VOOR DE x niHiiiiiiiiiimiiiuiiniiriHiiiii iiiisiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiniiiiiiHriiiiiiiiiiiiiiiiiiiraiiir luiiiiniiiriiiiiiiiiiin^: mHB|B|jan I HET VERBORGEN SCHILDERIJ Kiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:!iiiiiiiiniiiiiHiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiii:niiiiiiiiiiiiiiiii?:niiiiiiiii:iiiiiir JiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiK NUMMER 3TWEEDE JAARGANG 19» r? zoo dikwijls naar ver- „Wat een lieve naam F zd Grace. Jj^kSr Ec hter £QjtaLzo°1408 wüt> - -1 UIT DË - MOPPENTROMMEL 3 HUISKAMER XVII. Harling streek haar liefkozend over de dat mogelijk was, altijd samen. De zuster naspeelde nooit op haar levensgeschie- i. m..—»- u... dan mij „Een gelukkig toeval heeft mij dus hier- hier gebracht heeft," ging hi) voort en ba<&>- (Werdt (deren dc. konden mij met zekerheid zeggen, wat er na de aankomst der Fransche gevangenen was CLASSIFICATIE. Conducteur. Uw biljetten. Boer. Wij hebben geen biljetten noo- ij gericht dan weer vluchtte de gedaante 1 soldaat, die mij vervolgde en strekte ais Cing mijn groenen mantel te gen hem uit. Maar eindelijk overwou mijn sterke natuur en ik herstelde. t was kwam naar mij toe, greep mijn hand en drukte die spreken een krampachtig snikken Ik poogde haar gerust te stellen, infor meerde naar het verloop van de ziekte en j en vroeg zieke alleen te laten. i^i beth mijn slaap gedood. Na korten tijd verwierf ik het dokters- diploma, doch inplaats van mij vreugde wie zij waren. De hospita wist natuurlijk het een <m ander van hen. F soort geheime overeenkomst te bestaan ONZE DIENSTBODEN. Keukenmeid (voor de eerste m*l in de keuken komende, tot de vrouw des dat nu mijn atAier? vragen «rilde, wW is en mijn ssion? sneeuw doet ook op mij zijn invloed gel den r Wat er van waar mocht wezen, ik vod- mee, ze zullen u rijk betalen, daar behoeft tenminste, dat zij het met voor bezorgd te zijn, dokter F 7- Ik moest lachen om den jongen man. heftig tusschen de hare zonder een woord te „Alle menschen kennen mijn heer, verstikte haar PVllllO maar laaf rxvc e«vu>/4irr TV rvwrrl» V Grace stond op en greep liefkozend ’“Dit^ juffrouw Sartoris, vader. Ik heb ^^^d^dhdd.^j’ I 1 NAAR CHARLES GARVICE DOOR A. T. I-1 •d knikt: ken ni« niet twijfelen. Mijn zoon ia een te gaan en Het jongen van vijftien jaar-.-»” l ..Zeer WW -t -w ---- - niet eens een dokter Als ik hem zelf zien kan, is dit beter dan --- hebt gelijk Kom dan mee, mijn- Wij daalden een trap af en traden een „Ik ben blij, dat je nieuwe vrienden ge- ”’x~' i;~.„ zei ze. „Je moet in j scheen een beetje mijn angst begon ik het vertrek met groo- pen op en neer te loopen en deed (f de ernstigste verwijten. Het ge- VIJFENTWINTIGSTE HOOFDSTUK. De patiënt was een groote, sterkt jon gen en lag in een hevige koorts. Toen ik de temperatuur opgenomen en over de te Toen doorschokte mij 1 selijke gedachte en even_ro. komen was, maakte zij zich van mijn wil slechts uit om de colleges te bezoeken. bekoring te weerstaan; snel naderde ik ren door en dikwijls lag ik gansche mijn kameraad en fluisterde hem in der nachten wakker, want ik had evenals Mac- haast toe: „Hier, als het u te koud is, neem dan mijn mantel, hij is dik en zal u ver warmen 1” „Maar dokter zaam meisje ben, een vreemdelinge in het „Ziet u, als u hem graag hebt, dan din te hebben." r MM.71Harling streek haar liefkozend over de met een ijver, die juffrouw Gover in ez- om hem beven te komen halen," zei hand en keek vragend naar Claire. „Ik i Lx f* -1—a. '1t__ ;enaam zrjn»** zd nier is? Juffrouw Sartoris," za hij, «en t eigenaardige dat tx ons wel zonderlinge menschei sok vinden, maar mijn dochter is niet niet en een beetje verwend." „Dank u, vader," zei Grace, „ik zou t gedaan hebben. En ‘Jjk niet weigeren, te blijven theedrinken," zei ze tot Claire. Het speet Claire te moeten weigeren, stelen, juffrouw Sartoris.” maar zij moest wel. E maat n*et «Ik kan vanmiddag ónmogelijk bhj- zei Claire. „U kent mijn ven,” zei ze, „omdat mijn vriendin, met tL j. heb Voornaam 1 Ia. „U woont bij juffrouw Holland, verder- *,U bedoelt die liefdezuster V’^vroeg r^ih^ tonTnri op in de straat en u geeft les aan de schoot Grace. m kriiS Ik heb u alle dagen zien voorbijgaan en „Ja, zuster Agnes." de buurt T* „Het is een japon van Redfern," zei Claire, zonder erbij na te denken. «vvu u« u«r mam. G*^*.keek haar v^baasd aan en ladi- „Ja,” zei Claire eenvoudig, maar har- verkwisting Stel je voor, 2 ‘„T een japon van Redfern om les te geven op den namiddag-schöoitijil dig verklaren aan hetzelfde verlangen, ia. Ais”zij er niet geweest was,"dan zou ik lagere school! Ik vr<e*> de aaien aan het mooie meis- juffrouw Harling." nu niet meer leven, om haar te prijzen." waardeerea, ot doet u h« numemen om de kinderen smaaz tui®* brengen Claire kleurde. „Ik heb die japon tl hed lang,” zei ze, Jtet is een van mga oude kostuums.” _Grace keek haar onderzoekend aan. _t u niet altijd onderwijzer* __eatham geweest t” zei ze. Claire keek naar het haardvuur. Zou zc het kunnen vertrouwen te stel- ten in dit meisje met haar warme tart? »Niet altijd," ga ae. zinnig dwars over de velden weg. Hoe middelen, dat ik zonder betrekking blij- lang ik zoo geloopen heb, weet ik niet. Ik ven t“ D- stond pas stil toen mijn krachten mij be- vader maakte aan mijn aarzeling e- gaven en zonk uitgeput in een greppel Hij liet mij een vermogen na, dat neer. komen onafhankelijk maakte. En Doch de bezinning keerde spoedig te- maakte ik het voornemen, mij geheel rUg* ”1- J ------ - -- - het bewustzijn mijner daad ontwaakte mij in geheel zijn vreeselijkheid.,J4oor- denaai 'r klonk het in mijn ooren. „Moor- denaar Ik een moordenaar Neen, dat ders tot nooit crr_ Ik richtte mij op en stormde in wilde mijn hulp verleenen en overal heengaan gids haast weer naar het dorp terug om mijn waar besmettelijke ziekten heerschten, en misdaad zoo mogelijk ongedaan te maken, zoodoende doorzwierf ik in drie jaar tijd r Reeds van verre schreeuwde ik: „Houdt bijna geheel Frankrijk. boerderij. Onduidelijk teekende zich de teneinde den zieke eens opi op, ik ben het, dien ge doofden moet 1” Op zekeren avond bevond ik mij in voorgevel van een groot gebouw, waarin kunnen beschouwen. Doch Een oogenblik stond ik stil om adem te Touraine. In de gelagkamer van een her- een tamelijk hooge scheppen en te luisteren. Niets hoorde ik. berg wachtte ik, voor het haardvuur ge- tegen Zou het misschien nog tijd zijn? Was mo- r:*-. J“ 7“^; mr t: gelijk het bevel nog niet uitgevoerd? Ik elf uur moest aankomen. Ik was alleen de zwakke stem eener vrouw van binnen mogelijk Ik ben opgewonden de eerste huizen van het dorp verwijderd zijn, pen zij had tevergeefs beproefd toen 1-. Z 7“*” ^- t. oor trof, 't Was of de bliksem mij getrof- was dien nacht, zooals altijd, fen had het bloed steeg mij naar het het sneeuwde, in een grJ hoofd alles scheen mij rood geverfd en stemming. Niets, noch IK Stortte bewusielws in dc succuw ucci. üci iiuia, siwrdc dc ruAcniciijae suite, „oei Dokter Ambert zweeg en een rilling toen plotseling het geklep van twee zware niet doorbeefde den eens zoo sterken man. klompen weerklonk en de waardin van Met de eene hand hield hij krampachtig haar stoel opsprong, hij met de andere de oogen bedekte. Door een lantaarn in de hand, stond op den „Goeden avond samen,” riep hij. Toen stoord gelaat, daarna bracht zij mij in een de ik Ik stond op. „Woont u ver van hier?" JF—- ..AM /4a voeten op. Toen zei hij na een poos Ii u dat schelen - „Dat zal ik u zeggen, jongen. Gij zoekt gezicht bemerkte ik slechts XJJa- OOM I" vrn<iw*n I "WwWijk?” riep hij en keek de gtweeat. Opnieuw overweldigae mtj ae het tnf) nog eens zou zonnen helpen om Het is met ver, maar een kwartier. Kom der van den zieke tk veronderstelde gedachte aan mijn spoedige dood in al zijn mijn misdrijf goed te maken. i--*- -jJ-•- - - schrikkelijkheid, al mijn zinnen riepen de Ik ging op weg en onder voorwt. met voor bezorgd te zijn, dokter herinnering aan dat vreesdijk beve4 -- in mij wakker in om een reden tot twijfd aan de juist- gen was van de gaven van anderen te le- htid van mijn vermoedens te vinden. Er ven, slaagde ik er in binnen acht bood zich geen eakde kans om mijn drd- Wilna te bereiken. Een maand later gend lot te ontgaan. Ik was den waanzin vond ik mij met het overschot der Fran- nabij een soort lichamelijke ea geeste- sche troepen i lijke verstijving overviel mij. Het zal Z De stem van mijn lotgenoot bracht mij ren, dat men mij tot bezinning. „Wij z#n er,” mompdde Lützen, Leipzig, hij op doffen toon. i7_:„_7 Wij trokken nu het dorp binnen. Op de vond. Altijd en overal zocht ik markt stelden zich zeven of acht kozak- maar ken in het gelid op, als gold het een te- Het was neen, was. geen enkd spoor van gewelddaad was ach- wegdijk op een tergebleven. Waar was dan het lichaam van het bed en v van den ongdukkige, die aan de vijan- van tijd tot tijd __r delijke kogels ten offer gevallen was, ver- zich heen, terwijl hij met het- bonten? „Ook dezen zullen wij dus verliezen Het jongen-- Zoo gauw ik weer op krachten geko- is hard, ved te hard Het ziet er treu- Uk verzoek u, mij btj hem te brengen, m men was, maakte ik nuj voor het vertrek rig bij ons uit, en niet eens een Als tk hem zelf zien kan, t» drt beter dan gereed. Ik verwisselde mijn kleeren tegen te kunnen vinden I Wat moet ik vert^en, BOOSAARDIG, een costuum, dat die goede menschen mij Ik stond op. „Woont u ver van hier? „U hebt gdtjk Kom daa mee, mijn- Hij. At bent ntetdeend geschikt om met het inschrift„3e Regiment Volti- „Dat zal ik u zeggen, jongen. Gij zoekt gezicht bemerkte ik sledits dne of vier - t eeurs Peter Dumestre." Weenend ver- een dokter. Hier is er een vrouwen, die weenend bij dkanoer borg ik het op mijn borst en besloot het „Werkelijk?” riep hij keek de stonden op den achtergrond was een 7an nu af als een voortdurende vermaning kamer rond. „O, is u het? Goed Uit- kleine zijkamer te zien met een groot bed, oTtaete bif ^tij te dragen. Misschien dat stekend 1 Laten wij dadelijk op weg gaan! waariaiemand sebeen te hggea. De moe- d< w* beboow Hj tat vm „En bevalt het u vroeg Claire, het plaatsje Streatham, bedoel ik.” jhlthmn* hoor zuster Claire was een beetje opgewonden door -1 merkte de ige stroefheid in zuster Agnes 2aj ging naar Arundel House te- en dochter -«*n i en mijnheer Harling jjras uitermate vriendelijk. Maar hij zat ook erg te peinzen en een paar malen zag Claire, dat hij met groote belangstelling haar onderzoekend aankeek. Hij vroeg haar, hoe lang ze al ia Londen woonde, enzoovoorts ca liet daarna de meisjes alleen. „Nu zullen we eens prettig samen babbelen r zei Grace en zf begon daim frouw G^ter was zoo verrukt haar te dween van het raam en Claire wachtte, ling de kamer binnen en keek verwon- °diu Tvader'U<ie ^grooi zien, dat ze er over dacht maar ook Een oogenblik later werd de deur ge- derd van het eene meisje naar het andere. aandeelhouder was in de Butterflv-m alleen maar dacht om de meisjes een opend en Grace Harling verscheen op Grace stond op ea greep liefkozend jenrijl ze nw Grace luisterde, schaats halven dag vacantie te geven. N.emand den drempel. Ze kleurde even, als van zijn arm. a. Qaire zich half en half overhaar w.s echter Wijder dan de kleine Tini die, opwinding ea zei „Dit is juffrouw Sartoris, vader. Ik heb Zii van hw kant kor Zich niet storend aan de schoollucht, „Dit is uw zakdoek, ik zag dat u die haar eindelijk te pakken gekregen door in Claire’s armen vloog en haar met kin- hebt laten vallen.” een zakdoek. Ik heb haar leeEijk bij den Tg -q,. r,.. vrienddnk,’; zei Claire neus gehad, maar ik geloof wd, dat ze het Uk heb he, tmlachend, de hand mtstrekkend, maar mij zal vergeven want ik heb haar ver- bizondere Voorzienigheid race verborg den zakdoek achter haar teld hoe graag ik met haar wilde kennis heeft. V moet gmeet -WHt u bem heel graag terug hebben?" vader vertel haM, dat ik een heel een- pen ik heb dikwijls met bewondering naar u gekeken als u de straat afkwam u ziet er zoo sterk uit en u loopt zoo sier lijk. Neen, dat is geen complimentje; ik zou het niet kunnen laten, ook al zou ik 22u bewonder. Ik had dikwijls gehoord dat de Engelsche meisjes zoo mooi zijn, maar ik heb er nog nooit een gezien, die maar half zoo mooi is als u. Of mooi is eigenlijk het woord niet; ik geloof, dat ik zelf mooi ben in den gebruikelijken zin van het woord, maar u bent neen, ik kan het goede woord niet vinden." „Zoekt u er dan ook maar niet naar,” zei Claire lachend, maar toch even blo* zei ze, „omdat mijn vriendin, met wie ik samen woon, ongerust zou worden. Ik ben altijd op een bepaalden tijd thuis en ze zou niet weten, wat er van nrij ge- en zien voorbijgaan en „Ja, zuster Agnes." zoo dikwijls naar ver- „Wat een lieve naam T sti Grace. Zbezorgd aan als een langd, u eens te kunnen spreken. Dat „We hebben haar dikwijls gezien en ons i ziek kind. Toen Claire voor- vindt u natuurlijk een beetje indringerig af gevraagd hoe ze er wel uitzag, maar ontmoetten haar oogen en die hè? Hier in Engs land noemen ze dat haar gezicht is altijd achter een shrier -ui.u verborgen. Maar ik denk wel, dat haar „Integendeel. Het was juist heel vrien- gezicht even lief zal zijn als haar naam.” w zei Claire. ^1/ .J;,” 'Fri- -±-- Claire gelegenheid te geven°te paaseeren. het verkeerd was, dan moest ik mij.schul- telijk gemeend. ^Ze is al wat”goed en hef Gedurende dacht ze meermalen aan het mooie meis je, en het was niet meer dan natuurlijk, dwt s mende, naar binnen keek. Het meisje stond voor een der ramen en blijkbaar herkende zij Claire ook, zwak van ons, vrouwen,' want zij keerde het hoofd om en zei vlug ..N*-*- de warmschijnende zon ogen k den têgenstrevenden dokter toestemming school. den wand en onwillekeurig ontsnapte mij Ik sidderde over geheele lichaam nauv__ het de oogen op te slaan en verwijderde zich, ik onweerstaanbaar tot het portret aange- Wonit ooortgezat. DE MACHT DER GEWOONTE. Man (tot zijn vrouw, die op allee heeft I op- en aan te merken). Zeg eene vrouw, te ontvallen!” Zijn stem ik ben van plan mq een zwarte pantalon te laten maken. Vrouw. Goed, maar niet te Hebt van kleur. i heeft juist onze dokter geno geen enkele belangrijke - en tochvoel- de ik dat hij mij niet heelemaal vreemd steeds een soort bijgeloovige vrees in- oogen doordringend op hem gericht en Het doordringende koude zoekend in mijn herinnering om een aan- sneeuwwater herinnerde mij altijd weer knoopingspunt te vinden. r De koorts had haar hoogtepunt bereikt. Russische gevangenschap., en wat nog Tusschen zijn zuchten en steunen door Juist op dezen avond was mijn verstaanbare woorden. Ook nu begon hij „Neem hem dan toch, er is geen tijd te tere verlegenheid. Wat rnoest^ ik doen? kostte mij verliezen,” drong ik aan. De booze geest sprak in mij. Bijna met geweld wierp ik hem mijn zwaren mantel kousen ea een donkere jas met metalen na mijn receptie-kamer «Mu,, ut Tiwuw. knoopen. „Ik dank den Hemel, die u ^Zieker Zeg liever dat hij den nacht hier gezonden heeft juist op het oogen- ..et overleven zal. Het is niet om aan te blik dat onze dokter genoodzaakt was op zien. Hij wil niet sterven, hij verzet er reis te gaan,” begroette hij mij. „Ons Nauwelijks was ik in staat verstandig als de dood je eenmaal te pakken heeft, beefde, te spreken, ik mijn redder in gebrekkig Maar juffrouw Johanna, die alles met hem -- Russisch ophelderingen vroeg. Doch noch doet wat zij wil, heeft hem ten slotte toch heen gevoerd,” antwoordde ik hij noch de andere bewoners van het dorp gekalmeerd.” „O neen, het is de Voorzienigha^die „F-n mevrouw ht; „Die O, die verpleegt haar zoon zoo- keek mij ernstig aan, „maar u schijnt mij „Welke betrekking verlaagt tifT 1--n<w mn jong toe.” vroeg een directeur van eèéi verhuurkan- was, maar men had af om te weenen en te bidden. En wat „Ik bén zesentwintig jaar, maar ik tour voor dienstboden. t Liefst son ik --*- -*-i-j eg,, baTfia. stoel bij het voeteneind menig ander en reeds veel zieken onder richting. „Harling," antwoordde Claire. „Het zijn heel aardige menschen en het meisje weet niet wat ze zal doen van vriendelijk- winkels. O, ja, het bevalt mij hier ^end te hoevéeï^X •T. a. ..k»u... terv^ *MTvee*_’aa° - J „En wilt u me nu ookjniet iets van n zelf w^biïjvètC ten slotte vroeg zij juffrouw Holland vertellen?” '"‘E Claire zweeg een oogenblik en zei toen ruster Agnes Er schijnt een eenvoudig C~._:.r i „Ik zal u maar heel weinig kunnen ver- vreemde van het tusschen hospita's om elkaar bizonder- tellen. U weet waar ik woon ik ben on- Zuster Agnes had in Claire’s hart den heden mee te deelen van haar respectie- derwijze'res dat is alles.” met «ruaui levenslust weer wakker geroepen en haar velijke huurders. „Neemt u mij niet kwalijk," zei Grace, en dronk daar met »sder en doei herstel ging, tot groot genoegen van den „Ze heeten Harling,” zei juffrouw Jk ben onbeleefd. Maar ik vroeg het u diee. Grace behandeld» haar biina als dokter en de zuster, zeer snel. Toen zij Holland. „Vader en dochter, juffrouw, niet uit louter nieuwsgierigheid, maar 0Ode vriendin - weer op krachten begon te komen was Zij schijnt zeer teer te zijn, vindt u ook omdat ik u zoo graag beter zou leeren nitermate vrie - *“*--zien voor- wij oude i waren. En, heel vreemd, de eerste maal dat ik u zag dacht ik, dat vroeger al eens ergens moest hebben roet. Uw gezicht wekt herinneringen op....maar ik weet natuurlijk wNo w dat maar verbeelding b. babbelen P zei Grace en zebegSn Clain Op dit oogenbhk kwam de heer Har- levensloop te verteUen/Maar ze ->tste ---iy-mija Terwtjl ze naar Grace luisterde, achaam* de Claire zich half en half over haar eigei niets vertellen. „Ik hoop, dat we groote zullen worden,” zei Grace. ,Wie is daar?” „Ik ben het, Ursula, maak maar open!" „Breng je den dokter mee?”vroeg een de mij hier onbehagelijk en waagde het hoofd alles scheen mij rood geverfd en stemming. Niets, noch in noch buiten die op haar hengsels knarste, tk stortte bewusteloos in de sneeuw neer, het huis, stoorde de nachtelijke stilte, doorbeefde den eens zoo sterken man. klompen weerklonk" en 'de waardin van zeer de leuning van zijn stoel omkneld, terwijl Een jonge man in een boerenkiel, met niet te miskennen 1_;7_ J de' wasbleeke vingers parelde het zweet drempel, dat van zijn voorhoofd droop. Ik was als „yvrutu «wuu aaiucn, nep verlamd door die onverwachte onthul- wendde hij zich naar de waardin en ling, en buiten staat een enkel woord te „Hebt gij soms den dokter gezien V spreken staarde ik zwijgend in het vlam- „Welken "Z..Z- Z mende vuur van den haard. „Wie anders Er is hier toch geen vertrek, waarin geen Na eenige minuten vatte de grijsaard andere f’ zijn verhaal weder op. „Toen ik uit mijn „Dan komt gij te laat, jongen. Dokter verdooving ontwaakte, lag ik in de hut Berthier is gisteren naar T van een boerenfamilie, die mij met roe- ken_P rende liefde verpleegde. Acht dagen lang v/as ik ten prooi aan steeds stijgende o koorts, die de schnkkelijkste beelden voor rijs en wist zelf niet, den met de bloote borst vóór de loc van de geweren, door een afdeeiing zakken op mi’ tk weg voor d t l een beschuttii gen hem uit. 1 gedachte aan mijn spoedige dood in al zijn mijn misdrijf goed te maken. -• -pen de Ik ging op weg en onder voorwn herinnering aan dat vreeselijk bevel weer dat ik een Russische boer was, die oou. f en tevergeefs spande ik mij een brand van alles beroofd en nu gedwon- „Hoe heet uw heer V' vroeg’ik - - - - heid van mijn vermoedens te vinden. Er ven, slaagde ik er in binnen acht dagen vader Philip, maar laat ons spoedig gaan”, J er be- antwoordde de knaap. Ik nam afscheid van de waardin, de tegenwoordige behandeling >en aan de oevers der Elbe. knoopte mijn jas dicht en volgde den toen, mij met den zieke alleen wel niet noodig zijn u te verkia- boer. Toen wij het dorp achter ons hadden Allen trokken zich terug. - 3 op de slagvelden van sloeg Frans'een moeilijk begaanbaren zij- F Waterloo en andere veg in. Maan noch sterren waren te zien j plaatsen steeds in de voorste gelederen en een sombere duisternis omringde ons. jr L efen db< De grond was hard bevroren diepe vo- nemen maatregelen nagedacht had. be- steeds wendde hij zich van mij al. ren en wagensporen doorsneden den weg keek ik ook zijn gelaat nauwkeuriger. Zijn r, geen toegevendheid van hem, en in dichte vlokken viel de sneeuw neer, trekken waren regelmatig, bijna schoon rechtstelling. Ik onderdrukte met moeite neen, hij wist dat ik zijn medeschuldige Het Hebt der kleine lantaarn, die Frans en wat mij opviel zij leken mij zoo be- een kreet van schrik. Wat zou ik doen was. De vrede werd gesloten en om mij vóór mij heen droeg, zwaaide voortdu- kend toe, als had ik ze al ergens anders Dien onheilbrengenden mantel wegwer- nistelooze bezigheid te verschaffen, die rend heen en weer en verblindde mij bij- gezien. Maar hoe zou ik hem kunnez ken nen Maar wat zou dat baten, men zou alleen in staat was de stem van het gewe- na. Ik beproefde tevergeefs in de groote nen Zeker van geen enkel het bemerken en mij toch er trit halen, ten tijdelijk te doen zwijgen, wierp ik mij sporen der klompen van mijn gids te gebeurtenis in mijn leven Toen doorschokte mij plotseling een vree- op de studie. Tegenover de umversiteit treden; het viel mij pijnlijk door de *- r’* m snel als zij opge- te Parijs huurde ik een kamer en ging sneeuw te waden, waarvan het zien mij was. Ik bleef lang aan zijn bed staan, de komen ^vas, maakte zij zich van mijn wil slechts uit om de colleges te bezoeken. Het meester. Ik was niet meer in staat aan de overige van den tijd bracht ik met studee- boezemde. opnieuw aan de vreeselijke dagen mijner rrii erger was, aan mijn nog niet uitgeboete sprak de zieke af en toe eenige duidelijk dan gewoonlijk, en het weer „Peter, Peter, je zult toch wel te- >te moeite mijn wilskracht rugkomen?" riep hij. Je komt zeker om haar te troosten F Hij was zich dus van zijn gevaadijkea „Peter,” ging hij voort, jij moet zijn „Toen ik uit mijn u verdooving ontwaakte, lag ik in de hut Berthier is gisteren „Wat?” „Zooals ik je zeg. Hij had zaken te Pa- K1X1113, UXC TA 3WAXAMUMJM3A LAMTAM rw, CÜ wlSt ÏClf ÜAI, WaUnCCt Hij teTUg glUg OpCH CU CCH BiaU mijn geest riep. Nu eens zag ik mij gebon- zou komen 1” t; - --- T---m jjat is een ellendige geschiedenis, "zei krachtige gestalte met rood gelaat en witte huizes.) Zoo, m :o- de boer, en hij krabde zich achter het ooc. haren. Hij droeg lage schoenen met bonte Maar, wat ik u „Is de jonge landheer dan zieker ge- van een Fransch worden, Frans,” vroeg de vrouw. - i - mantel te- niet overleven zal. Het is niet om aan te buk zich tegen en toch wat helpt dat, kind dreigt ons te spreken, ik mijn redder in gebrekkig Maar juffrouw Johanna, die alles met hem heeten Harling,” zei n dochter, zij verlangend, haar werk aan de school niet Maar mooi is ze ook 1 Haar vader kennen. Ik heb u zoo dikwijls weer op te nemen en op zekeren dag, toen schijnt heel veel van haar te houden en bijgaan, dat het mij Inkt, alsof i 7. 7 J‘ “3 herinneringen juffrouw Simpkins, bij wie ze wonen, zegt vriendinnen-1 opriep aan den vervlogen zomer, wist zij te gelooven, dat ze heel rijk zijn.” dz zzrzte 1 7. dokter toestemming Dien middag miste Claire haar zak- ik u r“* daartoe af te bedelen en ging naar de doek en toen zij Arundel House voorbij ontmoet, kwam, klopte iemand tegen het raam en, btj mij Haar verschijning werd door de meis- omkijkendlzag zij juffrouw Harling, die wel, dat met groote vreugde begroet en juf- een zakdoek in de hoogte hield. Zij ver- F* er niet geweest was, dan zou ik „U kent mijn naam ook zei Grace „Vader, zou u niet even naar zuster zij, na schooltijd langs het buis ko- lachend. Agnes kunnen gaan, om haar te vertellen, Claire kleurde en lachte eveneens, dat we juffrouw Sartoris gevangen hou- Nieuwsgierigheid is nu eenmaal een den?” zei Grace. zei ze Maar Qaire, die wist hoe zorgvuldig wam zij accrue uci uooiu om en zei vmg „Neen, het is een van onze deugden,” zuster Agnes het vermeed, met vreem- p 7~~~ iets tot iemand anders in de kamer, waar- zd Grace op haar of >enhartige maaier, delingen van haar eigen stand in aanra- op ook de oude heer even aan het raam „Ik ben blij, dat we el kaan namen ken- king te komen stood op, en zei dat ze wei n 3treatium a verscheen. Den volgenden morgen zag nen, nu hoeven we ons niet meer aan el- naar huis loopen en aanstonds terug ko- Claire het meisje uitgaan. Weer keken kaar voor te stellen. Ik zal u ook de rest men zoo. Zij vond de zuster ai op haar zij elkaar aan, ditmaal wat opletttender en van mij zelf vertellen, als u mij wik aan- wachten. Qaire verbeeldde zich, dat er een pein- hooren. Ik ben hier m«t mijn vader, die zende uitdrukking ia haar blauwe oogen heel veel zaken heeft me t rechtsgeleerden vonden hebt, lieveF lag. in Londen, maar niet in Londen zelf kan eik geval gaan.” Zij Van nu af zag Qaire haar, hetzij voor wonen om die akelige mistdaarom heb- opgewonden, toen ze vroeg »Hoe zei het nam, hetzij op straat, alle dagen au ben we hier aen paar kamers gehtmrd.” ie, dat ze beettn F’ pich niet storend aan de schoollucht, derlijke vreugdekreten aanhaalde. Een vol half uur was de school in rep en roer, toen echter klonk juffrouw Gover’s stem boven alle andere uit en het werk ging rug. weer zijn gewonen gang. Qaire voelde zich dien eersten dag vroeg zij. weer moe, maar voor er een week om was, Claire staarde haar aan en lachte even, land en dat ik zoo erg verlang, een men had zij haar oude kracht weer terug en 7 7 vervulde zij haar dageh’jkschen arbeid weer zult u er natuurlijk niets tegen hebben, met «e ijver, die juffrouw Gover in ez- om hem beven te komen halen,” «t uai «tc», Wu tase bracht. Grace. „Zou u dat wiUen T ben bang, dat het een zeer vreemde ma- het wülen< te lk Qaire en zuster Agnes hadden nu sa- „Het zal mij heel aangenaam zqn, zei mer s, juffrouw Sartons, zei hij, ^n - - - - men dezelfde kamer en aten, voor ztxxver Qaire en zq volgde het eigenaardige dat u ons wel zonderlinge menschen znft dat mogelijk was, altijd samen. De zuster meisje naar boven. r’ J -1- zinspeelde nooit op haar levensgeschie- „Wilt u niet even gaan zitten vroeg ai te sterk denis, noch op Claire’s lot, maar metdui- Grace. „U moest me eigenlijk bij de poii- ,,F__Ï zend kleinigheden toonde ze haar liefde tie aanklagen, want ik heb dezen zak- bet zoo goed niet j voor het eenzame meisje, dat de Voor- doek zoo goed ais gestolen. Ik zag, dat u nu kunt u natuurlij' zienigheid aan haar zorgen had toever- hem liet vallen en ik heb u niet geroepen trouwd. Claire betaalde die liefde met en vader zegt, dat dat even erg is als interest terug. stelen, juffrouw Sartoris.” Aan het einde der straat waarin de „Ik geloof, dat ik het maar niet ml school lag, stond een huis, grooter dan aangeven," de overige, waar kamers verhuurd werden, naam Op zekeren dag, toen Claire van school - naar huis ging, zag ze een rijtuigje voor Arundel House staan in het rijtuig zat, in half liggende houding, een zeer mooi meisje, geheel in bont gehuld. Ze zag er teer en lusteloos uit en de oude heer die haar vergezelde, keek haar ik ik heb er btj het uitstappen bezorgd aan al vader zijn ziek kind. Toen Claire btj ging ontmoetten haar oogen en die ne f mer in nnge iana noemi van het meisje elkaar voor een oogenblik geloof ik ..slechte manieren”. verborgen. Maar ik denk weL dat haar en in beider blik was bewondering te Hc-.' ;t^ct ‘—F- lezen. Vader en dochter gingen opzij, om delijk van u, vind ik,” zei Claire. „Als schuld. 1 te bereiden, bracht mij dit slechts in groo- toestand erger dan gewoonlijk, „L„__7:J -- _7j groote moeite mijn wilskracht Èen plaats als arts zoeken Dat kon ta- niet te zien bezwijken. Slechts de gedachte melijk lang duren en al dien tijd zou ik dat het mij misschien gelukken zou een w ormeer of minder ledig loopen, een toestand zieke van den dood te redden, gaf mij toestand bewust. over de schouders.Toen sloop ik gezwind dien ik ontvluchten moest en wilde. Van tr.oed. Elk zoodanig geval in mijn jaren- „Peter,” ging hij voort, jij moet zijn tusschen twee huizen door en liep als waan- den anderen kant bezat ik met zooveel lange praktijk heeft mij altijd opgebeurd plaats innemen. Keer toch terug! Wat '7-1L J en mij altijd troost en verlichting ver- doe je daar beneden” daar in die kon. De onverwachte dood van mijn schaft, alsof ik daardoor weer een deel sneeuw een einde, van mijn zware schuld had uitgeboet. Ik stond op. Een rilling deed mij van it mij vol- Terwijl ik zoo voortging viel de weg mij het hoofd tot de voeten sidderen «n toch F_i nu tamelijk lang en ik begon argwaan te brandde er een groot vuur in den haard. ra I en koesteren, dat mijn gids mij inzake den Ik ging naar het venster en lichtte het gor- Ik herinnerde mij wat ik gedaan had: al aan wetenschappelijke ontdekkingen te afstand bedrogen had maar op dit oogen- dijn op ondanks den donkeren nacht tee- bewustzijn mijner daad ontwaakte ui wijden. Ik wilde gaan reizen, voortdurend blik hoorde ik blaffen en bij het schijn- kende zich het sneeuwlandschap duidelijk van woonplaats veranderen en zoodoende sel van de lantaarn bemerkte ik twee af. mijn diepe zwaarmoedigheid, die mij an- reusachtige honden, die op Frans toe- ’t Is waar de sneeuw oefent een bif- 7:rs tot het uiterste zou gedreven hebben sprongen. zonderen invloed op het mensebelijk É- overwinnen. Ik wilde in ziekenhuizen „Sul, Turk Koest Sultan,” riep mijn chaam uit en meer in *t bijzonder op zie- _^7j en zich tot mij wendend, zei hij ken. Deze zieke voelde het en droomde „Wees niet bang, mijnheer, wij zijn er al!” ervan. Ik weet niet waarom ik de lamp Wij bevonden ons op het erf van een van de tafel nam en op het bed toetrad j L-_j- _--l jmerkzaam te ---i nauwelijks tamelijk hooge deur zich bevond, had ik een blik op zijn gelaat geworpen —„-J ue donkere lucht af. Frans liet den of ik deinsde terug. „Heer in den Hemel l zeten, den postwagen naar Parijs, die te zwaren klopper op de deur vallen, waarop Deze trekken deze oogen ’t is niet elf uur moest aankomen. Ik was L 7r kon misschien nog honderd passen van de met de waardin die in een hoek zat te sla- vroeg .IJ*1 een het geknetter van geweervuur mijn gesprek met mij aan te knoopen, maar ik ‘t *F" -2 <-in~““h*. Z~~—~ wanneer w fen had het bloed steeg mij naar het het sneeuwde, in een gedrukte, knorrige oude vrouw, terwijl zij de deur opende, niet den zieke te naderen. Geërgerd over 1— „Een dokter heb ik, maar Berthier te sta, mij zi „Niet?" vroeg de oude1 op een toon, lukte mij eindelijk wat kalmer te worden, waarin een zeer ernstige teleurstelling Toevallig viel mijn blik op een portret aan i was. den wand en onwillekeurig ontsnapte mij Zij hief haar kaars ter hoogte van mijn een kreet van ontzetting. Ik sidderde over hoofd omhoog en bekeek mij met ver- mijn geheele lichaam nauwelijks waag- toch werd vroeg: kamer gelijkvloers en i ovoorgevende dat zij mijnheer van mijn trokken, dokter Mijnheer'Berthier?" komst zou verwittigen. Het was een groot ‘7— _7 -J vuur brandde en dat slechts schaars verlicht werd door een kleine lamp, die daarenboven nog Parijs vertrok- zeer laag gedraaid was. Ik veroorloofde mij wat meer licht te maken en keek de kamer rond. Het duurde echter niet lang of de deur J T 1 van ongeveer vijf tig jaar trad binnen. Het was een gezette, JEn mevrouw?” HET BEWIJS. H. H „Welke betrekking ;ebeurd. Men meende wel dat er ie- veel zij kan, maar meestal zondert zij zich nog zoo jong toe." vroeg een directeur van mand doodgeschoten was, maar men had af om te weenen en te bidden. En wat „Ik ben zesentwinug i-«, vwx de bevolking van de markt geweerd ea mijnheer betreft, die zit meestal onbe- heb in mijn leven meer meegemaakt dan bediende willen worden in 1 stoel bij het voeteneind menig ander en reeds veel zieken onder richting, verroert zich niet. Slechts behandeling gehad I” ..Zoo. noodige keeab lispelt hij zachtjes voor „Vergeef mij, mijnheer, ik wil aan uw om met de toeateUen en bet water om hii met het hoofd knikt: kennis niet twijfelen. Mijn zoon is een te jaaa?" t ik beu U<w tijd wijnzaak werkzaam geweest"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1923 | | pagina 8