I" - 1 ¥d' 1««: op den grond liggen geen spier be- S3 a d" «f— «s DE OUDE HOEDENDOOS. .EEN MOEDIGE VROUW. 1 eÜotakUte dteik ülfrarUfraobo be- aan het statte© I 1 zich tejbJzwarte oogen ▼ereeni- Ja haar Er verliepen eenige maanden. „Dia ia gaan eten.' cans j -*r- Deze overdenking achter den Indiër i Zij lachte vrees, meneer U.- bij u? Alles wel?’ ka- een ons voor gelukkig zouden gevoelen, wilden aankPoopen, die Of „Die schurken zijn ongeloofde [aan munt, en op 't heele fortuin, dat mijnheer Hunting don zoa nalaten. Met een angst, die dikwijls het gevolg i» van een ziekelijken toestand, gevoegd „i oude overhemden, dia vroe- haar broer Jeremiaa hadden toe- als belooning poets, begon le arsch, die en hoe wij Ik was derhalve do Dove tante bij haar Het was nu de avond vóór Kerstmis, [rond was met sneeuw bedekt en levroren, het was vinnig koud en ging Kittie vroolijk aan haar wi bij sag rij er zoo c- nergens C-. --- geluk was. Daar sloeg. de torenklok eca. i humeur weer h^kregen, maar zij is zoo en wel ter- van oudshei van tante Pennyroyal Zijn moe. namelijk de voorkeor gsgevea iwelijk «ft liefde boven dag rijken gunsteling van^teeds g moest gaan ontvangen, de taüoQse don zen en koffen moest bezorgen, «k haar zelf, door de stad moest rondlridea. Ea boe? Op Broadway kocht zg nteta, rij zocht de eenzaamste en seats s^ataa dichtgeslagen. dikken ijzeren ketting die in^den wand was vastgemetscld door den ring v valdeur en deed het slot dicht. Da1 was L Nu li< eersten Binnen een paar minuten waren ver scheidene stevige kerels bij haar in huis; ook kwam politie en zijn hoogst een half uur was weg geweest. vrouw Marsch en hernam zijn oude ge woonten. Gaunt was er de man niet naar, om voeld had, dan over het verleden te blijven peinzen of er C2_ zich om te bekommeren. Zoodra Cecilia barer overwinning gelaten, en de geschie- J weg?" ze zijn opgesloten daar- treden tegenover een dame, en ik gi loof, dat het hem genoegen deed, d. er maanden verliepen, zonder dat men boorte van mijn kind was rein, de papieren blijkt duidelijk, dat de eer ste vrouw van E was, voor hij met mij huwde en dat zijn woorden dus slechts een bedreiging zijn geweest Wees bij Charles Gaunt mijn voorspraak, vraag hem, mij te vergeven. Zeg hem,** en haar stem beefde, „dat ik bij het doodsbed van mijn kind de rech ten van Cecilia erkend heb." ^Jocn wendde zij zich 'om ea zonk opeeba verscheidene de trap ah Leven of dood, was i op een paar revolverschoten 't verre Westen, in het land 1 aan. Een paar minuten later warden de bei. de bandieten naar boven gebracht Bij het woeste gevecht waren wel een paar scho- i gevallen, maar niemand was ernaög wond. „Hier, mevrouw Mohr, riep een der mannen, „hier zijn de beide schurken." Met vloeken en stompen werden_de 1 op straat geb: werden zij door \anvoerders der ladtst een spot Een man, in t zwart gekleed, en die den hoed diep in de oogen getrokken had, trad langzaam binnen, deed eenige stappen i gend sti sloten werd. Hij hield zich in de schaduw en zijn hoed en zijn baard verborgen zoo g zijn trekken, dat ik zijn bruine kleur en zijn Oostersche gelaat niet kon zien. Toen hij mij zwijgend een brief over- reikte, deed de bruine kleur zijner ban- genomen zou hebben, zooals cc; den mij de oogen opslaan en hem nieuws- kennis uit het Zwitsersche huisje, gierig aankijken. „Zemide!" riep ik. uit Toen greep ik hem bij den arm en stond haastig op, met de bedoeling te roepen en hem de politie in handen te gever. De Indiër deed geen moeite, om zich los te rukken of zich tegen mijn hardhandigheid te ver zetten. Hij keek mij enkel met zijn groo- 1 aan en sprak toen op „Lees den brief, mijnheer, stond!" „Om u den tijd te geven, te ontsnap pen,” sprak is. „Gcmeenc dief, die ge bentl" „Ontsnappen!" herhaalde hij op min achtenden toon. „Ben ik niet vrijwillig hierheen gekomen? Lees den brief, mijn heer," voegde hij er bij met zijne gewone onverschilligheid. Ik keek naar de enveloppe; 't sierlijke schrift was gemakkelijk te herkennen. Ik had die letters dikwijls genoeg gezien op de briefjes; die ons gezonden werden in de herberg het Witte Paard; toen keek ik den Indiër weer aan. Als ik aan zijn gezicht had kunnen zien, dat bij raadde, hoe ontroerd ik mij gevoelde, dan geloof ik. dat ik hem neergeslagen zou hebben. Toen ik zijn arm losliet,* behield hij zijn gewone kalmte, en hij verroerde zich ook niet, toen ik de deur sloot, zonder hem uit het oog te verliezen. „Als deze brief," begon ik op strengen toon, „geen aanwijzing bevat omtrent de papieren, die je mijn vriend ontstolen hebt, laat ik je niet van hier gaan, dan onder geleide van de politie. Zémide verwaardigde zich niet eens, SI L __a1Uil op 1- bleef onbeweeglijk voor mij staan, terwijl niet wordt gelaten, wat dan?" opg< —2. Doorn. Ziedaar tel even na, als u wilt. Hoe. is het thuis Achttien maanden zijn er sedert deze gebeurtenissen verloopen. Wij zijn in de maand AuguAis en i* pak mijn koffer, omdat ik den volgenden dag Londen voor eenigi zaL Dezen keer denk il verlof in bet Zwitsei brengen, zoo heeft nieuw landgoed genoemd. Mevrouw Gaunt heeft mij een uitnoo- diging gezonden, waarbij Cecilia een lerliefst postscriptum gevoegd heeft hoewel ik als stelregel heb, om huwden het eerste jaar hunner w.g- zaak. leen om Cecilia bij het ete- aan r het de schoone dievegge oatdekte. 1 en warm en vuur was blijven zitten. Zémide bracht mij eindelijk groot huis in eon <2_. van West End gelegen, en »-—- -—-••• e-w» vaaaaw* v ssm WVM VV4- Cl t M SaU'UUk VUIUS9 up, lilCl CCI1 U zijn vrouw te spreken, had Hundington genden dag, dat Gaunt, die twee dagen die mij aantoonde, dat hij voldaan wijselijk den term de persoon gebruikt, geleden van Parijs gekomen was, moest over het welslagen zijner zending. De deur werd geopend door een haar portret aan haar man te zenden hem tevens het bericht van haar over te brengen. Het laatste gedeelte haar wil, was 2.2...... eischte van Charles dat hij bij den dood van Henri de geschiedenis van het kind openbaar zou maken, en bij het gerecht do papieren overleggen, die haar huwelijk Parijs bevestigden om zoo aanspraak te maken een o op *t heele fortuin, dat mijnheer Hunting- Te Parijs don zou nalaten. huwelijk opnieuw te sluiten, of bij de 2J aanvragen, maar le trap opliep en mij dat lag niet in haar bedoeling. Haar was een zoontje uit het huwelijk geboren. U kent Mathilde en u kunt wel begrijpen, dat zij wanhopig was. Er had thans een XVIL geheete verandering met haar plaats. Zij Toen wij op de derde verdieping kwa- maakte in het geheim toebereidselen voor haar vertrek, verliet mijnheer Hunting don zonder hem te waarschuwen en vluchtte met haar kind naar Engeland. Zonder dat wij het minste vermoeden der werkelijkheid hadden, gaf zij voor, - dat er oneenigheid ontstaan was tusschen haar en haar man en dat zij het nu be ter oordeelden voor eenigen tijd elk af zonderlijk hun levenswijze voort te zet ten. Henri had haar ook medegedeeld, dat de stukken van zijn eerste huwelijk in het bezit waren van mijnheer Gaunt en dat die ook ongetwijfeld waakte eter de opvoeding van het kind van Marie. „Ongevoelig voor de gevolgen van deze bekentenis, had do ellendeling er bij gevoegd, alleen om Mathilde te plagen, dat hij haar gehuwd had, terwijl zijn an dere vrouw nog leefde. Zelfs had hij haar het portret van Marie gegeven. Het was enkel toéval, dat mijn nicht aan bot station oen kind ontmoette, dat zoo sprekend op dit portret geleek, dat Mathilde er niet aan twijfelde, of dit meisje was hot kind van Huntingdon, toen zij het hoorde vragen, hoe het met haar oom Gaunt was. Zij vertrouwde mij toen haar treurig geheim toe en vroeg mij, baar te helpen, bij het buitensporigste plan, dat Zij besloot naar het dorp B. te gi er kennis aan te knoopen met Gi zich dan door de een of andere list mees voor dood was, maakte hij spraak op diens nalatenschap. Daar het hadden echter onnoodig was om deze geschie denis in alle bizonderheden te openba- ren, werd zo zooveel mogelijk geheim rtem 't oor, „Anders zift gij ver loren." Zij hief baar van schrik wijd geopende oogen op de eenige beweging, die zij 2—22j en i 2 achter zich staan, die den glinste- geen menschelfjke hulp was In slaaf het leven der arme te verlengen; no<h Hun tingdon bij haar doodsbed te brengen Marie stierf eenige maanden na Laar aankomst te Kingston, nadat zij van C har sen belofte geëeischt had waarvan de zonderlingheid slechts toegeschreven kon worden aan den hevigen angst, die haar man haar inboezemde, een angst, die bij haar het verschijnsel van monomanie had aangenomen. Zij gaf Gaunt de papieren in bewaring, waardoor de geldigheid van haar huwelijk bevestigd kon worden, en liet hem zwe ren ze getrouw en geheim te bewaren tot den dood van mijnheer Huntingdon; haar kind onder de bescherming eener oude bloedverwante te plaatsen, die zij nog in Engeland bezat, aan wie hij ie gcschié- denis van het kind moest medcdeelerf; en onder geen enkel voorwendsv. aan een ander persoon het bestaan van 1 jong was, ging i nog jong waal Mi lang geleden. «.00 lang zij in huis was, WM et por ing; zij had hot beste plaatsje en kreeg de lekkerste beetjes en eeuwig klonk _.Jl LU Uttes wowooe H—- ---- Bizonder ik, die om redenen, op de valdeur toe; die was wel vèlin/waZ had het meeste van haar te _«SI. - 1>... W„1 --U.k-U Arabia als een berg op mijn ziet Mijn moeder schudde vaak bet hoofd. „Algernon," zeide zij, „vergeet niet, dat Nu ja, maar heeft een longen dan geen -j if en al van mijn jeugd afstand doen, omdat tante Pennyroyal in ons huis verbleef? Was -- --- ct e#n enkele geldige reden, dat ik zou het werk van weinige oogenblikken. veroordeeld worden om het speeltuig te 'iep zij de straat op en riep den Ijjn van haar grillen? Had ik haar voor den besten voorbijganger te hulp iet9 (a danken, dan voor vervelende ver- paar minuten waren ver- maningen en c_2 1 1 LU V L..1-, a)uJ - er al spoedig een agent van behoord? Het is waar, als bel achter hem Springer, die op daarvoor speelde ik haar menige -Toen ik echter ouder werd en „Mijn hemel, mevrouw Mohr, wat is te begrijpen, dat het verstandig was ea er gabcurd vroeg hij verschrikt. pasccnd te zorgen, dat men de gum» „Goed, dat u er bent Springer. Komt vaa een oude, rijke tante bewaarde, na- nu allen spoedig mede naar h.et kantoor.” men de zaken een andere wending. Nu vertelde zij met een paar woor- Frans Allston, een andere, neet del den, wat er gebeurd was. E_ intusschen <net menschen gevuld. „Bandieten, mevrouw 1 agent. „Zijn ze al „Neen onder," - valdeur wijzend. ...r T- tante Pennyroyal is ^oJd. b^in de ri^run - maar bhk- „Goud, meneer Doorn?" vroeg de aar- stand begrepen. Cramall was, zond zij mij geheels dige jonge vrouw achter de toonbank. Frans wae er niet Springer weg „^ken tractaatjes en wollen kousen, te „Zooals altijd," antwoordde de boer, de man,, die naar de papieren had ge- T<n xot|t koek en sappige sinaas- dle juist het kleine kasaierekantoor was vraagd ook weg en de bandiet met de «elijk andere jongens kregen binnengetreden en een chéque had aan- revolver naast haar verroeren mocht hun' re,pectieve tantes. geboden. zij zich niet, roepen cok niet het was Wann<er Ik als halfopgeschoten knaap De bank wm in een der drukste stra- ontzettend. Wat moest zij nu doen? naar küig kwam, onder de vacantie, dan ten van M., een tamelijk tfroote stad te Maar ook' ia dit oogenblik verloor de xji mij allerlei vervelende vragen Califonxië, gevestigd. „Zeg eens mevrouw dappere vrouw haar bezinning geen - Mohr, zijt gij hier geheel alleen?" oogenblik, zij dacht en dacht „Ja, mijn man ie vandaag op reis." Toen sloot zij haar oogen steunde „En zilt gij dan niet bang?" wankelde beproefde zich aan de „Bang?" vroeg zij lachend, en zag hem tafel vaat te houden en schijnbaar on- met haar groote bruine oogen verwon- machtig viel zij op den grond. derd aan. „Neen, vrees ken ik niet." v „Waar is dan uw bediende, Springer?" bespiedde haar eenige minuten en sloop “tereotiepe*ontboez'ei „Die is gaan eten.” tz— -'- ---k - - „Nu, mevrouw Mohr, om n de waar- ter haar beid te zeggen, ik vindt bet zeer on verstandig dat men u alleen laat met die hoeveelheid goud en de andere kost- oogenblik haar bezinning verloren baarhedan, die in den kelder liggen." - zeide de boer hoofdschuddend, terwijl hij op den valdeur in den vloem wus. „Hebt gij niet geboord, dat de .xndvels- bende" den omtrek onveilig maakt?" Kathe Mohr krulde minachtend de lippen. „O, die laat ze maar komen. Ik zal mij wel verdedigen. Ik kan prachtig schieten, dat heeft Frans mij geleerd, Bovendien is Mina altijd in de keuken. Die staat wel twee mannen en zij is te een minuut hier bij mij als ik haar roep. „En als die eene minuut u nu [eruimd. „Ik ken geen uw goud; etschen had van'de erfgenamen van me juffrouw Marie Marsch; hij had er 1 van willen overtuigen, oi mijnbeer Gaunt kalmen toon: papieren en brieven van de jonge vrouw in zijn bezit had. Hij eischte ntets, hij wist, dat bij er geen recht op had en maakte ook geen enkele toespeling op hef kind. Dit vertrouwelijk onderhoud werd plotseling onderbroken door de komst van een schoone, jonge, blonde vrouw, die een kleinen jongen van ongeveer twee jaar op de armen droeg. Het kind riep; „Papal" en de verwon dering, die mevrouw Marsch had onder vonden over de beleefde ontvangst van mijnheer Huntingdon verdween eens klaps. Mevrouw Marsch won zoo spoedig mogelijk inlichtingen in over deze jonge dame en bij haar terugkomst deelde zij Cecilia of Charles mede, dat Henri Huntingdon bij de papieren mee te deelan. zijn terugkomst uit fcdië een rijk, jong Zij liet Gaunt bovendien zweren het meisje gehuwd had, van voorname ge- kipd te beschermen alsof het zijn eigen boorte en dat uit dit huwelijk een kind was en het nooit een dag zonder zijn gebetten was, dat nu den leeftijd van an- hoede te laten. Verder verzocht zij hc-n derhalf jaar bereikt had. Dit nieuws was l ,a en alles behalve aangenaam voor den armen dood Gaunt. - - -3 va” kwam nu te de noodzakelijkheid ook het zonderlingste. Zij om handelend op te treden, wat voor een j-« lm lm van karakter een zware taak was. Na eenige aarzeling besloot hij naar te gaan, Henri op te zoeken en onderhoud met hem te krijgen. Te Parijs aangekomen vond hij het ho tel, dat Henri bewoond had, maar Hun tingdon was met vrouw en kind vier da te van een ziekelijken toestand, gevoegd gen geleden naar Indië vertrokken, Char- bij een lichte verstoring van den geest, fes betreurde deze onderbreking in zijn drong zij er bij Charles op aan, toch voor- plan niet Er verliep toen geruime tijd, al goed voor de papieren te zorgen, om- zonder dat men iets van hen hoorde, dat haar man zeker zou trachten ze De lezer weet, hoe ons verblijf te vernietigen en het vaderschap van de in bot dorp eindigde met de komst van kleine Cecilia te ontkennen, van wie hij mevrouw Marsch, die mevrouw Hunting- nooit gehouden had. In haar verhitte ver- don herkende, en hoe wij nu tot de ont- beelding was Henri een ellendeling, in dekking kwamen, dat wij de dupe ge- wiens handen zelfs het leven van haar weest waren, van de dame uit het Zwit- kind niet veilig was en haar laatste woor- sersche huisje, ^ie het zoo behendig had den waren een vurige smeekbede aan weten aan te leggen om in het bezit te Charles om het kleine meisje nooit aan komen van de belangrijke papieren, die over te Charles zoo zorgvuldig bewaarde. Onder andere omstandigheden had Gaunt misschien geweigerd een derge- XVL lijke verantwoording op zich te nemen, maar er lag zoo iets roerends in den treu- Er verliepen eenige maanden. Gaunt rigea toestand waarin Huntingdon zijn was afwezig. Ik keerde naar Londen te- Jonge vrouw gebracht had, dat Gaunt zich rug en hernam mijn gewone bezighe- door de dringende smeekbeden van Ma- den. Zonder de bezoeken, die ik van tijd rie liet overhalen, haar de belofte gaf, die tot tijd te Blackheast aflegde, waar de zij eischte, en ze zoo goed mogelijk hield, mooie kleine Cecilia mij altijd met blijd- Eenige maanden na den dood van Ma- schap ontving, zou ik ons avontuur.van rie slaagde hij er te de verblijfplaats van dezen zomer spoedig vergeten hebben, mijnheer Huntington te ontdekken. Wij waren zoo volkomen de dupe ge- Hlj zond hem het portret, met een brief, worden van de verleidelijke dame uit waarin hij den dood van zijn vrouw meld- het Zwitsersche huisje, dat de herinne- de. Toen Charles in Engeland kwam, stel- ringen die aan deze geschiedenis ver- de hij het kind onder de zorgen van me- bonden waren, voor ons niets aange- vrouw Marsch en hernam zijn oude ge- naams hadden, en als ik mij niet zoo zeer tot de kleine Cecilia aangetrokken ge- .12 12. 2_1 zou ik mevrouw Hunting don rustig in het bezit van de trofeeën goed en wel te Blackheast onder dak ge- denis verzwegen hebben, bracht was en hij de kostbare papieren Ik wist, dat Gaunt er een afkeer van zorgvuldig te een Indisch kistje had weg- had voor het gerecht als getuige op te gesloten, vergat hij bijna de heele Hij dacht all< J de van elke drie maanden, als hij mevrouw Marsch hët bedrag van kostgeld zond. -- verloop van een jaar een brief van Huntington ontving, wafer van de papie men ging de deur tegenover de trap open en ik zag een jong meisje verschijnen, dat een lamp in de hand hield. Zij hield ze zoo, dat het licht er van op ons ge laat viel en tevens haar zelve bestraalde. Het was een neer mooi meisje en on der andere omstandigheden zou mij ze ker de gelijkenis getroffen hebben die er bestond tusschen haar en Mathilde Owcnson Daaf ik. verwachtte, haar te zien verschijnen, was ik er niet verwon derd over, een persoon te, zien, die blijk baar haar naaste bloedverwante was. Het is goed, dat u gekomen bent" zeide zij met een bevallige buiging, zoodra ik den voet op den drempel zette. „Mijn arme nicht is zeer treurig gestemd." Zij opende de deur van de aangrenzende kamer en verzocht mij binnen te komen. Na de lamp op de tafel gezet te heb ben, zweeg zij en scheen zeer verlegen. Ik bemerkte, dat zij in diepen rouw was en dat haar gelaat er bleek en afgemat uitzag. „Ik hoop, sprak ik eindelijk, om deze drukkende stilte te verbreken, dat me vrouw, ik bedoel juffrouw, niet ziek is?" „Neen," antwoordde zij op levendigen toon; „zij is niet ziek, maar is zeer on gelukkig. Zij heeft mij verzocht u te ont vangen en u te zeggen.... Helaas^ ik mijn bedreiging te antwoorden; hij ginnen zaL" ik de enveloppe openmaakte. De brief zag mij bevatte slechts deze weinige regels: „Geachte mijnheer Owenl Wees zoo goed, u door Zémide bij mij te laten brengen, om u tijdingen mede te deelen, die voor uw vrienden mis schien van belang zullen zijn. Ik heb op dit oogenblik zeer veel verdriet. Kom al leen." De brief was een echt stukje van Ma thilde Owenson. Welke andere vrouw zou de stoutmoedigheid, de onbe schaamdheid gehad hebben, zulk een uit- noodiging te zenden aan iemand, dien zij bedrogen had, die als instrument ge diend had voor haar plannen? Juffrouw Owenson vroeg mij alleen te komen! Daoht zij dan, dat ik Gaunt ver zoeken zou, mij te vergezellen? En dat wij ons zoo gelukkig zouden gevoelen, als wij haar terug zagen, dat wij de be trekking weer t.22.„ 2‘ tusschen ons bestaan had in het dorp, wist zij. dat de zaak in handen van 't ge recht was en dat Charles een ad vocaat zou meebrengen? Een oogenblik dacht ik hierover na. Wat moest deze yrouw slim tejnl Zij wist wel, dat ik, ondanks al mijn vriendschap voor Charles Gaunt, den moed niet zou „Dank u, alles in orde. Dag mevrouw Mohr. En let er op hoor, voorzichtig, voorzichtig." Kïtbe gaf hem de hand en knikte hem vriéndelijk toe. Toen ging hij. Toen Frans Mohr 's avonds thuis kwam, vgrtelde zijn vrouw hem het ge sprek en lachte om Doorns waarschu wing. Sedert het bezoek van den boer wa ren nu al een paar weken verloopen en men had van de roevers niets meer ge- jk verKeera geuaaa uw( Tcgwagua «.zj, boord. mij met een smeekend gelaat aanziende, „Këtbe," zeide Frans op een morgen, „dan heeft God mij er zwaar voor ge- „zou je vandaag een paar uur op de zaak straft. Een troost blijft mij over. De ge- willen letten? Ik moet een gewichtige boorte van mijn kind was rein, want mt boodschap doen." uiuww—i*, w«i de eer- „Beste Frans antwoordde KKthe. „Je Huntingdon gestorven weet hoe trotsch ik ben als ik jouw plaats „Dat noem ik slim. Waf een ireden vrouwtje. Ais daar niet do gehouden. Na verscheidene malen met Mathilde een onderhoud gehad te heb ben, bleek het dat hij werkelijk groote genegenheid voor haar had en werd tot bet huwelijk gesloten, dat even gelukkig is, als het andere ongelukkig was. EINDE. haar gaan bezoeken. Bestond kige omstandigheden „Woont je meesteres ver van hier?" ondervraagster, vroeg ik aan den Indischen bediende. „Een half uur loopens," antwoordde hij kortaf bekend. Een enkel punt behoeft „Laat ons dan gaan Terwijl wij de trap afgingen, was ik pieren?" lafr zoo voorzichtig, Zemide bij den arm vast te houden, waartegen hij zich volstrekt len Langzaam werd de valdeur geopend. De aanwezigen gingen zóó etsen dat hen geen schot uit de kelderopening kon ra ken. Kitfae stond er bedaard bij; zij koe nog glimlachen over den ijver, waarmede de mannen de roovers te kamden tocht ten te krijgen. Nu stormden mannen c. jonge de leus. En keer denk ik mijn jaarlijksch wenachte. De klant maakte met zijnlan- der gouddelvers niet od^CTbeSe* herkend %a -- ireifl hadden overval- ,Die Springer vergeet toch alles. Hoe hsi. wilden verdedïgon, - - hem nu toch gezegd, dat die hadden neergeschoten. het Zwitsersche huisje niet dcur altijd dicht moet zijn, dacht zij. Nu wai <een medelijden meer, het -. «de het boek den vreemdeling een wonder te noemen, dat zij nog voor en bladerde er in. jev<nd h,t woud bereikten, waar ben een ziekte* van'deze -"1 welverdiende straf wachtte. Aan den De vreemdeling boog zich over het boek en volgde opmerkzaam haar verklarin- over de beteekenis der getallen en plotseling liet zij een kreet niet, donderde een ruwe woog aan haar totdat de diepste stilte het in 0M, 0OTtn: „dat hindert tante.’ rondom haar heerschte. Bizonder ik, dia om redenen, Ue ik Toen stond zij snel op en ijlde geruisch- n|mm„ h,b kunnen ontdekken, haar lie- loos op de valdeur toe: die was wel ¥t]ing was, had hot meeste van haar te vreeselijk zwaar zou ze haar wel snel ijjd,n> Haar tegenwoordigheid drukte als genoeg kunnen neerlaten? Hoe zij het gedaan kreeg, kon de jonge vrouw later nooit verklaren. Met inspanning van al haar kraAten had zij den ijzeren deur je nog maar „n jongen beat' Nu ja, maar heeft een Toen legde zij met beide |pnden den rechten? Moest ik geheel van de it alles Ie trap op. Het huis was --2222, toen wij het kind was uit staan, tot do deur achter hom ge- salon voorbij gingon, Daar zag men iets vreemds of geheim- nadat de vriendin van mijnbeer Gaunt goed zinnigs; het huis werd blijkbaar bewoond een bezoek 2 --- door een gezin, dat tot de voornaamste de Henri Huntingdon zijn vrouw de wau- standen in de maatschappij behoorde en dat zeker geen dame in zijn midden op- i onze oude jong ge- gen? verssn;- „2,, „Ban laer goeai anvwooro<ie m- M«t vloeOM ging nooit lastig te vallen, heb ik toch the," terwijl zij naar een tafel ging en beide dieven afslaan. Hcnn de sterren schitterden aan h£f uit“«o.n“ 5,cmt' le nf ü«ven. Ik geloof, dat deze - - h“ koeId*' OP de besneeuwde omstandigheid haar misschien in de t voortliep, speet het mij, dat ik ^e oogen van mijnheer Gaunt zal veront- den haard bij politie had toevertrouwd wel grijpen, dat het niet uit egoïsme was, -»-* -1: a--j l-ji waaraan men kunnen ge bet sei- ma- van was. Zij toen haar treurig geheim toe ilan, dat een vrouw ooit heeft opgevat, t naar het dorp B. te aan te knoopen met ter te maken van deze papieren, die baar vu groot belang waren. U weet, hoe zij haar plan ten ultvoer bracht Deze laatste blzonderheid weet ik eerst sedert acht dagen. U zult nu be grijpen, dat haar lijden haar gedrag eenigsztes verontschuldigde." „En haar mu," voe(| ik, „wat denkt die er vu?" „Henri heeft er niets vu geweten. Ma thilde vertrouwde haar geheim aan nie mand toe. Bovendien had zij volstrekt geen verlangen, een man terug te zien, die haar zoo wreed bedrogen en getergd had. Zij wist, dat de gezondheid van mijnheer Huntingdon, die door zijn los bandig leven zeer veel geleden had, van dien aard was, dat hij spoedig zou ster ven, en zij wachtte nu geduldig. Zij zwoer mij, dat er maar één reden bestond, waarom zij zich van de papieren had meester gemaakt. Na den dood van mijn heer Huntingdon, zou Gaunt zeker voor Cecilia het fortuin van haar vader opge- ëischt hebben, waarop volgens haar mee- ning haar kleine Geoffroi recht had. Als zij nu te het bezit van de papieren was, dan meende zij, kon zij met Gaunt een verdrag sluiten. Zij wilde dan het heele vermogen aan het kind van zijn eerste vrouw overlaten, als de geboorte van haar zoon van schande verschoond bleef. Kan men haar niet eenigszins vergeven?" En opnieuw vulden de oogen van het meisje zich met tranen. Ik kon niet nalaten „|a” te zeggen. 1 „Zij is zoo diep, diep ongelukkig, her nam zij, „twee dagen geleden hebben wij gehoord, dat mijnheer Huntingdon ge storven is en gisteren, o Godl de arme kleine Geoffroi...." Zij begon opnieuw te weenen en zij bedekte haar gelaat met beide handen, om haar snikken te smoren. „Kom, mijnheer," zeide ze mij, toen zij wat kalmer geworden was. „Mathilde wacht ons." Zij ging mij voor naar de an dere kamer." „U zult de schoone dame uit het Zwit sersche huisje niet meer herkennen," sprak zij op treurigen toon, terwijl zij een oogenblik stil bleef staan, voor zij de deur der kamer opende. Toen ik bin nenging zag ik, dat bet vertrek door twee groote waskaarsen verlicht werd, maar er was geen vuur aan en de koude deed mij huiveren. Een blonde vrouw, met een bleek ge laat, te 't zwart gekleed, kw«m mij te ge- moct. Tusschen ons stond een kleine doodkist Mathilde was even bleek als het ge laat van het kleine kind, dat in zijn «doodskleed gehuld wss, en wiens trek ken aan die van de moeder herinnerde. Zij zag er met treurige blikken naar en over het doodkistje heen reikte zij mij het Indische kistje over. „Voor hem heb ik het gedaan," sta melde zij, „en nu is mijn kind doodt Als ik verkeerd gedaan heb," vervolgde zij, en rechtvaardigen. Hij zal be- dat zij een daad bedreef, naar een den naaro van diefstal zou kunnen ge- der schoonste wijken ven, en waarover zij nu bitter berouw klom.de tre- heeft." den van het bordes op, met een yijugheid, i was Toen ik echter ouder werd passend tc zorgen, dat men de gum» van een oude, rijke tante bewaarde, na- het kantoor." men de zaken een andere wending. - Frans Allston, een andere neef dei De winkel was teerbeminde dame, zeide, dat ik huichel- >u aww. de, maar, dat was maar zoo'n meidor wa Mohr?" vroeg de spreken. Frans behoorde niet. tof. do Do der ^ad aan een hu' antwoordde Kafbe, op de met een i 2. dus had Frans geen voênrfl Een donderend gelacfc en bravogeroep behoefde dos niet te huichelen. volgde op deze woorden. E.2_2. ineraen." „Dat noem ik olim. Waf een dapper' B«ve tante bij haar haar echtgenoot was weggereden vrouwtje. Ais daar met da „duivel- zoeken te New-York 2'erk; daar- troep" achter zit. Ton slotte beeft zij opgewekt uH, alsof er den duivel zelf nog gevangen, klonk het ter wereld iets anders dan ttte door elkaar, uua. w— „Past op mannen, achteruit,” raadde de Zij schreef ijverig, zooder op kn”'' agent. ,.222_ _2__2_2L - hanHtd mpf linn rcwilvfirf Hij was daarom zeer verwonderd en De gr erg uit zijn humeur gebracht, toen hij na hard b< gelukkig. Zij beeft mij verzocht u te ont vangen en u te zeggen.... Helaas ik weet niet, hoe ik dit treurige verhaal be- Het jonge meisje kwam dichterbij en aan met haar mooie oogen, die vol tranen stonden. „Mathilde, hernam zij met bevende stem, is altijd zoo goed voor mij geweest, dat ik nauwelijks gelooven kan aan de waarheid van hetgeen er gebeurd is. O, mijnheer, ik verzeker u, dat zij zeer te beklagen ia.” Er heerschte weer stilte. „'t Is een zeer ernstige zaak," zeide ik tegen haar, want ik begon thans baar toespelingen te begrijpen. „Dat is zoo," antwoordde zij op fluis terenden toon. „U kunt mijn ontstelte nis verbeelden, toen zij mij acht dagen geleden alles verteld heeft, toen, haar kleine Geoffro ziek geworden is.” „Nog maar acht dagen geleden? Waar is zij dan al dien tijd geweest?.... Weet u, juffrouw, wat er van de papieren ge worden is?" vroeg ik haar. „Een oogenblik geduld en u zult alles weten, mijnheer," antwoordde bet jonge meisje op zachten toon. „Ik wil u verha len, wat er gebeurd is. Mathilde verlangt vurig, dat u haar bemiddelaar zult zijn bij mijnheer Gaunt. Ik kan u niet zeggen, hoe verlangend zij'is, hem te zien. U bent ongetwijfeld op de hoogte van alles, wat hem betreft te deze treurigs zaak.” „U maakt een toespeling op de betrek- hebben, om als baar tegenstander op te king die er bestond tusschen hem en treden. Zij liep dus geen gevaar, door juffrouw Owenson, en op het verlies van zich tot mij te wenden. deze belangrijke papieren." Ik moest mij toch goed houden, dacht „Moet ik u de geschiedenis van de ik bij mij zelven, terwijl ik den brief op- kleine Cecilia vertellen, en de ongeluk- vouwde, en haar gaan bezoeken. Ik*stond kige omstandigheden van het huwelijk op. met mijnheer Huntingdon?" sprak mijn en men kon zien, dat elk woord haar moeite kostte. „Neen, Juffrouw deze feiten zijn mij ‘l maar opgehelderd te worden. Waar zijn de pa- „De papieren zijn in dit huis en zij zul- u weldra ter hand gesteld worden." niet verzette. Ik sidderde en het meisje vervolgde Het weder was vinnig koud, waardoor met deze woorden: „U bent er misschien het warme gevoel, dat het bekende verwonderd over, dat Mathilde er in toe- schrift in mij opgewekt had, geheel ver- ---koelde. Terwijl ik op de besneeuwde omstandigheid waarin deze vroeg, sel. Dat vertelde mij ten minste de oude straat deworden was,'van de persoon, wier por- want ik zat in 't hoekj. - - mijn opgestoken lamp, e: de schrij- schut tegen de guurheid de ken. De oogen van het jonge meisje begon- nen te schitteren, en hoewel het mij on- Parijs gekomen was. moest over bet welslagen zijner zending. mogelijk was, sympathie te gevoelen g en De deur werd geopend door een ka- voor haar ontroering, kon ik toch niet de meid zeide, dat er een heer was, die merdienaar in rouw, achter wien een nalaten te erkennen, dat zij mij levendig ander bediende stond, gereed, om ons belang inboezemde. naar boven te geleiden. Zémide ging voor „Toen Mathilde mijnheer Huntingdon en verzocht mij, hem te volgen. trouwde," hernam het jonge meisje, Wij liepen de trap op. Het huis was „vermoedde zij niet, dat er reeds een voorwaart, maar bleef toen zwij- prachtig gemeubileerd, en toen wij het kind was uit het eerste huwelijk. De waarvan de deur eerste maanden na hun trouwen be- openstond, zag ik twee of drie personen, waarde hij hierover het stilzwijgen. Eerst aan Parijs gebracht had, deel- heid mee, nadat zij een hevigen twist met elkander gehad hadden. Zij had hem toen kunnen dwingen, het ig maakte ik, terwijl ik rechtbank echtscheiding de trap opliep en i 2 afvroeg, wat wel het fijne van de gsschie- le denis zou zijn over mijn vorderingen en eischte van mij, dat Ik haar vervelende theologische ver handelingen zou voorlezen, die een sl lang tot stof en asch vergane voorvader had opgesteld. Pruttelde ik tegen, dan De bandiet boog zich over haar heen, TO’4j’e.ee,J P7eJ‘ 'J -der hedendaagsche Jeugd, met tot slot de '„„-zemlng: „Toen ik nog alles anders. Ja, toen zij laar dat was al zoo eeuwig vroeg zij lachend, en zag hem tafel vast te houden toen geruischloos, zooals hij vroeger ach- 2was komen staan, de trappen van den kelder af. iang Beweegloos bleef Kathe, die geen naast hef doodkistje op de knieën neer. „Al één uur?” mompelde zij. „M :neer Dan barstte zij in tranen uit, on weènde, Springer, u kunt wel gaan eten maar zooals men dit alleen van een hgrtstoch- xoudt u vandaag wat vroeger willen ko telijke natuur als de hare verwachten men, dan kunt u een anderen keer wel ken. wat langer wegblijven." De bediende beloofde het en ging. Nu was Kathe geheel alleen. De bediende was ongeveer tien uvnu- uguMu en ik ten weg, toen de deur werd geopend <n den volgenden een man naar binnen kwam. De jou„_ |e weken verlaten vrouv stond snel op en vroeg w«t_ ij komt het te 't :rsqbs huisje door te do haren den indruk van een kunstenaar Charles Gaunt zijn en hij scheen zich te verwonderen, een vrouw in den winkel te vinden „Vertel u mij eens. boe staat het met ten a der H stukken. Ik wilde na- en melijk een paar duizend dollars beleg- ,Zij staan zeer goed, antwoordde Ka- hun dringende uitnoodiging niet willen ean groot kantoorboek opnam. afslaan. Daarbij zag zij toevallig dat de val- Na haar huwelijk heeft Mathilde haar deur open stond. humeur weer h^kregen, maar zij is zoo hC2 zacht en zoo meegaande, dat men in haar vaak js hem nu toch gezegd, dat die hadden neergeschoten. de dame van het Zwitsersche huisje niet deur altijd dicht moet zijn, dacht zij. Nu waa er geen modelijden meer, het hoadl U» „vd(. d. ll.ld. om U„ hchl en zorg die zij in hay ziekte van deze de Këthe met haar vinger aanwijzend. cerrten boom den besten werden M ep- vrouw ondervonden heeft pe vreemdeling boog zich over het boek „~t,nooot Gaunt vervulde zijn belofte letterlijk. en volgde opmerkzaam haar verklarin- N11 p_'.v.nliwf:ade boer Doorn Zoodra hij wist, dat mijnheer Huntingdon ovar de beteekenis der getallen en eenige'n Hid later tot Klthe Mohr, „wie j voor Csctea aan- data, welke op de H stukken betrekking had nU onlangs gelijk, gij of ik?" ...dden plotseling liet zij een kreet Nu antwoordde de jonge vrouW hooren. glimlachend. „Maar ook ik heb tersrtond „Verroer u met, donderde een ruwe gelegd dat Ik niet bang was ee dat er nog andere hulpmiddelen zijn dan revol vers." „Dat is zoo. Een dapper hart on een - - - - scherp verstand, maar dat bezitten niet maken durfde en zag een woesten alle vrouweo." man achter zich staan, die den glinste- renden loop van een revolver op haar slapen richtte. De eerst aangekomene was verdwenen. Als een stroom ijskoud water liep over de jonge vrouw en bet bloed stolde haar in de aderen maar blik- semsoel had zij haar vreeselijken toe- Frans wae* er niet Springer weg antwoordde de boer, de man, l2. vraafld ook en de bandiet net de revolver naast haar verroeren mocht zij zich niet, roepen cok niet het was Wat moest zij nu doen? e-wwi mw vsowses owuav v \zv>a szavojzwvi UVl IU>J« waf er'van de papieren en overige zaken vrouw, die mijn huishouden in orde hield, zaak niet liever aan de zorg cr sc u igen geworden was, van de persoon, wier por- want ik zat in t hoekje van 2 tret hij vroeger ontvangen had. mijn opgestoken lamp, en te goed be- bi)_het De brief kwam van Parijs en de schrij- schut tegen de guurheid van L.» ver vroeg per omgaande antwoord. Gaunt zoen, om dergclijke opmerkingen te wilde zich tot geen enkelen prijs van de ken. bewuste papieren ontdoen: om niet van Ik dacht aan het diner van den vol- ijselijk den term dc persoon gebruikt, geleden waardoor Charles nog te zijn besluit ge- presideeren, toen de' deür"*ope7ging sterkt werd, om zijn belofte te houden c_ r Hij wist bovendien, dat Huntingdon d.-g mij w’enschte’te’sprike’n' teruggave der papieren niet eischen kon, dan door te openbaren door welken band bij aan Marie verbonden was ge weest Hij antwoordde daarom met op den brieL Een tweede brief, die onmiddcllijk cp den eersten volgde, en die veel gebieden der luidde, deed Charles besluiten voor goed een einde te maken aan dezs aan matigende eischen. Hij zond met dit doel mevrouw Marsch met een brief naar Parijs, waarin hij Huntingdon meldde, dat deze dame als naaste bloedverwante van Maria, gered was op alle vragen te antwoorden, die bij haar wenschte te doen. Mijnbeer Huntingdon ontving do oude dames met meer verwondering en verle genheid, dan plezier. Hij verzekerde haar, dat hij niets te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 7