Bijvoegsel Noord-Hollandsch Dagblad
van Vrijdag 14 Haart 1924, Mo> 88.
stabiliteit in de belastingpolitiek sm dan fc g«*teC
Verslag vu CaMissit Rimrtturi m-
treat hit inderzotk ia da Secties der
Beireotiag veer het dienstjaar 1124.
net
Memorie nn Rotwoord van Burgemeester en Wethouders.
'FhC;,. iCT?
j
i
"’M
het vastgestelde inkomen (inkomen zonder rJ
1923/24
P
■f
de
te
de
de
4.
.£>«9
aanbiedingsbrief en de begroeting vernomen te hebben, dat
Burgemeester en Wethouders niet de zoogenaamde „nood- zijn gekomen. Hoewel wjj dus eeners|ds m«t voMoenü^
mtkeering” op de begrooting hebben gebracht, hetgeen van
een zeer juist inzicht getuigt.
In tegenstelling met de „Algemeene Opmerkingen” meen
den meerdere leden, dat weinig te bemerken is van een stre
ven om de gewone uitgaven te regelen mar de gewone ont
vangsten, zondfcr afhankelijk te zijn van de uitkomsten van
vroeger jtren. De geheele begroeting voor 1924 is gebaseerd
op „meevallertjes” van vroegere jaren.. zinder deze zon dan
ook de belasting beslist verhoogd moeten worden, in het
bijzonder werd gewezen op de groot* uitgaven, welke Pu
bHeke Werken vordert.
kunnen constatSeren het feit, dat dank zQ het saldo vW
1922 de geleidelijke verlaging der betastingen kan woo
den voorgezet, anderzijds moeten wf opkomen tegen 4
zienswijze alsof wjj opzettelijk te groots overschotten soa
den kweeken. Deze opvatting houdt geen rekening me
de moeilijk heden, welke de schatting van de opbrengst
der inkomstenbelasting mede brengt Die schatting ge
schicdt immers reeds vóór den aanvang van het belas
tingjaar. Zooals vanzelf spreekt zou ons college zich nis
verantwoord achten, indien bet daarbij geen veiliget
maatstaf koos. Naar wij veronderstellen zou de Raad nle
Veie leden verklaarden dat. naar hunne meening het groo- gaarne het tegendeel zien. Bovendien beeft de Gemeert»
noch de regeling, noch de inning der aanslagen in haa>
hand. Het is dus mogelijk, dat de opbrengst de raming ovc-
treft, zoodat achteraf beschouwd ook wij liever een lag*
vermenigvuldigingscjjfer tqegepast hadden gezien. ïx» elk
geval levert deze omstandigheid niet de funeste gevolgen op
welke aan een te hooge schatting van de opbrengst en
een daardoor te laag genomen vermenigvuldigingac’jïer
zijn verbonden.
Wij laten hieronder volgen een overzicht van den bv-
lastingdruk sedert 1917. De percentages zijn gemiddelden e*
werden verkregen door de opbrengst te deelen op ht
totaal van
trek).
1917
1918
1919
1920
1921/22
1922/23
te overschot van 1922 een gevolg was va een zeer onjuiste
belastingpolitiek van de voorafgaande jaien: waarom, zoo
vroegen deze leden, don Hoofd.-lijken hoslag steeds te
laag geschat? Het gevolg hiervan is gew.-est, dat vele per
sonen in de laatste jaren veel te vee) betasting hebben be
taald in een tijd, toen de belasting haar hoogtepunt had'be-
reikt, terwjjl thans, nu de belasting een da'°nde lijn vertoont,
anderen waaronder zij, die vroeger d-»or verlies geen of
nagenoeg geen belasting betaald bebben, er voordeel van
hebben. Enkele andere leden verklaarden deze meeniug niet
te deelen, daar naar hunne meening een juiste taxatie
van de opbrengst van den Hoofdeljjken Omslag ónmogelijk
is, een dezer leden meende hulde te moeten brengen aan het
beleid van Burgemeester en Wotnouders, waardoor onder
meer een geleidelijke belastingverlaging kon worden tot
stand gebracht.
De mogelijkheid hiervan werd door alle leden ten zeerste
toegejuicht.
Een lid stelde de vraag, of de belastingverlaging niet
verder kon gaan, dan in het vooruitzicht werd gesteld.
Naar de meening van dit lid is het bedrag ad 520.000
te verkrijgen met den factor 0 55 Ter adstructie van zjjn
bewering legde dit lid een nota over, welke als bjjlage bjj
dit verslag wordt overgelegd.
Alle teilen verklaarden zich te kunnen vereenigen met
niet is vertegenwoordigd in net College van Burgemeester
en Wethouders, noch in de Commissie voor het Georga
niseerd overleg, ie niet tegen ons gericht, maar tot den
Raad, die naar eigen inzicht beide colleges samenstelt;
onzerzijds behoeft bet dus geen weerlegging. En wat de
verwijzing betreft naar de Nieuwjaarsrede nn den Bur
gemeester, zoo stelt deze er prijs ep er de aandacht op te
vestigen, dat zijn woorden niet nauwkeurig zjjn weer
gegeven, daar hjj niet gezegd heeft dat alle deelen van
den Raad in het Dageljjksch Bestuur zijn vertegenwoor
digd.
Hoewel de bedoelde zinsnede in die rede tot Benig mis
verstand aanleiding kan geven, is de klaarldijkelijke be
doeling ervan toch geen andere dan orop te wjjzen. dat
door de toetreding van een Sociaal-Democraat een eind
is gekomen aan don toestand, dat een bepaalde Raads
fractie nog nimmer in het Dageljjksch Bestuur vertegen
woordigd is geweest. Dit laatste kan men van de Vrjj-
zinnig-Democraten niet zeggen; zjj mogen thans buiten
het college jjjn, dat neemt niet weg, dat ook z(j de werk
wijze van het Dageljjksch Bestuur kennen, doordat zij er
tevoren inJ vertegenwoordigd waren.
De Burgemeester verklaart, dat hij niet de minste po
ging heeft aangewend om den heer Cloeck te bewegen als
raadslid zijn ontslag te nemen.
Ten aanzien van de opmerking omtrent de benoemingen
deelen wij U mede, dat wij er steeds naar streven bij het
doen van benoemingen en het opmaken van voordrachten
strikte onpartijdigheid in politiek en godsdienstig opzicht
te betrachten. Inderdaad blijkt ondanks dit streven het
aantal Roomsch-Katholieke ambtenaren verhoudingsgewij
ze gering te zijn. Wanneer aan een Roomsch-Katholieken
sollicitant de voorkeur gegeven moet worden op .grond
van zijn bekwaamheden en persoonlijke eigenschappen,
dan zal men ons daartoe steeds 'bereid vinden. Wij beb
ben niet den indruk, dat aan oenigen tak van dienst
Rooie sch-Katholi-ke candidaten zouden worden geweerd
met het oog op hun geloof. Een dergelijke gedragslijn zot
ten sterkste door ons worden afgekeurd en wij zouden
niet schromen, daartegen streng op te treden. voorgestelde verlaging van de vennog>-nsl>elasting, mede
Het is ons niet bekend, dat zich onder de leveranciers
der gemeente veel te weinig Roomsch-Katholieken bevin
den. De leveringen en werken, waarvoor de gemeente de
grootste sommen uitgeeft, worden als regel in het open
baar aanbesteed, waardoor ieder een gelijke kans ver
krijgt Maar ook bij de bestelling van kleinere benoodigd-
I heden voor den Gemeentedienst wordt evenmin als bjj
het doen van benoemingen of voordrachten op de geloofs
overtuiging van wie ook, acht geslagen, doch wordt uit
sluitend diegene begunstigd, bij wien men het geschiktste
terecht kan. Indien ons het tegendeel kan worden aange
toond, zullen wij niet nalaten, ook daartegen strenge
maatregelen te nemen.
Indiening begrooting.
Zeer vele leden verklaarden buitengewoon te betreuren,
de late indiening der begroeting. Een der leden maakte zelfs
de opmerking, dat Burgemeester en Wethouders beter zou
den bebben gedaan de begrooting uog maar een paar maan
den later in te dienen, in welk geval men tegelijk de begroe
ting voor 1925 zou bebben kunnen behandelen. Naar de
meening van verscheidene leden was het een gebiedende
eiseh van goeden burgerzin, dat de begrpoting op tijd ver
scheen en men vroeg of Burgemeester en Wethouders thans
bereid waren de besliste toezegging te doen, dat men het
volgent! jaar tijdig de begrooting zon indienen.
Tegenover een opmerking van een der leden, dat de nieu
we voorschriften een excuus voor de vertraging was en
dat hoe later de begrooting werd ingediend, des te juister
ze zjjn kon, stelden andere leden bun opvatting, dat wat
het eerste punt betreft, alle gemeenten dit bezwaar hadden
ondervonden en de meesten toch op tijd met hun begrooting
waren geweest, terwijl wat het tweede punt betreft, deze
leden van oordeel waren dat zoolang de wet op dit punt
niet gewijzigd was, dat nooit als ex< ujs kon dienst doen
en dat wilde men een latere indiening zien tot stand ko
men men zich tot de.n Rjjl swetgever moet wenden. Een
der leden stelde de vraag of soms de Wethouders te zwaar
belast waren; het had de aandacht van dit lid getrokken, dat
ook het partijbestuur der S. D. A. P. blijkt aar de combinatie
van talrijke functies onjuist achtte en daarom blijkbaar den
Wethouder te Alkmaar van - - -
den wethouderszetel aldaar te blijven bezetten. In het alge
meen bet met het genoemd Partijbestuur steeds oneens zijn
de, wilde hot hier aan het woord zijnde lid wel verklaren,
in dit opzicht demeening van dat Bestuur volkomen te on
derschrijven, daar naar zjjn pordeel de gemeentezaken nood
zakelijkerwijze daaronder moeten lijden.
,B. en W. antwoorden:
Wjj hebben goede hoop voortaan in staat te zjjn
ontwerp-begrooting vóór den wetteljjken datum in
dieuen. Daartoe zal noodig zjjn een verandering in
workwjjze bjj do voorbereiding, waartoe wij U tijdig
noodigo voorstellen zullen
De vraag, of de' Wethc-
wordt ontkennend beantwoord.
en doen.
ouderö soms te zwaar zjjn belast,
3.39
5.65
6.92*
6.75'
5.81
5.84
genoemde party bail verboden^ ’inlII1Prs opnieuw verslag wordt uitgebracl.t
wachten.
Meerdere leden vroegen of Burgemeester en Wethouders
bereid waren een staat over te leggen van den Hoofdeljjken
Omslag die in gelijksoortige gemeenten ais Alkmaar thans
wordt geheven. Evenzoo werd gevraagd of Burgemeester en
Wethouders bereid waren een staat over te leggen van de
bezittingen der gemeente met uitzondering van die voor
openbare diensten bestemd, en met uitzondering van de
reeds in de begrooting vermelde perceelen.
B. en W. antwoorden:
De meening, dat de financieele toestand der gemeente
zeer gunstig is, deelen wjj niet. Zoo lang de begrooting
den steun van een
jaren niet kan missen, heeft men alleszins reden zich eenige
reserve bij zjjn oordeel voor te behouden. Vandaar, dat
wjj in den aanbiedingsbrief er ons toe bepaalden den
toestand „niet ongunstig” te noemen. Dit getuigt op zfeb
zelf nog niet van pessimisme.
Dat de uiteraard persoonlijk getinte Nieuwjaarsrede van
den Burgemeester met den aanbiedingsbrief in strjjd was,
hebben wij niet bespeurd. Immers, de gehtkkige omstan
digheid, dat er enkele verschijnselen z(jn, die den toe
stand „minder zorgelijk doen zien dan vorige jaren” is
geen bewijs, dat in het algemeen de economische toestand
reeds nu is verbeterd.
De meening, dat deze begrooting gedragen wordt door
de gunstige uitkomst van den dienst 1922 is volkomen
juist. Ware die uitkomst ongunstig geweest, dan zou thans I de begrooting in dit opzicht niet. Meerdere leden wilden
allicht belastingverhooging noodig zjjn geweest. De gaarne vernemen, welk systeem van bezuiniging Burgemeee-
met het oog op de vestiging van personen met kjeine. ver
mogens.
Zeer vele leden verklaarden zich in het algemeen we! te
kunnen vereenigen met het vormen van een zoogenaamd
reservefonds. Meerdere hiervan m<-enden evenwel te moeten
wijzen op bet ongewenschte van dergeljjke „potjes” te vor
men. daar deze een bewjjs zjjn dat er te veel bela.-ting is
betaald; een ander lid achtte de aanwezigheid een gevaar
voor extra uitgaven; dit lid wensebte te vernemen, of het
bedrag van het reservefonds niet zou kunnen worden be
stemd voor aanvulling van het tekort in bet gemeentelijk
pensioenfonds of wel voor een gedeeltelijkaflossing van de
Leening, tegen het door meerderen hoog geachte rentetype
van 7 In verband hiermede wenschte dit lid te vernemen
of de Raad bekend was met de beperkende voorwaarde aan
I deze leening verbonden, dat niet voor 1926 tot aflossing kan
worden overgegaan. Andere leden zouden gaarne bepaald
willen zien, dat het zoogenaamde reeervefonds later werd
gebruikt tot vermindering van $|en Hoofdelijken Omslag,
aangezien dan althans een deel ten goede komt aan hen, die
vroeger teveel belasting hebben betaald.
Zeer vele leden verklaarden zien b<«reid mede te werken
tot den 3K aftrek voor het jiensioen voor het personeel in
gemeentedienst; slechts een enkel lid was niet bereid tot
het inhouden van den vacantiefoeslag; nog een ander lid
verklaarde dat door de ten opzichte hiervan gevolgde han-
delwjjze, het Georganiseerd Overleg niet tot zjjn recht komt;
hoewel dit lid den vacantiet<>es!ag niet noodzakeljjk achtte
voor Alkmaar, wenschte hjj deze voorloopig toch nog te be
houden. in verband met de te verwachten herziening der
Pensioenwet, waardoor de financiBele last dór gemeente
waarschjjnljjk zal worden verlicht, terwijl de inhouding op
salarissen en loonen van de ambtenaren en werklieden hoo-
ger zal worden.
Een der leden was van meening. dat de 35 annuïteiten
welke Burgemeester en Wethouders voorstellen te betalen
aan het gemeentelijk pensioen fonds om het kortelings ont
dekte tekort in te halen, een veel te lange termjjn was. An
dere leden deelden deze opvatting niet. De hier aan het
woord zijnde leden zouden liever, alvorens hierin verande
ring te brengen, een nieuwe vijfjarige periode waarna
willen af-
Financiëele politiek.
Vele leden verklaarden met instemming uit de gegevens
kennis genomen te hebben van het feit, dat de financieele
toestand van de gemeente zeer gunstig mag worden ge
noemd. Het had evenwel de aandacht van meerdere leden
getrokken, dat er een zeer groot verschil bestond tusschen
de zeer optimistische beschouwingen van den Burgemeester
in zijn Nieuwjaarsrede en den tamelijk pessimlstischen klank,
welke Burgemeester en Wethouders in hun, kort daarop ver
schijnenden aanbiedingsbrief der begrooting Heten hooren.
Een ander lid kon zich echter den toon van de Nieuwjaars
rede van den Burgemeester wel verklaren; naar het oordeel
van dat lid mag men op zjjn tjjd, en het is zelfs goed dat
men dit is ook wei eons te optimistisch zjjn.
Verschillende leden verklaarden met instemming wit den
(heffingspercentage 3.85)
6.05)
&-)
7.05)
6.75)
(vermenigvuldigingscjjfer 1, onge
veer gelijkstaande mei heffing*
percentage 6.75.
vermoed eljjk 4.38 (vermenigvnldigmgecBfe'
0.75).
Deze cijfers toonen aan, dat sinds 1919, ondanks at
hoogere opbrengst, de druk geleidelijk werd verminderd
Wjj meenen, dat deze gegevens niet de conclusie wet
tigen, dat er in vorige jaren eene zeer onjuiste belasting-
politiek zou zijn gevoerd.
De vraag, of het inderdaad mogelijk zal zjjn, het veime
nigvuldigingscijfer voor het belastingjaai 1924’25W cp
0.55 te stellen, wordt binnenkort afzonderlijk onder di
oogen gezien. Daarbjj kan tevens de nota welke bjj bet
algemeene verslag is gevoegd, in behandeling komen.
De in het Reservefonds te storten gelden zulleu uitsl
tend worden bestemd om langzamerhand weder in de ge
wone middelen terug te vloeien. Hetzelfde doei werd in
dertijd beoogd met het fonds „Oor logs winstbelasting” dat
in 1927 nitgeput zal zijn. Waar het tekort in het penaiven-
fonds niet dadelijk moet worden aangezuiverd, doch eerst
over een lange reeks van jaren, stemmen wjj niet in me*
de gedachte om de thans beschikbare som aan te won
den ten voordeele van bet pensioenfonds en derhalve *7
het indirect, mede ten voordeele van een volgend g«.
slacht. Wij zijn daartoe te minder bereid, zoolang er l."»
hoop bestaat dat bjj een volgende wetenschappeiyke ba
lans bet tekort op een «enigszins lager bedrag zal kun
nen worden geraamd.
Het reservefonds behoort evenmin te dienen voor br<
tongewono aflossing van leuningen. De 7 leening var.
1922 zal zoo mogelijk na 1 November 1928 worden ge
converteerd. Deze beperkende voorwaarde bebben Burg»
meester en Wethouders moeten aanvaarden om de meer
voordeelige aanbieding te kunnen verkrijgen
Het reservefonds beeft inderdaad, zooals w^ in de me
morie van toelichting reeds deden uitkomen, ten doei,
stabiliteit in de belastingpolitiek van volgende jaren t
bevorderen.
Wjj zjjn erkentelijk voor den steun, dien velen der
Raadsleden verleenden aan bet denkbeeld, 3X pen
sioensbijdrage te heffen van bet gemeentepersoneel en
den vacantiebjjslag af te schaffen. De commissies voor
georganiseerd overleg zijn ten aanzien van bet hieromtrent
uit te brengen advies niet tot overeenstemming kunnen ko
men. De brief, waarin een overzicht wordt gegeven van deu
loop der behandeling van deze aangelegenheid in bare
vergaderingen, is voor U ter inzage gelegd.
Waar wjj het standpunt blijven innemen, dat genoemde
maatregelen noodzakelijk zjjn, gaan wjj er thans toe over, T
het voorstel tot heffing der pensioensbijdragen en tot inhou
ding van den vacantiebijslag te doen. Een ontwerp-beslui*
zal U alsnog ter vaststelling worden aangeboden.'
In hoeverre het Georganiseerd Overleg met betrekking.
tot onze voorstellen, om den vacantietoeelag af te schaf
fen en 3J4 pensioensbijdrage te beffen, niet tot zjjn
recht komt, is ons zonder nadere toelichting niet duide
lijk. Voorts schijnt bet ons onjuist aan de geruchten, vol
gens welke de Pensioenwet 1922 8. 240 binnen afzien-
baren tijd opnieuw zal worden herzien, doch waarvan
overigens niets bekend is, de consequentie te verbinden,
dat een thans werschelijk geachte maatregel enkel daar'
belangrijk saldo van vroegere dienst- ora n*el behoort te worden genomen.
De vraag, in hoeveel jaren bet tekort in het gemeente
lijk pensioenfonds behoort te worden aangezuiverd, zul
len wjj behandelen bjj ons binnen kort verschijnend afzon
derlijk voorstel ter zake.
Een vergelijkende staat van de in verschillende met
Alkmaar overeenkonfende gemeenten over 1923*24 ge-
heven inkomstenbelasting is den Raadsleden inmiddels ver
strekt. Een staat van de in het Grondbedrijf ingébrachte
eigendommen leggen wjj hierbij ove».
Bezuiniging.
Meerdere leden spraken de meening uit, dat men er ir
den tegenwoordigen tijd, ronder sterke beperkingen van
de gemeentelijke bemoeiingen niet komt.
Erg geruststellend is, naar de meening van deze leden,
der zich
bevonden.
B. en W. antwoorden:
Het deel van bet verslag, dat de in de afdeelingen ge
houden algemeene politieke beschouwingen weergeeft,
«neenen wjj onbeantwoord te kunnen laten, omdat de daar
in aangeroerde punten niet bet beleid van ons College
betreffen.
Het bezwaar, dat de Vrjjzianig Democratische party
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
Gemeentepolitiek. Bestuursbeleid.
In twee der afdeelingen wei*den politiekc’beschouwingen
gehouden naar aanleiding van den uitslag der verkiezingen
en de nieuwe samenstelling van het College van Burgemees
ter en Wethouders.
Wat den stembusuitslag betreft, gaf een der leden als zjjne
meening te kennen, dat deze een absolute opschuiving naar
rechts heeft gebracht en was voorts zeer opmerkelijk de
teruggang van zes tot vjjf zetels van de S. D. A. P. Genoesnd
lid meende hieruit de conchisie te mogen trekken, dat de
politiek, zooals deze in de afgeloopen vier jaar door genoem
de partij is gevoerd, onjuist is geweest Een ander lid gaf
te kennen, dat de gevoerde politiek der S. D. A. P. misschien
inderdaad onjuist is geweest en dat dit den achteruitgang in
b«t aantal zetels heeft bevorderd, maar wilde toeh als zjjne
meening daartegenover stellen, dat de rechtschen en wel
meer speciaal de Katholieken op nog meer zet< Is hadden
gehoopt, welke meening door andere leden niet werd onder
streept.
Ten aanzien van de Wethoud ir.-vorkiezingen wilde een
lid de aandacht vestigen op de veranderde houding in dit
opzicht van de zjjde der S D.A.P. Terwjjl men in 1919 met
een aantal zetels van zes in den g -meenteraad, slechts wan-
neer verschillende roorwaarden werden aanvaard waar
aan de overige leden begrijpelijk hnn medewerking niet wil
den verieenen een wethouderszetel wildo aanvaarden,
heeft men thans zonder eenige voorwaarde gesteld te heb
ben, niettemin dezen zetel wel aanvaard. Een ander lid stel
de als zijn meening hiertegenover, dat de veranderde hou
ding wel te verklaren was. Immers in 191J was er een uit
spraak van het Congres, waaraan men zich wilde houden,
-térwjjLjn 1923 de omstandigheden aldus beiangrjjk/gewjj-
zigd waren?7Iaf1^zctting~van^en wothoddersfêtel gewenscht
was, wilde men behouden, hetgeen eenmaal verkregen was.
Meerdere leden verklaarden zich nog steeds niet te kunnen
vereenigen met de samenstelling vmi bet College van Bur
gemeester en Wethouders. Een deel van deze leden was van
meening, dat waar de Burgemeester zich bad aangesloten bjj
fen Vrijheidsbond en zelfs bljjkcns zjjn kandidaatstelling
door genoemden Bond bjj de verkioemgen voor de Provin
ciale Staten, tot de voormannen daarvan behoorde, deze par
tij met een zoo machtige stem al» die van den Voorzitter, in
het College van Burgemeester en Wetivmders reeds meer
vertegenwoordiging had dan haar - gelet op haar aantal ze
tels in den Raad toekwam.
Een ander lid verklaarde deze meening niet tc deelen;
naar het oordeel van dat lid heeft de Butgemcester ook
11 is hjj toegetreden tot den Vrijheidsbond steeds in den
Raad bljjk gegeven zich boven de partijen te stellen.
Andere leden oordeelden het onjuist dat de Vrijzinnig De
mocratische Partjj niet in het College van Burgemeester en
Wethouders was vertegenwoordigd In d't verband wensch-
ten deze leden te wjjzen op de tegenstelling tusschen de
Nieuwjaarsrede van den Burgemeester, waarin deze zjjn
bljjdschap erover uitsprak, dat nu alle deelen van den Raad
in het College van Burgemeester en Wethouders zjjn ver
tegenwoordigd, zoodat allen de werkwjjze van het College
kennen, en den feiteljjkcn toestand welke te zien geeft, dat
de Vrijzinnig Democraten niet in net College zjjn vertegen
woordigd. evenzoo in het Georganiseerd Overleg, waarvan zij
mede zjjn buitengesloten.
Meerdere leden stelden de vraag of en zoo ja, welken in
vloed de Burgemeester heeft nitgeoefend op het ontslag ne
men als raadslid van den heer Cloeck.
Verscheidene leden verklaarden dat het hun aandacht
had getrokken dat onder de ambtenaren en werklieden der
gemeente, zich zoo buitengewoon weinig Katholieken be
vonden. Zjj vroegen of hierin de toekomst verandering
zou worden gebracht. Naar de meening van deie leden was
het een eisch van billijkheid, dat alle deden van de bevol
king zooveel mogeljjk evenredig aan hnn aantal ook in
functies bjj de gemeente werkzaam moeten zjjn. Van de hier
aan het woord zijnde loden voegde een hieraan toe, dat hij
zelf daarbjj iedere gedachte van opzet van de zjjde van het
College om met dien wcnsch geen rekening te houden bjj
voorbaat uitsloot.
Een lid verklaarde bovenstaand» gegevens niet voldoende
te knnned beoordeelen, een ander lid dat Mj deze meening
met deelde, aangezien hjj anders vreesde voor Katholieke
overheersching, nog andere leden naren van meening dat het
niet wel mogeljjk was-ouuhierin te werk te gaan volgens een
zekere evenredige vertegen woord.ging; volgens deze leden
werden eenvoudig de bekwaamsten l»enoemd zonder te let
ten op hun richting, deze leden deelden echter eveneens de
meening dat om wille der godsdienstige overtuiging nooit
iemand mocht worden geweerd.
De eerst aan het woord zjjnde leden maakten dezelfde op
merking Iretreffende do, leveranciers der gemeente, waaron-
naaHiun meening ook veel to weinig Katholieken