VOOR DE4’
r
HET INDISCHE KISTJE
I I NAAR HET ENOELSCH DOOR Q J. H. I~~ ‘I
7
xiiiiiiniiimiiiiiiiiiiiiiiiriKiHK iiiHiiniiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiii!:iiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiii( miiiiimiiniimiiuiiix
1
7-
192
1
a
E
TZZJ UIT DE -
MOPPENTROMMEL
I
NUMMER 18 DERDE JAARGANG
^llllllllllllllllllllllllllllllLHIllllllJlllllllllllllllllllllllllllilIJIIIIIIIIIIIIIIIIlillllllillllJlHHi llll.il.llllllllllllllllllllllllllllX
J
BESCHEIDEN.
In een
VERONTWAARDIGING.
C
blauw van werd.
Kunstcriticus. Het portret is uitstekend
was, wilde hij haar geschilderd, de teekening zuiver, de hou-
*an
on-
de
VERZUCHTING.
Mevrouw Rimpelman, een dame van
DOKTERS-WIJSHEID.
aanzienlijk fortuin
XV
linkerhand omhoog hbuden.”
htt voornemen gehad,
maar
fes nooit met
heid en heb
dendoozen.”
uw vijanden.”
VEEL VERLANGD.
AL TE OPLETTEND.
Meijer, (de krant lezende) VrouwNef,
de advocaat Muller is gestorven, ik moet
BOTERLETTERKUNDE.
Een heer koopt met St. Nicolaas in een
en hoed ontdeden en mijn
heetc geurige thee ge-
bewaard had, moest nu aan de
wet toevertrouwd worden. Zijn
nauwgezet
langer een
ook ik eindelijk de geschiedenis
Dokter. Hoe gaat he’ met den hoest banketwinkel twee boterletters, een J gesproken, dat had ik aldus geregeld git
;1’'; (voor nicht Jetje, als men het absolupt hebt zeker niet bemerkt dat eenige kin-
Patient. Met den hoest gaat het uit- weten wil) en een A voor haar zusje Anna, dertn de linker- en eenige de rechterhar.c
MM-va* wam kat zieat-b./» aaaaam L la ♦■/^l tawv* «.ssLzxzsz-
niets in. Éen mijner buren heeft mij camil- en inpakt, waagt hij de aardigheid „fk Eerste ondi
mijn lethee gezonden en die heeft mij geheel hoéf het jawoord niet meer te halen, juf- ik niet gelet.'
HUISKAMER
V v V
- -
.BESCHEIDEN.
onny. A. Juffrouw van Zabelen is toch waarlijk u niet tevredéh zou zijm
goed van u, riep mijn eene leelijke vrouw.
B. Toch is zij zeer b minnenswaardig,
aangezien zij waarschijnlijk uit bescheiden
heid zoo leelijk is.
leunstoel, terwifl moeder en Emilie baar
van mantel
zuster met
r»*d stond.
riet is toch pleizierig een voorname
erftante te zijn.
Ik ging naar boven en keek naar de
bagage, innig verheugd dat de gebloem
de hoedendoos ontbrak. Toen ik den
schijn van
gefioegde, het geluk van
benijden, zonder dat men moeite deed de
oorzaak er van op te sporen; Charles ver
loor, en lachte, evenals zijn vrienden.
Verscheidene geslachten achtereen had een onbekende
diens familie uitgestrektc eigendommen onderteekend:
op het eiland bezeten. Maar na de vrij-
lating der slaven had de vader van Hun-
VRIJHEID.
Gast (tot een kellner in een café te
New-York)„Jan, geef de krant”
er_, Kellner „Ja, straks,
want tante verliet ons, zéér boos, en zij Z«n heb.”
een
zoutdeelen uitde zee zijn.
I -A. v k S t- t» I S
Marie had spoedig het verhaal barer doet; hij deed
het goed bewoon- ongelukken geëindigd. met goedheid.
INTERPRETATIE VAN VIRGILIUS.
Professor „Omnis Ascanio cari stat
cura parentis. Op Askan alleen is vaders
---L- - ■--U,j
slechts in zijn geheele waarde begrijpen,
die, als ik, negen huwbare dochters heeft
en slechts een onmondigen zoon.”
BEDENKELIJK.
Snapmeijer „Ik wensch u geluk met
uw verloving, amice.”
Kratzenberg „Merci, 't verheugt me
zeer dat mijn vrienden met mijn keus
sympathiseeren.” -
Snapmeijer„O, mijn waarde, zelfs Plenum
11® vmwidbn VOlgCllUt
Het geheim, dat Charles zoo zorgvuldig
j mannen
der wet toevertrouwd worden. Zijn
geweten maakte er nu niet
bezwaar tegen. Nu vernam
-J van de'
kleine Cecilia.
(Slot.)
Charles antwoordde niet, hij zag er uit
als een man, wien een groot ongeluk
overkomen is. Toen wendde hij zich tot
mij en sprak:
„Mare, ik verzeker ie, dat ik er niet
het minste vermoeden van had. Nooit
zou ik hebben kumyen denken, dat zij de
vrouw van Henri Huntingdon was. Wat
heeft zij met mij gespeeld!"
„Met een beetje behendigheid," sprak
mevrouw Marsch glimlachend, „kan een
mooie vrouw heel veel doen. Maar om
op mijn vraag terug te komen, Charles,
met welk doel kan zij toch naar dit dorp
gekomen zijn?"
„En dat ik er niets, volstrekt niets van
vermoed heb!" riep Charles op ontstel
den toon uit! „Het portret.ja, alles
wordt mij nu duidelijk."
Zwijgend en vol verwondering luister
de ik oplettend naar dit gesprek. Charles
vergat in zijn verwarring van het oogen-
blik. dat de ontdekking, die hem alles op
helderde, voor mij een nieuw geheim
bij het andere voegde.
De oude dame, die zich steeds meer
ongerust maakte, zocht de reden te door
gronden van het verblijf van mevrouw
Huntingdon in dit afgelegen dorp.
„Welk een valschheid, welk een vein
zerij!" riep Charles uit? den stoel terug-
stootend, die mevrouw Marsch hem toe
geschoven had. Toen greep hij met een
driftige beweging zijn hoed, en voor men
hem iets zeggen kon, was hij den tuin
ingesneld. In een oogwenk zagen wij hem
de planken brug over loopen en naar het
Zwitserscbe huisje toesnellen.
„Vergeefsche moeite, mijn arme vriend!
Denk je dan, dat de v^gel zich zou laten
vangen, nu zij gewaarschuwd is? Dat een
vrouw, die zoo behendig, zoo stoutmoe
dig is, als Mathilde Owenson, geduldig
zou wachten, tot haar geheim ontdekt
werd? Dan vergist je je, mijn arme
Charles!
De oude meid haastte zich niet, om- op
het luid gcschel van mijn vriend te ver
schijnen. loen zij eindelijk de deur open
maakte, klaagde zij er over, dat «ij half
dood van den slaap was, want zij had
den heelen nacht op moeien blijven, om
de koffers van haar meesteres te pakken.
„Juffrouw Owenson," zeide zjj, „is van-
unorg om vijf uur vertrokken en ik weet
\ict, waar zij naar toe gegaan is."
met Emilie naar het station, om haar af tr,ur*gen troost dat een i
te halen. Daar is zij, zeide ik Zie raEer den. •cbfl gevonden heeft,
je daar die bruine gestalte, met die roas- n --
sa doozen en doosje?? Pennyroyal vond
Die oude vrouw4 met die blauwe huwelijksgeschenk,
parapluie, die eekhoorntjeskooi, die vo- tigheid, zeide zij,
gelkooi en den kleinen hond? te vernieuwen.
Ja. Heb je ooit zoo'n oude heks
gezien? Ach, lieve tante, is u daar?
Wij waren al bang, dat wij u zouden
1 misloopen.
Heel dienstvaardig stelde ik
voor.
Grinnekend beschouwde de vóór-zond-
vloedsche verschijning mijn rozig bruidje.
Je bent een lier meisje, kraaide zij
en streek Emilie onder, de kin, het is te
hopen, dat jij je flink houdt. Zeg Nonny
zoo bespottelijk had zij mijn naam
veranderd zeg, kijk toch eens naar
mijn bagage. Hoor: twee koffers, een
reiszak, een lederen handkoffer met
koper beslagen, drie hoedendoozen, 't
eekhoorntje en den vogel. Pas ook op,
dat de koetsier u niet te veel afneemt.
De omstanders lachten en mij schoot
het bfoed naar het hoofd.
Ik zal goed voar alles zorgen, lie-
ve tante.
Weet je werkelijk alles, Nonny?
Twee koffers, een reiszak, een
Op dit oogenblik kwam de met mes
sing beslagen handkoffer, dien de koet
sier vasthield, in onzachte aanraking met „.v.rwn ivuipwuuii, een same van
mijn hoofd; ik stiet een zachten vloek omstreeks zestig jaren is ontroostbaar,
uit en wreekte mij, door een der drie over den dood harer moeder. Een haver
hoedendoosjes, een leelijk kartonnen vriendinnen tracht de smart een weinig
ding met donkerroode rozen op groenen te lenigen „’t is stellig een groot verlies
grond, dat mij reeds als kind den schrik voor u,”, snrak zij.
cp het lijf gejaagd had, in de goot te „Duizendmaal erger dan ge denkt,”
v erpcn. zucht de ijdele dame, „want toen zij leef-
Ik zag het verdwijnen als een vallende de kon ik nog zeggen „mijn moeder,
,tcr „en dat maakte mij twintig jaren jonger.”
Is alles in orde, Nonny? vroeg tante EEN GOED HART,
en keek rond naar haar schatten.
Alles in orde, riep ik. De paarden
trokken aan en tante stiet met haar neus
tegen de vogelkooi, hetgeen mij onder
IN DE RESTAURATIE.
„Jan, die oesters hebben geen smaak.”
_8„Hoe kan het ook anders, mijnheer?
heft dus de laatste eer bewijzen,’ hij was Het Beeft dii jaar zoo geregend, dat alle
ook tegenwoordig bij mijn begrafenis, zoutdeelen uitde zee zijn.’
Mevrouw Meijer Wat spreekt ge daar
onzinnige taaiSCHOOLJONGENS-INZICHT.
Meijer Pardon, in t vong jaar stiert Een k,naap, die ui de school kwam,
er ook een zekere Meijer, toen dacht Mul- overhandigde zijn vader het maandrapporl
koetsier betaald had, rijke, oude' erf- Ier dat ik het was en hij bewees mij de van 21in vorderingen
laatste eer 't is thans mijne plicht ook rapport is niet heel mooi, Jan
bij zijn begrafenis tegenwoordig te zijn. I« hebt maar weinig goede aanteekemngen;
ik ben er volstrekt met tevreden over.”
..Ik heb den meester wel gezegd, dat
antwoordde
de knaap, „maar hij wou het niet veran
deren.”
EEN ONAANGENAME MAALTIJD.
In een gezelschap, waaraan ook een
lekkerbek deelnam, werd eens gesproken
over het zwaard van Damocles, dat aan
Rinkelberg „Ik verzeker u, dat ik in een haar boven ie-nands hoofd hangt.
Amerika stoomschepen gezien heb, wier -
raderen honderd voet middellijn hadden.”
Mijne oogen fonkelden. Eenige stemmen „Maar mijnheer Rin-
Liefste tante helberg, ge overdrijft.”
Geen denk Ik heb steeds hef voor- Rinkelberg „Wat Ik zSb
nemen gehad, u bij je huwelijk een aar- ven Gij wilt niet aannemen dat die
dig sommetje te schenken Nu zal ik je deren honderd voet middellijn hebben,
tchter ook zegden, waar c T~_ -j
Zoo iets wilde ik natuurlijk niet in mijn toen ik van tweehonderd voet middellijn
Zak dragen. Da spitsboeven van New-
York zijn niet te vertrouwen. Ik heb
het verborgen, waar niemand het zal
vermoeden. Ha, ha.
En erscheidene maanden achtereen,
onda-iks al onze nasporingen, zelfs die
met beh'd? van de politie, was het ons
ónmogelijk tc weten te komen, wat cr
van dc dame geworden was, die het Zwit
sersche huisje bewoond had.
Om zich van het Indische kistje mees
ter te maken, dat familiepapieren bera
te, en in dc bibliotheek van Charles
stond, had Malhildc Owenson, al dif’hel-
schc listen gebruikt, die zoo goed ge
slaagd waren, door het weinige vc’rfFiu-
weh, da! mijn sriend mij beloond had.
Wij wisten niet, hoe zij in het bezit ge-
komen was van den schat, dien zij be-
geerde. Maar ik had mijn eigen l$|eine
theorie over dit geheim, en ik dacht dik
wijls aan dien warmen nacht, toen ik den
dief meende te zien, die het op dc kip
pen van onren waard voorzien had. Deze
nacht volgde op den avond, dat Mathilde
het kostbare kistje gezien had in de bi
bliotheek en de Indiërs zijn zulke behen
dige dieven.
op haar welslagen Voor de uitstalkasten
stpnd zij soms urea leag, zoodat mij .van
ongeduld en spijt de zu zetdroppels op
het aangezicht sle en. En dan, als een
mijner kennissen mij ontmoette met tan-
hoopte gaf ik voor, dat ik slechte oogen
had en ik kocht mij een grooten flap
hoed en een blauwen bril, opdat pie-
mand mij zou herkennen.
Frans trok de schouders op en noemde
mij laf.
De jaren spoedden heen
Het beeld van een goudgelokte „En
gel," met blauwe droomoogen en zoete
stem vervuld^ mijn ziel. Ik had steeds
-geld te trouwen,
de gouden lokken van Equlie
Watson joegen mijn voornemens op de
vlucht^ voer zichzelven een schat, bpzat
Emile echter geen penning, ik wilde
echter het huwelijk wagen, vertrouwend
op tante Pennyroyals erfenis.
Ik schreef aan de oude tante een brief
vol eerbied kruiperig zou Fraas AU-
stond gezegd hebben en deelde haar On
ze verloving mede Dadelijk zond zij aan
Emile een paar ivoren breikokers en een
oud modisch naaldenkokertje en voegde er
de opmerking bij, dat Emilie- de kunst
verstond een goed stuk brood te bakken.
Ja wel, wat zou Emilie van het brood
bakken kennen? Wij lieten tante echter
in de waan, dat Emilie een kunstenares
was bij den broodtrog.
Wat moet je tante toch ech eigen
aardige dame zijn, Algernon, zejde Emi
lie, toen zij het eigenaardige geschenk
bekeek.
Zij is een tweede heks van Endor,
liefste.
En je brief vloeit toch over van uit
drukkingen van kinderlijken eerbied en
dankbaarheid.
EEN FRAAI COMPLIMENT.
Heer. „*t Is merkwaardig dat sommige
menschen met talenten en bekwaamheden
begaafd zijn, die men bij anderen te ver-
geefs. zoekt. Zoo b.v. versta ik de kunst
als ik haar gele- mijne ooren te bewegen.”
Dame. „Nu, dat is zoo'n kunst niet, dat
kan ieder ezel.”e
OUDE SCHILDERS.
„Wat een dom men kop schilder jij
daar Wie is dat
„Het kamerlid X. Hij zal zijn best voor
me doen, dat ik een lintje krijg.”
„Zoo, dus je wordt decoratieschilder
Verscheidene jaren te voren, *?oen
Charles nog een zeer jonge man was, had
zijn vader hem naar Jamaica gezonden
voor zaken, betreffende eigendommen die
hij daar bezat.
Daar de post van opzichter volstrekt
niet paste voor het karakter van Char
les, die er toen slechts aan dacht, opi
plezier te maken, is het wel te begrijpen,
dat hij de plantage van zijn vader spoedig
verliet en zijn intrek nam in een der bes
te hotels van Kingston, waar hij op een
wijze leven kon, ^ie wat meer overeen
kwam met zijn smaak.
Rijk, jong en slechts de genoegens zoe
kend, maakte hij weldra deel uit van
beste geftlschappen in de stad en kwam verandering op en, hetzij uit spijt, hetzij dat
op intiepien voet te staan met een jon- de eenzaamheid haar verveelde, zij ver
gen man Henri Huntingdon genaamd, die anderde van gedrag jegens Huntingdon en
hem goed beviel, o^idat hij slechts voor ontving hem met een buitengewone be-
zijn genoegen scheen te leven. Maar koorlijkheid.
eerst latei^ ontdekte Charles, dat bij de- Als Marie's vader niet plotseling ziek lijk zijn vrouw noemde; dit waren dc wa
zen man elk gevoel van zedelijkheid bnt- geworden en UB™„.-
brak. Henri Huntingdon werd weldra de ven was, zou deze geschiedenis niet de-
ona^cheidelijke makker van Gaunt. Zij zelfde ontknooping gehad hebben,
logeerden in hetzelfde hotel, dineerden Marie was dan alleen in deze eenzame
aan dezelfde tafel, maakten samen tocht- woning achtergebleven, en toen Charles
jes te paard en waren voortdurend in el- er heen ging om haar met dit zware ver-
kanders gezelschap. li(( fe condoleeren, vond hij het
De intieme omgang veroorloofde Char- leeg,
les spoedig het verkeerde in het karak- H<
ter van zijn vriend te ontdekken, maar
de ondeugden behoorden tot dezulke,
welke lieden van
makkelijk vergeven.
DUBBELZINNIG.
Dokter X behandelt een rijken patiënt
met even groote zorgvuldigheid als onge!
lukkig gevolg. De zieke overlijdt. Acht
dagen later ontvangt de exsculaap een
*‘3en zilveren inktkoker met de
volgende inscriptie „Uit dankbaarheid
van de familie N.N.”
(Monoloog van een kunstenaar) „Als EEN GOED MAGISTRAATPERSOON
er nu oorlog komt, is mijn fortuin ge- Twee welgedane boertjes uit verschil-""
r»-_ itj van mijn uitgever !«nde dorpen komende, ontmoeten elkaar
dubbel salaris op’voorwaarde dat ik hem in den spoortrein bij Arnhem.
elke week drie veldslagen lever.” „Laatst,', vertelt Joris, „toen er bij ons
LOFFELIJKE GETUIGENIS.
„Je hebt zeker wel gehoord, melieve,'
yzeide de eene dame tot de andere, „dat
Amanda met Arthur gaat trouwen
„Dat weet ik,” was het antwoord, fjj
„maar wat ik niet begrijpen kan, is, dat heeft
een zoo verstandige vrouw met een man „De hemel bewaar me,” roept de andei
wil trouwen, die zoo dotn is dat hij haar verschrikt, „bij ons laten wij hem altoos
ten huwelijk vraagt.” v.;; -l -j
EEN WETENSCHAP IN
DISCREDIET.
„Wie is die heer daar, die zoo sluipend woordig bij het examen op uwe school,
en verlegen binnenkomt?” t/
„O, dat is er een van het meteorolo- richting bezocht en ik moet
cn j gisch bureau. Die schaamt zich omdat kennen dat ik niet weinj
Lize. Ik zou hem jouw pasteitjes geven, uü komenh”Cn tegenwoort^e n,et me€f
or u, spi
„Duizendmaal erger dan ge denkt,
vallende de kon ik nog zeggen
ware geechie- u
ongetrouwde tan- jörg gwidih’ Dri veT heerenf zaFhij
haar hoc-
Zij vertelde, dat Henri kort na dan
dood van haar vader haar voorgesteld had
te trouwen, hij had er bij gevoegd, dat
dit huwelijk eenigen tijd gehzrn moest
blijven, ter wille van een rijke bloedver
wante, die hij ontzien moest Zij huwden
daarop.
Marie was met deze verklaring tevre
den en trachtte haar afzondering in een
eenzaam huis te verdragen, waar haai
man haar bij lange tüsschenpoozen kwam
bezoeken.
De geboorte van een kind, dut slechts
enkele maanden leefde, bracht wat aflei*
„-BL ding in haar eenzaam leven, en er vcrlie-
deze vreemdelingen met plezier omdat pen twee jaren, eer Marie, die haar
leven gebracht werd, en nam de kleine lijk in verzet k
en Huntingdon
aan.
een man van eer
KAZERNE-BLOESEM.
Onderofficier (tegen
Neen, maar zulke dom
Een predikant, die wel eens wat ver- zijn jullie, de hoorns ontl
mij, ner gemeentel:
iUu. afzoeken om den verloren schat, den te nemen dus trad hij naar haar toe, gaf schaduw voortreffelijk...
'land en knoopte
in de verwachting, dat haar naam
de recruten.)
kerels als
VERSTROOIDHEID.» bent, heb ik nog nooit gezien kameelen
-- -■ - -- -zijn jullie, de hoorns ontbreken u slechts.
Wat ben je toch een lief gansje, mW a*n? Dat geld zal een strooid was, ontmoette op zijn wandeling
L 3i_„ J-. Maar, mijn een meisje, dat hem bekend voorkwam. UIT DEN REGEN IN DEN DROP,
groot vermogen te beschikken hemel, waar loopt ®e jongen naar toe? Meenende dat zii een dochter van een zij-
Wild liep ik het huis uit. Het was mij, ner gemeenteleden t..”_L iBu» nw
alsof ik al de straten der stad moest niet voorbij loopen zonder notitie van haar ding bevallig, het koloriet, het licht en de
---- - --maar waarom
schat, dien ik- zoo lichtzinnig had weg- haar de hand en knoopte een gesprek met heb je zoo'n fameus leelijk model geno-
k geworpen!_ Duizend dollars! haar aan, in de verwachting, dat haar naam men f”
Kunstschilder, ’t Is mijn zuster.
Kunstcriticus O, pardon,neem
1:—'*5-ik had
zien.... u
niet het onmiddellijk
de een gedeelte van hef huis, met zijn
eenige dochter, een mooi meisje van ze
ventien jaar, dat hij nog niet lang geleden
van het eiland St. Domingo teruggebracht
had, waar zij bij vrienden een opvoeding
ontvangen had, zoo volledig als de hulp
bronnen der kolonie het toelieten. Het is
niet te verwonderen, dat dc beide jonge
mannen, bij hun bezoek aan hun planta
ges niet verzuimden, ook Marie, de doch
ter van den rentmeester te gaan begroe
ten, en eenige oogenblikken bij haar te
vertoeven.
Het jonge meisje, dat toen in den vol
len glans harer schoonheid was, ontving
deze vreemdelingen met plezier omdat pen twee jaren, eer Marie, die haar on-
daardoor wat afleiding in haar eentonig geduld niet langer bedwingen kon, open
leven gebracht werd, en nam de kleine lijk in verzet kwam.
oplettendheden van GAnt en Huntingdon Toen eerst begoöpen werkelijk haar
met blijkbaar welgevallen aan. ongelukken, want fienri nad volstrekt
Charles, die een man van eer was, had geen lust zich in hef publiek te vertoonen
het als een misdaad beschouwd genegen- met een vrouw, wier schoonl^id hem on
beid in het hart van dit onschuldige me is- verschillig geworden was en wier lage af-
je op te wekken, want hij gevoelde niet komst hem vernederde, volgens zijn mee
genoeg voor haar, om van zijn positie in ning. Hij bezocht haar nu nog minder er
de wereld afstand te doen en haar te als hij kwam, vielen er gewoonlijk
trouwen. Hij staakte daarom zijn bezoe- voor, die met een hevigen twist eindig-
ken bij den rentmeester en als hij bij toe- den.
val Marie ontmoette, toonde hij zich veel Henri bleef standvastig bij zijn weigc-
minder vriendelijk, dan gewoonlijk. ring, en Marie, die vast besloten was, zich
Het jonge meisje merkte spoedig deze niet langer aan zoo'n behandeling te on-
j L-.-u ..u k-.-n derwerpen, dreigde hem te dwingen haar
jon- de eenzaamheid haar verveelde, zij ver- voor zijn wereld openlijk als zijn vrouw
te erkennen. Zij bezat haar huwelijksakte,
haar trouwring, brieven, die hij haar ge.
schreven had en waarin hij haar natuur-
binnen enkele dagen gestor- penen, waarvan zij zich tegen hem wild»
xus-ai_ -i-« j__ bediénen.
Het was het ongelukkigste denkbeeld,
dat in haar op kon komen; want haai
man, die bemerkte, dat zij geestkracht en
wil genoeg bezat, om haar bedreiging ten
- lies te condoleeren, vond hij het huis uitvoer tc brengen, verzuimde geen en-
De intieme omgang veroorloofde Char- leeg. kele gelegenheid, om zich van deze be
et jonge meisje was verdwenen. Ner- wijzen meester te maken, die tegen hc<
maar gens een spoor. aangevoerd konden worden.
Persoonlijk ging hem deze gebeurtenis Zij leefde afgezonderd van dc bewoonde
de wereld elkander ge- niets aan; maar haar vader, een oude, centra, beroofd van alle hulpmiddelen.
- - trouwe dienaar van de familie, had cp Huntingdon begon weldra haar te ic;tcn,
Wat gaf het ook eigenlijk, dat Hun- zijn doodsbed een brief geschreven, waar- door haar van alle weelde te berooven,
tingdon rich somtijds zoo bedronk dat in hij de bescherming van Charles inriep, -waarmede Hij haar tot nu toe omringd
hij door zijn vrienden thuis gebracht voor zijn verweesde dochter. Deze deed had, en weigerde haar bijna het allernoo-
moest worden? Deze aanhoudende on- daarom moeite, te weten te komen, wat digste. Hij bediende zich van alle wreede
matigheid vervreemden hem niet van cr baar -‘az, ir.zar het 'c- :JJ-' J1-
hen, integendeel zij vermaakten er zich lukte hem niet, haar -poor te ontdekken,
mee en Charles Gaunt was niet strenger T
dan de anderen.
Het is waar, dat Huntingdon vaak
1 J
hij was zoo opgeruimd
weigerde haar bijna het allernno-
er van haar geworden was, maar het ge- middelen die zijn geest kon uitdenken,
L __7_7om Mare te dwingen, zich naar zijn wil te
Eenige jaren verliepen. Charles maakte schikken.
twee of driemaal dc reis van Engeland Maar de geboorte van een tweede kind
naar de koloniën; en c-dcr z! J--’- J- !,!- -’**-
was de herinnering
en L, r
de zijn aanhoudend succes met zoovrcl Hij dacht ook weinig meer aan zijn ouden
Huntingdon te rug had gezien.
Daar ontving hij op zekeren dag geheel
onverwacht een brief van de dochter van
den rentmeester, door tusschenkomst van
persoon, deze brief was
Marie Huntingdon.'’
Deze weinige', bijna onleesbare regels, haar de zekerheid schonk, lat hij baar
maar die droefheid, ellende en teleurstel- verlaten had, riep zij al haar geestkracht
tingdon langzamerhand al zijn landerijen ling uitdrukten, waren voldoende om het te hulp, en sterk in de volvoering van
verkocht en i
Jamaica aankwam, die
overige zijner goederen te verkoopen,
dan naar F
hij ook nog
De plantage van
aan die van Gaunt, het was
dat de beide jongelieden samen nu en
dan hun verblijf in de stad verlieten, om
op tafel legt
digheid „Ik
reis- en al hersteld. .frouw En als hij hierop zijn koopje wat
Dokter. Oizin, die the$ had ik j» ook nsw onder den arm neemt roept het juf- grap zij die de vraag niet konden be»nt-
den zegd had, dat je daardoo^joudt genezen, niet, mijnheer
zicht is mij bekend, maar ik kan mij nie
herinneren, waar ik u vroeger gezien heb.”
„O, mijnheer, ik ben uw nieuwe werk-
dat door mijn nala- t^id,” was het antwoord.
zeide zij, verloren gegaan was,
Mijn nalatigheid! Zij moest eens we
ten!
Maar zeker heeft de koetsier geklapt,
Emilie noodigde dadelijk Frans Allston tot
bezoek uit! De erfenis was verloren.
De moraal van deze al te
denis is: Behandel uw
gehuichelde voorkomend-
zelfs eerbied voor
Ach, lieve hemel, als ik toch maar eens
een miniitt een rustig uurtje kon hebben
GEGROND MOTIEF VAN DROEF- m“kt- Dan" krijg ik van i...... ----
HEID dubbel salaris op voorwaarde dat ik hem in “*n spoortrein bij Arnhem.
op het dorp dat opstootje was, liep de bur
gemeester den heelen dag met zijn insigne
om 1”
dat?’^lgn€'r<XPt ^ochem uit’ "wat
- ^le ke,t‘n8> dl< hij om zijn hals
„De hemel bewaar me,” roept de andei
Twee welgedane boertjes uit verschil-
loslcopen, hij doet geen mensch kwaad 1”
UIT DE SCHOOL.
Eerste onderwijzer „Ik was tegen-
Gouvemante. Wat zou je doen, Lize, - --
als er nu eens een oude, hongerige man en (Xerl.ege:’ binnenkomt? oij gelegenheid dat de inspecteur uwe in
de’gegeven "om,Undighed^n een aange- die ons 200 h«rl*>k gisch’teS d^k' ^,‘^1^/eSerd
naam gevoel veroorzaakte. r tc ,ou j,em ;ouw pasteitjes eeven d*berichten tegenwoordig niet meer was, dat zelfs bij zeer moeilijke vragen alle
Ik verlaat mij op u, Nonny, zeide uitkomen.” kinderen dc hand in de hoogte hielden
tante en wreef jich de neus. en^lat ieder jongen, dien gij eene vraag
En dat vertrouwen zal gerechtvaar- DOKTERS-WIJSHEID. BOTERLETTERKUNDE. dééd, een goed antwoord geaf.
digd worden, antwoordde ik vol zalving. Een heer koopt met St. Nicolaas in een Tweed? onderwijzer„In vertreuwet.
Op de trappen van het huis werden Dokter. Hoe gaat he’ met den hoest banketwinkel twee boterletters, een J gesproken, dat had ik rldus geregeld gi»
wij door mijn moeder welkom geheeten Heeft mijn recept geholpen (voor nicht Jetje, als men het absolupt hebt zeker niet bemerkt dat eenige kin-
Welkom hier, zwagerinj kom maar **z‘ _?r. ~z‘ zzztzz. - -
spoedig binnen en verkwik je met een muntend, maar van het drankje neem ik Als het ,ufje ze voo» hem op tafel legt omhoog hielden.”
kopje thee. niets in. Een mijner buren heeft mij camil- en inpakt, waagt hij de aardigheid „Ik Eerste onderwijzer „Neen, daarop heb
Goed, maar Nonny tnoet voor mijn lethee gezonden en die heeft mij geheel hoef het jawoord niet meer te halen, juf- ik niet gelet.”
bagage zorgen; twee kollers, een reis- en al hersteld. Jrouw I” En als hij hierop zijn koopje wat Tweede onderwijzer „Dat is j7ist de
zak, een Dokter. Cizin, die the% had ik j»ook -uw onder den arm neemt, roept het juf- grap zij die de vraag niet konden beant-
Ja, ja, tante, ik weet het al, bé- kunnen voorschrijven, als je me maar ge fertje hem lachend na „Breek het maar woorden moesten volgens afspraak de
vestigde' ik en ik geleidde haar naar den zegd had, dat je daardoogjoudt genezen, niet, mijnheer linkerhand omhoog hbuden.”
taittes vergeten zoo iets wel eens
keerde ik naar de woonkamer terug.
Ik zeg daar juist tegen uw moeder,
welk huwelijksgeschenk ik voor u mee
gebracht heb, Ni
Hoe lief en
moeder uit
Gekheid, Karolina, ik ben een ei
genaardig schepsel, maar ik verheug naj
in het geluk van de twee luidjes; -4
waarom zou ik ze laten wachten, tot ill
in het graf ligt? Ik heb een banknoo^
van duizend dollars voor je meegebrachta Amerika stoomschepen gezien heb, wier „ja, dat moet alles behalve aangenaam
M°y’ x I L ia raderen honderd voet middellijn hadden.” dineeren zijn,” sprak de lekkerbek,
.mijne oogen fonkelden. Eenige stemmen „Maar mijnheer Rin- „Zeker, als dat zwaard valt....”
Liefste tante kelberg, ge overdrijft.” „O, neen, dan zou ik mijn hoofd wel
‘...be.b i*‘eedl\*el ”or* ”Wat? Ik overdrij- wat op zij houden, maar als die haar eens
bij je huwelijk een aar- ven met aannemen dat die fa- in de soep viel
ijiu zal ik ja deren honderd voet middellijn hebben, a
de schat u. den Haag hebben ze mij wel geloofd, 0NZE NATIONALITEIT BOVENAL!
-.a „Weet je wat ik mooi van je vind
sprak. zei een Hollander tot een landgenoot,
b die op een Internationaal Congres een
K VERKEERD BEGREPEN. redevoering in 't Fransch gehouden heeft,
vvouuvucu. A-”Ge dwaalt, als ge meent, dat ik „Dat jij onze nationaliteit zoo flink hand-
Tante Pennyroyal lachte, dit zij er thuis niet meer te bevelen hebt dan gij.” haaft. In jouw Fransch hoorde ik voort-
blauw v*n werd. B. „Dat meen ik ook niet, want als durend ons eigen dierbaar Hollandach.”
Wat zeg je toch wel van het idee, de ik mijn echtgenoote iets beveel, dan ge-
.banknoot in het deksel der hoedendoos beurt het, en als gij de uwe tienmaal iets
te leggen en ze netjes te overplakken? zegt, dan gebeurt het niet.”
Toch niet in de. met rozen gebloemde
groene hoedendoos, tante? zuchtte ik.
Juist, Nonny, glimlachte zij, juist.
Emilie] Bemerk je dan niet, dat de oude mo°i begin voor je zijn.
over een L.- --
heeft? Wild liep ik het huis uit Het was
Emilie keek mij vol verwondering
en zweeg. Zij keek net alsof zij een
tie minder rijk was geworden.
Tante Pennyroyal beloofde, dat zij -- ---
ze bruiloft zou bijwonen. Natuurlijk was al mijn zoeken ver- hem wel zou invallen. Na een poosje over
Daags voor het hooge feest reed ik 4eef*ch- Zelfs heb ik tot bedén niet den koetjes en kalfjes gesproken te hebben, pwuun,
--1 arme vodden- moest hij eindelijk bekennen: „Uw ge- mij met kwalijk.,., 'ttswaar.
zicht is mij bekend, maar ik kan mij niet het onmiddellijk moeten
volgenden "dag trouwden wij. Tan- herinneren, waar ik u vroeger gezien heb.” lijkt sprekend op haar,
nyroyal vond het niet geraden, het
van Engeland Maar de geboorte van een tweede kind
net is waar, oat tluntingdon vaak om naar dc koloniën; en onder al de werk- de kleine Cecilia versterkte, de
hooge sommen speelde en meestal won, zaamheden, was de herinnering aan Ma- vrouw in haar besluit, om, het kostte wat
hij betreur- rie spoedig uit zijn geheugen verdwenen, het wil, de kostbare papieren te bewa-
ren, en haar man te dwingen hun huwe-
oprechtheid, dat men zich ver- vriend Huntingdon, dien hij niet meer te- lijk aan zijn hooge omgeving bekend te
maken.
Deze staat van zaken duurde ongeveer
een jaar, toen staakte haar man plotseling
zijne bëzoeken en zij hoorde niets meer
van hem.
Toen een lange vergeefsche afwachting
die droefheid, ellende en teleurstel- verlaten had, riep zij al haar geestkr
Lxt lr, en sterk in de volvoering
in den tijd, dat Charles te medelijden van Charles op te wekken een besluit, wist zij alle hinderpalen uit
i nu het hoofd der voor 't zachtaardige, schoone kind, dat aan den weg te ruimen, talrijke gevaren te
familie éeworden was, trachtte deze het zijn bescherming was opgedragen. boven te komen. Zoo bereikte zij King-
overigc zijner goederen te verkoopen. Hij aarzelde geen oogenblik, steeg te st on juist op het tijdstip der eerste reis
om dan naar Engeland terug, te keeren, paard en reed naar de plaats, die men van Charles Gaunt. Daar hoorde rij, dat
waar hij ook nog een aanzienlijk fortuin aangewezen had. haar man vertrokken was. Ontbloot van
Wij wisten niet, hoe zij in het bezit) ge- bezat in landerijen. Hij vond de ongelukkige vrouw in een alles, ziek, geheel alleen, wist zij niet
Huntingdon grensde verschrikkelijken toestand. Na een tus- meer tot wien zich om hulp te wenden.
1.x» dus natuurlijk schentijd van nauwelijks vier jsren, was Met de wanhoop van een schipbrc-ike-
het hem bijna onmogelijk de schoone Ma- ling, die zich aan een laatste plank van
rie te herkennen in dit magere, uitgeteer- het vaartuig vastklemt, dat «inkt schreef
zelf toezicht te kunnen houden. Daar do de schepsel. - rij aan Charles Gaunt, om hem tc we-
woning van de famdic van Gaunt groo. naar haar toe te komen.
ter was, dan die van mijnheer Hunting- XV Gelukkig behoorde Charles niet tot de-
don. hielden de beide jonge mannen hier genen, op wie men vergeefcch een ocroep
(ewoonlyk hun verblijf. Mane had spoedig het verhaal harer doet; hij deed voor haar alles wat men
Dte rentmeester van bet goed bewoon- ongelukken geëindigd. met goedheid, en geld doen ken, maar