E^.TÏLi» M. uerdante doen.T 7°**ik- «Vut spelletje nog Die een graf voor een ander delft V. V. deze te kunnen bereiken in den toestand, mijner de gered, 't Waren nog vreemdelingen in VL uw was Langzamerhand gewende ilc mij aan het zwaar ge- gelijkenis zien; O, wat werd Biaggio thans Wat zou hij aanvangen van het ver- i erae hand Het •loot het ■°P een I hem met ontnomen hadden, hij koortsachtig uit de schede In het i t. a. t CAROLINA. den. Waarheen nu? Hij zou terugkeeren naar den Rooden „Ge behoeft geen excuus te maken; ik r een onbeduidend voorval betreft De correspondentie eener dame bevat belangrijke geheid Terwijl zij nu r. den vasten, vurigen blik op mij, die mij zoo goed mijn kennis uit het spoorwegsta- fraaie piano van een soort van rustbank, waarvan de dame ze ker zoo even opgestaan was, ter t- van mijn komst. Ik had maar king te maken en op een stoel te gaan zitten, toen ik een licht geruisch in de aangrenzende knmer hoorde. T werd langzaam geopend en de dame van het Zwitsersche buisje trad binnen. Maar was dit dezelfde dame, die ik aan het station gezien 1 de luchtige, witte tollet, maar des zomers kleeden bijna alle vrouwen i had dezelfde losse houding, dezelfde on achtzaamheid in haar bewegingen, maar het dikke blonde haar, dat een schoon gevormd voorhoofd bedekte en de regel- naar bed, maar kon niet len en wonden bedekt en —J te verduren, nam met blik meer en meer toe. len mijn complimenten In onvrnchtbaren len, waarbij wij haar tegenwoordigheia bodem. Mijn gezellin bekommerde er zich konden missen. Gaunt was altijd goed voor haar, zooals men we! altijd meisie. Hij de: te willigen en’ gfj 1 Biaggio? Rooden Haan, op een avond ter- een I „Zijt :laat ge- uit den mij T haar zonderlinge trad. „Waar komt gij van daan vader hem uitgeleide gedaan, terwijl wij „Zoo zoo Dan zullen wij u een handje helpen om uw vader te zoeken.” De zonen moesten het versch geslo- --1 weer te rijden. Een oogenblik later lag de waard op den vloer, door Biaggio’s men doodelijk Diep ontsteld viel de landman op de niet wetend wat hij deed. Doch het ijskoude zweet bracht hem tot ons ie: zonderlings en eigenaardigs had; en mer dan eens bleef zij, met de w fijngevoeligeid eener wouw, uren aaneen volbracht en verdwenen in den somberen „Ja juist, Gaunt was in de hun was somtijds heel treurig. Wordt voortgezel weg te gaan, dame in Zwitsersche huisje vrouw was, als te zweren, dat er een man in de maan zat. Ik was dermate getroffen door deze zonderlinge gelijkenis en verschil, dat ik, de geheimzinnige kende groetend, bijna het doel 1 onverschilligheid, waarmede zij mijn be- verlegenheid plaats maakte voor nieuws, leefdheid beantwoord bad, stonden mij gierighcii' Zij bleef in de schemering i tr-V voor mij staan, met de 1, •’e zij op de tafel, zoo deftig als een koningin, die aan een barer onderdanen •ndientie verleent druk gesprek werd kuil, en de snoodaards^her kenden grootste ontsteltenis het gelaat van nen vader - Verschrikkelijk. En toen zij de oogétf vol bangen angst afwendden, vielen jjeze op hem, die zij dood waanden, het offer hunner mis dadige aanslagen, die als een geest der óns tc komn zitten, wanneer zij dacht dat zaken moesten behaade- 't Was er stil in de herberg, maar toch brandde er nog licht in de gelagkamer. r de waard hem tegemoet. vooruit met een groot om den ongelukkige te had met de felle koude. Ik was oorspron kelijk van plan het bezoek aan mijn zus ter en zwager tot den zomer uit te stel- I zijn zal voor een lief, klein zijn best haar luimen in i in haar behoeften te voor zien, zij had allerlei speelgoed; zij ging gekleed als een prinses, maar op f punt was Gaunt onverbiddelijk: moest de eenige speelkameraad tc Singapore mij ten sterkste had aange raden, maar het verlangen naar mijn één Haan, want zijn woning was te ver om traj uno -- van het waarin hl> verkeerde. kind zijn. De kleine kinderziel scheen echter vaak behoefte te gevoelen aan meer vriendschap en sympathie, want zij Doch te vergeefs. Het geld was nergens te vinden. In hunne verwachting bedrogen, mis- handelden beide baanstroopers op gruw- lei sombere nijf heiligdom binnen. De neergelaten ja- mijn beurt eenige onverschilligheid vein- „Hij schijnt moorden, maar met kracht gebruik maken had deze - l-S s r *vvus V sast Zs^aa Zoo stond hij daar, het hoofd met aller- ras dameunging. Toch scheen zij als bij zame wijze den ongelukkïgen boer en ,jBloed"l” sSdL~;n* dd, M. ingeving t. radra, dat haar verhouaing sloegen er onbarmhartig op in, zoolang „Ach, hoe verschrikkelijk I.... O Moe- u nog niet sim* Onder het spreken wees ik met de hand op het pakket boeken en de open* woordde hij op onverschilligen toon; en gesneden enveloppe, die ik op tafel ge- „Ah!" riep zij driftig. En den brief grij- i i-ij er |,et adret Tan, Zjj bloosde, of het van toorn of ontroering was num,* Maar ik zweeg an i Maar wat een geluk, Het grat was gegraven en wachtte op nog het leven hebt afge- zijn prooi. Biaggio trok den doode zijn kleeren uit en deed die zelf aan. terwijl „En Gode zij dank, ook mijn geld is hij het lijk nu in zijn eigen kleeren stak. ---i-.Dit alles geschiedde zoo bedaard mo- gij gemaakt?” het vak, die mij hebben aangevallen, gelijk en met veel overleg. Dan opende rol belangstelling Zij hebben waarachtig niet aan mijn hoed hij het venster en schoof het graf zijn’buit toe „Zoo 1 „dacht onze landman, „thans zijn zij flink aan het werk. De weg is vrij...»" Den volgenden morgen hielden vier de herberg stil. „Waar is uw vader?” vroegen zij aan de zoons „Dat weten wij ook niet,” antwoord- w--*--«ILj wjl uitgeschud, !k oogen- Hij sleepte"zich hierheen.Zeker heeft vader hem uitgeleide gedaan, terwijl wij i ’t Was bijna middernacht geworden, nog sliepen." spraken de en hij kon ’t niet langer uitstaan. De on- icn Orvieto gelukkige wou naar beneden gaan om hulp r een tweede te vragen. Behoedzaam sloop hij op de Biaggio was een eenvoudig landman rijn niet geringe verwondering, dat in de den dag brengt, verlichtte den somberen met een wilden baard, doch in zijn oogen gelagkamer nog een J* stond het te lezen, dat er een trouwe ziel gevoerd. i Hij luisterde, ’t Waren korte zinnen, die de landman voldoende hersteld, om hem niet langer tot een volkomen rust te veroordeelen; hij veroorloofde hem den volgenden morgen een korte wandeling te doen in den tuin, en verzekerde hem, dat elk spoor van de ontwrichting spoedig ge heel verdwenen zou zijn. Bij het booren van deze gunstige tij ding was mijn vreugde even groot als die van Charles, want ik was nog niet ge noeg vervuld van de kennismaking met juffrouw Owenson, dat het genoegen om mij met haar bezig te houden, mij ver- kieslijker scheen boven elk ander en ik ontwierp met een soort van voldoening duizend tochtjes die wij zouden kunnen maken, zoodra Charles weer te p iard zitten en eenige vermoeienis verdragen kon. Als dc dame van het Zwitsersche huis- w()rdt veel te laat voor ie zich vervaardigde een blik naar ons balkon te werpen op een der volgende 2I-jn beide' Wat er nu volgde wis niet minder ver- Het graf wis gegraven en wachtte op kleeren tut en deed die zelf aan, terwijl Dit alles geschiedde zoo bedaard mo- dan zijn lorgnet nemend, om een zoekenden blik op mijn kostuum te pen, voegde hij er t - volstrekt indruk wilt maken. Nu, veel geluk!" „Tot ziens." sprak ik deftig. Ik begaf mij op weg. met vluggen tred, het pakje onder den arm en ik was spoe dig bij den ingang van het Zwitsersche o' huisje. Evenals eiken dag op dit uur wa ren de gordijnen en f- neergelaten en geen enkel geluid verbrak de stilte die rondom heerschte. Met aarzelende hand trok ik zacht aan de schel, maar zonder gevolg; nogmaals glimlachend: vijf minuten van kwelling en ik schelde wat harder. Geen antwoord Nu was mijn zie wel, dat bet hier geduld nit. Ik voelde mijn moed herleven voorval betreft De en ik trok aan de schel, dat het ’t gehee- «ener dame bevat bovendien met veel le huis doorklonk. b«‘“<rijke geheimen/' Eindelijk kwam de Indische bediende Terwijl zq nu sprak richtte zzj denzelf- opendoen Het was duidelijk, dat hij in zijn middagslaapje gestoord was en hij scheen volstrekt niet met mijn komst in- bon herinnerd»; en een oogenblikkeltjk genomen. Ik gaf hem mijn kaartje, terwijl uitdrukking van triomf, die omniddellijk ik zijn meesteres verzocht te spreken daarna plaats maakt voor een van onrust, voor zaken, waarop hij met een duivel- deed de gelijkenis zoo volkomen schij- achtigen glimlach antwoordde; toen ging nen. dat ik nu zeker van mijn zaak dacht hij mij voor naar een donkere zaal, waar- te zijn. van hij de deur zorgvuldig achter mij Ik gaf eenig. verklanng.n, terwijl de dichtsloot. o{ **eT« “e|uuUrouw1..?w“»0“' Ik bleef hier lang genoog om w mij want zoo heette zij haar tijdschriften .k doorbladerde en met belangstelling de 'tegenwoordigheid gravures in het Mode Journal bestudeer- - de, en zich nauwelijks verwaardigde met ja of neen te antwoorden, als ik even in mijne alleenspraak ophield. Toen ik nu mijn hoed nam, om weg te beleefder groet dan gewoon- ga*n, bewaarde zij niet langer haar on- -i- „Gistc-en avond," sprak zij, „bebt u mij naar heer.Ik ben den Met een gevoel van aangename ver rassing, vond ik op zekeren morgen bij mijn ontbijt op de tafel een klein pakje, het adres: M Owenson Een dat boeken en tijdschriften scheen te bevat ten. Ik was er wel wat verwonderd over, war t ik had er niet om «geschreven, «n ik kende ook geen enkelen uitgever of vriend, die ze mij had kunnen zenden Ook was ik verbaasd, dat op bet adres den naam Owenson stond in plaats van Owen; maar de voorletter M was toch wel degelijk die van mijn doopnaam en daar het pakje mij door den brievenbe steller gebracht was. aarzelde ik niet om het open te maken. Het bevatte eenige tijdschriften, waar van de inhoud zeer eenvoudig was, een aflevering van een Mode Journal voor deze maand en twee of drie van de nieuwste romans welke boeken weinig in mijn smaak vielen Terwijl ik het Mode Journaal doorbla derde, viel er een briefje, met hetzelfde adres: „M. Owenson." Natuurlijk maakte ik het open, maar men kas zich mijn ontsteltenis verbeelden, toen jjk het vol gende las: Londen. Lieve Mathilde, Ik haast mij aan uw verzoek te vol doen. Ik vrees evenwel, dat ;e niet erg voldaan zult zijn over mijn keus; het was beter geweest, al je mij geschreven had, welk soort romans je wilde hebben. Ik begrijp, dat je je doodelijk verveelt in dat afschuwelijke kleine dorpje. Ik hoop, dat de. vervulling van je zonderling plan je niet langer dan een maand zal ophou den en dat je tijdig genoeg terug zult komen om de herfstdagen nog in de een of andere zeestad door le brengen. Ik zal je met het nieuws uit Indië vol komen op de hoogte houden; mijn lieden houden de wacht en zijn steeds tot je beschikking. Als je mij weer schrijft, vergeet dan njet je juiste adres op te geven. Dezen brief zal je zeker wel ontvan gen, maar de omstandigheden in aan merking genomen, zou ik het liever vol ledig weten» ten einde mogelijke vergis singen te voorkomen. isa anderhalf uur geraakte hij weer te Drie tegen eenHoor eens, daar ia been, in erbarmelijkeu toestand, wel is hij 1 Zal hij nu komen met een bijl ol waar, maar *t hart vervuld met dank met een dolk.... Zal hij zich op *t bed daar hij toch het leven had mogen behou- werpen om den slapende te vermoorden?” De ongelukkige luisterde met ingehou den adem. Met langzamen tred steeg de waard de -ippen op..De deur wera geopend.» Biaggio trok zich terug tegen den muur. Somber was de nacht. Beppo sprong -mes in de hand Met dehoogste verwondering kwam doorsteken.... „Zijt gij daar weer, Biaggio,” ri< nog zoo duidelijk voor den geest, dat ik niet nalaten kon mij angstig te maker over de voorname minachting, die dez, dame mij waarschijnlijk zou oetoonen. Deze gedachte hield mij voortdurend bezig, terwifl ik met Gaunt een sigaar rookte op het balkon en het resultaat mijner overdenkingen was, dat ik een tweede opstak en daarna een derde. was middag toen ik eindelijk be- mijn boodschap te verrichten. .Weet je nu z - „Lees dezen brief, Charles," zeide ik tegen Gaunt, nog geheel., ontsteld, „en zeg mij, wat ik doen moet." Charles las den brief en hij scheen in even groots verlegenheid te geraken als ik. „Dergelijke vergissingen kunnen plaats hebben," sprak hij ten laatste langzaam, „maar waarom," voegde hij er op onge- duldigen toon bij, „heb ie ook een brief open gemaakt, geadresseerd: M Owen son; je heet immers geen Owenson." ,Jt ziet toch wel, dat bet pakje hier bezorgd is en dat de voorletter de mijne is," antwoordde ik hem zachtmoedig als een lam. „Maar ik moet je eerlijk bekennen, dat ik je tosstand niet benijd," hernam hij Het is zeer onaangenaam, aan iemand te bekennen, dat men zijn brieven geopend heeft en gelezen, wat er in stond; m^ar tegenover een vrouw te staan en baar te zeggën, dat men bij vergissing achter haar geheimen gekomen is, is meer, dan mijn zenuwen zouden kunnen verdragen.” Ik ging zitten en begon aan mijn ont bijt, zonder hem te antwoorden. Het viel ons met moeilijk te raden, dat M. Owen son onze mooie buurvrouw moest zijn en deze gebeurtenis scheen ons van het hoogste belang „Met een beetje behendigheid," zei ik ten laatste legen Gaunt, „kan dit voor val mischien in mijn voordeel afloopen." „Mst behendigheid," herhaalde hij met een homerisch gelach, waardoor mijn ze nuwen altijd geprikkeld werden. „Denk je daar een proeve van je behendigheid te geven?” voegde hij er bij, terwijl hij naar de villa wees. „Dan wensch ik je ge luk!" Terwijl ik mij de dame van het station herinnerde en in de veronderstelling, dat zij de bewoonster van het Zwitsersche huisje was, wil ik wel bekennen, dat ik zelf niet meer vertrouwen stelde in mijn behendigheid, dan mijn vriend Charles. Ik hield dit echter voor mij en mij zoo onverschillig mogelijk houdende, maakte ik het pakje weer dichL gewone omstandigheden ontbrrikt mij nog niet aan den noodigen moed, maar nu kon ik een soort van vrees niet van mij zetten bij de gedachte, dat ik aan de dame in het Zwitsersche huisje mijn toestand moest bloot leggen en om ver ontschuldiging vragen. De bijna brutale blik, waarmede zij de wachtkamer had rondgekeken, de koele „Zijt gij daar weer, Biaggio,” riep hij 1 uit. „Hebt gij iets vergeten?.... Maar den vloer vriend wat is er gebeurd Is u een ongeluk getroffen. ov?rkomen." r „Ellendige movers hebben mij over- knieën neder, aan de zijde van het tijk, vallen in het kreupelhout. O, ik ben bijna niet wetend wat hij deed. geheel geradbraakt. Laat mij hier wat uit- C™ LL. L rusten, Biaggio I Hebt gij een bed voor weer tot bezinning. io?" vroeg de waard mij?” 2 op een avond ter- •Arme man.... Ik had u niet alleen schrikkelijk. boer zijn gelagkamer binnen- moeten laten gaan Maar wat een geluk, dat gij er toch i - bracht over naar den tuin, plukte hier en daar een bloem en liet die weer vallen, na een oogenblik den geur er van mgea- demd te hebben. Naarmate de avond viel en wij haar bewegingen nog slechts kon den onderscheiden door de witte japon, kwam zij langzaam onzen kant uit, tot aan den oever der rivier, die de beide tuinen scheidde en bleef daar eenige oogenblikken staan. Zonder twijfel hoor de zij ons praten en kon zij misschien de woorden onderscheiden van ons gesprek Na daar ongeveer vijf minuten gestaan te hebben, ging zij weer langzaam den tuin in, en naar het salon, dat nu helder verlicht was, en weldra hoorden wij een zaehte, .welluidende stem, wier gezang ons deed veronderstellen, dat wij hier met de een of ander; ster van de Itali- eansche opera te doen hadden. Onze bunrvrouw, die volstrekt niet liet blijken, dat zij bemerkte, dat wij haar bespiedden, vervolgde den loop van baar zorgeloos bestaan; maar zij droeg zorg dat wij nooit baar gelaat te zien kregen, en eerst met 't vallen van den avond strekte zij baar wandeling uit tot de grenzen van onzen tuin. Alle pogingen die Gaunt in het werk stelde, om kennis met haar aan te knoo- pea, bleven niet alleen vruchteloos, maar schenen zelfs niet opgeqierkt te worden. Tevergeefs zonden wij Cecilia verder dan wij zelf dufden gaan om haar te be spieden, in de hoop dat de kinderlijke schoonheid van dit meisje haar lokken zou; Cecilia kwam altijd met eOn ver- drietig gezicht terug. Onze pogingen, om met den Indischen bediende een gesprek aan te knoopen, waren eveneens vergeefs W<1 kwam hij nu on dan nieuwen voorraad in de her berg koopen; onze beleefde vragen wer den zoo kort mogelijk beantwoord en op oen toon, die ons den lust benam, om Verdere vragen te doen. Toen probeerde Gaunt een ander mid del en stuurde Cecilia op zekeren avond naar de dame, toen deze zat te zingen met da volgende boodschap: Do beide heeren, die verblijf houden In het Witte Paard bieden mevrouw.... bun groeten aan en verzoeken haar be leefd, bun den titel mede te doelen van bet laatste stuk dat zij gezongen heeft. Vergeefsche moeite, de dame liet ont zeggen, dat zij uit het hoofd zong en zich den titel niet meer kon herinneren. 't Was duidelijk, dat zij niet verlangde, kennis met ons te maken. Dat prikkelde om nog meer; en naarmate zij zich te rugtrok, deden wij duidelijker pogingen om baar te Md eren. Als een man de eerste vurige jaren zijner jeugd voorbij is, en een vrouw wil, dat hij zich met baar bozig houdt, moet zij zijn eigenliefde prikkelen Een weinig geheimzinnigheid, die vol doende ia, om d« nieuwsgierigheid op te wekken, of een kleine tegenspoed, die de ijdelheid prikkelt, zijn wapenen, waar van oen mooie, jonge vrouw zich bij in- etinct weet te bedienen, en somtijds zelfs zonder er de volle kracht van te beseffen. Ik weet niet, of onze zonderlinge buur vrouw het menschelijk hart bestudeerd had. Als ik nadacht over de gebeurte nissen, dia sedert haar komt voorgeval len waren, dan scheen het mij toe, dat zij een van te voren vastgesteld plan volgde; en ik kan mij het triomfantelijke glimlachje voorstellen, dat om baar mond moest spelen, als zij van achter hare sto res zag, dat wij baar bespiedden. O, wat moest deze ongeduldige Mtuur strijd voeren met het koele verstand dat haar gebood te wacbtenl Dit eenzame leven, gesloten zonneblin den, dit vermoeiende komediespel voor haar wandelingen in de schemering, wat moest baar dit wel kosten! Als ik mijn gewone bezigheden gehad had, dan geloof ik. dat ik mij weinig om mijn buurvrouw en haar handelingen be kommerd zoo hebben. Was Gaunt nu maar volkomen gezond geweest, dan zon het gemakkelijk genoeg geweest zijn af leiding te zoeken voor de lange zomer dagen; maar omdat ik mijn armen zieke niet aan zijn eenzaamheid wilde overla ten, was ik gedwongen in den tuin en bij bet buis rond te dwalen; en daardoor was het natuurlijk onmogelijk om niet met onze eenige buurvrouw bezig te hou den. Als ik mij voor de een of andere aan gelegenheid verwijderde, liet ik Gaunt op bet balkon achter; hij lette op hetgeen er voorviel, en gaf er mij tot in de klein ste bijzonderheden verslag van bij mijn terugkomst. Als Ik in dan omtrek rond doolde of op den oever van de kleine ri vier, dan was ik op den uitkijk; Cecilia zelLi hielp ons. Wij wedijverden met el kander om eenige inlichtingen te ver krijgen; en wie van om beiden het eerst 4it gelaat nou zien, dal zoo hardnekkig van ons afgewond bleet iam. oleine matig gevormde trekken verleenden aan kind." 't gelaat een jeugdige uitdrukking, die mijn kennis van ‘t spoorwegstation niet pas achterwaarts, zonder evenwel te veel bezat. Toch was er iets, dat mij levendig verwondering te laten blijken en er ont- de herinnering met de werkelijkheid deed snapte een „Ah" aan haar lippen, vergelijken, het waren juist bizondere Eensklaps van onderwerp veranderen- kenteckcnen, die de overeenkomst be- de, richtte zij zich naar de serre, met de vestigden maar waardoor ik toch nog niet woorden: geheel overtuigd werd. Er was gelijkenis „Ik heb mijn tijd niet in ledigheid door- in de uitdrukking, en toch was ze niet de- gebracht, toen ik hier kwam, stonden er zelfde, de groote bruine oogen waren slechts zes ellendige geraniums, en kom wel degelijk dezelfde die in het station u nu eeu kijken." een oogenblik op mij gerust hadden, Ik volgde haar met genoegen tusschen maar de blik verschilde; de vorm der haar bloemen en zij mocht er met recht trekken en de gelaatskleur boden even- trotach op zijn. Zij waren met zeer veel veel als gelijkenis aan, en het zou mij smaak gerangschikt, en ik merkte er zeld- even ónmogelijk zijn geweest, om te zwe- zame, buitenlandsche gewassen onder, die ren, dat de dame uit het station en de zeker thuis behoorden in bet vaderland dame in Zwitsersche huisje dezelfde van haar Indischen knecht en dat mis schien ook dat van de jonge vrouw zelve was. Ik bewonderde alles, en ik gedroeg mfj, dit eigenaardig zooals elk wellevend man zich gedragesi onbe- zou, die in gezelschap meent te zijn van vergat, de een of andere romantische zangeres; waarvoor ik bier gekomen was, en mijn naar tot mijn gre-te verwondering via- zelfs niet om. maar van tijd tot tijd richt te zij behendig een vraag tot mij, over mijn eigep leven, over Gaunt en zijn nichtje, de kleine Cecilia, wat mij einde lijk deed begrijpen, hetgeen ik het eerste oogenblik reeds vermoed had, dat zij over muziek en bloemen praatte om elke gunstige gelegenheid aan te grijpen, om mij eenige bekentenissen te ontlokken. Deze overtuiging was alles behalve vleiend voor mij; daar ik echter zeer nieuwsgierig was, om de reden te ken nen, waarom zij zoo handelde, onder drukt» ik het verlangen, dat ik voelde om met een deftige» groet weg en ik liet toe, dat zij het spel wat voortzette Toen ik eindelijk afscheid van haar nam, stak zij mij heel vriendelijk de hand tpe En ik verliet haar, met de overtui- dat ik het van Gaunt gewonnen want ik had thans haar gel maaAhoe meer moeite ik van een verklaring voor leefwijze hier op dit eenzame dorp te kwam. Alles wat ik mijn vriend bij 'mijn woordde de eerzame landman, terugkomst kon vertellen, was. dat Ma thilde Owenson een der vreemdste en------ een der schooMte vrouwen was, die ik te vragen. gedacht ooit gezien had. „Vijfhonderd lire. ..„O, hoe schoon, hoe gelukkig 1 Dan „Ja werkelijk, dat is een goede prijs, rijt gij er nog goed afgekomen Hebt gij dacr mag wel een slokje op gedronken geen van hen herkena. <- worden.,r »»Zij hadden het gelaat zwart gemaakt „Ik hoop, dat u mij deze vrijpostigheid zult vergeven, mevrouw," zeide ik be leefd, ik ben gekomen, om u een vergis» zeker, dat je niets ont- sing die ik gehad heb. te verklaren en breekt. Gaunt," zeide ik, terwijl ik Mar daarvoor tevens vergiffenis te vragen." hem toe kwam. „Ik heb alles, wat ik noodig heb," ant- onder- legd had -wer- bij: „Het schimt dat ie pend las zij maar dat kon ik niet raden. „De overeenkomst met mijn hernam ik stamelend. weer, want de dame, die met haar bruine •ogen haastig den brief doorliep, scheen geheel mijn aanwezigheid vergeten te jalousiën zorgvuldig hebben. Toen zij klaar was, legde zij het papier op de tafel neer; de uitdrukking harer oogen werd weer gewoon en rij sprak :n bij een goed vriend, die lometers afstand woonde. Slaperig en diep in mijn pels gedoken 't Kon een half jiur later zijn, toen hij toestand voor den geest, waarin hij ver- gon reeds donker De man was niet dronken. De Italiaan - a -- ww,-w Ctl >«t geheim, van Gaunt ta doordringen; slechts dan een gevaarlijk misbruik van Kivuu wciukk ipmerking'ts maken'. de~kFachrvan"het ckmvensap nïeS X^hToJ, ^naato~w^w?*^ ik m« efg bMee^^a/deS Biaggio was vol van zijn plannen en boven. r log te maken had. folterd 1 Doch wat was dat nu Eensklaps wordt hij door twee krach- --i en eer naliaar Mare noemde, dat 't voor mij de hij in staat is een hand ter verdediging op den grond, nij soortsacnug uit ae schede en v eener vrouw, die Een der booswicht^ snoerde hem met post achter de deur, met bevende lede- deelte aauwkmrig het gedrag van Gaunt jegens ijzeren vuist de keel dicht, terwijl de an- bei kinl gade sloeg, had misschien ont- dere hem betastte en rijn zakken door- zouden, dekt, wjke de ware band was, die hem snuffelde. aan Ceciia verbond. Wat mij betreft, ik zag alle» dat hij haar bijna net zoo be handelde vis ik. Men kon zien, dat zij er plezier inhad. dat ik mot haar als met lij gaf. wijl 1 _rr "j „Van Viterbo. Ik heb mijn os verkocht, vinden hoe geheimzinniger het mij voor- en zeer goed, dat verzeker ik u,” ant- „Zoo I En wat hebt gij haastte zich de waard v< vragen. „Vijfhonderd lire." mag wel een slokje op gedronken 8een van hen ,-Zii harlHpt „En daar heb ik ook niets op tegen,” «n spraken geen woord. Ik kan zelfs niet gendarmes voor luidde het antwoord van den boer, die veronderstellen, wie die booswichten wa- i aan een stevige tafel had ren.” «mijn plaats genomen. Biaggio ging --- - -- Tot D e Roode Haan was een eenvoudige slapen. Geheel zijn lichaam was met bui- den zij „Een vriend werd gisteren in het gheid dorpsherberg in eer eenzame streek ge- l«n en wonden bedekt en de pijn, welke bosch aangevallen en geheel uil ook. met'de gewone "oplettendheid legen, op een afstand van ongeveer drie te verduren, nam met elk oogen- Hij sleepte zich hierheen.... Waard en gast waren weldra in een l en sf—' met stroo omvlochten fles: geducht aan, die spoedig door een tweede ongerust over te maken, wut ik zou zeg- ---J 1J gen. zoodra ik in t van de geheimzinnige dame werd toege laten en hoe ik mij uit de gelegenheid zou redden, toen ik weder stappen boorde op den parketvloer. De Indiër kwam terug en met een L«.v,,., lijk verzocht hij mij, hem naar de kamer verschillig» houding, zijner meesteres te vohen „Giste-en avond, sprak zij, „bebt u mij Hij voerde mij de heele woning door en naar de muziek laten vragen, u of mijn toen wij bij het salon kwamen, waar onze beerIk ben den Mam van interessante buurvrouw eiken avond haar vriend vergeten, welluidende stem deed hooren. opende „J» ji«*‘. Gaunt was verrukt over hij de deur en voerde mij dit geheimzin- wijsje^ dat u zong," antwoordde ik, louziën maakten het zoo dftnker, dat bet met buiten een tegenstelling vormde van „Hij schijnt zeer lijdende te zijn, ver nacht en dag; de temperatuur was er volgde zij vol belangstelling, terwijl zij heerlijk frisch en een zachte geur van naar een stapel muziek ging en daarin bloemen drong uit de serre, waarvan de ijverig begon te zoeken, ,,'t Speet mij, deuren in het salon uitkwamen. De meu- dat ik hem de verlangde inlichting niet beien waren zeer eenvoudig en de fris- kon geven. Toevallig heb ik nu het stuk sche lucht scheen de eenig, weelde, van gevonden. Denkt u nat het uw vriend ge- dit vertrek te zijn, een fraaie piano van noegen zou doen, als ik het hem zond?" rozenhout uitgezonderd, benevens een Ik wist, dat Charles even weinig ver- - stand had van muziek als van meetkunde, wille Niettemin nam ik met een ware verruk king het beleefde aanbod der dame aan, even den tijd deze opmer- voorgevende dat het bezit van dit stuk, en op een stoel te gaan Gaut bet grootste genoegen zou doen. een licht geruisch in de t Is een beste jongen," zeide ik met De deur een toespeling op mijn vriend, „maar 't ia i--een ongeduldige zieke." „Ja, bij schijnt u heel wat drukte te ge- J ven," antwoordde zij, evenals zijn klein had? Zij droeg wel hetzelf- dochtertje, hij is zeker weduwnaar?" i „Zijn dochtertje," hernam ik, en ik zich zoo; zij kon niet nalaten te glimlachen, toen ik bemerkte, met hoeveel aandacht de da me naar mij luisterde en mijn glimlach onnam. „Mijn vriend is niet getrouwd, de kleine Cecilia is zijn nicjjt en zijn pete- Juffrouw Owenson deed een halven zeer nuttig op rijn boerderijtje weten De vader met zijn beide zonen. Maar wat was dat nu? De haren stegen den gewonde te berge, wrake van de andere zijde des grafs scheen Toch luisterde hij met beide ooren, teruggekomen, om hen te tuchtigen. dan zonder eenige beweging te maken. De gerechtigheid had verder haar loop, in bezoeker met een loerend oog aan. „Ja, op u kan ik mi) verlaten,” spi Eindelijk werd het tijd voor Biaggio om schimpend de waard. Gij hebt zelfs intits- te doorzoeken? Hoe aartsdom hebt gij I, toch aangesteld.” „Maar vader, wie zou gedacht hebben, Hoewel ik een dikken pels aan had, had v wr.j ver_ ^et tocjl j3jtter jtomj gezeten in mijn -r- geld reeds lang slede, die over de wijde sneeuwvlakte nemen in handen hadt en wi) slechts voor het log een glaasje van paters vaatje Ik wil overige te zorgen hadden.” •ok eens trakteeren I” „Geli „*t Zij dan zoo Maar haast u, want het heeft. Hij is hier teruggekomen.*’ „».i r» i»»« „Hier O dan zulle.. De waard verwijderde zich even en riep spoedig geregeld hebben ..r zonen, die in de nabijheid „WatDenk gij dan, dat ik u nog eens dagen, moest zij wel zien dal het dikwijls beZig waren. alles in de war zal laten sturen Ik kan ledig was. Gaunt, die zich zoo gelukkig „Biaggio heeft 500 lir* u" *-■- gevoelde, dat hij niet langer aan r'j" •'*- - J -- mer gekluisterd zat, had een rijtuig ge- te zeggen.” huurd, met twee uitmuntende ponneys bespannen, en hij bediende zich voortdu- wap^nd bij den eerzamen rend van deze equipage, om mij overal binnen. Zeer spoedig was deze geledigd ster uitweópen en dan weet gij, waïge’ïe naar” de landhoefvan "mijn ‘zwageérdie met hem mee te nemen. Cecilia was ge- en was Biaggio met meer te weer- doen hebt. ik ’s morgens verlaten had om den dae woonlijk ook bij ou, behalve wanneer houden. De man greep rijn langen stok Men kan licht begrijpen in welken toe- door te brengen bij een goed vriend die wij naar de stad gingen, en naar den een en verdween den weg op naar het bosch, stand Biaggio verkeerde, die al deze woor- op eenige kilometers afstand woonde Oïden(jev?‘VT Ch‘rle*' d,e Beppo «er vriéndelijk de hand ge- den duidelijk vernomen had. In een Slaperig en diep in mijn pels gedoken bij toaval ontdekt had op een van drukt te hebben. schrikbarende akeligheid stond hem den reed ik voort, toen plotseling het tS- lijn verre tochten. t Kon een half uur later zijn, toen hij toestand voor den geest, waarin hij ver- gon reeds donker te worden miin Ik hield deze opmerkingen voor mij, het kreupelhout bereikte. keerde. paard schrikte een ziisnrona nsm L want ik eerbiedigde nauwgezet deze stil- De man was niei dronken. De Italiaan De ongelukkige beefde aan al zijn ter aarde stortte. De slede vief om, werd zwijgende overeenkomst, die nuj verbood u trouwens geen drinker, en maakt ledematen. tezen een boomstam iet geheim van Gaunt te doordringen; slechts dan een gevaarlijk misbruik van Vluchten kon hij nietWat zou de man lag insgelijks op den gro“d Gelukkig och kon ik niet nalaten nu en dan een den drank, wanneer hi; even als Noach aanvangen Zoo behoedzaam mogelijk liad ik mij met erg bezeerd maar de slede ipmerking ts'maken. de kracht van het druivensap met kent, sloop hij op de naakte voeten weer naar was onbruikbaar geworderl en Ajax het Langzamerhand gewende ik mij aan het Biaggio was vol van zijn plannen en boven. paard had een xiiner L» gheim dat mijn geest minder bezighield, dacht niet aan den langen weg, dien hij O, wat werd Biaggio thans zwaar ge- P ’t Was een gekke ^chiedemi wint on in het begin. Ik was ingenomen met nog te maken had. folterd 1 nMr eiss;ne wls ;k <b aanwezigheid van het kind en ik werd l>och wat was dat nu? Wat zou hij aanvangen? meters van het huis fan mijn e zoo aan gewoon haar Charles o.m te Eensklaps wordt hij door twee krach- Naar de gewoonte des lands droeg hij verwijderd. Maar aan de zaak waTniets hioren noemen, terwijl zq mij heel fa- üge kerels van achter aangegrepen en eer een lang mes bij zich, dat de booswichten te veranderen. De gebroken slede het naliaar Mare noemde, dat t voor mij de hij in staat is een hand ter verdediging hem met ontnomen hadden. Dit trok ik achter ik vreen her Mtuurijkste zaak der wereld werd. uit tt strekken, ligt hh reeds op den grond, hij koortsachtig uit de schede en vatte bij den teugelzen Plegdi he/wtrioz^ °.°j **n*r rTT°“*' „de EeP. der snoerde hem met post achter de deur, met bevende lede- deelte van den weg te v^t rif Maten,.wachtend op de dingen die komen Na een moeilijken tocht bereikte ik u eindelijk de woning van mijn zwager en Hij zou zich met weerloos laten ver- riep Peter, den stalknecht. Nauwelijks ST»makeo bid deze van b« ’«««val gehoord, of hij vap jCbt- zelfverdediging. begon luidkeels te jammeren. j -„Wat zal mijn goede mijnheer wel r-w - - --Vluchten!.... Wk geheel aÜM in den tuin, liever dan bij nacht. nu nj mij mjj gesJagen heb. moet nu nog het donta'nii’toir Biaggio was niet dood. ^en21i:*_;FAd*.-?ud^daar bened«n en „Naar den dokter, mijnheer, het kiL De aanwezigheid van den beroemden geneesheer, die de genezing van de ont- luidde het wriebting van Gaunt ondernomen had, intusschen verhinderde ons dien avond over bezoek van 's-middags te spreken. Tot --—- mijn spijt belette zijn tegenwoordigL.lJ ons /- -~r- - - - alles gade te slaan, wat er bij onze buur- uur^ van genoemde stad, vrouw voorviel, Cecilia kwam mij vertel- - len, dat de dame, in een zwart zijden ja- druk gesprek gewikkeld c’’a-'L’T u pon gekleed in den tuin wandelde en met str0° omvlochten flesch Orvieto gelukkige wou naar beneden gaan om hulp helpen haar een kleine wrak met het hoofd ge- geducht aan, die spoedig door een tweede vragen. Behoedzaam sloop hij op de De - -- geven bad; ik vermoedde, dat dit bewijs gevolgd werd. bloote voeten de trappen af en hoorde tot ten graf opdelven. De zon, die alim au van vriendschap een gevolg was van het --XL gesprek dat ik des middags met onze met *en wilden baard, doch in zijn oogen gelagkamer nog buurvrouw gehad had. «tónd ‘e lezen, dat er een trouwe ziel Gelukkig bevond de geneesheer Gaunt binnenste huisde. De goede zaken - - - en de goede wijn hadden hem bijzonder spraakzaam gemaakt. Het geld zal hij te hooren kreeg,,een zonderling gefluis- te gebruiken, en met welbehagen ver diept hij zich thans reeds in allerlei plan nen. De lustige waard uft den Rooden Haan schenkt telkens in en staart nu en zijn bezoeker met een loerend oog aan. „Ja, op u kan ik mij verlaten,” sprak Eindelijk werd het tijd voor Biaggio om schimpend de waard. Gij hebt zelfs er te vertrekken. Gaarne zou hij nog langer niet aan gedacht de voering van den hoed Een fijwielrit 00 lOVOn 0R ÜOOd gebleven zijn, doch de avond was intus- te doorzoeken? Hoe aartsdom hebt gij r schen somber neergedaald en de man had u toch aangesteld.” nog een langen weg af te leggen. „Maar vader, wie zou gedacht hebben, Hoewel ik een dikken pels aan had, had „Tot wederziens, vader Beppo 1” voeg- dat Biaggio zoo voorzichtig is Wij ver- ik het toch bitter koud gezeten in mijn de hij den waard toe. onderstelden, dat gij het geld reeds lang slede, die over de wijde sneeuwvlakte „Kom, kom, sprak deze, „wij nemen ui handen hadt en wij sfechts voor het heengleed. Acht weken geleden was ik nog een glaasje van paters vaatje 1 Ik wil ovenge te zorgen hadden.” nog in het heete Singapore, waar ik vijf ook eens trakteeren 1' „Gelukkig nog, dat hij u met herkend jaar gewoond had, en nu bevond ik mq, - 2,1 dan heeft- H1' h>7 f*r’>ggekomen.” half Januari, in het noordwesten van Ca- O d,i? J uu yr,*i xi’n 2a'cen nada. Geen wonder, dat ik het te kwaad „Wa't Denk gij dan, dat ik ^5* ,*n d* war t: ------ wc ovuiv. ui» w »ivi- „uukkiv uwn jw ure bij zich, fluis- mij slechts op mijn eigen handen verlaten, len, zooals trouwens mijn geneesheer “ri terde hij hun toe „Meer heb ik wel niet Gaat beiden naar buiten achter het huis t om' den tuin in. Maak daar een groot raden, maar het verlangen naar mijn Dan trad hij met een nieuwe flesch ge- gat.... Begrepen? In een uurtje ben ik naaste bloedverwanten was mij te sterk -a eerzamen landbouwer met alles gereed.... Ik zal hem het ven- geweest. En nu was ik op den terugtocht rend van deze equipage, om mij overal binnen. Zeer met hem mee te nemen. Cecilia was ge- en thans was

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1923 | | pagina 7