I"
- 1 ¥d' 1««:
op den grond liggen geen spier be-
S3 a d" «f— «s
DE OUDE HOEDENDOOS.
.EEN MOEDIGE VROUW.
1
eÜotakUte dteik
ülfrarUfraobo be-
aan het statte©
I
1
zich tejbJzwarte oogen
▼ereeni-
Ja
haar
Er verliepen eenige maanden.
„Dia ia gaan eten.'
cans
j
-*r-
Deze overdenking
achter den Indiër i
Zij lachte
vrees, meneer
U.-
bij u? Alles wel?’
ka-
een
ons
voor
gelukkig zouden gevoelen,
wilden aankPoopen, die
Of
„Die schurken zijn ongeloofde
[aan
munt, en
op 't heele fortuin, dat mijnheer Hunting
don zoa nalaten.
Met een angst, die dikwijls het gevolg
i» van een ziekelijken toestand, gevoegd
„i oude overhemden, dia vroe-
haar broer Jeremiaa hadden toe-
als belooning
poets,
begon
le
arsch, die
en hoe wij
Ik was derhalve do
Dove tante bij haar
Het was nu de avond vóór Kerstmis,
[rond was met sneeuw bedekt en
levroren, het was vinnig koud en
ging Kittie vroolijk aan haar wi
bij sag rij er zoo c-
nergens C-. ---
geluk was.
Daar sloeg. de torenklok eca.
i
humeur weer h^kregen, maar zij is zoo
en wel ter-
van oudshei
van tante Pennyroyal Zijn moe.
namelijk de voorkeor gsgevea
iwelijk «ft liefde boven dag
rijken gunsteling van^teeds g
moest gaan ontvangen, de taüoQse don
zen en koffen moest bezorgen, «k haar
zelf, door de stad moest rondlridea. Ea
boe? Op Broadway kocht zg nteta, rij
zocht de eenzaamste en seats s^ataa
dichtgeslagen.
dikken ijzeren ketting die in^den wand
was vastgemetscld door den ring v
valdeur en deed het slot dicht. Da1
was L
Nu li<
eersten
Binnen een paar minuten waren ver
scheidene stevige kerels bij haar in huis;
ook kwam
politie en
zijn hoogst een half uur was weg geweest.
vrouw Marsch en hernam zijn oude ge
woonten.
Gaunt was er de man niet naar, om voeld had, dan
over het verleden te blijven peinzen of er C2_
zich om te bekommeren. Zoodra Cecilia barer overwinning gelaten, en de geschie-
J weg?"
ze zijn opgesloten daar-
treden tegenover een dame, en ik gi
loof, dat het hem genoegen deed, d.
er maanden verliepen, zonder dat men
boorte van mijn kind was rein,
de papieren blijkt duidelijk, dat de eer
ste vrouw van E
was, voor hij met mij huwde en dat zijn
woorden dus slechts een bedreiging zijn
geweest Wees bij Charles Gaunt mijn
voorspraak, vraag hem, mij te vergeven.
Zeg hem,** en haar stem beefde, „dat ik
bij het doodsbed van mijn kind de rech
ten van Cecilia erkend heb."
^Jocn wendde zij zich 'om ea zonk
opeeba verscheidene
de trap ah Leven of dood, was
i op een paar revolverschoten
't verre Westen, in het land
1 aan.
Een paar minuten later warden de bei.
de bandieten naar boven gebracht Bij het
woeste gevecht waren wel een paar scho-
i gevallen, maar niemand was ernaög
wond.
„Hier, mevrouw Mohr, riep een der
mannen, „hier zijn de beide schurken."
Met vloeken en stompen werden_de
1 op straat geb:
werden zij door
\anvoerders der
ladtst een spot
Een man, in t zwart gekleed, en die
den hoed diep in de oogen getrokken
had, trad langzaam binnen, deed eenige
stappen i
gend sti
sloten werd.
Hij hield zich in de schaduw en zijn
hoed en zijn baard verborgen zoo g
zijn trekken, dat ik zijn bruine kleur en
zijn Oostersche gelaat niet kon zien.
Toen hij mij zwijgend een brief over-
reikte, deed de bruine kleur zijner ban- genomen zou hebben, zooals cc;
den mij de oogen opslaan en hem nieuws- kennis uit het Zwitsersche huisje,
gierig aankijken.
„Zemide!" riep ik. uit Toen greep ik
hem bij den arm en stond haastig op,
met de bedoeling te roepen en hem de
politie in handen te gever. De Indiër
deed geen moeite, om zich los te rukken
of zich tegen mijn hardhandigheid te ver
zetten. Hij keek mij enkel met zijn groo-
1 aan en sprak toen op
„Lees den brief, mijnheer,
stond!"
„Om u den tijd te geven, te ontsnap
pen,” sprak is. „Gcmeenc dief, die ge
bentl"
„Ontsnappen!" herhaalde hij op min
achtenden toon. „Ben ik niet vrijwillig
hierheen gekomen? Lees den brief, mijn
heer," voegde hij er bij met zijne gewone
onverschilligheid.
Ik keek naar de enveloppe; 't sierlijke
schrift was gemakkelijk te herkennen. Ik
had die letters dikwijls genoeg gezien op
de briefjes; die ons gezonden werden in
de herberg het Witte Paard; toen keek
ik den Indiër weer aan. Als ik aan zijn
gezicht had kunnen zien, dat bij raadde,
hoe ontroerd ik mij gevoelde, dan geloof
ik. dat ik hem neergeslagen zou hebben.
Toen ik zijn arm losliet,* behield hij zijn
gewone kalmte, en hij verroerde zich
ook niet, toen ik de deur sloot, zonder
hem uit het oog te verliezen.
„Als deze brief," begon ik op strengen
toon, „geen aanwijzing bevat omtrent de
papieren, die je mijn vriend ontstolen
hebt, laat ik je niet van hier gaan, dan
onder geleide van de politie.
Zémide verwaardigde zich niet eens,
SI L __a1Uil
op 1-
bleef onbeweeglijk voor mij staan, terwijl
niet wordt gelaten, wat dan?"
opg< —2.
Doorn. Ziedaar
tel even na, als u wilt. Hoe. is het thuis
Achttien maanden zijn er sedert deze
gebeurtenissen verloopen.
Wij zijn in de maand AuguAis en i*
pak mijn koffer, omdat ik den volgenden
dag Londen voor eenigi
zaL Dezen keer denk il
verlof in bet Zwitsei
brengen, zoo heeft
nieuw landgoed genoemd.
Mevrouw Gaunt heeft mij een uitnoo-
diging gezonden, waarbij Cecilia een
lerliefst postscriptum gevoegd heeft
hoewel ik als stelregel heb, om
huwden het eerste jaar hunner
w.g-
zaak.
leen om Cecilia bij het ete-
aan r
het de schoone dievegge oatdekte.
1 en warm en
vuur was blijven zitten.
Zémide bracht mij eindelijk
groot huis in eon <2_.
van West End gelegen, en
»-—- -—-••• e-w» vaaaaw* v ssm WVM VV4- Cl t M SaU'UUk VUIUS9 up, lilCl CCI1 U
zijn vrouw te spreken, had Hundington genden dag, dat Gaunt, die twee dagen die mij aantoonde, dat hij voldaan
wijselijk den term de persoon gebruikt, geleden van Parijs gekomen was, moest over het welslagen zijner zending.
De deur werd geopend door een
haar portret aan haar man te zenden
hem tevens het bericht van haar
over te brengen. Het laatste gedeelte
haar wil, was 2.2......
eischte van Charles dat hij bij den dood
van Henri de geschiedenis van het kind
openbaar zou maken, en bij het gerecht
do papieren overleggen, die haar huwelijk Parijs
bevestigden om zoo aanspraak te maken een o
op *t heele fortuin, dat mijnheer Hunting- Te Parijs
don zou nalaten.
huwelijk opnieuw te sluiten, of bij de
2J aanvragen, maar
le trap opliep en mij dat lag niet in haar bedoeling. Haar was
een zoontje uit het huwelijk geboren. U
kent Mathilde en u kunt wel begrijpen,
dat zij wanhopig was. Er had thans een
XVIL geheete verandering met haar plaats. Zij
Toen wij op de derde verdieping kwa- maakte in het geheim toebereidselen voor
haar vertrek, verliet mijnheer Hunting
don zonder hem te waarschuwen en
vluchtte met haar kind naar Engeland.
Zonder dat wij het minste vermoeden
der werkelijkheid hadden, gaf zij voor,
- dat er oneenigheid ontstaan was tusschen
haar en haar man en dat zij het nu be
ter oordeelden voor eenigen tijd elk af
zonderlijk hun levenswijze voort te zet
ten. Henri had haar ook medegedeeld,
dat de stukken van zijn eerste huwelijk
in het bezit waren van mijnheer Gaunt
en dat die ook ongetwijfeld waakte eter
de opvoeding van het kind van Marie.
„Ongevoelig voor de gevolgen van deze
bekentenis, had do ellendeling er bij
gevoegd, alleen om Mathilde te plagen,
dat hij haar gehuwd had, terwijl zijn an
dere vrouw nog leefde. Zelfs had hij haar
het portret van Marie gegeven.
Het was enkel toéval, dat mijn nicht
aan bot station oen kind ontmoette, dat
zoo sprekend op dit portret geleek, dat
Mathilde er niet aan twijfelde, of dit
meisje was hot kind van Huntingdon,
toen zij het hoorde vragen, hoe het met
haar oom Gaunt was. Zij vertrouwde mij
toen haar treurig geheim toe en vroeg
mij, baar te helpen, bij het buitensporigste
plan, dat
Zij besloot naar het dorp B. te gi
er kennis aan te knoopen met Gi
zich dan door de een of andere list mees
voor
dood was, maakte hij
spraak op diens nalatenschap. Daar het hadden
echter onnoodig was om deze geschie
denis in alle bizonderheden te openba-
ren, werd zo zooveel mogelijk geheim rtem 't oor, „Anders zift gij ver
loren."
Zij hief baar van schrik wijd geopende
oogen op de eenige beweging, die zij
2—22j en i 2
achter zich staan, die den glinste-
geen menschelfjke hulp was In slaaf het
leven der arme te verlengen; no<h Hun
tingdon bij haar doodsbed te brengen
Marie stierf eenige maanden na Laar
aankomst te Kingston, nadat zij van C har
sen belofte geëeischt had waarvan de
zonderlingheid slechts toegeschreven kon
worden aan den hevigen angst, die haar
man haar inboezemde, een angst, die bij
haar het verschijnsel van monomanie had
aangenomen.
Zij gaf Gaunt de papieren in bewaring,
waardoor de geldigheid van haar huwelijk
bevestigd kon worden, en liet hem zwe
ren ze getrouw en geheim te bewaren tot
den dood van mijnheer Huntingdon; haar
kind onder de bescherming eener oude
bloedverwante te plaatsen, die zij nog in
Engeland bezat, aan wie hij ie gcschié-
denis van het kind moest medcdeelerf; en
onder geen enkel voorwendsv. aan een
ander persoon het bestaan van 1
jong was, ging i
nog jong waal Mi
lang geleden.
«.00 lang zij in huis was, WM et por
ing; zij had hot beste plaatsje en kreeg
de lekkerste beetjes en eeuwig klonk
_.Jl LU Uttes wowooe H—- ----
Bizonder ik, die om redenen,
op de valdeur toe; die was wel vèlin/waZ had het meeste van haar te
_«SI. - 1>... W„1 --U.k-U Arabia als
een berg op mijn ziet
Mijn moeder schudde vaak bet hoofd.
„Algernon," zeide zij, „vergeet niet, dat
Nu ja, maar heeft een longen dan geen
-j if en al van mijn
jeugd afstand doen, omdat tante
Pennyroyal in ons huis verbleef? Was
-- --- ct e#n enkele geldige reden, dat ik zou
het werk van weinige oogenblikken. veroordeeld worden om het speeltuig te
'iep zij de straat op en riep den Ijjn van haar grillen? Had ik haar voor
den besten voorbijganger te hulp iet9 (a danken, dan voor vervelende ver-
paar minuten waren ver- maningen en c_2
1 1 LU V L..1-, a)uJ -
er al spoedig een agent van behoord? Het is waar, als bel
achter hem Springer, die op daarvoor speelde ik haar menige
-Toen ik echter ouder werd en
„Mijn hemel, mevrouw Mohr, wat is te begrijpen, dat het verstandig was ea
er gabcurd vroeg hij verschrikt. pasccnd te zorgen, dat men de gum»
„Goed, dat u er bent Springer. Komt vaa een oude, rijke tante bewaarde, na-
nu allen spoedig mede naar h.et kantoor.” men de zaken een andere wending.
Nu vertelde zij met een paar woor- Frans Allston, een andere, neet del
den, wat er gebeurd was. E_
intusschen <net menschen gevuld.
„Bandieten, mevrouw 1
agent.
„Zijn ze al
„Neen
onder," -
valdeur wijzend.
...r T- tante Pennyroyal is
^oJd. b^in de ri^run - maar bhk-
„Goud, meneer Doorn?" vroeg de aar- stand begrepen. Cramall was, zond zij mij geheels
dige jonge vrouw achter de toonbank. Frans wae er niet Springer weg „^ken tractaatjes en wollen kousen, te
„Zooals altijd," antwoordde de boer, de man,, die naar de papieren had ge- T<n xot|t koek en sappige sinaas-
dle juist het kleine kasaierekantoor was vraagd ook weg en de bandiet met de «elijk andere jongens kregen
binnengetreden en een chéque had aan- revolver naast haar verroeren mocht hun' re,pectieve tantes.
geboden. zij zich niet, roepen cok niet het was Wann<er Ik als halfopgeschoten knaap
De bank wm in een der drukste stra- ontzettend. Wat moest zij nu doen? naar küig kwam, onder de vacantie, dan
ten van M., een tamelijk tfroote stad te Maar ook' ia dit oogenblik verloor de xji mij allerlei vervelende vragen
Califonxië, gevestigd. „Zeg eens mevrouw dappere vrouw haar bezinning geen -
Mohr, zijt gij hier geheel alleen?" oogenblik, zij dacht en dacht
„Ja, mijn man ie vandaag op reis." Toen sloot zij haar oogen steunde
„En zilt gij dan niet bang?" wankelde beproefde zich aan de
„Bang?" vroeg zij lachend, en zag hem tafel vaat te houden en schijnbaar on-
met haar groote bruine oogen verwon- machtig viel zij op den grond.
derd aan. „Neen, vrees ken ik niet." v
„Waar is dan uw bediende, Springer?" bespiedde haar eenige minuten en sloop “tereotiepe*ontboez'ei
„Die is gaan eten.” tz— -'- ---k - -
„Nu, mevrouw Mohr, om n de waar- ter haar
beid te zeggen, ik vindt bet zeer on
verstandig dat men u alleen laat met die
hoeveelheid goud en de andere kost- oogenblik haar bezinning verloren
baarhedan, die in den kelder liggen." -
zeide de boer hoofdschuddend, terwijl
hij op den valdeur in den vloem wus.
„Hebt gij niet geboord, dat de .xndvels-
bende" den omtrek onveilig maakt?"
Kathe Mohr krulde minachtend de
lippen.
„O, die laat ze maar komen. Ik zal
mij wel verdedigen. Ik kan prachtig
schieten, dat heeft Frans mij geleerd,
Bovendien is Mina altijd in de keuken.
Die staat wel twee mannen en zij is te
een minuut hier bij mij als ik haar roep.
„En als die eene minuut u nu
[eruimd. „Ik ken geen
uw goud;
etschen had van'de erfgenamen van me
juffrouw Marie Marsch; hij had er 1
van willen overtuigen, oi mijnbeer Gaunt kalmen toon:
papieren en brieven van de jonge vrouw
in zijn bezit had.
Hij eischte ntets, hij wist, dat bij er
geen recht op had en maakte ook geen
enkele toespeling op hef kind.
Dit vertrouwelijk onderhoud werd
plotseling onderbroken door de komst
van een schoone, jonge, blonde vrouw,
die een kleinen jongen van ongeveer
twee jaar op de armen droeg.
Het kind riep; „Papal" en de verwon
dering, die mevrouw Marsch had onder
vonden over de beleefde ontvangst van
mijnheer Huntingdon verdween eens
klaps.
Mevrouw Marsch won zoo spoedig
mogelijk inlichtingen in over deze jonge
dame en bij haar terugkomst deelde zij
Cecilia of Charles mede, dat Henri Huntingdon bij
de papieren mee te deelan. zijn terugkomst uit fcdië een rijk, jong
Zij liet Gaunt bovendien zweren het meisje gehuwd had, van voorname ge-
kipd te beschermen alsof het zijn eigen boorte en dat uit dit huwelijk een kind
was en het nooit een dag zonder zijn gebetten was, dat nu den leeftijd van an-
hoede te laten. Verder verzocht zij hc-n derhalf jaar bereikt had. Dit nieuws was
l ,a en alles behalve aangenaam voor den armen
dood Gaunt. -
- -3 va” kwam nu te de noodzakelijkheid
ook het zonderlingste. Zij om handelend op te treden, wat voor een
j-« lm lm van karakter een zware taak
was.
Na eenige aarzeling besloot hij naar
te gaan, Henri op te zoeken en
onderhoud met hem te krijgen.
Te Parijs aangekomen vond hij het ho
tel, dat Henri bewoond had, maar Hun
tingdon was met vrouw en kind vier da
te van een ziekelijken toestand, gevoegd gen geleden naar Indië vertrokken, Char-
bij een lichte verstoring van den geest, fes betreurde deze onderbreking in zijn
drong zij er bij Charles op aan, toch voor- plan niet Er verliep toen geruime tijd,
al goed voor de papieren te zorgen, om- zonder dat men iets van hen hoorde,
dat haar man zeker zou trachten ze De lezer weet, hoe ons verblijf
te vernietigen en het vaderschap van de in bot dorp eindigde met de komst van
kleine Cecilia te ontkennen, van wie hij mevrouw Marsch, die mevrouw Hunting-
nooit gehouden had. In haar verhitte ver- don herkende, en hoe wij nu tot de ont-
beelding was Henri een ellendeling, in dekking kwamen, dat wij de dupe ge-
wiens handen zelfs het leven van haar weest waren, van de dame uit het Zwit-
kind niet veilig was en haar laatste woor- sersche huisje, ^ie het zoo behendig had
den waren een vurige smeekbede aan weten aan te leggen om in het bezit te
Charles om het kleine meisje nooit aan komen van de belangrijke papieren, die
over te Charles zoo zorgvuldig bewaarde.
Onder andere omstandigheden had
Gaunt misschien geweigerd een derge- XVL
lijke verantwoording op zich te nemen,
maar er lag zoo iets roerends in den treu- Er verliepen eenige maanden. Gaunt
rigea toestand waarin Huntingdon zijn was afwezig. Ik keerde naar Londen te-
Jonge vrouw gebracht had, dat Gaunt zich rug en hernam mijn gewone bezighe-
door de dringende smeekbeden van Ma- den. Zonder de bezoeken, die ik van tijd
rie liet overhalen, haar de belofte gaf, die tot tijd te Blackheast aflegde, waar de
zij eischte, en ze zoo goed mogelijk hield, mooie kleine Cecilia mij altijd met blijd-
Eenige maanden na den dood van Ma- schap ontving, zou ik ons avontuur.van
rie slaagde hij er te de verblijfplaats van dezen zomer spoedig vergeten hebben,
mijnheer Huntington te ontdekken. Wij waren zoo volkomen de dupe ge-
Hlj zond hem het portret, met een brief, worden van de verleidelijke dame uit
waarin hij den dood van zijn vrouw meld- het Zwitsersche huisje, dat de herinne-
de. Toen Charles in Engeland kwam, stel- ringen die aan deze geschiedenis ver-
de hij het kind onder de zorgen van me- bonden waren, voor ons niets aange-
vrouw Marsch en hernam zijn oude ge- naams hadden, en als ik mij niet zoo zeer
tot de kleine Cecilia aangetrokken ge-
.12 12. 2_1 zou ik mevrouw Hunting
don rustig in het bezit van de trofeeën
goed en wel te Blackheast onder dak ge- denis verzwegen hebben,
bracht was en hij de kostbare papieren Ik wist, dat Gaunt er een afkeer van
zorgvuldig te een Indisch kistje had weg- had voor het gerecht als getuige op te
gesloten, vergat hij bijna de heele
Hij dacht all< J
de van elke drie maanden, als hij
mevrouw Marsch hët bedrag van
kostgeld zond.
--
verloop van een jaar een brief van
Huntington ontving,
wafer van de papie
men ging de deur tegenover de trap open
en ik zag een jong meisje verschijnen,
dat een lamp in de hand hield. Zij hield
ze zoo, dat het licht er van op ons ge
laat viel en tevens haar zelve bestraalde.
Het was een neer mooi meisje en on
der andere omstandigheden zou mij ze
ker de gelijkenis getroffen hebben die er
bestond tusschen haar en Mathilde
Owcnson Daaf ik. verwachtte, haar te
zien verschijnen, was ik er niet verwon
derd over, een persoon te, zien, die blijk
baar haar naaste bloedverwante was.
Het is goed, dat u gekomen bent" zeide
zij met een bevallige buiging, zoodra ik
den voet op den drempel zette. „Mijn
arme nicht is zeer treurig gestemd."
Zij opende de deur van de aangrenzende
kamer en verzocht mij binnen te komen.
Na de lamp op de tafel gezet te heb
ben, zweeg zij en scheen zeer verlegen.
Ik bemerkte, dat zij in diepen rouw was
en dat haar gelaat er bleek en afgemat
uitzag.
„Ik hoop, sprak ik eindelijk, om deze
drukkende stilte te verbreken, dat me
vrouw, ik bedoel juffrouw, niet ziek is?"
„Neen," antwoordde zij op levendigen
toon; „zij is niet ziek, maar is zeer on
gelukkig. Zij heeft mij verzocht u te ont
vangen en u te zeggen.... Helaas^ ik
mijn bedreiging te antwoorden; hij ginnen zaL"
ik de enveloppe openmaakte. De brief zag mij
bevatte slechts deze weinige regels:
„Geachte mijnheer Owenl
Wees zoo goed, u door Zémide bij mij
te laten brengen, om u tijdingen mede
te deelen, die voor uw vrienden mis
schien van belang zullen zijn. Ik heb op
dit oogenblik zeer veel verdriet. Kom al
leen."
De brief was een echt stukje van Ma
thilde Owenson. Welke andere vrouw
zou de stoutmoedigheid, de onbe
schaamdheid gehad hebben, zulk een uit-
noodiging te zenden aan iemand, dien
zij bedrogen had, die als instrument ge
diend had voor haar plannen?
Juffrouw Owenson vroeg mij alleen te
komen! Daoht zij dan, dat ik Gaunt ver
zoeken zou, mij te vergezellen? En dat
wij ons zoo gelukkig zouden gevoelen,
als wij haar terug zagen, dat wij de be
trekking weer t.22.„ 2‘
tusschen ons bestaan had in het dorp,
wist zij. dat de zaak in handen van 't ge
recht was en dat Charles een ad
vocaat zou meebrengen?
Een oogenblik dacht ik hierover na.
Wat moest deze yrouw slim tejnl Zij wist
wel, dat ik, ondanks al mijn vriendschap
voor Charles Gaunt, den moed niet zou
„Dank u, alles in orde. Dag mevrouw
Mohr. En let er op hoor, voorzichtig,
voorzichtig."
Kïtbe gaf hem de hand en knikte hem
vriéndelijk toe. Toen ging hij.
Toen Frans Mohr 's avonds thuis
kwam, vgrtelde zijn vrouw hem het ge
sprek en lachte om Doorns waarschu
wing.
Sedert het bezoek van den boer wa
ren nu al een paar weken verloopen en
men had van de roevers niets meer ge-
jk verKeera geuaaa uw( Tcgwagua «.zj, boord.
mij met een smeekend gelaat aanziende, „Këtbe," zeide Frans op een morgen,
„dan heeft God mij er zwaar voor ge- „zou je vandaag een paar uur op de zaak
straft. Een troost blijft mij over. De ge- willen letten? Ik moet een gewichtige
boorte van mijn kind was rein, want mt boodschap doen."
uiuww—i*, w«i de eer- „Beste Frans antwoordde KKthe. „Je
Huntingdon gestorven weet hoe trotsch ik ben als ik jouw plaats
„Dat noem ik slim. Waf een
ireden vrouwtje. Ais daar niet do
gehouden. Na verscheidene malen met
Mathilde een onderhoud gehad te heb
ben, bleek het dat hij werkelijk groote
genegenheid voor haar had en werd tot
bet huwelijk gesloten, dat even gelukkig
is, als het andere ongelukkig was.
EINDE.
haar gaan bezoeken. Bestond kige omstandigheden
„Woont je meesteres ver van hier?" ondervraagster,
vroeg ik aan den Indischen bediende.
„Een half uur loopens," antwoordde
hij kortaf bekend. Een enkel punt behoeft
„Laat ons dan gaan
Terwijl wij de trap afgingen, was ik pieren?"
lafr zoo voorzichtig, Zemide bij den arm vast
te houden, waartegen hij zich volstrekt len
Langzaam werd de valdeur geopend. De
aanwezigen gingen zóó etsen dat hen
geen schot uit de kelderopening kon ra
ken. Kitfae stond er bedaard bij; zij koe
nog glimlachen over den ijver, waarmede
de mannen de roovers te kamden tocht
ten te krijgen.
Nu stormden
mannen c.
jonge de leus. En
keer denk ik mijn jaarlijksch wenachte. De klant maakte met zijnlan- der gouddelvers niet
od^CTbeSe* herkend
%a -- ireifl hadden overval-
,Die Springer vergeet toch alles. Hoe hsi. wilden verdedïgon,
- - hem nu toch gezegd, dat die hadden neergeschoten.
het Zwitsersche huisje niet dcur altijd dicht moet zijn, dacht zij. Nu wai <een medelijden meer, het
-. «de het boek den vreemdeling een wonder te noemen, dat zij nog
voor en bladerde er in. jev<nd h,t woud bereikten, waar ben een
ziekte* van'deze -"1 welverdiende straf wachtte. Aan den
De vreemdeling boog zich over het boek
en volgde opmerkzaam haar verklarin-
over de beteekenis der getallen en
plotseling liet zij een kreet
niet, donderde een ruwe
woog aan haar totdat de diepste stilte het in 0M, 0OTtn: „dat hindert tante.’
rondom haar heerschte. Bizonder ik, dia om redenen, Ue ik
Toen stond zij snel op en ijlde geruisch- n|mm„ h,b kunnen ontdekken, haar lie-
loos op de valdeur toe: die was wel ¥t]ing was, had hot meeste van haar te
vreeselijk zwaar zou ze haar wel snel ijjd,n> Haar tegenwoordigheid drukte als
genoeg kunnen neerlaten? Hoe zij het
gedaan kreeg, kon de jonge vrouw later
nooit verklaren. Met inspanning van al
haar kraAten had zij den ijzeren deur je nog maar „n jongen beat'
Nu ja, maar heeft een
Toen legde zij met beide |pnden den rechten? Moest ik geheel
van de
it alles
Ie trap op. Het huis was
--2222, toen wij het kind was uit
staan, tot do deur achter hom ge- salon voorbij gingon,
Daar zag men iets vreemds of geheim- nadat de vriendin van mijnbeer Gaunt
goed zinnigs; het huis werd blijkbaar bewoond een bezoek 2 ---
door een gezin, dat tot de voornaamste de Henri Huntingdon zijn vrouw de wau-
standen in de maatschappij behoorde en
dat zeker geen dame in zijn midden op-
i onze oude
jong ge- gen?
verssn;- „2,, „Ban laer goeai anvwooro<ie m- M«t vloeOM
ging nooit lastig te vallen, heb ik toch the," terwijl zij naar een tafel ging en beide dieven
afslaan.
Hcnn de sterren schitterden aan h£f uit“«o.n“ 5,cmt' le nf ü«ven. Ik geloof, dat deze
- - h“ koeId*' OP de besneeuwde omstandigheid haar misschien in de
t voortliep, speet het mij, dat ik ^e oogen van mijnheer Gaunt zal veront-
den haard bij politie had toevertrouwd
wel grijpen, dat het niet uit egoïsme was,
-»-* -1: a--j l-ji waaraan men
kunnen ge
bet sei-
ma-
van
was. Zij
toen haar treurig geheim toe
ilan, dat een vrouw ooit heeft opgevat,
t naar het dorp B. te
aan te knoopen met
ter te maken van deze papieren, die
baar vu groot belang waren.
U weet, hoe zij haar plan ten ultvoer
bracht Deze laatste blzonderheid weet
ik eerst sedert acht dagen. U zult nu be
grijpen, dat haar lijden haar gedrag
eenigsztes verontschuldigde."
„En haar mu," voe(| ik, „wat denkt die
er vu?"
„Henri heeft er niets vu geweten. Ma
thilde vertrouwde haar geheim aan nie
mand toe. Bovendien had zij volstrekt
geen verlangen, een man terug te zien,
die haar zoo wreed bedrogen en getergd
had. Zij wist, dat de gezondheid van
mijnheer Huntingdon, die door zijn los
bandig leven zeer veel geleden had, van
dien aard was, dat hij spoedig zou ster
ven, en zij wachtte nu geduldig. Zij zwoer
mij, dat er maar één reden bestond,
waarom zij zich van de papieren had
meester gemaakt. Na den dood van mijn
heer Huntingdon, zou Gaunt zeker voor
Cecilia het fortuin van haar vader opge-
ëischt hebben, waarop volgens haar mee-
ning haar kleine Geoffroi recht had. Als
zij nu te het bezit van de papieren was,
dan meende zij, kon zij met Gaunt een
verdrag sluiten. Zij wilde dan het heele
vermogen aan het kind van zijn eerste
vrouw overlaten, als de geboorte van
haar zoon van schande verschoond bleef.
Kan men haar niet eenigszins vergeven?"
En opnieuw vulden de oogen van het
meisje zich met tranen.
Ik kon niet nalaten „|a” te zeggen.
1 „Zij is zoo diep, diep ongelukkig, her
nam zij, „twee dagen geleden hebben
wij gehoord, dat mijnheer Huntingdon ge
storven is en gisteren, o Godl de arme
kleine Geoffroi...."
Zij begon opnieuw te weenen en zij
bedekte haar gelaat met beide handen,
om haar snikken te smoren.
„Kom, mijnheer," zeide ze mij, toen zij
wat kalmer geworden was. „Mathilde
wacht ons." Zij ging mij voor naar de an
dere kamer."
„U zult de schoone dame uit het Zwit
sersche huisje niet meer herkennen,"
sprak zij op treurigen toon, terwijl zij een
oogenblik stil bleef staan, voor zij de
deur der kamer opende. Toen ik bin
nenging zag ik, dat bet vertrek door twee
groote waskaarsen verlicht werd, maar er
was geen vuur aan en de koude deed mij
huiveren.
Een blonde vrouw, met een bleek ge
laat, te 't zwart gekleed, kw«m mij te ge-
moct. Tusschen ons stond een kleine
doodkist
Mathilde was even bleek als het ge
laat van het kleine kind, dat in zijn
«doodskleed gehuld wss, en wiens trek
ken aan die van de moeder herinnerde.
Zij zag er met treurige blikken naar en
over het doodkistje heen reikte zij mij
het Indische kistje over.
„Voor hem heb ik het gedaan," sta
melde zij, „en nu is mijn kind doodt Als
ik verkeerd gedaan heb," vervolgde zij,
en rechtvaardigen. Hij zal be-
dat zij een daad bedreef,
naar een den naaro van diefstal zou kunnen ge-
der schoonste wijken ven, en waarover zij nu bitter berouw
klom.de tre- heeft."
den van het bordes op, met een yijugheid,
i was
Toen ik echter ouder werd
passend tc zorgen, dat men de gum»
van een oude, rijke tante bewaarde, na-
het kantoor." men de zaken een andere wending.
- Frans Allston, een andere neef dei
De winkel was teerbeminde dame, zeide, dat ik huichel-
>u aww. de, maar, dat was maar zoo'n meidor wa
Mohr?" vroeg de spreken. Frans behoorde niet. tof. do Do
der ^ad
aan een hu'
antwoordde Kafbe, op de met een i
2. dus had Frans geen voênrfl
Een donderend gelacfc en bravogeroep behoefde dos niet te huichelen.
volgde op deze woorden. E.2_2.
ineraen." „Dat noem ik olim. Waf een dapper' B«ve tante bij haar
haar echtgenoot was weggereden vrouwtje. Ais daar met da „duivel- zoeken te New-York
2'erk; daar- troep" achter zit. Ton slotte beeft zij
opgewekt uH, alsof er den duivel zelf nog gevangen, klonk het
ter wereld iets anders dan ttte door elkaar,
uua. w— „Past op mannen, achteruit,” raadde de
Zij schreef ijverig, zooder op kn”'' agent. ,.222_ _2__2_2L
- hanHtd mpf linn rcwilvfirf
Hij was daarom zeer verwonderd en De gr
erg uit zijn humeur gebracht, toen hij na hard b<
gelukkig. Zij beeft mij verzocht u te ont
vangen en u te zeggen.... Helaas ik
weet niet, hoe ik dit treurige verhaal be-
Het jonge meisje kwam dichterbij en
aan met haar mooie oogen, die
vol tranen stonden.
„Mathilde, hernam zij met bevende
stem, is altijd zoo goed voor mij geweest,
dat ik nauwelijks gelooven kan aan de
waarheid van hetgeen er gebeurd is. O,
mijnheer, ik verzeker u, dat zij zeer te
beklagen ia.”
Er heerschte weer stilte.
„'t Is een zeer ernstige zaak," zeide
ik tegen haar, want ik begon thans baar
toespelingen te begrijpen.
„Dat is zoo," antwoordde zij op fluis
terenden toon. „U kunt mijn ontstelte
nis verbeelden, toen zij mij acht dagen
geleden alles verteld heeft, toen, haar
kleine Geoffro ziek geworden is.”
„Nog maar acht dagen geleden? Waar
is zij dan al dien tijd geweest?.... Weet
u, juffrouw, wat er van de papieren ge
worden is?" vroeg ik haar.
„Een oogenblik geduld en u zult alles
weten, mijnheer," antwoordde bet jonge
meisje op zachten toon. „Ik wil u verha
len, wat er gebeurd is. Mathilde verlangt
vurig, dat u haar bemiddelaar zult zijn
bij mijnheer Gaunt. Ik kan u niet zeggen,
hoe verlangend zij'is, hem te zien. U bent
ongetwijfeld op de hoogte van alles, wat
hem betreft te deze treurigs zaak.”
„U maakt een toespeling op de betrek-
hebben, om als baar tegenstander op te king die er bestond tusschen hem en
treden. Zij liep dus geen gevaar, door juffrouw Owenson, en op het verlies van
zich tot mij te wenden. deze belangrijke papieren."
Ik moest mij toch goed houden, dacht „Moet ik u de geschiedenis van de
ik bij mij zelven, terwijl ik den brief op- kleine Cecilia vertellen, en de ongeluk-
vouwde, en haar gaan bezoeken. Ik*stond kige omstandigheden van het huwelijk
op. met mijnheer Huntingdon?" sprak mijn
en men kon zien, dat elk
woord haar moeite kostte.
„Neen, Juffrouw deze feiten zijn mij
‘l maar
opgehelderd te worden. Waar zijn de pa-
„De papieren zijn in dit huis en zij zul-
u weldra ter hand gesteld worden."
niet verzette. Ik sidderde en het meisje vervolgde
Het weder was vinnig koud, waardoor met deze woorden: „U bent er misschien
het warme gevoel, dat het bekende verwonderd over, dat Mathilde er in toe-
schrift in mij opgewekt had, geheel ver-
---koelde. Terwijl ik op de besneeuwde omstandigheid
waarin deze vroeg, sel. Dat vertelde mij ten minste de oude straat
deworden was,'van de persoon, wier por- want ik zat in 't hoekj.
- - mijn opgestoken lamp, e:
de schrij- schut tegen de guurheid
de ken.
De oogen van het jonge meisje begon-
nen te schitteren, en hoewel het mij on-
Parijs gekomen was. moest over bet welslagen zijner zending. mogelijk was, sympathie te gevoelen
g en De deur werd geopend door een ka- voor haar ontroering, kon ik toch niet
de meid zeide, dat er een heer was, die merdienaar in rouw, achter wien een nalaten te erkennen, dat zij mij levendig
ander bediende stond, gereed, om ons belang inboezemde.
naar boven te geleiden. Zémide ging voor „Toen Mathilde mijnheer Huntingdon
en verzocht mij, hem te volgen. trouwde," hernam het jonge meisje,
Wij liepen de trap op. Het huis was „vermoedde zij niet, dat er reeds een
voorwaart, maar bleef toen zwij- prachtig gemeubileerd, en toen wij het kind was uit het eerste huwelijk. De
waarvan de deur eerste maanden na hun trouwen be-
openstond, zag ik twee of drie personen, waarde hij hierover het stilzwijgen. Eerst
aan Parijs gebracht had, deel-
heid mee, nadat zij een hevigen twist
met elkander gehad hadden.
Zij had hem toen kunnen dwingen, het
ig maakte ik, terwijl ik rechtbank echtscheiding
de trap opliep en i 2
afvroeg, wat wel het fijne van de gsschie-
le denis zou zijn
over mijn vorderingen en eischte van mij,
dat Ik haar vervelende theologische ver
handelingen zou voorlezen, die een sl
lang tot stof en asch vergane voorvader
had opgesteld. Pruttelde ik tegen, dan
De bandiet boog zich over haar heen, TO’4j’e.ee,J P7eJ‘
'J -der hedendaagsche Jeugd, met tot slot de
'„„-zemlng: „Toen ik nog
alles anders. Ja, toen zij
laar dat was al zoo eeuwig
vroeg zij lachend, en zag hem tafel vast te houden
toen geruischloos, zooals hij vroeger ach-
2was komen staan, de trappen
van den kelder af. iang
Beweegloos bleef Kathe, die geen
naast hef doodkistje op de knieën neer. „Al één uur?” mompelde zij. „M :neer
Dan barstte zij in tranen uit, on weènde, Springer, u kunt wel gaan eten maar
zooals men dit alleen van een hgrtstoch- xoudt u vandaag wat vroeger willen ko
telijke natuur als de hare verwachten men, dan kunt u een anderen keer wel
ken. wat langer wegblijven."
De bediende beloofde het en ging.
Nu was Kathe geheel alleen.
De bediende was ongeveer tien uvnu-
uguMu en ik ten weg, toen de deur werd geopend <n
den volgenden een man naar binnen kwam. De jou„_
|e weken verlaten vrouv stond snel op en vroeg w«t_ ij komt het te 't
:rsqbs huisje door te do haren den indruk van een kunstenaar
Charles Gaunt zijn en hij scheen zich te verwonderen,
een vrouw in den winkel te vinden
„Vertel u mij eens. boe staat het met ten
a der H stukken. Ik wilde na-
en melijk een paar duizend dollars beleg-
,Zij staan zeer goed, antwoordde Ka-
hun dringende uitnoodiging niet willen ean groot kantoorboek opnam.
afslaan. Daarbij zag zij toevallig dat de val-
Na haar huwelijk heeft Mathilde haar deur open stond.
humeur weer h^kregen, maar zij is zoo hC2
zacht en zoo meegaande, dat men in haar vaak js hem nu toch gezegd, dat die hadden neergeschoten.
de dame van het Zwitsersche huisje niet deur altijd dicht moet zijn, dacht zij. Nu waa er geen modelijden meer, het
hoadl U» „vd(. d. ll.ld. om U„ hchl
en zorg die zij in hay ziekte van deze de Këthe met haar vinger aanwijzend. cerrten boom den besten werden M ep-
vrouw ondervonden heeft pe vreemdeling boog zich over het boek „~t,nooot
Gaunt vervulde zijn belofte letterlijk. en volgde opmerkzaam haar verklarin- N11 p_'.v.nliwf:ade boer Doorn
Zoodra hij wist, dat mijnheer Huntingdon ovar de beteekenis der getallen en eenige'n Hid later tot Klthe Mohr, „wie
j voor Csctea aan- data, welke op de H stukken betrekking had nU onlangs gelijk, gij of ik?"
...dden plotseling liet zij een kreet Nu antwoordde de jonge vrouW
hooren. glimlachend. „Maar ook ik heb tersrtond
„Verroer u met, donderde een ruwe gelegd dat Ik niet bang was ee dat er
nog andere hulpmiddelen zijn dan revol
vers."
„Dat is zoo. Een dapper hart on een
- - - - scherp verstand, maar dat bezitten niet
maken durfde en zag een woesten alle vrouweo."
man achter zich staan, die den glinste-
renden loop van een revolver op haar
slapen richtte. De eerst aangekomene was
verdwenen. Als een stroom ijskoud water
liep over de jonge vrouw en bet bloed
stolde haar in de aderen maar blik-
semsoel had zij haar vreeselijken toe-
Frans wae* er niet Springer weg
antwoordde de boer, de man, l2.
vraafld ook en de bandiet net de
revolver naast haar verroeren mocht
zij zich niet, roepen cok niet het was
Wat moest zij nu doen?
e-wwi mw vsowses owuav v \zv>a szavojzwvi UVl IU>J«
waf er'van de papieren en overige zaken vrouw, die mijn huishouden in orde hield, zaak niet liever aan de zorg cr sc u igen
geworden was, van de persoon, wier por- want ik zat in t hoekje van 2
tret hij vroeger ontvangen had. mijn opgestoken lamp, en te goed be- bi)_het
De brief kwam van Parijs en de schrij- schut tegen de guurheid van L.»
ver vroeg per omgaande antwoord. Gaunt zoen, om dergclijke opmerkingen te
wilde zich tot geen enkelen prijs van de ken.
bewuste papieren ontdoen: om niet van Ik dacht aan het diner van den vol-
ijselijk den term dc persoon gebruikt, geleden
waardoor Charles nog te zijn besluit ge- presideeren, toen de' deür"*ope7ging
sterkt werd, om zijn belofte te houden c_ r
Hij wist bovendien, dat Huntingdon d.-g mij w’enschte’te’sprike’n'
teruggave der papieren niet eischen
kon, dan door te openbaren door welken
band bij aan Marie verbonden was ge
weest Hij antwoordde daarom met op
den brieL
Een tweede brief, die onmiddcllijk cp
den eersten volgde, en die veel gebieden
der luidde, deed Charles besluiten voor
goed een einde te maken aan dezs aan
matigende eischen.
Hij zond met dit doel mevrouw Marsch
met een brief naar Parijs, waarin hij
Huntingdon meldde, dat deze dame als
naaste bloedverwante van Maria, gered
was op alle vragen te antwoorden, die bij
haar wenschte te doen.
Mijnbeer Huntingdon ontving do oude
dames met meer verwondering en verle
genheid, dan plezier.
Hij verzekerde haar, dat hij niets te