VOOR DE I f,m“kt va*rdigheid 51 heten GEDWONGEN HALT =“l xiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!!iiiiiiii;iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiniiii:niiiu iiilii.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiui:iR r NUMMER 20 TZZ] UIT'DE I" MOPPENTROMMEL DERDE JAARGANG H2S iiimmiiii'iiiiiiiiiiiiiK I 2eiiiiiiiii>uiiiiiiiiiiiiiiiiiiTimiitj)iitiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiii;iiiiiitiiiiiili:iiiiiiir:iiiiiuiiiiiiiiiiii:iiiti.: --- i ■f HUISKAMER het hem doen te tijden en dan de ziekte onder de punt 2- ken had, ze wisten zelis met zeker, ot hij 'n nieuwe commisiie, die op s ,Z< toch zijn groot. lichaams- opgenomen om hem niet nog „Het is toch aardig om in verlegenheid te brengen. Hij dit verrukkelijk schouwspel mij zeker ook veranderd gevon- men," zei een jonge dame on wor- mouwen op, nam zijn schop en zijn hou- selen u“l ulen «neen vindt in de over blijfselen van de oude stad, die door de van in gevallen zijn.. na- die i stamt!' een voor er van om I t me- 'a kleimala- 1. zij, Relinda wilde zelf gaan zien een i temperatuur en licht zijn egon met groote kalmte francs.... zijn 80.000 «juffrouw, dat -- „Och, mijnheer, van de burgemeester. Stilteonderbroken door de stem van een gepensionneerd soldaat die in een mooi huis woonde op ’t eind van 't dorp. Dadelijk keerde iedereen zich naar den spreker. Wat ging er gebeuren. De andere be, 80.000 1 francs We betalen al heel veel voor een onder wijzer en een onderwijzeres die alle kin deren aan den landbouw onttrekken en er kantoorbedienden van maken in de stad. Ik vind, dat niets ons er toe verplicht deze nieuwe uitgave te doen, zooals zooveel andere die zwaar drukken op ons land." „Maar de hygiëne, mijnheer,” riep de burgemeester uit,het is toch noodig met het oog op de hygiëne „Uw reden om de hygiëne is niet steek houdend Parijs is de meest gezonde stad van de wereld. Toch vindt men er binnen haar muren ren en dat niet zelfde plaatsen te bezoeken, die en-twiniig jaar geleden mevrouw lin in gezelschap van geheugen van haar moeder, bij wie alle bizonoerheden nog frisch in hc gen lagen. De derde dag van haar ui' aan San Sebastien besteed. Relinda langde zeer eens een te wonen. Nog nooit naar 1 en die ondervond, bekomen kon, bewonderde stuk in zichzelf de opgewektheid en flinkheid van haar dochter en vergeleek haar met mevrouw de Lésigny die, in zwarte zijde gekleed, met haar kinderlijke trekken en fijne stem nauwelijks een meisje van twintig jaar geleek. Thans stond haar gelaat ernstig en betrokken. Iets zwaar moedigs en gelatens lag er in haar be wegingen, dat een vormde met de oploopendheid echtgenoot. var- „Och, hemel ja. Ik h»op uw familie gezond bljft, GESNAPT. Heer (plotseling den duisteren wijnkelder binnentredende). Jan! Huisknecht. Hè, mijnheer, wat maakt n „Ja, 't «ras een echte sutomobi.lrede."; „Hoe bedoel je." „Het ging zoo hard mogelijk, met veel iraae ae< klant k.« .I.Lan HET EEREZWA. D. Wie Glasgouw bezoekt, moet oppassen dat hij met spreekt over het eerste eere- zwaard, dat door da burgen) aan majoor- generaai Hector Macdonald werd aangebo den. We spreken van het eerste zwaard, omdat er twee waren, en de oorspronke lijke aanbieding aan pijnlijke gebeurtenis sen herinnert, zooals uit het volgende blijkt: 'loen „Fighting Mac" uit Egypte terug kwam, na den slag van Ondurman, schon ken de burgers van Glasgow hem een eere- zwaard, als dank voor de dappere diensten, wstje die hij zijn land bewezen had en aan een commissie van 3 leden was zwaard uit te kiezen. Under degenen, die het zwaard vangen.' wilden maken, bood zich iemand aan, ge naamd Macdonald, en vooral omdat deze tot hetzelfde geslacht behoorde als de be roemde generaal, liet men L-. 1 tegen een pri)s van 250 pond Sterling. Op den bepaalden tijd was het zwaard een prachug wapen met gouden handvat gereed en aangeboden en de generaal nam bet mee naar indië. Toen hij in Zuid-Airika „Verbeeld u nu eens, dat u Paris ws, aan wie van ons zoudt u den appel gevert” Zonder zich te bedenken welkte hij en bediende en vroeg: „Och, breng mij nog eens twee appels! BEGREPEN. Commensaal: „Wel, juffrouw, is u aai mijn bureau gaan zeggen, dat ik mijn voe verstuikt heb en daarom niet tomen kon?* Hospita: „Jawel, meneer." Commensaal: „En wat zei ie baas?" Hospita: „Hij liet u beterschap wen schenen ik moest u maar een gemarii neerden haring geven." VERWAAND. Zilverstein: „Meisje, wat speel je daar?" Dochter: „Een treurmarsch. Zilverstein: „Ben je gek? Menschen ala u ll- --•- len. Wij kunnen altijd vrooifjk zijn." NIEUW WOORD. „Onze vriend X. heeft gisteren getoost, Kaapstad en vernam nu, van een veel minder edel metaal was goud en dat het heele zwaard met de schede niet meer dan 7 pnd. St. waard W*Wat volgde is nog pijnlijke/. Toen den korte ontmoeting leden der commissie werd meegedeeld, wat de juwelier gezegd had, haastten zij zich - - - naar den anderen Macdonald, maar die geefs trachten te vergeten. HEEL EENVOUDIG. Bij de laatste herfstmanoeuvres in Zvit- een Engelscb generaal vir- jongen Zwitser gade, die pr»e- ,fa 1— t- -* herinzrings- Dokter. Zoo.... maar.... ziet... u, in zoo'n geval moet er vooruit betaal: den. „vut ia oen ou) u naa zei Relinda, hard genoei verstaan te word„„. Colette hoopte nu maar dat baar man 1 vergeten zou, maar spoe- -2.1 meer aan hem. zoozeer de Con- ging «ij op in het schouwspel dat voor haar oogen afgespeeld werd, een schouw- *1 honderdmaal beschreven, maar waarvan niemand zich een idee vormen kan, tenzij hij het bijgewoond heefL Do -plaatsen in de schaduw, die ’fj bet meest gezocht zijn, waren - - - yrssm WAT ZE ZEIDE. A. Dus beeft |e vrouw werkelijk f« ver laten? B. Jawel; reeds drie dagen geleden. A. Wat zeide ze, toon ze wegging? B. Zit m'n hoed goed? NIET ALTIJD. Huurder: „Het lekt voortdurend bij mij." Huisbaas: „Ja, maar toch alleen als het regentl" geliefden generaal en ieder- best, het eerste zwaard te „Geloof je dat heusch „Ja, ga maar kijken.. Het echtpaar ging de d .el over naar oen stal. En werkelijk, 't was een treurij het kalf daar te zien liggen op 1 met opgezette haren en uitpuilende oogen, naast de koe die het berook en het likte. De boer schudde het hoofd B „Daar moeten we ons maar geen illu- gehoorzaamt ties meer over maken.” r.~~- En hij zette met zijn beide handen zijn liefde pet recht, zeggende „250 francs verloren V__ „Zouden we den veearts er niet bijha- meester op. De uitdrukking len.... vroeg zijn vrouw nog. V™.‘ „Heelemaal onnoodig, over een uur zal beide han< het beestje wel dood zijn.” - De burgemeester liep haastig weg, want fibatsing van het kerkhof. Een tige vergadering waarin moest worden gegeven voor i van een terrein van 80.000 francs, half uur buiten het dorp gelegen. Dat was trouwens het eenige dater dien dag te behandelen viel. en tevens nog voor twee andere per sonen die nog niet aanwezig w^ren. Al vorens plaats te nemen liet Relinda haar oogen door de hooge zaal rond dwalen. Overal waar zij kwam zocht zij naar merkwaardigheden en naar het ka rakteristieke waardoor het eene land zich van het andere onderscheidt. Maar hier zag zij niets merkwaardigs Behalve aan de Spaansche'woorden die hier en daar op de wanden stonden, kon men niet bemerken dat men over de grenzen was. Alles zag er binnen frisch en helder uit, bloemen en geurige bouquetten sier den de tafels. De gartjons die met de servet over den arm bedrijvig door de zaal gingen, spraken vloeiend Fransch. In haar hoop, iets bizonders te zullen zien, bedrogen, richtte Relinda haar oogen naar de deur, waardoor neg steeds een stroom van reizigers binnen drong. „Er is lang geen plaats voor heel die menigte," zei ze vroolijk tot haar moeder, „en wij mogen ons gelukkig achten dat voor ons een plaats gereser- hier elkander vinden, veerd was! O, wat een aardig meis- j_, j- r onze je daarginds,” voegde zij er met een on haastig derdrukten uitroep van bewondering aan „U weet dus, dat zij hier zijn?" „Gosteren zag ik hun namen in hét vreemdelingenboek.en dat speet mij zeer.... ik duchtte voor jou een ont moeting met hen, die je nu liever niet in je nabijheid ziet" „U had u daarover niet moeten veront rusten, lieve moeder," zei Relinda met een kalmte die mevrouw Josselin deed herademen. Bovendien zou een ontmoe ting niet mij, maar hen in verlegenheid brengen „Dat is waar. Hij heeft zich anders gauw getroost," antwoordde haar moe der, die niet begrijpen kon, dat iemand, eens op haar dochter verliefd, haar zoo spoedig vergeten kon. „Zoo gauw," herhaalde Relinda opge ruimd. „Mij lijkt het wel een eeuw gele den. Wij hebben sinds dien tijd alweer zoovele reizen gemaakt. Hij had groot gelijk met mij te vergeten." Een oogenblik van stilte volgde, waar na zij voortging: „Ook ik ben verrast dat ik hen niet ontmoet heb, want zonder te zoeken kan men I Ik besluit er uit dat de Lésigny aankomst vernomen heeft en 1 vertrokken is Dat spijt me. Ik had zoo graag de vrouw gezien, die hij nu geko zen heeft en die de plaats inneemt, waarvoor hij mij bestemd had." De ‘oon die uit haar stem sprak oprecht en dat stelde de oude thans van haar zorg bevrijd, gerust. bod dat men met moet laten ontsnappen.” De burgemeester had dat. alles gezegd ten geleerd had. Toen hij klaar was, keek hij zijn raads leden aan. De onderwijzer was het volko men met hem eens de drie pachters zei- u«i uwm den niets vier boeren zwegen ook twee „Wat een pech en dan te denken dat ik kleine renteniers spraken met elkaar en het nog verleden week aan het Gesticht men hoorde slechts Natuurlij k daar had kunnen verkoopen.uen valt niet wer te redeneeren wat deed „Gelooft ge, dat we er nog iets van kun- staldoek. Laat vermoedetdat de zaak in orde was. nen maken- „Dus.... aangenomen....?” besloot-„het vel. -„Neen, niets en omdat het misschien ben. besmettelijk zou kunnen worden, zal ik het dadelijk begraven." Toen stroopte de burgemeester zijn weel. En daar, in zijn kleinen tuin, tusschen het huis en den mesthoop, graaft hij een kuil, een doodeenvoudigen kuil. F- Ju*—hi; arm kalf. Voor dien doode hinderde de hygiëne hem niet. J was t dame, gar<;on die haar volkomen een heer en een de laatste, die den kellner -la van daar straks. Wat mevrouw Josselin betreft, deze vestigde dering gaf aan den een en ander een handdruk en opende dadelijk de bijeen komst waarna hij de situatie uit elkaar zette „Het dorp heeft wel een kerkhof waarop de bewoners zeer gesteld zijn. Maar kerk hoven midden in het dorp en rondom de kerk zijn niet meer van dezen tijd door de hygiëne, die groote moderne verove- langzaam werden de handen opge- ring, worden ze afgekeurd. stoken. „Men begraaft daar, vlak bij ons men- Vóór de verplaatsing van het kerkhof schen die aan alle soorten van ziekten zijn elf stemmen. Ér tegen gestorven... J ---- ken van de microben en daardoor wordt totaal verslagen geworden, een land geïnfecteerd. D„ „Zoodat men de kerkhoven zoover mo- haast om B<utu w, gelijk moet verwijderen van de plaatsen zich ongerust ovér z’n kalf, waar menschen wonen het is een drin- Cuwi uc ik gende kwestie waarin men slechts de ge- om de overwinning te beklinken. - -- Ais nu o dan is ze toch erg moeilijk te voldoen. Daarna keerde hij zoo vlug mogelijk naar een prachtig weiland, dat aan een van huis terug. ->."i— •-.< Pp (jen drempel van de deur wachtte zijn vrouw hem al op. „En....?” schreeuwt hij haar al van .'idiegenmaanae zijn groot* licnaams- „Het is gebeurdhet kalf is dood I” kracht, behoort bet paard tot de gevoe- "!et het lijkt vroeger c, Kopenhag: die niemand anders was dan huizen die het a: sloegen zij de Mayorstraat Deze scheen itot onthutst. Hij had kerk van Santa-Maria, die aan den voet t verwacht Relinda en haar moeder van het Urguilo-gebergte opgetrokken is, hier aan te treffen, en in plaats van den te bezichtigen Door de voornaamste J— *- Lij -1-*.- -‘..„i-a voor het hotel Almedia gebracht om met de woorden.’„we zullen de da- zette mevrouw Josselin zich een oogen- blik neer om uit te rusten, terwijl Re linda het prachtige panorama dat zich voor haar blikken ontrolde, genieten ging. Inderdaad, het aantrekkelijke WILDE EENDEN. „Janl ia dat werkelijk *«n wild* eead, me daar voorgediend hebt?" „Wild, meneer? Dat zal wel waar zijn, opgedragen bet Gisteren hebben we haar wel een half uur op de achterna gezeten om ze te GERADEN. „De wijn scU’ smaken. Was de flesch misscL Volgende week loopt uw polis af, heel luchtdicht gesloten?" mijnheer, sprak dt agent van de verze- p - u te ver- dicht." geten. Men bezoekt hun graf lederen keer lengen? als men naar de kerk gaat.men brengt Neen, antwoordde de verzekerde. AAn Ht.1 LOKE1. „vuze er de kinderen en de kleinkinderen men Tien jaar lang heb ik jullie nu al mijn pre- Een oud vrouwtje aan het station Maas hoor ik." spreekt hen dan van die ouden die ’t huis mie betaald voor niets, want nooit heb ik te Rotterdam vroeg een kaartje derde bouwden waar ze nu in wonen; men het minste of geringste brandje gehad. Ik klas. e *w «0w»v waai* Waarheen?” informeerde de bureaulist. w...w die helden aan Wie ze schappij probeeren. J)at zijn mün zaken." was h«* antwoord, geraas en opeens bleef hii steken1 danken dat ze Franachen gebleven zijn het lijkt wel of ze dit alles doe» verdwij nen bij de opkomende generatie. Ik verzeker u, burgemeester, dat het ig gezicht schandelijk is onder een dergelijk voor- het stroo wendsel, onze dooden uit ons midden te J- doen verdwijnen...» Hebt ge dan nooit uw moeder liefgehad....? Tenzij dat gij aan een geheime opdracht van de loge - t waartegen ik protesteer in naam van mijn dorp, van mijn vaderlands- en van mijn geloof I” Van woede trillend, stond de burge- »■«- van zijn ge zicht voorspelde niets goeds, hij liet zijn iden met vierkante vingers, wijd open op tafel steunen. Men voelde dat het warm zou toeloopen. Jtxv. UUIgVUAVCOVVA lASUWUg WdUl „Dat alles, mijnheer, dat zijn maar •r zou beraadslaagd worden over de ver- mooie woorden.... de hygiëne, integen- ahiMMo h»» £«3 gewich- deel is de hygiëne.... deze heeft met die goedkeuring groote woorden niets te maken. De doo den aankoop den hebben niet het recht de levenden te een vergiftigen!.... Ik weet wat de dokter mij gezegd heeft en daarna ook de apo- the ken Dat gaat hun aanZijt gij dok- ter.... Zijt gij apotheker....? Ge zijt - De burgemeester kwam op de verga- zelfs geen veeartsWelnu, houd dan loevaj; tóThrt“ii>pakkS het ha^d- binnentre<f«nde) Jsnl -i— uw moncj Trouwens we zullen nu tot ...waii®, fa Huisknecht. H< r --- stemmen overgaanZijt gij van mee- vernMm dat Jndvat d««r «'brikken.... Bijna had Ik rung mijne heeren om, m naam der hygië- p dan mij ve„Ukl| g ne, het kerkhof te verplaatsen en voor goud V d<t h heek zw.ird met de ANDERS BEDOELD. goed het tegenwoordige te sluiten ,cbed« niet meer dan 7 pud. St. waard „Het is werkelijk hoogst vereerend v®r De burgemeester keek toen al Zijn n,el meïr me, „«juffrouw, dat u m. na die eee raadsleden aandachtig aan om te zien of w>t yol d< u piinbjk«r. Toen den korte ontmoeting nog kent.'* “iTnvAan^'^r^'dê handen onve lede“ der 'O™»*»»»* werd meegedeeld, wat „Och, mijnheer, u hebt nu eenmaal «n Langzaam werden de handen opge- d# juweher 4eï«gd kad, haastten aj zich van die gezichten, die wij vrouwen tewr- SlOKCtl» was, wilde het den anderen Macdonald, maar in alle soorten van ziekten zijn elf stemmen. Ér tegen een stem, van w** .er. v?“ door. Daarna dat de de grond wordt doortrok- hem, die straks gesproken had. Hij is dus d“ e,‘enl* Tk J hü ken had, ze wisten zette met zeker, ot nij - d gcwviuen. wd be>lond hadden de onderbande- serland sloeg u«u „Ik kan dikwijls gevaarlijke &P “w vingers kunt fl„7i 'r uaar gecu iuuü i..rt turfstrooisel, dat «n» galant wilde wezen al. dïï JL” -««f Rij d oe- geheele handje i uw gevens van *t gezond verstand moet vol gen.' „Nu biedt zich een gelegenheid aan mijn'persoonlijke vrienden toebehoort, is te koop voor 80.000 francs.... „Hoe denkt de raad daarover....? „Ik voor mij, ik vind 't een eenig aan- verre toe. Volgende week loopt kerk De dooden worden dan nooit ver- keringmaatschappij; wenscht -- -u. u.._ ..u--, als men^ naar de kerk gaatmen brengt Neen, antwoordde de verzekerde. “v juwi nen jaar tang heb ik jullie nu al mijn pre- spreekt hen dan van die ouden die ’t huis mie betaald voor niets, want nooit heb ik te Rotterdam vroetf --- -- men l t- i i. --T* J, V» gvaaMgaiv Utauujt ipuau. ut noemt de soldaten op die in den oorlog zal het nu eens met een andere maat- Herbergier: :bijnt u niet te schien niet ge- lucuiuicm gesloten.' wjj behoeven geen treürmanchen te epeJ Gast: „Ik vrees eer: niet geheel water- len Wii kunn«n «Jtiid vrooHik riin." --- -- „Ik was er zeker van 1” De burgemeester had dat alles gezegd Het beest is al opgezet 1 in één adem, als een les die hij van bui- wel een opgeblazen zak h-rj „Laten wij gaan kijken.... Daar stonden ze beiden voor 't cadaver. De koe loeide wanhopig. De burgemeester schudde het hoofd :ch en dan te denken dat ik in t ----O V..WW.W** WWW nau XJCSULIlt V" men hoorde slechts Natuurlijk daar had kunnen verkoopenis, nen maken....? vroeg zijn vrouw.... koortsig: van van bouwkunst- ia. „Wat zeg je er van," vroeg mevrouw Josselin, die na eenige oogenblikken van haar stoel was opgestaan en haar dochter in haar stille mijmering kwam storen. v „Verrukkelijk, onovertroffen schoon, moeder," riep Relinda, als uit een droom ontwakend, uit Waarlijk u hebt niet scherpe tegenstelling overdreven, zoo dikwijl* Jv .i j van baar prack| en .choonheid v vertelde." „Toen wij i Relinda en haar moeder gebruikten deze stad logeerden, was dit hotel' zoo spoedig mogelijk het dejeuner en nog niet,” hernam mevrouw Josse! verlieten de zaal onder voorwendsel dat even gelukkig over anderen stonden te wachten om haar haar dochter al* plaatsen te bezetten. „Wat zie ze er j een kind," zeide 1 wachtkamer verlaten hadden. ,Ja, en een verwend kind, voegde mevrouw Josselin er aan „Je hebt je flink gehouden, lieveI...» aaw^wwaa, MUI JV Utltl VOOF n°g de eerste maal zag; maar wat was L., ween zijn, wa verlegen, de stakkerd Ik bad meelij met onbegaanbaar, hem!" „En ik ook.... Het heeft mijn plezier verstoord, tenminste op dat oogenblik." „Ik vond dat hij veranderd was." „Waarlijk?.... Ik heb hem niet nauw keurig opgenomen meer i „L. heeft mij zeker ook den." ",Pa* kan niet jij blijft altijd dezelf- „Verbeelding, louter verbeelding, lie- voorgegaan, door ve moeder," zei Relinda opgewekt, „om- - l y mij alle dagen ziet; maar gelukkig op den voet of niet, de iaren laten hun sporen aih- aanstonds het ter.” Aan het station van 9kn Sebastien r -- WM uattl UUVIllCT een rijtuig om haar door de stad rond te L dn merk- regelmatigen bouw der hanteeren. „Vulsir de beeren?" aflegde. „Zijn er in Zwitserland veel zulke gosde tters, mijn jongen?" vroeg de guersal. „Ongeveer vijftig duizend, genera*!" „Zoo, zool Maar wat zoudt ge dan als ik met honderd duizend Engelscen je kwam aanvallen." „Onmiddellijk nog eens laden.” UIT DE KAZLkNE. Sergeant (bij het exerceeren): zoo n miseraoe: gezicht als ee aap, pas gehoord heeft, dat je van hm af- VOORZICHTIG. Patiënt. Dokter, ik wou u raaplegen over mijn totaal gebrek aan herinzrings- vermogen. COMPLIMENTEUS. maar niet begrijpen, boe ij zoo n..:«Iej d. lieve tot den heer Jo*. „Ik „Neen, beste Juffrouw,” zei Joris, 9 ook proefdet, zot! uw mond verzinken." TE KRAS. „Wij zouden graag zien," zei hetioofd van het schooltoezicht tot den onderijzer, m“v™ ler nie‘ d« «tal ontbreken om den plaatste. Wat zoudt ge b.v. denke van _jgel moet „Wetenschap is Welvaart." R. zijn Een „Wilt u me voor den gek honden gr. is bepaald neer! De kinderen -veten, hoe ris de gemeente me geeft." WEL BEDACHT. n ;'_,7---Een heer bevond zich in gezelschapran Daar het ademhalingsproces der dieren en drie dames aan tafel Een der schoaeB de uitwasemingen der uitwerpselen de stal- hield hem sehertsend een appel voor en lucht voortdurend bederven, is gestadige lej. toevoer van versche lucht noodzakelijk; j want reeds 1 pCt. koolzuur in de stallucht is hoogst nadeelig voor dieren en men schen. Een góede ventilatie van den paardenstal is daarom in alle jaargetijden bepaald nood zakelijk: men zorge er evenwel voor, dat de paarden niet direct aan de buitenlucht zijn blootgesteld. VERKEERD VERSTAAN. Dokter: „Uw pols is zwak, u bevalt mij vandaag veel minder, mevrouw." Dame meesmuilend: „Hoe ongalant, dok ter." voor dragen dat voor beiden iu ue xvennaa, aie in een oogwenk van haar weer wachtkamer te Irun, vanwaar de trein verlegenheid bekomen was. de w: - naar Spanje een uur na aankomst ver- Mevrouw de Lésigny nam met een ten waar de zonnestralen vrij in spelen, trekken zou, een plaats gereserveerd vriendelijk knikje tegenover baar plaats, en de onovertroffen gunstige ligging van werd. Haar echtgenoot was nu gedwongen om San-Sebastien, die het den bijnaam ga- De maatregelen waren niet te ver- de eenige plaats die nog overbleef in te vetu de parel Van den Oceaan. geefs genomen; de dames zagen den nemen. Maar door zijn koude en ge- Op een landengte aan den mond van groeten toevloed van reizigers bij het dwongen houding scheen hij tegen het de Üremea gebouwd, brengt de coquette meer verheugen.' vertrek uit Biarritz. Het aantal nam aandringen zijner vrouw te willen pro- stad, die door water en bergen en heu- daarbij aan de stations van Saint Jean testeeren. Geen enkelen keer sloeg hij velen met een weelderigen plantengroei de Luz en Hendaye nog zoo toe, dat bij een blik op de dames tegenover hem. omgeven is, een ieder die haar de aankomst te Irun het station wemel- Eens zag hij in de oogen van zijn vrouw, eerste maal aanschouwt in Vviiuamug. XxVIdlC I1OO] die de die hem zijn koudheid, waarover zij Met een niet ontveinsde verwondering het verledene toevloed verwonderd was. verweten. f.—u--r 2Relinda wist maar al te goed wat de het hotel de blauwe golfjes haar moeder stapten dicht Lésigny in verlegéfiheid bracht en i* _:t en ontkwamen alsof haar aandacht geheel in beslag I—7i: i_nomen 1J J met haar t "5, ver halve cirkel^ jn het land snijdt en aan spel gebergte zich verheffen. Én aan dea voet dier b*r«M nriika» .m.'. GOEDGEMEENDE WENSCH. Heereboer: ,Ja, vrouwtje, het zijn *l*ch- ken* er bij.” Arme vrouw: maar, dat u en meneer." Zeg vriend, sprak de toerist tot den boer dien hij tegenkwam, waarom noe men ze dat hier eigenlijk Boschweg? Ik heb nu al een half uur geloopen, maar Dat komt uit, mijnheer, sprak de w-.-- ww*< vaw^v* vv«*v aaaw»a «vh MV»VU| maar verbannen, lijkt het wel of we ons er voor nu is bet wég. niet hoe aantrekkelijk en troostend het is om zei ze vroolijk tot haar wij mogen ons voor ons een plaats gei je daarginds," voegde zij er met een van bewondering toe. „Waar," vroeg mevrouw Josselin. „Ik zie haa- niet meer," antwoordde Relinda, terwij' zij weer op haar plaats de.' ging zitten. Tegelijkertijd naderde de was i J 2 jonge dame gevolgd. In dat Eén van meening. hadden zij besloten volgde, herkende Relindi gedurende haar verblijf te Biarritz de- schoone meiafe „«uon van snn Sebastien na- van *'i zes- mevrouw Josselin betreft, deze vestigde men mevrouw Josselin en haar dochter had. Josse- aanstonds h^ar aandacht op den heer, een rijtuig om haar door de sl_22 haas echtgenoot dien zij vroeger op het schip bij haar rijden. Op het Constitutiepleii. L bezocht' had. Relinda vertrouwde op het reis naar Kopenhagen had leeren ken- waardig door den regelmatige: k—- -J— u:j wje a||e nen en dje niemand anders was dan huizen die het omgeven aangek men, het geheu- mijnheer de Lésigny sloegen zii de ovyom litstapjes werd niet verwacht Relinda en haar moeder teed. Relinda ver- hier aan te treffen, en in plaats van den te bezi stierengevecht bij kellner verder te volgen, keerde hij zich straten was zij bij een der- c~ wuvu uk ua gelijk schouwspel tegenwoordig geweest, mes niet storen," en hij vroeg den gar- De een vertelde haar, dat het te ver- oon hem een andere plaats te wijzen. schrikkelijk en te wreed was om naar te „Maar mijnheer," zei deze verwonderd, zien,terwijl anderen beweerden dat het „alle plaatsen zijn bezet. De helft van onovertroffen schouwspel was, zelfs deze tafel is voor u gereserveerd, ze is Inderdaad, het aantrekkelijke van worden K- de meest bereisde toeristen. Wat groot genoeg voor vier personen." San Sebastien is niet het Spaansche ka- genheid voor. Maar als u wilt, zal ik „2d. -.2 -iaa „Welzeker," zeide op haar beurt zijn rak*er' da‘ m®n alleen vindt in de over- bij een fotograaf in Biarritz bezordwn zelfstandig oordeel te kunnen jonge vrouw, die zich de bezwaren van blijfselen van de oude stad, die door de vellen. Zij begaf zich naar den eigenaar haar man niet verklaren kon. „Ik sterf gelaat van haar man te letten naast Re- van het hotel om de noodige inlichtin- van honger en de dames zullen ons wel linda plaats nam. „In uw gezelschap zal gen. Deze zou haar twee plaatsen ver- veroorloven naast haar te dejeuneeren." Engelschen in 1813 veroverd en gedeel- schaffen in de schaduw en er tevens zorg „Zonder eenigen twijfel," antwoordde telijk verbrand en later als moderne stad tot zijn vnnr r1ra<5z»r> /laf <r,i0 dc Relinda, die in een oogwenk van haar weer opgebouwd werd. Het zijn de bree- tegelijk mevrouw josselin g< de trein verlegenheid bekomen was. de wandelwegen, de lange rechte stra- had, zich naast de hare bevonden. na aankomst ver- Mevrouw de Lésigny nam met een ten w»»r d. 1— plaats gereserveerd vriendelijk knikje tegenover haar plaats. Haar echtgenoot was nu gedwongen om - de eenige plaats die nog overbleef in te v: nemen. Maar door zijn koude en ge- J jen houding scheen hij tegen het de aandringen zijner vrouw te willen pro- s.— van Saint Jean testeeren. Geen enkelen keer sloeg hij velen „„A een b|jk J i u mij van de van deze streek samen, je vader en ik, in J 22. er nog niet," hernam mevrouw Josselin, even gelukkig over de lofprijzing haar haar dochter als over de verrukkelijk schoone natuur, waarin zij zich verheug- jong uit 't Is nog bijna de. ^Maar in dat jaar kon men de cita- Relinda. toen zij de del eh de begraafplaats der Engelschen iten hadden. bezichtigen. Het spijt me dat de toegang „ua, en een verwend kind, vermoed thans verboden is" ik," voegde mevrouw Josselin er aan „Wij zouden vandaag den tijd niet ge- toe. „Je hebt je flink gehouden, lievel...» had hebben om er heen te gaan, moeder, Men zou gezegd hebben, dat je hem voor en u zou in ieder geval te vermoeid ge- J- 1 zag; maar wat was hij weest zijn, want het pad is steil en haast uen dan bij zulk een druk kende. hittel. Relinda zou juist opstaan om een paar foto's te nemen, toen een fijn stemmetje achter haar de beide dame* om deed kijken. „Het is toch aardig om een foto van _„J mee te ne men," zei een jonge dame op kinderlijke! toon. „Zeker is het aardig,” antwoordde Re linda met een vriendelijk lachje. Het wa* mevrouw de Lésigny, die zij dit ant woord gaf. Haar echtgenoot, zooals Relinda met een vluggen oogopslag bemerkte, zat op een twintig meter afstand in gezelschap -■een vriend, dien hij juist ontmoet „Het is zeker moeilijk,” vroeg zij, ter wijl zij Relinda haar klein toestel zsg „Volstrekt niet! Wilt u het een pro- ja, u is heel vriéndelijk” Relinda zeide haar, hoe zij den kodak gebruiken moest, en een oogenblik later had zij met veel handigheid en kleine gracieuse bewegingen de eerste foto ge nomen. „I* ze gelukt," vroeg zij dadelijk. „Ik hoop het, maar ik weet het nog niet.... de plaats moet eerst ontwikkeld 2..1 en daar bestaat hier geen g'le- j-u'ukIü voor. Maar als u wilt, zal ik ze uij een fotograaf in Biarritz bezorgen om ze voor u te ontwikkelen." Toen de Lésigny in den namiddag met zijn Colette in de arena kwam, mérkte hij tot zijn spijt dat hun plaatsen, die hij met mevrouw Josselin gehuurd „Wat een gelukkig toeval," riep Co lette, terwijl zij zonder op het mismegd gelaat van haar man te letten, naast Relinda plaat* nam. i „In uw gezelschap zal ik mij thans nog „Ook ik ben blij u naast mij te zien,” t zei Relinda, hard genoeg om door de voor de Lésigny- 1 verrukking. Colett reizigers bij het dwong: He* “ntzl nam r de stations i2 Hendaye nog zoo toe, dat bij een I a- de en krioelde van menschen, die de I - ---- -•—•»*« V V» w VUUWI uig oei verieuene ve wachtkamer, voor zulk een toevloed verwonderd was. verweten. beschouwde. Relinda op het terras voor dig dacht zij niet veel te kltin, als *t ware bestormden. Relinda wist maar al te goed wat de het hotel de blauwe golfjes van Relinda en haar moeder stapten dicht Lésigny in verlegétiheid bracht en deed cha, de prachtige baai, die als een zvi- bij de wachtkamer uit en ontkwamen alsof haar aandacht geheel in beslag ge- ver L_1-awwa «aa uva aauu BIUJUl CU aall dus aan het grootste gedrang. Zij toon- nomen werd door het drukke gesprek wi<r kust het Urgullo- en het Iguildo- den haar kaart van het hotel Continen- met haar moeder *n door de zorgen gebergt 2^. tal, waarop beider naam geschreven Stond waarmede rfi deze omgaf dier b*rgea prijken talleece villa's,- en aanstonds bracht men haar naar een f—- •-- S'ëalti". dat vonr haar gereserveerd ge moed» en door de zorgen .11 deze emgaf. mw oergen pripcen talleece villa's, waar- Do -p Mevrouw Josselin, di- minder gemak- boven het paleis, Miramar, dat, geheel tuuriijk L --- was lijk van het onaangenaam gevoel dat zii uit marmer opgetrokken, een meest»’ voor het grootste gedeelte door Gauw, een borrel met de raadsleden Macdonald kwam. 2loen kwam er morgen de loge niet tevreden is, e‘4en kosten een nieuw zwaard liet ma- u-keu voor den -1 :-j— een doet zijn vergeten. HET PAARD IN HET KOUDE JAARGE TIJDE Niettegenstaande ligste huisdieren en heeft daarom in t sei zoen der veelvuldige temperatuurswisse lingen vooral veel zorg noodig Dit geldt vooral voor paarden, di* op t land moe ten werken en 's winters bijna dagflijks aan weer en wind zijn blootgesteld. Voor alles moet een paard, zoodra het den stal gebracht is, zorgvuldig afge wreven worden, totdat het volkomen droog met den besten daartoe geschikten 1 men dit na, dan krijgt het Je mgen, die ziekten, al* koliek enz. - Voorts moet het paard - warm leger hebben. Is daar geen stroo v >or, dan gebruike men t_.- minstens 15 C.M. gelijkmatig hoog op zijn standplaats moet liggen. De vaste uitwerp- zsLn moeten terstond verwijderd worden; geen nat dulde men de standplaats, dat trouwens door 't turfstrooisel wordt opge zogen. De temperatuur n< zijn. De thermome- warmtegraad t* regelen. In den re|_ de temperatuur 1114 gr. R. zijn ten temperatuur beneden 10 t nadeelig voor de dieren. Behalve een gelijkmatige moet er ook voldoende lucht EEN KIND DES TIJDS. L --- Vader, (tot een zesjarig zoontje die met uitgestrekte kerkhoven waarin iede- Zijn gouverneur een woordenstrijd heeft dag opnieuw begraven wordt Père Kareltje, Kareltje, moet ik met den stok LachaiseMontmartreMontpar- komen. nasse.... Passy.... Batignollesenz. Karei. Niet noodig, papa, ik kan het Welnu in ons dorp dat zoo luchtig is en zonder stok ook wel af. waar de huizen zoover uit elkaar liggen, zijn er maar drie of vier sterfgevallen per jaar.... Wat heeft dat nu te beteekenen voor de openbare gezondheid....? Min der dan niets En dan als wij onze dierbare dooden, nog ge"en“bo’Jm gëriem waaronder ik verscheiden kameraden heb,*.een „1“?. gian boer- .Vrëeg»"ws"."hie7’«rbowh.‘ goed van willen ontdoenVoel je dan ons kerkhof te hebben rondom de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 13