VOOR DE Ktniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiüiiiiiiiuiii iiiiintiii:ii:ii;i iii(H.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iR ♦GEDWONGEN HALT s s s -1 UIT DE CZT moppentrommel NUMMER 22DERDE JAARGANG 192* ::iiiiiii;üiiiiiiiHiiiiiuiiir ilium }iiiH»iii!iiiiiHniiiiiiiin:iiiiiiiiiiiiiiiJiiiiiir*:i!iiiiimiiiiiiiii:iiii[ IJ h .™i?Ant.^“‘nke" w had j “n den leunstoel GESLAGEN. E1?W.eHi’CSl.h7f, h*l-1?’ g<ehad WegeM -- - ‘tOa “L" maken' Ik hem niet genoeg v^ zijS Temc'“zS’riddle - I was vereffend. ik afstam. CLIMAX. ZACHTE WENK. A VEREFFEND. Er werd bruiloft gehouden. Bij het spoedig Gravin, lijksche werkzaam! te zij ook de getto: zich brengt. Ha: geluk en telkens als de klok vijf uur ge- UJ TI- mij stond, even 1 r uitte een kreet en liet mijn viool vallen, wier snaren mijn smartkreet herhaalden. 12... Z—e ik bemerkte toen een meisje, een dame, een huiselijke haard. Weibel L tig jarèn, zoo schoon en schitterend, als daar vgn mijn TROEF. „Waar handelt gij in vroeg onlangs een reiziger aan een zijner collega's. „In gezond verstand,” antwoordde deze. „Zoo,” hervatte gene, „monsters hebt ge zeker niet bij u HUISKAMER NIEUWE MODE. Gastvrouw :„Caroiine breng een glas water voor Mevrouw de maar op een bord, hoort ge I” Caroline (in zich zelve) „Op een bord I Dat is weer een nieuwe mode; nu drinken de groote lui het water als de kat uit een soepbord.” ik reis voor het huis van Zwabberen. Winkelier. Voor Van Zwabberen zegt ge? Mag ik u dan beleefd verzoeken, de deur van buiten te sluiten. „Mijn hemel wat is er gebeurd?” „Ach I” „Iets vreeselijks niet waar?” „Ia. iets verschrikkelijks, iets om zich haren uit het hoofd te trekken,” en met deze woorden greep de bruidegom naar zijn kuif en trok zijn pruik van het ^Tableau, waarna algemeene hilariteit schreeuwt„Minsch, du bist jo wull stelling wellicht ’t geval zou geweest zijn, „daarvoegde zij er glimlachend bij, --J -- ---——a— “jenblikken geeft en rijn inborst beter i fraai toiler in een receptie- Haar nichtje als een moeder IN DEN GEEST DER ROL. Tqoneelspeler Kellner een biefstul maar een bloedige, ik heb zoo even dei Macbeth gespeeld. EEN TYPE VAN BELEEFDHEID. Aan den eisch dien de hertog de Mornjt stelde om een beleefd man te zijn, is met gemakkelijk te voldoen „Een beleefd man.” zeide hij, „is iemand die met belangstelling luistert naar iets, waar hi, alles van weet als het hem verteld wordt, door iemand die er niets van weet” Een boerenvrouw, die vernam dat haar zoontje in de school aardrijkskunde van Europa moest leeren, riep vol verontwaar diging „Wat heeft die jongen in 's He melsnaam met Europa noodig daar komt hij immers in zijn heele leven niet.” j maar niet bevallen. Als men in dat land 's-morgens een glas melk wil drinken, heeft men wel een uur noo dig om al die vliegen er uit te visschen, die er in gevallen zijn gedurende het NIEUWE DEFINITIE. Kleine Piet ziet voor het eerst ee en kondigt dez „Kijk, Moe een scharensliep op hol 1' ONDEUGEND. Reiziger Conducteur, heb ik op he volgend station tijd om een glas bier t Conducteur „Als u niet verder reis VERSPROKEN. (Een kellner stort wijn) Gast „O, da schaadt niet.” Kastelein „Zwavelzuur op mijn ma honiehouten vloer, schaadt dat met MODERN. Student (tot zijn vader, een eenvoudig - r een las aigedankt, die kan moeder nu voot u in orde maken.” goede tijding maakte mevrouw bijna even gelukkig als den jon- Niet weinig verrastte haar den 'j nu schrijven moest aan het Leerling (verbeterend) viel hij neer en was hardstikkedood.” ONNOODIGE STUDIE. dat verscheen was getiteldEen ;as. Het begin vlotte goed, „Ik bedoel den huurder van de vijfde maar dan hield hij plotseling bij de be- r/IlflniMrs <s>a *»rv 1—-I -a-1 •- ..Mijnheer Savien Cassert Hoe kent u HOMOGEEN IN DE HOOP. Chef de bureau „Hoor eens, mijn Reiziger. Mijn naam is van Puffelen, waarde, ik hoop dat ik niet meer gewaar - word, dat er hier op 't bureau gerookt wordt.” Ambtenaar „Diezelfde hoop koester ook ik, geachte chef.” YANKEE-STIJL. Bij ons in Amerika is alles veel frisscher „Waar woon jij vroeg en daarom werkdadiger dan in het oude, muffe Europa, zei onlangs een Amerikaan. Zoo heeft b v Dr. Speerman in Milwau kee onlangs mijn schoonvader een dosi’ salpeter ingegeven als zweetdrijvend mid del. Hoe meent ge nu dat de werking was Den volgenden morgen vond ik mijn schoonvader verdronken tn bed. Leerling (een opstel voorlezend) ONHANDIGE SYMPATHIE. „en toen viel hij neer en was dood 1” „Ach groote Hemel 1” riep een be- Onderwijzer. „Dat is te kort gezegd, ginnend jong genie zuchtend uit, terwij -u u—r. Daar hadt ge iets moeten bijvoegen, zoo- hij zijn pen nederwierp en afgemat it „Toch met, de patient heett dat he< sjot meer op Jen lezer zijn stoel achterover leunde, „wat is he m*r' a’ maakt.” toch veel aangenamer en gemakkelijket en toen mijn gedichten te lezen dan ze te maken 1” ..Arme vent, zei een deelnemend vriend, die bij hem zat, „wat moet jij dan wel niet lijden 1” Sinds de weken dat Relinda haar dage- toestand bij haar opwekte. Waarom droeg 'lieden vervulde^maak- hij hier niet denzelfden naam alsfnBiar- jenoegens die de arbeid met ritz en San Sebastien Wat kon de reden .aar moeder deelde in haar zijn om zijn naam verborgen te houden r..L..., slagen hd, zette mevrouw Josselin zich niet verraden. „Mijnheer”, begon zij met aan het venster om haar dochter te zien een trilling van ontroering in haar stem, terugkeeren. „men heeft mij gezegd dat u iemand zocht Fane maolrF» f\1lAa Ua» «kIaa» a»a»» to ®Z'lnrt *tr»M „Dat is zoo. Heeft u reeds zulk een be- „Neen mijnheer, maar ik wil al het mo deste meegedeeld, die al zijn best doen zou gelijke doen om het u naar den zin te ma- om iets voor haar te vinden. Tweemaal ken.” meende zij in de dagbladen de betrekking „Hoeveel uren heeft u dagelijks be- die zij zocht gevonden te hebben. Zij be- schikbaar gaf zich dan op weg naar het opgegeven „Zooveel u verlangt. Al mijn tijd kan adres, maar aan de deur gekomen zege- ik aan uw dienst wijden en ik bewoon ook vierde haar schroomvalligheid. „Ik ben dit huis.” laf," zeide zij dikwijls ontevreden over „Uitstekend 1 Eerst zal u zich echter wat zichzelve en zij nam zich daarbij voor, een aan de duisternis moeten gewennen. Maar volgende gelegenheid moediger te zijn, als het lezen u vermoeit, zal ik u wel dic- „Zou het u bevallen," vroeg op zekeren teeren. Vooraf moet ik u evenwel zeggen dag Modeste, „om aan een heer de cou- dat ik niet rijk ben. vooral sinds het oogen- rant voor te lezen en zijn brieven te schrij- blik, dat men mij alle ernstig werk ont- ven zegd heeft. Ik kan u niet meer dan vijftig „Waarom niet,” antwoordde mevrouw cent per uur geven.... 't Is weinig voor Josselin. „Zijn brieven zal hij mij zeker hetgeen ik van uw krachten vorderen „wu,Biiw: ook dicteeren, veronderstel ik." zalIn de kast daar langs den wand lig- hem zoo?" „Natuurlijk 1" gen boekdeelen, waarover men mij om „Is het een bejaard heer of een zieke artikelen vraagt. Samen zullen wij ze be- tnisschien handelen, terwijl u ijverig aanteekeningen ..Hij is nog jong, maar na een zware ziek- maakt. Mevrouv» Josselin ontstelde opnieuw. ZOU 1 „Misschien zou ik u kunnen helpen,” fluister deerne vrouw Josselin wat vrees achtig. Ik'ben in Burgos geweest....” „U Ha, dan ben ik gered 1 Noem mij den naam van den monnik, wiens hoofd boven den ingang gebeiteld is.” „Ik herinner het mij uitstekend.... nooit uit. Voorloopig mag hij de duisternis 't fa als zie ik het nog voor mij.” „Welnu?” „Helaas, de naam is mij ontgaan!.,.. J - - j zeggen....” „Wie is Relinda V’ „Mijn dochter," antwoordde zij trotsch. „Kijk, heeft u een dochter?.... En heeft zij met u de reis gemaakt „Ja,” zei mevrouw Josselin glimlachend. „Zij heeft een sterk geheugen en daarbij T - -ge maakt. „En denkt u, dat zij mij behulpzaam zoujvillen zijn,” vroeg Tersac, in spanning „Wel, zonder twijfel!.... Ik wil het Het verzoek van Tersac kwam wat on- ven te beantwoorden, die nier liggen. Ik langer willen blijven...." kwam vragen, kon en wilde zij niet wei- verzoek u ze eerst voor te lezen, daar mijn „Dat moet niet moeder 1.'t It reeds geren. grootmoeder ze niet ontcijferen kon. veel voor u eiken dag vier uur te lezen en Was dat de forsche man, die de bewuste- De schrijftafel was zoo btj de de Jr van te schrijven." looze Colette als een veentje weggevaren het vertrek geplaatst, dat du zieke tn duu- Toen mevrouw Josselin oen volgenden had? Relinda stond verbaasd en kon haar terms gehuld b.eef, terwijl zijn secretaresse dag den journalist bezoeken ging, vond oogen niet gelooven. door een vensterraam het noodzakelijke zij hem tot haar voldoening in een vroo- Sü.2... 1™ licht ontving. hjke stemming. Savien vertelde haar dat zwarte band sloot - de d°kter juist was heengegaan en hem Mijnheer Cassert onder dezen schuil- verzekerd had, dat hij na korten tijden cfrtreH hu «n Dame Knban/I J__ r W3S -MMI IUHIVUW. HST om zijn oogen tegen het u gestoord heb,” begon hij, voorzichtir staan, naar u moeten komen, .naar u ziet het. ik loven- ben wat onmteld/* dien mag ik een beetje werken en nu en „Ik weet "het, mijnheer, u behoeft u dan per njtuig een uitstapje doen. Nauwe- niet te verontschuldigen. Men heeft mii vriendU^‘tStereILWe8’AOen ‘uk va.n een ge2egd’ dat ik ^teekeninren haddie u Deze h9udt konden «inik heb ze meege- v’stgeklemd, dan rukte hij plotseling de» is niets in vergelijking met Cochinchina 1 Daar heb ik nooit melk geproefd, er waren slechts vliegen in ’t glas den die dekselsche ii totaal opgedronken.1 FRAAIE WONINGEN. Een agent van politie arresteert twee vagebonden. hij den eenen. „Ik....ik woon nergens!" „En jij vroeg hij den anderen. „Ik woon een verdieping hooger.” IEDER ZIJN WAPEN. Onlangs trouwde een officier in volle uniform. Een broertje van de bruid vond dat vooral zijn degen heel mooi stond, en daar hij nog een zuster had, wier minnaar fiets voorbijkomen timmerman was, vroeg hij Ma, als Ja- zijn waarnejning aan met de woorden cob met Anna trouwt, doet hij dan ook een van zijn groote zagen om ONTVANGEN. AD REM. Frans I, Koning van Frankrijk, wilde - een geleerde tot een hoogen rang verhef- transport van den koestal naar de kamer.” fen nu was hij nieuwsgierig te weten of „Beste vriend, hernam de andere, „dat hij wel van adel was. irsjre>” antwoordde de geleerde op - 's Konings vraag, ze waren met hun drie- r- de me*k had- ën broers in de ark van Noach ik weet lekselsche insecten onderweg ongelukkig niet, uit welken van die drie tdronken. HET EENIG GEBREK. A. „Nu ik den ezel gekocht en be taald heb, verzoek ik u beleefd de goed heid te hebben mij eerlijk te willen zeggen of hij gebreken heeft." B. Gebreken heeft hij niet, hij is slechts een weinig kort van memorie.” A. „Hoe noet ik dat verstaan B. Dat zal ik u verklaren ziet ge, halsstarrigheid en is hij drte of vier stappen „In Indil, aldus verhaalde een fan- vooruit gegaan .of hij heeft de slagen reed» een *nde{*n’ weder vergeten en hij blijft weer onbe- u wegelijk op den weg staan." te blind geworden, tenminste dat scheelt niet veel.” 1 „Hoe heet hij,” vroeg mevrouw Josse- Hij hn, die aanstonds aan Tc2— j nalist begon te denken, opgewonden. leen het willoos werktuig was om op te „Savien Cassert is zijn naam.... Hij schrijven wat Tersac dacht. bewoont de vijfde verdieping." „U vindt het zeker wat te weinig,’ niet. Hebt ge hem van mij gesproken zwijgen bleef bewaren. „Ja, maar ik heb hem niet gezegd dat 1""* u de eigenares is van dit huis.” grijp dat het voor u veel moet zijn,’ „Dat heb je goed gedaan, Modeste, woórdde zij. Wanneer wilde hij mij spreken „U neemt dus mijn voorstel niet aan,’ zich vreeselijk, en geen wonder. Het roo- i is hem thans geheel verboden.” Josselin een oogenblik rusten buiten adem boven aan te kom zou het voorbeeld van haar dochter te volgen In stilte had zij haar voornemen aan Mo nels boeken die al drie maanden op het bureau van Tersac opgestapeld stonden. Het eerste was een roman. Halverwegen mis- adres van mijnheer de Lésigny. „Is het ek- -- het keerd is," vroeg zij belangsi nu genoeg.... Niets nieuwer dan de haar verwonderd. Maar zij moest spreken, wilde zij zich Volgende boek met verraden. „Mijnheer”, begon zij met aan het venster om haar dochter te zien een trilling van ontroering in haar stem, terugkeeren. D2_. Eens maakte de oude dame het plan om om voor te lezen en voor u te schrijven.” het voorbeeld van haar dochter te volgen „Dat is zoo. Heeft u reeds zulk een be en haar vrije uren aan den arbeid te wijden, trekking vervuld het u naar den zin te ma- begrijpei aar willei en nooit verge- vragen, als ge er niet tegen hebt. Ge zult het mij, hoop :v L—i.iu-r „O neen, dal „Welnu, dan, Mokes, ge moet eens GEPRAAID Twee schepen ontmoeten elkaar in d< Noordzee oj> zeer korten afstand en wis woorden „Wo kummst du hei „Von Huil 1” „Wat hest du loden „Wull 1" „Wie is de Pracht „Vuil 1” „Wie heit dat schip „John Buil 1” „Und de Kapiteen Krull 1" Waarop de vrager woedend terug- dull I” legenheid van het huwelijk zijner doch- MODERNE KINDEREN t Tante (tot haar zesjyig neefje Jan) keninrennazag en eens optelde, hoeveel „ontvan- „Gij waart het dus,” riep ik in vervoe- ban rookt je jongste broertje zeker ook jantje „Neen, tente, die snuift.” VERKEERD BEGREPEN. Professor (met den dokter op weg naar het consult) „Is het geval hope loos uygcnouK aueen. Dokter „Toch niet, d< b ,|f’ ha" lund een rijken oom in Amerika.’ 1 hartstochtelijk aan mijn lippen ARISTOCRATISCH. Arts „Het is me aangenaam, u te kunnen berichten, mevrouw, dat ik uw kleine zal kunnen vaccineeren van een lezond kind namelijk van mevrouw "W V"“" ■‘b™»: -o »..n, ik zal ik u de zuiverheid der lijnen van c_. gelaat beschrijven, waarop al de reinheid van ziel, al de kinderlijke onschuld van een verheven gemoed lagen uitgedrukt, fcuu, M.... terwiil iii de oogen met zedigheid had nu ik kan je helpen. Ik weet een aange- nedereesiagen. name< voor Hr „Welnu dan, tante, vergun mij ten menagerie je hebt den gai minste, een kus vol eerbied en dansua»- iu™ i«d te drukken op de vingers, die mij ge- den muil van eeh leeuw te steken. „Ken jij hem ook, mijn kind?” omdat hij een van de bewoners is van ons huis, maar ik heb hem nooit gezien.” 1- tJ.._ _it naam. Herinner je je den vriend van mijn- lin, die aanstonds ersac, den jour- voor couranten Zij vergat dat zij al- nog gesproken hebben -leen het willoos werktuig was om op te «»- -•- t- „Savien Cassert is zijn naam.... Hij schrijven wat Tersac dacht. inner ik mij goed. Hoe, woont 'die hier "*2. „U vindt het zeker wat te weinig," •--- - „Dat is mogelijk, ik ken de huurders vroeg Savien, bemerkend dat zij het stil- - 'J...' - „Ja, maar ik heb hem niet gezegd dat „Voor mij is het weinig, maar ik be- 1» H.t v.,.../' grijp dat het voor u veel moet zijn,” ant- „Dat heb je goed gedaan, Modeste, woordde zij. *ti - „Onmiddellijk, mevrouw. Hij verveelt vroeg hij onrustig. '''T. Z' .2..."..„Zeker wel," ken, dat hem eerst nog een afleiding was, berekende dat zij oj Op ieder trapportaal moest mevrouw ging ze trotsch op. i om niet moeder, die ook heeft willen werken,” slot van zaken nog moeder liefdevol omhelsde. „Ik w>-.t niet was in de politiek scheen u de laatste □uiten adem boven aan te komen. Waar deÜijk maar beginnen. Hoe laat is het, Dat alles is nu wel"goe*d, zoolang het u niet heeft nog vele »»nt«ekeningen zou ze hem vinden Hoe zou hij haar ont- grootmoeder?” Hij kon de oude vrouw afmat, maar bij de minste vermoeidheid "”’1” vangen? Zou zij geschikt zijn voor de met zien, maar.toch scheen hij te weten bid ik u, om uw betrekking op te zeggen Deze en andere gedachten doorkruisten onsamenhangend haar geest. De vijfde verdieping was evenals de eerste aan den eenen kant in twee vertrek ken verdeeld. Modeste klopte zachtjes aan en een oude vrouw, in het zwart gekleed, deed open. „Zijt gij het, Modeste,” zeide ze toen zij den concierge zag, „en zdat is zeker de dame die voor mijn zoon komt schrijven.” Zonder meer werd mevrouw Josselin in een kamer gebracht die zoo donker was, dat zij in het begin niets onderschei den kon. „Savien, ik breng hier de dame, van wie Modeste je gesproken heeft,” zei de oude vrouw. „Gelukkig Wees zoo goed plaats te nemen,” klonk een mannenstem. Zij bleef een oogenblik stil en onbeweeg lijk. Toen zij wat aan de duisternis ge wend raakte, zag zij zijn forsche gestalte in een leunstoel uitgestrekt, terwijl een zwarte band zijn oogen verborg. Mevrouw Josselin bleef een oogenblik Stil en onbeweeglijk. Zij zweefde tusschen de vrees herkend te worden, wat haar zou vernederen, en het medelijden dat ziin een vroo- de d?kt" j1"?1 was heengegaan 1 naam stond hij in Parijs zeer bekend den band zou mogen afdoen. Een klep had met dezelfde wijze van couranten dan voldoende Lj» wStl lezen als mevrouw de Josselin. Wanneer helle daglicht te beschermen. dMe e.r «?n v9°r.»ch hand nlra- be- „Die zal me met veel mooier gon zi) bij de feuilleton en zocht dan naar i..-ul„ rwlulu de voornaamste gebeurtenissen, het nieuws dien mag ik een beetje werken en op politiek gebied las zij nimmer na. 1 Bij Savien was het juist omgekeerd. lijks was u gisteren weg, toen ik van een gezegd, dat ik aMtreTen'in^* „Verder.verder, zei hij. vriend bezoek ontving. Deze houdt een van nu' v-W1 kad ”Y.re<2lde corre?POIJdentie> debatten equipage die hij dagelijks aan mij afstaan bracht.” m de Kamers, critische artikelen over wil om een rijtoertje door bet boschte r dacht trekken. Dan begon zij aan de sta- goedheid danken." a_e --Z-J Een rustend burger gaf onlangs ter ge- drinken legenheid van het huwelijk zijner doch- C:r.ï MODERNE KINDEREN ter, een prachtige partij. Toen hij de re- ja." W^foei^kereltjk *^Tpj“i’*sïgarën *>ij had uitgegeven, riep hij uit „En dat - --- ook noemen de voorname lui nu „ontvan- ring uit, terwijl ik haar sm'eekend aanzag. al geB Tante liet mij echter geen tijd, haar tegelijk alles te zeggen wat op den bodem mijner ziel had gesluimerd en reeds op jnijne lippen lag. Beide nam ze ons bij de hand en geleidde ons naar haar kamer. „Jo-lief,” zeide zij tot het aanbiddelijk meisje, „laat ons een oogenblik alleen.” „Ach, I"'” - *- pende en drukkende, „blijf, beminnelijke Johanna, of ik geloof dat de goede engelen, waartoe ook gij behoort, u voor altijd aan mij zul len ontvoeren en 't werkelijk een spel van mijn verbeelding is geweest.” „Laat haar een oogenblik gaan,” zeide ke tante, „en ik zal zorgen, dat uw verbeel- Rl ^nblik tijd gehad haar ónmogelijkpermitteeren wij wenschen m,,r hoe geenerlei opzicht intimiteiten met die dat familie. EEN GOEDE BETREKKING. Zoo, gaan uw zaken niet naar wensch, name, rustige betrekking voor je in de uau, --- tne; je hebt den ganschen dag kus vol eerbied en dankbaar- mets te doen, dan tweemaal je hoofd in had zich dadelijk na ons gesprek in haar durende twee dagen zoo onvergelijkelijk EEN Iram^r IfPiiöögfrAli Iron 't Atrtor hooi t»o>or\t ZOndcr Zelfs l wegens vermoeidheid laten veróntschul- het antwoord af te wachten knielde ik dat hij altijd vuil linnengoed droeg Een kastenmaker. Zie eens.. vader ik heb weer 2_r e9 drukte ik haat zijner vrienden, die opmerkzaam naar vingers aan mijn tippen, die vingers, de borst van zijn overhemd had gekeken, paarden gezeten, had ik zoo feeder en tegelijk zoo krachtig, die ik zeide eens „Ik heb u nu al vijf-en-twin- rkruisd, met het onbe- in mijn hand voelde beven. Mijn oogen tig jaar gekend. Mokes, en toch hebt ge r „7-.2' 2-zzz -ZZz z~zz z. ;u-“;*t begrijpen licht op het onverwachts te ontmoeten, vol uitdrukking, dat hij tot het diepste kan Daar zou ik u wel eens naar willen ja zelfs aan den Plasmoien, waar ik een mijner ziel doordrong oogenblik bij de vriendelijke kasteleines ten werd, uitrustte, bedekt geïnformeerd of mevr. 12. L 2 Brughel logee: had en of er m den om- mij weder alleen met tante, die mij naast trek pok dames gelogeerd waren, met zich deed wie tante kon converseeren zij kon mij rende mededeelde echter geen inlichting geven, ofschoon eénige dochter van mijn oom’s broeder. door Jacob of Hanne, van de nachtelijke haar geboorte was overleden, vrouw en de ik terug en verbeidde met verlangen overlatende het uur, waarop de piano zich weder zou gewillig op doen hooren, om dan volgens den raad, wier moede mij door tante gegeven, haar met mijn was. een t viool te accompagneeren en de speelster nieten. Gedurende tnijn academietijd te verrassen. was zij bij t De avond viel opgewonden wandelde dikwijls uitgenoodigd. i" __w,2__2.2. blik dat de laatste slag van tien uur klonk, ken, en.... zooals zij er met een L-2_,_ 22.' 2 dat de onzichtbare musicienne haar luk van mij verwijderd gehouden, eenige’©ogenblikken en begon toen op mijn, viool de eerste maten van de ..Symphonic Pastorale”, waarop te: groot .blijdschap de piano dadelijk inviel. Het eerste gedeelte afgespeelu hebbende begaf ik mij evenals den voriy__ 2, met de meeste behoedzaamheid naar de deur van het heiligdom op de trap werd ik echter zoo droevig te moede, dat het mij onmogelijk was naar boven te gaan zich meer bloot geeft en zijn inl Z3 mij op dt _2 niet te vallen met moeite herstelde ik kamer.” twri «.wgv* wuftic uuju wi ueineooenuv, tegen de deur, daar ik te angstig was die gekoesterd mij met haar te yereemgen, AA» Aa—d— aa» a i - - - 'S A t» - a»*a»Oaa» »*v o OSO sar O t t 1^* ning. was geworden sedert zij mij niet meer De diepste stilte heerschte in het ver- had gezien, „te meer,” voegde zij er erns- tig bij, „daar zij mijn erfgename zal overviel mij, daar ik door geen enkele worden en een huwelijk door mij nog Hierop nooSgdTrij1 mij*tnet haar naar het' k^ -srr een keung souper lnen ln bnd s gereed stond en waar ik weldra gelegen heid had op te merken dat Johanna’s evenzeer ontwikkeld was, ais haar vingers geoefend waren. Met tante’s goedvinden werd pels boeken die al drie maanden op het Deze bureau van Tersac opgestapeld stonden. Josselin Het eerste was een roman. Halverwegen g«n man Nie het eerste hoof stuk riep hij „Genoeg, brief, dien zij genoeg! Sla enkele bladzijden over, i„L -2,_ x22_ - schien wordt de schrijver daar belangwek- lang geleden, dat hij naar Parijs terugge- kender.... Nog een paar!.... Nu het keerd is,” vroeg zij belangstellend. laatste hoofdstuk, de ontknooping is me „Kent u hem bij toéval,’ vroeg Tejsac nu genoeg.... Niets nieuwer dan de haar verwonderd. r rest en daarbij, slecht geschrevenHet „Dat is mijn bedoeling niet,” hernam zij snel Maar ik dacht, als hij lang in Parijs De arme mevrouw Josselin was er bijna gewoond heeft, waarom heeft hij dan niet duizelig van geworden. Maar toch hield eerder zijn rijtuig ter uwer beschikking ge- zij dappjr vol, zonder dat Relinda iets van steld de betrekking van haar moeder merkte. „Mijn vriend en zijn jonge vrouw zié Mevrouw Josselin had zich ook vast voor- zijn nog maar kortelings getrouwd genomen de eerste dagen niet over haar zijn ■eerst acht dagen geleden naar Parijs betrekking en haar ontmoeting op de teruggekeerd. Toevallig hoorde de Lé- vijfde verdieping te spreken, maar het sign? dat ik ziek was en hij haastte zich geheim woog te zwaar en meer dan eens daarpm mij te bezoeken. Van onze was het haar bijna ontsnapt, 's Zaterdag kinderjaren zijn wij trouwe kameraden 's-avonds zei zij Relinda alles. Het moest geweest. Maar kom, laten wij nu nog een er uit. Relinda had haar plannen voor den oogenblikje schrijven." Zondagmiddag reeds blootgelegd. In Ver- Tersac was reeds lang van plan een serie sailles wilde zij dien middag gaan door- artikelen te schrijven over zijn reis door brengen. Spanje, die hij met dat doel ook onder- „Ik zou niet beter verlangen,” zei me- nomen had. San Sebastien en de sferen vrouw Josselin, „als ik vrij was. Maar ik gevechten wel honderdmaal beschreven, heb mijn armen zieke beloofd, als naar ge- ging hij zonder meer voorbij en het eerste woonte, een uurtje te komen lezen.” deel dat verscheen was getiteld Een „Uw zieke,” vroeg Relinda verrast. bezoek aan Burgos. Het begin vlotte goed, „Ik bedoel den huurder van de vijfde maar dan hield hij plotseling bij de be- verdieping.” schrijving van de kathedraal sul. ,,'t Is toch -ongehoord,” riep hij spijtig uit, terwijl hij moedeloos langs zijn voorhoofd streek. „♦♦.«u m „cm wk, nujn Kinu s „VYoeger had ik zulk een sterk geheugen, „Volstrekt niet 1 Ik ken hem bij naam, maar de ziekte heeft het mij geheel ont nomen.Ik verliet er mij geheel op, om mijn oogen bij het schrijven niet te vermoeien. „Juist, je kent dus alleen zijn schuil- En zie!.... haar dus artikelen laten, schrijven heer de Lésigny, met wien wij in Biarritz „Mijnheer Tersac?.... Ja, dien her ik heb hem nooit ontmoet.” „Dat verwondert mij ook niet, hij gaat niet verlaten.” „Misschien heeft hij zijn oogen niet ge- voorstel gedaan 1Och, arme lieve „Zeker wel,” hernam zij haastig. Zij riep Relinda ontroerd, terwijl zij 'haar 2_ op slot van zaken nog moeder liefdevol omhelsde. „Ik wint niet meer verdiende dan haar dochter. En daar wat, maar ik zag dat er iets bizonoers T- i 2.. 2- „Ik dank u.... We zullen dan onmid- dagen zoo heel goed thuis te zijn?.” I I.'IL am m 11 of ie -.11 a» 2» «.1i _i 'z ze hem vinden Hoe zou hij haar ont- grootmoeder Hij kon de oude vrouw afmat, maar bij de" minste vermoeidheid aon “i *7 f\ee rree evoez'loc'L» *22— J— A? a».aaa *z*z»V» Laa aaaA*A»a L.'J u Qllj UW 1 teak die zij verlangde pp zich te nemen?’ dat zij er’was, wacht bij zijn laatste woor- Én heeft hij u niet herkend t4 den wendde hij het hoofd naar de deur, „Ngën. mijn stem heeft niets eigen- °P haar antwoord wachtend. waar zijn grootmoeder zwijgend het einde aardigs, waardoor hij mij herkennen zou. „Wel, zonder twijfel Ik wil het van,het gesprek afwachtte., Eiken dag wacht hij mij met ongeduld en haar dadelijk gaan vragen.” Is uur’ ^avien' de uren van m'in aanwezigheid zijn hem Het verzoek van Tersac kwam wat on- „Dan zullen we beginnen met de brie- veel te kort. Dikwijls zou ik om hem nog verwacht, maar daar haar moeder het ven te beantwoorden, die hier liggen* Ik langer willen blijven* xtrtaon ...21 - -22Ï 7~~" -2*r ~,'-3 „Dat moet niet moeder 't It reeds geren. - f -j j veel voor u eiken dag vier uur te lezen en De schrijftafel was zoo bij de detfr van te schrijven.” het vertrek geplaatst, dat de zieke in duis- Toen mevrouw Josselin aen volgenden had Relinda stond verbaasd ’én8 k^h^ar -KiuK» vuiiu wégen niet gelooven. u°uf ^2,.^nStCrraam hCt noodzaOlijke zij hem tot haar voldoening in een vroo- Savien kon haar niet tien, want de U-A vajt te^n hem gen, maar aan den lichten tred van de binnenkomende herkende hij dien van een jonge dame. „Vergeef mij juffrouw, dat ■k u gestoord heb,” begon hij, voorzichtig - -- uit zijn leunstoel ópstaande. „Eer had ik „Die zal me met veel mooier staan, naar u moeten komen, .naar u ziet het ik maar enfin, ik ga er mee vooruit. Boven- ben wat ongesteld.” had zich dadelijk na ons gesprek in haar durende twee dagen zoo onvergelijkelijk EEN RAADSELACHTIG PUNT, kamer teruggetrokken en zich bij 'r diner veei genot verschaften En zonder zelfs Zeker oud heer was er volor bekend wegens vermoeidheid laten veróntschul- het antwoord af te wachten knielde ik dat hij dtijd vuil linnengoed droe( digen, zoodat ik geen gelegenheid had haar voor Johanna neder eW drukte ik haar zijner vrienden, die opmerkzaam meer te spreken. ----u-a Op een van de t den ómtrek door’ stemde vermoeden, mijn onbekende wel- opheffende ontmoette ik haar blik, zoo iets over u. dat ik maar niet i” *y- .:._2.2__2‘_22_ - - ia zelfs’ aan den Plasmoien, waar ik een mijner ziel doordrong en nooit verge- vragen, als ge er niet tegen het -A-iut— het mij, hoop ik, niet kwalijk nemen! Johanna verliet de kamer en ik bevond „O neen, dat geloof ik niet.” plaats nemen en mij het voï- vertellen wie uwe overhemden draagt, idedeelde „Johanna was de voordat zij vuil zijn.” ik wei aan haar,merkte,'dat zij, wellicht die, “door tegenspoed gedrukt, kort na - 221 '2 _22 ’”2 —2—, -J muriek had gehoord. Onbevredigd keer- kind aan de goedheid van zijn broeder diner had de bruid het ongeluk drie valsche i Oom had dien heiligen last sche tanden uit haar mond te laten vallen. 1 zich genomen en Johanna, Zij wist zich niet^beter te redden dan in .Jer ook kort daarna gestorven zwijm te vallen. Dé bruidegom ving haar uitsteke.ide opvoeding laten ge- Op in zijn armen. --~r -- Gcdurcadc .cadi...ic:l;d „Waar ben ik zeide zij na verloop selen door den scheepsroeper de volgende tante teruggekeerd, en ofschoon Vin eenigen tijd. -a— w- a.. i... -- -a--- -Jitgenoódigd, had ik nooit tijd „in het midden uwer vrienden en in de ik door mijn kamer, totdat op ’t oogen- kunnen vinden de oude vrouw te bezoe- armen van je man.” A-,.— een fijn fraai preludium mij deed hooren, lachje bijvoegde, „en zoodoende een ge- “iichtbzrz musicienne haar luk van mij verwijderd gehouden, dat was begonnen ik wachtte ik nu zoo koortsachtig najaagde.” Zij had Zich gelukkig gevoeld, dat ik-zeli de mu- de haren uit het h riek was komen brengen en toen het plan met deze woorden tot mijn opgevat mij, dien zij wist een muziek- naar zt"2 liefhebber te zijn, in verrassing te brengen, hoofd. rom zoo in korten tijd mij beter te leeren T_22_ vorigen avond, kennen dan anders bij een gewone voor- De zaak 1a. -1 -jeweest zijn, ik echter zoo droevig te moede, dat het „iemand tn" opgewonden oogenblikken mij onmogelijk was naar boven te gaan zich meer bloot geeft en rijn inborst beter en mij op de trede moest nederzetten, om laat zien dan in fraai toiler in een receptie- niet te vallen met moeite herstelde ik kamer." Haar nichtje als een moeder mij, steeg hooger en drukte mijn oor liefhebbende, had zij steeds den wensch tegen de deur, daar ik te angstig was die gekoesterd mij met haar te vereenigen, te openen, en luisterde in angstige span- maar wilde toch eerst weten wie en wat ik diepste stilte heerschte in het ver trek en een ongekende moedeloosheid spleet de zwakste lichtstraal zag schitte- als iets hoogst ernstig wordt beschouwd.' Niet wetende wat te doen, te ontsteld saion "te gaan, waar de deur te openen en dus aan mijn toe- r- stand vol hoop en vrees een einde te ma- 1 ken, greep ik mijn viool en begon het geest tweede gedeelte der symphonic dade- vine: lijk antwoordde de piano en wij vervolg- Met tante’s goedvinden werd ons den ons concert. huwelijk cenige maanden daarna, in Toen opende ik haastig de deur en.... tegenwoordigheid van een uitgelezen bracht onwillekeurig de handen voor mijn kring vrienden, door den burgemeester oogen, terwijl ik een oogenblik onbeweeg- van de Bronk voltrokken, en speelden lijk en sprakeloos in de post der deur wij dien avond voor de gasten de „Sym- bleef staan. phonie Pastorale" en „Asschepoetster Een lamp op een tafel en twee kaarsen tot aandenken aan onze gelukkige ver- op de piano, door lichtschermpjes gedekt, eeniging, terwijl ik mijn hef vrouwtje verlichtten het vertrek. verraste en een blos op haar wangen te 't Eerst, waar mijn oog op viel, toen ik voorschijn riep, toen ik haar het muiltje, mijn handen van mijn gelaat verwijder- dat ik zorgvuldig bewaard had, «efUjk de, was tante, die op eenige passen vóór gemonteerd, onder een stolpje als bruids- a-kinj als „ewoon]1jk jk cadeautje aanbood. .-.r. En hiermede, vriéndelijke lezer, is mijn wier snaren mijn smartkreet herhaalden, sprookje uit. Datgene wat ik miste, heb Mevr Doortje deed een step ter zijde en ik gevonden: een lieftallige vrouw en Zzz.. L..... „.„221.""‘"'cntverhaaliku ren engel van ongeveer achttien i twin- later de geschiedenis van 't kleine duimpje, - - .Ljj reis naar Afrika of met de ik nooit te voren zag, wier zie1 volle, diep- „Willem Barends” nu nooit iets zal komen, blauwe oogen mij met een vriendelijken blik beschouwden, terwijl haar glanzend blond haar in dikke golven zich over de sierlijken hals en borst kronkelde alle détails van dit schoone, slanke wezen zag ik in één oogenblik, terwijl ik het vol gende reeds aan haar voeten geknield lag en haar met van aandoening bevende hand het muiltje paste, dat alleen voor dat on vergelijkelijk kleine voetje scheen ge maakt te zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 8