in haar DE BRUID VAN TORKELE. wferr SF! UIT HET ITALIAANSCH ROOVERSLEVEN I d«n Elisac over ten irit rotsblokken g«- merde zich niemand meer over hem. gelegenheid recht gaf. doch weea iedere gasten- Iedereen, af -af worden bijgezet. de villa van rotsen verdwenen. Hij 't Was daags vóór Paschen. Reeds se- 't Was weer een van du dagen vol ba* jongens. „Men hield hun een lami verdween. Het verlichte venster wenkte hem. aan, en drong hem over den rand van den venster wordt swopead. zeker «at bezorgdheid voor da I i Iti'daM! ‘-Kir 'ru" 1 Mr. Landson behoorde tot de rijkste I was kort afwees. Niet zel- les ronddwalen en met buks en ki kzaam op te maken i kwam en er dan van zijn irde, eem smart en hot oude moeder Dan wendt de brigadier zich naar zijn manschappen, die op het knallen van het ts midden der wers, zegt hij „In den naam der wet** dus begint hij. Met een enkele beweging toonde Mat- zijn blik hield de vuist van óm ^edu aan de onvermoeide in zijn familiegri J2)aa moet ik hier laten V' vroeg Thomson. gij daarvan. Brenelh f eling. gelijk heeft," antwoordde licht geliefd >k een Een i lurende it in de gevangenis gebracht en slechts de onvermoeide vlugheid zijner sta len spieren had hij zijne ontsnapping te danken. Nu had hij den geheelen dag daar gelegen als een ever in zijn hol honger verscheurde hem de ingewanden. Langzaam daalde de zon neder en hare laatste stralen vergulden het struikge was zijn ongeluk" en het weinige dat de knap zak van een medelijdenden herder be vatte, was weldra verteerd, en Marters prooi uitstrekte. „IS zoea u ier vromo I „is gcei nuj uw. we iw De roover dacht alleen aan zijn gedwon- ver. Maar heb medelijden, neem mij niet -i-. ven dood ral „De dood ia in uw buis, Yer Urbino eer J uwe moeder verwacht den De roover vlc- „Ik ga er heen t. „Neen gij zoudt mij doen vangen. Ben man ontsnapt alléén beter aan de gen- mijne kogeltasch 1< dat gij een goed zoon zijt. Neem u in acht!” ik zal „Hm I ik heb mq» vrederechter, ant- 12- woordde de banneling en streelde den loop haar verwrongen vuist dreigt, hare oogea van t hield wacht niet. Onder de hoede der Madon- om hq v_--- rood naar beneden. Met een lulden wen, die L"Z,2_ ,_2 verdween Tom ia de donkert dsepce, gaf. Deze villa geleek een klam* vestm*, Wharton naar voren t Regina gegeven, tranen tn de oo- ook iets in ruil da.ir- z, dit is mijn moeder tgezet. Daar werd plotseling de deur geopend en traden eemge alpenherders binnen, maal. Lord en Lady Wharton zijn be- raaaad om hua gastvrijheid, maar geen dar te serin, door ban sedert binnen de mu ral vaa Court Regina gegeven, heeft de herinnering aan bet huwelijksfeest kun- asa ustwuschen Even voor hst rijtuig plaats nam. sou «wdgea Mr snoeren, oaeed waren al a0 ~U wisr bet M. susw lievuhM," ssHuk met gen. ik jou nu ooi. voor geven T Claire, dit ea de «ouwe Toen Lady Wharton bet nu snikkende zei Gerald, terwijl hij de kostbare bonten dichter om de vrouw trok, wier kleine handjes de poort van het aardsche pers- lieden hebben g end hadden. noemen, maar tk nog altijd hun roepen de taal en de ge w - ----lUy - len daarginds gelukkig zijn, in die zonnige niet in de naburige huizen, waar de vreem an warme omgevir- --- ----- me na aan het koningin.’* Z men tusschen de dne S met de gendarmen maakt van alle dne Nog een stevigen handdruk en de Met een enkelen sprong beeft de zoon den drempel oversprongen, hij staat in de kamer. De buurvrouwen, die béj de stervende waakten, slaan met de handen door de lucht. „Heilige Madonna P Yer Urbina staat bij de sponde der stervende. Hij buigt zich voorover, smeekt, kust de Ujderea, wier brekende oogea hem met meer herkennen. Nogmaals M bet seMapwiek van een in zijn rust gestoorden vogel over de purperkleurige spaman dor bergen, of het geknjech van «en adelaar, waar «en gems of s- bmt te truken L. Am dM zuidelijken ingang der «m van Torkele, waar het water van vreemdeling te olasen die met zoo ver- haak hen aan. huis en begaf zich toen naar den hoofd oude bekende van Thomson en gaf hem pakket met de woorden „Thomson, sluit het roed weg en houd je revolver bij de hand, men kan nooit weten." gelukkige paar in bet dat beo na 2__2 -_2'2_ overhandigde Gerald een pekte aan Harling Het zag er uit, alsof er een bijl in zat en dat was ook werkelijk bet geval, En het zou een uitstekende bql geweest zijn, als Terence hot oost over zich zou hebben kunnen verkrijgen. hem te gebruiken, in plaats vm haar op hangen boven den haard, ea er iedereen opmerkt die zijn huisje bannen de wondertijhe geschiedenis moest hoo rn» vm den schenker ervan. De juichkreten klonken het jonge paar Mg ia de ocrea, toen bet zich naar het station spoedde. De beide jongelui voel den zich eerst alleen, toea ze ia de ge achtig de leuning zijner zitplaats. ---- ..En is die mensch de man vaa Bre- woerddeFolan. „en opdat uw neef, de nelli T" herhaalde de soldaat heviger, ter- I t van «roede vlammende oogea Toni richtte en de vuisten balde. Moordenaar I bloedhond I wit gaf u het cht op dit vroom, onschuldig meisje V „In Gods naam, Nazzi kreet Brenek ■k was Toni zooals hij li, terwijl zij op de knieën zonk en hast ngezicht met beide handen bedekte. „Vat dezen misdadiger I" donderde de men vroolijka gezichtsa, lossing naderde sa voortdw- het de groots statsonaklok. teft geen steenen hart, nochtans. Hij ook heeft daar ginder een oude moe der eo hem zoude het hart breken ah hij ze in haar laatste uur verlaten moest. Hij aarzelt. rw_ Daar ncht de stervende zich op ia hasr darmen en voor zij mij den weg versperd bed, zij opent de oogen met schrik. De gendarmen 1Mm kwam haar kind aanhouden I „Verdedig je, Yero I Geef mij een dolk zal u helpen Haar ontvleesde arm snijdt de lucht. maar weinig uitnoodigi er waren niettemin veel G-rw ----B-w - - getuigt te zijn van bet meest romantische terug en deed den afgewezene voor goed Op een avond, toen de zon achter de - spitsen i ---- adel station. Thomson liet de hand vrij en opende het drie kwartier ver gelegen land- de deur. „Een goei „Deze brengt duizend dollar ’„Dat ia oog met alles," ant— Ook onder de dienstdoende ipooeweg Lindson deur gekeerd. Haar brekend oog, haar beambten zag i geopende mond, stamelen een onhoor- de tijd van atk bare oproeping, die alleen het hart des rend werden blikken geworpen op zoons kan verstaan door de muren heen, wijzerblad van de groots stabonsl Wat maalt hij nog Langer om het ge- Men had dan ook ecmge uren met de vaar Matte a maakt een gat in de hei- grootste nauwgezetheid dienst gedaan, ip m Férry en Smith werden tot vijf tn twin- rung en werp, een handvol zand tegen de was het met uit liefde voor het beroep dat somber tig jaar gevangenisstraf vcrocudeeld. <-eruit»>i. uet venster wordt MQpead. zeker uit bezorgdheid voor da MMHI Toen deze den volgenden dain de j van Torger kwam, voelde Bre- nclli zich het hart krampachtig samen trekken, zij «nst met van schnk of vreug- jer begroette hem met oprechte imd en spoedig waren de beide mannen, bij een flesch voortreffelijken Bohemer, in druk gesp.ek over de bear beiding der gronden en bijenteelt. Folan luisterde met bescheiden opmerkzaam heid naar de woorden van den ervaren - gewonnen, om Bij zijn vertrek oprecht beloven i. Folan deed dit Baks en rechts van het huis bevonden nch torentjes met schietgaten, waaruit geweer- ioopen staken die weinig aanlokkelijks bezaten De bedienden van mr. Lindson bestonden uit oud-gedienden en matro sen. die alle goed met vuurwapens kon den omgaan. Kortom, het was in de geheele streek bekend, dat het met geraden was de villa een ongewenscht bezoek te brengen. Eemge malen in het jaar ontving mr. Lindson, die eigenav was van groote fa brieken, reusachtige sommen geld. Het zou daarom voor metugen Amenkaan- schen boy, die graag veel geld zonder wer ken wilde verdienen, zeer aanlokkend geweest zijn, de vtlla van mr. lundson een bezoek te brengen, maar die blinkende ■tweerloopen en goed gedresseerde bloed honden hielden hem terug John Férry en Jacob Smih gingen op een tnooien middag in Juli m de verte de villa van mr. Lindson eens opnemen, om zich er van te overtuigen, erf de geruchten over deze villa waarheid bevatten. Beiden - hadden bij hun inspectiereis spoedig de ‘kist en maakte er een pav zekerheid, dat die geruchten geenszins «verdreven waren. Mr Lindson stond bovendien bekend als een zeer sluwe man, die alle tegen zijn |eldbeurs gerichte aanslagen wist te ver qdelen. Zoo betaalde hij oju aan eemge spoorwegbeambten jaarlijks een groote som om met bijzondere oplettendheid over zijn geldzendingen te waken. „Luister, Ferry," zei Smith, .diet is «nmogelijk de villa binnen te dringen We moeten zien, dat wij een van zijn geld zendingen machtig worden.” J>at is gemakkelijk gezegd," antwoord de Férry, „indien die verwenschte spoor wegbeambten die door mr. Lindson be taald worden, niet zoo bijzonder streng en achterdochtig waren." „Dat is zoo,” meende de andere, „maar wij zullen hen trachten te verschalken.” Trein No. 140 was een heel uur te laat. De reden lag voor de band. Reeds twaalf uur lang woedde een hevige storm, de tegen viel bij stroom-n en donderslag volgde op donderslag. Het was reeds acht uur, toen eindelijk de roode lichten van den trein zichtbaar werden Thomson had m zijn stationshuisje angstig op den trein gewacht Hij had alles bleef rustig. Nu klopte de nachts- ctn tien uur das morgens een telegram lijke bezoeker wat luider aan mr. Lindson gezonden, waarin hem hierop met werd gea werd meegedeeld, dat een geldzending „Indien jij meent, dat i van vijftig duizend dollar voor hem on- afschepen en jou de vijftig duizend dollar derweg was, die om drie uur namiddags alleen zal laten behouden, dan kent jij mij «ou aankomen. Zij kwam met. De ge- met, schurk I" Te gelijk werd met een dachte, dat deze groote som gelds, die zwaar ijzer tegen de deur geslagen en bet paneel vloog er uit. Een hand greep dooe net gat naar den grendel, maar snel be sloten pakte Thomson die hand en L-l- ze met ijzeren greep vast. De andere trachtte zich los te rukken, maar het ge ien verlieten den trein, lukte hem met. i—, -LJ Dit wonteler duurde zoo ongeveer tien in een bouten kist uit den goederenwagen minuten, toen de vreemde nachtelijke be- geladen. zoeker Thomson de aankomst van den „Wit is dat r vroeg Thomson aan den hulptrein meldde. Met een laatste wan- - --- ‘-’J 3-1- los té rukken, maar .Thomson bet hem k de fluit der loco- dat de woon Torger bet verbergt. „Ik dank u voor uwe hartelijkheid," hernam Brenelh lacnerde. „De guiten zeggen wel meer, dat ik met leelijk ben doch uit uw mond klinkt een dusdanig woord dubbel goed. Men zegt van u dat gij zaten. een zonderling zijt, die de menschen mijdt Zq koodea in bet eerst mets anders in plaats van 't geluk der gezelligheid ea doaa, dan elkaar tn de oogen zien toen vriendschap te zoeken." De vreemdeling zuchtte. „Een zonderling," sprak hij, jiu ja. de geen onrecht mij zoo te ik ben onbekend in Tirol, gewoonten zijner inwoners en derhalve waag ik mij eep een mes van de tafel en stortte deur. Zijn oogen fonkelden als tijger, en de alpenherders rikt terug. Eerst toen de mis dadiger verdwenen «ras, kwamen zij tot Z 1—-j-- -Iftoi Men zag den bandiet de rotswanden be- 7 l vervolgers waren bet met minder gewoon dan hij. Reeds vijftien schreden ge- Ij naar den afgrond wan en stortte zich van beven ekkende diepte waar zijn rotsp-unten verscheurd en gen vasten en antwoordde „Ik heb bon- gevangen ger.M haar. zUj De oude bleef zwijgen. Reeds had hij zijn, ben i zijn knapzak geopend en reikten den bon- Dv bnq gerenden een sneda lundo, wat brood en dacht na. een dnnkflesch. licht op de doodkist, die Thomson voort- c irena in het oog hield Daar opeens was het hem, alsof hij een gednnsch boorde in de richting van de doodkist, *t was alsof langzaam een schroef in scharnieren gedraaid werd. Zün hart klopte hoorbaar, hij meld den **Mto m en luisterde, en toen bet gedruisch zich herhaalde, stond hij daar, wachtend op de dingen, die komen zouden. Nog steeds werd hetzelfde zachte gedruisch geboord plotseling werd het deksel langzaam opgeheven. Thomson stond een oogenblik bewe gingloos van schrik, maar snel besloter wierp hij zich op de kist. Terwijl hij met de ge' eele zwaarte van zijn lichaam op het deksel drukte, weerklonk van binnen een gil. De m de kist opgeslotene trachtte ou met alle geweld het deksel op te hef fen, maar het gelukte hem met. Thomson zat als een ruiter op de kist en keek opgewonden om zich been. Daar zag hij in de nabijheid een touw liggen, snel greep hij het koord, sloeg het om de r _r knoopen in. Nog steeds trachtte de gevangene het deksel op te heffen. Thomson vernam een steunen vermengd met verwenschingen, doch hij bekommerde zich daar al weinig om, ging m het kantoor hamer en spijkers halen en begon toen lus'tg de kist dicht te spijkeren. De gevangene bezwoor hem, hem er uit te laten, hij smeekte eo weende, doch Thomson liet zich met verbidden. Als bezeten dnef hij de spijkers in bet hout hij was er met zuinig mee daarna snelde hij naar bet telegraafapps- raat, maakte alarm naar bet naaste station en vroeg dringend om een hulptrein, want hij was er zeker van, dat hiermee de ge beurtenissen van den tucht nog niet ge ëindigd waren. Thomson blies de lamp uit en wapende zich met een korte ijzeren staaf. „Hulp trein vertrokken 1” werd teruggeseind, en nu wachtte hij kalm de dingen af die nog nog zouden komen. Ben kwartier was zoo verloopen, toen Thomson schreden-vernam. Voor de deur hield iemand stil daarna werd zacht ge klopt. Thomson gaf natuurlijk geen ant- James f" nep een zware stem, maar en toen ook intwoord, zei hij l ik mij zoo zal laten van den ge- •ene stille r i vrouw, de weldoenster der sr- iprong hi") op men van het geheele dal. Het is Brenelh, maagdelijke weduwe van den bandiet, in den afgrond der Elisac zijn einde Onverbiddelijk vervolgd door de gen darmen, was Yer Urbino Mattera ge dwongen zich schuil te houden in het ruwe struikgewas langs de wilde hellingen van Renoao. De magere voorraad, diM hij had medegenomen op de vlucht „na kermt hij -u- „Moeder, het is uw Yero, spreek, zie ii aan I Toon, dat gij mij boort f" Hij weent, de roover zijn hoofd raakt begon al spoedig al be: snerpende te het hout van de bedstede. Hij beeft da gevoelen van den „satanschen vasten" moederlijke armen om zijn hals geslagen, waartoe da vluchtende roover gedwongen hij put zich uit in kussen en omhelzingM En plotseling herleeft de zieltogende poging om af te dalen naar het dorp zij ziet zij begrijpt, hare hppen Heurea nde den vorigen nacht, had hem zich. 'tracht en slechts „Yero nuo Hij wierp ziin schoudermantel om, be- sen terug, vestigde den dolk aan de ketting, onder- De jonge zocht den haan van het geweer en zeide ven. Met ee „Gij kent het spreekwoord wanneer bngadit men met een vijand te doen heeft, moet bed. kiezen maar L72L--- men gebruik teederen en overtuigd dat Yero zal trach ten te vluchten, beeft de gendarm, die 2Jj roo- zijn gevangene reads ziet ontsnappen, ver daalde langs de spleten der helling de revolver opgeheven. neder. Met verbrijzeld hoofd stort da soon op „Arme kerel 1 Zoo’n goeden zoon I Een het lijk der moeder neder. het knallen van bist en I ontsteltenis der toeschou’ koud en koel„de wet gebruikt ga- De brigadier heeft zijn gouden medaille er her dokument nog juist bijtijds weer uit. „Neem me met kwalijk,- vergeet, dat ik ook aanc goed,” »ei hij droogjes en zorgvuldig streek hij de stekken papier glad en stak ze to nis xak. --- huis des vreemdelinge, woonde Jozef huwelijk zou in alle stilte voltrok- Torger, een oude Alpenherder, die een -w keo worden zooals Claire aan me- schoone bezitting had, welke na zijn dood meer op zich zou laten wacjiten. Kort gahad Claire was altijd i sn Gerald had zich nu ooiT-- ---- do barton dor inwoners veroverd en het derzonk, wandelde Brenelh met hare tan- den stal staan zes koeien en tien geiten, voorafgegaan door een Oostenrijksch sof test, dat zuster Agnes Lady Wharton te Walpurga van de hoogte naar haan va- het hangt slechts van Brenelh af om den daat met een bleek en ernstig gezicht, was. verhoogde nog bet romantische van ders woning. Daar bespeurden beiden na- bruiloftsdag te bepalen. „Neef Nazzi,” nep Jozef Torger ver bet geval. bij den afgrond, dien een duizendjarig* „Zooeven," sprak Torger, „heb ik heugd, „welkom, mijn jongen, m Tor- Nog altijd spreekt men in Regina en waterval in de rotsen gegroefd had. den een bnef ontvangen van den zoon mijner kele. „Gij komt alsof gij gr-- in heel Devonshire van het bruiloft»- vreemdeling j hij had een alpenstok over zalige zuster Greth, den korperaal, dat Tom, Tom hier is uw i 24 -1 gast, die bij Solfedho en korporaal Nazzi (klipgeit) huiswaarts droeg. Folan wil- Magenta -- en draagt. „Waf ger, „wanneer «rij de bruiloft eens uit- levensredding - -- - I „In veertien dagen denkt hij in Tor- En is die mensch de ■i* d 1: gunnen aan den haard, waar eenmaal de doode en zijne hand omklemde kramp- terwrjl de soldaat Bewusteloos nederzonk. De gapende afgrond had Tom niet ver slonden. Gelukkig was hij op eenc plaats heel loodrecht naar beneden lie) greep de vallende de «rilde strui sen, die uit de rotsspleten voortwoeker den, en hing aan de twijgen, slingerend als een klok. Toen zijne uitgeputte borst nieuwen adem geschept had, begon hij zijn gevaarvol reddingswerk. Iedere uit hoek, elke twijg aan den oneffen rots wand benuttigde hij om naar beneden op het plat te komen, waar hij nevens den geschoten gemsbok onmachtig neder zonk. Acht dagen later was in Torkele alles vreugde. Toen Tom van zijne avontuur lijke jacht teruggekeerd was, had de oude Torger zelf den daaropvolgenden Zon dag voor de bruiloft bepaald. In vrooiijke stemming trok de feest vierende stoet met een muziekcorps aan het hoofd door de Ideine straat van het 'ok van het kerkje te oetend door terug keer tn. met een volgeladen wagen de wolkenlooze alpenlucht. 'Toen de gees- r.bij zich, waarop allerlei huisraad zicht- telijke zijn zegen over het harteveroond maagd als het hoogste aardsche geluk baar was. *s Anderen daags wandelde had uitgesproken en de plechtigheid g«- scheen het Tom alsof een 'as genomen tbeefd in die van zijn vreugde stralend gelaat verloofde, en zijne lippen gesidderd toen -'*t zitten, een brief in de hand hij het bevestigend „Ja" uitsprak. De gasten keerden juichende naar Torkele „Alles is in orde,” riep Folan opge- terug, «raar het feesf bij zang en dans en numd, „de geestelijke heeft mijn stukken wijn werd voort goedgekeurd en mijn huis is tot de op- m Nu begon men den inhoud der kist na- zware stappen, in een aangrenzende kamer, waar hij vuur spoorwegbeambten de kist, en voor aleer der een zucht. a_ 'II 99'' - - .1 - l ‘!L I l_ 4 - Awala. m gezellig mogelijk ma- had men hem gebonden. gestalten in wit buffelleder ken, maar een onverklaarbare angst be- „Nu, ko.nt eens hier en laat je eens t m, hij dacht telkens vn de dood- zien, jongens," zei Thomson. „Wie zijt de woorden van den conducteur, gij t” -**'**' voor de neus derlaag gelegd. Een roover werd bet bloed reizigers met de tambten uit I vs^woei' uit"de kleerkist zijn revolver, sloot zorg- „Ah! de eene is mr Férry en dean- vuldig de vensterluiken, stak de sleutel dere mr. Smith. Nu, zeg eens mr. Smith, Gw u .in -- -~a -- - «r t de deur, die van het bureau naar het goe- bevallen in je graf t" derenlokaal voerde, waar de doodkist T stond, opdat hq deze steeds voor oogen verf van bet voorgevallene. Thomson was zou hebben. ineens een beroemd man geworden en Zoo bleef hij geruimen tijd zitten. Hij kreeg dne duizend dollar beloorung. Bo- l**’ met grijze was vast besloten, niet te slapen en wierp vendien overhandigde hem mr. Lindson deur gekeerd. v,rh, nadat h,j zijn zware laarzen had uit- eenzelfde geschenk, teen hij hem den geopende mond, stamelen een onhoor- de tijd getrokken, aangekleed op het bed, om ten volgenden dag de vijftig duizend dollar minste een «reinig uit te rusten. De storm bracht, eo zoo was zijn nacht goed betaald, buiten was bedaard, en hij hoorde bet een- Toch meende b>j, dat hij niet graag zulk totug getiktak der klok. Het sloeg elf en een tweede zou beteren twaalf uur alles was rustig. De lamj brt goederenk>|j^ w~r i id punt waakt en ken hem zeer goed. Uw messreek - -Z -Paolo Bacconi I de on. de buks op, het schot weergalmde «ronde, die ik aan den rotshoek kreeg, was i naam der wet t U" „Wees vervloekt f" nep de bandiet, ■------„wie mij aanraakt is een kind des doodt. „Gij hebt noj altijd een vaste hand, Maak plaats J zich naar j een soldaat in die van een I kera. Toen ver- traden verachnl vormde stroombedding heenvloeit. had woning zich een vreemdeling neergezet, van wie men alleen wist, dat hij van de lagere gron den was gekomen en het geheele terrein, de. To dat door hem gekocht waa, dadelijk be- hartelij taald had. De vreemde noemde zich Antonio Folan en was een terughoudend, stil man, met een hoogmoedig voorkomen, die geen j. mams ta haar armen sloot keerde Ge- en elke toenadeni raid nch om. scheurde het testament in den zag men hem Mskbsn en «rierp die it» het haardvuur ronddwalen en met buks en kogeltasch Maar Harling sprong naar voren en griste op de schouders de steile wanden beklim- ---j. meOi hoe wild de storm ook g>—--- ---- De inwoners van Torkele noemden hem met te meer genoegen, omdat hij bej het jk, jonge man.je eea zonderling en toen zij begrepen dat afscheid nemen tn de deel heb tn het hij ontoegankelijk was, hield men einde- nelli dezelfde uitnoodiging werd hij woning gezien, en spoedig ver- De gapende afgrond had Tosu niet neder ge komen, waar de rotswand met ge Court Regi svreed ea u zelfs nu, in dan ook maar voor korten tijd. fluisterde rij, haar lip- rij, terwijl een lichte blos haar lieflijk ge- vlak bij de zijne „Je hebt het ook een laat overtoog. 2r Doch de duisternis begint te vallen en goed «re moeten nog een heel eind wandelen, mij V nep dé geboorteplaats h id moge missen, zal ik mij om- yetten gemsbok zoeken te dooden." werd echter niet gunstig. ig beklom bij de eenzame der een gems te bespeuren, soldaat rijnen geleiders toe. „Hij is de bo- Eindelijk toen de bepaalde tijd versere- ruchte bandiet Paolo Bacconi, eenc voort ken was, ontdekte hij m de nabijheid vluchtende galeiboef, met hei mgebrande van «en oud ravijn, dat vroeger de ver- schandmerk tusschen zijne schouders j binding van twee kleine dalen gevormd wegens zesvoudigen moord is bij te Man had, eea troep van het begeeroé svild. tua tot den dood veroordeeld, doch in den Tom stond op een uitstekend rotspunt nacht voor de voltrekking van zijn vonnis tegenover hem bevond zich een toren- uit de kassemat ontvlucht. Door een met»- hooge rotswand, en daaronder een dui- wen moord verschafte hij zich daartoe het zelingwekkende diepte, waann de berg- middel, en ie sedert dien tijd spoorlooa beek schuimend en bruischend voort- verdwenen. Ik heb den booevncht be- rolde. Op een vooruitspringen' graasden de gemsen. Voorzichtig hg lichtte heeft met getroffen, ding misschien ongaarne gezien wordt.” honderdvoudig door de bergen en een met doodelijk. In „Mijn broeder Jozef Torger zal zeker prachtige gemsbok stortte neder, terwijl vat den misdadiger I wanneer --*■-- - r tegen bem’aan. „Ik heb het eerst geleerd ken," sprak tante het lijkt me lust hebt, en wees verzekerd, dat men u o- M it uur van geluk en al ia het „Je hebt mij Court Regina met ont- nAffWH; Gdaid,' «réi pen heer gegeven. Jij bent Court Regina s heer en meester, en ook de mijne. Wees voor ons allebei, want we hebben ie lief." dbjs voor hem ..Claire, ik We moeten spoedig terug keeren. We zul- zijn mij vreem< maar Court Regina dein ligt me na aan bet Grt, bijna even na als zijn koninginZq drukte zich dichter blijde zijn, wanneer gij hem zult bezoe- de ovengen in wilde vlucht r»««rhen da tegen hem aan. „Ik heb het eerst geleerd ken," sprak tante Walpurga trouwhar- wat liefde was. toen ik de meesteres van tig. Kom maar bq ons, zoo dikwijls als gij ontmoette en I ‘7’ er haar vandaan te halen, vriéndelijk zal ontvangen." „En wat zegt LJ--222 oeg de vreemdeling. „Dat tante de even met een korten groet voorbij gaan, toen bet schal kachtige meisje den inval kreeg om den menschcnschuwenden zonderling aan te spreken. -r„f' ben naar het station zeide Brenelh, op de zende, „zij zal u ia brengen." De vreemdeling was staande en za« verwonderd in Brenelh'» schal kachtig gezicht. „Ik schoot de den,” antwoori schijnt een ware geluksdag voor mij te Zi n, wildbraai ior uci cer»i gewin wuiul, van mijn buurman Jozef ooste meisje van het land 'at dunkt u. Toni," vervolgde Tor- lukkig toeval ,Gij hebt goed getroffen buurman 1 stelden totdat Nazzi komt t" -geschoten gems wij- L2.. nent goede bate op- kele te rijn, om zïch een weinig rust te gebleven wieg rijner moeder stónd.” liefehjk, ^ooals gij en Brennelli wilt," ant- 1-,J Ie gems tusschen de ijsvel- korporaal, bij de bruiloft geen heerlijk, wijl hij zijne dde Folan, en deze dag aan zijn geboorteplaats herinnerend stuk oo Tom ri m „w— —ww, wm, v— „wwaadd moge mmrii zal ik mq om— „n4oc daar ik beden voor het eerst gewaar wordt, boog begeven naar de ijsvelden, en een recht Het jachtgi nu genoemd Dag aan daj [ten, zon< r lelijk toen de bepaalde tijd versere- ruchte bandiet Paolo Bacconi, eenc voorr een oud ravijn, dat vroeger de ver- 2_2_i gevormd had, een troep van het begeerdé wild. „Ja, zei hij kortaf en voegde er bij gepakt. „Gelooft gij, dat ik zelf nog d- vdL. .2^ mr. Lindson kan bereiken r* Thomson wees hem den koetsten weg conducteur van den trein. Deze was een lega's. „Deze brengt duizend dollar opl" er siecnt een, aat van ae een 22. i „Dat is oog met alles,” antwoordde vóór hem dit licht brandt bet vijftig duizend dollar bevattende geld- Thomson, „ik heb nog een tweede ge- ^akket met de woorden „Thomson, sluit vanp*“ De trein reed daarna weg. Thomson vertelde de geschiedenis, trad het stationsgebouw binnen so wierp f" nog een blik op de doodkist en ging toen der te onderzoeken. Snel openden de i- *---z'-- aanmaakte en een groeje bereidde. Hij nog het gewaande lijk tijd had op te staan, wilde het zich zoo gezellig mogelijk ma ken, maar een onverklaarbare angst be ving hem, hij dacht telkens vn de dood kist en <2; 7 In de overtuiging da: hem dien nacht iets bijzonders stond te wachten, nam hij en aanstonds nep een der Doch de duisternis begint te vellen en tante, voor we in Tor kei rijn goeden nacht buurman f" Folari ging naar zijn eenzame woning, zonder de beide vrouwen zijn geleide aan te bieden. Daar bleef hij, m diep verzonken, aan de ruw betimmen l. Een zwa- gronden lesdt, waaronder de bergstroom re kommer scheen op rijn hart te druk- getrokken. Toni wierp rijn jachttuij met ontzettende snelheid zijne wateren ken hij boorde noch L-; voortatuwt, bgt een gehucht „Het Tor- storm, die wild langs de 1 toeg, noch den koekocksroep van oe nou- doen. Hiotse ten klok die middernacht sloeg. Maar met de vlugheid -de I Zij voelde Zich gestreeld, dat de man, had ereplaats. Een mes blonk in Tom's die in Slëchte vermeed, vertrouwelijk met haar \«spro’ scheidene wooden en oog imn ër duurde zen dat die slanke gestalte, die donkere stelii schitterende oogen en die vreemde uit- des -dku ---- sneeuwhoen van de U, verwekt de eemge stoor- dorp onderscheidde. pen. De herder had Men had de kinderlijke gelegd :de heet. De ronde ging voorbij en sloeg den hoek van het wachten g«a<x te verschaffen. Mm VUluig oe venster lui ssn, sias u« sieuiei oere nu. oiiiiua. isu, zeg eens mr. omiui, der brandkast bij och en opende zacht voegde hij er spottend bij, „boe is bet je oogenblik. Toen hief hij het hoofd f - --- Het verlichte venster wenkte hem. Hij Den volgenden dag waren alle couranten gevoelde, dat de angstige moeder met van de vi -- den zoon verbeidde de ten stond, g daar, het stervende ge- de wachtende treinen, lokken omkranst, naar de C 2 Haar brekend oog, haar beambten hebben naar het bed mijner moeder, zal ijne kogeltasch leeg zijn." „Uw huis wordt bespied. Men weet, dat gij een g< 7- -*2 „Hm I ik heb myn vndtrochur, ant- zijn geweer. ,JEn bovendien: De schitteren van haat.... - 2 **2Ï:z- Maar deze inspanning verteert hare na I” laatste levenskracht, rij valt op het ku»- ~i man ziet zijn moeder star- een enkelen slag werpt hij dM icr ter rijde en springt naar bet Woedend dat hij zich heeft keten ver- gemeenschap met zijn buren had nachts in de vallei buurman, die, daardoor jeltasch een tweede flesch nep. moest de vreemdeling i hoe’wild de storm ook gierde. spoedig weder te komen. ee.i zonderling en toen uj begrepen dat afscheid nemen m de oogen van Bre- 24L-2222.22/2 J ‘*J ■-} had gelezen, op zich met hem te bemoeien en bekom- Seder’ dien dag werd hij dagelijks ia merde rich tuemand meer over hem. Torgers i Nauwelijks duizend schreden van het breidde zich m Torkele en omstreken het huis des vreemdeling», woonde Jozef gerucht, dat Brenelli met den vreemde- ing verloofd was en de bruiloft met Lang vrouw Lexton vertelde maar waar- aan rijn eemge dochter Brenelh komen daarna zag tren den ouden Torger met vlek. De heldere klok van h sdinnlijk was toch memand verbaasd, dat moest Deze omstandigheid, gevoegd bij Brenelh en tante Walpurga van Tnent Gordon klonk vnendelijk grt t„»r hmwtepeir rle kerk hmr -n kwam. Brenelli’s schoonheid, was oorzaak dat tsrugkeeren, met een volgeladen ivagen de wolkenlooze alpenlucht. Ti fampvol was en zelfs velen, die alle knapen van het daF het bezit der jon- bij ach, waarop allerlei huisraad richt- telijke rijn zegen over bet h geen plaats tneer hadden kunnen bemach- ge maagd als het hoogste aardsche geluk baar was. 's Anderen daags wandelde had uitgesproken en de plee! tigen, op het kerkplein stonden. Sr beschouwden Niemand van hen kon zich de vreemdeling in rijn beste kleederen éindigd, was, scheen het Ta stonden aan weerskanten van den weg echter beroemen ooit of bq toeval door naar Gorden, waar dc geestelijke woonde, zware last van rijn borst wai «M lange rij nguigen, want al «varen er haar aangemoedigd te zijn. Zij lachte, Toen hfl terugkwam, vond hij Torger want zijn hand had «F *J mMT «reinig uttnoodigingen verzonden, danste en schertste met allen, waar de tr*t een van vreugde stralend gelaat verloofde, <n zijne Lp er waren niettemin veel gasten Iedereen, gelegenheid recht gaf. doch wees iedere a? 1 -f dae maar even kon, «ras gekomen, om zinspeling van liefde met opgeruimde spot boe ,eade. htiwiunk, dat ooit in Regina had plaats van een tweede aanzoek af zien. -eest -4------ - its in schitterende spitsen van het gebergte ne- name mijner lieve Brenelh gereed fett. dat zuster Agnes Lady Wharton te Walpurga van de hoogte naar baars va- het hangt slecht» van Brenelh ai om den daat met een bleek en ernstig w2. bij den afgrond, dien een duizendjarige Nog altijd spreekt men in Regma en waterval in de rotsen gegroefd had. den j geroepen waart. i korperaal, dat Tom, toni I hier is uw neef, de dapper* den schouder, waaraan hij een vette gems is een ferme 7 22.___ 2 2 gente braaf wat kruit geroken heeft „Nog bij tijds,” vroeg de soldaat som- op de borst een gouden eere-teeken ber. „Ik was reeds voor acht dagen in de J nabijheid doch ik ben door een on^e- -opgehouden, en dank mijn alleen aan deze «rakkere herders, die mij vonden en verpleegden. -Ji man van Brenelli t" Tom stond bij oe tafel bleek als een >e worsteling r itige die tot heden allen menschen angstvallig band. Reeds bioedde de soldaat uit ender- vond. l_‘4J-J .2- bm «oaibto ruiachen vm den bergstroom ken had daarbij konji) och met ootvnn- d« »a-ijd roort^ Beidwiwaran. in de wor- EEN WARE GEBEURTENIS. t__„ H U s«a **aa 4.» alatolrm tornafh If* AnftlrMg «ftoI flto (yp i*V€Q ttn OöOu tot deo flAu I af gronde gerold. Daar gelukte het it, hem gunstig Tom zijn mes m de borat van zijn vijand F22.. 2-2 .2 i knapen in bet te drukken maar deze vane, met al de lieden van den staat Michigan Hij Walpurga kracht van woede en wanhoop, den Itali- een zonderling en menschenvijand, «raar- ij ver van de stad een villa het bots- J hij met «en mtgeatrekt park oo»> Paolo Baccone, klonk plotseling a den lager een heldere »tem. Om heen ziende, ontdekte hij dc uniform dar Oostenrtjl bleekte. „Op de knieën, of ik jaag u mijn sabel bezinning en besloten hem te vervoli door het lijf." E22__ 222.. ^Wie zijt gfj en voor wien houdt gij klimmen doch zijne u<er «otterend. t_: —X _2_/„ „Hebt gij Mantua en zijne kassemat- waren rij hem tot op v ten vergeten T" herhaalde de soldaat, naderd, daar rende nij „Leg uw jachttuig af op uw knieën, met toe, hief de beide handen in woeste ’t gezicht naar den grond en de handen op hoop omhoog gepeins den rug, opdat ik u de bloedige klauwen in de ijzingw Ia bet dal vm den Elisac, waar de weg verzonken, aan de ruw betimmerde tafel kan binden.” Ujk. dóór der--- langs huiveringwekkende, rotsachtige af- zitten, met het hoofd in de hand. Een zwa- De soldaat had tntusschen rijn sabel vaneen gereten, in de schuimende golven gronden lesdt, waaronder dc bergstroom re kommer scheen op rijn hart te druk- getrokken. Tom wierp rijn jachttuig weg verdween, met ontzettend* anelheid zijne wateren ken h»l hoorde noch het geloei van den in de diepte, en hield nch alsof hij ge- Te Torkele, in de sroning voortotuwt, hgt «m gehucht „Het Tor- storm, die «nld lang* de holle afgronden willig aan t bevel van den soldaat zou vol- storven Jozef Torger, leeft h«ic” genaamd waarvan de romantische joeg, noch den koekockaroep van de hou- doen. Plotseling richtte hij nch op met bleek* inning"«I» zwalusrnesten tegen de hel- ten klok du middernacht sloeg. Maar met de vlugheid van een tijger Hh vm den Eluac zijn aangebouwd. De anders «vm bet met Brenelli. zqn vijand toe, en een nhveren toorn vm bet klokje eMer kleine kapel verstoren nauwelijks da plecht runt dar natuur tn dit stille oord. SLet Mapwiek van een in zrn rust usch van druk) Daar klinkt hardvochtig <te schede vna een sabel tegen de deur. De roover oat en de sluit zich mt de moederlijke amhslring en opent de deur tot grooten schrik der vrouwen. Het aangezicht van den brigadier langs de helling. Yer Urbtno spitste straalt in een zegelach. Het gekari vm dc oor en, een rythmisch geklingel trof zijn het geopende en «veder gesloten venster gehoor, hij herkende den tinuna/o. den heef’ zijn twijfel goed opgehelderd. ram, den leider van de kudde van zijn dorp Domimccaa. Op het bergpad vertoonde zich Pietro Angelo, de oudé schaapherder, zijn vriend tera het bed van de stervende. Het smee- Urbino floot, de herder stapte vlug ken van L2_ '-222. 22-222 2_ _7_2 2" door, stapte op Urbino aan en zeide rn- brigadier tegen, die rich reeds naar zB» stig t prooi uitstrekte. „Ik zoek u Yer Urbino F „Ik geef mij over, mompelde de roo- I nÏL - -----yr „Ik heb bon- gevangen m de tegenwoordigheid aat sterven. Ab tq dooi uw gevangene.” idler stood besluiteloos. Jou hij op het «voord vm dM roover kunnen vertrouwen t Voor hem Gulzig at Urbino. De herder, die dezen was aan de aanhouding van den vervolgde noodzakelijken maaltijd met had gestoord, verbonden, bevordering en de medaille, maakte nu een kruis en zeide Werd hij bedrogen, dan «rag atsepM m er urouN cw I doodstrijd Hij heeft loog op met een sprong. - en „Zal ik meegaan nu voor den avond was aangekondigd gedurende den nacht onder zijn bewaring moest blijven, was juist met zeer aange naam, daar Thomson geheel alleen in het ■tation woonde. eigenlijk slechts één, trant de ander «verd geladen. «enigen passagier, toen de akelige vracht hopige poging trachtte hij nogmaals zich in het stationsgebouw werd gedragen. los te rukken, maar 'ru------ u--- „Hst lijk mijner zwagenn/’ antwoord- met los. Thans klon de de vreemde heer, die was uitgestegen, motief en de trein reed binnen. Haastige Jjt is de nicht van mr Lindson, en moet schreden naderden. neder. La— c—..i.-—.„Daar is hij H n€peii verscheidene stem- ,»Arme terei i £oo n goeden zoon i Een het lijk van nacht zeker men tegelijk en Thomson voelde, hoe dapper vriend l En nu in levensgevaar zijn gijn gevangene van buiten «verd vast- wegens een enkelen streek 1” manschappen, die op dreef rijn kudde vooruit en neu- schot zijn toegesneld „Doe open nep er een van het naaste ried* zachtjes een oud volksliedje. Yer Urbino is m het gezicht van Domi- weid.' mccaci. De kleine verlichte vensters r sde vangst," zeiden rijn col- schitteren uë den tucht. De roover ziet ontvangen I f" er slecht één, dat van de eerste hutdaar, - 22 2 t aan het bed EEN BENAUWD OOGENBLIK Zijner moeder. l vangene." Verborgen in de diepte van een voor, „Waar, «»a w T” klonk het van alle rij- kruipt Mat ter o voort en bereikt de haag. ’t Was daags vóór Paschen. Reed* se- dea. Thomson «vees naar de doodkist en Daar knapt^i plotseling de droge bla- dert den vroegen morgen vertoond* bat deren, en verspreidd* doode takken onder groote station t* W. al de afwisseling, dia -eenï mo<jerne volksverhuizing kan aaa- De rooi er ligt plat op den grond, zon- bieden. ’t Was weer een van die dagen vol be- Zware schaduwen tee kenen zich af, proevingen voor ambtenaren en beamb- gestalten in «vit buffelleder bij het ten, waarop ieder rijn kruis met volko- schijnsei der sterren blinken geweerloo- men onderwerping draagt. De voorzich- voorzegd, tige superieuren hadden aUa mogeUjl— liefde een hin- voorzorgsmaatregelen genomen om ÓM Paascndagen too t»0M lijk reeds grafis van te voren een proefje van den muur om. Urbina wachtte een zag zoo m het mensebengudrang dM nok werkelijk mets anders dan vroolijka, «to> geruimde gezichten, als hadden allen reads 'reugde genipt, die hun te «rwb- d. Lachend besteeg de meaigto

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1923 | | pagina 7