VOOR DE
SS' its s?: stsrvews»»»-
HET VERBORGEN SCHILDERIJ
-7-s R
-
DERDE JAARGANG 1923
NUMMER 8
a
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiJiuiiiiuiiiiiiiiiiiiiiii.hdHiiiiiiicniiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiLiuiHi 1111:11.11111111111111111111111111:12!
-1 UIT DE -
MOPPENTROMMEL
r -1 NAAR CHARLES OARVICE DOOR A T. I 1
'Lttritj’tVg^ hit ÏÏStto DE PROFESSOR - HAARSNIJDER.
w5l..xe|W,n l»r'zoo' ^hGwerijk
4
X
GERUSTSTELLEND.
op
aas
GEVOEL VAN EIGENWAARDE.
LAKONIEK.
NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFD- ley had luid genoeg gesproken.
STUK.
KATHEDER- WIJSHEID.
SARCASTISCH.
KUNSTKRITIEK.
nen.
tot den ouden man
DB SABELHOUW.
naar
lu
TWIJFEL
dat aan kwam drijven. Het waa een mea-
VOOR DE iECHTBANK.
hi.
aierdc gwp-L dat tr haar cheque tot
HUISKAMER
apenberg geeft een aou-
iten bevindt er ach een
ia, de referendaris van
nooit tweemaal bes
ta vartwlead.**
richtend. „Waarom zeg
1 moet. Kom.
-en met goed ge-
Ik een tweede
Dexea keer
De deur werd ge
trad binnen. Zelfs in
te Claire van rijn gezicht, waarop
Baron van S
per. Onder de
die met van a
Rinkelen. Toen deze aan tafel plaat» wilde
1 van T
daunt.
De bedienden verlieten langzamerhand
na een wer-
dooflijk korten tijd kwam
4 rijtuig voor en Mordaunt
n Uchtgriiz
en in dei
S3.
EEN MERKWAARDIG HOUTEN
BEEN.
ten minste vanavond met. Vergeet
-i
hebt en tracht er u in te denken, dat wj
uw gatten zijn
Ba. lieve juffrouw
gaan doen;toen
bleef ik op een
•taan, keek zeewsarts, land
waarts en stadwaarts. Er lag
V.
gelukkigiten
en liet haar 1
haaatte uij naar de
itgrija
de kappen ooi
wegena het poeier,
gissing voor iemand die zich rechtsge
leerde noemt, zooals u, mijnheer Sapley.
Mag ik u er even aan herinneren, dat de
Toen hij
iel vastgreep, heer Mordaunt,'
een naar den ander, allen verbaasd aan- om haar ei;
„Dat U-
tot den uit. „En mijn vader en ik zijn verheuj
j ia in vernemen, dat zij dat wil doen. Wij
J oen revue
idler, die het litteeken van een
>uw over de wang had. De komng -IVU*r
kwade luim zijnde, vroeg, in welke ?ee? ?el‘l
hij dien houw bekomen had. 7*5?2,1
rad antwoordde de soldaat i „Bi;
caat, die maakte dat hq spaedig uat de
toen tot Harhng zei
„In orde F Zijn item was nauwelijks
hoorbaar. Zich tot Claire wendend, die
,k ongelooflijk korten tijd kwam
aan. Mijnheer Harhng heeft gelijk u bet bestelde rijtuig voor en Mordaunt
bent nog steeds de meesterts van Court droeg er zijn vader in. Toen het portier
- --man een
■ij af, hoe
«lijke zen-
doch ik wist, dat bet moeilijk zou rijn
het niet te doen en tegelijkertijd mijn ei
gen straf te ontloopen
Stroginskoff met ai rijn invloed was
niet in staat geweest rijn straf te ontko
men en tijn dood wat nooit gewroken ge
worden. Hoe machtig moest een gezel
schap zijn, dat de hoogste machten van
Rusland en Engeland kon tarten! Mijn
gedachte was meer aanmoedi-
bad nog zes maanden den tijd
bewonderend ron<
van het gesprek,
was op Grace’s ontdekking, dat Gerald eigendom, en.,.."
Claire liefhad, had Grace het een en an- „Neemt u me met kwalijk,” ze Har
der van het leven van haar vriendin ver- ling, „dat is toch een zonderlinge ver
nomen, maar ze had toch met verwacht,
dat het huis, dat Claire verloren had,
zoo groot en imposant was
toon met een droevig accent, het is on-
noodig aan boord te
Hand heeft ook ia Schol
den.
Ik was verwonderd, want ik
ónmogelijk gedacht nu
komen, na alles zoo zor;
te hebben gebracht. Ik
„Karei Smith," zoo meldt een Amerf-
kaansch dagblad, „tnchtte gisteren jver
de rails te spnngen, toen de sneltrein
in volle vaart het station binnenreed.
Smith kwam er gelukkig nog over, decb
zijn linkerbeen bleef op de rails achter.”
de jongste der vrouwen mijn
de laat-
mij de kaart overbandig-
een onbeschrijfelijk droef-
’oestig licht uit haar oogen. Mijn kaart
ital na 11
oor mij heess. Ik zag
den president vragend aan.
Hij beantwoord/
Een koopman wil een winkel heren. De
igenaar van een huis vraagt hen 2000
lulden huur. Is er een stal bij F’ rroeg de
Twee jongelieden geraken m een he
vige woordenwisseling. „Weet je met
wie ik ben vroeg de eene.
„Neen F antwoordde de andere.
„Nu dan zal ik 't je zeggen, mijn oom
is de generaal van Pompernikkel.”
Heer, (tot een dame m den spuuswa
gen) „Veroorlooft u tmi dat ik in uw te
genwoordigheid een havanna rook F*
Dame „Als het werkelijk een havanna
ia, heb ik er mets tagasu”
op hetzelfde oogenbiik
r burner
Prederfk de Groots zag bij
een grenat' 2_. 1,
sabelhouw
in een 1
kroeg hij
Vertoornd w
Collin, Sire, toen uwe Majesteit het ge-
lag betaalde."
De beroemde professor Buttmann ging
altijd in het
HeaSac,
tijd van Buttmann was dit ook
Eens stond Buttmann in zijn
pak aan zijn deur, toen een vreemi
op hem toetrad en hem vroeg of hij hem
I ver-
met
-‘PW
'oen hij gedaan had,
(Karei tje beeft met een schaar uit de pe-
--a—fjgur<11 g.Jnupt.)
Vader „Karei, wat doe je daar
In een signalement van een voortvluch
tige misdadiger, dat onlangs in een Duitsch
blad te lezen was, stond onder de rubriek,
„Bizondere kenteekens" het liiAerbeen
is van hout en spreekt het plaiduiisch
dialect»**
notf
Maar Mordaunt had Harh:
Waarom hebt u aan gen:
2"I moeden.
vriendin, „Het zou beter zijn het aan uw advokaat sterven, dan onder dit dak blijven
lin.” Hij te zeggen niet waar, als o tenminste niet nu het uw dak is I Bewaar uw medelijd—n <,JKnjer„
der. alsof voor u zelf optreedt wat nogal onge- maar voor die er behoefte aan hebben, makkelijker te kunnen bereiken
air «srrvm *«sm oma' U 1.' \Y7is aeeèeo esiat easm» Lu.
SARCASME.
Korporaal (tegen een recruut) „Dro«-
ela, hoe dikwijls moe* ik bet zeggen
President t „Bf het eerste verhoor
hebt u erna gacsch andere vmklanng
afrelegd."
Beschuldigde I ^ser juist, mijnheer
de president, ik teg
zelfde, ebt vind ilt
woon zou zijn vindt u niet T” zei Harling. Wij zijn met U
„Niettemin ben ik zoo vrij u mee te dee- uw bedienden I”
zonder het 'en, dat juffrouw Sartoris bereid ia, uw t
[en te voldoen, zoodra u die „Wij willen de bezittii
wülen formuleeren. Hier w laten. Kom, vader 1”
wat ik v sri cp schrift hü legde een dien vao zijn vader stekend, trok hij v««ot
brief op ttfel en bier ie een bnef van den ouden man als het ware de kamer nu maar, dat u het kasteel oost verlaten
a* r 1„ vn---L
Toen zij in ds hall kwam»n, wacltfte voor een" nw uw
step Wj uit. „Daar^etevkt sr*h acker 'Cai,^hc->g^r. rulleu boor>rv»«ar." ün Wi boden weten alles wat er met hun mees- Sartoris/ h«U klüikt wei een'been^
h*^ vok ia, voor t'ay er ,wae- Juï-
»v'w R-uicr hóe> Uc. a«i
had bet
nog in botsing te
gvuldig in orde
wr kon slechts de
droevige etem van den jongen man vol-
fen-
Toen wg terugkwamen op niftn ka
men. zei mijn metgezel:
Mijnheer Egerton. ik zal openhartig
met a spreken. Ik ben ook ean lid van
de gehate Roode Hand en waa tej
woordig op dien noodlottig» derden
alirt, uk zal hier met blijven.”
Terwijl zij dit zei werd een schuif»- „Stnkt
lende stap in de hal geboerd ca da oude juffrouw
Sapley kwam binnen.
„Wu 2 7
stem-
Hariing stapte op hem too.
„Het w juffrouw Sartoris, mijnheer zij wti vrienden. Ik heb en
Sapley. „Juffrouw Sartons en haar vriend- bekennen, zonder dat zij er iets van wist
din, t^ijn dochter.” mij zelf de eer t
De oude Sapley Heet stokstijf staan en raadsman handelgnd op ti
aa zijn scherpe oogjes keken van den ik zeg, dat zij volkomen net
een naar dca ander, allen verbaasd aan- om haar eigen kasteel te bewonen.”
siende. „Dst heeft ze zeker I” riep Mord
„Mijnbeer Mordaunt F zei hij tc
butler. „Mijnheer Mordaunt I Hij
de bibliotheek.” Toea wendde tui zich
tot Oaire „Blij u weer te zien, juffrouw t 7
Sartons. U bent zeker teruggekomen om met leeg bleef staan....
la dat geval hernam llz. woel ik beer, mijnheer de referendana te unman
lot ast gelatenheid tegemoet riea Ik ben met van adel.”
geen moordenaar
Haar gelaat klaarde op.
Ik weet iets, nep ze uit Deze doode,
één uwer landgenooten. waarom loudt
ge niet sterven en bij leven? Laat de heer pieren zijns vaders figuren geknipt.)
Egerton verdronken ujn en draagt gij Vader „Karei, wat doe je >G.r
rijn naam. zoolang als het a goeddunkt mijn bureau Je raakt toch niet aan müa
Terstond begreep ik haar. Ik droef het papieren t”
lichaam achter de rotsen en ofschoon bet fc^el „Neen, pn, ik neem allows
verre vaa aangenaam was, verwisselde ik meer «rat beschreven ia.”
zijn kleederen met de mijne.
Neem uw notitieboekje. Schrijf op een
van de bladen: Ik ben mijn bestaan en
het bedrog moede Ik zoek vergetelheid.
Laat me mand om mijn dood treuren
Hebt ge dat? Teeken het met uw eigen
naam George Egerton. en steek het boek
je in den jaszak van den doode.
En nu. mijnheer Egerton. vaarwel Ik
zal uw dood verklaren Ge moet ter
stond au boord vu de Vtxen gun. Het
zal geen moeilijkheid opleveren wut ik
alleen sla gade vudaag. Vaarwel ik
zal u uooit wederzien
Leila, liefste Leila, riep ik uit Gij hebt
mij het leven gered. Help mij nn ook go-
lukkig maken. Wordt mijn vrouw ra kom
naar mij toe, zoodra ik veilig mijn land
bereikt heb
Met haar utwoord maakte ze mij den
gelukkigiten mensch ter wereld Ik ver
trok en liet haar bij bet lijk achter. Ik
_j Vixen en
Toen ik Engeland bereikt hac.
Leila ra daar zij geen zendinj
Roode Hand te volbrengen hai
tweede
gend Ik
Ik liet de dagen voorbijgau. totdat ik
au bet gezelschap als au era mythe
begon te denken esi mijn avontuur als
een droom beschouwde.
Doch eras op een morgen lag er era
brief op mijn ontbijttafel Toen ik hem
opende, vond ik er een reepje grijs pa
pier in. waarop era roode hand stond
afgednikt en deze woorden geschreven:
3 Mei Nommer 13. Denk au Strogins-
koH
Het was geen droom, doch de afschn-
welijke werkelijkheid. Mijn hoepita wiet
niets van den brief Hoe hij op mijn
ontbijttafel kwam, bleef een geheim.
In den avond verliet ik mijn kamer»
en ging naar een uder gedeelte vu de
stad, waar ik mij zooveel mogelijk schuil
hield
Verder besloot ik
minder gevaarlijk 1*
trok hem met geweld mee.
„Ksm mee," zei hij heesch.
CLure kwam een paar stappen
voren.
„Neen, neen F zei ze, medelijdend, ho iden. Bovendien ja, vader, ik moet
'aat hem blijven....” a«t wel zeggenis frjj zoo afschuweiijk
Maar Mordaunt keerde zich tot haar HM» vtrondersicl, dat dit geld
als een in het nauw gedreven wolf. K-1-
„Wat F nep hij uit, haar zijn tanden
Jl J T—
Zóó laag rijn wij1' dan toch nogttet ge- met hëelemid Tu ineven, 'jurfi^uw* Sm-
-om u nu maar meteen de volle
waarhnd te zeggen, wat 11 gedaan heb,
!^.n mi!n e*fen oogmerken ge-
W uw bedienden - doet.hS’bït.~»i te““w^7hï«^7die^
m k u 11 echtelijk, merken zijn, alvorens u een woord van
beschouwen ons als uw gelijken, dank uit. Dank l Ik zal dankbaar moeten
onnuddellijk ver- zijn, zooals u wel zult bemerken. En la-
En zijn arm door ten we er nu maar met meer oser spreken
Git
boot naar ara
ta gaan.
Ik was voornemens naar Laith ta ver
trekken. Daar zoo ik veilig zim ra ik
wenschte mijzelf reads geluk Da boot
zo» in dra avond vertrekken ra dus
wandelde ik, zoodra het donker gewor
den was, naar de plaats van afvaart. Ik
had nog geen voet un boord gezet, toen
ik mij in den arm voelde knijpen. Ik
kende dien kneep. ïk zag om. verwach
tende mijn vijand, dra president ta zien.
Doch hij was het niet.
Deze scheen een jonge man.
Mijnheer Egerton. zei hij op zachten
gau. De Roode
>tland haar vrira-
merkte op eenige meten afstand ieta, S3:
-r j dat un kwam drijven. Het was een men- den
Gü behoeft den heer Egerton - bq ^helijke gedaute. een lijk. Was zijn boot
-Li u? -"J omgeslagra ra had hij jammerlijk den
gehoorzaamheid te herinneren Hq weet dood g<TOOden of? wie zal het zeg-
‘’Droevig koerde ik mfl om. Er kwu> BuOmann.”
iemand achter mij aan; bet waa Leila, ala
i. hun mu verkleed. TROOST.
m op- Wat moet er ven irordra, riep ne
lettend au ra herkende hot onheilspel- ontdaan uit. Hebt u geen plannen? Mor-
lend gelaat, dat ik era laar g«'
Londen gezien had. den nacht, waarin
Strogingskoff vermoord werd.
Dra volgenden dag vroeg ik i
k de uitvoering van mijn vreese!
ding zoo ontloopen. H
^e lippen,
aangename verrassing I Wan-
i gekomen*
icht gestuurd van uw komst T
L- -U voor uw 1
zouden dia gereed geweest zijn.'
teek van den een naar den ander,
hij heel verheugd was met het bezoek.
Clairs sloeg de oogen op.
„Ik ben onverwacht, en 1
•igenlijk zelf te wülen gekomen, mijn- vorlennge
heer Mordaunt," en jm. JÊk zal kóst ook maar zult
aast blijven...,” wat ik zri cp schrift hü legde
„O, maar....” zei hü- LJJ r *_2_
Maar zijn vader visl ham met aan de Lccdan <n Weatminstar Bank, waann uit.
haazehen lach i» <te rede. werd» tu'rt. dat té' haar cheque tot T-rn
„Wat be*e« kent dit toch allemaal t" het bedrag, «f znMb tot ets hen nog een nieuwe vernedering. Dienst- als u ons hebben wilt.
toil uit nAJer tomWram t r-jJ Vllllnrai Sz>e»^e‘mw,i r» IA» allmm m s a» haaean C—-
•OfcSrr d* eer. <g ander» isrib. Wa. *»h< dsn hesif netst «Lu aorienx tan en mecsteresaen gebeurt, bijna even maar ik heb era schrikkeiiiktn
virg ais zij zei. Misschien had er een P1— - -
ara t' iéji «uiaustord da os>dc Sso- da
Het dnetai dat m het salon was achter
gebleven, keek elkaar enkele oogen-
bhkken zwijgend aan; toen zei Qaua
'ie ta daar F’ zei hij met zijn heesebe stand te doen l’Niet? Juffrouw Sartons boofd opnchtte en hem wezenloos aan- »Ik van wat hier gebeurt nog
bouw en w^ hen wX kwam er «en urtdrukkin, v»L te. ze, met een rtem, tnllend.
vnenden. Nu ia dat veranderd. Nu heeft voldoening op zijn bleeks gelaat en 1 ü*b‘
„Het w juffrouw Sartoris, mijnheer zij wél vrienden. Ik heb en ik wü wel b.) schudde van het lachen.
luffrouw Sartons en haar vriend- bekennen, zonder dat zij er iets van wist „Meester van Court Regina hè Mor-
gtgund. om als haar vriend dy F’ mompelde hij. „Eindelijk van mij
landelgnd op te treden. En eindelijk I Dat is een feestdag voor ons
-U recht heeft, Mordy. De Hoogwelgeboren heer Mor-
lement voor
welgeboren
xxirt Regi-
a tCb”h W "tb m<t gtnoe* *4*^ tt c,*n> m*n
<in< scheep. tdej dengen- [n lam worden da
’chree !k zeldzaamste boeken bij duizenden exem-
ing vu de verkocht. De Romeinen bo
under toezicht Stond, ki.m u "st^d bouwden hun bondgenoot» ate ver-
over en werd mijn vrouw owd<
Als ik de zaak vu die zijde beschouw,
betreur ik mijn aanraking met de Roo
de Hud geenszins.
Uit de nieuwsbladen vernam Ik dat
graaf Gribuoff door een verschrikkelij-
ken, geheimzinnigen dood, zes maanden
nadat ik St Petersburg verlaten had,
omkw_a.
11 weet met wat...."
De artist maar niet goed
strijkt zijn penseel over den neus in
kwestie en vraagt „Is het nu goed F’ --w-
Mama „O„ prachtig 1 Nu gelijkt bet ?0*a Mo landbouwer bénneskwam, die
perfekt F hem raad vroeg in een gir»‘l. dat hij
Papa (die het nooit eens is) „Ik ge- met,.e*n «*jner buren had.
loof, dat u nu juist de geheel* schilderij "U h*bt gelijk," zei da advocaat,
bedorven heeft." Nauwelijks was de landbsuwer ver-
Het penseel van den schilder en ook t,P“en diens buurman kwam den
de schilderij waren volkomen droogadvocaat over dezelfde zaak raadplegen
dat noemt men kunstkritiek I doch rielde de zaak ecmgdins andess
▼oor.
-U hebt geUjk." sai de alvocaat,
is meer dan duidelijk.”
Toen ook deze diént vmtrokken wast
zei de echtgenoote vu du echtseeleerde.
„Maar beste man. beidenTinnen toch
jk hebben. Als ie era gelijk
moet de uder* rixners ongelijk
„En jij hebt ook gelijk," aai de sdvo-
z4a— ara L a -- S a
voeten kwam.
EEN LOTGENOOT
Mama beknort haar achtjarig» woon,
eekleed VrcJvrr omdat hij met een bralden de sigaar
T era Uchtgno* «*ko,ne» NM>' 8«P«*
ken heeft, gaat de hoopvol!* zoon naar
zijn vader zegt ^aa, nu verbiedt
Marlb cwii toet rrwtken
mng kom» kijk» Heel aangenaam,
dat u ons nog tens bezoekt. Vu harte
welkom ook uw vriendin. Gaat u
■tten.”
Maar Oaire bleef sta» ra keek strak
voor zich. Zij was zeer bleek. Waarom,
vroeg zij zichzelf af, hadden haar raden
toch zoo vnendelijke vnraden, haar dca*
vernedering doen ondergau I
nd Mordaunt
oogcnblik schrik-
J
uitdrukking vu groot* wanhoop lag,
het geluk zich vu htm ging afwenden.
„Juffrouw Sartori* F nep hij uit m
ara geforceerde glimlach om
„Dat ia era
user brat
ons ge» bet
Uw kamer en die
grond viel
In één oogenblik was ik omrin'M door
een autal mannen, met revolver» gewa
pend. Hun opgewondenheid was niet
minder dan de mijne, do ze v< -under
do aanmerkelijk, tora ze bemerkten, dat
ik alleen waa Ik werd een kamer bia-
nengebracbt en was gedwongen in hun
midden pleats te nemen. Het gezelschap
bestond uit veertien leden, waaronder
twee vrouwen. Au het hoofd van <en
lange tafel, waarop een groote de
hud t .„derd was, nam ds langste,
waarschijnlijk het booid, of de president
vu de juirtij. plaats.
Hij was da eerste die sprak.
Jk behoef u niet te herinneren
broeden en zusten over wie» wij spra
ken, toen we in de rede gevallen werden
geen nut te vragen of onze
bezoeker onze belue-uke
1 mogen om tt te lezen verloren had. Zijn
vaal gelaat werd nog bleeker en zijn mond „ivujn vaocr s jas
w JX2$H a °P“ irmen oi“ ontvangen, toen wq beurteling* open en dicht. Toen uit de ho gte, ^e*
Intusschen hsd Grace verbaasd en haar een overeenkomst aanboden. Maar UJrt» Mn ^-eet - een kreet, zoo vol vloekt
idgekeken. In dra loop sedert zijn de omstandigheden veru- VM teleurstelling dat zelfs Claire bijna zoo aan te gapen t”
dat natuurlijk gevolgd derd. Court Regina is met langer haar medeUjden met hem kreeg.
kking, dat Gerald eigendom, en....” richt wukelend, au d* tafel
Claire liefhad, had Grace het een en an- „Neemt u me niet kwalijk," zei Har- Uep MordiUnt op hem toe, die d* bnr»ra is het eerste^ bevel'vu u, dat wij ^4
fames en kijk goed uit, dat hij niet de ver
teerde meeneemt.”
Mordaunt griste ze dra lakei uit da
aan.
Ik wü
7 n hdl,h’°hW opzegtermqn nog met verstreken m en mterTte Cer^X st^d hudu u t^k rijn’vaX d. jas
uit. „O, hoe heb je het kunnen verdragen, dat Juffrouw Sartons zich du. m haar xej „Juffrouw Sarto -Waar gaan we heen Mordy? Ik
bet te verliezen En waarom heeft vader eigen huis bevindt en de eenige meesteres “D met wes r zeurde de oude Sanlev
osa hier gebracht? Vertelde hij het ons vu Court Regina is." h,e,b' gtT?mleQ “T Houd i.
lang au Tijnheer Sapley gelaten." **D" nu eenm“1 kn,gl
„Ik verzoek je vnendelij'
mond te houden en deze zaak au mij
a du paard en rijtuq?" ia da
„Dat juist niet,”
„O, we zullen wei haast maken, mij»-
zei de butler. „Het
uit zijn hud nam, ze zorgvuldig las ra uitvoeren. De spullen vu den ouda,
indnngers I We zullen het kasteel on-
middellijk verlaten. Kom mee, vader F
Hij legde de hud op den schouder
vu den ouden man, die langzaam het tot Harling
opnchtte en hem wezenloos au- „Ik be;
Toen kwam er een uitdrukking veel,1
u al dat geld voor mij betaald Maar
dat kan ik toch niet aannemen Ik ban
u heeL heel dankbaar het is bijna
ongelooflijk, dat iemud zoo edelmoedig
ku zijn, maar ik zou het niet kunnen
aannemen. Toe, vraagt u het mij met F
Harling vatte haar braden ra leidde
haar naar een stoel.
Jueve," zei hij vnendelij k, zooals
era vader tot zijn dochter spreekt, „ver
tel me dat allemaal morgen maar, als u
-1 hebt ra u vertrouwd gemaakt
met de verandering die er in uw
lot is gekomen. En laat mij u de verze
kering geven, dat u mij werkelijk ver
driet zou doen, als u ia uw trots mij be
rooft van de grootst* voldoening, die
mijn geld mij tot nog toe heeft verschaft.
Maar u hebt een te
doen is ’t niet, I
alsof hij er een voorgevoel van had, dat mond wijd geopend, zeek hij Harhng „laat hem blijven....”
v— s_u --1-a*-, [jjjf stekende oogen aan. Toen lachte hij f*
met hel op. „Vertelt u dat aan uw grootje," ais een in het nauw gedreven wolf.
scherp toonend. „Uw gastvrijheid aaqnemen alsof hg zich schaamde
te ver- 7” -*i L
zonken, juffrouw Sartons I Ik zou liever tons. En,
NUtteZ
Hij te zeggen niet waar, als u tenminste niet nu het uw dak is I Bewaar uw medelij:
:n
htgnjs oaa bet rooken.'
ideUng
het haar wilde snijden. Buttmann
klaarde zich terstond bereid, ging met
dra man naar zijn papierschaar en knipte
hem het haar af. Toen hij gedaan had,
de kaalgeknipte vreemdeling voor
piegel stau en nep den vermeenden
haar-kunstenaar toe j „Wat zie ik «r uit I
En wü jij je nog wel era kapper noemen
„Dst zou mij niet in de gedacht»
komen,” atwoordde Buttmann zeer vrien-
De ouden vu een schoone, wier por-
deelen het kunstproduct, dat werkelijk ?Dat juist niet," sprak de eente ghm-
.3 is. lachend, „maar de stal zou kuna* dienra
Mama „De neus schijnt mij te.ud. die u dien prijs wübetaka."
msm# wmP
GELIJK.
Een advocaat zat aan het nfddagtnaal
gea«il, dat bj
hem om raad vroeg in
hen naar het kleine salon voerde. mond te houden en deze zaak aan mij hrt t
„Ik sal aanstonds het tuut laten aan- over te laten,** cei Harhng beslist, maar &€n- Harhng beeft gelijk_ u
maken, juffrouw ra era der meujes bij u vnendelij k. Toen wenddeJuj zich we® S«jT^ ^d’r^d geslóten werd uitte de oude
ttx ouden lk geh,k van veraedenne en woede - wij zijn zcherpe wanhoopskreet.
„Neen, neen, zei Claire streng en be- met? v“ verneoenng en wwk
De oude Sapley keek hem aan.
laomen, ja," zei hij, „maar
rtoris heeft zelf
„Hebt u eemg stuk waann zij zegt af-
2“__T Juffrouw Sartoris
is een vrouw en was hulpeloos en zonder
ik wü wel bij schudde vu
daudt Sapley, lid vu het ps
mt West Downshire. De Ho,
te heer Mordaunt Sapl.y vu
:b- na F
ij zich ben hier onzen uitrek genomen, omdat Allen luisterden naar hem, steeds
r vrij het beter vonden, dat het kasteel meer begrijpend. Begreep hij den toe-
stand niet, of had de teleurstelling hem
„Houd je mond F riep de oude Sapley zulk een schok gegeven, dat hij krank- 7J, 1
tinig geworden was? r -*
„Wiar wacht zij op, Mordy F vroeg kenng «tv.ta* «UJ werkelijk
rooft van de grootst* voldoening, die
:d hart om dat te
c*F’
oen ge
hoord te kunnen worden of hoe dan
ook, maar in elk geval was de hall vo>
De oude Sapley sprong op de brieven personeel ra allen keken vader en zooa,
toe, maar toen hij ze in zijn handen toen zij het salon uitkwamen, nieuw
had, keek hij er naar, alsof hij het ver- gieng aan.
J mogen om ze te lezen verloren had. Zijn Mordaunt keek vu terzijde naar hen.
vaal gelaat werd nog bleeker en zijn mond „Mijn vader's jas en hoed F zei hq
gte. „Bestel een rijtuig 1 Ver-
Waarom staan jelui ons daw
een overeenkomst aanboden. Maar
omstandigheden veran-
Het is v»
onverwachts
opmerkingen gehoord heeft.
Het is voldoends ts weten, dat hij se
gshoord kan hebben en dat hij roor
eeuwig het stilzwijgen er over zal dienen
te bewaren
Er is maar Mn enkele manier, waarop
dat stilsqrijgen verzekerd ku worden
Een koude rilling ging mij door bet li
chaam. toen ik den wreeden Nihilist het
vonnis, hetwelk ik niet uder* dan ah
mijn doodvonnis beschouwde, boorde uit
spreken. M n tong kleefde aan t ;m ver.
hemelt», zoodat ik niet in staat was een
woord te uiten. Ik zag de tafel rond, ho
pende op één gelaat slechte medelijden
te lezen, helaas, neen.
Ten laatste was ik in staat te spreken.
L verklaarde, dat ik bij toeval bin
nengekomen en weinig of niets gehoord
had en dat ik reeds alles vergeten was
Buitendien ik had machtige vrienden, die
era onderzoek naar mij zouden instellen.
Ongetwijfeld, zei de president, ia het
hard, dat ge zulk een kleine dwaling zoo
duur zult moeten betalen. Doch indien
ge de ou.neteiijke belangen in oogun-
schonw neemt, die op het spel stau. lult
ge moeten erkennen, dat we niet anders
doen kunnen om uw stilzwijgen te verze
keren.
De mu w»s een tijger gelijk Ik was
bijna wanhopig, toen een onverwachte
advocaat te mijnen gunste optrad.
Het was de jongste van de beide vroe
wen.
Ik geloof, mijnheer de preeident, zei ze,
dat ik iets anders weet Do jonge man
kan zijn straf ontkomen door een der
unzen te worden.
Debat
Met meerderheid van etemmon urerd
het voorstel augenomen.
Ik zou dus den eed moeten doen en
daarmede zou het afgeloopea zijn. Doch
ik had te haastig geoordeeld, zooals ge
zien zult
De bezigheden werden vervolgd. Tot
mijn efschuw werd beslist, dat generaal
Gribuoff, een officier uit het Ruaahche
leger, gevonnist zou wordesi. Weer was
de president voor bloedvergieten. Dezen
keer had zijn meaning do overhand.
De generaal wordt ter dood veroor
deeld.
Nu dit bepaald h, sprak do preeident
opgeruimd, reet one het punt vu uitvoe
ring. Wie onzer zal de eer hebben het
vonnis te voltrekken? We zullen op de
gewone manier beslissen.
Nu werden vijftien kaarten tn de dooe
gelegd ra
advocaat gaf ze rond. Ik
•te. Terwijl ze
de, straalde
g„ - -
droeg het ongeluksgei
Een rilling ging do
ige
1de mijn blik.
Het noodlot hoeft beschikt, dat gfl de
uitvoerder zijn zult. Zee maanden wor
den gegeven. Denk mot, dat gij uw
taak ontkomen kunt Het ia gevaarlijker
voor u ongehoorzaam te zim du te vol
brengen. Onze vrienden bevinden zich
overal Waaneer ze zich au bekend
M waart, en stadwaarts Er lag een stoom.
boot voor anker, de Vixen. Vermoeid van
De vergadering scheen geéindigd. toon 4. wandeling zette ik mij neer en bo-
een man. die tot nog toe gezwegen had,
op harden, onpleizierigen toon zeide:
wist mijn naaml volstrekt niet aan zijn
welke straf zijn vriend Stroginskoff on
derging. Zóó sterven alle verraders vu
de Roode Hand!
Ik kende de zoekende 00
vreeselijke uitdrukking. Ik keek
jaar geleden ia gen is 't de derde.
Ik zeide haar, dat ik voornemens «ras
■ij tot het wettelijk geiaf te wenden.
Van geen auti gilde sa. Ze zouden naman, riep da Barones vu Puffalan mals,
•enigen onzer leden vatton an tereeht- angstig, „hemel, w» zijn met ons d»Mo- 't hoofd omhoog l Waarom fcfjk je nam
Hr bad natuurlijk stallen wellicht, doch uw dood zoe stal- nen T* bc* gras, heb je SMBt nr% met
^en plan ha» ten mtveer te brengen, lig volgen. gerust, Manon^ m de «ace- Lr toe F
ioam dienra
mlbetakn."
tret door een artist geschilderd is, beoor- wedi^vraaag vu den eigenaar,
tgen- de“'
MaL
doch niet In deze vermomming. 01 na
herkent mij. Ja, ik ben hot werkelijk.
Leila Gendt
Die mij vu den dood reddol Ik kan
nooit genoeg draken
Ach, kon ik a maar helpen Doch w»
zijn beiden werktuigen ia de handen vu
het gezelschap. Ik kan niets voor mijzelf,
noch voor doen. We leven slechts om
te gehoorzamen.
Ze ging, mij aan mijzelf, en mijn ge
dachten neerlatende Ik dacht aan de
bleeke schoonheid van haar gelaat en de
droevige muziek barer stem.
Verscheidene weken naderhend deed
poging om le ontsnappen,
gelukte het mfj Bedijn te
bereiken. Doch toen ik triomfutelijk den
train varliat, voelde ik era kneep in mijn
arm en hoerde ik mij in het oor fluiste
ren:
Denk aqp Stroginskoff!
Het was de man. die scheel keek.
Overweldigd door wanhoop en angst
bevond ik mij weer ia St Petersburg.
Het was 1 -
•érijdesi.
Ik schikt» mij ia mijn vr»e»eli)k lot De
laatste dagen van genade gingen snel
voorbij. Het was 31 October ra dra 3
November zou ik verslag *u mijn zen
ding moeten doen Dra 2en November
stond ik vermoeid ra koorstachtig op. Ik
besloot era wandeling te f
ik de rotera bereikt had, bleef ik
afstand staan, keek
op Claire 1
r met dat ze nan
wts in de wereld en w
„Waarom F krijschte de oude Sapley. noeg voor jou I Jij zal trouw» met era
Vxamtn Flat kmml watoH rntirv. tilt
heer Harling I Zij ku de hypotheek met
aflossen ra daaróm moet ze gaan F
„Neemt u me met kwalijk," zei Har
ling, „maar juffrouw Sartoris is bereid
de hypotheek af te lossen F
„Wat F ta de oude Sapley en, dra
4? w«e/4 re w A r- -
met stekende oogen au. Tora lachte hij
>v»l An ..Vertelt ti r4»P
zei hij. „Afloesen 1 Nou nog mooter F
Mordaunt had Harhng
ten en begon de waarheid
oen of ander voorstel te doen, met waar u
Of brat u alleen maar eens uw oude urqg uit, „dat is allemaal maar flauwe non- zimug geworden 'was
sens 1 Wat is de bedoeling vu haar 7 -
komst en vu dat meesteres spelen, wan- hij met zijn kraakstem, zijn bevende
neer zij toch weet, dat zij over enkele vinger c* -- as
weken hier weer vandaan moet?" je haar
„Waarom F vroeg Harling doodleuk, ze is mets
„Waarom? Dat weet u heel goed, mijn- meisje uit den hoogen adel....” »Jk" antwoordde Grace, „en veel te
Mordaunt greep hem bij den arm en fijngevoelig. Heusch, Claire-lief, je kent
vader no$ met, andere zou je we- o
tra dat, ah hij eenmaal iets in den zin
heeft, al de vrouwen ter wereld samen
Jt h*® van zouden kunnen terug-
voor hem maar een bagatel
„Ho, ho, lieve,” gei de oude man,
*“a u „Het zal ons