VOOR DE
Ktniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiüiiiiiiiuiii iiiiintiii:ii:ii;i iii(H.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iR
♦GEDWONGEN HALT
s
s
s
-1 UIT DE CZT
moppentrommel
NUMMER 22DERDE JAARGANG 192*
::iiiiiii;üiiiiiiiHiiiiiuiiir ilium }iiiH»iii!iiiiiHniiiiiiiin:iiiiiiiiiiiiiiiJiiiiiir*:i!iiiiimiiiiiiiii:iiii[
IJ h
.™i?Ant.^“‘nke" w had
j “n den leunstoel
GESLAGEN. E1?W.eHi’CSl.h7f, h*l-1?’ g<ehad WegeM
-- -
‘tOa “L" maken' Ik hem niet genoeg v^ zijS Temc'“zS’riddle
-
I
was vereffend.
ik afstam.
CLIMAX.
ZACHTE WENK.
A
VEREFFEND.
Er werd bruiloft gehouden. Bij het
spoedig
Gravin,
lijksche werkzaam!
te zij ook de getto:
zich brengt. Ha:
geluk en telkens als de klok vijf uur ge-
UJ TI-
mij stond, even 1 r
uitte een kreet en liet mijn viool vallen,
wier snaren mijn smartkreet herhaalden.
12... Z—e
ik bemerkte toen een meisje, een dame, een huiselijke haard. Weibel
L
tig jarèn, zoo schoon en schitterend, als daar vgn mijn
TROEF.
„Waar handelt gij in vroeg onlangs
een reiziger aan een zijner collega's.
„In gezond verstand,” antwoordde deze.
„Zoo,” hervatte gene, „monsters hebt
ge zeker niet bij u
HUISKAMER
NIEUWE MODE.
Gastvrouw :„Caroiine breng
een glas water voor Mevrouw de
maar op een bord, hoort ge I”
Caroline (in zich zelve) „Op een bord I
Dat is weer een nieuwe mode; nu drinken
de groote lui het water als de kat uit een
soepbord.”
ik reis voor het huis van Zwabberen.
Winkelier. Voor Van Zwabberen zegt
ge? Mag ik u dan beleefd verzoeken, de
deur van buiten te sluiten.
„Mijn hemel wat is er gebeurd?”
„Ach I”
„Iets vreeselijks niet waar?”
„Ia. iets verschrikkelijks, iets om zich
haren uit het hoofd te trekken,” en
met deze woorden greep de bruidegom
naar zijn kuif en trok zijn pruik van het
^Tableau, waarna algemeene hilariteit schreeuwt„Minsch, du bist jo wull
stelling wellicht ’t geval zou geweest zijn,
„daarvoegde zij er glimlachend bij,
--J -- ---——a— “jenblikken
geeft en rijn inborst beter
i fraai toiler in een receptie-
Haar nichtje als een moeder
IN DEN GEEST DER ROL.
Tqoneelspeler Kellner een biefstul
maar een bloedige, ik heb zoo even dei
Macbeth gespeeld.
EEN TYPE VAN BELEEFDHEID.
Aan den eisch dien de hertog de Mornjt
stelde om een beleefd man te zijn, is met
gemakkelijk te voldoen „Een beleefd
man.” zeide hij, „is iemand die met
belangstelling luistert naar iets, waar hi,
alles van weet als het hem verteld wordt,
door iemand die er niets van weet”
Een boerenvrouw, die vernam dat haar
zoontje in de school aardrijkskunde van
Europa moest leeren, riep vol verontwaar
diging „Wat heeft die jongen in 's He
melsnaam met Europa noodig daar komt
hij immers in zijn heele leven niet.”
j maar niet bevallen. Als
men in dat land 's-morgens een glas melk
wil drinken, heeft men wel een uur noo
dig om al die vliegen er uit te visschen,
die er in gevallen zijn gedurende het
NIEUWE DEFINITIE.
Kleine Piet ziet voor het eerst ee
en kondigt dez
„Kijk, Moe een scharensliep op hol 1'
ONDEUGEND.
Reiziger Conducteur, heb ik op he
volgend station tijd om een glas bier t
Conducteur „Als u niet verder reis
VERSPROKEN.
(Een kellner stort wijn) Gast „O, da
schaadt niet.”
Kastelein „Zwavelzuur op mijn ma
honiehouten vloer, schaadt dat met
MODERN.
Student (tot zijn vader, een eenvoudig
- r
een las aigedankt, die kan moeder nu voot
u in orde maken.”
goede tijding maakte mevrouw
bijna even gelukkig als den jon-
Niet weinig verrastte haar den
'j nu schrijven moest aan het
Leerling (verbeterend)
viel hij neer en was hardstikkedood.”
ONNOODIGE STUDIE.
dat verscheen was getiteldEen
;as. Het begin vlotte goed,
„Ik bedoel den huurder van de vijfde maar dan hield hij plotseling bij de be-
r/IlflniMrs <s>a *»rv 1—-I -a-1 •-
..Mijnheer Savien Cassert Hoe kent u
HOMOGEEN IN DE HOOP.
Chef de bureau „Hoor eens, mijn
Reiziger. Mijn naam is van Puffelen, waarde, ik hoop dat ik niet meer gewaar
- word, dat er hier op 't bureau gerookt
wordt.”
Ambtenaar „Diezelfde hoop koester
ook ik, geachte chef.”
YANKEE-STIJL.
Bij ons in Amerika is alles veel frisscher
„Waar woon jij vroeg en daarom werkdadiger dan in het oude,
muffe Europa, zei onlangs een Amerikaan.
Zoo heeft b v Dr. Speerman in Milwau
kee onlangs mijn schoonvader een dosi’
salpeter ingegeven als zweetdrijvend mid
del. Hoe meent ge nu dat de werking was
Den volgenden morgen vond ik mijn
schoonvader verdronken tn bed.
Leerling (een opstel voorlezend) ONHANDIGE SYMPATHIE.
„en toen viel hij neer en was dood 1” „Ach groote Hemel 1” riep een be-
Onderwijzer. „Dat is te kort gezegd, ginnend jong genie zuchtend uit, terwij
-u u—r. Daar hadt ge iets moeten bijvoegen, zoo- hij zijn pen nederwierp en afgemat it
„Toch met, de patient heett dat he< sjot meer op Jen lezer zijn stoel achterover leunde, „wat is he
m*r' a’ maakt.” toch veel aangenamer en gemakkelijket
en toen mijn gedichten te lezen dan ze te maken 1”
..Arme vent, zei een deelnemend
vriend, die bij hem zat, „wat moet jij dan
wel niet lijden 1”
Sinds de weken dat Relinda haar dage- toestand bij haar opwekte. Waarom droeg
'lieden vervulde^maak- hij hier niet denzelfden naam alsfnBiar-
jenoegens die de arbeid met ritz en San Sebastien Wat kon de reden
.aar moeder deelde in haar zijn om zijn naam verborgen te houden
r..L...,
slagen hd, zette mevrouw Josselin zich niet verraden. „Mijnheer”, begon zij met
aan het venster om haar dochter te zien een trilling van ontroering in haar stem,
terugkeeren. „men heeft mij gezegd dat u iemand zocht
Fane maolrF» f\1lAa Ua» «kIaa» a»a»» to ®Z'lnrt *tr»M
„Dat is zoo. Heeft u reeds zulk een be-
„Neen mijnheer, maar ik wil al het mo
deste meegedeeld, die al zijn best doen zou gelijke doen om het u naar den zin te ma-
om iets voor haar te vinden. Tweemaal ken.”
meende zij in de dagbladen de betrekking „Hoeveel uren heeft u dagelijks be-
die zij zocht gevonden te hebben. Zij be- schikbaar
gaf zich dan op weg naar het opgegeven „Zooveel u verlangt. Al mijn tijd kan
adres, maar aan de deur gekomen zege- ik aan uw dienst wijden en ik bewoon ook
vierde haar schroomvalligheid. „Ik ben dit huis.”
laf," zeide zij dikwijls ontevreden over „Uitstekend 1 Eerst zal u zich echter wat
zichzelve en zij nam zich daarbij voor, een aan de duisternis moeten gewennen. Maar
volgende gelegenheid moediger te zijn, als het lezen u vermoeit, zal ik u wel dic-
„Zou het u bevallen," vroeg op zekeren teeren. Vooraf moet ik u evenwel zeggen
dag Modeste, „om aan een heer de cou- dat ik niet rijk ben. vooral sinds het oogen-
rant voor te lezen en zijn brieven te schrij- blik, dat men mij alle ernstig werk ont-
ven zegd heeft. Ik kan u niet meer dan vijftig
„Waarom niet,” antwoordde mevrouw cent per uur geven.... 't Is weinig voor
Josselin. „Zijn brieven zal hij mij zeker hetgeen ik van uw krachten vorderen „wu,Biiw:
ook dicteeren, veronderstel ik." zalIn de kast daar langs den wand lig- hem zoo?"
„Natuurlijk 1" gen boekdeelen, waarover men mij om
„Is het een bejaard heer of een zieke artikelen vraagt. Samen zullen wij ze be-
tnisschien handelen, terwijl u ijverig aanteekeningen
..Hij is nog jong, maar na een zware ziek- maakt.
Mevrouv» Josselin ontstelde opnieuw.
ZOU 1
„Misschien zou ik u kunnen helpen,”
fluister deerne vrouw Josselin wat vrees
achtig. Ik'ben in Burgos geweest....”
„U Ha, dan ben ik gered 1 Noem
mij den naam van den monnik, wiens
hoofd boven den ingang gebeiteld is.”
„Ik herinner het mij uitstekend....
nooit uit. Voorloopig mag hij de duisternis 't fa als zie ik het nog voor mij.”
„Welnu?”
„Helaas, de naam is mij ontgaan!.,..
J - - j zeggen....”
„Wie is Relinda V’
„Mijn dochter," antwoordde zij trotsch.
„Kijk, heeft u een dochter?.... En
heeft zij met u de reis gemaakt
„Ja,” zei mevrouw Josselin glimlachend.
„Zij heeft een sterk geheugen en daarbij
T - -ge
maakt.
„En denkt u, dat zij mij behulpzaam
zoujvillen zijn,” vroeg Tersac, in spanning
„Wel, zonder twijfel!.... Ik wil het
Het verzoek van Tersac kwam wat on-
ven te beantwoorden, die nier liggen. Ik langer willen blijven...." kwam vragen, kon en wilde zij niet wei-
verzoek u ze eerst voor te lezen, daar mijn „Dat moet niet moeder 1.'t It reeds geren.
grootmoeder ze niet ontcijferen kon. veel voor u eiken dag vier uur te lezen en Was dat de forsche man, die de bewuste-
De schrijftafel was zoo btj de de Jr van te schrijven." looze Colette als een veentje weggevaren
het vertrek geplaatst, dat du zieke tn duu- Toen mevrouw Josselin oen volgenden had? Relinda stond verbaasd en kon haar
terms gehuld b.eef, terwijl zijn secretaresse dag den journalist bezoeken ging, vond oogen niet gelooven.
door een vensterraam het noodzakelijke zij hem tot haar voldoening in een vroo- Sü.2... 1™
licht ontving. hjke stemming. Savien vertelde haar dat zwarte band sloot
- de d°kter juist was heengegaan en hem
Mijnheer Cassert onder dezen schuil- verzekerd had, dat hij na korten tijden
cfrtreH hu «n Dame Knban/I J__ r
W3S -MMI IUHIVUW. HST
om zijn oogen tegen het u gestoord heb,” begon hij, voorzichtir
staan, naar u moeten komen, .naar u ziet het. ik
loven- ben wat onmteld/*
dien mag ik een beetje werken en nu en „Ik weet "het, mijnheer, u behoeft u
dan per njtuig een uitstapje doen. Nauwe- niet te verontschuldigen. Men heeft mii
vriendU^‘tStereILWe8’AOen ‘uk va.n een ge2egd’ dat ik ^teekeninren haddie u
Deze h9udt konden «inik heb ze meege-
v’stgeklemd, dan rukte hij plotseling de»
is niets in vergelijking met Cochinchina 1
Daar heb ik nooit melk geproefd, er waren
slechts vliegen in ’t glas
den die dekselsche ii
totaal opgedronken.1
FRAAIE WONINGEN.
Een agent van politie arresteert twee
vagebonden.
hij den eenen.
„Ik....ik woon nergens!"
„En jij vroeg hij den anderen.
„Ik woon een verdieping hooger.”
IEDER ZIJN WAPEN.
Onlangs trouwde een officier in volle
uniform. Een broertje van de bruid vond
dat vooral zijn degen heel mooi stond, en
daar hij nog een zuster had, wier minnaar fiets voorbijkomen
timmerman was, vroeg hij Ma, als Ja- zijn waarnejning aan met de woorden
cob met Anna trouwt, doet hij dan ook
een van zijn groote zagen om
ONTVANGEN.
AD REM.
Frans I, Koning van Frankrijk, wilde
- een geleerde tot een hoogen rang verhef-
transport van den koestal naar de kamer.” fen nu was hij nieuwsgierig te weten of
„Beste vriend, hernam de andere, „dat hij wel van adel was.
irsjre>” antwoordde de geleerde op
- 's Konings vraag, ze waren met hun drie-
r- de me*k had- ën broers in de ark van Noach ik weet
lekselsche insecten onderweg ongelukkig niet, uit welken van die drie
tdronken.
HET EENIG GEBREK.
A. „Nu ik den ezel gekocht en be
taald heb, verzoek ik u beleefd de goed
heid te hebben mij eerlijk te willen zeggen
of hij gebreken heeft."
B. Gebreken heeft hij niet, hij is
slechts een weinig kort van memorie.”
A. „Hoe noet ik dat verstaan
B. Dat zal ik u verklaren ziet ge,
halsstarrigheid en is hij drte of vier stappen
„In Indil, aldus verhaalde een fan- vooruit gegaan .of hij heeft de slagen reed»
een *nde{*n’ weder vergeten en hij blijft weer onbe-
u wegelijk op den weg staan."
te blind geworden, tenminste dat scheelt
niet veel.” 1
„Hoe heet hij,” vroeg mevrouw Josse- Hij
hn, die aanstonds aan Tc2— j
nalist begon te denken, opgewonden. leen het willoos werktuig was om op te
„Savien Cassert is zijn naam.... Hij schrijven wat Tersac dacht.
bewoont de vijfde verdieping." „U vindt het zeker wat te weinig,’
niet. Hebt ge hem van mij gesproken zwijgen bleef bewaren.
„Ja, maar ik heb hem niet gezegd dat 1""*
u de eigenares is van dit huis.” grijp dat het voor u veel moet zijn,’
„Dat heb je goed gedaan, Modeste, woórdde zij.
Wanneer wilde hij mij spreken „U neemt dus mijn voorstel niet aan,’
zich vreeselijk, en geen wonder. Het roo-
i
is hem thans geheel verboden.”
Josselin een oogenblik rusten
buiten adem boven aan te kom
zou
het voorbeeld van haar dochter te volgen
In stilte had zij haar voornemen aan Mo
nels boeken die al drie maanden op het
bureau van Tersac opgestapeld stonden.
Het eerste was een roman. Halverwegen
mis- adres van mijnheer de Lésigny. „Is het
ek- --
het keerd is," vroeg zij belangsi
nu genoeg.... Niets nieuwer dan de haar verwonderd.
Maar zij moest spreken, wilde zij zich Volgende boek
met verraden. „Mijnheer”, begon zij met
aan het venster om haar dochter te zien een trilling van ontroering in haar stem,
terugkeeren. D2_.
Eens maakte de oude dame het plan om om voor te lezen en voor u te schrijven.”
het voorbeeld van haar dochter te volgen „Dat is zoo. Heeft u reeds zulk een be
en haar vrije uren aan den arbeid te wijden, trekking vervuld
het u naar den zin te ma-
begrijpei
aar willei
en nooit verge- vragen, als ge er niet tegen hebt. Ge zult
het mij, hoop :v L—i.iu-r
„O neen, dal
„Welnu, dan, Mokes, ge moet eens
GEPRAAID
Twee schepen ontmoeten elkaar in d<
Noordzee oj> zeer korten afstand en wis
woorden „Wo kummst du hei
„Von Huil 1”
„Wat hest du loden
„Wull 1"
„Wie is de Pracht
„Vuil 1”
„Wie heit dat schip
„John Buil 1”
„Und de Kapiteen
Krull 1"
Waarop de vrager woedend terug-
dull I”
legenheid van het huwelijk zijner doch-
MODERNE KINDEREN t
Tante (tot haar zesjyig neefje Jan) keninrennazag en eens optelde, hoeveel
„ontvan-
„Gij waart het dus,” riep ik in vervoe- ban rookt je jongste broertje zeker ook
jantje „Neen, tente, die snuift.”
VERKEERD BEGREPEN.
Professor (met den dokter op weg
naar het consult) „Is het geval hope
loos
uygcnouK aueen. Dokter „Toch niet, d<
b ,|f’ ha" lund een rijken oom in Amerika.’
1 hartstochtelijk aan mijn lippen
ARISTOCRATISCH.
Arts „Het is me aangenaam, u te
kunnen berichten, mevrouw, dat ik uw
kleine zal kunnen vaccineeren van een
lezond kind namelijk van mevrouw
"W V"“" ■‘b™»: -o »..n, ik
zal ik u de zuiverheid der lijnen van c_.
gelaat beschrijven, waarop al de reinheid
van ziel, al de kinderlijke onschuld van
een verheven gemoed lagen uitgedrukt, fcuu, M....
terwiil iii de oogen met zedigheid had nu ik kan je helpen. Ik weet een aange-
nedereesiagen. name< voor Hr
„Welnu dan, tante, vergun mij ten menagerie je hebt den gai
minste, een kus vol eerbied en dansua»- iu™
i«d te drukken op de vingers, die mij ge- den muil van eeh leeuw te steken.
„Ken jij hem ook, mijn kind?”
omdat hij een van de bewoners is van ons
huis, maar ik heb hem nooit gezien.”
1- tJ.._ _it
naam. Herinner je je den vriend van mijn-
lin, die aanstonds
ersac, den jour- voor couranten Zij vergat dat zij al- nog gesproken hebben
-leen het willoos werktuig was om op te «»- -•- t-
„Savien Cassert is zijn naam.... Hij schrijven wat Tersac dacht. inner ik mij goed. Hoe, woont 'die hier
"*2. „U vindt het zeker wat te weinig," •--- -
„Dat is mogelijk, ik ken de huurders vroeg Savien, bemerkend dat zij het stil-
- 'J...' -
„Ja, maar ik heb hem niet gezegd dat „Voor mij is het weinig, maar ik be-
1» H.t v.,.../' grijp dat het voor u veel moet zijn,” ant-
„Dat heb je goed gedaan, Modeste, woordde zij.
*ti -
„Onmiddellijk, mevrouw. Hij verveelt vroeg hij onrustig.
'''T. Z' .2..."..„Zeker wel,"
ken, dat hem eerst nog een afleiding was, berekende dat zij oj
Op ieder trapportaal moest mevrouw ging ze trotsch op.
i om niet
moeder, die ook heeft willen werken,”
slot van zaken nog moeder liefdevol omhelsde. „Ik w>-.t niet
was in de politiek scheen u de laatste
□uiten adem boven aan te komen. Waar deÜijk maar beginnen. Hoe laat is het, Dat alles is nu wel"goe*d, zoolang het u niet heeft nog vele »»nt«ekeningen
zou ze hem vinden Hoe zou hij haar ont- grootmoeder?” Hij kon de oude vrouw afmat, maar bij de minste vermoeidheid "”’1”
vangen? Zou zij geschikt zijn voor de met zien, maar.toch scheen hij te weten bid ik u, om uw betrekking op te zeggen
Deze en andere gedachten doorkruisten
onsamenhangend haar geest.
De vijfde verdieping was evenals de
eerste aan den eenen kant in twee vertrek
ken verdeeld. Modeste klopte zachtjes aan
en een oude vrouw, in het zwart gekleed,
deed open.
„Zijt gij het, Modeste,” zeide ze toen zij
den concierge zag, „en zdat is zeker de
dame die voor mijn zoon komt schrijven.”
Zonder meer werd mevrouw Josselin
in een kamer gebracht die zoo donker
was, dat zij in het begin niets onderschei
den kon.
„Savien, ik breng hier de dame, van
wie Modeste je gesproken heeft,” zei de
oude vrouw.
„Gelukkig Wees zoo goed plaats
te nemen,” klonk een mannenstem.
Zij bleef een oogenblik stil en onbeweeg
lijk. Toen zij wat aan de duisternis ge
wend raakte, zag zij zijn forsche gestalte
in een leunstoel uitgestrekt, terwijl een
zwarte band zijn oogen verborg.
Mevrouw Josselin bleef een oogenblik
Stil en onbeweeglijk. Zij zweefde tusschen
de vrees herkend te worden, wat haar zou
vernederen, en het medelijden dat ziin
een vroo-
de d?kt" j1"?1 was heengegaan 1
naam stond hij in Parijs zeer bekend den band zou mogen afdoen. Een klep
had met dezelfde wijze van couranten dan voldoende Lj» wStl
lezen als mevrouw de Josselin. Wanneer helle daglicht te beschermen.
dMe e.r «?n v9°r.»ch hand nlra- be- „Die zal me met veel mooier
gon zi) bij de feuilleton en zocht dan naar i..-ul„ rwlulu
de voornaamste gebeurtenissen, het nieuws dien mag ik een beetje werken en
op politiek gebied las zij nimmer na. 1
Bij Savien was het juist omgekeerd. lijks was u gisteren weg, toen ik van een gezegd, dat ik aMtreTen'in^*
„Verder.verder, zei hij. vriend bezoek ontving. Deze houdt een van nu' v-W1 kad
”Y.re<2lde corre?POIJdentie> debatten equipage die hij dagelijks aan mij afstaan bracht.”
m de Kamers, critische artikelen over wil om een rijtoertje door bet boschte r
dacht trekken. Dan begon zij aan de sta- goedheid danken." a_e
--Z-J Een rustend burger gaf onlangs ter ge- drinken
legenheid van het huwelijk zijner doch- C:r.ï
MODERNE KINDEREN ter, een prachtige partij. Toen hij de re- ja."
W^foei^kereltjk *^Tpj“i’*sïgarën *>ij had uitgegeven, riep hij uit „En dat
- --- ook noemen de voorname lui nu „ontvan-
ring uit, terwijl ik haar sm'eekend aanzag. al geB
Tante liet mij echter geen tijd, haar
tegelijk alles te zeggen wat op den bodem
mijner ziel had gesluimerd en reeds op
jnijne lippen lag. Beide nam ze ons bij de
hand en geleidde ons naar haar kamer.
„Jo-lief,” zeide zij tot het aanbiddelijk
meisje, „laat ons een oogenblik alleen.”
„Ach, I"'” - *-
pende en
drukkende, „blijf, beminnelijke Johanna,
of ik geloof dat de goede engelen, waartoe
ook gij behoort, u voor altijd aan mij zul
len ontvoeren en 't werkelijk een spel van
mijn verbeelding is geweest.”
„Laat haar een oogenblik gaan,” zeide ke
tante, „en ik zal zorgen, dat uw verbeel- Rl
^nblik tijd gehad haar ónmogelijkpermitteeren wij wenschen
m,,r hoe geenerlei opzicht intimiteiten met die
dat familie.
EEN GOEDE BETREKKING.
Zoo, gaan uw zaken niet naar wensch,
name, rustige betrekking voor je in de
uau, --- tne; je hebt den ganschen dag
kus vol eerbied en dankbaar- mets te doen, dan tweemaal je hoofd in
had zich dadelijk na ons gesprek in haar durende twee dagen zoo onvergelijkelijk EEN
Iram^r IfPiiöögfrAli Iron 't Atrtor hooi t»o>or\t ZOndcr Zelfs l
wegens vermoeidheid laten veróntschul- het antwoord af te wachten knielde ik dat hij altijd vuil linnengoed droeg Een kastenmaker. Zie eens.. vader ik heb weer
2_r e9 drukte ik haat zijner vrienden, die opmerkzaam naar
vingers aan mijn tippen, die vingers, de borst van zijn overhemd had gekeken,
paarden gezeten, had ik zoo feeder en tegelijk zoo krachtig, die ik zeide eens „Ik heb u nu al vijf-en-twin-
rkruisd, met het onbe- in mijn hand voelde beven. Mijn oogen tig jaar gekend. Mokes, en toch hebt ge
r „7-.2' 2-zzz -ZZz z~zz z. ;u-“;*t begrijpen
licht op het onverwachts te ontmoeten, vol uitdrukking, dat hij tot het diepste kan Daar zou ik u wel eens naar willen
ja zelfs aan den Plasmoien, waar ik een mijner ziel doordrong
oogenblik bij de vriendelijke kasteleines ten werd,
uitrustte, bedekt geïnformeerd of mevr. 12. L 2
Brughel logee: had en of er m den om- mij weder alleen met tante, die mij naast
trek pok dames gelogeerd waren, met zich deed
wie tante kon converseeren zij kon mij rende mededeelde
echter geen inlichting geven, ofschoon eénige dochter van mijn oom’s broeder.
door Jacob of Hanne, van de nachtelijke haar geboorte was overleden, vrouw en
de ik terug en verbeidde met verlangen overlatende
het uur, waarop de piano zich weder zou gewillig op
doen hooren, om dan volgens den raad, wier moede
mij door tante gegeven, haar met mijn was. een t
viool te accompagneeren en de speelster nieten. Gedurende tnijn academietijd
te verrassen. was zij bij t
De avond viel opgewonden wandelde dikwijls uitgenoodigd.
i" __w,2__2.2.
blik dat de laatste slag van tien uur klonk, ken, en.... zooals zij er met
een L-2_,_ 22.' 2
dat de onzichtbare musicienne haar luk van mij verwijderd gehouden,
eenige’©ogenblikken en begon toen
op mijn, viool de eerste maten van de
..Symphonic Pastorale”, waarop te:
groot .blijdschap de piano dadelijk inviel.
Het eerste gedeelte afgespeelu hebbende
begaf ik mij evenals den voriy__ 2,
met de meeste behoedzaamheid naar de
deur van het heiligdom op de trap werd
ik echter zoo droevig te moede, dat het
mij onmogelijk was naar boven te gaan zich meer bloot geeft en zijn inl
Z3 mij op dt _2
niet te vallen met moeite herstelde ik kamer.”
twri «.wgv* wuftic uuju wi ueineooenuv,
tegen de deur, daar ik te angstig was die gekoesterd mij met haar te yereemgen,
AA» Aa—d— aa» a i - - - 'S A t» - a»*a»Oaa» »*v o OSO sar O t t 1^*
ning. was geworden sedert zij mij niet meer
De diepste stilte heerschte in het ver- had gezien, „te meer,” voegde zij er erns-
tig bij, „daar zij mijn erfgename zal
overviel mij, daar ik door geen enkele worden en een huwelijk door mij nog
Hierop nooSgdTrij1 mij*tnet haar naar het' k^
-srr een keung souper lnen ln bnd s
gereed stond en waar ik weldra gelegen
heid had op te merken dat Johanna’s
evenzeer ontwikkeld was, ais haar
vingers geoefend waren.
Met tante’s goedvinden werd
pels boeken die al drie maanden op het Deze
bureau van Tersac opgestapeld stonden. Josselin
Het eerste was een roman. Halverwegen g«n man Nie
het eerste hoof stuk riep hij „Genoeg, brief, dien zij
genoeg! Sla enkele bladzijden over, i„L -2,_ x22_ -
schien wordt de schrijver daar belangwek- lang geleden, dat hij naar Parijs terugge-
kender.... Nog een paar!.... Nu het keerd is,” vroeg zij belangstellend.
laatste hoofdstuk, de ontknooping is me „Kent u hem bij toéval,’ vroeg Tejsac
nu genoeg.... Niets nieuwer dan de haar verwonderd. r
rest en daarbij, slecht geschrevenHet „Dat is mijn bedoeling niet,” hernam zij
snel Maar ik dacht, als hij lang in Parijs
De arme mevrouw Josselin was er bijna gewoond heeft, waarom heeft hij dan niet
duizelig van geworden. Maar toch hield eerder zijn rijtuig ter uwer beschikking ge-
zij dappjr vol, zonder dat Relinda iets van steld
de betrekking van haar moeder merkte. „Mijn vriend en zijn jonge vrouw zié
Mevrouw Josselin had zich ook vast voor- zijn nog maar kortelings getrouwd
genomen de eerste dagen niet over haar zijn ■eerst acht dagen geleden naar Parijs
betrekking en haar ontmoeting op de teruggekeerd. Toevallig hoorde de Lé-
vijfde verdieping te spreken, maar het sign? dat ik ziek was en hij haastte zich
geheim woog te zwaar en meer dan eens daarpm mij te bezoeken. Van onze
was het haar bijna ontsnapt, 's Zaterdag kinderjaren zijn wij trouwe kameraden
's-avonds zei zij Relinda alles. Het moest geweest. Maar kom, laten wij nu nog een
er uit. Relinda had haar plannen voor den oogenblikje schrijven."
Zondagmiddag reeds blootgelegd. In Ver- Tersac was reeds lang van plan een serie
sailles wilde zij dien middag gaan door- artikelen te schrijven over zijn reis door
brengen. Spanje, die hij met dat doel ook onder-
„Ik zou niet beter verlangen,” zei me- nomen had. San Sebastien en de sferen
vrouw Josselin, „als ik vrij was. Maar ik gevechten wel honderdmaal beschreven,
heb mijn armen zieke beloofd, als naar ge- ging hij zonder meer voorbij en het eerste
woonte, een uurtje te komen lezen.” deel dat verscheen was getiteld Een
„Uw zieke,” vroeg Relinda verrast. bezoek aan Burgos. Het begin vlotte goed,
„Ik bedoel den huurder van de vijfde maar dan hield hij plotseling bij de be-
verdieping.” schrijving van de kathedraal sul. ,,'t Is toch
-ongehoord,” riep hij spijtig uit, terwijl hij
moedeloos langs zijn voorhoofd streek.
„♦♦.«u m „cm wk, nujn Kinu s „VYoeger had ik zulk een sterk geheugen,
„Volstrekt niet 1 Ik ken hem bij naam, maar de ziekte heeft het mij geheel ont
nomen.Ik verliet er mij geheel op, om mijn
oogen bij het schrijven niet te vermoeien.
„Juist, je kent dus alleen zijn schuil- En zie!....
haar dus artikelen laten, schrijven heer de Lésigny, met wien wij in Biarritz
„Mijnheer Tersac?.... Ja, dien her
ik heb hem nooit ontmoet.”
„Dat verwondert mij ook niet, hij gaat
niet verlaten.”
„Misschien heeft hij zijn oogen niet ge-
voorstel gedaan 1Och, arme lieve
„Zeker wel,” hernam zij haastig. Zij riep Relinda ontroerd, terwijl zij 'haar
2_ op slot van zaken nog moeder liefdevol omhelsde. „Ik wint niet
meer verdiende dan haar dochter. En daar wat, maar ik zag dat er iets bizonoers
T- i 2.. 2-
„Ik dank u.... We zullen dan onmid- dagen zoo heel goed thuis te zijn?.”
I I.'IL am m 11 of ie -.11 a» 2» «.1i _i 'z
ze hem vinden Hoe zou hij haar ont- grootmoeder Hij kon de oude vrouw afmat, maar bij de" minste vermoeidheid
aon “i *7 f\ee rree evoez'loc'L» *22— J— A? a».aaa *z*z»V» Laa aaaA*A»a L.'J u Qllj UW 1
teak die zij verlangde pp zich te nemen?’ dat zij er’was, wacht bij zijn laatste woor- Én heeft hij u niet herkend t4
den wendde hij het hoofd naar de deur, „Ngën. mijn stem heeft niets eigen- °P haar antwoord wachtend.
waar zijn grootmoeder zwijgend het einde aardigs, waardoor hij mij herkennen zou. „Wel, zonder twijfel Ik wil het
van,het gesprek afwachtte., Eiken dag wacht hij mij met ongeduld en haar dadelijk gaan vragen.”
Is uur’ ^avien' de uren van m'in aanwezigheid zijn hem Het verzoek van Tersac kwam wat on-
„Dan zullen we beginnen met de brie- veel te kort. Dikwijls zou ik om hem nog verwacht, maar daar haar moeder het
ven te beantwoorden, die hier liggen* Ik langer willen blijven* xtrtaon ...21 -
-22Ï 7~~" -2*r ~,'-3 „Dat moet niet moeder 't It reeds geren.
- f -j j veel voor u eiken dag vier uur te lezen en
De schrijftafel was zoo bij de detfr van te schrijven.”
het vertrek geplaatst, dat de zieke in duis- Toen mevrouw Josselin aen volgenden had Relinda stond verbaasd ’én8 k^h^ar
-KiuK» vuiiu wégen niet gelooven.
u°uf ^2,.^nStCrraam hCt noodzaOlijke zij hem tot haar voldoening in een vroo- Savien kon haar niet tien, want de
U-A vajt te^n
hem gen, maar aan den lichten tred van de
binnenkomende herkende hij dien van een
jonge dame. „Vergeef mij juffrouw, dat
■k u gestoord heb,” begon hij, voorzichtig
- -- uit zijn leunstoel ópstaande. „Eer had ik
„Die zal me met veel mooier staan, naar u moeten komen, .naar u ziet het ik
maar enfin, ik ga er mee vooruit. Boven- ben wat ongesteld.”
had zich dadelijk na ons gesprek in haar durende twee dagen zoo onvergelijkelijk EEN RAADSELACHTIG PUNT,
kamer teruggetrokken en zich bij 'r diner veei genot verschaften En zonder zelfs Zeker oud heer was er volor bekend
wegens vermoeidheid laten veróntschul- het antwoord af te wachten knielde ik dat hij dtijd vuil linnengoed droe(
digen, zoodat ik geen gelegenheid had haar voor Johanna neder eW drukte ik haar zijner vrienden, die opmerkzaam
meer te spreken. ----u-a
Op een van de t
den ómtrek door’
stemde vermoeden, mijn onbekende wel- opheffende ontmoette ik haar blik, zoo iets over u. dat ik maar niet
i” *y- .:._2.2__2‘_22_ - -
ia zelfs’ aan den Plasmoien, waar ik een mijner ziel doordrong en nooit verge- vragen, als ge er niet tegen het
-A-iut— het mij, hoop ik, niet kwalijk nemen!
Johanna verliet de kamer en ik bevond „O neen, dat geloof ik niet.”
plaats nemen en mij het voï- vertellen wie uwe overhemden draagt,
idedeelde „Johanna was de voordat zij vuil zijn.”
ik wei aan haar,merkte,'dat zij, wellicht die, “door tegenspoed gedrukt, kort na
- 221 '2 _22 ’”2 —2—, -J
muriek had gehoord. Onbevredigd keer- kind aan de goedheid van zijn broeder diner had de bruid het ongeluk drie valsche
i Oom had dien heiligen last sche tanden uit haar mond te laten vallen.
1 zich genomen en Johanna, Zij wist zich niet^beter te redden dan in
.Jer ook kort daarna gestorven zwijm te vallen. Dé bruidegom ving haar
uitsteke.ide opvoeding laten ge- Op in zijn armen. --~r --
Gcdurcadc .cadi...ic:l;d „Waar ben ik zeide zij na verloop selen door den scheepsroeper de volgende
tante teruggekeerd, en ofschoon Vin eenigen tijd. -a— w- a.. i...
-- -a--- -Jitgenoódigd, had ik nooit tijd „in het midden uwer vrienden en in de
ik door mijn kamer, totdat op ’t oogen- kunnen vinden de oude vrouw te bezoe- armen van je man.”
A-,.— een fijn
fraai preludium mij deed hooren, lachje bijvoegde, „en zoodoende een ge-
“iichtbzrz musicienne haar luk van mij verwijderd gehouden, dat
was begonnen ik wachtte ik nu zoo koortsachtig najaagde.” Zij had
Zich gelukkig gevoeld, dat ik-zeli de mu- de haren uit het h
riek was komen brengen en toen het plan met deze woorden
tot mijn opgevat mij, dien zij wist een muziek- naar zt"2
liefhebber te zijn, in verrassing te brengen, hoofd.
rom zoo in korten tijd mij beter te leeren T_22_
vorigen avond, kennen dan anders bij een gewone voor- De zaak
1a. -1 -jeweest zijn,
ik echter zoo droevig te moede, dat het „iemand tn" opgewonden oogenblikken
mij onmogelijk was naar boven te gaan zich meer bloot geeft en rijn inborst beter
en mij op de trede moest nederzetten, om laat zien dan in fraai toiler in een receptie-
niet te vallen met moeite herstelde ik kamer." Haar nichtje als een moeder
mij, steeg hooger en drukte mijn oor liefhebbende, had zij steeds den wensch
tegen de deur, daar ik te angstig was die gekoesterd mij met haar te vereenigen,
te openen, en luisterde in angstige span- maar wilde toch eerst weten wie en wat ik
diepste stilte heerschte in het ver
trek en een ongekende moedeloosheid
spleet de zwakste lichtstraal zag schitte- als iets hoogst ernstig wordt beschouwd.'
Niet wetende wat te doen, te ontsteld saion "te gaan, waar
de deur te openen en dus aan mijn toe- r-
stand vol hoop en vrees een einde te ma- 1
ken, greep ik mijn viool en begon het geest
tweede gedeelte der symphonic dade- vine:
lijk antwoordde de piano en wij vervolg- Met tante’s goedvinden werd ons
den ons concert. huwelijk cenige maanden daarna, in
Toen opende ik haastig de deur en.... tegenwoordigheid van een uitgelezen
bracht onwillekeurig de handen voor mijn kring vrienden, door den burgemeester
oogen, terwijl ik een oogenblik onbeweeg- van de Bronk voltrokken, en speelden
lijk en sprakeloos in de post der deur wij dien avond voor de gasten de „Sym-
bleef staan. phonie Pastorale" en „Asschepoetster
Een lamp op een tafel en twee kaarsen tot aandenken aan onze gelukkige ver-
op de piano, door lichtschermpjes gedekt, eeniging, terwijl ik mijn hef vrouwtje
verlichtten het vertrek. verraste en een blos op haar wangen te
't Eerst, waar mijn oog op viel, toen ik voorschijn riep, toen ik haar het muiltje,
mijn handen van mijn gelaat verwijder- dat ik zorgvuldig bewaard had, «efUjk
de, was tante, die op eenige passen vóór gemonteerd, onder een stolpje als bruids-
a-kinj als „ewoon]1jk jk cadeautje aanbood.
.-.r. En hiermede, vriéndelijke lezer, is mijn
wier snaren mijn smartkreet herhaalden, sprookje uit. Datgene wat ik miste, heb
Mevr Doortje deed een step ter zijde en ik gevonden: een lieftallige vrouw en
Zzz.. L..... „.„221.""‘"'cntverhaaliku
ren engel van ongeveer achttien i twin- later de geschiedenis van 't kleine duimpje,
- - .Ljj reis naar Afrika of met de
ik nooit te voren zag, wier zie1 volle, diep- „Willem Barends” nu nooit iets zal komen,
blauwe oogen mij met een vriendelijken
blik beschouwden, terwijl haar glanzend
blond haar in dikke golven zich over de
sierlijken hals en borst kronkelde alle
détails van dit schoone, slanke wezen zag
ik in één oogenblik, terwijl ik het vol
gende reeds aan haar voeten geknield lag
en haar met van aandoening bevende hand
het muiltje paste, dat alleen voor dat on
vergelijkelijk kleine voetje scheen ge
maakt te zijn.