Ei
Inft
VOOR DE
GEDWONGEN H ALT
NUMMER 19
MOPPENTROMMEL
1’;
n.
>ciiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:!iiiiiiii;iiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiii:!iiiiiiiiiiiiiiiiir iiiiiiiifii;iiinii iiiui.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiS
DERDE JAARGANG 1923
hield ^mefigen mijnerzijds te Indoor- 0.
-r-- -- ---
MAJESTEITS-SCHENNIS.
In de groote salon gebruikten wij de wegens majesteits-schennis?" vroeg de dig
iffie. Flaar «tnnd ham ander. Erl
HUISKAMER
DE HOOFDROL.
Iemand zond zijn loopjongen naar de
S
S
EEN SOLIED DIERTJE.
waar papa het
zamen
ze
twee kind van arme doch eerlijke ouders. Dat
„Gij hebt Frandska gezien? Voor dat
groote erfetri s haar had,
woord lokte het andere uit, hij vertelde
wanneer hij betaalt.
fSIaë volat
góden besloten hebben mij op het
i*1: 2 r
dood mij ook achter de kachel
kamer binnentrad „eenige oogenblikken
t met tf
Relinda
toon.
„Jawel
en 01
tot dan toe hai
wat 1
gaarne
en energiek handelsman, die oageveer
van haar jaren was. Zijn flinke, maan*-
het huis dat Engel bewoonde.
Ditmaal werd voor mij de deur ge
opend door een oude juffrouw, die ik her
kende als de huishoudster, zooals die mij
DE HOOFDZAAK.
Vader (de courant lezende) „Als het
’aarop met grcote
-even staat„Geneer u met
1 schenken ik kan immers
publiek leest, lacht en de
(■maakt uitmuntende zaken.
ik mij op weg naar de villa van Liszmann.
Het was lente en het weder was zoo
schoon als men dat maar zou kunnen
wenschen. Nimmer zal ik den heerlijken
aanblik der tuinen met de bekoorlijke
villa’s tusschen het ontluikend groen
vergeten ook het park van den bankier
scheen als het ware door een sluier van
bloesems bedekt te zijn, waaronder men
zij geëindigd had, want ik verbeeldde
mij onwillekeurig dat mijn vriend, even
als toen, zou
echter natuurlijk niet.
Toen ik den bankier eindelijk verliet,
moest ik hem beloven voor mijn vertrek
mijn bezoek te herhalen.
buigingen van
zich innig over -
op het einde van
ipgeruimd Relin<U ook was,
lad zij n<
mevrouw Josselin
zij haar ‘ochter ook bij zich haar óverkwam. En had zij niet
dat zij aan trouwen nog niet c
kende de eersten die naar de hand
te helpen met al mijn krachten.
Het hek voor de villa van Liszmann
was gesloten. Een koperen handje duidde
de schel aan. Ik schelde en terstond
daarop verscheen er een oud man, die
het hek opende.
„Wees welkom mijgheer....” en hij
noemde mijn haam.
Nu nam ik hem nauwkeurig op en ik
ter kende hem ook. „Zijt gij niet de
ooekhouder,” vroeg ik hem.
„Geweestnu ben ik de kassier van
blijf van
Toen
zelligheid
allergunstigsten invloed uit te oefenen,
want een ieder dien ik ontmoette, scheen
mij vroolijk en vergenoegd toe. Ik
ZOO VRAAG, ZOO ANTWOORD.
Een ez-burgemeester vroeg aan de
ritz aan te komen.
Het was in Biarritz, nu ongeveer vijf-
en-twintig jaar geleden, L.
der en moeder hun wittebroodadagen
PRACTISCHE OPLOSSING.
Een onderwijzer gelastte zijn leer-
opstel te maken over het thema
der luiheid”. Toen het opstel
-jde
der leerlingen een onbeschreven
EEN GOED VOORUITZICHT.
Directeur van het tuchthuis (tegen twee
boeven, die de gevangenis verlaten)
„Zie zoo, jullie zijn nu vrij, ik hoop nu
maar dat je nooit meer terugkomt.”
Een der boeven „We denken er niet
aan om terug te komen, doch hoogst
waarschijnlijk zal men ons wel terug
twe<
- *14
Relinda begon met het uitpJF ken van
_j valiezen, die juist binnvz^'ebracht
werden. Aanstonds naderde hao r moe-
echtgenoot tiert korte jaren na
2*;, o sn tweede echtver-
evena ms door den dood
toen kw -m het onverwacht
een onmetelijk fortuin, dat haar en
dochter een 1 üeuw bestaan ver-
Waarom niet," zeide mevrouw Jos
selin, zonder zich rekenschap Ie geven
van hetgeen Relinda daarmee voorhad.
Zij zette echter groote oogen op toen
haar dochter haar van een reia naar Ita
lië sprak. Vrouwen alleen zich naar een
vreemd land begeven, waarvan zij noch
de taal noch gewoonte kennen! Kind, la
ten we wijzer zijn!"
„Pardon ma, ik ken Italiaanach," zei
Relinda zacht Onvermoeid had zij zich
op den kennis van de moderne talen toe
gelegd en na enkele jaren was zij het
Engelsch meester. De schrik, waarmede
haar moeder sprak, deden haar glim-
1 Mar
torens, net reeds zoo vroeg ontwaakte zijn voor dien middag, dat een weigering
__T,
de menigte der op het stationsplein ver
zamelde omnibussen en vigelanten.
Met eer kloppend hart sloeg ik de
straat in door de eenige poort die men als
een gedenkteeken uit vroegere tijden
voor afbraak verschoond had, en ik be
gaf mij naar het hotel dat ik twee jaar
geleden bewoond had. Toevallig was
dezelfde kamer die >k toen gehuurd had
weder vrij. Toen ik dat vertrek weder
binnentrad gevoelde ik mij als iemand
die slechts een wandeling rondom de stad
gemaakt had de twee jaren waren in een
paar uren veranderd.
„Woont de bankier Liszmann nog op
dé markt,” vroeg ik den kellner, dien ik
reeds van vroeger kende en die nog in
het hotel diende.
„Neen ,'hij doet thans geen zaken meer,
maar hij bewoont tegenwoordig zijn
villa nu, hij kon ook van geluk spreken I” om aan mijn verlangen te voldoen,
„Hoe dat een
hij niet onduidelijk te kennen gaf dat dit
geluk door een onverwachte gunstige
gebeurtenis opnieuw bevestigd was. Hij
sprak van 't genot, om, ontheven van
wisselvallige zaken, hier in de vrije na
tuur te kunnen leven aan de zijde zijner
dochter, voor wie hij het als een des te
grooter
Ne doen wat’haar het leven zou kunnen
veraangenamen hoe meer
Tot mijn bevreemding, voleindigde
hij den volzin met.
Juist in dien tijd verscheen de boek
houder met het geld, banknoten zooals
ik gegeven had. Ik ontving het geld en
overhandigde hem zijn schuldbekentenis.
Ik wilde vertrekken, doch de bankier
verzocht mij zoo dringend zijn gast te
pleizier doen u te zien. Gij hebt.pst,”
viel hij zichzelven plotseling in de rede
en hij bewaarde het stilzwijgen.
Was de man, die mij als een oud vriend
ontving, de bankier van twee jaar geleden,
welk wonder had dan dat eens zoo koele f™
en stugge gelaat zulk een gunstige vee- gespeeld. Ik legde een bijzonderen
SCHERP.
„Ik verzeker u, lieve vriendin, dat de
heer Onverstand een ggvaarlijk persoon
gaarne hoor bespelen.”
Met een bevallige buiging stond zij op
II ----a-" "A u, -- cn nd
„Hoe dat een kori praeludium speelde zij hetzelfde
„Men hoort daaromtrent allerlei zaken stuk dat ik toen uit de kamer van mijn
vriend gehoord had, doch met de bevre- „Artis”, de een, een alleszins solied per-
van Touraine. dia echter vóór de groote
erfenis nooit naar haar hadden omgeziA
doorbrachten, en wat was het sinds die want het vreetpdelingenboek vertocode vrijheid." Op haar reis van Lissabon naar Ko-
dagen veranderd! Haast in elke straat de namen: mijnheer en mevrouw de ,,En wat versta jij onder het genieten penhagen had zij op bet dek
oemerkte zij veranderingen, die haar er Lésigny. Angelaine. Zijn moeder '(ras van je vrijheid," had haar rao
aan herinnerden, dat ook zij veranderd reeds langen tijd overleden, blijkbaar stig gevraagd, want zij vreesde
was en talrijke gebeurtenissen elaandi
waren opgevolgd sinds de dagen dat zij logeerde.
die stad voor het eerst doorkruist had. „Als nu Re
EEN UITNOODIGING.
De weldadigheid wordt dikwijls door
zeer zonderlinge middelen opgewekt. Zoo
thans een blinde bedelaar te Parijs
7 op de borst, w;
letters ges<'
mij een soa
AFKOELING. aen.”
Auteur „Hebt u mijn laatste boek blinde bed<
reeds gezien, juffrouw Amanda F’
Amanda „Is u dan boekbinder''
,11, IMoUv Viv vva rv sjuiaasll/»
onder mijn voeten Hektor sprak tot Andromache, als de
góden besloten hebben* mij^ op het slag-
verrassea.
lijke landen staat met gewoonlijk later
op. Volgens gewoonte deed de dochter
het woord, ze vroeg teil kamer met twee
bedden, een toiletkamer en een salon,
alles op de eerste vei dieping met uit
zicht op de zee.
Nauwelijks hadden d e dames bij het
venster plaats genomen, of een kamer
meisje verscheen met het vreemdelin-
genboek. Relinda zette zich even aan
tafel neer en schreef met' sierlijke hand:
„Mevrouw Joselin en haa r dochter, me
juffrouw Relinda."
Daar zij gedurende en!iele jaren een
reizend leven leidden schr even zij nooit
haar woonplaats in het b->ek, ofschoon
zij een landgoed buiten To iraine en een
kleiner verblijf in het centr.sm van Parijs
waarop hadden. Maar sinds jaren waren zij niet
meer gewooo fwee maanden in hetzelfde
huis te vertoeven; de winter werd in
Nizza, Spanje en Italië door'febracht. de
zomer in een der landen vim het Noor
den. Thans kwamen zij uit
Was het een genoegzame red
In de laatste vier jaren hadden zij zoe
goed als geheel Europa en de Noordelij
ke kusten van Afrika bezocht, zonder
dat Belinda's dorst naar reizen en avea-
turen verzadigd was. Verlangend als zij
was om alle kunstwerken, alle wonderen
der natuur te bezichtigen, vond Relinda
de oude wereld niet groot genoeg en
hoopte mettertijd den ganschen aardbol
te leeren kennen. Zij had van verre een
uitbarsting van den Vesuvius gezien; zij
had de ruinen van Pompei en de geisers
van Ijsland bezichtigd. Eens waren zij
en haar moeder bij een carnaval in Rome
aanwezig geweest, het jaar daarop in
Nizza.
Daar zij hartstochtelijk veel van alle
muziek hield, begaf zij zich naar Bay
reuth om een vertolking van de trilogie
van Wagner bij te wonen.
Zij kende alle beroemde musea en pa
leizen die in Europa te vinden wam.
Moskou en St Petersberg had zij onder
een sneeuwtapijt gezien. Constantin spel
en Athene onder de brandende stralen
der zon.
Aan de veimoeienissen van het reizen
gewend, maakte zij plannen -om inde t
komende lente een bezoek te brengen
aan de watervallen van den Niagara. Dan
zou zij zich (aar den Nijl en naar Jeru
zalem begeven en verder trekken tot
En als zij daar eenmaal was, wat
zou haar dan beletten naar China en Ja-
WEDERZIJDS BELEEFD.
Een heereboer kwam om een verkoo-
r_.„ ...i vee bij te wonend Hij was zeer
vroeg en wilde het vee zien, dat in een stal
ter bezichtiging zou worden gesteld. -r-
„Zeg eens lummel,” riep hij uit de is heden zweert hij u trouw en morgen
„Spreek je wellicht bij ondervinding,
- - -naar
_j namen: mijnheer en mevrouw de ,,En wat versta jij onder het genieten penhagen had zij op het dek van
Lësigny. Angelaine. Zijn moeder 'tras van je vrijheid." had haar moeder ang- „Oceania" kennis gemaakt met een jong
lerd reeds langen tijd overleden, blijkbaar stig gevraagd, want zij vreesde een serie ---
Jer was het dus zijn vrouw met wie hij hier feesten en bezoeken, waarvan haar M- w
tuurlijke terughoudendheid een afkoer lüko gestalte, zijn trissebe vrooüjke ge-
nu Relinda maar niet besluit va0- had. iaatetrekksn en beMore oogen wonnen
t a sa uww luij wnii vrwza uvt wvs.a|gv aw. a«va vaw9 - - -
verplichting besenouwae alles innef u slechts jg eens zeide ik heb boeren hoe ze met den nieuwen burge
meester tevreden waren.
„Wat zal ik je zeggen," sprak een der
landbouwers, „nieuwe schoenen knellen.”
ni) zweeg. „Maar de oude deden dat ook, als men
„Om der wille van de harpspeelster, le met smenrde," voegde een collega er
zeide ik, zijn eigen woorden, die hij toen bij.
gesproken had. herhalende.
Madrid
en liet dien morgen slechts 'n bintenis werd
verbroken,
geluk,
haar
ele- schafte.
Toen
uitstapten, scheen ai'les nog in diei
koffie. Daar stond een harp.
Dus is zij de harpspeelster, dacht ik
bij mij zelf, en mijn vriend bemint de BLINDE IJVER.
dochter van den bankier. Iemand zond zijn loopjongen naar de Rechter Deze voetstap in den grooten
„Mag ik u verzoeken, mejuffrouw, mij komedie, om eens te vragen, wat er dien molshoop is van veel gewicht en kan ons
uw kunstvaardigheid te laten bewonderen, avond zou opgevoerd worden. De jongen mogelijk ja, wel op zeer waarschijn-
De harp is een instrument dat ik bijzonder kwam terug met de woorden De droeve lijke wijze tot de ontdekking van den
---trouwdag". „Ach," zuchtte de man, „daar moordenaar brengen. Agent, ga onmidde-
heb ik zelf een hoofdrol in vervuld.” lijk naar huis, haal een ank en een schop
en werp dezen hoogst merkwaardigen
voetstap daarin wij zullen hem mee
naar huis nemen.
van
tot de voeten, zoodanig zelfs
-1 vroeg, hoogte* tot* een knecht „er is nog iemand laat hij u zitten.”
“2? „jinen?” „Spreek je -
belang in stellen u te spreken," zeide „Jawel," was het antwoord, „ga er maar mijn waarde?"
beJond mij in een wuitz^ekelijk ge- Jjj miTXÏAoTn” k^'^nwmde’ n°8 bWnen’ tJ?°°SÏ’
ukkige stemming en met innig mede- heb ik in lang niet gezien EEN MINISTER. Patiënt „Dokter, ,ik bespeur geen
bezig. Hij wees op de schrijftafel, die den ALTIJD DEZELFDE,
met eenige beschreven bladen bedekt Hoofdambtenaar „Niets, mijnheer de
was van een daarvan was het schrift Minister, zoolang er personen tegenwoor-
nog niet opgedroogd. j--.:i--a— --.ir'
„Ik ben ziek," ging hij voort ,^iek
naar lichaam en ziel en ik moet terugzien
op een mislukt leven.”
De gebogen gestalte van Engel, dat
bleek gelaat met die smartelijke trekken
en ingezonken wangen, dat alles trof mij
diep.
„Geweestnu ben ik de kassier van
het huis. Kom binnen, het zal den patroon zride**ik
„Ik breng u het geld terug, waarde
vriend, de bankier heeft het mij heden
overhandigd.” Ik vertelde nu verder
dat ik van de villa kwam, dat ik daar de
dochter van den bankier had aangetrof-
avond qog te vertrekken,” zei mevrouw
Josselin melancholiek tot zichzelf. Zij
had gehoopt minstens drie weken in
Biarritz te vertoeven.
Voor het oogenblik echter scheen haar
dófhter aan vertrekken niet te denken.
Haar gelaat had zijn gewone blijde trek
ken weer aangenomen en zij deed bet
dejeuner dat haar opgediend werd, alle
eer aan. Daarop werden onder haar lei
ding de valiezen verder uitgepakt, de
kleedingstukken in de toiletkamer ge
bracht, het linnengoed in een glazen kast
i, kortom, alles wees op een ver-
e enigen duur.
de karnen weer van orde en ge- l.ctxn. Wafi haar betreft, nieta kon
spraken, zond Belinda het .Schrikken
kamermeisje heen en zette zich op de
rood-fluweelen sofa naast haar moeder
neer.
„Ziezoo ma." zei ze, terwijl zij haar
leven kenteekende de groote stad, alsook van mijn zijde onbeleefd zou zijn geweest
Aan tafel was hier ook dezelfde dame,
die ik toen in den tuin gezien had, de
dochter des huizes.
Die heerlijke gestalte herinnerde aan
de klassieke schoonheden der oudheid,
doch er was iets op dat liefelijk gelaat
dat ik ongaarne miste het sprak niet in een gesprek met een kunstbroeder, er
op, dat hij eens voor koning Lear ge
speeld had.
„En heeft men u toen niet vervolgd zoo voortgaat dan wordt Frankrijk spoe-
weer een keizerrijk."
_.-nst „Hoerah I hoerah I dan komen
er weer nieuwe postzegels
overviel haar soms een grooëe vermoeid
heid. die haar dagenlang bedlegerig
maakte. Wat had zij haar dochter graag
vraag gesteld: wanneer zullen we aan
jde van onze reizen zijn? En toch
Deze u as de t’e’n deeï’ Dew *gebeur~rais*'ma*aktê‘haür wllde het had haar doch-
- zoo gelukkig, dat zij het vroegere leed ter. die haar steeds met de trouwste
geheel begon te vergeten. Niet voor zich- zorgen omgaf. te lief om haar van het
zelf had zij zulk een fortuin gewenscht reizend leven af te houden. Zij zag Re
linda zoo gelukkig. Voor haar dochter
bestond er geen reden om een zittend
ii a u stult tOen Ult “mer van mi,n Twee vrienden wandelen samen door
vertellen; doch dat zal u zeker met zoo vjwuueu uw.
veel belang inboezemen, als de tijding digende finale. Ik luisterde nog nadat soon, de ander iemand dienu ja, wel
t r» r i t eeM een rekening terugstuurt Ze komen lingen een
rin de zaal, waar de kleine olifant zijn ver- „gevolgen der luiheid". Toen het opst
antwoorden' Dit geschiedde blijf houdt, als plotseling nummer twee moest ingeleverd worden, overhandig!
rlük nirt vo™ het stekelvarken blijft stilstaan en een l--
met zekere weemoedige verrukking uit- schrijfboek,
reopt„Gelukkig beest 1”
„Hoe dat,” vraagt zijn vriend. OOK EEN FAMILIEFEEST.
„Hoe dat zoo Noem je dit geen geluk Professors „Waarom hebt u mijn
Onmiddelijk van de villa ging ik naar Kijk, daar staat het immers met groote voorlezing niet bijgewoond, mijnheer
letters op zijn kaartje ongomaand stekel- Pappelhof
varken." Pappelhof „Omdat mijn stiefmoeder
DRIFTIG. begraven werd."
Iemand was door een kennis belasterd Professor „’t Is toch wat al te erg, elk
en beklaagde zich daarover bij een buur- familiefeest wordt waargenomen om de
man. menschen van mijn voorlezingen af te
„’t Is *t best," zeide deze ,dat je hem houden."
eens goed onderhanden neemt.”
- ---w-„Wat, onder handen,” raasde de ver- KATHEDERWIJSHEID.
Zijkamer te wachten," zeide zij, uk zal u ontwaardigde
b" -
niet of hij u ontvangen zal, want het is
juist heden weder erger met hem."
Zij ging heen doch keerde zeer spoe-
dig terug en zeide dat hij mij te woord Pln8 van
het landhuis, van den weg gezien slechts ^d,. st<un. Tevens mlj -
gedeeltelijk ontdekken kon. Het heerlijke het Tioofd U. 7-
weder scheen ook op de wandelaars een dat ik haar naar de reden daarvan i
-•*---1—-U —2a a--C- ww«» 1_ MWKUt IVI
„Mijnheer moet er al bijzonder veel binnen
:lan«y in t« t* er<ralraM^" XCldC T-—I
hij, „want zulk een vroolijk gezicht als in,
j --u uw naam noemde,
ukkige stemming en met innig mede- heb lk in Ung „e^en."
-. „Hoe heb ik naar u verlangd, mijn
Een zeer middelmatig acteur beroemde, brtngen.
van geluk, doch van berusting, en de zich
uitdrukking daarvan op een vrouwen
gelaat, brengt steeds medelijden teweeg.
dat de hear Engel teruggekeerd is."
„Hoe Sedert lang
„Al sedert een jaar.”
„Eet hij hier ’s middags nog?"
„Neen, hij is ziekelijk en menschen-
schuw gewordenhij gaat zelden uit
en hij heeft een huishoudster genomen.”
Die ziekte was waarschijnlijk de reden
geweest, dat hij mij geen regel omtrent
zijn terugkomst of andere bijzonderheden
geschreven had.
Zoodra ik mij eemgszins van de ver-
moaenissen der reis hersteld had, begaf door den kellner van mijn hotel beschre-
- - -
Ik noemde mijn naam.
„Wees zoo goed een oogenblik in de
raasde de ver-
wduiiieu, zeiae zij, zai u ontwaardigde man, „onder mijn
bij mijnheer aanmelden, maar ik weet zal ik 'm nemen als ’k ’m ontmoet.
Jansen: Gerritsen ik weet 'n goede partij
voor je, maar voor ik ze je aanbeveel, moet
je mij de eigenschappen zeggen, die je
in je echtegnoote verlangt.
Gerritsen Ten eerste aanvallig moet
Jansen En dan
Gerritsen Voorkomend en nfuzikaal
of toen alles moet ze zijn.
Jansen Anders met
Gerritsen Rijk moet ze zijn.
Jansen Maar dan is zij dwaas als
je neemt.
Gerritsen Dwaas mag ze zijn.
TEGENWERPING.
Altijd leest men deze of gene was het
spreekt van zelf, want dikwijls geschiedt
het dat de eerlij leste menschen, arm blij
ven. Nooit echter heb ik gelezen hij was
een kind van rijke doch eerlijke ouders
bef ea dan zou het toch veel noodzakelijker
eenig.ziiu onvertchilligen stand noodig hebben. Ofschoon zij Relin-
burg gekomen was. aal wu zeggen zes- toon. da s vader ten zeerste betreurde, was
en-veertig uur gerend had met geen an- Jawel juffrouw," antwoordde het zij toch niet langer dan twee jaar weduwe
der rustpunt dan Londen, waar zij één kamermeisje, „de laatse tw
nacht had doorgebracht. Relinda zag er heeft niemand het hotel verlai
_j 1
vyrkwikkenden slaan haar ka- de
verlaten werden. Aanstonds naderde haai r moe- i,„„. L.— .„J .i,
In den slaapwagen had zij haar toilet der de tafel waarop het vreemdelingen- genoeg bij haar dochter, die reeds haar
een nQg open en met den eersten twintigste jaar ingegaan was. Sinds dien
kon het aan blik ontdekte zij den naam <>e haar noodlottigen dag hechtten moeder en
we- dochter had doen verbleeken. Het was dochter zich nog inniger aan
mige broer van mevrouw
groot fortuin
„.1 en
oude moeder omhelsde, „nu sullen wij
hier blijven, zoolang het u behaagt. Op
het oogenblik weet ik niet wat te be
ginnen. maar u kent de streek, die voor
mij geheel nieuw is. Nu moet n mij ge
leiden en brengen, waarheen u wilt.”
„Lieve, je bent zoo goed....” fluis
terde mevrouw Josselin. haar hoofd op
den schouder van haar dochter leggend,
tysschien om de tranen van verteede-
nng die in baar oogen welden te verber
gen.
„Ah ik u een goeden raad mag geven,
lieve moeder," antwoordde Relinda zacht,
„ga dan enkele uren te bed om van het
vermoeiend reizen uit te rustenik
zie dat u er behoefte aan hebt."
„Dat is waar, ik ben vermoeid, maar
wat moet jij dan doen, mijn kindT'
„Ik heb nog veel te schrijven. Voor
eerst naar Gasparre en naar mijn bankier
om hem wat geld te vragen, en boven
dien ben ik met mijn reis-dagboek zeer
ten achter. Verontrust a daarom niet
over mij, moeder, maar neem wat rust."
Mevrouw Josselin was een van die
genen. die gemakkelijker kunnen gehoor
zamen dan bevelen en die tot in hun
ouderdom bescherming en .bij-
da's vader ten zeerste betreurde,
zij toch niet langer dan twee jaar weduwe
dagen gebleven. Haar dochter was nog te iong “agd*d.
zou haa;
nature leiding noodig. P»n *e gaan.
- Al deze plannen maakte Relmda voor
zichzelf zonder die aan haar moeder
rwvoor ri'Ha®. vrees haar af te
[elaat lag nu een boek nog open lag. en met den eersten twintigste iaat ingegaan was. Sinds dien achrikken. Weliswaar had mevrouw Joe
len kon het aan blik ontdekte zij den naam 4'e haar noodlottigen dag hechttenmoeder en *e'i" langzamerhand aan haar no-
was in de we- dochter had doen verbleeken. Het was dochter zich nog inniger aan elkander, madjjch bestaan gewend, doch niettemin
-- l® uit haar hcl- dien van een jongen man, die nauwelijks De eenige broer van mevrouw Josse-
dere oogen, uit haar houding en uit de twee jaar geleden naar de hand harer lin, die zich in de katoenindustrie een
V -haar stem. Zij verheugde dochter gedongen had. Zij zelf had hem grOot fortuin verworven had. kwam te
“7 _.B1evenals zij reeda velen sterven
Augustus. Met volk gedaan had. sipds een groote erf ené s haar had, viel zijn zuster de geheele erfenis het einde van
u. j gevallen was. T___ u
lucht in. eenige waarbij zij had geaarzeld, toen zij zoo gelukkig, dat zij het vroegere leed die haar steeds met de
gvuazuv vsaaa\M«a VVJjtUUIl* uei hem een beslissend antwoord gaf en g.lL„. ^--2-- ~Z
Josselin niet onverschillig, daarom dacht haar moeder dat sjsijl en zelf had zij zulk een fortuin gewenscht reizend leven af te houden. Zij zag Re-
haar gevoelens,, minder levendig zelfverwijt haar trekken verdonkerd had. maar voor haar dochter. Want hoe be- - *-- -
L bestond er geen reden om een zittend
log geen verloofde, leven te leiden, zoolang geen eriMkg on-
lin bedroefde, hor» geluk, wat God toch mocht verhoeden,
iet gezegd
dat zij aan trouwen nog niet dacht! Zij
17. 1.-TL 1 van
genoeg. Het is nooit aangenaam timen- wijl zij Relinda in haar armen sloot. Relinda gedongen hadden, het waren al-
over de herinnering aan een smartielijk „Gaan trouwen?.... Daar denk ik nog len zonen uit de aanzienlijkSte families
dat Relinda's va- voorval nit het leven te staan. niet aan; dat heeft nog niets geen haast.
Wat hem betreft, hij scheen voldaan, moeder. Liever geniet ik nog van mijn
Om 7,28 liep de sneltrein van Parijs Haar
naar Madrid het station van Biarritz hun huwelijksreis,
binnen
klein aantal reizigers uit.
Onder de nieuw aangekomenen be
vonden zich twee dames De eene was
in den bloei harer jaren, slank en
gant. en ze trok aanstond, ieder, aan- Toen T(>or hoU1 Continental
-heen d’le. nog. in diepe
jaren en klem J*n postuur, «enigszins ttilu en d- lteden‘der
zenuwachtig in haar optreden was. Men - -
zou haar voor de gezelschapsjuffrouw
gehouden hebben, als het gesprek dat
«ij voerden niet zoo intiem was geweest.
Blijkbaar was het de jongste, die beslis
singen nam, maar met zulk n bedaard
heid m aakU zij haar plannen kenbaar,
dat haar meerderheid toch geenszins
stoolend was. Het vreesachtig optreden
van de eene, het ondernemend karakter
van de andere hadden de rollen omge
keerd. Hoewel gracieus en vrouwelijk
bezat de jongste toch de vastheid en de
kracht om zonder vader, broer ofAncht-
genoot met vasten tred door het Teven
te gaan.
Een der bedienden van het hotel
„Continental” overhandigde zij het ont-
vangbriefje van haar valiezen, v---
deze aanstonds met een diepe buiging
de zorg voor de bagage op zich nam.
Zelf stapte zij met haar gezellin in een
der auto's, die bij tientallen voor bet
station gereed stonden. den Thans kwame^zV «H Schotland.
„Bent u met te vermoeid, moeder. Was het een genoegzame red en voortaan
vroeg zij. terwijl ze een klein fotografie- lchter haar naam t, ,cl,ri)ven „van
toestel, dat zi) altijd bi) zich droeg, naast Edinburg?" Neen waarlijk niet. Relinda
riel? m o j wa’ te frotech op haar Franschen naam.
Maar pj, Relinda. 2ij schreef dus geen woonpniats achter
„Ogh, ik? U weet wel, moeder, dat kaar naam, maar ging de verschillende
het overbodig is mij zulk een vraag te namen nl „n vreemdelingen, die in het
stellen, antwoordde deze met een blij- hotel vertoefden. Plotseling zag de moe-
den glimlach. der haar verbleeken
En inderdaad, men had met kunnen ..Zijn al deze personen nog M er." vroeg hoogen
vermoeden dat zij rechtstreeks van Edin- Relinda op <- -
burg gekomen was, dat wil zeggen
der rustpunt dan Londen, waar zij één kamermeisje,
«ven frisch en vroolijk uit, als had zij
na een i
mer pas verlaten
gemaakt en op haar gel
wonderschoons glans. M<
haar zien dat zij gelukkig
reld en dat geluk straald
aanmerkingen mijnerzijds
Hoofdambtenaar „Niets, mijnheer de
dig zijn, die lager in rang staan dan u en ik.
JUISTE DEFINITIE.
„Wat is toch die „chaos”, waar “y
altijd over heeft, "vroeg een klein meisje ze «jn.
aan haar oudere zuster.
„Och zie je,” was het antwoord, „dat
was toen er nog niets was, of toen alles
nog niet was en er ook nbg geen plaats was
Om hen van zijn sombere gedachten om het op te bergen."
PROEVE VAN FINANCIEELE
OPERATIE.
Pimpelmeier „Zeg eens van Pompelen,
heb je ook klein geld voor een muntje
Van Pompelen „Ja, dat zal wel gaan.”
Pimpelmeier „Leen me dan t”*
en dat zij voor mij hetzelfde stuk rijksdaalders."
stugge gelaat zulk een guitige ver- tad gespeeld. Ik legde een bijzonderen
andenng doen ondergaan Het kwam kIemtoon >t w00fd „hetzelfde.” NIET ONTVANKELIJK,
mij voor alsof ik den man, die daar voor hebt gezien? Voor dat Een Parijsch juwelier had een voor-
mij zat, nooit anders gezien had, en dat geiuk lk nietswaardige geld, nog naam heer reeds lang gemaand om 1—--,7----
ik al sedert lang op een vnendschappe- meer lk ef mijn Uven VQOr wjU£ xijner rekemng. Weer schelt hij W», want bij hen is dit met altijd het geval,
lijken voet met hem stond. Het eene geven aan, maar de lakei, die hem de deur pont?F
woord lokte het andere uit, hij vertelde ik en tijn opendoet, zegt beleefd doch met vast- werd m eeA proces door den
f mij van het geluk in zijn takenwaarb.j koortsachtig gloeiende hand,’’X er he£: ..Mijnheer, de graaf ontvangt tei“np^“gde^^
tusschen u en die dame een betrekking Het kan ^’met schelen wanneer hij ach °P z*ren tijd had opgehou
bestaat van teederen aard, heeft mij uw ontvangt,” roept de schuldeischer, wiens den; M
„in t gezelschap van twee vrienden,
was het antwoord.
„Van twee schurken, meent ge,” riep
de advocaat in zijn ambtsijver.
„Dat kan wel zijn,” hervatte de getuige,
„het waren twee advocaten".
om haar te ondersteunen en zooals reeds
gezegd, had zij van i
Toen de dood ook haar tweeden echtge
noot uit het leven rukte, vond zij steun
boek nog open lag. en met den eersten twintigste iaat ingegaan
Lila ontdekte zij den naam haar
dochter had doen verbleeken. Het was dochter
van een jongen man, die nauwelijks De
leleden naar» de hand harer lin, die zich in de katoenindustrie
- groot fortuin verworven Il, 1
-1 uitgezochten morgen afgeschreven, evenals zij reed» velen sterven en daar hij vrouw noch kinderen de
teugen ademde zij de^-frtssche morgen- te
lucht in.
Het aangename van' het oogenblik liet hem
mevrouw Josselin diet onverschillig, daarom dacht haar moeder dat spijt en
dan die van haar dochter en door de Waarom had zij tooh zijn voorstel niet minnelijk
jaren wat afgestompt, waren daarbij nog aangenomen, als zij eenige neiging voor
verzwakt door groote vermoeienis, die hem gevoeld had!
zij niet wilde tonnen W»s het niet voor De ontsteltenis die zich op haar '«elaat
haar dochter, dat zij in Parijs niet ge- afgeteekend had. toen zij zag dat hi,l zich hield. „Nu zal je zeker wel gaan trouwen,
rust had om op den juisttn dag ia Biar- in hetzelfde hotel te Biarritz bevond zei als er iemand om je komt, zei ae, ter-
Jg«n-
smartvlijk
nj zat, nooit anders gezien had, en dat ge]uk zou lk djt nietswaardige geld, nog naam heer reeds lang gemaand
—j meer, ik zou er mijn leven voor willed ..1--
de lakei, die hem de deur
_t beleefd doch met vast-
Mijnheer, de graaf ontvangt
alleen Dinsdags.”
„Het kan mij niet schelen wanneer hij
ontvangt," roept de schuldeischer, wiens
wedqgzijdsche geheimzinnige muziek reeds geduld ten einde is, „ik wil alleen weten
vroeger verraden, en het wordt mij nu
door uw uitroep bevestigd. Hebt gij mij
eens met uw vertrouwen vereerd, ver
trouw mij dan ook het overjge toe. Her-
er een voorgevoel van dat ik u helpen
kan.”
Hij zweeg.