VOOR DE in as:; ara-s ik.w-- GEDWONGEN F 5 kiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!!iiiiiiii;iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiiiiii"iiiiiiiiiii;iiiiih iiii:ii.iiiiiiii)iiiiiiiiiiiiiiiii:ix s a a s a NUMMER 20 s e -1 UIT DE - MOPPENTROMMEL DERDE JAARGANG 1923 xiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ]iiiiii[ iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii;iiiiiiiiiiiiiii;iiiiiin::i!iiiiiiii!iiiiiiiiiiiii: iiiiiiiiiiüihiiiiiiiiiihk g Ll--- ir' H 0 HUISKAMER dia het punt terZijt gij apotheker „Och, mijnheer, hij heeft stamt!" die menigte,' het lijkt ris de gemeente ver- van een aandringen zijner vrouw te willen pro- door de toe, dat bij Volgende week loopt h»‘ antwoord, geraas en opeens bleef hii steken.' i n uw vin| juffrouw L zoo schoonhei* „Waarheen?" informeerde de bureaulist. Dat zijn mijn zaken." was vermoed er aan 1 oen kwam er met een welgekleeden dat hij uit naam van GOEDGEMEENDE WENSCH. Heereboer: „Ja, vrouwtje, het zijn elech- i ver voer me na die eene begrijpen, boe gij zoo zei de lieve tot den heer Joris. „Ik „Ja, 't was .en echte automobielreee." „Hoe bedoel je." „Het ging zoo hard mogelijk, met reel --1.1..1 i_:i EEN KIND DES TIJDS. Toch vindt jnen er binnen haar Vader, (tot een zesjarig zoontje die met uitgestrekte kftkhoven waarin iede- zijn gouverneur een woordenstrijd heeft.) sn. Dat komt uit, mijnheer, sprak d* was hier een bosch, maar j van tafel. Een der schoonen J een appel voor en u het een pro- van hem af ijk, onovertroffen schoon, Ralinda, ah uit een droom Waarlijk u hebt niet dikwijls u mij van de id van dez. streek u raadplegen Herbergier: smaken. Was er vooruit betaald wor- nen maken...»? vroeg zijn vrouw.... koortsig. „het vel....?" zj.l „Neen, niets en omdat het misschien ben. besmettelijk zou kunnen worden, zal ik het dadelijk begraven." De burgemeester had dat alles gezegd in dén adem, als een les die hij van bui ten geleerd had. Toen hij klaar was, keek hij zijn raads leden aan. De onderwijzer was het volko men met hem eens de drie pachters zei den niets vier boeren zwegen ook twee kleine renteniers spraken met elkaar en men hoorde slechts Natuurlijk 1.daar valt niet over te redeneeren wat deed vermoeden, dat de zaak in orde was. „Dusaangenomenbesloot de burgemeester. Stilteonderbroken door de stem van een gepensionneerd soldaat die in een mooi huis woonde op 't eind van 't dorp. Dadelijk keerde iedereen zich naar den spreker. Wat ging er gebeuren De andere begon met groote kalmte f „....80.000 francs.... zijn francs. We betalen al heel veel voor een onder- Geloof je dat heusch „Ja, ga maar kijken.. stal. En werkelijk, 't was een treurig gezicht het kalf daar te zien liggen op net stroo met opgezette haren en uitpuilende oogen, naast de koe die het berook en het likte. De boer schudde het hoofd „Daar moeten we ons maar geen illu sies meer over'tnaken.” En hij zette met zijn beide handen zijn pet recht, zeggende „250 francs verloren „Zouden we den veearts er niet bijha lenvroeg zijn vrouw nog. ’’„Heelcmaal onnoodig, over een uur zal het beestje wel dood zijn." om ten. Colette hoopte nu maar dat haar man maar spoe dig dacht zij niet meer aan hem, zoozeer aardig," antwoordde Re- een vriendelijk lachje. Het was de Lésigny, die zij dit ant- Haar echtgenoot, zooals Relinda met een vluggen oogopslag bemerkte, zat op een twintig meter afstand in gezelschap van een vriend, dien hij juist ontmoet A. Wat zeide ze, toen ze wegging? B. Zit m'n hoed goed? NIET ALTIJD. Huurder: „Het lekt voortdurend bij mij." Huisbaas: „Ja, maar toch alleen als het regent I" u nu Relinda, die in een ANDERS BEDOELD. „Het is werkelijk hoogst vereerend me, mejuffrouw, dat u nog kent” u hebt nu ten wars' de zonnestralen vrij in spelen, en de Onovertroffen gunstige ligging van San-Sebastien, die het den bijnaam ga ven: de parel van den Oceaan. Op een landengte aan den mond van Uremea gebouwd, brengt de coquette stad, die door water en bergen en heu- een weelderigen plantengroei eens laden.” HET EER EZ WA, D. Wie Glasgouw bezoekt, moet onpassen dat hi; met spreekt over het eerste tere- zwaard, dat door de burgerij aan majoor- generaal Heetor Macdonald werd aangebo den. We spreken van het eerste zwaard, omdat er twee waren, en de oorspronke lijke aanbieding aan pijnlijke gebeurtenis sen herinnert, zooals uit bet volgende blijkt: ioen „Fighting Mac” uit Egypte terug kwam, na den slag van Ondurman, schon ken de burgers van Glasgow hem een eere- w iwaazu, aie uaun v wi wes uajajz«av S*aw.a*»i.vas, die zijn land bewezen had en aan een AAN HET LOKET. Een oud vrouwtje aan Rotterdam vroeg een eens, dat u Paris was, 1 u den appel geven?" Zonder zich te bedenken wenkte hij een bediende en vroeg: „Och, breng mij nog eens twee appels!" BEGREPEN. Commensaal: „Wel, juffrouw, is u aan mijn bureau gaan zeggen, dat ik mijn voet verstuikt heb en daarom niet komen kon?" Hospita: „Jawel, meneer." Commensaal: „En wat zei de baas?” Hospita: „Hij liet u beterschap wen- schenen ik moest uanaar een geinari- neerden haring geven." VERWAAND. Zilverstein: „Meisje, wat speel je daar?” Dochter: „Een treurmarsch." Zilverstein: „Ben je gek? Menschcn als wij behoeven geen treurmarschen te ne- ivni 1- -mu_u:v -u_ en tevens nog voor twee andere per sonen die nog niet aanwezig waren. Al vorens plaats te nemen liet Relinda haar oogen door de hooge zaal rond dwalen. Overal waar zij kwam zocht zij naar merkwaardigheden en naar het ka rakteristieke waardoor het eene land zich van het andere onderscheidt. Maar hier zag zij niets merkwaardigs Behalve aan de Spaansche woorden die hier en daar op de wanden stonden, kon men niet bemerken dat men over de grenzen was. Alles zag er binnen frisch en helder uit, bloemen en geurige bouquetten sier den de tafels. De garcons die met de bedrijvig door de s...sloeiend Fransch. In haar hoop, iets bizonders te zullen zien, bedrogen, richtte Relinda haar oogen naar de deur, waardoor nog steeds een stroom van reizigers binnen drong. „Er is lang geen plaats voor heel die menigte," zei ze vroolijk tot haar wij mogen ons gelukkig -- ---- ----- >reser- hier elkander vinden, veerd was! O, wat een aardig meis- onze je daarginds," voegde zij er met een on haastig derdrukten uitroep van bewondering aan toe. „Waar,” vroeg mevrouw Josselin. x. „Ik zie haa- niet meer," antwoordde Relinda, terwij zij weer op haar plaats naar was wwyaaaaMVM, wa WgVU VVU OtVUJj V «11 I hem, die straks gesproken had. Hij is dus commissie de» man eigenlijk nooit gespro- iruk en komst waarna zette „Het dorp heeft wel een kerkhof waarop de bewoners zeer gesteld zijn. Maar kerk hoven midden in het dorp en rondom de kerk zijn niet meer van dezen tijd door de hygiëne, die groote moderne verove ring, worden ze afgekeurd. „Men begraaft daar, vlak bij ons men- schen die aan alle soorten van ziekten zijn gestorven.... de grond wordt doortrok ken van de microben en daardoor wordt een land geïnfecteerd. „Zoodat men de kerkhoven zoover mo- gelijk moet verwijderen van-de plaatsen waar menschen wonen het is een drin gende kwestie waarin men slechts de ge gevens van ’t gezond verstand moet vol gen. „Nu biedt zich een gelegenheid aan een i mijn persoonlijke vrienden toebehoort, is te koop voor 80.000 francs.... „Hoe denkt de raad daarover....? wisten zelfs niet zeker, ot hij wel bestond. Ze hadden de onderhande- lingen gedreven met een t. jongeling die zei, dat hij uit naam van v*n Macdonald kwam. *fle«de' 'n nieuwe commissie, die op eigen kosten een nieuw zwaard liet ma- geliefden generaal en leder- best, het eerste zwaard te j rij deze omgaf dier bergen prijken tallooze nilas, waar- De plaatsen In de schaduw, die na- Mevrouw Josselin, die minder gemak- boven het paleis, Miramar, dat, geheel tuurlijk het meest gezocht zijn, waren een i VOORZICHTIG. Patiënt. Dokter, ik wou over mijn totaal gebrek aan herinnerings* vermogen. Dokter. Zoo.... maar.... zietu, in zoo'n geval moet den. danken dat ze Franschen gebleven zijn het lijkt wel of ze dit alles doen verdwij- ïet echtpaar ging de d_e! over naar den nen bij de opkomende generatie. Ik verzeker u, burgemeester, dat het t schandelijk is onder een dergelijk voor- let stroo wendsel, onze dooden uit ons midden te doen verdwijnen.... Hebt ge dan nooit uw moeder liefgehad....? Tenzij dat gij aan een geheime opdracht van de loge gehoorzaamt waartegen ik protesteer in naam van mijn dorp, van mijn vaderlands liefde en van mijn geloof 1” - De burgemeester liep haastig weg, want •r zou beraadslaagd worden over de ver- tslaatsmg van het kerkhof. Een gewich tige vergadering waarin goedkeuring moest worden gegeven voor den aankoop van een terrein van 80.000 francs, een half uur buiten het dorp gelegen. Dat was trouwens het eenige dat er dien dag te behandelen viel. De burgemeester kwam op de verga dering gaf aan den een en ander een handdruk en opende dadelijk de bijeen- lij de situatie uit elkaar HEEL EENVOUDIG. Bij de laatste herfstmanoeuvres in Zwit serland sloeg een Engelsch generaal ver wonderd een jongen Zwitser gade, die proe- van groote vaardigheid in het schieten legde. „Zijn er in Zwitserland veel zulke goede tters, mijn jongen?" vroeg de generaal „Ongeveer vijftig duizend, generaal!" „Zoo, zoo! Maar wat zoudt ge doen als ik met honderd duizend Engelschen je kwam aanvallen.” „Onmiddellijk nog UIT DE KAZEkNE. Sergeant (bij het exerceeren): „Zet toch niet zoo'n miserabel gezicht als een aap, die pas gehoord heeft, dat je oogwenk van j was. Mevrouw de Lésigny nam tegen een prijs van 250 pond Sterling. Up den bepaalden tijd was het zwaard een prachtig wapen met gouden handvat maar, gereed en aangeboden en de generaal nam het mee naar lodié. Toen hij in Zuid-Airika was, wilde het ken voor den een doet zijn vergeten. HET PAARD IN HET KOUDE JAARGE TIJDE. Niettegenstaande zijn groote lichaams- J om c_ Santa-Maria, die aan den voet ie opgetrokken is, de voornaamste stierengevecht bij keïlnër"verder te volgen, keerde hij zich straten voor het hotel Almedia gebracht had zij k" om met de woorden, „we zullen de da- z-»»« -- geweest, mes niet storen," en Jiij vroeg den gar- blik neer om uit te rusten, terwijl Rc- „Maar mijnheer." zei -deze verwonderd, voor haar blikken ontrolde, Inderdaad, het aantrekkelijke vzx San Sebastien is niet het Spaansche ka- t men alleen vindt in de over blijfselen van de oude stad, die door de ken had, ze COMPLIMENTEUS, kan maar niet 1 ngers kunt fluiten,' Sophie zou het niet kunnen doen.” „Neen, beste Juffrouw," zei Joris, die ook eens galant wilde wezen, „als gij dat be- proefdet, zou uw geheele handje in uw mond verzinken.” TE KRAS. „Wij zouden graag zien," zei het hoofd van het schooltoezicht tot den onderwijzer, uw lessenaar een of ander de kinderen aanmoedigend motto r._- Wat zoudt ge b.v. denken van „Wetenschap is Welvaart." „Wilt u me voor den gek houden, me- is bepaald neer! De kinderen weten, hoe 'n klein sala- J i me geeft." WEL BEDACHT. Een heer bevond zich in gezelschap -,-r—ie dames aan l— de uitwasemingen der uitwerpselen de stal- hield hem schertsend 1Li voortdurend bederven, is no oi waar de huizen zoover uit elkaar liggen, zijn er maar drie of vier sterfgevallen per Zeg vriend, sprak de toerist tot den VERKEERD VFRCTAAN jaar.... Wat heeft dat nu te beteekenen boer dien hij tegenkwam, waarom noe- VtRKtERD VERSTAAN, voor de openbare gezondheid*,,.? Min- ‘men ze dat hier eigenlijk Boschweg? Ik Dokter: „Uw pols is zwak, u bevalt mij der dan niets heb nu al een half uur Jeloopen, maar va®^aaM vee^ minder, mevrouw." En dan als wij onze dierbare dooden, nog geen boom gezien. Dame meesmuilend: „Hoe ongalant, dok- waaronder ik verscheiden kameraden Dat komt uit, mijnheer, sprak d* ter" U heb, een half uur buiten het dorp gaan boer. Vroeger was hier een bosch, maar GERADEN verbannen, Lijkt het wel of we ons er voor nu is het wèg. goed van willen ontdoenVoel je dan Herbergier: „De wijn schijnt u niet te niet hoe aantrekkelijk én troostend het is Vokende week loont uw noli. ?raa, L ,.a^ de flesch misschien niet ge- om ons kerkhof te hebben rondom de mijnheer/,prak dc agent van de ierze' Ga.t° Ik vr.l's’ eer”? 1 t o h 1 t w‘» kerk De dooden worden <hn nooit ver- keringma.t.chappij; wen.cht u te ver- dichr' 1 4 Wij kunnen altijd vroolijk zijn." geten. Men bezoekt hun graf lederen keer lengen? <Ucm- Mwrnw mnnan als men naar de kerk gaat.... men brengt - Neen, antwoordde de verzekerde. AAN «ET LOKET. NIEUW WOORD gevallen zijn.... die helden aan wie ze schappij pro be eren. ken, er bij." Arme vrouw: ---, dat n en meneer." WAT ZE ZEIDE A Dus beeft je vrouw werkelijk je ver laten? B. Jawel; reeds drie dagen geleden. Op den drempel van de deur wachtte zijn vrouw hem al op. „En....?” schreeuwt hij haar al van verre toe. „Het is gebeurdhet kalf is dood I” kracht, behoort het paard tot de gevoe- „Ik was er zeker van 1” ligste huisdieren en heeft daarom in t sei- Het beest is al opgezet!.... het lijkt zoen der veelvuldige temperatuurswisse- wel een opgeblazen zak!....” lingen vooral veel zorg noodig. Dit geldt „Laten wij gaan kijken....” vooral voor paarden, die op 't. land moe- Daar stonden ze beiden voor 't cadaver, ten werken en 's winters bijna dagelijks De koe loeide wanhopig. aan weer en wind zijn blootgesteld. De burgemeester schudde het hoofd Voor alles moet een paard, zoodra het „Wat een pech en dan te denken dat ik in den stal gebracht is, zorgvuldig alge- het nog verleden week aan het Gesticht wreven worden, totdat het volkomen droog had kunnen verkoopen.is, met den besten daartoe gesebikten „Gelooft ge, dat we er no$ iets van kun- staldoek. Laat men dit na, dan krijgt het nen maken.vroeg Zijn vrouw.koortsige mgen, die dikwijl, gevaarlijke „het velziekten, als koliek enz. ten gevolge heb- Voorts moet bet paard een zacht, warm leger hebben. Is daar geen stroo voor, dan gebruike men turfstrooisel, dat minstens 15 c.M. gelijkmatig hoog op zijn Toen stroopte de burgemeester zijn standplaats moet liggen. De vaste uitwerp- mouwen op, nam zijn s«hop en zijn hou- selen moeten terstond verwijderd worden; weel. geen nat dulde men de standplaats, dat En daar, in zijn kleinen tuin, tusschen trouwens door 't turfstrooisel wordt opge- 80.000 het huis en den mesthoop, graaft hij een zogen. De temperatuur n..et in een „dat gij boven kuil, een doodeenvoudigen kuil. paardenstal gelijkmatig zijn. De thennome- voor <1. En daarin begraaft hij zijn kalf.... zijn ter mag niet in den stal ontbreken om den plaatste, wijzer en een onderwijzeres die alle kin- arm kalf. Voor dien doode hinderde de deren aan den landbouw onttrekken en er hygiëne hem niet, kantoorbedienden van maken in de stad. Ik vind, dat niets ons er toe verplicht deze nieuwe uitgave te doen, zooals zooveel andere die zwaar drukken op ons land." „Maar de hygiëne, mijnheer," riep de burgemeester uit.„het is toch poodig met het oog op de hygiëne „Uw reden om de hygiëne is met steek houdend Parijs is de meest gezonde stad van de wereld. Toch vindt muren ren Lachaise nasse. met de woorden, „we zullen de da- en J $on hem een andere plaats te wijzen. „I'taai IIMJMMVWA, WW- „alle plaatsen zijn bezet. De helft van ging. „J was, zelfs deze tafel is voor u gereserveerd,, ze is de meest bereisde toeristen. Wat groot genoeg voor vier personen." n j a „Welzeker," zeide op haar beurt zijn rakter, dat zelfstandig oordeel te kunnen jonge vrouw, die zich de bezwaren van I'"' 2Iman niet verklaren kon. „Ik sterf gelaat van haar man te letten naast Re- van het hotel om de noodige inliclïtin- van honger en de dames zullen ons wel linda plaats nam. „In uw gezelschap zal gen. Deze zou haar twee plaatsen ver- veroorloven naast haar te dejeuneeren." Engelschen in 1813 veroverd en gedeel- zijn Colette in de schaffen in de schaduw en er tevens zorg „Zonder eenigen twijfel,” antwoordde telijk verbrand en later als moderne stad t voor dragen dat voor beiden in de wachtkamer te Irun, vanwaar de trein verlegenheid bekomen naar Spanje eerïj uur na aankomst ver- Mevrouw de Lésigny nam met trekken zou, een plaats gereserveerd vriendelijk knikje tegenover haar plaats, werd. De maatregelen waren niet te ver geefs genomen; de dames zagen den grooten toevloed van i vertrek uit Biarritz. Het aantal 1 om een paar achter haar de beide dames om deed kijken. ““js „Het is toch aardig om een foto van Hij dit verrukkelijk schouwspel mee te ne- men," zei een jonge dame op kinderlijke, toon. „Zeker is het linda met -mevrouw Relinda opgewekt,, „om- woord gaf. servet over den arm 1 zaal gingen, spraken vloeiend Relinda me daar voorgediend hebt?" meneer? Dat zal wel waar zijn. op de plaats achterna gezeten leden der commissie werd meegedeeld, wat anderen Macdonald, maar die geefs trachten te vergeten, door. Daarna bleek, dat de deze stad nog even haar seboone natuur, waarin zij zich verheug de. „Maar in dat jaar kon men de cita del en de begraafplaats der Engelschen bezichtigen. Het spijt me dat de toegang thans verboden is „Wij zouden vandaag den tijd niet ge- .a om er heen te gaan, moeder, in ieder geval te vermoeid ge- - - - -1 «aju, wuui, p«u I» attu CU USMl erleged, de stakkerd Ik had meelij met onbegaanbaar, en dan bij zulk een druk- 1 kende hitte!...." Relinda zou juist opstaan c— -zzr foto's te nemen, toen een fijn stemmetje zogen. De temperatuur n.- paardenstal gelijkmatig zijn. De thermome- warmtegraad te regelen. In den regel moet de temperatuur 1114 gr. R. zijn Een temperatuur beneden 10 j nadeelig voor de dieren. Behalve een gelijkmatige moet er ook voldoende lucht Daar het ademhalingsproces lucht voortdurend toevoer van versche lucht stuk van bouwkunst is. „Wat zeg je er van," vroeg mevrouw Josselin, die na eenige oogenblikken van haar stoel was opgestaan cn haar dochter in haar stille mijmering kwam storen. „Verrukkelijk, onovertroffen schoon, moeder," riep E. ontwakend, uil overdreven, pracht èn vertelde." „Toen wij samen, je vader en ik, in .L_J logeerden, was dit hotel er niet,” hernam mevrouw Josselin, gelukkig over de lofprijzing van dochter als over de verrukkelijk de. „Maar in dat jaar kon men de cita- de begraafplaats der Engelschen thans verboden is lebt je flink gehouden, Hevel.™ had hebben en u zou i---- hij weest zijn, want het pad is steil en haast Van woede trillend, stond de burge meester op. De uitdrukking van zicht voorspelde niets goeds, hij liet zijn beide handen met vierkante vingers, wijd open op tafel steunen. Men voelde dat het warm zou toeloopen. „Dat alles, mijnheer, dat zijn maar mooie woorden.... de hygiëne, integen deel is de hygiëne.deze heeft met die groote woorden niets te maken. De doo den hebben niet het recht de levenden te vergiftigen!.... Ik weet wat de dokter mij gezegd heeft en daarna ook de apo- theker. Dat gaat hun aan.Zijt gij dok- ter.... Zijt gij apotheker....? Ge zijt zelfs geen veeartsWelnu, houd dan uw mond I Trouwens we zullen nu tot stemmen overgaanZijt gij van mee rling, mijne beeren om, in naam der hygië ne, het kerkhof te verplaatsen en voor goed het tegenwoordige te sluiten De burgemeester keek toen al zijn raadsleden aandachtig aan om te zien of Ze zouden gehoorzamen. Langzaam werden de handen opge stoken. Vóór de verplaatsing van het kerkhof elf stemmen. Er tegen een stem, van totaal verslagen geworden. De burgemeester jubelt, maar L-.-l haast om naar huis te gaan want hij maakt zich ongerust over z’n kalf. Gauw, een borrel met de raadsleden om de overwinning te beklinken. Als nu morgen de loge niet tevreden is, dan is ze toch erg moeilijk te voldoen. Daarna keerde hij zoo vlug mogelijk naar prachtig weiland, dat aan een van 'huis terug. te koop voor 80.000 francs.... „Ik voor mij, ik vind 't een eenig aan bod dat men niet moet laten ontsnappen." WILDE EENDEN. v Glasgow hem een eere- „Jan! is dat werkelijk een wilde eend, zwaard, als dank voor de dappere diensten, wat^je^n comnussie van 3 leden was opgedragen het Gisteren hebben we haar wel een half uur zwaard uit te kiezen. op de plaats achterna gezeten om ze te Under degenen, die het zwaard vangen.' wilden maken, öbod zich iemand aan, ge naamd Macdonald, en vooral omdat deze tot hetzelfde geslacht behoorde ais de be- ---- -■ -t- roemde generaal liet men het hem doen |e *‘*denk^i daD de onder dc „Och, hemel ja. Ik hoop i uw familie gezond blijfi GESNAPT. .«.U u.) U, zanu-^rur. w„, wBu. Heer (plotseling den duisteren wijnkelder toéval, dat hij bij bet inpakken het hand- bimientreden e). Janl vat brak. Hij zond het nalr een juwelier te Huisknecht. Hè mijnheer, wat maakt u Kaapstad en vernam nu, dat het handvat daar aan t schrikken.... Bijna had ik van een veel minder edel metaal was dan mij verslikt! t goud en dat het heele zwaard met de ANDERS BEDOELD. schede niet meer dan 7 pnd. St. waard was. Wat volgde, is nog pijnlijken Toen den korte ontmoeting eenmaal een de juwelier gezegd had, haastten zij zich van die gezichten, die wij vrouwen lever den anderen Macdonald, maar die geefs trachten te vergeten. er van J j_ I temperatuur en licht zijn, der dieren en drie gestadige - - jdzakehjk; „Verbeeld u nu want reeds 1 pCt. koolzuur in de stallucht aan wje van ons zou(j| is hoogst nadeelig voor dieren en men- schen. „h.u.kom,«. isse.... Passy.... Batignollesenz. Karei. Niet noodig, papa, ik kan het l’L.'j”e“:AOrfe e,r evenJ'e buitenlucht Welnu in ons dorp dat zoo luchtig is en zonder stok ook wel af. d.. p, (en “u'ect aan de bui ur de huizen zoover uit elkaar Eggen, n,n bloo‘«e»‘eld' Zeg vriend, sprak de toerist tot den atui: >.x»t-waarom noe- t Boschweg? Ik .geloopen, maar ondervond, bekomen kon, bewonderde in zichzelf de opgewektheid en flinkheid van haar dochter en vergeleek haar met mevrouw de Lésigny die, in zwarte zijde gekleed, met haar kinderlijke trekken en fijne stem nauwelijks een meisje van twintig jaar geleek. Thans stond haar gelaat ernstig en betrokken. Iets zwaar moedigs en gelatens lag er in haar be wegingen, dat een scherpe tegenstelling vormde met de oploopendheid van haar echtgenoot. Relinda en haar moeder gebruikten zoo spoedig mogelijk het dejeuner en verlieten de zaal onder voorwendsel dat anderen stonden te wachten om haar plaatsen te bezetten. „Wat zie ze er jong uit. 't Is nog bijna een kind,” zeide Relinda, toen zij de wachtkamer verlaten hadden. „Ja, en een verwend kind, ik," voegde mevrouw Josselin toe. „Je h«- Men zou gezegd hebben, dat je hem voor de eerste maal zag; maar wat was v« hem!" „En ik.ook.... Het heeft mijn plezier verstoord, tenminste op dat oogenblik." „Ik vond dat hij veranderd was." „Waarlijk?.... Ik heb hem niet nauw keurig opgenomen om hem niet nog meer in verlegenheid te brengen. H:; heeft mij zeker ook veranderd '-gevon den." „Dat kan niet, jij blijft altijd dezelf de." „Verbeelding, louter verbeelding. Ha ve moeder," zei P-’!-a- dat u mij alle dagen ziet; maar gelukkig of niet, de iaren laten hun sporen ach ter." Aan het station van San Sebastien na- men mevrouw Josselin en haar dochter had. een rijtuig om haar door de stad rond te „Het is zeker moeilijk," vroeg zij, ter- rijden. Op het Constitutieplein merk- wij] rij Relinda haar klein toestel ztg waardig door den regelmatigen bouw der hanteeren. -- „Volstrekt nietl Wilt sloegen zij de Mayorstraat im om de beeren?" van Santa-Maria, die aan den voet „O ja, u is heel .vriendelijk." het Urgullo-gebergte opgetrokken is, Relinda zeide haar, hoe zij den kodak iezichtigen Door de voornaamste gebruiken moest, en een oogenblik later I.lJ -ij met veel handigheid en kleine zette mevrouw Josselin zich een oogen- gracieuse bewegingen de eerste foto ge- u,ik neer om d* D; linda het prachtige panorama dat zich genieten gelukt," vroeg zij dadeUjk. „U weet dus, dat zij hier zijn?" „Gosteren zag ik hun namen in het vreemdelingenboek.en dat speet mij zeer.... ik duchtte voor jou een ont moeting met hen, die je nu liever niet in je nabijheid ziet” „U had u daarover niet moeten veront rusten, lieve moeder," zei Relinda met een kalmte die mevrouw Josselin deed herademen. Bovendien zou een ontmoe ting niet mij, maar hen in verlegenheid brengen „Dat is waar. Hij heeft zich anders gauw getroost," antwoordde haar moe der, die niet begrijpen kon, dat iemand, eens op haar dochter verliefd, haar zoo spoedig vergeten kon. „Zoo gauw," herhaalde Relinda opge ruimd. „Mij lijkt het wel een eeuw gele den. Wij hebben sinds dien tijd alweer zoovele reizen gemaakt. Hij had groot gelijk met mij te vergeten." s Een oogenblik van stilte volgde, waar na zij voortging: „Ook ik ben verrast; dat moeder, „en wij mogen ons gel ik hen niet ontmoet heb, want zondeh te achten dat voor ons een plaats gei zoeken kan men 1'. 2 - Ik besluit er uit dat de Lésigny onze je daarginds," voegde zij heeft en 1 .1 me. Ik had zoo graag de’ vrouw gezien, die hij nu geko zen heeft en di- J-‘ - waarvoo^ hij mij bestemd had." oprecht en dat stelde de oude thans van haar zorg bevrijd, gerust. de laatste, die den kellner op den voet Eén van meening. hadden zij besloten volgde, herkende Relinda aanstonds het gedurende haar verblijf te Biarritz de- schoone meisje van daar straks. Wat - JLt zes- mevrouw Josselin betreft, deze vestigde -twintig jaar geledert’ mevrouw Josse- aanstonds haar aandacht op den heer, gezelschap van haar echtgenoot dien zij vroeger op het schip bij haar t had. Relinda vertrouwde op het reis naar Kopenhagen had leeren ken- ';eheugen van haar moeder, bij wie alle nen, en <iie niemand anders was dan huizen die het omgeven aangek men, lerheden nog frisch in het geheu- mijnbeer de Lésigny s gen lagen. Deze scheen zeer onthutst. Hij had kerk De derde dag van haar uitstapjes werd niet verwacht Relinda en haar moeder van I aan San Sebastien besteed. Relinda ver- hier aan te treffen, en in plaats van den te bezichtigen langde zeer gelijk schouwspel tegenwoordig geweest, mes niet storen, en /uj vroeg oen gar- ook neer om uit te rusten, terwijl nc- nomen. De een vertelde haar, dat het te ver- ?on hem een andere plaats te wijzen. linda het prachtige panorama dat zich Js ze gelukt," vroeg zij dadelijk, schrikkelijk en te wreed was om naar te „Maar mijnheer," zei-deze verwonderd, voor haar blikken 'ontrolde, genieten 'jfc hoop het maar ik weet het nog zien,terwijl anderen beweerden dat het „alle plaatsen zijn bezet. De helft van ging. niet.... de plaats moet eerst ontwikkeld een onovertroffen schouwspel was, zelfs deze tafel is voor u gereserveerd, ze is Inderdaad, het aantrekkelijke van WOrden en daar bestaat hier geen g- 1c- voor de meest bereisde toeristen. Wat groot genoeg voor vier personen." San Sebastien is niet het Spaansche ka- genheid voor. Maar als u wilt, zal ik ze er van zij, Relinda wilde zelf gaan zien „Welzeker," zeide op haar beurt zijn rakter, dat men alleen vindt in de over- bij een fotograaf in Biarritz bezorgen om om een zelfstandig oordeel te kunnen jonge vrouw, die zich de bezwaren van blijfselen van de oude stad, die door de le voor u te ontwikkelen." vellen. Zij begaf zich naar den eigenaar haar man niet verklaren kon. „Ik sterf gelaat van haar man te letten naast Re- om de noodige inlichtin- van honger en de dames zullen ons wel linda plaats nam. „In uw gezelschap zal Toen de Lésigny in den namiddag met haar twee plaatsen ver- veroorloven naast haar te dejeuneeren." Engelschen in 1813 veroverd en gedeel- zijn Colette in de arena kwam, merkte hij i „Zonder eenigen twijfel," antwoordde telijk verbrand en later als moderne stad tot zijn spijt dat hun plaatsen, die hii haar weer opgebouwd werd. Het zijn de bree- tegelijk met mevroaw Josselin gehuurd de wandelwegen, de lange rechte stra- had, zich naast de hare bevonden. „Wat een gelukkig toeval," riep Co- lette, terwijl zij zonder op het misnoegd Haar echtgenoot was nu gedwongen om Sati-Sebastien, die het den bijnaam ga- gelaat van haar man te letten, naast de eenige plaats die nog overbleef in te ven: de parel van den Oceaan. Relinda plaats nam. --nemen. Maar door zijn koude en ge- Op een landengte aan den mond van „In uw gezelschap zal ik mij thans nog reizigers bij het dwongen houding scheen hij tegen het de Uremea gebouwd, brengt de coquette meer verheugen." - u 1 J nam aandringen zijner vrouw te willen pro- stad, die door water en bergen en heu- „Ook ik ben blij u naast mij te zien," daarbij aan de stations van Saint Jean testceren. Geen enkelen keer sloeg hij velen mét een weelderigen plantengroei zei Relinda, hard genoeg ■*- op de dames tegenover hem. omgeven is, een ieder die haar voor de Lésigny verstaan te worde Li; :z ■‘z zz^zz ~zz zzjz —zzzz, eerste maal aanschouwt in verrukking. die hem zijn koudheid, waarover zij Met een niet ontveinsde verwondering het verledene vergeten zou, toevloed verwonderd was. verweten beschouwde Relinda op het terras voor Relinda wist maar al te goed wat de het hotel de blauwe golfjes van de Con- ging zij op in het schouwspel dat voor I en deed cha, de prachtige baai, die als een zui- haar oogen afgespeeld werd, een schouw- bij de wachtkamer uit en ontkwamen alsof haar aandacht geheel in beslag ge- dus aan het grootste gedrang. Zij toon- nomen i den haar kaart van het hotel Continen- met haar tal, waarop beider naam geschreven stond waarmede en aanstonds bracht men haar naar een t'-feltv'. dat voor haar gereserveerd wss aankomst* vernomen vertrokken is Dat spijt x A»t vrouw gezien heeft en die de' plaats inneemt, De ‘oan die uit haar stem sprak was ging zitten. Tegelijkertijd naderde de dame, garden die haar was voorgegaan, door volkomen een heer en een jonge dame gevolgd. In B- de laatste, die den kellner op den voet Eén van meening. hadden zij besloten volgde, herkende Relinda aanstonds het gedurende haar verblijf te Biarritz de- schoone meisje van <1'.T'zt zelfde plaatsen te bezoeken, die en lin in gezelschap van 1 bezocht had. Relinda vertrouwde gebeugc- bizono, gen lagen. San Sebastien besteed. Relinda r eens een te wonen. Nog nooit was zij bij een der de Luz en Hendaye nog zoo toe, dat bij een blik de aankomst te Irun het station wemel- Eens zag hij in dc oogen van zijn vrouw, de en krioelde van menschen, die de wachtkamer, voor zulk een Veel te klein, als ‘t ware bestormden. 1 Relinda en haar moeder stapten dicht Lésigny in verlegenheid bracht - r v --- ver halve cirkel in het land snijdt en aan spel honderdmaal beschreven, mcar werd door het drukke gesprek wier kust het Urgullo- en het iguildo- waarvan niemand zich een idee vormen moeder en door da zorgen gebergte zich verheffen. En aan den voet kan, tenzij hij het bijgewoond heeft. rij deze omgaf dier bergen prijken tallooze villa's, waar- De plaatsen in de schaduw, die J u_ _1_A__ t. 1"-A L.I.Z. Ml-—-. A.Z a.LuI e__HIL I— A A u -n*. lijk van het onaangenaam gevoel dat ziiM uit marmer opgetrokken. meest»' voor het grootste gedeelte door vreem-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 8