de tijd geweest, maar er is meer hij is uit mijn - teZlk ken zün familie en ben in de *“b bepaald ongehjk gehad. oogM (te rijnen XÜn beschermer. Ik hecht Als hij sterft, overvallen door een dolk- •r dus aan zün lijk terug te vinden en het «M meer waardig* rustplaats te geven en vo*eal om een of inden i beproefde ouder» de bitterheid der smart kan verzachten 'n horloge, 'n aantee- tegenovc. hratemki* brieven o/ «en «moe- hun “orgen deze nieuwe verdwijning te Dreii vïStej. n™ te De soldaten] die ik streng ge- ui.. ni,»,» m heiiiee olich' 5traft heb, omdat zij ingeslapen waren, ^dJÏ^Top xuUen zii niet den ken, lat mij ook zoo wwheen hr Ttecom- ieO overkomen is Of nog erger, dat ik MMterii wa, IDe vüsnd die oS aan mim ondergeschikten er aan gewaagd ZZT T- yiTL- uaah -Mwzed had heb en zelf een veihgen post voor mij tete de on^toff^ van een bom, De k^®.n v.an.een bU‘fl.het MMM AM aMAuw, m „vu, Knwrd »l» het vaattin a «rhin- over gistermorgen. Zijn dood vaardig, d*t wij iet, van zijn - t b.bton tM rijn gedai la zto ft zo* aanstond* tot lijk van dM ongelukkigen J< •zift zeteader», gelooft u niet, tol wordM Welk» houding ari het eo* bovendien gavoo, als Mj tot aanbrekeh van den dag ■te is topraafd geworden om «r meer van te weten Als echter integend**! wij nte"g«h*iinzinnigs ia d*s< gang f—--1 ’’aB P*“reo atechts een der duizenden wreeds, doch „Wij zullen u goed betalen u krijgt een voorschot van honderd „Neen, ik wil niet r „Ik bied u tweehonderd. Denk er we! i j heid van karakter naar waarde te schat- woon waren. Mijn vader wre verheugd „Ik behoef daar niet over te denken vestïgend^antwoord «"mvë^mrer'èav^ ten.Z<»v«^win\dM.^e^7a'“d^‘n bij bemerkte, hoe helt beroep, tot in mijnheer. Ik ben een Franschman en kan Ukeifrig drong ik heT.«twd terug. onze kinderjaren na den ander, en hun onze familie erfelijk geworden was, in zijn d« vijanden van mijn land niet dienen „Waarom wilt u dat doen vro*z ilu* overlijden henanert ons won »>u vinden. „Wij waren uw vijanden niet, u hebt Uk lijd ontzettend ^’den tonger, vaa d« lhe^^n“ f. vwmoeienis en ren (tetou - o, dra. Aml- ven, in dien 1 rusteloos tast maar ik wijs uw aanbod af £“liik den. koePel van Sint Pieter, met al zijn last op den grond en bracht »n*l rijn lijke roode driehoek w**r_!c *n-By_ re?*5 tZ SF aZn architectonische uitgestrektheid en zakdoek aan mond en neus, alsof een Hoeveel tijd ik aldus onbeweeglijk, 1*c a*aM U t**n schoonheid, maar dan in gedreven me- ondragelijk* limht uét^ dit borrelende volkomen onmachtig om mij te bewegen w»iw vpviMg. Bijaa uedcüjk kwam «ww- uvürbiaCui, terwijl de geest en de tinnen di* als een diamant geslepen was en waar- lucht ook tot mij, vreemd, verstikkend, echter buitengewoon werkzaam bleven honderd- en duizendvoudig weerkaatste 1 van salpeterachtige uitwaseming, van staarden dat weet ik niet. Met welk **n medelijden herinnerde opiumdampen, van wierookdamp, die Nog heden echter schijnt het mij toe ik mij onze Westsrsche architectuur, te- di keel benauwt en naar de hersens dat het eeuwen lang geduurd heeft of- 7" T-** genover de weelde en grootheid ren dezen opstijgt. r-u“-5“ - ------- •enige secotiton lang öoeterschen tempel. Koevele geslachten Het spel der kleine fluit hield bijna geweest zijn. moesten hieraan gearbeid hebben, hoe- dadelijk op. De bonre zocht in rijn kier- veel menschenleven. zouden noodig zijn ren en haalde iets uit zijn ceintuur, stak vreeselijke droomen zooals de opium om al deze schoonheid in bizonderneden den arm uit nrer d’Estival.... In zün veroorzaakt, meer dan de gruwelijke w maaite. En het toeval, dat, naar ik be- na doorschijnende handen rusten, streek lukbgsten. Aan iedere halte ernstige, vaste stem „Misschien dat het marsch dooden den onzen weg. Ik zag ge vallen van plotse ling uitbreken- - den waanzin, veroorzaakt door heimwee: ‘*«e8 k,n““ "S* «Uw**» de mannen bleven staan, spraken op harts- d* Beh 4» j toon van hun vaderland en d* u hun geboorteplaats; dan breidden zij hun d*B kleinsten stroohalm, dft artn.n uit en lichten hun geliefden, di. rij «M»to h« l«v*n r*l__.- to€ Maar nier vond ik een uitzondering op was gedwongen deze ongelukkigen achter te laten en san een zekeren dood jenover tiegon Er au müne heeren, laat ieder van u en ik even oud waren, beiden kinderen der tochtelijken erve, denken wat hij wil, maar ik voor revolutie. Wat mij betreft, ik werd op den m aw jerzeker u, dat elk onderdeel dezer 2laten Januari 1793 geboren op hetzelf- armen uit en lachten hun geliefden, di histcto wezenlijk gebeurd is. Ik zie de uur tot Lodewijk XVI het schavot be- voor zich meenden te zien, vrooliik - -* --w\nrkuo-i smJ* norzLwwn «o aWaaa TL aaaaam A^.». m„'aa L.„’Iaa1am ww 7 slee lts zinsbegoocheling van eenige vig ben, desniettemin kwam onophoude- uren'Wsaz de waanzin zich vermengt met lijk de gedachte in rqjjn geest op dat dit 'J. Ik beken evenwel dat samenvallen niet zon<‘ op mijn en ons aantal was reeds met een derde ver- buurman zich tot mü \prit in het geheugen komt zonder verblindde mij in mijn jeugd en de na- 1VWAA* MA«Im »CVAaL*rtrtTT1PT1 a Daaamaa*a Am - - mijn hart eenige oogenblikken ren onophoudelijk in mijn gedachten. Ik den, trad If *a cfaan ftworirlrlA u>4m u*»len»*n Uam ma Aa «aImam aaamIU. en was er zeker van, dat ik hen nog over treffen zou, en in mijn droomen hield ik mij slechts met krijgsverrichtingen bezin terugkeeren. roen n*m ik de lantaarn op hij rich kon beroepen, gelukte bet h«m op^waarvan de flikkerende vlam spoedig met de nooit zwijgende stem van zijn ge- zon uitdooven en keerde terug in het weten tot rust te brengen. Deze man, die -n. zijn geheele leven a*n den dienst der lij- per Ben soort instinct had mü aangedreven dende menschheid gegeven had, die met beril -nu jk onverzwakten moed tesen de vreeselijke den sol’tot^t^d'oötwaakte door, want ik had Ziekten onzer eeuw de cholera, de pok- en u moest hulp zoeken ken, de gele koorts gestreden heeft, die, deze ijke overblijfselen van de bei- redder van zooveel menschenleven», zelf t_ ^_._“efn”n2n om..ïe ’®w ®dd"d« voor den dood, was neen, ik ming ,t hUf!tllet woord uit te «preken, en mijn w b«k.ui*<jwxus van men veia- vernietigd wordem hand weigert bet neer te schrijven. Maar tocht. Het wa* op den 9den December he» -T, iZemng .wairdoor lk P1 lk «'hem vertellen opdat gü mij De overblijfselen ren het leger ren Oudi- r^..‘Ot^e^nJ^s,b,P?en£t.k0,nea’ weer begrijpen. wlarbij lk wa* ingede«ld?ri*«pten zich a n?"t 5 d“1«erv'Mrdl8e afgemat van kou, honger en dorst, levens- gn saard gedurende den oorlog altijd op mOe naar Wilna voort. Plotseling ontstond ««-t een anesug ge- een officier vijgen onze achterhoede werd door «en Uge soldaten van koude beefden, scheen Hikte het zich er door heen te slaan, maar weldi’gen luchtdruk,^cto’tnü/^nfïditer v^ligTlkto^ n^bi'de'eemX tm^ to^TrmLm tve^S ^rgmder n^aTtorte mVtten nutoF 11 „U hier, dokter Hier is jk vocht met den moed d*r vertwijfeling M w het hielp mets, wij waren gedwongen ons wegrinken. Neen, het over te geven, ook ik moest de wapens een verenen» zün 1 Rn toch, ik kon 1 neerJeggen. Maar op het oogenbiik tot een niet verpst hebben; ik verstond de Ri R'Msisch officier mij den degen uit de rische taal en had duidelijk de woord paröde heengeworpen Toen ik weer bijkwam, lag ik op i veldbed in mijn kle-ne tent/Pijn aan het hoofd en een gevoel van i zeiden mij, dat ik gewond was. Bij de deur stond luitenant Vincent met Joseph te babbelen. Quan-si slui- feffik overschot ren den vermoorde te fantastische zolotmnen waren olifanten en ^beproefde^ mq te torstenen. rwiA_ Ik keek op mijn horloge. Drie minuten rend de voorpooten en den snuit omhoog waren sedert zijn vertrek verloopen. Ik hieven en onder de achterpooten reus- naderde de nauwe gang, die weer donker achtige schildpadden en andere gedroch- ras, doch hoorde niets, ten verpletterden. Maar" als hij riep, wie waarborgde mij, Een vage onrust, gelijk de vrees, die in waar mijn revolver, aan mijn verstijfd* n droom de nachtmerrie voorafgaat, huid ontvallen, iiiiiiu is er -- - - - -Li1 ander eevoel tot mij aandreef nen roepen Kon een of ander* zijgang herstellen en den betoorverenden indruk geheugen mij gebleven en zelfs hadden moordenaars hem niet overvallen en rijn den. geroep versmoren En als een valluik hem in een moeras deed storten? Als eenig l hem bedwelmde u het aan te nemen, dat de bonzen den toe- --- ongeveer vierhonderd v, en voerde ons naar het Noorden. Het is niet mogelijk de stomme vertwij feling te schilderen, die zich van ons had UB Q woede/ vervo ton volgenden dan dit papeer f’ Ik had slechts te tarnen en ik gehoorzaamd* ik pagode op het vastgesteld» uur in de lucht ken was. vliegen. Vijf minuten daarna ging ik met -T Joseph de plaat* der uitbarsting bezoe- klaps zonder eenige aanleiding ■en. Op de plaats der rot* en der pagode dat mijn Jeven op aarde spoedig was „uu veu vipueu mi uw lut.vu uw,, mu uu»- deel Het was mij •?S“tien ®e?r J*Pte’ w4"h«® de b«»k. te» in'h« vertrouwen genomen dan mij- voorraad genees- en" verbandmiddelen te <he een anderen weg zocht, ach nchtte. xelf daarom ken ik mijn r^atand zoo redd«n en zoo wa« ik totmïf-J ©e rots in gruis geslagen, de grond, in nauwkeurig en ben met van plan dien ltut mljn „me gewond, Sikta. bij te ■tol verde*ld, vielen rondom ons neer en voor mi) zelf geheim te houden. Op dit sttan. Sommigen konden met on» Vtrduisterden den hemel als een wolk oogenbiik ben ik bezig mij op den dood jijken houden, maar wee dengene, van asch. Wij wilden terugkeeren, toen voor te bereiden, en ik moet hoognoodig dle e*nige oogenblikken wüde uitrusten, ftoad*r eenige d*r overblijfselen van de mt> «elven keeren malr vooraf de lansen d*r Kozakken dreven hem on- jots ccn unifor n bespeurde. Ik snelde wil ik eerst u mijn schuld bekennen 1 a heen - u was het, wel gewond maar „Uw schuld, dokter,” r-? tu dvucucu o*n een toch levend. Ett balk had u het hoofd die m dne woorden samen te vatten Wlaiixin te Ujden zij l.ton grechaafd, en een schram van drie of vier bijna een eeuw .lang zelfopoffering, naas- uur meer ïan L2_-- - centimeter veroorzaakt. Een licht* wond! tenhefde en - dige glinsteren der sneeuw L „Luister eerst en oordeel later, viel hu Kh«en verlamd, zij kond.n zelfs grèn mij m de rede. j->-j -B „Wat is er dan zonken van uitputting nader en „Luister I” Hij Het het hoofd op de bij- langs d- lukkij i van een nng- slag, wit en doorzichtig als tot hoofd, stootte, tot op den grond lag. Hü Enkele donker* stratóa, enkele gebogen - -in dit zijn lippen doorzichtig organisme bun vreemd* spi- reusachtig* talen met even groote helderheid al* het ruimte. To*n hij m*t veel voorzichtig- onbekende wezen, dat zich daar bewoog. r L Dit was dan de vr*e*ehjk* en getoim- ik dat het 't lijk wa» van zinnige draak, tot fantastische wezen, A^If^—AAtoA VaM A1 - ^M icht. Hoe was het daar gekomen? mijn grooten schrik op het bleeke voor- welken schuilhoek kwam het te voor- ►oid een dxiehocadgê, blöêdêndê wünd. schijn en op w— Ik opende den mond om d'Estival te prikkel gehoorzaamde het waarschuwen, dat ik er ook was om hem te Het vormlooze wezen boog i uui komen helpen in zijn werk ven barmhar- naar grOnd en bewoog ziel ltü' tighrid, toen e*n g.knars van een ver- -[.„d- roeste scharnier mij het hoofd deed om Dicht bij Quantin gekomen, ridderde wenden, vóór ik kon onderscheiden ren- besnoof het geheele lichaar- waar dit geluid kwam, deed zich, een zacht toen M blijkbaar bemerkte dat fluitspel hooren. Eerst bijna onhoorbaar, reeds gepasseerd was, verwijderde tot zacht, trillend, gelijkend* op tot geluid monster zich weer. ren een kristallen instrument, groeide het Spoedig had hij een ander lichaam ge- langzaatn aan en werd steeds krachtiger. roken en besnuffelde weldra het gelaat. HET HEILIGDOM. Daarbij werd tot regelmatiger en duid*- 2ijn bek vormde een zuigspriet en tochtte lijker, tot tot weldra in een langen snij- rich aan het nudden van tot voorhoofd w m—-• Na mc afstand van ongeve*r twintig tonden toon «indigto. als een bloedzuiger het monster wrong lk w» ontroerd, orerwoanoc- Hij^bc- meter doorloopen te hebben, ontdekte ik Ik .bemerkte ook een soort van Chi- gch in «en krampachtige bewering van I tot *a g»8 voorf L op to wanden «enig* uitgehouwen figu- neeecto schim, die onbeweeglijk scheen voldoening, terwijl het r water of liever de mün buiteng*won* lichaamskracht, „„rni.fr ik verder ging, duid*- op «en zwak verlichten achtergrond dikke vloeistof uit het basssin om rich dus met» te rereren. to «lk gew f en mew ged.^n^d werden «n zich afteekento. Ik vergiste mij met. In heen verspreidde. landelijk vormen ren planten en dieren ton buik van «en der dikhuidig* dieren, En-nu was ik getuige van een vreeselijk mli rertoonden, die, tot in tot oneindig* ge- <to ik tegenover mtj had, ring een ver- *chouwsj>el. hulp zal i« mu Varieerd, mg erenwel geheel vreemd borgen deur open. Voor d Estival bleef Een akeHg gekraak weerklonkde waren. dif ,n de schaduw van den grooten kop kaken van het monster doorbraken tot Verbaasd wandelde ik ris onder «en verborgen. Hü hief tot hoofd op, rer- voorhoofdsbeen van mijn armen vriend, bladerendak vol blo«m*n, in den grijzen hinderd in zün arbeid. Zün oogen zoch- mq doffen klaagtoon E_'. steen uitg«bouw*n, waartuwseton zich de ten de duisternis te doort>oren, maar hij ris zijn laatste zucht kon lianen in grillig* bochten tot boven mijn kon niets zien. Ik echter kon ren mijn monster zoog zich vol aan bl hoofd slingerden. standplaats alles ondarsdwiden ik zag senen, die ik vreeselijk sc Plotseling waren d* wanton verdwe- duidelijk deze groote schuduw het hoofd tot het doorzichtige orgams

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1923 | | pagina 7