NAAR SIBERIË VERBANNEN
DE VIOOLSPELER.
a.. aieo W
‘'ö-bs„.io™. ■“-"■»»»• -1-
I
„Deze som," begon hij, „brengt gij
Dien middag verscheen hij biet aan de
tapijt behangen was, stond een met ivoor
hermelijn, marter en vos, daar de verkoop
fel in betrekking alsook de verwisseling
„Wien behoort de villa die tegenover
muziek daar weder gehoord
Nahyda bereikte gezond en in goeden
zijn dagelijks zwakker wordende gezond-
enz., enz. Nahyda bleef
levensbaan
durende den zomer in een stad in 't Zui- ik dankte het toeval waarop ik mij
zijn gebiedster, en reeds een
i woor-
zij met
den grond
lang niet meer bewoond werd. De ven
sters der bovenste verdieping waren met
ten volle het geluk het te zijn. Weldra
i vernemen.’’
de verbanningvan haar vader
De prinses, geroerd door het verhaal
Eindelijk begoïhet te schemeren en
het wu- -
te rijn. Relinda
de vrai
dit vreeselijk verbanningsoord voor mis-
7_—j en politieke gevangenen, te ver
trek ken.
De arme
hij kon bij te staan en hunnen toestand
zoo dragelijk mogelijk te maken.
Terwijl Nahyda en 1
Wellicht zien wij elkander eenmaal weder.
Heb nogmaals dank voor den mij be
wezen dienst, waarvan gij de waarde
niet beseffen kunt.”
Ten opzichte van dezen brief, in ver
band met hetgeen ik had bijgewoond had
ik een gewaarwording alsof er een molen
rad in mijn hoofd omdraaide.
De herfst spoedde ten einde. Ik ver
trok weder naar huis. Ben menigte zaken
waren gedurende mijne afwezigheid on
afgedaan blijven liggen. Ik moest mij met
allerlei werkzaamheden bezighouden en,
nfc
die geheimzinnige muziek,
om op weg.
Reeds na enkele dagen
men niets dan uitgestrekte ijsvelden en
verschillende malen verkeerde hun leven
in ernstig gevaar.
be- haar prinses Irubeszxoi, ais
ikig weldadigste vrouwen der stad.
leur van oiuerie, wmwum., D«u wigtuut.. .„„.B~-r—-
menschlievend man, die zich met haar doorwonde voeten naar het burgerlieden
„Nu, goeden nacht, goeden nacht F’
Ik verliet het geheimzinnige huis.
innering aan
avonds dit herinnerde ik mij nauw
keurig, toen ik die muziek hoorde, stond
- doch de ruimte
daarachter was niet verlicht.
„Wie woont er toch in het vijfde huis
van den toren af gerekend „achter den
muur”, vroeg ik op zekeren morgen des
kellner toen hij mij mijn koffie bracht.
„De oude, krankzinnige violoncellist
Engel.”
„Krankzinnig j
„Nu ja, zoo moet men tenminste iemand
noemen die zich uit alle kwartieren heeft
kruisten de wegen en daar het er aan
schouwburgen en theaters met ontbrak,
was het ’s-avonds op de straten als uit
gestorven.
Reeds meermalen had ik geluisterd
naar een zielvol spel op de violoncel,
hetwelk weer klonk uit een huis „achter
zoo noemde men de
de harp spelen,” vi
Nu vroeg de oantuer mq wat ik ver
langde. Ik droeg hem mijne verlangens
voor, en, vergiste ik mij, of was het wer-
een straal van vreugde ver
lichtte dat marmerkoude gelaat.
„Voor hoe lang meent gij het kapitaal
Liszmann, en gij laat het b$wijs omtrent schuldbekentenis die de boekhouder ge-
de storting voor dit bedrag in de zaken schreven had en door den patroon onder-
tcekend was.
Ik verheugde mij reeds in het voor-
-van op 't nvddaguur, mijn raad-
sdachtigen vriend ue afloop der zaak
mede te deelen, waaraan hem zooveel
Langs het donkerroode tapijten behang-
sel hingen voortreffelijke schilderijen, smeekenden blik aan, dat ik hem beloofde gelegen scheen te liggen,
feuilles met kostbare platen lagen achter geven, en den bankfer te verzoeken, haar table d’höte.
-- _j Des namiddags werd ik tot het vallen
cripten bedekt was, kenteekenen van zaken op te nemen. van den avond door mijn bezigheden
letterkundige werkzaamheid. jOp een f’
„Ik was ongesteld.”
Het bleek gelaat van mijn buurman
strekte tot bevestiging zijner woorden.
„Des te meer verheug ik mij nu over
uw herstel maar wat hebt gij op het
hart
„Wij moeten elkander zonder het bij
zijn van getuigen spreken. Hebt gij dezen
middag niet een uurtje vrij om mij te
bezoeken
Nu had ik weliswaar dien middag wil
een uurtje vrij, doch wegens het geheim
zinnig spel lag er mij veel aan gelegen,
juist tegen den avond in zijn woning te
komen, zoodat ik hem mijn leedwezen
te kennen gaf, dat mijn tijd dien namiddag
bezet was. k
„Maar den heelen avond ben ik tot uw
dienst,” zeide ik.
„Den avond,” herhaalde hij en zag
voor zich neer. „Welnu, kom dan heden
avond,” zeide hij na zich een tijd lang
bedacht te hebben. Ons onderhoud wilde
ditmaal niet recht vlotten. Engel verwij
derde zich dan ook zeer spoedig om de
hem nog noodzakelijke rust na het eten
niet te verzuimen, doch voor hij heen
ging zeide hij
„Ik zou haast vergeten, mijn woning
aan te duiden.”
„Dat behoeft niet," gaf ik hem ten
antwoord, „gij woont „achter den muur”
in het huis tegenover de villa van Lisz
mann.”
Het ontging mij niet, dat hij bij het
hooren van dien naam bleeker werd dan
hij reeds was.
Ik kon den avond nauwelijks afwach-
ten.
Wat ik ook bij de hand nam, de na
middag wilde maar niet eindigen, ten
slotte wierp ik alles ter zijde en besloot
een wandeling te doen.
Hoewel ik een andere richting had
ingeslagen, bevond ik mij toch plotseling
midden in de bedoelde voorstadeen
aantal wegen, die naar buiten de stad
voerden, kruisten elkander, langs een naar het instrumentkistje daar te oor-
daarvan was ik teruggekeerd. deelen, is ook de muziek u een welkom
Het was zeer onaangenaam, zonder gezelschap.”
eenig bepaald doel rond te dwalen. Uit „Zij is mijn troosteres,” viel hij mij
vele tuinen klonken lachende stemmen snel in de rede „doch laat mij tot de
hier en daar zag ik dames op koffievisite hoofdzaak, de reden van mijn verzoek^
en ik kon door de omheining heen, zonder om eens bij mij te komen, overgaan."
moeite de dames met haar ruischende
kleederen zien wandelen. Ik sloeg een overzijde op
zijpad z~ z~zzzz br.“d ih i; echter hem, ~zzzZ 1--
den tuin van bankier Liszmann waar ik kende tonen vernomen. lijden te kennen geeft. Midden door het
„Op de harp,” herhaalde hij en zijn stuk heen Uet het spel der harp xich
ijzeren traliewerk, stem sidderde. hooren. Van welk een vreugde spraken
„Zeker, hoor slechts.” die tonen-
Wij luisterden beide. De overgang van zijn eigen spel in kwam en daarmede alles wat daarop be-
Welk een machtigen, ik zou bijna dat van een ander en de ineensmelting trekking had mij weder zoo levendig voor
poortje opmerkte, dat weinig of in 't ge- zeggen, bovenaardschen indruk de mu- van beide mofeven verkondigden de den geest stond, alsof het eerst gisteren
—7 JJ T - ..._J was.
bijna geheel bedekt onder de neerhangende de uitoefenende hand niet zien, onder- rende oogen voor mij zag staan. Waar hij zich tegenwoordig herinrierf
takken vin een esschenboom, die in den vond ik in dit oogenblik levendig. „Nu, goeden nacht, goeden nacht F’ mocht, of zijn omstandigheden nog steeds
hoek van den tuin groeide. Daardoor Het was een klagend adagio, hetwelk Ik verliet het geheimzinnige huis, dezelfde zijn, of hij nog in verre lande
huis niet medegerekend, één verdieping
bouwen, als woonplaats aan. Gel kig weldadigste vrouwen der stad. hoog, doch blijkbaar het elegantste uit
wfas de gouverneur van Siberië, Watchiki, Den volgenden morgen sleepte Nahyda den omtrek. Het onderhuis scheen door
een edel en menschlievend man, die zich met haar doorwonde voeten naar het burgerlieden van -den ouden stempel
trachtte de ongelukkige familie zooveel paleis van de prinses. bewoond te worden, want achter de
1 De minzaamheid en goedheid, waar- vensters hingen van_die kleine gordijnen,
dragelijk mogelijk te maken. mede deze haar ontving, brachten het de vensterruiten slechts ten halve
haar moeder 't jonge meisje er toe, haar al de bijzonder- bedekten, vroeg.r algemeener dan thans
kleme lan,e grond verzorgden, begaf heiTen van de verbanning van haar vader diel toenonloochenbare kenteekenen
Tzermko/ zich geregeld op jacht naar te vertellen.w„en van z|kefe gegoedhtlA Omzichtig
'naar binnen ziende, vielen mij de be
stoven, ouderwetsche meubelen in het
oog en weldra overtuigde mij de gansche
te zijn bij het ongeoorloofd binnenvoeren
zijner waren. -
Toen Tzernikof te Niktin geplaatst nieuwen keizer. Mijn plan is mij naar St.
werd, beproefde hij ook dezen door mid- T----
„Ik Spreek i
het algemeen,”
Josselin i
heid te verbergen,
zich weer verraden had.
„Het ia zoo'n wonder niet, dat wij met
niemand nog kennis gemaakt hebben,
omdat wij ons altijd hier laten bedienen.
Maar als n wil zullen wij voortaan
bij de anderen in de groote eetzaal gaan
dineeren."
„O neen, neen! Daar ben ik volstrekt
niet op gesteld,” antwoordde haar moe
der levendig. En zacht voegde zij er aan
toe: „Trouwens, zij zijn misschien reeds
vertrokken.”
„Waarlijk, moeder, u heeft iemand op
bet oogl Van wie spreekt u toch?”
Mevrouw Josselin voelde een oogen
blik een warmen blos op haar wangen,
maar daar zij zich jn haar eige
den gevangen zag, antwoordde
haar oogen onafgewend naar
gekeerd, om haar dochter niet in verle-
beer en mevrouw De Lésigny."
fWordt voortgezet.)
Toen ik mij eemge jaren geleden ge- „cvcnais ik aacnt ik oq mq zeiven en
durende den zomer in een stad in ’t Zui- ik dankte het toeval waarop ik mij ver-
den ophield, was het een van mijn ge- laten had, dat ik weldra scheen te zullen
liefde uitspanningen ’s-avonds te gaan slagen.
wandelen. Overdag was het er te druk, „Ik heb uw gezelschap twee volle
van de talrijke dagen moeten missen," zoo zette ik het
vruchteloos peirie ik er over hen in be
trekking t— ----
echter inderdaa de een of andere be-
het spel, aarmede zij elkander
Nahyda wilden hem niet verlaten en
ri van Nik
tin, dié hem weenend uitg leide deden.
Onder keizerin Katharina II van Rus
land, U N.kda, cca ztadje, gclzzcn
in het gouvernement van Katherinoslav,
een c---J.
een man van een onbesproken levens
wandel. Tevreden met zijn ambt, Toen zij de i
vervulde hij zijn plichten met een ijver traden, keken de
en iF
zeiden ziet. Hij leefde gelukkig met
vrouw en eenige dochter, Nahyda
was c--
zijn eerlijkheid, als om zijne rechtschapen
heid geacht.
Een koopman te Cherson, een stad
aan de monumg wü-vjxa:, waz ----
geslaagd verscheidene ontrouwe douane- de vier jaar leefde de verbannen familie
beambten over t --r>„ „lr„„ daa Nahvda
UWA F -- - - W
i tot haar vader zeide „Verscheidene Rusland.
malen hoorde ik reeds spreken van den St. Petersburg was spoedig bereikt.
p™. L üi; -Z. Tzernikof werd dadelijk bij den keizer
iJvi niid- Petersburg te begeven, mij aan de voeten ontboden, en om hem schadeloos te stellen
del van geld te bewegen zijn verboden van den edelen vorst te werpen en gerech- voor het geleden onrecht, schonk de vorst
handel oogluikend toe te staan. Maar tigheid voor u af te smeeken. Sta mij toe, hem een zeer belangrijke betrekking.
Tzernikof wees met verontwaardiging o dierbare vader, dit voornemen ten Tzernikof leefde nog langen tijd in terrein en een der personen,
'tvoer te brengen. vrede te midden der zijnen. Nah; J‘ —c—
Tzernikof maakte allerlei bezwaren voelde zich, indien het kon, nog gelukki- maar hoe Dat moet gij aan het toéval
ger dan voorheen, daar God haar kind"
lijke trouw zoo rijkelijk beloond had.
en Tzernikof betreurde het
alleen, dat het hem niet gegeven was zijn
--te icun.
ketje banknoten duidelijk, dat ik niet zinnige
den, prijkte* met marmeren beelden.
1
verwijderd, «ltsprong een fontein, wier mijn tegenwoordigheid vergeten te heb- zoo veel dat mij onverklaarbaar was, had
Ik bracht een
„Wees zoo goed mij te volgen.”
Wij verlieten nu het kabinet en traden
---1 en ik ontving de
gij laat het b$wijs omtrent schuldbekentenis die de boekhouder ge-
aartgenamen indruk bracht op uw naam ter hand stellen.”-
S--„Maar mijn vriend....”
„Doe het, al ware het slechts ter wille uitzicht
van mijn tafelbuurman.
De huisschel weerklonk, de deur werd
géopentflen Engel kwam mij halverwege
de trap tegemoet.
Het vertrek dat hij bewoonde, had ik ars-
in dat huis niet vermoed. Het was hoog toon van een gebed, zoodat ik inderdaad in mijne zaken te laten T"
---- „Ik heb het vooreerst niet noodig en
ik stel het in uwe handen omdat ik weet
naar dat het hier het beste belegd is beschouw
j of ’t u toebehoorde voor een
van den rijkdom des bewoners, doch
tevens van diens fijnen gelouterden
------- t ’fnetal toen zij, na elkaar weder ge-
eerder tot zijn doel langs doornige paden, vonden te hebben, vernamen, dat het
dan langs wegen, bestrooid met rozen. Nahyda gelukt was, gerechtigheid en
en huvpiliau tv WMVSWVM, 0MS%> .Ondertusschen beklom Alexander I bevrijding voor haren vader verworven
de monding der Dnieper, was er in den troon van Rusland in 1801. Geduren-
Tzernikof werd dadelijk bij
groptere kamer, in wier midden
vleugelpiano stond.
Welk een
dit kabinet op mij te weeg. Het was niet
groot, maar zoo aanlokkelijk, zoo gezel-
lig, ik weet er geen bekend woord voor, van de harpspeelster.”
Langs het donkerroode tapijten behang- Engel zag mij daarbij met zulk een
landschappen, zeestukken groote porte- de som als mijn eigendom te zullen ti
de schrijftafel, die met boeken en manus- tegen billijken interent voor mij in de
- -1 van zaken op te nemen.
-----------• Op «en Nauwelijks had ik de belofte gedaan of verhinderd Engel te bezoeken. Eindelijk
klein hoektafeltje dat met een*kostbaar hij wierp zich aan mijn borst. was ik vrij, ik snelde naar zijn huis, schelde
t „Dank, duizendmaal dank; vrees niet aan, wachtte eenigen tijd, waarop ik
en zilver rijk versierd instrumentkistje, dat het gemis dezer som mij hindert. Ik nogmaals schelde, doch alles bleef stil
waarin ik de violoncel vermoedde, voor ben rijk en op dit oogenblik besef ik eerst en de deur werd niet geopend,
het venster dat achter het gordijn ver- t
borgen was, een bloemtaféltje en op 't zult gij alles
„Een voorwaarde moet ik evenwel teruggekeerd
maken.”
„Welke?”
„Veroorloof mij’ u de schriftelijke be- digheden noodzaken mij voor eenigen
der Alpen gezien, hij had de rivieren be- toevertrouwde
varen, had de bevallige plaatsen aan de
oevers daarvan bezocht en hij had een
geruimen tijd in groote steden doorge
bracht.
„Zij zijn mij,” zeide hij,„thans in
mijn eenzaamheid aangename souvenirs.”
„Naar de piano in het zijvertrek en
gordijn
„Er is *n brief voor u bezorgd," zeide
-- de kellner, toen ik weder naar bet hotel
midden der tafel een glazen bak met „Een voorwaarde moet ik evenwel teruggekeerd was.
goudvisschen. maken." De brief was van hem en luidde I
De schilderijen gaven de eerste aan- „Welke?” „Waarde vriend. Dringende omsta»
leiding om een gesprek aan te knoopen. „Veroorloof mij' u de schriftelijke be- digheden noodzaken mij voor eenigen
Mijn onbekende vriend had alle wonderen kentenis ter hand te stellen, dat den mij tijd op reis te gaan. De bewuste zaak, is,
a< l.j a. u. eigendom is. gelijk ik weet, naar wensch afgeloopen.
„Wil hij dié som niet in zijn
zaken steken, want het’ blijft altijd
van zijnentwege een welwillendheid wan
neer hij het geld neemt, dan geef ik het
u natuurlijk terug."
„Ja dan," zeide hij, „doch onze zaken
zijn spoedig afgehandeld, morgenochtend
vroeg zult gij het doen, niet waar, gij
belooft het mij immers
„Op mijn woord.”
„De harpspeelster zal er u voor dan
ken.”
Nu ’P*e,Ide En!?f'','en Phanttsie met ^etgeea ik nooit de her-
„Hoor ik niet iemand ginds aan de ”n ttroolqk motief. Men had haar voor innenng aan die geheimzinnige muziek,
--- ---- K .roegik de vtefde afdeeling eener symphome mijn vrjend Engel en aan mijn zonder-
zijpad in en opeens bevond ik mij achter hem, want ik had inderdaad de welbe- u"ne" ”ouden dle8 M [let linge schuldbekentenis was bijna mé
de villa aan de achterzijde zag liggen. De
hooge omheining van
was z«o begroeid, dat men er niet door
heen ton zien. Ik ging de omheining
langs, toen ik aan den hoek egn klein
verzocht het ingelegd kapitaal persoon-
1 ver
oorloofd buiten de interest ook mijn
t•-I
hij niet verlangen kon dat ik die betalen
zou.
„Mijn roman,” zeide ik, na dien brief
waren,
naderde zij be langer hoe meer mijn
eelaa^duideli; zien, ofschoon tot mijn reeds zoo dikwijls van de straat beluis-
6 -j - - j a.i u-u «ju. •••-,
heugde, doch waarvan de melancholie personen nauwkeurig op
,lr„mij heden zoo sterk aangrijpt,1 dat ik u Het gelaat r-
Zou zij de jarpspeelster zijn? Maar nadrukkelijk om opheldering verzoeken iets goedhartigs te kennen en voor het te"zijn", eni zoodot
hoe komt zij in tot mijn tafelbuurman moet. Neem mij niet kwalijk dat ik zoo oogenblik scheen hij zich over het een of naderen, v
in betrekking De dame sloeg een zijpad onbescheiden ben uw levensbaan te ander te bekommeren zijn blikken ben. Maar
niet konden vqen. Ik zette mijn wan- aanvoeren, doch ik heb daaromtrent een hem lag, heen en weer. De bankier, een këer’d isT"
A.t;na voort, leeds hielden die beide voorgevoel dat ik u nog eens J------- --
gewischt.
Er waren reeds twee jaren verloopen
toen bij het doorzoeken mijner papieren
het bewuste stuk mij weder in handen
machtigen, ik zou bijna dat van een ander en de ineensmelting trekking had mij weder zoo levendig*^voor
Ktel nat gebruikt wanthet was ziek op de ziel teweegbrengt, wanneer wij meesters, waarvan ik er een met schitte- geschied
takken van een esschenboom, die in den vond ik in dit oogenblik levendig,
hoek van den tuin groeide. Daardoor Het was een klagend adagio, hetwelk
heen kon men eenigszins de ruimte over- met een zeldzame kunstvaardigheid aan Toen ik mij weder op mijn kamer be- rondzwerft “^‘teë.'.Jëës.Vrd **ii* in~riïn
Zien. De trajpen, die paar de villa voer- 't voortreffelijk instrument werd ontlokt, vond, werd het mij eerst door het pak- huis achter den muur-' «n nf de <reh^n.
den, prijkte* met marmeren beelden. Engel zat met gezonken hoofd en ketje banknoten duidelijk, dat ik niet zinnige -
Uit het bassh, eenige schreden van daar gevouwen handen naast mij, hij scheen gedroomd had, doch dien avond werkelijk wordt?
«ruiëch de stilte vwbrak. Juist wilde ben. De onzichtbare musicienne e.nd*gde gezien «^gehoord.;
1O°jXXhg?Hok van de Johann-
Lgf gestalte; slecht, «en zw.k mosje bmnXad. ^Hij niet van hem, maar ns da
•X -ben^e om t Xk adagtoMton^men. Hij rindigd. met
fiSKifS ^enUik^d^na antwoordde de harp wit haar, ^m^^eerste bttek- heiden
--J gr iag een groot boek vobr den patroon lijk te komen lossen. Hij had zich
.annacl-,™»", vw.vvu Ut lULVXXSl WI 1111)11
„Ga zitten," zeide hij, „ik ben terstond reiskosten in rekening te brengen, daar
tot uwe dienst."
Intusschen had ik gelegenheid beide
te nemen. 9-unw
van den ouden man gaf gelezen te hebben, „schijnt in twee deelen
--- -1 een ontknooping te
waarnaar ik nu nieuwasgierig
z wat zal ik beginnen met het
geld, ingeval mijn vriend niet terugge-
In de eerste plaats moest ik mij op reis
begeven.
Om des te spoediger het doel mijner
trein. De laatste nevelen van den morgen-
2 op en de toppen der
twee verwijderde bergen gloeiden reeds
in de stralen der zon, toen de trein voor
het stationsgebouw der stad B. stil hield.
Weldra schitterden de kruisen op de
A AV* u* nv* w www ---9
elk aanbod van de hand, zeggende uitvoer te brengen. -
„Of gij in ernst of slechts in scherts Tzcrtihcf zuzhte
spreekt, nooit zal ik er in toestemmen haar jeugd, hare zwakte, de moeilijkheden
om tegen mijn plicht te handelen. Ik van den tocht, enz., enz. Nahyda bleef
verzoek u dus, mij geen verdere aanbie- nochtans bij haar besluit, gesteund door
dingen te doen, die u tot oneer strekken haar moeder, die niet ophirld z!
en mijn geweten mij verbiedt in te wil- haar echtgenoot te herhalen
ligCn i *T***d,
Kwaad door den tegenstand, dien hij vertrekken, God geeft haar deze gedachte
-r beschermen."
Eindelijk, na rijpelijk te hebben nage-
Welnu, mijn kind, ga dan dat de
1 en godsdienst
strekken en m^ge C-
aan pni» rumuuu, Kuiu.^„„B Verscheidene andere
keizerin Katharina, vergezeld van een straftijd was geëindigd
brief, waarin hij Tzernikof erg belasterde. Rusland terug. Nahyda
De prins overhandigde dit schrijven aan hen. Gesteund door
uin gebiedster, en reeds een week daarna liefde stdk zij met hare reisgenooten de de plantsoenen wemelden
Op het oogenblik dat ik mij zeiven dus
vragen deed, bracht mijn bediende mij
vnj onrustigen en slape- een brief. Het stempel was uit de stad
t i Waar ik Engel had leeren kennen.
- - - na!n het Juist sloeg de klok van de Johannes- Verheugd eindelijk eens iets van mijn
Een zwart zrien kleed omsloot haar rq- instrument, een violoncel, er uit, en toren negen uur, toenik het hotel verliet, vr.-nd te vernemen brak ik haasrin
ïwak ^jogje geelde claarop een meesterlijke phantasie en eenige oogenblikken later het kabinet brief
haar zwarte die men inderdaad een antwoord op het van den bankietr Lizmann binnentrad.
haar bleek adagio kon noemen. Hij eindigde met
galaat nog bieker te doen schijnen. Zij een bevredigend slotalkoord en een
scheen de n«n, die daarop geschreven evenzoo als wilde zij zeggen „Ik dank houder en de oudste zijner bedienden,
te bestdeeren. Hoewel langzaam, u, ik ben tevreden gesteld.” F' a.-
I „Vriend," riep ik uit, „ik bid u, wat opengeslagen,
schuilplaats, ik kon nu het schoone beduidt dat geheimzinnige spel, dat ik
leedwezen ni< haar oogen, die, door terd heb, welks elegie mij vroeger ver
laagt wimpei overschaduwd, op het l.._„d.r
muziekblad wien geslagen. mij heden zoo sterk aangrijpt,'dat ik
mijn tafelbuurman moet. Neem mij niet kwalijk dat ik zoo oogenblik schéén hij zich over het een of
lo in......-‘"■J - uw levensbaan r *- nsaeren,
in van den tui: waar mijn blikken haar kruisen een grond daarvoor kan ik niet zwierven onrustig op het blad dat
tlltl AVMWVI. --- -fc—Iwa» ---- -
deling voort, leeds hielden die beide voorgevoel dat ik u nog eens van dienst man van hooae vestal te met koel.
personen mijngedhchten bezig, doch gelaatstrekken, waaruit de minst u
TerW” ,k.*prak M de violoncel rechtvaardigen trots, die van het geld
ecuic, --„OphelderingWaartoe zou die dienen, trast. vormde een merkwaardig U-’ wenschen te ^ken7ging”ik’^
£h£t7p^ WIkh:^ ^««n^enhhande^tJenovetee^nkouwtig^"'
schenen te antwtrden, duidelijk. wenkte mij met de hand. De boekhouder Ted het b™k “iicht
--- 3 „Verspil verder geen verzoek aan mij, nam het onder den arm en v.h i.
rerd avond, keerde naar de stad doch beantwoordt mij een vraag zoudt kabinet. verliet het
„Die villa met balkon
„Ja."
„Den bankier Liszmann.”
„A propos, zou ik met dien gekken
violoncellist niet in kennis kunnen komen?
De kellner lachte. „Gij zijt zijn buur
man aan tafel,” zeide hij, „zoo lang gij
hier woont, en gij hebt u dikwijls met
hem onderhouden.”
Met deze woorden vertrok de kellner.
Nu lachte ik overluid. Mijn tafel-
te hebben. buurman was toch zoo oud met, hij kon
Zonder uitstel verlieten zij het land nauwelijks twee en dertig jaar zijn, en
en vertrokken naar ook niet gek, want zijn onderhoud, dat
op elk gebied thuis was, bewoog zich zoo
geestig, zoo vrij gemanierd als men zelden
aantreft. Langzamerhand hadden wij
vriendschap voor elkander opgevat.
Nu kent gij, zeide ik tot mij zeiven, het
- nu zult gij
vrede”'te~~m:dden~ der” zij'nen. Nahyda ook achter het geheimzinnig spel komen,
ger dan voorheen, daar God haar kinder- overlaten. Den dag dat mij de kellner
lijke trouw zoo rijkelijk beloond had. dle mededeeling gedaan had, alsook de
De koopman te Cherson was reeds lang beide daaropvolgende dagen, verscheen
•hield al snikkende gestorven en Tzermko betreurde het mijn buurman den vi„den
geweten mij verbiedt in te wil- n-«ntg«K«t te ne= kwam ik later aan tafel, toen reeds^
ontmoette, antwoordde de koopman nq ’Endehjk na rjjpelijk te hebben nage- Dp VIOOLSPELER t0Ch heb ‘k °P
d*Dlt zal u eens berouwen man, niet dacht, zeide Tzernikof tot zijn dochter t VIUUL!»rtl-tr' hart, waarvan niemand anders dan gij mij
l^tTmTCZdiien." -Welnu, mijn kind, ga dan dat de-verlossen kunt.”
En uit wraak, zond deze deugd en godsdienst u totbewaarders mij eemge jaren geleden ge- „Evenals ik”, dacht ik bij mij zeiven
rrnuwelooze man belangrijke geschenken strekken en m$ge God u geleiden durende den zomer in een stad in 't Zui- ik dankte het toeval waarop ik mij ver-
SS^riS Fothukin, een ’gunsteling van Verscheidene andere gevangenen, mer
Katharina vergezeld van een straftijd was geëindigd, keerden naar
^rid waarin hTr^mi kof erg belasterde. Rusland terug Nahyda *°«8d« ach bq
n. mJm overhandigde dit schrijven aan hen. Gesteund door haar kinderlijke
Niktin, om Tzernikof sombere eenzame vlakten van Siberië bezoekers en sierlijke rü'uigen door- «esnrek voort
zorg dragen,
Zij deelden baar geluk en vreugde van
ieder oogenbiik, maar bewamueu haar
leed in haar hart om _het geluk van den ^eP betreurd door de inwoners
a, ----na
Na een lange en vermoeiende reis, maanden vol ontberingen
Eerst bij haar aankomst bezweek zij
een oogenblik, tengevolge der uitgestane
utn gauAuicu vermoeienissen. In een herberg binnen-
ééne gedachte, gedragen, viel zij bewusteloos op een Op zekeren morgen, nadat ik den avond
1 —7.^ T’- "siuren kwam zij te voren wederom met genoegen naar
echter weer bij en maakte zij de hotel- dat muzikale duo geluisterd had, nam ik
F eens nauwkeurig op.
■uwtonda haar genegenheid. De Lésigny m hechtenis te nemen. De eerlijke man over. Te Tobolsk hield men eemge dagen
jupzthië'k gc ctfs’l' ÏUTt>ar nn 0s»d 111A10 hpf HcW»! VJfl ha2f
verlangens
niet ongevoelig voor dit alles
iag van de Lésigny, maar toch had ijke intrige, uuui utn awpuiau ..v.„~...
I huwelijksaanxoek afgeslagen. Wat Cherson tegen hem gesmeed nochtans hare voeten tot bloedens toe doorgeloopen
mevrouw 1Aa noAmkte» rla? tzznrt>n pn rii met fTTOOte mOCltC
w«aa«eaa vm «a,
B __j voorwaarts kon, wilde zij geen oogenblik den muur”
Hij vroeg dus zich te mogen verliezen. En als bijwijlen een t
zich Van haar i
zij tot zich zelve ^„Het nngmuur stonden en, wat te meer op
is een 1---
politieke gevangenen, te ver- Moed dus, moed Hoeveel ben ik mijn
ouders niet verschuldigd I Ik zou niet
«riuv Tzernikof was gedwongen waardig zijn, den naam van mijn vader
hieraan gevolg te geven. Zijn vrouw en te dragen, indien ik ook maar één oogen- verstaan,
blik verwaarloosde zijn bevrijding te houd met elkander te voeren. Het slot
vergezeld door hen verliet hij de stad, verhaasten.” van dit muzikaal gesprek werd gevormd
»t.<. Eindelijk bereikte zij St. Petersburg, door korte volzinnen, die even als een
i een afstand van 1000 mijlen in 8 „siaap wej klonken.
a anoi t a te hebben Ik had het huis, uit hetwelk de zonder-
politiedienaars, Tobolsk, de hoofdstad een oogenblik, tengevolge der uitgestane instrument zelf was iets ongewoons
den en het was haar meer dan eens de- van Siberië. Gedurende den ganschen vermoeienissen. In een herberg binnen- vroeger met zoo nauwkeurig beschouwd.
Lwd. det rij die onverwacht en plotoe- tocht, had Nahyda maar CL
iuit had. hare ouders op te beuren en hun smarten stoel neder. Na eenige
a— kwam het dan ook dat zij, al had t« lenigen. C- - -
Toen zij op de plaats hunner bestem- houdster bekend met het doel van hare bet gebouw zelf eens nauwkeurig op.
den mmg waren aangekomen, wees men den reis zij vroeg om raad, daar zij niemand Hef was> evenals de overige, het onder-
jjj bannelingen een klem huisje, omgeven in de hoofdstad kende. Deze nqemde - -
Fee door een stuk land, dat zij konden be- haar prinses Trubeszkol, als een der
Den volgenden morgen sleepte Nahyda
van de prinses.
waa haar
iteeda een geaot ia elkander» gezelschap
‘j was L 7 '7
de Lérigny, maar toch had
de réden daarvan wa», kon
Josselin niet raden, maar t
xij, dat haar weigering met onherroepe
lijk sou zijn. Nelson de Lésigny was c 'L
ter blijkbaar niet van die meening
had een andere gehuwd.
Gelijk geen van hen die met elk inder daalders
verbonden rijn en voor —Sanders geluk
zorg dragen, zoo hadden „ok Relinda en
haar moeder geen'geheimen voor elkaar,
ieder oogenblik. maar bewaarden haar
ander niet te etoreh. De kracht om spijt
en droefheid te verbergen bezat Relinda
die een vast karakter had, ten veile.
Haar zwakke moeder echter slaagde er
niet altijd in, haar gevoelens te verber
gen on het was baar meer dan eens ge-
zij zich ook stellig voorgenomen niet het
eerst over de Lésigny te spreken, den
volgenden morgen opeens uitriep:
had nooit kunnen denken, dat men twee
dagen onder hetzelfde dak vert teven
kon zflkder elkander te ontmoeten."
„Waarvan spreekt u, moeder,” vroeg
Relinda bedaard.
Bj zag niet dat haar moeder een blik
sloeg op het vreemdelingenboek, dat
haar omtrent het verblijf der jongge
huwden te Biarritz ingelicht had.
van de hotelbewoners :'q
»meen n verbéterde mevrouw vu wa, .w—r o-
wijl zij trachtte haar verlegen- de*er pelterijen in Rusland een belang- van dit lijden, begaf zich oogenblikkelijk
verbergen. Zij voelde dat zij r’>ke tak van koophandel uitmaakte, tot den keizerlijken raadsheer, om hem
t verraden had. ^aar helaas, al te spoedig kwam er de zaak van Tzernikof aan te bevelen.
zoo'n wonder niet dat wij met verandering in hun levenswijze. Watchi- Zijn papieren werden aan een nauw- gesteldheid van het vertrek dat het sedert
nod kennis deméakt hebben werd naar St- Petersburg terugge- keurig onderzoek onderworpen en als lang niet meer bewoond werd. De ven-
roepen en zijn opvolger deelde geenszins een bewijs van schuld vond men den - -
zijn edele gevoelens. Op last van den pas verraderlijken brief van den koopman te ^ode” wou7n”“gördijnen''’gMlote’n des
benoemden gouverneur moesten Tzerm- Cherson.
kof en 20 andete bannelingen zich naar Hij ondervroeg Nahyda, die hem alles
Mangarea begeven, een klein plaatsje, meedeelde, aangaande de lasterrijke aan-
honderd mijlen van Tobolsk gelegen tijging, waarvan Tzernikof het onschuldig het eene venster open,
in een streek van sneeuw en ijs. Hoe slachtoffer geworden was.
zwaar hun dit ook viel, toch onderwierpen Het rechtsgeding werd opgemaakt en
Tzernikof en zijn familie zich gelaten de keizer gaf bevel den banneling zonder
aan de nieuwe beproeving en vertrokken, uitstel terug te roepen.
Met moed verdroegen zij de moeilijk- Toen Nahyda dit vernam, was zij op
heden van dezen langen tocht, te midden het toppunt van geluk. Door de prinses
der eeuwige sneeuwvelden van Baraba naar den edelen Alexander geleid, dankte
j7.. .ü~u„k i. «n Tomsk. zij hem persoonlijk, terwijl zij tranen van
1 ld zii t Eindelijk kwamen zij te Séniseitsk aan, vreugde stortte over de redding van haar
héér Jotfen'onafgewend naar den grond alwaïlr e«n |joopman hen vriendelijk oqgelukkigen vader, die thans zou terug
gekeerd otn haar dochter niet in verle- ontv,n8 en hen to«stond veertien .da«en ke*ren' -
genheid te brengen: „Ik dacht aan mijn- !n zl|n wonln« t~ve” °m ach van D* «d«lmoe<bge vorst hief haar vol uitgefiedeld.”
-n. Tx.u...'. hunne vermoeienis te herstellen. goedheid op, zich tot de prinses wendend? „Dat is dus de reden,” zeide ik, doch
Na een weinig op krachten te zijn sprak hij „Ik ben overtuigd, dat er een
gekomen begaf men zich in sleden weder- groot onrecht aan de ouders van dit jonge mi) zcYcn ^at er icts ^^eti
meisje is gepleegd ik zal trachten' goed achtCT scheen te steken met de violoncel
ontwaarde te maken, al wat jegens hen misdreven staat de geheimzinnige villa zonder twij-
is.” f
Den volgenden dag ontving Nahyd^ van kwartier, zoo die al heeft plaats gehad"
-- een keizerlijk schrijven, waarin bevolen „Wien behoort de villa die tegenover
Onder keizerin Katharina II van Rus- Eindelijk, na ongehoord lijden, kwamen werd haar zoo spoedig mogelijk tot haren het huis ligt,” vroeg ik weder,
lend, leefde Nikrin, een «radje, gelegen zij te Mangarea aan. Daar werd hen even- vader te voeren. De'gouverneur-van Si- -■ -
1 inoslav, als te Tobolsk een kleine woning aange- bené kreeg last Tzernikof oqmiddellijk
'douane-beambte, Tzernikof genaamd, wezen, met een stukje land, om in hun in vrijheid te stellen en hem op kosten van
levensonderhoud te voorzien. den keizer op eervolle wijze naar St.
Toen zij de nederige stulp binnen- Petersburg te doen terugkeeren. Hij was
■vuiae nq zijn puvuivu me. «vu .j»«. --- vrouwen elkaar treurig vrij.
nauwgezetheid, zooals men die slechts a»n, en braken zij in tranen .jut. Tzerni- ---v
i—xa-met Z1jn kof toonde niet de minste verslagenheid, welstand hare ouders. Ónmogelijk de
iw en eenige dochter, Nahyda en „Houd moed," zei hij tot zijn echt- vreugde en het geluk te schilderen van
door al zijn medeburgers, zoowel om genoote en dochter. „Dikwijls komt men het --
MZ«a ----
rmpathiek geworden; Zij had- werd in de gevangenis geworpen, waar stil. Maar ongeduldig het doel van haar
verlangen» en bet wa» hun hem zelfs het noodzakelijkste ontbrak, reis te bereiken, vervolgde het jonge
De ongelukkige begreep zeer goed, dat meisje alleen haar weg. Niets was in
- t het gevolg was van ten schande- staat haar te doen besluiten ook maar een
ijke intrige, door den koopman van enkelen dag-rust te nemen. Hoewel
4 »_*- t --A-L I A J-
troostte hij’zich met” de gedachte, dat waren en zij slechts met groote moeite
wel gelóëfcte zijn onschuld spoedig aan het licht zou - L..., ild.
komen. Hij vroeg dus zich te mogen verhezen. En als bijwijlen een <oort huizen, die door kleine omheinde gras-
ech- rechtvaardigen. Maar men tooi de hem ontmoediging zich Van haar meester velden gescheiden, achter den ouden
hij het bevelschrift om dadelijk naar Siberië, maakte, zeide l" ,.„o_r
i .i. a heilige P]‘^hb dien i^volbreng^ merkelijk was> wanneer het zweeg ant
woordde uit de villa daartegenover een
harp. De spelenden schenen elkander te
en door die tonen een onder-
terug en weldra stond ik voor het huis gij de harpspeelster ginds een dienst
- - willen bewijzen
„Eiken dienst dien gij verlangt.”
„De Hemel zij gedankt dat ik u heb kelijkheid,
mogen aantreflen.”
Engel sprak deze woorden bijna op den
en al wat ik er zag, getuigde al aanstonds in koortsachtige opgewondenheid den
J... a— - Ultsiag van jit tooneej afwachtte.
Mijn raadselachtige vriend was t
smaak. het zijvertrek gegaan, nu keerde hij terug het geld als
„,Hoe dank ik u dat gij gekomen zijt I en telde op de tafel de aanzienlijke som onbepaalden tijd.”
Wilt u mij volgen naar mijn studeer- van 100.000 gulden uit.
vertrek?” „Deze som,” begon hij, „brengt gij Wij verlieten nu h
Wij begaven ons daarheen door een zelf naar het kantoor van den bankier het kantoor binnen
■‘‘i een