Ei Inft VOOR DE GEDWONGEN H ALT NUMMER 19 MOPPENTROMMEL 1’; n. >ciiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:!iiiiiiii;iiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiii:!iiiiiiiiiiiiiiiiir iiiiiiiifii;iiinii iiiui.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiS DERDE JAARGANG 1923 hield ^mefigen mijnerzijds te Indoor- 0. -r-- -- --- MAJESTEITS-SCHENNIS. In de groote salon gebruikten wij de wegens majesteits-schennis?" vroeg de dig iffie. Flaar «tnnd ham ander. Erl HUISKAMER DE HOOFDROL. Iemand zond zijn loopjongen naar de S S EEN SOLIED DIERTJE. waar papa het zamen ze twee kind van arme doch eerlijke ouders. Dat „Gij hebt Frandska gezien? Voor dat groote erfetri s haar had, woord lokte het andere uit, hij vertelde wanneer hij betaalt. fSIaë volat góden besloten hebben mij op het i*1: 2 r dood mij ook achter de kachel kamer binnentrad „eenige oogenblikken t met tf Relinda toon. „Jawel en 01 tot dan toe hai wat 1 gaarne en energiek handelsman, die oageveer van haar jaren was. Zijn flinke, maan*- het huis dat Engel bewoonde. Ditmaal werd voor mij de deur ge opend door een oude juffrouw, die ik her kende als de huishoudster, zooals die mij DE HOOFDZAAK. Vader (de courant lezende) „Als het ’aarop met grcote -even staat„Geneer u met 1 schenken ik kan immers publiek leest, lacht en de (■maakt uitmuntende zaken. ik mij op weg naar de villa van Liszmann. Het was lente en het weder was zoo schoon als men dat maar zou kunnen wenschen. Nimmer zal ik den heerlijken aanblik der tuinen met de bekoorlijke villa’s tusschen het ontluikend groen vergeten ook het park van den bankier scheen als het ware door een sluier van bloesems bedekt te zijn, waaronder men zij geëindigd had, want ik verbeeldde mij onwillekeurig dat mijn vriend, even als toen, zou echter natuurlijk niet. Toen ik den bankier eindelijk verliet, moest ik hem beloven voor mijn vertrek mijn bezoek te herhalen. buigingen van zich innig over - op het einde van ipgeruimd Relin<U ook was, lad zij n< mevrouw Josselin zij haar ‘ochter ook bij zich haar óverkwam. En had zij niet dat zij aan trouwen nog niet c kende de eersten die naar de hand te helpen met al mijn krachten. Het hek voor de villa van Liszmann was gesloten. Een koperen handje duidde de schel aan. Ik schelde en terstond daarop verscheen er een oud man, die het hek opende. „Wees welkom mijgheer....” en hij noemde mijn haam. Nu nam ik hem nauwkeurig op en ik ter kende hem ook. „Zijt gij niet de ooekhouder,” vroeg ik hem. „Geweestnu ben ik de kassier van blijf van Toen zelligheid allergunstigsten invloed uit te oefenen, want een ieder dien ik ontmoette, scheen mij vroolijk en vergenoegd toe. Ik ZOO VRAAG, ZOO ANTWOORD. Een ez-burgemeester vroeg aan de ritz aan te komen. Het was in Biarritz, nu ongeveer vijf- en-twintig jaar geleden, L. der en moeder hun wittebroodadagen PRACTISCHE OPLOSSING. Een onderwijzer gelastte zijn leer- opstel te maken over het thema der luiheid”. Toen het opstel -jde der leerlingen een onbeschreven EEN GOED VOORUITZICHT. Directeur van het tuchthuis (tegen twee boeven, die de gevangenis verlaten) „Zie zoo, jullie zijn nu vrij, ik hoop nu maar dat je nooit meer terugkomt.” Een der boeven „We denken er niet aan om terug te komen, doch hoogst waarschijnlijk zal men ons wel terug twe< - *14 Relinda begon met het uitpJF ken van _j valiezen, die juist binnvz^'ebracht werden. Aanstonds naderde hao r moe- echtgenoot tiert korte jaren na 2*;, o sn tweede echtver- evena ms door den dood toen kw -m het onverwacht een onmetelijk fortuin, dat haar en dochter een 1 üeuw bestaan ver- Waarom niet," zeide mevrouw Jos selin, zonder zich rekenschap Ie geven van hetgeen Relinda daarmee voorhad. Zij zette echter groote oogen op toen haar dochter haar van een reia naar Ita lië sprak. Vrouwen alleen zich naar een vreemd land begeven, waarvan zij noch de taal noch gewoonte kennen! Kind, la ten we wijzer zijn!" „Pardon ma, ik ken Italiaanach," zei Relinda zacht Onvermoeid had zij zich op den kennis van de moderne talen toe gelegd en na enkele jaren was zij het Engelsch meester. De schrik, waarmede haar moeder sprak, deden haar glim- 1 Mar torens, net reeds zoo vroeg ontwaakte zijn voor dien middag, dat een weigering __T, de menigte der op het stationsplein ver zamelde omnibussen en vigelanten. Met eer kloppend hart sloeg ik de straat in door de eenige poort die men als een gedenkteeken uit vroegere tijden voor afbraak verschoond had, en ik be gaf mij naar het hotel dat ik twee jaar geleden bewoond had. Toevallig was dezelfde kamer die >k toen gehuurd had weder vrij. Toen ik dat vertrek weder binnentrad gevoelde ik mij als iemand die slechts een wandeling rondom de stad gemaakt had de twee jaren waren in een paar uren veranderd. „Woont de bankier Liszmann nog op dé markt,” vroeg ik den kellner, dien ik reeds van vroeger kende en die nog in het hotel diende. „Neen ,'hij doet thans geen zaken meer, maar hij bewoont tegenwoordig zijn villa nu, hij kon ook van geluk spreken I” om aan mijn verlangen te voldoen, „Hoe dat een hij niet onduidelijk te kennen gaf dat dit geluk door een onverwachte gunstige gebeurtenis opnieuw bevestigd was. Hij sprak van 't genot, om, ontheven van wisselvallige zaken, hier in de vrije na tuur te kunnen leven aan de zijde zijner dochter, voor wie hij het als een des te grooter Ne doen wat’haar het leven zou kunnen veraangenamen hoe meer Tot mijn bevreemding, voleindigde hij den volzin met. Juist in dien tijd verscheen de boek houder met het geld, banknoten zooals ik gegeven had. Ik ontving het geld en overhandigde hem zijn schuldbekentenis. Ik wilde vertrekken, doch de bankier verzocht mij zoo dringend zijn gast te pleizier doen u te zien. Gij hebt.pst,” viel hij zichzelven plotseling in de rede en hij bewaarde het stilzwijgen. Was de man, die mij als een oud vriend ontving, de bankier van twee jaar geleden, welk wonder had dan dat eens zoo koele f™ en stugge gelaat zulk een gunstige vee- gespeeld. Ik legde een bijzonderen SCHERP. „Ik verzeker u, lieve vriendin, dat de heer Onverstand een ggvaarlijk persoon gaarne hoor bespelen.” Met een bevallige buiging stond zij op II ----a-" "A u, -- cn nd „Hoe dat een kori praeludium speelde zij hetzelfde „Men hoort daaromtrent allerlei zaken stuk dat ik toen uit de kamer van mijn vriend gehoord had, doch met de bevre- „Artis”, de een, een alleszins solied per- van Touraine. dia echter vóór de groote erfenis nooit naar haar hadden omgeziA doorbrachten, en wat was het sinds die want het vreetpdelingenboek vertocode vrijheid." Op haar reis van Lissabon naar Ko- dagen veranderd! Haast in elke straat de namen: mijnheer en mevrouw de ,,En wat versta jij onder het genieten penhagen had zij op bet dek oemerkte zij veranderingen, die haar er Lésigny. Angelaine. Zijn moeder '(ras van je vrijheid," had haar rao aan herinnerden, dat ook zij veranderd reeds langen tijd overleden, blijkbaar stig gevraagd, want zij vreesde was en talrijke gebeurtenissen elaandi waren opgevolgd sinds de dagen dat zij logeerde. die stad voor het eerst doorkruist had. „Als nu Re EEN UITNOODIGING. De weldadigheid wordt dikwijls door zeer zonderlinge middelen opgewekt. Zoo thans een blinde bedelaar te Parijs 7 op de borst, w; letters ges<' mij een soa AFKOELING. aen.” Auteur „Hebt u mijn laatste boek blinde bed< reeds gezien, juffrouw Amanda F’ Amanda „Is u dan boekbinder'' ,11, IMoUv Viv vva rv sjuiaasll/» onder mijn voeten Hektor sprak tot Andromache, als de góden besloten hebben* mij^ op het slag- verrassea. lijke landen staat met gewoonlijk later op. Volgens gewoonte deed de dochter het woord, ze vroeg teil kamer met twee bedden, een toiletkamer en een salon, alles op de eerste vei dieping met uit zicht op de zee. Nauwelijks hadden d e dames bij het venster plaats genomen, of een kamer meisje verscheen met het vreemdelin- genboek. Relinda zette zich even aan tafel neer en schreef met' sierlijke hand: „Mevrouw Joselin en haa r dochter, me juffrouw Relinda." Daar zij gedurende en!iele jaren een reizend leven leidden schr even zij nooit haar woonplaats in het b->ek, ofschoon zij een landgoed buiten To iraine en een kleiner verblijf in het centr.sm van Parijs waarop hadden. Maar sinds jaren waren zij niet meer gewooo fwee maanden in hetzelfde huis te vertoeven; de winter werd in Nizza, Spanje en Italië door'febracht. de zomer in een der landen vim het Noor den. Thans kwamen zij uit Was het een genoegzame red In de laatste vier jaren hadden zij zoe goed als geheel Europa en de Noordelij ke kusten van Afrika bezocht, zonder dat Belinda's dorst naar reizen en avea- turen verzadigd was. Verlangend als zij was om alle kunstwerken, alle wonderen der natuur te bezichtigen, vond Relinda de oude wereld niet groot genoeg en hoopte mettertijd den ganschen aardbol te leeren kennen. Zij had van verre een uitbarsting van den Vesuvius gezien; zij had de ruinen van Pompei en de geisers van Ijsland bezichtigd. Eens waren zij en haar moeder bij een carnaval in Rome aanwezig geweest, het jaar daarop in Nizza. Daar zij hartstochtelijk veel van alle muziek hield, begaf zij zich naar Bay reuth om een vertolking van de trilogie van Wagner bij te wonen. Zij kende alle beroemde musea en pa leizen die in Europa te vinden wam. Moskou en St Petersberg had zij onder een sneeuwtapijt gezien. Constantin spel en Athene onder de brandende stralen der zon. Aan de veimoeienissen van het reizen gewend, maakte zij plannen -om inde t komende lente een bezoek te brengen aan de watervallen van den Niagara. Dan zou zij zich (aar den Nijl en naar Jeru zalem begeven en verder trekken tot En als zij daar eenmaal was, wat zou haar dan beletten naar China en Ja- WEDERZIJDS BELEEFD. Een heereboer kwam om een verkoo- r_.„ ...i vee bij te wonend Hij was zeer vroeg en wilde het vee zien, dat in een stal ter bezichtiging zou worden gesteld. -r- „Zeg eens lummel,” riep hij uit de is heden zweert hij u trouw en morgen „Spreek je wellicht bij ondervinding, - - -naar _j namen: mijnheer en mevrouw de ,,En wat versta jij onder het genieten penhagen had zij op het dek van Lësigny. Angelaine. Zijn moeder 'tras van je vrijheid." had haar moeder ang- „Oceania" kennis gemaakt met een jong lerd reeds langen tijd overleden, blijkbaar stig gevraagd, want zij vreesde een serie --- Jer was het dus zijn vrouw met wie hij hier feesten en bezoeken, waarvan haar M- w tuurlijke terughoudendheid een afkoer lüko gestalte, zijn trissebe vrooüjke ge- nu Relinda maar niet besluit va0- had. iaatetrekksn en beMore oogen wonnen t a sa uww luij wnii vrwza uvt wvs.a|gv aw. a«va vaw9 - - - verplichting besenouwae alles innef u slechts jg eens zeide ik heb boeren hoe ze met den nieuwen burge meester tevreden waren. „Wat zal ik je zeggen," sprak een der landbouwers, „nieuwe schoenen knellen.” ni) zweeg. „Maar de oude deden dat ook, als men „Om der wille van de harpspeelster, le met smenrde," voegde een collega er zeide ik, zijn eigen woorden, die hij toen bij. gesproken had. herhalende. Madrid en liet dien morgen slechts 'n bintenis werd verbroken, geluk, haar ele- schafte. Toen uitstapten, scheen ai'les nog in diei koffie. Daar stond een harp. Dus is zij de harpspeelster, dacht ik bij mij zelf, en mijn vriend bemint de BLINDE IJVER. dochter van den bankier. Iemand zond zijn loopjongen naar de Rechter Deze voetstap in den grooten „Mag ik u verzoeken, mejuffrouw, mij komedie, om eens te vragen, wat er dien molshoop is van veel gewicht en kan ons uw kunstvaardigheid te laten bewonderen, avond zou opgevoerd worden. De jongen mogelijk ja, wel op zeer waarschijn- De harp is een instrument dat ik bijzonder kwam terug met de woorden De droeve lijke wijze tot de ontdekking van den ---trouwdag". „Ach," zuchtte de man, „daar moordenaar brengen. Agent, ga onmidde- heb ik zelf een hoofdrol in vervuld.” lijk naar huis, haal een ank en een schop en werp dezen hoogst merkwaardigen voetstap daarin wij zullen hem mee naar huis nemen. van tot de voeten, zoodanig zelfs -1 vroeg, hoogte* tot* een knecht „er is nog iemand laat hij u zitten.” “2? „jinen?” „Spreek je - belang in stellen u te spreken," zeide „Jawel," was het antwoord, „ga er maar mijn waarde?" beJond mij in een wuitz^ekelijk ge- Jjj miTXÏAoTn” k^'^nwmde’ n°8 bWnen’ tJ?°°SÏ’ ukkige stemming en met innig mede- heb ik in lang niet gezien EEN MINISTER. Patiënt „Dokter, ,ik bespeur geen bezig. Hij wees op de schrijftafel, die den ALTIJD DEZELFDE, met eenige beschreven bladen bedekt Hoofdambtenaar „Niets, mijnheer de was van een daarvan was het schrift Minister, zoolang er personen tegenwoor- nog niet opgedroogd. j--.:i--a— --.ir' „Ik ben ziek," ging hij voort ,^iek naar lichaam en ziel en ik moet terugzien op een mislukt leven.” De gebogen gestalte van Engel, dat bleek gelaat met die smartelijke trekken en ingezonken wangen, dat alles trof mij diep. „Geweestnu ben ik de kassier van het huis. Kom binnen, het zal den patroon zride**ik „Ik breng u het geld terug, waarde vriend, de bankier heeft het mij heden overhandigd.” Ik vertelde nu verder dat ik van de villa kwam, dat ik daar de dochter van den bankier had aangetrof- avond qog te vertrekken,” zei mevrouw Josselin melancholiek tot zichzelf. Zij had gehoopt minstens drie weken in Biarritz te vertoeven. Voor het oogenblik echter scheen haar dófhter aan vertrekken niet te denken. Haar gelaat had zijn gewone blijde trek ken weer aangenomen en zij deed bet dejeuner dat haar opgediend werd, alle eer aan. Daarop werden onder haar lei ding de valiezen verder uitgepakt, de kleedingstukken in de toiletkamer ge bracht, het linnengoed in een glazen kast i, kortom, alles wees op een ver- e enigen duur. de karnen weer van orde en ge- l.ctxn. Wafi haar betreft, nieta kon spraken, zond Belinda het .Schrikken kamermeisje heen en zette zich op de rood-fluweelen sofa naast haar moeder neer. „Ziezoo ma." zei ze, terwijl zij haar leven kenteekende de groote stad, alsook van mijn zijde onbeleefd zou zijn geweest Aan tafel was hier ook dezelfde dame, die ik toen in den tuin gezien had, de dochter des huizes. Die heerlijke gestalte herinnerde aan de klassieke schoonheden der oudheid, doch er was iets op dat liefelijk gelaat dat ik ongaarne miste het sprak niet in een gesprek met een kunstbroeder, er op, dat hij eens voor koning Lear ge speeld had. „En heeft men u toen niet vervolgd zoo voortgaat dan wordt Frankrijk spoe- weer een keizerrijk." _.-nst „Hoerah I hoerah I dan komen er weer nieuwe postzegels overviel haar soms een grooëe vermoeid heid. die haar dagenlang bedlegerig maakte. Wat had zij haar dochter graag vraag gesteld: wanneer zullen we aan jde van onze reizen zijn? En toch Deze u as de t’e’n deeï’ Dew *gebeur~rais*'ma*aktê‘haür wllde het had haar doch- - zoo gelukkig, dat zij het vroegere leed ter. die haar steeds met de trouwste geheel begon te vergeten. Niet voor zich- zorgen omgaf. te lief om haar van het zelf had zij zulk een fortuin gewenscht reizend leven af te houden. Zij zag Re linda zoo gelukkig. Voor haar dochter bestond er geen reden om een zittend ii a u stult tOen Ult “mer van mi,n Twee vrienden wandelen samen door vertellen; doch dat zal u zeker met zoo vjwuueu uw. veel belang inboezemen, als de tijding digende finale. Ik luisterde nog nadat soon, de ander iemand dienu ja, wel t r» r i t eeM een rekening terugstuurt Ze komen lingen een rin de zaal, waar de kleine olifant zijn ver- „gevolgen der luiheid". Toen het opst antwoorden' Dit geschiedde blijf houdt, als plotseling nummer twee moest ingeleverd worden, overhandig! rlük nirt vo™ het stekelvarken blijft stilstaan en een l-- met zekere weemoedige verrukking uit- schrijfboek, reopt„Gelukkig beest 1” „Hoe dat,” vraagt zijn vriend. OOK EEN FAMILIEFEEST. „Hoe dat zoo Noem je dit geen geluk Professors „Waarom hebt u mijn Onmiddelijk van de villa ging ik naar Kijk, daar staat het immers met groote voorlezing niet bijgewoond, mijnheer letters op zijn kaartje ongomaand stekel- Pappelhof varken." Pappelhof „Omdat mijn stiefmoeder DRIFTIG. begraven werd." Iemand was door een kennis belasterd Professor „’t Is toch wat al te erg, elk en beklaagde zich daarover bij een buur- familiefeest wordt waargenomen om de man. menschen van mijn voorlezingen af te „’t Is *t best," zeide deze ,dat je hem houden." eens goed onderhanden neemt.” - ---w-„Wat, onder handen,” raasde de ver- KATHEDERWIJSHEID. Zijkamer te wachten," zeide zij, uk zal u ontwaardigde b" - niet of hij u ontvangen zal, want het is juist heden weder erger met hem." Zij ging heen doch keerde zeer spoe- dig terug en zeide dat hij mij te woord Pln8 van het landhuis, van den weg gezien slechts ^d,. st<un. Tevens mlj - gedeeltelijk ontdekken kon. Het heerlijke het Tioofd U. 7- weder scheen ook op de wandelaars een dat ik haar naar de reden daarvan i -•*---1—-U —2a a--C- ww«» 1_ MWKUt IVI „Mijnheer moet er al bijzonder veel binnen :lan«y in t« t* er<ralraM^" XCldC T-—I hij, „want zulk een vroolijk gezicht als in, j --u uw naam noemde, ukkige stemming en met innig mede- heb lk in Ung „e^en." -. „Hoe heb ik naar u verlangd, mijn Een zeer middelmatig acteur beroemde, brtngen. van geluk, doch van berusting, en de zich uitdrukking daarvan op een vrouwen gelaat, brengt steeds medelijden teweeg. dat de hear Engel teruggekeerd is." „Hoe Sedert lang „Al sedert een jaar.” „Eet hij hier ’s middags nog?" „Neen, hij is ziekelijk en menschen- schuw gewordenhij gaat zelden uit en hij heeft een huishoudster genomen.” Die ziekte was waarschijnlijk de reden geweest, dat hij mij geen regel omtrent zijn terugkomst of andere bijzonderheden geschreven had. Zoodra ik mij eemgszins van de ver- moaenissen der reis hersteld had, begaf door den kellner van mijn hotel beschre- - - - Ik noemde mijn naam. „Wees zoo goed een oogenblik in de raasde de ver- wduiiieu, zeiae zij, zai u ontwaardigde man, „onder mijn bij mijnheer aanmelden, maar ik weet zal ik 'm nemen als ’k ’m ontmoet. Jansen: Gerritsen ik weet 'n goede partij voor je, maar voor ik ze je aanbeveel, moet je mij de eigenschappen zeggen, die je in je echtegnoote verlangt. Gerritsen Ten eerste aanvallig moet Jansen En dan Gerritsen Voorkomend en nfuzikaal of toen alles moet ze zijn. Jansen Anders met Gerritsen Rijk moet ze zijn. Jansen Maar dan is zij dwaas als je neemt. Gerritsen Dwaas mag ze zijn. TEGENWERPING. Altijd leest men deze of gene was het spreekt van zelf, want dikwijls geschiedt het dat de eerlij leste menschen, arm blij ven. Nooit echter heb ik gelezen hij was een kind van rijke doch eerlijke ouders bef ea dan zou het toch veel noodzakelijker eenig.ziiu onvertchilligen stand noodig hebben. Ofschoon zij Relin- burg gekomen was. aal wu zeggen zes- toon. da s vader ten zeerste betreurde, was en-veertig uur gerend had met geen an- Jawel juffrouw," antwoordde het zij toch niet langer dan twee jaar weduwe der rustpunt dan Londen, waar zij één kamermeisje, „de laatse tw nacht had doorgebracht. Relinda zag er heeft niemand het hotel verlai _j 1 vyrkwikkenden slaan haar ka- de verlaten werden. Aanstonds naderde haai r moe- i,„„. L.— .„J .i, In den slaapwagen had zij haar toilet der de tafel waarop het vreemdelingen- genoeg bij haar dochter, die reeds haar een nQg open en met den eersten twintigste jaar ingegaan was. Sinds dien kon het aan blik ontdekte zij den naam <>e haar noodlottigen dag hechtten moeder en we- dochter had doen verbleeken. Het was dochter zich nog inniger aan mige broer van mevrouw groot fortuin „.1 en oude moeder omhelsde, „nu sullen wij hier blijven, zoolang het u behaagt. Op het oogenblik weet ik niet wat te be ginnen. maar u kent de streek, die voor mij geheel nieuw is. Nu moet n mij ge leiden en brengen, waarheen u wilt.” „Lieve, je bent zoo goed....” fluis terde mevrouw Josselin. haar hoofd op den schouder van haar dochter leggend, tysschien om de tranen van verteede- nng die in baar oogen welden te verber gen. „Ah ik u een goeden raad mag geven, lieve moeder," antwoordde Relinda zacht, „ga dan enkele uren te bed om van het vermoeiend reizen uit te rustenik zie dat u er behoefte aan hebt." „Dat is waar, ik ben vermoeid, maar wat moet jij dan doen, mijn kindT' „Ik heb nog veel te schrijven. Voor eerst naar Gasparre en naar mijn bankier om hem wat geld te vragen, en boven dien ben ik met mijn reis-dagboek zeer ten achter. Verontrust a daarom niet over mij, moeder, maar neem wat rust." Mevrouw Josselin was een van die genen. die gemakkelijker kunnen gehoor zamen dan bevelen en die tot in hun ouderdom bescherming en .bij- da's vader ten zeerste betreurde, zij toch niet langer dan twee jaar weduwe dagen gebleven. Haar dochter was nog te iong “agd*d. zou haa; nature leiding noodig. P»n *e gaan. - Al deze plannen maakte Relmda voor zichzelf zonder die aan haar moeder rwvoor ri'Ha®. vrees haar af te [elaat lag nu een boek nog open lag. en met den eersten twintigste iaat ingegaan was. Sinds dien achrikken. Weliswaar had mevrouw Joe len kon het aan blik ontdekte zij den naam 4'e haar noodlottigen dag hechttenmoeder en *e'i" langzamerhand aan haar no- was in de we- dochter had doen verbleeken. Het was dochter zich nog inniger aan elkander, madjjch bestaan gewend, doch niettemin -- l® uit haar hcl- dien van een jongen man, die nauwelijks De eenige broer van mevrouw Josse- dere oogen, uit haar houding en uit de twee jaar geleden naar de hand harer lin, die zich in de katoenindustrie een V -haar stem. Zij verheugde dochter gedongen had. Zij zelf had hem grOot fortuin verworven had. kwam te “7 _.B1evenals zij reeda velen sterven Augustus. Met volk gedaan had. sipds een groote erf ené s haar had, viel zijn zuster de geheele erfenis het einde van u. j gevallen was. T___ u lucht in. eenige waarbij zij had geaarzeld, toen zij zoo gelukkig, dat zij het vroegere leed die haar steeds met de gvuazuv vsaaa\M«a VVJjtUUIl* uei hem een beslissend antwoord gaf en g.lL„. ^--2-- ~Z Josselin niet onverschillig, daarom dacht haar moeder dat sjsijl en zelf had zij zulk een fortuin gewenscht reizend leven af te houden. Zij zag Re- haar gevoelens,, minder levendig zelfverwijt haar trekken verdonkerd had. maar voor haar dochter. Want hoe be- - *-- - L bestond er geen reden om een zittend log geen verloofde, leven te leiden, zoolang geen eriMkg on- lin bedroefde, hor» geluk, wat God toch mocht verhoeden, iet gezegd dat zij aan trouwen nog niet dacht! Zij 17. 1.-TL 1 van genoeg. Het is nooit aangenaam timen- wijl zij Relinda in haar armen sloot. Relinda gedongen hadden, het waren al- over de herinnering aan een smartielijk „Gaan trouwen?.... Daar denk ik nog len zonen uit de aanzienlijkSte families dat Relinda's va- voorval nit het leven te staan. niet aan; dat heeft nog niets geen haast. Wat hem betreft, hij scheen voldaan, moeder. Liever geniet ik nog van mijn Om 7,28 liep de sneltrein van Parijs Haar naar Madrid het station van Biarritz hun huwelijksreis, binnen klein aantal reizigers uit. Onder de nieuw aangekomenen be vonden zich twee dames De eene was in den bloei harer jaren, slank en gant. en ze trok aanstond, ieder, aan- Toen T(>or hoU1 Continental -heen d’le. nog. in diepe jaren en klem J*n postuur, «enigszins ttilu en d- lteden‘der zenuwachtig in haar optreden was. Men - - zou haar voor de gezelschapsjuffrouw gehouden hebben, als het gesprek dat «ij voerden niet zoo intiem was geweest. Blijkbaar was het de jongste, die beslis singen nam, maar met zulk n bedaard heid m aakU zij haar plannen kenbaar, dat haar meerderheid toch geenszins stoolend was. Het vreesachtig optreden van de eene, het ondernemend karakter van de andere hadden de rollen omge keerd. Hoewel gracieus en vrouwelijk bezat de jongste toch de vastheid en de kracht om zonder vader, broer ofAncht- genoot met vasten tred door het Teven te gaan. Een der bedienden van het hotel „Continental” overhandigde zij het ont- vangbriefje van haar valiezen, v--- deze aanstonds met een diepe buiging de zorg voor de bagage op zich nam. Zelf stapte zij met haar gezellin in een der auto's, die bij tientallen voor bet station gereed stonden. den Thans kwame^zV «H Schotland. „Bent u met te vermoeid, moeder. Was het een genoegzame red en voortaan vroeg zij. terwijl ze een klein fotografie- lchter haar naam t, ,cl,ri)ven „van toestel, dat zi) altijd bi) zich droeg, naast Edinburg?" Neen waarlijk niet. Relinda riel? m o j wa’ te frotech op haar Franschen naam. Maar pj, Relinda. 2ij schreef dus geen woonpniats achter „Ogh, ik? U weet wel, moeder, dat kaar naam, maar ging de verschillende het overbodig is mij zulk een vraag te namen nl „n vreemdelingen, die in het stellen, antwoordde deze met een blij- hotel vertoefden. Plotseling zag de moe- den glimlach. der haar verbleeken En inderdaad, men had met kunnen ..Zijn al deze personen nog M er." vroeg hoogen vermoeden dat zij rechtstreeks van Edin- Relinda op <- - burg gekomen was, dat wil zeggen der rustpunt dan Londen, waar zij één kamermeisje, «ven frisch en vroolijk uit, als had zij na een i mer pas verlaten gemaakt en op haar gel wonderschoons glans. M< haar zien dat zij gelukkig reld en dat geluk straald aanmerkingen mijnerzijds Hoofdambtenaar „Niets, mijnheer de dig zijn, die lager in rang staan dan u en ik. JUISTE DEFINITIE. „Wat is toch die „chaos”, waar “y altijd over heeft, "vroeg een klein meisje ze «jn. aan haar oudere zuster. „Och zie je,” was het antwoord, „dat was toen er nog niets was, of toen alles nog niet was en er ook nbg geen plaats was Om hen van zijn sombere gedachten om het op te bergen." PROEVE VAN FINANCIEELE OPERATIE. Pimpelmeier „Zeg eens van Pompelen, heb je ook klein geld voor een muntje Van Pompelen „Ja, dat zal wel gaan.” Pimpelmeier „Leen me dan t”* en dat zij voor mij hetzelfde stuk rijksdaalders." stugge gelaat zulk een guitige ver- tad gespeeld. Ik legde een bijzonderen andenng doen ondergaan Het kwam kIemtoon >t w00fd „hetzelfde.” NIET ONTVANKELIJK, mij voor alsof ik den man, die daar voor hebt gezien? Voor dat Een Parijsch juwelier had een voor- mij zat, nooit anders gezien had, en dat geiuk lk nietswaardige geld, nog naam heer reeds lang gemaand om 1—--,7---- ik al sedert lang op een vnendschappe- meer lk ef mijn Uven VQOr wjU£ xijner rekemng. Weer schelt hij W», want bij hen is dit met altijd het geval, lijken voet met hem stond. Het eene geven aan, maar de lakei, die hem de deur pont?F woord lokte het andere uit, hij vertelde ik en tijn opendoet, zegt beleefd doch met vast- werd m eeA proces door den f mij van het geluk in zijn takenwaarb.j koortsachtig gloeiende hand,’’X er he£: ..Mijnheer, de graaf ontvangt tei“np^“gde^^ tusschen u en die dame een betrekking Het kan ^’met schelen wanneer hij ach °P z*ren tijd had opgehou bestaat van teederen aard, heeft mij uw ontvangt,” roept de schuldeischer, wiens den; M „in t gezelschap van twee vrienden, was het antwoord. „Van twee schurken, meent ge,” riep de advocaat in zijn ambtsijver. „Dat kan wel zijn,” hervatte de getuige, „het waren twee advocaten". om haar te ondersteunen en zooals reeds gezegd, had zij van i Toen de dood ook haar tweeden echtge noot uit het leven rukte, vond zij steun boek nog open lag. en met den eersten twintigste iaat ingegaan Lila ontdekte zij den naam haar dochter had doen verbleeken. Het was dochter van een jongen man, die nauwelijks De leleden naar» de hand harer lin, die zich in de katoenindustrie - groot fortuin verworven Il, 1 -1 uitgezochten morgen afgeschreven, evenals zij reed» velen sterven en daar hij vrouw noch kinderen de teugen ademde zij de^-frtssche morgen- te lucht in. Het aangename van' het oogenblik liet hem mevrouw Josselin diet onverschillig, daarom dacht haar moeder dat spijt en dan die van haar dochter en door de Waarom had zij tooh zijn voorstel niet minnelijk jaren wat afgestompt, waren daarbij nog aangenomen, als zij eenige neiging voor verzwakt door groote vermoeienis, die hem gevoeld had! zij niet wilde tonnen W»s het niet voor De ontsteltenis die zich op haar '«elaat haar dochter, dat zij in Parijs niet ge- afgeteekend had. toen zij zag dat hi,l zich hield. „Nu zal je zeker wel gaan trouwen, rust had om op den juisttn dag ia Biar- in hetzelfde hotel te Biarritz bevond zei als er iemand om je komt, zei ae, ter- Jg«n- smartvlijk nj zat, nooit anders gezien had, en dat ge]uk zou lk djt nietswaardige geld, nog naam heer reeds lang gemaand —j meer, ik zou er mijn leven voor willed ..1-- de lakei, die hem de deur _t beleefd doch met vast- Mijnheer, de graaf ontvangt alleen Dinsdags.” „Het kan mij niet schelen wanneer hij ontvangt," roept de schuldeischer, wiens wedqgzijdsche geheimzinnige muziek reeds geduld ten einde is, „ik wil alleen weten vroeger verraden, en het wordt mij nu door uw uitroep bevestigd. Hebt gij mij eens met uw vertrouwen vereerd, ver trouw mij dan ook het overjge toe. Her- er een voorgevoel van dat ik u helpen kan.” Hij zweeg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 11