E
pi. -v-—ss™
tien sier lijks ten aanleg, sUes schitterde Z1jn vertrek had zij och zeer verlaten
gevoeid en doof een vunj erlangen naar
JALOUZIE.
EEN AANSLAG.
weging, dat
gevaar Hep benadeeld te worden, zon koeltje nem de smeltende tonen van een
ham eindelijk doen besluiten te vertrek- muziekinstrument te gtmoet voerden,
kan. De jonggehuwde man nam afscheid Luisterend bleef hij staan.
'f
oi o. or
verschillend van
Wat was er gebeurd? Was hij nek of
een aangename gewoonte geworden
„Dat....dat....” Op dit oogenbhk speler, dat hij ach voor haar verborg; licht zoudt noodig hebben, ben ik zelf
geven, en dat spoedig in een plechtige
daarbij lette nemen wat gebeurd is zeg het mij liever
maanlicht beschenen, aan het
en
„Wel, waarom met, mijnheer, ieder fat-
vernietigd zonk Johanna op de bank in
dat zijn vrouwtje ach in een geheel andere
zijn mannelijke schoonheid, beleedigt mij, op geenerlei wijze ben ik"citerspel te nemen. Zoudt ge u wellicht spécteurs, M. Forbes, die u niet zal ver-
omstraald door den nimbus van zijn ta- ooit in mijn plicht tegen u te kort ge- de moeite willen geven
leeren
van
heid te over, beloofde stipt op den tijd te
medelijden met hem hebben.”
linkerzijde plaats nam.
k««f
beleefdheid geschreven.
Daar suisden weder die zwaarmoedige
tonen door de lucht. De kapitein sprong
an bevatten en hoe anger zij naar de
lieflijke, smeltende 'onen lu st er de, hoe
duidelijker her haar scheen, dat hij tot
haar van e n stille, hopelooze liefde sprak
van haar gevoel zoo weinig rekenschap
kunnen geven, als sedert de laatste dagen,
en woest.
Mietje had echter gedurende het ge-
--onverwonnen en
vrouw dat de citerspeler op
besrusten avond, terwijl zij naar den nach-
„Zeker.”
„Gij zijt in *t bezit van prachtige juwec-
„Je bent een schurk!" onderbrak Carré,
over zooveel durf verb asd.
„Och, scheldwoorden doen niets ter
„Ik dank u.”
Carré, nu een
voltooide zijn brief.
Maar de minuten verliepen en er kwam
geen M Forbes.
Het was een prachtige Augustus-avond
bloedro d ging de zon onder, de toppen
der boomen in het heerlijkst» purper
kleurende terwijl uit de bloemen de
lieflijkste geuren opstegen, toen Johanna
tot de merkwaardige ontdekking kwam
dat de iterspeler gevaarlijk voor haar
rust begon te worden. Zoo koortsachtig
Chinees, aan protectie «o kuipen)
°fi y
kapiMn bij het depót-bataljon op een van
Dit „en" te ttasi het haakje, waar d» kruik zou kunnen geven c
Eensklaps verscheen hij in de keuken- en blonk in het volle zonlicht, terwijl vóór
haar verliefd was geworden.
Hier maakte hij een welsprekend ge
baar en zweeg eenige oogenblikken. De
aandacht van zijn toehoorster Eet oven
gezichten elkaar 1
hoorden zij plotseling m hun nabijheid op een ongehoorzaamheid betrapt waren
en de oogen met durfden op te slaan.
den grond geslagen hield en alzoo den een woord geen verraad, want dit zou
i u duur te staan komen.**
Het was tegen den middag, uur waarop
Monsieur Ie Protesseur had gelegen- Carré naar M. Stury moest gaan.
JJ «.’ld W—TL tr-SM niaf 1-svnrvAW «ar1V»t
du van miss Maud Stury.... Gij weet wel,
dat de gauwdieven in de Vereemgde Sta
ten niet schaarach zijn. Och I men moet
Robert Carré was belas met den miUi-
de droevigst oogenbhkken dienstvaardige dienaar,” en nogmaals ardair een aantal juweelen, waartusschen
het lachen zoo na geweest nooit had zij boog hij voor Johanna. een prachtig paarlen halssnoer, voor te
„Mag ik weten,” begon de kapitein, leggen.
„Mijn waarde heer, gij hebt uw meid
dat si den citerspeler niet meer had gezonden.”
„Ik
het rijtuig.
„Johanna Juist op dit oogenblik, trad een manne-
„Leonard I” stamelde zij zacht. tje van dertig jaar de poort, die wijd open
„Van mijn jaloezie ben ik totaal ge- stond, binnen.
nezen.”
„En ik van mijn maneschijn-fantasién.”
moed» werd te tezen en te herlezen deed zou Een zachte hand legde zich op zijn
hem bet overigens nog al onaangenaam schouder
uitstapje dragelijk vinden maar toen
zich eenige moeilijkheden met den ver-
koop voordeden en vrouwbefs brieven m kanten en strooken gehulde vrouw een
stof en zij er zich nil en dan van afmaakte
met een .un haast." ia soms met een .4n
het fraaie Insuhnd» vbegende haast" begon zijn want ouwen
boven te komen, en stelde hij zich hon
derd malen de vraag
lier, wat zoudt gij doen....?”
a. „.u.. -
i vrouw, „hij heeft toch
nog met van Hef....”
„I,
m de rede, „als hij dus door zijn liefde
overweldigd, u die bekent, wat dan
een dikke doek, die er om heen gewonden
was.
Johannwas opgesta n en verbaasd
een stap nader getreden Het mannetje
maakte een diepe buiging voor haar, en
begon to n met een zacht,
stemmetje
„U heeft wellicht gevraagd
mooi ben
Weder bloosde zij. Leonard zag haar
nog scherper aan en herhaalde zijn vraag
op zoo’n beslisten toon, dat zij geheel in
verwarring geraakte
„Mijn God I” stamelde zij, „een ge
wone uitdrukking.”
„Ha hadacht hij, „wat weet zij
dadelijk wien ik bedoel.”
Op zekeren dag, dat het echtpaar bij
het open venster zat, klonkeq weder de
bekende tonen onwillekeurig hield Jo
hanna sul en luisterde met zichtbaar wel
gevallen. Leonard echter sprong op, sloot
met de grootste dankbaarheid*
„Hm. hm dus vernam hij het en met
dan kb arheid De ingebeelde gek I....”
„Na d vrouw het schoonst» gewrocht
der schepping, verleende de natuur alleen
aan de muziek de verhevene eigenschap,
tenneto Aar mMMrhan ta
„Hier wa het blad af gescheurd De
lezer behoefde ook me' meer te weten
_.l1 van woede, ging hij met
tijd ontwikkeld genoeg te zijn, om hare
vrouwelijke waardigheid ia al haar han- vrouw draagt toch geen valsch haar
dehageu tor haar recht te laten komen
merkte dat zij kleurde.
Des avonds van dien zelfden dag vond
Mr. Stury zou binnen kort zijn dochter
Maud uithuwelijken, en dit was voor
den juwelier een gelegenheid om wt-
„Gij zijt toch immers de bewoner van stekende zaken te maken.
dit huis Eensklaps klonk het gerinkel der tele-
„Ja wel..maar.oon en Robert Carré moest een pas
„Welnu, dan heb ik toch gelijk, dat gtj begonnen brief onderbreken.
r uw
op.
„Heb je ’t nog noodig
„Neen, lieve.” bekenden muziekmeester meer
„Dan zal ik er maar een fidebueje van vond hij ongeraden daar tegenover
Gelukkig herinnerde Lise het zich da- maken." stond, dat het bijna onbegrijpelijk was,
Hij vouwde het meengedraaide papier da: die atherspeler zoo bescheiden, voor
en het minst genomen, zoo weinig meuws-
„Wat wilt gij doen?”
„Dat vraagt gij nog Heeft hij met blik niet bemerkte, waarmede Johanna
gens mets te wenschen over. onzen huiselijken vrede verstoord Denkt als *t ware van hem terugdeinsde. Als
„Veronderstellen wij,” ging hij voort, ge dat ik hem niet heb bemerkt, dat uw vernietigd zonk Johanna op de bank in
„dat die muzikant werkelijk een talent, gedachten steeds bij hem zijn Dat ge ’t *t prieel neder.
een genie is, *t is wel bijna met mogelijk, Uefst aan hem zit te denken, terwijl hij l__11
maar nemen wij ‘t voor 't oogenbhk aan, citer speelt, dat gij tegen mij koud en on- steld. „Monsieur le Professeur,” zei hij zult verlaten.”
„We zullen zien F
En de juwelier verhef de telefoon.
rEen minuut later bracht hij, dooi
zelfvoldoening stralend middel van de tele oon, het centraal poh-
Na het afdoen van dit werkje, moest hij
nog naar Mr Stury gaan, een van de rijkste
wat hardhoong. Ja ja 't is wel aardig, bankiers der Vereemgde Staten, die een
dat wij mist zoo dikwerf slecht kunnen waar paleis tn de elegantste wijk van Black-
had haar han nog nimmer geklopt tn de hooren Ik h«b immers de eer met mijn- town bewoont,
vroolijkste oogenbhkken was haar het heet en mevrouw Rowda te spreken, uw F—
weenen, tn de droevigst oogenblikken dienstvaardige dienaar,” en nogmaals ardair
een t
bet half jaar, dat zij nog in Holand konden
doerbrengen, tn de nabijheid van bloed-
verwmten en vrienden te wonen
Kapitein Leonard Rowda had de rwe»
jaar vóór sin huwelijk doorgebracht met ach en werd' zoo mogêliik nog roodêr
vwrtutlenfle teden en volken te be- dan zij reeds was.
Zeskan en de geschiedenis van hun cul
tuur bijzonder ta bestudeeren op alle
openbare uitspanmngsplaatsen. hetgeen
juist met bijdroeg aan zijne intellectueele
beschaving, in verschill nde kazernes
gerd, „zou het dan werkelijk mogelijk behoefte aan Waren zij haar niet tot mij uw meid hebt gezonden, om naar uw „Gij zijt wel mijnheer Carré van het
"F een aangename gewoonte geworden onderdamgen dienaar tt vernemen. In huis Bixan, van Parijs vroeg een stem.
„Wat dan toch, mijnjmend?" Bijna was zij boos op den onbekenden de gedachte, dat gij mijn diensten wel-
wist hij zelf niet wat hij dacht. Ofschoon ook op haar echtgenoot was zij verstoord, gekomen, terwijl ik tevens de eer mag len, namelijk van een heerlijk paarlen
hij de roos zelf had nedergelegd, kwam al wist zij met juist waarom En als zij hebben u mijn kaartje tt overhandigen.” halssnoer, bestemd voor den bruidskorf
J met gevouwen handen als droomend „Mensuur Virtuosa, Professeur l_
:ht dat ze in het priëel zat, de oogen met droef ver- Citre,” las Johanna's echtgenoot zacht,
- -I oen onbe- langen omhoog geslagen, kon men het en zijn blik zweefde van het in doeken t-----
kende die roos daar had neergelegd, boos duidelijk bemerken, dat zij zich diep gewikkeld kindergezichtje naar de met toch iets doen om aan den kost tt komen,
7 -‘- - "7, - bont gevoerde groote laarzen.
warring geraakt zijn. Zij scheen echter De schreden van haar man wekten Nieuwsgierig zag Johanna naar het
de veronderstelling en daarbij lette nemen wat gebeurd is zeg het mij liever vroeg zij bijna bevend of hij, werkelijk Mits die kleine som, hebt gij van ons
hij vooral op de gelaatstrekken zijner zelfweldra kon het misschien te laat hij, alle morgen en avonden zoo fraai had niets te vreezen. Komaan, gentleman, een
vrouw dat de citerspeler op dien zijn voor een openhartige bekentenis gespeeld. mooi gebaar en de hand in de zak 1 Uw
- -2-wan en zijn stem werd forsch en „Jawel, mevrouw, dat deed ik,”ant- juweelen zijn meer dan een milboen
tegaal luisterde, haar, door een zacht ruw, „want, spoedig zal ik dien mijnheer woordde de kleine, nadat de vraag nog waard gij ziet dus wel, dat wij zeer rede-
maanlicht beschenen, aan het venster van hier naast, dien notenbederver, van eens luider was herhaald. „Slechts sedert üjk zijn.’
had gezien en zoo, gelijk Echt gebeuren nabij leeren kennen/
kon op zoo’n warmen zomeravond, op hij de hand op.
haar verUcfd was geworden. „Leonard
Dien morgen was Robert Carré, ver-
tegenwoo diger van het huis Bixan, een
chuchter van de grootste juwelierezaken uit de
Vredestraat, te Parijs, met het schrijven
wat ik van brieven bezig, in zijn kamer
oegeerde. mijn waarde heer Vergeef mij van „Missoury-Hotel* te Blacktown,
zoo ik u niet goed verstond, die dikke
doek, en dan ben ik daarenboven
wat hardhoong. Ja ja
en avonden zoo fraai had niets te vreezen. Komaan, gentleman,
r _:L J
„Jawel, mevrouw, dat deed ik,”'ant- juweelen zijn meer dan een
zij hem nu als een overtuigend bewijs
van schuld voor hij had gedacl
alleen op het vermoeden, dat een
„Schaam je, hoe onwellevend
gauw den brief terug."
„Nooit
„Het is een aardigheid.”
„Zooveel te beter.”
„Geheel onschuldig."
„Dat zulleri' we zien.”
Hij begon hardop te lezen.
„Beminnelijke damer.... 4<a ha! hB^tt^Thw1^^^-
J7 i Plotseling dacht hij, bij een herhaUng dat belooft was Dat de tonen," «CBarp M ha
alles ach spoedig te laten regelen van het thema „dat klinkt als een hefdeszoo „van mijn nederig in-
b17 t u een r—-
Hagrliiksvan gijn vrouw ontving, en niet hij staan.... Een bef desver Marine..verschaffen en troost geven, vernam ik,
dat hij een groo kunstenaar is....een ver chillig zijt geworden, en u met voor- voorkomend, „mijn vrouw is zoo opge-
tnoae man, hoor je, Johanna, een mooie keur van mij verwijdert, mij onder aller- j
man...*” lei voorwendsels naar de sociëteit en om Wij dagelijks luisteren” de professeur
„Ja, ja,” fluisterde het jonge vrouwtje, boodschappen stuurt, om des te onge- boog met
„Dus een mooie man. Veronderstel stoorder....” lachje dat zij voornemens is, geduren- tie-bureau van het gebeurde op de hoogte.
.Houd op,” nep de jonge vrouw. „Gij de ons verblijf alhier onderwijs in het „Zeer wel, ik zend u een mijner in-
puntjes te geven, welke zooveel bijdragen
tot een rustig, aangenaam samenzijn.
De beechavende omgang met ontwikkel
de vrouwen uit onz bedaarde, welopge-
voede middenklass» had hij tot nu toe sprak hare verlegenheid
gemist daarentegen veel omgang gehad zei de nu meer brutaal dan verlegen
met die soort van vrouwen, die juist 7 1
op da grenzen der zuiver vrouwelijke soenlijk meisje heeft wel eens geheimen, far nunte overgevende, zij met een bor-
gedigheid zich bewegen, door hare op- die niemand anders aangaan.” duurwerkje. De fijne draad, waarmede
Hierop viel niet veel tt zeggen, en mijn- zij werkte, was op en het papier waarom
heer achtte het best zich maar te verwij- de wol gewonden was geweest, viel op den
deren. In de gang stiet hij echter op grond. Haar echtgenoot nam het dadelijk
Lise, half kamenier, half tweede meid.
„Wat was dat voor een jongmensch.
waar mijn vrouw mede sprak, toen ik gis-
„Dus een mooie man.
dat hij plotseling voor je staat in al den
glans van C ‘7r
omstraald door den nimbus van zijn ta- ooit in mijn plicht tegen u tt kort ge- de moeite willen geven laten,” antwoordde de chef. „Ik zal ooi»
lent, van zijn genie, een Apollo met de schoten.” „Met genoegen, met veel genoegen iemand naar den „Harry’s Bar” zenden.
Eer, wat zoudt gij doen....?” „Weet ge dat wel zeker? In gedachten ik geef bijzonder gaarne les aan dames. „Ik dank u.”
„Maar....” zei de geheel in verwar- kan men ook zondigen.” Het vrouwelijk geslacht heeft een fijn Carré, nu een weinig gerustgesteld,
ring gebrachte vrouw, „hij heeft toch „Leonard, als te voortgaat op zoo’n instinct.”
nOg met van bef....” beleedigenden toon tot mij te spreken, „Uitstekend 1 wellicht heeft u /norgen
„Natuurlijk,” viel haar echtgenoot haar dan verlaat ik je.” om dezen tijd gelegenheid oi^-rtog eens
in’de rede, „als hij dus door zijn Uefde „Ha ha Ben je al zoo ver gekomen? te bezoeken, ten einde alles nader af te
overweldigd, u die bekent, wat dan?” Mij, je echtgenoot, wil je verlaten? Wee spreken.”
De jeugdige vrouw zuchtte diep, zag mij, ongelukkige die ik ben, wee jou, en J
1 haar msn met vochtige oogen aan en zei: .tree hem I” heid te over, beloofde stipt op den tijd te „Ik kan niet langer wachten," mompel-
Ik zou medelijden met hem hebben.” Hij wierp zich op een stoel aan de rech- komen ea werd daarop door den heer des de hij eindelijk, „want een of andere
„Ik bedoel,” voegde de verschrikte
vrouw er bij, Jk bedoel, dat hij te b kla
gen zou zijn. Iemand die ongelukkig en
hopeloos bemint, wie het ook zij, en on
der welke omstandigheden ook, is toch
wel onze belangstelling en medelijden
waard.”
Door dit antwoord was onze «pitein
nog -
had ieti verwacht van een strenge terug-
wijzing binnen de behoorlijke grenzen mannetje uit den grond gekomen scheen.
vgn w- w - -
de hij van medelijden, dat bij gelegenheid naar het verlangen van den vreemdeling
het baste wapen L_ - K 1
hand. Nu was hij ongeruster dan ooit
te voren-
i Johanna was
stemd, en dacht sedert dit gesprek meer ouderwetsche, bruine overjas, die. ht»1
aan den citerspeler dan zij anders gedaan tot aan de enkels reikte, waaronder een Virtuosa les in ’t citerspelen gevaar De auto stormde onder de poort door
-ou hebben. Het voorbeeld, door haar paar buitengewoon groote voeten, in bestaat er volstrekt met. en snorde de laan recht over het „Miasou-
echtgenoot aangehaald, nam zij in ernst laarzen met bont gevoerd, te voorschijn Och, dat alle jaloezie zoo genezen werd I ry-hotel” in.
op. Zij stelde zich dien musicus voor als kwam. Even zonderling als de gcheele Op de voetpaden weerklonk luid gegil,
werkelijk een gemaal, schoon man, die gestalte van het mannetje was zijn gelaat, geslaakt door de voorbijgangers, die met
inderdaad voor haar een stille üefde ge- dat werkelijk een kindergezichtje ge- ontzetting geslagen waren toen zij die
voelde dat de paar regels aan haar uit noemd mocht worden, zoo klein en on- auto aldus, zonder bestuurder, ia voile
beleefdheid geschreven, een dieperen beduidend kwam het te voorschil'' uit vaart zagen voorbij vhegea.
gewonden vrooEjkhmd en sans-gêne de
aandacht trekken en des e gevaarlijker
voor tal van mannen zijn, daar zij, door
haar setears ongedwongen oprechtheid,
eer genegenheid dan onverschilligheid
weten op te wekken. Van het eerste
oogenbhk of aan had hij reeds bemerkt, teren-avond thuis kwam
dat zijn vrouwtje ach ia een geheel andere r
sfeer bewoog, zonder echter tegelijker- delijk en zeide ,4e kapper, mijnheer.”
„De kapper I” voer hij deftig uit, „mijn open, streek het op zijn knie glad
bleef er met eenuitdrukking der vreese— peng wa dat hij met éénmaal pogingen
„O Heers, neen nooit, hij het me- lijkste verrassing op staren Zijn plotse- had gedaan zijn onbekende bewonderaar-
oen angstig bespieden van haar vrouw slechts krullen, chignons en ban- ling zwijgen deed zijn alter ego van haar ster t leeren kennen. Volgens hem
doen en laten, van lederen blik, het over- deaux zien, blonde, bruine, zwarte en met werk opzien. Zijn door toorn donkerrood moesten er op dit muzikale thema, nood
wegen van ieder woord, het zoeken van goudstof, dat zou mevrouw goed staan.” gekleurd en gerimpeld voorhoofd deed zakelijk eenige vanatiës volgen en moest
een bepaald doel voor iedere beweging. F'7
De onwaarheid, de schijn had hem reeds al dikwerf nijdig keerde mijnheer zich
bij zoovele vrouwen bedrogen, dat hij om en begaf zich naar den achter het huis
angstig was, hier zuivere waarheid, de gelegen tuin.
wwtoslijkiMid te moeten aannemen, en De tuin, door een hoogen muur van
dit gaf van zijn zijde dikwerf aanleiding dien der buren gescheiden, was tamelijk
tot verschil van opime. i
Nauwelijks zes weken gehuwd, ont- boomen een park in miniatuur. „Dan moest iz wel gek zijn." Verscheiden dagen gingen ongestoord
vg hij uit een Fransch stadje bericht, Terwijl mijnheer aUe laantjes door- „Lieve Leonard, ik zocht al lang naar voorblJ. De muzikale bmtensponaheden
lat een broeder zijns vaders, daar vroeger knust» en achter ieder heesterboschje dien bnef, ik kon met begrijpen waar schenen vergeven en verzeten te itiin
heengetrokken, overleden was, en het een bhk wierp, scheen hij de hoogte vin hij was gebleven toe, geaT'tiem mij itf eens viel Leonard zijn vrouw
voor de regeling der nalatenschap ge- den muur met zijn oogen te willen meten, terug?” morge’ni huishoudelijke
wenscht was, dat hij zei overkwam, daar „Maar waarom ben ik eigenlijk zoo „Neen f aangelegenheden spraken in de rede,
ar vaate bezittingen te gelde gemaakt argwanend?” vroeg hij dch-zelf af. „Foeizou je zoo nieuwsgierig willen M eens hoe weet T*
En waarom klonk het in zijn binnen- zijn 1 1
zijn ste „En waarom met „Niet zoo nieuwsgierig, maar zoo ver-
J Zoo wandelde hij, in nadenken ver- standig om eens te weten tt komen, wat
tking, en alleen de over- zonken, tusschen de keuhg aangelegde voor geheime dingen hier achter mijn rug
eigen belang hier groot bloembedden, toen plotseling een zacht gebeuren, copieerdc je met vroeger al
liep benadeeld te worden, kon koeltje hem de smeltende tonen van een de minnebrieven van je broer?”
Nijdig als een spin en hij was nog haar schrikken. er een introductie, andante cherzo, allegro
„Wat mankeert je vroeg zij ongerust, en eindelijk de groote finale volgen.
„Een brief....’* Want introductie en finale tegelijkertijd
„Zoo.” Zij stond op. streed tegen alle begrippen, en voor-
„Aan jou..ongeteekend I” namelijk tegen de harmonieleer van het
„O.... f’ ze kreeg een kleur. „Geef hart.
uitgestrekt en scheen met de hooge, oude hier 1”
„Dan moest ik wel gek zijn.”
«mg hij uit een Fransch stadje bericht. Terwijl mijnheer alle laantjes door- „Lieve Leonard, ik zocht al lang naar
J achter ieder heesterboschje dien bnef, ik kon met begrijpen waar
het een bhk wierp, scheen hij de hoogte van hij was gebleven toe, geéf -tiem mij
de regeling der nalatenschap ge- den muur met zijn oogen te willen meten, terug
r „Maar waarom ben ik eigenlijk zoo „Neen
Carré haalde zijn nota’s en prijscouranten
kon worden in Amor’s irroeg, zag hij hem met hoe langer hoe Zij zagen elkander aan en begonnen te voorschijn en raadpleegde ze een laatste
meer verbazing aan, want zoo iets had hij tegelijkertijd hartelijk te lachen de goede maal.
nog nooit gezien. De kleine gestalte hing overeenstemming tusschen beiden was De chauffeur bracht zijn auto tn wer-
ook onaangenaam ge- als *t ware in de plooien van een groote, hersteld. king, deed haar met volle snelheid in
7^ 1 Mevrouw Rowda nam bij Professeur gang komen en sprong dan ters'j.
aan de enkels reikte, waaronder een Virtuosa les in *t citerspelen gevaar
buitengewoon groote voeten,
gaan, en de beide dienstboden vooral op Neen, het*weren geheel andere tonen,
bet haft had gedrukt, alk mogelijke zorg die zacht en smeltend als teedere iiefde-
■oor mevrouw te dragen ea haar geen woordjes door de toppen der boomen tril-
oogtnblik alleen te laten. den. Dat was niet het gehakkel van een
Aanvankelijk scheen tegen de in-bezit- dilettante.
neming der erfenis geen bezwaar te zijn F -
en
dit gevoegd bij de lange brieven, die hij verklaring in tonen....” Getroffen bleef strument
en we beleven harde tijden. Ik vertegen-
woordig een vereemging bestaande uit
kaartje zwijgend gaf haar echtgenoot eemgen van di sUmme en behendige
’t haar. Zij las....en *t schemerde haar werkers. Laat onmiddeUijk door een loop-
voor de oogen. jongen van het hotel een enveloppe met
we« «**a jzav-Mavagv l( j i>r!«ei!ii»«j iuj sauu, „»u je me „Neen 1” riep zij luid. „Het is met vijftien duizend dollar naar den „Harry's
redevoering. Hij schilderde het verleide- met alles vertellen, alles, begrijp je wel. mogetijk," en zonder zich aan den ver- Bar” brengen. Die jongen zal slechts naar
lijke van een strafbare Eefde, hij maakte Ik sou niet gaarne door een ander ver- baasden bhk van het kereltje te storen, M. William Godfrey boeven tt vragen,
de veronderstelling en daarbij lette nemen wat gebeurd is zeg het mij liever vroeg
momtsn worden
Zoo’n onverwachte oproeping,
jonge vrouw te verlaten, gaf aanleiding
t« allerlei b
van zijn vrouw, nadat hij haar dringend Zou zijn vrouw reeds voor de piano
had verzocht soo min mogelijk uit te zitten?
gaan, en de beide dienstboden vooral op F
Johanna op haar lievelingsplaats)» in
pnëeJ een Iraaie. pas geplukt» roos.
„Wel wel zeide zij, .4 t vind ik nu
eens Ik van je,” en zag haar echtgenoot
met een vnendelijken dankenden blik
aan.
„Die roos is met van mij 1”
„Niet
Lachend beschouwde zij de bloem,
schudde haar blond kopje, en stak hem
in een met water gevuld glas. Men zag
duidelijk, dat dit den kapitein genoegen
deed. Na eemgen tijd echter, terwijl zij
in een belangrijk gesprek over het huren
van huizen en den last van dienstboden
gswikkeld waren, nam lohann als in
verstrooiing de roo in haar handen,
speelde er een oogenblik mede en stak
hem toen op haar borst.
Dit hinderde haar echtgenoot en tame
lijk scherp merkte hij aan „*t Is toch gehoord.
zeker wel een cadeautje van hem...?* Wat was er gebeurd? Was hij aek of
„Hé, Leonard,” zei zij en begon te vertrokken? Voor altijd of....
lachen. Zou zij die zachte, smeltende tonen
„Wat 1" nep de jaloereche man geër- nooit meer hooren Had zij er dan geen
zijn...,?”
De kapitein sprong verward op. „Wat terzijde der tafel, terwijl Johanna aan de huizes uitgeleide gedaan. Eemge oogen- concurrent
a -S- tJ _1 - 1 S k- __l a
Nadat zij een tijdlang met donkere vrouwtje in *t priëel. Beiden stonden kapei
Hij deed Sam, den diens jongen zijner
etage een taxi halen, die weldra op de
De kapitein verbrak ’t eerst het stil- cour van het hotel verscheen Daar gaf
zwijgen door den juist niet weisprekenden Robert Carré Stury’s adres en stapte in
Toen hij geen antwobrd kreeg, stond uitroep
7 I een
klein mannetje staan, d t als een aard
de jong-gehuwden aanvankelijk tot ver- j ZZ. 1
blijf, daar lij wijselijk besloten hadden, ontnam, haar het verdachte voorwerp,
bet half jaar, dat zij nog in Holand konden -„Een brief
„Ja mijnheer.”
„En zonder adres
De keukenprinses zag verlegen voor
teden en volken tt be- dan zij reeds
„Voor mijn vrouw
„Neen mijnheer.”
„Voor mij
„Neen mijnheer.”
„Maar voor den drommel voor wien
wel iets veronachtzaamd, mist die fijne dan?”
Veelbeteekenend zwijgen.
„Ha, ha, geheimen,” riep mijnheer luid nen van een cither kwamen, zij had de
koffie in de melk gegoten, want dat had
hij ook opgemerkt. Het was meer dan
voldoende.
Eemge dagen daarna zaten beide weder
in het pnéel. Hij, zich geheel aan een doler
dreigend hief eenige dagen heb ik niet gespeeld, daar
vreeselijke kiespijn....”
Voor Monsieur le Professeur was het --
„De ellendeling zal mij tt woord staan.” een geluk, dat hij de oogen zedig naar take. Neemt gij aan of weigert gij? Nog
- - ----t
duur te staan komen.**
„Ik weiger.”
„Des te erger voor u. Br zijn intussehen
bij ons vastberaden mannen, die gezworen
Intussehen had de kapitein zich her- hebben dat gij Blacktown niet levend
kunstenaar is....een vcr.-chilhg zijt geworden, en u met voor- voorkomend, „mijn vrouw is zoo opge-
togen over uw prachtig spel, waarnaar
l*i vAfirwptiHéélt naar dp snnpfpit *n nm 1» rl» MMsfoeeeue
een van
t zou me dit heerEjk zaakje
blikken daarna was hij weder bij zijn wel eens onder den neus kunnen weg-
7.7’ :n. Ik heb mijn revolver, ik ga een
hadden aangestaard, tegenover elkander evenals kinderen, die rijtuig nemen en loop dus geen gevaar.”
eemg genusch. De kapitein, die dacht
dat het een der dienstboden was, nep
waard.” „Wat wilt ge
Door dit antwoord was onze kapitein *-’■
nog volstrekt met tevreden gesteld. Hij hij op en zag ter zijde van het priëel
had iets verwacht van een strenge terug- L_-- j
heldhaftige opoffering, en daar hoor- Terwijl hij langzaam op hem toetrad en
„Waar denk ie aan
Hij keerde zich om en gaf zwijgend zijn
„Twee jaren verlof, en dan nog een halfr
er x*’ne wel wee’ dlengs kortet werden door gebrek aan kus.
„Welnu, krijg ik geen morgengroet?” een trooste es der menschen t» zijn....
„Lieve Johanna
„Mijn Leonard r
En zij drukte vroolijk een kus op zijn buiten uch-zel van woede, ging hij met
wang, nam daarop zijn arm en geleidde groote tappen het pnëel op en neder.
hem naar een priëel, waar een sierUjk ge- „Ha h I [awe! I jawel O I o. o
zooveel mogelijk had hij alles reed gezet ontbijt hem wachtte. De koffi» stiet hij nu en dan uit. en trad 'oen met
wan geurde heerEjk, en bij het bord van den een doorborenden bhk op zijn vrouw 'oe.
„Sp eek l” zeide hij „V rtel mij
alles, eerlijk en opr cht, waar, wanneer,
„o en waarom dit alles is geschied
Het teedere vrouwtje was door die
onbe- langen omhoog geslagen, kon men het en zijn bhk zweefde van het in doeken
zou zijn geworden, of ten minste in ver- ongelukkig gevoelde.
warring geraakt zijn. Zij scheen echter De schreden van haar man wekten
in *t minst niet verbaasd, integendeelhaar uit haar droef gepeins.
Dit kon hij niet langer verdragen aan „Waar denkt gij aan vroeg hij.
gijn vreeselijk» ijverzucht moest hij lucht Zij bloosde.
geven, en dat spoedig tn een plechtige „Johanna," zei hij zacht, „wil je me
morgen na zijn Ejk rooktafeltje stond, van fijne sigaren ho
cE zoo sprak, was Leonard Rowda. boden bij de hand waren, de rondte door
bet huis trok als bij toeval al de laadjes beet hij smakelijk, stak een der sigaren op
MM vertrekkende mail naar Holland te en snuffelde in haar albums, om wellicht
iets te vinden, dat zijn laloezie voedsel hij zijn Hik ook wendde, zag hij slechts
aan hangt. Na verloop van een paar taar
vinden wij onzen kapitein terug aan de deur, waar de geur van pasgemalen koffie- hem zijne schoont vrouw, in een wit och-
zijde van een allerliefst vrouwtje, dat bij boonen hem tegemoet stroomde het tendtoilet, hem vriéndelijk aanzag en niet
haar huwelijk plechtig beloofd heeft, in ontging hem echter met, dat de meid in weinig er toe bijdroeg het geheel een poë-
tegenatelhng met het burgerlijk wetboek, plaats van op te schenken in gedachten tischen tint te geven.
baar man nooit te zullen volgen, als hij verdiept stond. „Wat genieten wij ons geluk toch on-
tea behoeve van het waarachtig heil des „Mietje,” nep hij, „wat voer je uit gestoord, nietwaar, lieve man zeide
vaderlands eemge kampongs gaat ver- waar sta je zoo over in gedachten de jonge vrouw, hem een kopje koffie toe
branden M de bewoners naar hun ge- Mietje keek tamelijk verbluft op en reikende,
lukteige voorvaderen stuurt trachtte haastig een brief te verbergen,
Ben allerUcfst gelegen optrekje strekte dien zij in de hand hield de heer des hui
zes stond echter even vlug bij haar en op. „Wat is dat voor muziek F
muziek?”
„Dat houdt maar met op I” nep hij on
geduldig.
Hij bemerkte dat de jonge vrouw bloosde
„Welnu vroeg hij scherp.
„O, ik vind de ton n van die cither god
delijk." zeide zij en goot koffie m de melk
kan, in plaats van in haar kopje
„Zoo I dus een cither, boe weet je dat?”
„Wel, dat kan men wel hooren, de toon
ts zoo zacht en geeft rust aan het gemoed."
Sedert dezen morgen had de kapitein
zijn rust geheel verloren zijn vrouw was
van kleur veranderd zij wist dat die to-
pnëel, waar een sierlijk ge
tut bijdragen, de zenuwen te stalen en
despiwrn te harden, welke door een twin
tigjarig verblijf m I
verslapt zijn. O Holland, o dierbaar vader-
laad, wat verlang ik naar uw beemden derd malen de vraag „welke haast kan
stroomen en plassen wat verlang ik de aj toch hebben Eindelijk kon hij terug-
krachtige hand te drukken van den eer- keeren i 'Z'- 22 '-Z
Ejk n. vhjtigen Hollander, met zijn heren, bespoedigd, daar zijn ingeschapen wan- geurde heerlijk, en bij het bord van den
oogopslag, zoo verschillend van trouwen hem geen oogenbhk langer het kapitein hg zijn gewone courant, terwijl
wat slechts doet danken aan Javaan toeven dan volstrekt noodig was. naast hem, als eene verrassing, een sier-
F T F Reeds den eersten e?““ Jijh rcotxfc!:;- -‘:!-
egend Holland, tk kom, ik kom thuiskomst deed hij, nog vóór de dienst- wél voorzien.
«o sprak, was Leonard Rowda. boden bij de hand waren, de rondte door Daardoor wat beter gehumeurd, ont- opeenstapeling van vragen enüwachtig
j o.- ------en verlegen geworden hortend en stoo-
Juw'S teOMrlrUsrun, gereed om me^ de van het schrijftafeltje zijner vrouw open, en sloeg zijn courant open. ten<j verteld zij hem de geschiedenis,
haar echtgenoot gedreven, was zij zeer
onrustig geweest 's avonds had zij uit
het open venster naar de maan en sterren
gezien, naar het suizen van den wind en
het gezang van den nachtegaal geluisterd.
Toen had zij ook eiken avond op het
zelfde uur citherronen gehoord, die zoo
zacht en weemoedig klonken, geheel in
overeenstemming met haar droevig ge
moed dat had haar troost geschonken,
totdat op zekeren avond, juist toen zij
bericht had ontvangen, dat hij nog met
zoo spoedig zou terugkomen, bet acteer
spel niet werd gehoord. Dit veroorzaakte
een angstige stilte door allerlei pijnhjke
gedachten gekweld had zij naar haar
buurman gezonden, om te laten vragen
of hij ongesteld was, of waarom hij niet
speelde
„Johanna,” riep de kapitein verbaasd
en ontsteld.
„Leonard 1” klonk bet vah haar lippen,
en zij wrong krampachtig haar handen,
„bedenk toch, ik was zoo zenuwachtig, ik
gevoelde mij zoo troosteloos verlaten.”
„Nu, en verder
„Daarop ontving ik als antwoord het
bnefje, dat je daar tuist hebt gelezen.”
„Is dat alles
„Ja 1 heusch 1”
„Wat Hij heeft geen visite bij je ge
maakt
„Leonard 1”
„Johanna
Nu was hij verlegen. Johanna te doen
vermoeden, dat hij achter dat dweepen
met smeltende ci'hertonen van een on
bekenden muziektheater meer zocht.