VOOR DE4’ r HET INDISCHE KISTJE I I NAAR HET ENOELSCH DOOR Q J. H. I~~ ‘I 7 xiiiiiiniiimiiiiiiiiiiiiiiiriKiHK iiiHiiniiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiii!:iiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiii( miiiiimiiniimiiuiiix 1 7- 192 1 a E TZZJ UIT DE - MOPPENTROMMEL I NUMMER 18 DERDE JAARGANG ^llllllllllllllllllllllllllllllLHIllllllJlllllllllllllllllllllllllllilIJIIIIIIIIIIIIIIIIlillllllillllJlHHi llll.il.llllllllllllllllllllllllllllX J BESCHEIDEN. In een VERONTWAARDIGING. C blauw van werd. Kunstcriticus. Het portret is uitstekend was, wilde hij haar geschilderd, de teekening zuiver, de hou- *an on- de VERZUCHTING. Mevrouw Rimpelman, een dame van DOKTERS-WIJSHEID. aanzienlijk fortuin XV linkerhand omhoog hbuden.” htt voornemen gehad, maar fes nooit met heid en heb dendoozen.” uw vijanden.” VEEL VERLANGD. AL TE OPLETTEND. Meijer, (de krant lezende) VrouwNef, de advocaat Muller is gestorven, ik moet BOTERLETTERKUNDE. Een heer koopt met St. Nicolaas in een en hoed ontdeden en mijn heetc geurige thee ge- bewaard had, moest nu aan de wet toevertrouwd worden. Zijn nauwgezet langer een ook ik eindelijk de geschiedenis Dokter. Hoe gaat he’ met den hoest banketwinkel twee boterletters, een J gesproken, dat had ik aldus geregeld git ;1’'; (voor nicht Jetje, als men het absolupt hebt zeker niet bemerkt dat eenige kin- Patient. Met den hoest gaat het uit- weten wil) en een A voor haar zusje Anna, dertn de linker- en eenige de rechterhar.c MM-va* wam kat zieat-b./» aaaaam L la ♦■/^l tawv* «.ssLzxzsz- niets in. Éen mijner buren heeft mij camil- en inpakt, waagt hij de aardigheid „fk Eerste ondi mijn lethee gezonden en die heeft mij geheel hoéf het jawoord niet meer te halen, juf- ik niet gelet.' HUISKAMER V v V - - .BESCHEIDEN. onny. A. Juffrouw van Zabelen is toch waarlijk u niet tevredéh zou zijm goed van u, riep mijn eene leelijke vrouw. B. Toch is zij zeer b minnenswaardig, aangezien zij waarschijnlijk uit bescheiden heid zoo leelijk is. leunstoel, terwifl moeder en Emilie baar van mantel zuster met r»*d stond. riet is toch pleizierig een voorname erftante te zijn. Ik ging naar boven en keek naar de bagage, innig verheugd dat de gebloem de hoedendoos ontbrak. Toen ik den schijn van gefioegde, het geluk van benijden, zonder dat men moeite deed de oorzaak er van op te sporen; Charles ver loor, en lachte, evenals zijn vrienden. Verscheidene geslachten achtereen had een onbekende diens familie uitgestrektc eigendommen onderteekend: op het eiland bezeten. Maar na de vrij- lating der slaven had de vader van Hun- VRIJHEID. Gast (tot een kellner in een café te New-York)„Jan, geef de krant” er_, Kellner „Ja, straks, want tante verliet ons, zéér boos, en zij Z«n heb.” een zoutdeelen uitde zee zijn. I -A. v k S t- t» I S Marie had spoedig het verhaal barer doet; hij deed het goed bewoon- ongelukken geëindigd. met goedheid. INTERPRETATIE VAN VIRGILIUS. Professor „Omnis Ascanio cari stat cura parentis. Op Askan alleen is vaders ---L- - ■--U,j slechts in zijn geheele waarde begrijpen, die, als ik, negen huwbare dochters heeft en slechts een onmondigen zoon.” BEDENKELIJK. Snapmeijer „Ik wensch u geluk met uw verloving, amice.” Kratzenberg „Merci, 't verheugt me zeer dat mijn vrienden met mijn keus sympathiseeren.” - Snapmeijer„O, mijn waarde, zelfs Plenum 11® vmwidbn VOlgCllUt Het geheim, dat Charles zoo zorgvuldig j mannen der wet toevertrouwd worden. Zijn geweten maakte er nu niet bezwaar tegen. Nu vernam -J van de' kleine Cecilia. (Slot.) Charles antwoordde niet, hij zag er uit als een man, wien een groot ongeluk overkomen is. Toen wendde hij zich tot mij en sprak: „Mare, ik verzeker ie, dat ik er niet het minste vermoeden van had. Nooit zou ik hebben kumyen denken, dat zij de vrouw van Henri Huntingdon was. Wat heeft zij met mij gespeeld!" „Met een beetje behendigheid," sprak mevrouw Marsch glimlachend, „kan een mooie vrouw heel veel doen. Maar om op mijn vraag terug te komen, Charles, met welk doel kan zij toch naar dit dorp gekomen zijn?" „En dat ik er niets, volstrekt niets van vermoed heb!" riep Charles op ontstel den toon uit! „Het portret.ja, alles wordt mij nu duidelijk." Zwijgend en vol verwondering luister de ik oplettend naar dit gesprek. Charles vergat in zijn verwarring van het oogen- blik. dat de ontdekking, die hem alles op helderde, voor mij een nieuw geheim bij het andere voegde. De oude dame, die zich steeds meer ongerust maakte, zocht de reden te door gronden van het verblijf van mevrouw Huntingdon in dit afgelegen dorp. „Welk een valschheid, welk een vein zerij!" riep Charles uit? den stoel terug- stootend, die mevrouw Marsch hem toe geschoven had. Toen greep hij met een driftige beweging zijn hoed, en voor men hem iets zeggen kon, was hij den tuin ingesneld. In een oogwenk zagen wij hem de planken brug over loopen en naar het Zwitserscbe huisje toesnellen. „Vergeefsche moeite, mijn arme vriend! Denk je dan, dat de v^gel zich zou laten vangen, nu zij gewaarschuwd is? Dat een vrouw, die zoo behendig, zoo stoutmoe dig is, als Mathilde Owenson, geduldig zou wachten, tot haar geheim ontdekt werd? Dan vergist je je, mijn arme Charles! De oude meid haastte zich niet, om- op het luid gcschel van mijn vriend te ver schijnen. loen zij eindelijk de deur open maakte, klaagde zij er over, dat «ij half dood van den slaap was, want zij had den heelen nacht op moeien blijven, om de koffers van haar meesteres te pakken. „Juffrouw Owenson," zeide zjj, „is van- unorg om vijf uur vertrokken en ik weet \ict, waar zij naar toe gegaan is." met Emilie naar het station, om haar af tr,ur*gen troost dat een i te halen. Daar is zij, zeide ik Zie raEer den. •cbfl gevonden heeft, je daar die bruine gestalte, met die roas- n -- sa doozen en doosje?? Pennyroyal vond Die oude vrouw4 met die blauwe huwelijksgeschenk, parapluie, die eekhoorntjeskooi, die vo- tigheid, zeide zij, gelkooi en den kleinen hond? te vernieuwen. Ja. Heb je ooit zoo'n oude heks gezien? Ach, lieve tante, is u daar? Wij waren al bang, dat wij u zouden 1 misloopen. Heel dienstvaardig stelde ik voor. Grinnekend beschouwde de vóór-zond- vloedsche verschijning mijn rozig bruidje. Je bent een lier meisje, kraaide zij en streek Emilie onder, de kin, het is te hopen, dat jij je flink houdt. Zeg Nonny zoo bespottelijk had zij mijn naam veranderd zeg, kijk toch eens naar mijn bagage. Hoor: twee koffers, een reiszak, een lederen handkoffer met koper beslagen, drie hoedendoozen, 't eekhoorntje en den vogel. Pas ook op, dat de koetsier u niet te veel afneemt. De omstanders lachten en mij schoot het bfoed naar het hoofd. Ik zal goed voar alles zorgen, lie- ve tante. Weet je werkelijk alles, Nonny? Twee koffers, een reiszak, een Op dit oogenblik kwam de met mes sing beslagen handkoffer, dien de koet sier vasthield, in onzachte aanraking met „.v.rwn ivuipwuuii, een same van mijn hoofd; ik stiet een zachten vloek omstreeks zestig jaren is ontroostbaar, uit en wreekte mij, door een der drie over den dood harer moeder. Een haver hoedendoosjes, een leelijk kartonnen vriendinnen tracht de smart een weinig ding met donkerroode rozen op groenen te lenigen „’t is stellig een groot verlies grond, dat mij reeds als kind den schrik voor u,”, snrak zij. cp het lijf gejaagd had, in de goot te „Duizendmaal erger dan ge denkt,” v erpcn. zucht de ijdele dame, „want toen zij leef- Ik zag het verdwijnen als een vallende de kon ik nog zeggen „mijn moeder, ,tcr „en dat maakte mij twintig jaren jonger.” Is alles in orde, Nonny? vroeg tante EEN GOED HART, en keek rond naar haar schatten. Alles in orde, riep ik. De paarden trokken aan en tante stiet met haar neus tegen de vogelkooi, hetgeen mij onder IN DE RESTAURATIE. „Jan, die oesters hebben geen smaak.” _8„Hoe kan het ook anders, mijnheer? heft dus de laatste eer bewijzen,’ hij was Het Beeft dii jaar zoo geregend, dat alle ook tegenwoordig bij mijn begrafenis, zoutdeelen uitde zee zijn.’ Mevrouw Meijer Wat spreekt ge daar onzinnige taaiSCHOOLJONGENS-INZICHT. Meijer Pardon, in t vong jaar stiert Een k,naap, die ui de school kwam, er ook een zekere Meijer, toen dacht Mul- overhandigde zijn vader het maandrapporl koetsier betaald had, rijke, oude' erf- Ier dat ik het was en hij bewees mij de van 21in vorderingen laatste eer 't is thans mijne plicht ook rapport is niet heel mooi, Jan bij zijn begrafenis tegenwoordig te zijn. I« hebt maar weinig goede aanteekemngen; ik ben er volstrekt met tevreden over.” ..Ik heb den meester wel gezegd, dat antwoordde de knaap, „maar hij wou het niet veran deren.” EEN ONAANGENAME MAALTIJD. In een gezelschap, waaraan ook een lekkerbek deelnam, werd eens gesproken over het zwaard van Damocles, dat aan Rinkelberg „Ik verzeker u, dat ik in een haar boven ie-nands hoofd hangt. Amerika stoomschepen gezien heb, wier - raderen honderd voet middellijn hadden.” Mijne oogen fonkelden. Eenige stemmen „Maar mijnheer Rin- Liefste tante helberg, ge overdrijft.” Geen denk Ik heb steeds hef voor- Rinkelberg „Wat Ik zSb nemen gehad, u bij je huwelijk een aar- ven Gij wilt niet aannemen dat die dig sommetje te schenken Nu zal ik je deren honderd voet middellijn hebben, tchter ook zegden, waar c T~_ -j Zoo iets wilde ik natuurlijk niet in mijn toen ik van tweehonderd voet middellijn Zak dragen. Da spitsboeven van New- York zijn niet te vertrouwen. Ik heb het verborgen, waar niemand het zal vermoeden. Ha, ha. En erscheidene maanden achtereen, onda-iks al onze nasporingen, zelfs die met beh'd? van de politie, was het ons ónmogelijk tc weten te komen, wat cr van dc dame geworden was, die het Zwit sersche huisje bewoond had. Om zich van het Indische kistje mees ter te maken, dat familiepapieren bera te, en in dc bibliotheek van Charles stond, had Malhildc Owenson, al dif’hel- schc listen gebruikt, die zoo goed ge slaagd waren, door het weinige vc’rfFiu- weh, da! mijn sriend mij beloond had. Wij wisten niet, hoe zij in het bezit ge- komen was van den schat, dien zij be- geerde. Maar ik had mijn eigen l$|eine theorie over dit geheim, en ik dacht dik wijls aan dien warmen nacht, toen ik den dief meende te zien, die het op dc kip pen van onren waard voorzien had. Deze nacht volgde op den avond, dat Mathilde het kostbare kistje gezien had in de bi bliotheek en de Indiërs zijn zulke behen dige dieven. op haar welslagen Voor de uitstalkasten stpnd zij soms urea leag, zoodat mij .van ongeduld en spijt de zu zetdroppels op het aangezicht sle en. En dan, als een mijner kennissen mij ontmoette met tan- hoopte gaf ik voor, dat ik slechte oogen had en ik kocht mij een grooten flap hoed en een blauwen bril, opdat pie- mand mij zou herkennen. Frans trok de schouders op en noemde mij laf. De jaren spoedden heen Het beeld van een goudgelokte „En gel," met blauwe droomoogen en zoete stem vervuld^ mijn ziel. Ik had steeds -geld te trouwen, de gouden lokken van Equlie Watson joegen mijn voornemens op de vlucht^ voer zichzelven een schat, bpzat Emile echter geen penning, ik wilde echter het huwelijk wagen, vertrouwend op tante Pennyroyals erfenis. Ik schreef aan de oude tante een brief vol eerbied kruiperig zou Fraas AU- stond gezegd hebben en deelde haar On ze verloving mede Dadelijk zond zij aan Emile een paar ivoren breikokers en een oud modisch naaldenkokertje en voegde er de opmerking bij, dat Emilie- de kunst verstond een goed stuk brood te bakken. Ja wel, wat zou Emilie van het brood bakken kennen? Wij lieten tante echter in de waan, dat Emilie een kunstenares was bij den broodtrog. Wat moet je tante toch ech eigen aardige dame zijn, Algernon, zejde Emi lie, toen zij het eigenaardige geschenk bekeek. Zij is een tweede heks van Endor, liefste. En je brief vloeit toch over van uit drukkingen van kinderlijken eerbied en dankbaarheid. EEN FRAAI COMPLIMENT. Heer. „*t Is merkwaardig dat sommige menschen met talenten en bekwaamheden begaafd zijn, die men bij anderen te ver- geefs. zoekt. Zoo b.v. versta ik de kunst als ik haar gele- mijne ooren te bewegen.” Dame. „Nu, dat is zoo'n kunst niet, dat kan ieder ezel.”e OUDE SCHILDERS. „Wat een dom men kop schilder jij daar Wie is dat „Het kamerlid X. Hij zal zijn best voor me doen, dat ik een lintje krijg.” „Zoo, dus je wordt decoratieschilder Verscheidene jaren te voren, *?oen Charles nog een zeer jonge man was, had zijn vader hem naar Jamaica gezonden voor zaken, betreffende eigendommen die hij daar bezat. Daar de post van opzichter volstrekt niet paste voor het karakter van Char les, die er toen slechts aan dacht, opi plezier te maken, is het wel te begrijpen, dat hij de plantage van zijn vader spoedig verliet en zijn intrek nam in een der bes te hotels van Kingston, waar hij op een wijze leven kon, ^ie wat meer overeen kwam met zijn smaak. Rijk, jong en slechts de genoegens zoe kend, maakte hij weldra deel uit van beste geftlschappen in de stad en kwam verandering op en, hetzij uit spijt, hetzij dat op intiepien voet te staan met een jon- de eenzaamheid haar verveelde, zij ver gen man Henri Huntingdon genaamd, die anderde van gedrag jegens Huntingdon en hem goed beviel, o^idat hij slechts voor ontving hem met een buitengewone be- zijn genoegen scheen te leven. Maar koorlijkheid. eerst latei^ ontdekte Charles, dat bij de- Als Marie's vader niet plotseling ziek lijk zijn vrouw noemde; dit waren dc wa zen man elk gevoel van zedelijkheid bnt- geworden en UB™„.- brak. Henri Huntingdon werd weldra de ven was, zou deze geschiedenis niet de- ona^cheidelijke makker van Gaunt. Zij zelfde ontknooping gehad hebben, logeerden in hetzelfde hotel, dineerden Marie was dan alleen in deze eenzame aan dezelfde tafel, maakten samen tocht- woning achtergebleven, en toen Charles jes te paard en waren voortdurend in el- er heen ging om haar met dit zware ver- kanders gezelschap. li(( fe condoleeren, vond hij het De intieme omgang veroorloofde Char- leeg, les spoedig het verkeerde in het karak- H< ter van zijn vriend te ontdekken, maar de ondeugden behoorden tot dezulke, welke lieden van makkelijk vergeven. DUBBELZINNIG. Dokter X behandelt een rijken patiënt met even groote zorgvuldigheid als onge! lukkig gevolg. De zieke overlijdt. Acht dagen later ontvangt de exsculaap een *‘3en zilveren inktkoker met de volgende inscriptie „Uit dankbaarheid van de familie N.N.” (Monoloog van een kunstenaar) „Als EEN GOED MAGISTRAATPERSOON er nu oorlog komt, is mijn fortuin ge- Twee welgedane boertjes uit verschil-"" r»-_ itj van mijn uitgever !«nde dorpen komende, ontmoeten elkaar dubbel salaris op’voorwaarde dat ik hem in den spoortrein bij Arnhem. elke week drie veldslagen lever.” „Laatst,', vertelt Joris, „toen er bij ons LOFFELIJKE GETUIGENIS. „Je hebt zeker wel gehoord, melieve,' yzeide de eene dame tot de andere, „dat Amanda met Arthur gaat trouwen „Dat weet ik,” was het antwoord, fjj „maar wat ik niet begrijpen kan, is, dat heeft een zoo verstandige vrouw met een man „De hemel bewaar me,” roept de andei wil trouwen, die zoo dotn is dat hij haar verschrikt, „bij ons laten wij hem altoos ten huwelijk vraagt.” v.;; -l -j EEN WETENSCHAP IN DISCREDIET. „Wie is die heer daar, die zoo sluipend woordig bij het examen op uwe school, en verlegen binnenkomt?” t/ „O, dat is er een van het meteorolo- richting bezocht en ik moet cn j gisch bureau. Die schaamt zich omdat kennen dat ik niet weinj Lize. Ik zou hem jouw pasteitjes geven, uü komenh”Cn tegenwoort^e n,et me€f or u, spi „Duizendmaal erger dan ge denkt, vallende de kon ik nog zeggen ware geechie- u ongetrouwde tan- jörg gwidih’ Dri veT heerenf zaFhij haar hoc- Zij vertelde, dat Henri kort na dan dood van haar vader haar voorgesteld had te trouwen, hij had er bij gevoegd, dat dit huwelijk eenigen tijd gehzrn moest blijven, ter wille van een rijke bloedver wante, die hij ontzien moest Zij huwden daarop. Marie was met deze verklaring tevre den en trachtte haar afzondering in een eenzaam huis te verdragen, waar haai man haar bij lange tüsschenpoozen kwam bezoeken. De geboorte van een kind, dut slechts enkele maanden leefde, bracht wat aflei* „-BL ding in haar eenzaam leven, en er vcrlie- deze vreemdelingen met plezier omdat pen twee jaren, eer Marie, die haar leven gebracht werd, en nam de kleine lijk in verzet k en Huntingdon aan. een man van eer KAZERNE-BLOESEM. Onderofficier (tegen Neen, maar zulke dom Een predikant, die wel eens wat ver- zijn jullie, de hoorns ontl mij, ner gemeentel: iUu. afzoeken om den verloren schat, den te nemen dus trad hij naar haar toe, gaf schaduw voortreffelijk... 'land en knoopte in de verwachting, dat haar naam de recruten.) kerels als VERSTROOIDHEID.» bent, heb ik nog nooit gezien kameelen -- -■ - -- -zijn jullie, de hoorns ontbreken u slechts. Wat ben je toch een lief gansje, mW a*n? Dat geld zal een strooid was, ontmoette op zijn wandeling L 3i_„ J-. Maar, mijn een meisje, dat hem bekend voorkwam. UIT DEN REGEN IN DEN DROP, groot vermogen te beschikken hemel, waar loopt ®e jongen naar toe? Meenende dat zii een dochter van een zij- Wild liep ik het huis uit. Het was mij, ner gemeenteleden t..”_L iBu» nw alsof ik al de straten der stad moest niet voorbij loopen zonder notitie van haar ding bevallig, het koloriet, het licht en de ---- - --maar waarom schat, dien ik- zoo lichtzinnig had weg- haar de hand en knoopte een gesprek met heb je zoo'n fameus leelijk model geno- k geworpen!_ Duizend dollars! haar aan, in de verwachting, dat haar naam men f” Kunstschilder, ’t Is mijn zuster. Kunstcriticus O, pardon,neem 1:—'*5-ik had zien.... u niet het onmiddellijk de een gedeelte van hef huis, met zijn eenige dochter, een mooi meisje van ze ventien jaar, dat hij nog niet lang geleden van het eiland St. Domingo teruggebracht had, waar zij bij vrienden een opvoeding ontvangen had, zoo volledig als de hulp bronnen der kolonie het toelieten. Het is niet te verwonderen, dat dc beide jonge mannen, bij hun bezoek aan hun planta ges niet verzuimden, ook Marie, de doch ter van den rentmeester te gaan begroe ten, en eenige oogenblikken bij haar te vertoeven. Het jonge meisje, dat toen in den vol len glans harer schoonheid was, ontving deze vreemdelingen met plezier omdat pen twee jaren, eer Marie, die haar on- daardoor wat afleiding in haar eentonig geduld niet langer bedwingen kon, open leven gebracht werd, en nam de kleine lijk in verzet kwam. oplettendheden van GAnt en Huntingdon Toen eerst begoöpen werkelijk haar met blijkbaar welgevallen aan. ongelukken, want fienri nad volstrekt Charles, die een man van eer was, had geen lust zich in hef publiek te vertoonen het als een misdaad beschouwd genegen- met een vrouw, wier schoonl^id hem on beid in het hart van dit onschuldige me is- verschillig geworden was en wier lage af- je op te wekken, want hij gevoelde niet komst hem vernederde, volgens zijn mee genoeg voor haar, om van zijn positie in ning. Hij bezocht haar nu nog minder er de wereld afstand te doen en haar te als hij kwam, vielen er gewoonlijk trouwen. Hij staakte daarom zijn bezoe- voor, die met een hevigen twist eindig- ken bij den rentmeester en als hij bij toe- den. val Marie ontmoette, toonde hij zich veel Henri bleef standvastig bij zijn weigc- minder vriendelijk, dan gewoonlijk. ring, en Marie, die vast besloten was, zich Het jonge meisje merkte spoedig deze niet langer aan zoo'n behandeling te on- j L-.-u ..u k-.-n derwerpen, dreigde hem te dwingen haar jon- de eenzaamheid haar verveelde, zij ver- voor zijn wereld openlijk als zijn vrouw te erkennen. Zij bezat haar huwelijksakte, haar trouwring, brieven, die hij haar ge. schreven had en waarin hij haar natuur- binnen enkele dagen gestor- penen, waarvan zij zich tegen hem wild» xus-ai_ -i-« j__ bediénen. Het was het ongelukkigste denkbeeld, dat in haar op kon komen; want haai man, die bemerkte, dat zij geestkracht en wil genoeg bezat, om haar bedreiging ten - lies te condoleeren, vond hij het huis uitvoer tc brengen, verzuimde geen en- De intieme omgang veroorloofde Char- leeg. kele gelegenheid, om zich van deze be et jonge meisje was verdwenen. Ner- wijzen meester te maken, die tegen hc< maar gens een spoor. aangevoerd konden worden. Persoonlijk ging hem deze gebeurtenis Zij leefde afgezonderd van dc bewoonde de wereld elkander ge- niets aan; maar haar vader, een oude, centra, beroofd van alle hulpmiddelen. - - trouwe dienaar van de familie, had cp Huntingdon begon weldra haar te ic;tcn, Wat gaf het ook eigenlijk, dat Hun- zijn doodsbed een brief geschreven, waar- door haar van alle weelde te berooven, tingdon rich somtijds zoo bedronk dat in hij de bescherming van Charles inriep, -waarmede Hij haar tot nu toe omringd hij door zijn vrienden thuis gebracht voor zijn verweesde dochter. Deze deed had, en weigerde haar bijna het allernoo- moest worden? Deze aanhoudende on- daarom moeite, te weten te komen, wat digste. Hij bediende zich van alle wreede matigheid vervreemden hem niet van cr baar -‘az, ir.zar het 'c- :JJ-' J1- hen, integendeel zij vermaakten er zich lukte hem niet, haar -poor te ontdekken, mee en Charles Gaunt was niet strenger T dan de anderen. Het is waar, dat Huntingdon vaak 1 J hij was zoo opgeruimd weigerde haar bijna het allernno- er van haar geworden was, maar het ge- middelen die zijn geest kon uitdenken, L __7_7om Mare te dwingen, zich naar zijn wil te Eenige jaren verliepen. Charles maakte schikken. twee of driemaal dc reis van Engeland Maar de geboorte van een tweede kind naar de koloniën; en c-dcr z! J--’- J- !,!- -’**- was de herinnering en L, r de zijn aanhoudend succes met zoovrcl Hij dacht ook weinig meer aan zijn ouden Huntingdon te rug had gezien. Daar ontving hij op zekeren dag geheel onverwacht een brief van de dochter van den rentmeester, door tusschenkomst van persoon, deze brief was Marie Huntingdon.'’ Deze weinige', bijna onleesbare regels, haar de zekerheid schonk, lat hij baar maar die droefheid, ellende en teleurstel- verlaten had, riep zij al haar geestkracht tingdon langzamerhand al zijn landerijen ling uitdrukten, waren voldoende om het te hulp, en sterk in de volvoering van verkocht en i Jamaica aankwam, die overige zijner goederen te verkoopen, dan naar F hij ook nog De plantage van aan die van Gaunt, het was dat de beide jongelieden samen nu en dan hun verblijf in de stad verlieten, om op tafel legt digheid „Ik reis- en al hersteld. .frouw En als hij hierop zijn koopje wat Dokter. Oizin, die the$ had ik j» ook nsw onder den arm neemt roept het juf- grap zij die de vraag niet konden be»nt- den zegd had, dat je daardoo^joudt genezen, niet, mijnheer zicht is mij bekend, maar ik kan mij nie herinneren, waar ik u vroeger gezien heb.” „O, mijnheer, ik ben uw nieuwe werk- dat door mijn nala- t^id,” was het antwoord. zeide zij, verloren gegaan was, Mijn nalatigheid! Zij moest eens we ten! Maar zeker heeft de koetsier geklapt, Emilie noodigde dadelijk Frans Allston tot bezoek uit! De erfenis was verloren. De moraal van deze al te denis is: Behandel uw gehuichelde voorkomend- zelfs eerbied voor Ach, lieve hemel, als ik toch maar eens een miniitt een rustig uurtje kon hebben GEGROND MOTIEF VAN DROEF- m“kt- Dan" krijg ik van i...... ---- HEID dubbel salaris op voorwaarde dat ik hem in “*n spoortrein bij Arnhem. op het dorp dat opstootje was, liep de bur gemeester den heelen dag met zijn insigne om 1” dat?’^lgn€'r<XPt ^ochem uit’ "wat - ^le ke,t‘n8> dl< hij om zijn hals „De hemel bewaar me,” roept de andei Twee welgedane boertjes uit verschil- loslcopen, hij doet geen mensch kwaad 1” UIT DE SCHOOL. Eerste onderwijzer „Ik was tegen- Gouvemante. Wat zou je doen, Lize, - -- als er nu eens een oude, hongerige man en (Xerl.ege:’ binnenkomt? oij gelegenheid dat de inspecteur uwe in de’gegeven "om,Undighed^n een aange- die ons 200 h«rl*>k gisch’teS d^k' ^,‘^1^/eSerd naam gevoel veroorzaakte. r tc ,ou j,em ;ouw pasteitjes eeven d*berichten tegenwoordig niet meer was, dat zelfs bij zeer moeilijke vragen alle Ik verlaat mij op u, Nonny, zeide uitkomen.” kinderen dc hand in de hoogte hielden tante en wreef jich de neus. en^lat ieder jongen, dien gij eene vraag En dat vertrouwen zal gerechtvaar- DOKTERS-WIJSHEID. BOTERLETTERKUNDE. dééd, een goed antwoord geaf. digd worden, antwoordde ik vol zalving. Een heer koopt met St. Nicolaas in een Tweed? onderwijzer„In vertreuwet. Op de trappen van het huis werden Dokter. Hoe gaat he’ met den hoest banketwinkel twee boterletters, een J gesproken, dat had ik rldus geregeld gi» wij door mijn moeder welkom geheeten Heeft mijn recept geholpen (voor nicht Jetje, als men het absolupt hebt zeker niet bemerkt dat eenige kin- Welkom hier, zwagerinj kom maar **z‘ _?r. ~z‘ zzztzz. - - spoedig binnen en verkwik je met een muntend, maar van het drankje neem ik Als het ,ufje ze voo» hem op tafel legt omhoog hielden.” kopje thee. niets in. Een mijner buren heeft mij camil- en inpakt, waagt hij de aardigheid „Ik Eerste onderwijzer „Neen, daarop heb Goed, maar Nonny tnoet voor mijn lethee gezonden en die heeft mij geheel hoef het jawoord niet meer te halen, juf- ik niet gelet.” bagage zorgen; twee kollers, een reis- en al hersteld. Jrouw I” En als hij hierop zijn koopje wat Tweede onderwijzer „Dat is j7ist de zak, een Dokter. Cizin, die the% had ik j»ook -uw onder den arm neemt, roept het juf- grap zij die de vraag niet konden beant- Ja, ja, tante, ik weet het al, bé- kunnen voorschrijven, als je me maar ge fertje hem lachend na „Breek het maar woorden moesten volgens afspraak de vestigde' ik en ik geleidde haar naar den zegd had, dat je daardoogjoudt genezen, niet, mijnheer linkerhand omhoog hbuden.” taittes vergeten zoo iets wel eens keerde ik naar de woonkamer terug. Ik zeg daar juist tegen uw moeder, welk huwelijksgeschenk ik voor u mee gebracht heb, Ni Hoe lief en moeder uit Gekheid, Karolina, ik ben een ei genaardig schepsel, maar ik verheug naj in het geluk van de twee luidjes; -4 waarom zou ik ze laten wachten, tot ill in het graf ligt? Ik heb een banknoo^ van duizend dollars voor je meegebrachta Amerika stoomschepen gezien heb, wier „ja, dat moet alles behalve aangenaam M°y’ x I L ia raderen honderd voet middellijn hadden.” dineeren zijn,” sprak de lekkerbek, .mijne oogen fonkelden. Eenige stemmen „Maar mijnheer Rin- „Zeker, als dat zwaard valt....” Liefste tante kelberg, ge overdrijft.” „O, neen, dan zou ik mijn hoofd wel ‘...be.b i*‘eedl\*el ”or* ”Wat? Ik overdrij- wat op zij houden, maar als die haar eens bij je huwelijk een aar- ven met aannemen dat die fa- in de soep viel ijiu zal ik ja deren honderd voet middellijn hebben, a de schat u. den Haag hebben ze mij wel geloofd, 0NZE NATIONALITEIT BOVENAL! -.a „Weet je wat ik mooi van je vind sprak. zei een Hollander tot een landgenoot, b die op een Internationaal Congres een K VERKEERD BEGREPEN. redevoering in 't Fransch gehouden heeft, vvouuvucu. A-”Ge dwaalt, als ge meent, dat ik „Dat jij onze nationaliteit zoo flink hand- Tante Pennyroyal lachte, dit zij er thuis niet meer te bevelen hebt dan gij.” haaft. In jouw Fransch hoorde ik voort- blauw v*n werd. B. „Dat meen ik ook niet, want als durend ons eigen dierbaar Hollandach.” Wat zeg je toch wel van het idee, de ik mijn echtgenoote iets beveel, dan ge- .banknoot in het deksel der hoedendoos beurt het, en als gij de uwe tienmaal iets te leggen en ze netjes te overplakken? zegt, dan gebeurt het niet.” Toch niet in de. met rozen gebloemde groene hoedendoos, tante? zuchtte ik. Juist, Nonny, glimlachte zij, juist. Emilie] Bemerk je dan niet, dat de oude mo°i begin voor je zijn. over een L.- -- heeft? Wild liep ik het huis uit Het was Emilie keek mij vol verwondering en zweeg. Zij keek net alsof zij een tie minder rijk was geworden. Tante Pennyroyal beloofde, dat zij -- --- ze bruiloft zou bijwonen. Natuurlijk was al mijn zoeken ver- hem wel zou invallen. Na een poosje over Daags voor het hooge feest reed ik 4eef*ch- Zelfs heb ik tot bedén niet den koetjes en kalfjes gesproken te hebben, pwuun, --1 arme vodden- moest hij eindelijk bekennen: „Uw ge- mij met kwalijk.,., 'ttswaar. zicht is mij bekend, maar ik kan mij niet het onmiddellijk moeten volgenden "dag trouwden wij. Tan- herinneren, waar ik u vroeger gezien heb.” lijkt sprekend op haar, nyroyal vond het niet geraden, het van Engeland Maar de geboorte van een tweede kind net is waar, oat tluntingdon vaak om naar dc koloniën; en onder al de werk- de kleine Cecilia versterkte, de hooge sommen speelde en meestal won, zaamheden, was de herinnering aan Ma- vrouw in haar besluit, om, het kostte wat hij betreur- rie spoedig uit zijn geheugen verdwenen, het wil, de kostbare papieren te bewa- ren, en haar man te dwingen hun huwe- oprechtheid, dat men zich ver- vriend Huntingdon, dien hij niet meer te- lijk aan zijn hooge omgeving bekend te maken. Deze staat van zaken duurde ongeveer een jaar, toen staakte haar man plotseling zijne bëzoeken en zij hoorde niets meer van hem. Toen een lange vergeefsche afwachting die droefheid, ellende en teleurstel- verlaten had, riep zij al haar geestkr Lxt lr, en sterk in de volvoering in den tijd, dat Charles te medelijden van Charles op te wekken een besluit, wist zij alle hinderpalen uit i nu het hoofd der voor 't zachtaardige, schoone kind, dat aan den weg te ruimen, talrijke gevaren te familie éeworden was, trachtte deze het zijn bescherming was opgedragen. boven te komen. Zoo bereikte zij King- overigc zijner goederen te verkoopen. Hij aarzelde geen oogenblik, steeg te st on juist op het tijdstip der eerste reis om dan naar Engeland terug, te keeren, paard en reed naar de plaats, die men van Charles Gaunt. Daar hoorde rij, dat waar hij ook nog een aanzienlijk fortuin aangewezen had. haar man vertrokken was. Ontbloot van Wij wisten niet, hoe zij in het bezit) ge- bezat in landerijen. Hij vond de ongelukkige vrouw in een alles, ziek, geheel alleen, wist zij niet Huntingdon grensde verschrikkelijken toestand. Na een tus- meer tot wien zich om hulp te wenden. 1.x» dus natuurlijk schentijd van nauwelijks vier jsren, was Met de wanhoop van een schipbrc-ike- het hem bijna onmogelijk de schoone Ma- ling, die zich aan een laatste plank van rie te herkennen in dit magere, uitgeteer- het vaartuig vastklemt, dat «inkt schreef zelf toezicht te kunnen houden. Daar do de schepsel. - rij aan Charles Gaunt, om hem tc we- woning van de famdic van Gaunt groo. naar haar toe te komen. ter was, dan die van mijnheer Hunting- XV Gelukkig behoorde Charles niet tot de- don. hielden de beide jonge mannen hier genen, op wie men vergeefcch een ocroep (ewoonlyk hun verblijf. Mane had spoedig het verhaal harer doet; hij deed voor haar alles wat men Dte rentmeester van bet goed bewoon- ongelukken geëindigd. met goedheid, en geld doen ken, maar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 8