J
I
Hoord-Hollandsch
OagMad.
I
Alkmaar.
fl
I
fl
li
I
fl
J
Vergadering van den Raae
II
De beer VAN DRUNEN dacht, dat het B.
A. de motie niet wenschte uit te voeren. Nu
3
■j
b
van
I
o
uw
o
i
geven. Voor het prestige van dén raad wil
»pr. dezen wenk voorkomen.
Het voorstol van den heer Vogelaar wordt
aangenomen met 11 tegen 8 stemmen.
Tegen stemden de 5 S. D. A. P.'er» en mej.
Carols en de heeren, Sietsma en van Slinger
land.
Bq volgnummer 17 merkt de heer SIETSM
Bjj volgno. 17 merkt de heer SIETSMA
op, het verkeerd te achten, dat de verificatie
niet berust onder den secretaris. Willen B. en
W. een reorganisatie in dezen geest overwe
gen.
De VOORZ. antwoordt, dat dit in onder
soek is bq de Ver. van Ned. Gemeenten.
Pensioensbijdrage en
Vacantietoeslag
„Het schrjjvcn d.d. 10 Jan. 1921, w.iar-
in het college van Burg, en Weth. aan het
Burgeriyk Armbestuur, vraagt zich voor
het vervullen der beide vacaturen in het
Burg. Armbestuur, in verbinding te stellen
met den Alkmaarschen Bestuurdersbond en
het Bestuur van den R. K. Volksbond en
daarvan by de inzending der dubbeltallen
verslag te doen, is naar de meening van
ondergeteekende niet in overeenstemming
met de bedoeling van den Raad. Mocht hq
zich daarin vergissen, dan verzoekt onderge
teekende eervol ontslag als lid van het
Burg. Armbestuur, omdat naar zijn mee
ning het Burg. Armbestuur wel rekening
moet houden met wat er leeft onder de bur-
gerij, maar zich niet moet laten beïnvloe
den door bepaalde organisaties.”
get. G. CLOECK.
De beer KLISTERS stelt voor, deze zaak
aan te houden, tot de volgende vergadering,
omdat het een belangrijke kwestie is, die
ook betrekking heeft op andere lichamen.
Wethouder LEESBERG ondersteunt dit
voorstel. Spr. herinnert er aan, dat deze
zaak in 4 vergaderingen reeds is bespro
ken.
De VOORZITTER heeft er eenig bezwaar
tegen omdat de heer Kusters er het principe
van het raadsbesluit byhaalt. Deze zaak moet
niet teveel wroden opgebangen aan het al
gemeen principe. Deze uitbreiding gold voor
2 werklieden. Deze 2 vacatures moeten dus
in elk geval door arbeiders worden voor
zien. De hieuwe raad kan wel geen overleg
wenschen, maar dan nog moeten nu 2 werk
lieden gekozen worden. Openlatende de
mogelijkheid, om op het vorig raadsbesluit
terug Je komen, geldt het toch niet voor dit
geval.
Wethouder WESTERHOF zegt, dat er
niets door het "college gebeurd is, wat niet
in den geest is van het den raad. Er wordt
nu slechts op teruggekomen door het schrij
ven van den heer Cloeck. Thans is aan de
orde, de vraag, of B. en VV. den goeden
weg hebben behandeld, door den brief te
schrijven, als zooeven genoemd.
De heer SLUIS: De heer Cloeck vraagt of
het zoo de bedoeling van den raad is ge
weest. En dan zeggen we. ja. Ik laat me
niet zingelooren door Cloeck.
Wethouder WESTERHOF ziet geen re
den om de zaak uit te stellen.
Wethouder LEESBERG vindt den brief
niet juist De nieuwe raad moet gelegenheid
hebben, om zich in de zaak in te werken.
De heer SLUIS ziet in den brief niet anders
dan de vraag, of het B. A. de arbeidersorga
nisaties moest, hooren. We moeten ons niet
laten leiden door een regent, die een beetje
gepiqueerd is.
De heer KUSTERS acht het de vraag, of
het B. A. verplicht is, die motie uit te voe
ren. Spr, kan dat niet beoordeelen en wenscht
de discussies te lezen.
De VOORZITTER ziet de zaak, zooals de
heer Sluis haar beziet.
(De heer BAK komt ter vergadering).
Wethouder WESTERHOF meent, dat
slechts gevraagd wordt, of de brief het uit
vloeisel is van het raadsbesluit. En dat is
duidelqk van wel.
De heer KUSTERS zal moeten tegenstemr
men, omdat hjj de zaak niet beoordeelen
kan.
De heer KLZiVER meent, dat de heer
Cloeck vraagt of de brief, de bedoeling is
van den ouden raad. Met een enkel votum
ja is de zaak dus beslist.
Het voorstel van den heer Klisters wordt
vorworpen met 15 tégen 4 stemmen.
Voor stemden de heeren Kusters, Lees
berg en Sietsma en mej. Ca reis.
Wethouder LEESBERG memoreert de
kwestie zooals ze verloopen is. De besturen
hebben rekening te houden met hun eigen
reglement. Zoolang het niet in het reglement
staat, kan men niemand verplichten. De
heer de Boer stelde voor het reglement te
wqzigen, doch hij trok dat voorstel toen in,
omdat het niet inogelqk was. Daarom iiad
spr. de gedachte, dat de motie niet meer de
meening des raads was. Terecht mag men
dus twijfelen, wat de raad eigenlijk wil. Wel
is spr. bereid, aan een voordracht, waarop
geen arbeiders voorkomen, eeuige arbeiders-
candidaten te plaatsen. Het is onjuist op
grond van de motie te willen, dat het be
sluit zoo uitgevoerd wordt. Het B. A. kan
men niet door een motie hinden.
Wethouder WESTERHOF zal de zaak
niet opnieuw bespreken. Niemand uit den
raad verzette zich er tegen, dat B. en W.
een brief aan het B. A. zonden. Wij moeten
dus aan den heer Cloeck antwoorden, dat do
inhoud van den brief de bedoeling van den
raad is.
De VOORZITTER acht het betoog van
den heer Leesberg niet juist, hetgeen spr. hier
aanwijt, dat de heer Leesberg de laatste ver
gadering, waarin deze zaak ter sprake kwam,
niet bijwoonde. Spr. heeft zich bereid ver
klaard, den brief te zendep en daartegen
heeft de raad zich niet verzeL
De heer KUSTERS vraagt, of de raad,
na aanname van de motie, daaraan vastge
houden heeft. Deze zaak speelde ook in de
commissie van toezicht op het M. O. Wjj
hebben niet aan het verzoek voldaan. On
danks de motie is de heer van Deventer in
deze commissie benoemd. Spr. ziet hierin,
dat de raad de motie ingeslikt heeft.
De VOORZITTER kan zich voorstellen,
dat de heer Cloeck die conclusie trok, maar
de raad heeft aan de motie, ten aanzien
van het B. A., vastgehouden.
Het gaat niet aan, ten opzichte van dit ge
val, de beslissing: in te trekken.
Wethouder LEESBERG heeft den brief niet
geparafeerd, omdat hij het er niet mee eens
was. Het in een groot verschil, of het B. A.
de organisaties moet hooren, of dat het
slechts arbeiderscandidaten stelt Het gaat er
hierom, of het B. A. ruggespraak moet hou
den.
De heer SLUIS: Dat is de bedoeling ge-
Wethouder LEESBERG vindt het teeke-
nend, dat de heer De Boer sjjn voorstel heeft
ingetrokken. En nu er een nieuwe raad is,
épr. het niets, op het besluit terug tq
komen.
i van het werk
die definitief zyn. Spr. neemt den
'sbrief ten volle voor zqn ver^nt-
wil
werken aau de realiseering daarvan, zal spr.
hem zeer dankbaar zqn en erkennen, dat hij
niet zoo’n reactionnair is als hq hem thans
aanziet. Eerst als er dit jaar minder dan 17
raadsvergadering?® gehouden zqn, kan de hr
Kusters spr. verwijten, dat hq vroeger ge
zegd heeft, dat er te weinig vergaderingen
gehouden zqn. Maar hjj moet eerst afwachten
Spr. is thans bezig een zweminrichting voor
te bereiden.
De heer SLUIS: Een gemeentelijke zwam-
inrichting. (Gelach.)
Weth. WESTERHOF: Een gemeentelqke
interruptie-inrichting, waarvan de heer Sluis
veel gebruik van maakt. Een onderzoek naar
een gehoorzaal kan niet plaats vinden om
dat de rentevoet zoo boog is. In deze 4 jaren
zal de zaak echter haar beslag krygen. Den
cursus voor volwassenen zal spr. dit jaar nog
in behandeling brengen. Het staat nog niet op
het werkplan, omdat het te veel voorbereiding
eischt. In spr.’s afdeeling zullen praeadviezeu
geen jaar blyven liggen.
De heer KUSTERS: Het kan noodig zqn.
Weth. WESTERHOF: Wat is de heer Kus
ters toch een soepel man. Spr. dult niet, dat
de ambtenaren voor hem de groote lynen uit
stippelen. Dat zal spr. zelf doen. Een onder
zoek naar het personeel ter secretarie zal wor
den ingesteld.
De heer KUSTERS verzoekt inlichtingen
over de vermogensbelasting
Weth. WESTERHOF wou, dat hier progres
sie mogelyk was. Maar dat gaat niet. Op klei
ne renteniers beeft de maatbchappelyke toe
stand geen invloed. Hun positie wordt be-
p*Ud door de obligaties. Spr. heeft nu de
vermogensbelasting verlaagd, omdat hun toe
stand zooveel slechter is geworden. En spr.
is meegegaan op voorwaard e„ dat de H. O.
ook verlaagd werd.
Het wordt 0.65 en misschien nog wel wat
lager. Ten aauzien van de socialisatie hand
hzaft spr. zqn standpunt, dat men dit bc-
De heer VEEN is er togen, omdat de ar
beiders dan hun te verzuimen arbeidsloon
niet kunnen betalen, want bet raadslidmaat
schap vereischt veel tyd.
De heer SLUIS tiet niet in dat een raads
lid recht kan laten gelden op gelden voor
den tyd, dat hjj hier zit De S. D. A. P. kan
de menschen die hier zitten, de presentiegel
den bekostigen. Men coupeert hier dan ook
het opdrqven of neerhalen.
De heer VAN SLINGERLAND gaat niet
met het voorstel mee, omdat het raadslidmaat
schap veel tyd vereischt. Verder moet men
veel dingen aanschaffen, enz.
De heer SIETSMA sluit zich aan bjj het
betoog van de heeren Veen en van Slinger
land^
Weth. LEESBERG zegt, dat de gemeente
wet een presentiegeld mogelyk maakt voor
het bywonen van vergaderingen. De stelling
van den heer Sluis acht spr. daardm over
bodig. Voor commissievergaderingen wordt
geen presentiegeld gegeven. Is het nu voor
een arbeider onmogelyk voor 5 de verga-
dernigen by te wonen. Dat ontkent spr.
De heer GOVERS is het geheel eens met
den heer Leesberg, 5 is voor een raadsver
gadering ruimschoots betaald. Liever dan met
8 gaat spr. mee met het idee van den heer
Sluis.
De heer PLEVIER ziet in de verschillende
betoogen veel tegenstellingen, 8 vindt spr
niet te hoog. Bjj het raadslidmaatschap spint
men werkelijk geen garen. Door 8 is de ge
legenheid ruimer en grooter voor de men
schen om hier te zitten
Weth. WESTERHOF ziet in de betoogen
deze redenatie: Over je werk ben ik zeer te
vreden en daarom ga ik je loon verlagen.
Als men als raadslid de belangen van de ge
meente moet diepen dan moet dat beloond
worden door de gemeente.. Als de loonen met
10 pet. verlaagd worden en men wil ook d*
presentiegelden met IQ pet. verlagen, dan zit
er styl in. Als men als raadslid zyn plicht be
hoorlijk wil vervullen, dan vraagt dat nogal
geld. Formeel geldt daar het presentiegeld
niet voor, maar de afdeelingsvergaderingen
moet men toch ook bywonen. Geen burgerij
mag verlangen, dat de raadsleden hun werk
belangeloos doen. Een bezuiniging zit er trou
wens voor de gemeente niet in. Mogelyk is
verder nog. dat men het in de Ijjn acht, als
nu ook de loonen verlaagd worden. De ar
gumentatie van de voorstellers doet spr. zon
derling aau en het is niet democratisch.
De VOORZITTER laat de beslissing aan
den Raad over, omdat het college er moei-
lyk over kan oordeelen. 8pr. wil echter zyn
persoonlyke meening wel kenbaar maken.
Art. 38 van de gemeentewet bepaalt, dat
de raad presentiegelden kan toekennen. Het
idéé van den beer Sluis is dus mogelyk
Spr. deelt niet geheel de meening van den
heer Leesberg. De wet verbiedt presentiegel
den toe te kennen voor commissievergade
ringen, maar de wet verbiedt niet, rekening
te houden met de werkzaamheden, verbon
den aan het raadslidmaatschap. Veronder
stel, dat de raad een ambtscostuum voor
schrijft. Dan is het logisch, dat het presen
tiegeld aanzienlijk wordt verhóogd, omdat
de aanschaffing duur\js. Gedeputeerde Sta
ten stellen het bedrag vast, na den raad ge
hoord te hebben. Het Initiatief moet dus
tötelyk zyn by Ged. Staten. Daarom zou
spr. de zaak naast zich neer willen leggen
en afwachten, wat Ged. Staten doen. Men
mag rekening houden met de fractie- en
commissievergaderingen. En dan is een be
drag van 8 niet te hoog. Amsterdam heeft
een lager presentiegeld, doch betaalt voor
’s-middags en 's-avonds apart uit Spr.
standpunt is niet zoo ver weg van dat van
den heer Leesberg. Spr. ziet in deze zaak
niet veel anders dan een tegemoetkomen
aan een zekere leus. Spr. weet niet, of de
voorstellers niet handelen onder een alge-
meenen tendenz om maar te bezuinigen Ziet
spr. den financieelen toestand van onze ge
meente, dan meeat spr., dat we ons door de
bezuiniging niet zoo vér moeten mee laten
sleepen, als niet noodig is. De bezoldiging
op het oogenblik is niet meer dan het werk
waard is. Er kan geen kwestie van zyn, dat
de functie de menschen zal ambieeren om
het presentiegeld. Van het salaris der Twee
de Kamerleden zou mpn dat nog kunnen
beweren.
De heer SLUIS zegt, dat wat spr. voor
stelt, conform de wet is. De gemeentewet
laat de beslissing facultatief.
Spr. heeft niet beweerd, dat 8 te hoog
is, maar spr. vindt zyn systeem beter, om
dat dan de menschen, die het noodig heb
ben, het ook krygen. Zq, die het missen
kunnen, krjjgen het niet. Stuurt een arbei
derspartij b.v. een man naar den raad, dan
kan zq hem uit dankbaarheid wel 16 ge
ven. Spr. houdt vol, dat zyn idee zoo ab
surd niet is.
De heer GOVERS is het geheel met den
heer Sluis eens, dat de afvaardigende jiar-
tqen de functie moeten bekostigen.
Bjj den heer KLAVER staat voorop, dat
men van het raadslidmaatschap niet moet
maken een soort métier. Voor het raadslid
maatschap wordt veel vereischt en dat wordt
net zoomin met 5 als met 8 betaald.
Alles gaat nu in dalende lyn en waar wo
vroeger de stijgende lyn volgden moeten
we nu ook lager gaan. Iedereen wil bezui
nigen, maar niet by zichzelf, maar by zyn
buurman. Om dit verwjjt te ontloopen gaat
spr. mee met het voorstel van den heer Vo
gelaar.
Wethouder LEESBERG meent, dat het
de geest van de wet is, dat presentiegelden
gegeven worden. Voor commissievergaderin
gen is steeds presentiegeld geweigerd. Hoe
wil men nu een aanwezigheid voor den Raad
tevens geven voor de commissies. Alkmaar
staat aan den spits met zyn presentiegelden
en 5 is een zeer redelijke vergoeding.
De VOORZITTER erkent, dat Alkmaar, ten
aanzien van andere plaatsen op dit punt aan
den hoogen kant staat. In het systeem van de
wet wil spr. afwacbten, wat Gedeputeerde
doen. Dezen kunnen constateeren, dat Alk
maar hoog staat en geven dezen een aanwij
zing, dan behoudt spr. zich zqn meening voor.
De heèr GOVERS wil opmerken, dat bü de
verhooging nooit om Gedeputeerde Staten ge
dacht is. Juist de Raad moet met een voor
stel komen.
De heer KLAVER vindt het een formeel»
kwestie, of Gedeputeerden een wenk moeten
VERGADERING VAN VRIJDAGMIDDAG.
(Vervolg.)
Weth. WESTERHOF zegt, dat hq van den
heer Kusters niet veel heeft gehoord over de
wijae tijdens de verkiezmgsstryu te-
gen spr. enftyn partij is geageerd. Het zou
interessant zqn te vernemen, of de heer Kus
ters de R. K. Verkiezingskrant voor zyn ver
antwoording neemt. Het zou alleen maar een
büdrage zqn, om hem te leeret» kennen als
raadslid. Voor spr. is het voldoende, dat de
heer Kusters zeide, dat wat spr. en de zijnen
voorstelden uitvoerbaar was. De Volkspartij
is blijkbaar een moeilqk te verteren product
voor den heer Kusters. Er zijn Katholieken,
die meenen, dat de R. K. Staatsparty nog te
veel naar de oogen der arbeiders kijkt en zij
zien in de Volkspartij een streven om de
Staatspartij nog meer reactionnair te maken.
De Staatsparty heeft talrijke middelen om de
oppositie te onderdrukken en kan daar yrjj
lang in slagen. De Volkspartij ontstond niet
uit materialisme.
De heer KUSTERS: Juist, materialisme.
Weth. WESTERHOF: De Volkspartij is
ontstaan uit een streven, om ook de arbeiders
een klein plaatsje onder de zon te krygen.
Het zzl nog zoo worden als in Engeland
dat de menschen, niet gegroeppeerd zyn naar
bun godsdienstige, maar naar hun economi
sche richting.
De heer KUSTERS: Dat zal lang duren.
Weth. WESTERHOF: In Engeland werkt
«non, om de positie der arbeiders te verster
ken.
De heer SLUIS: En om het land te verde
digen.
Weth. WESTERHOF: Ook hier zal het zoo
lang niet duren, of we hebben het als in En
geland. Spr. vindt het vervloekt, dat de gods
dienst in de politiek is gehaald en spr. is er
van overtuigd, dat de Katholieke Kerk zelf
er de uadeelige gevolgen van zal ondervin-
De heer Kusters verweet spr. afbraak, maar
volgens spr. socialistische overtuiging is deze
gehoele kapitalistische wereld afbraak En wy
tullen opbouwen. Wy willen revolutie door
evolutie. De heer Leesberg wilde meer dan
3^ pcf. pensioensaftrek.
Spr. heeft gisterenavond klaren wijn ge
dronken al is hjj geheelonthouder. Alle orga
nisaties hebben spr.’s houding goedgekeurd.
De heer GOVERS: Ook ik ben over mijn
houding tevreden.
Weth. WESTERHOF: Daar twjjfel ik niet
aan.
De heer VAN DRUNEN: Dat moet je maar
eens aan de organisaties vragen.
Weth. WESTERHOF heeft zyn houding
niet veranderd sinds hij wethouder is. Wie
durft zeggen, dat spr. nog niets bereikt heeft
heeft ongelyk. 3 jaar lang is over 3 hoofdpun
ten inzake het georganiseerd overleg gestre
den en spr. heeft deze drie punten in zyn
voordeel gewonnen. Was spr. niet gekomen
met een voorstel van 3S pcL pensioensaf
trek, dan had men elkaar gevonden op 5 of
6 pet. Spr. is wethouder geworden, omdat
hjj als zoodanig meer kan winnen dan wan
neer hjj in de oppositie is. Als minderheid in
de oppositie kan men nooit zyn volle leus be
reiken. En nu kan spr. door tilsschenvoor-
stellen veel behalen.
Spr. is niet de redactievormer van den aan
biedingsbrief en spr. wil wel verklaren, dat
zqn deel van dien brief nog meer van een
troonrede had, dan dat van het overige deel
vaft het college.
Spr. noemt een aantal punten
plan op.ji’ o-
aanbieding;
woording. En als de heer Kusters mee
hem zeer dankbaar zyn en erkennen, dat hij
Spr. komt op tegen de bewering, dat de
pacificatie het bijzonder onderwys e?n voor
sprong
men ai
ging alhier is zoo
tonnenstelsel opgeruimd is, zullen tevens de
klachten van den heer Sietsma verdwenen
zijn. De begroeting van de gasfabriek wil spr
wel uitvoeriger maken.
Een commissie van bystand voor het on
derwijs acht spr. gewensebt en wel op de
zelfde motieven als de heer Westerhof naar
voren heeft gebracht. Het voorstel van den
heer Kusters vindt spr. juist. Het instellen
van een bezuinigingscomnrissie wil spr. uitstel
len tot het rapport van de Ver. van Ned. Ge
meenten bekend is.
Weth. THOMSEN repliceert. In de volgen
de vergadering kan men het percentage voor
den H. 0. vaststellen. Daarom heeft spreker
nog niet naar de opbrengst geïnformeerd.
Volgens den heer Van Drunen is de op
brengst een ton meer dan de inspecteur schat
te n.l. 787860.74. Daaruit blykt dus wel,
hoe moeilqk de opbrengst te schatten is.
Spr. geeft den heer Kusters de verzekering
dat hq met het reserveeren zeer voorzichtig
zal zqn. Inderdaad had een gedeelte in het
pensioenfonds gestort moeten worden. Het
eene is schuld en het andere bezitting van
de gemeente. Met de bezuinigiugscommissie
moeten we wachten tot het meergenoemde
rapport is verschenen. Dat is veel beter. Spr.
is niet tegen die commissie. Op dit moment
acht spr. haar echter nog niet noodig. Van
daar, dat hij tegen de motie zal stemmen.
De VOORZ. zal met de commissie voor hef
Stedeljjk Muziekcorps onderhandden, of ook
een ander corps in de Doele kan repeteeren.
Uit de woorden van den heer Sietsma heeft
spr. den indruk gekregen, dat spr. van het
meergenoemde artikel in de „Alkm. Crt.” ken
nis genomen heeft, voor het verschijnen. Spr.
wil verklaren, dat hij niet alleen de schrijver
niet is, en ook niet wist, dat het in dezen
Jorm geschreven is.
De heer SLUIS: Het was heelemaal
styl niet. (Gelach.).
De VOORZ. vestigt er de aandacht op,
dat de bedrijven staan onder het beheer van
den heer Leesberg. Deze kan dus op de eer
ste plaats zjjn best doen inzake het aanstellen
van Katholieke werklieden en ambtenaren.
(Mej. CARELS is inmiddels ter„ vergade
ring gekomen.)
De VOORZ. vraagt, of er nog getripliceerd
moet worden.
Weth. WESTERHOF wil de heeren Rig
gers en Leesberg nog beantwoorden. Spr.
heeft over den pensioensaftrek gesproken,
omdat men poogde hem in een verkeerd dag
licht te stellen. Het onderwijs voor volwasse
nen zal spr. in het college ter sprake bren
gen, omdat er een verzoek daaromtrent is in
gekomen. Van de pacificatie wordt een onma
tig gebruik gemaakt. En daar protesteerde
spr. tegen, want er is een voorsprong, omdat
men over de hoofden van den raad heen scho
len kan stichten.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Overgegaan wordt tot ar'.ikelsgewQze be
handeling.
Reservefonds
Voorstel tot oprichting van een reserve
fonds voor bqzondere doeleinden.
Aangenomen.
De heer VOGELAAR stelt voor de presen
tiegelden te verlagen van 8 op 5 en den
betreffenden post te verlagen met 1200.
Dit wettigt niet de vrees, dat men nu ook
de salarissen gaat verlagen.
B. en W. stellen voor:
I. Over te gaan tot verhaal van een pen-
sioensbydrage van 3 pet. voor eigen pen
sioen en een half percent voor weduwen- en
weezenpensioen.
II. den vacantietoeslag af te schaffen.
De beer SIETSMA is tegen den pensioens
aftrek. De vacantietoeslag vindt spr. hier ech
ter niet op zijn plaats. Wordt de aftrek aan
genomen, day stemt spr. niet voor afschaf
fing van den vacantietoeslag.
De heer VEEN acht deze bezuiniging niet
noodig, omdat er nu reeds een overschot is
op de belasting van ruim 100.000 De ra
ming is 661.000 en de opbrengst
787.860.74 dus nu reeds een overschot van
126.860.74.
De heer VAN SLINGERLAND verklaart
zich voor het verhaal van den pensioensaf
trek, doch tegen het inhouden van vacan
tietoeslag. Spr. gaat slechts noode met het
eerste voorstel mee.
De heer VAN DRUNEN bestrydt uitvoerig
de voorstellen. Wy moeten met de bezuini-
gingswoede niet meedoen. Door de meerdet-
heid der raadscommissie is geen enkele po
ging gedaan, om tot overeenstemming te ko
men. Het pet. zal niet worden geheven
van de boogere salarissen. Dat is een onbil-
IQkheid tegenover de werklieden, die onge
veer 5% pet. van hun salaris moeten missen
De heer PLEVIER stelt op den voorgrond
dat hjj natuurlijk voor het behoud van den
vacantietoeslag is. We moeten de menschen
na hun arbeid eenige rust gunnen.
De heer SLUIS merkt op, dat de raadsleden
in het overleg kwamen, toen de koek al ges na
den was. Het overleg was ai gepleegd in B.
en W. Formeel moest de commissie nog ge
hoord worden. Men had dus ^w-eeërlei com
promis achter elkaar. Spr. was overtuigd, dat
toen de heer Westerhof het gewonnen had
het nonsens was een tusschen voorstel te doen
En spr. geeft toe dat de aftrek hooger zou
zqn geweest, als het dadelyk in het georga
niseerd overleg was gekomen. Het Rijk trekt
8 pet. af en dus zjjn de gemeente-ambtenaren
nog goed af met dit voorstek
De VOORZ. kan niet voelen, dat B. en W\
verkeerd hebben gehandeld in deze kwestie.
Het college mag toch zelf met een voorstel
komen. Spr. wil niet meedoen aan de over
dreven bezuinigingaleuze. Anders was spr.
voor 8 pet- geweest- We moeten het verstan
dig pakken
l>e beer BAK zegt, dat er verschillende
raadsleden waren, die inplaate van 1 Janu
ari, 1 April voorstekten, zulks in afwjjking
van het voorstel van B. en W.
De heer VOGELAAR heeft als tusschen-
voorstel gedaan, den vacantietoeslag te be
houden. Nu de terug werkende kracht is
vervallen vereenigt spr. zich met het voorstel
van B. en W.
De VOORZ. schorst hierna te ruim half zes
de vergadering tot ’s avonds half acht.
AVONDVERGADERING
VAN VRIJDAG.
Afwezig de heer Bak.
De VOORZ. heropent de vergadering.
Aan de orde is de ontslagaanvrage
den heer G. Cloeck als lid van het Burger
iyk Armbestuur.
Ter toelichting diene het volgende:
Uitbreiding Burgerlijk Armbestuur.
a. Motie, zonder hoofdeljjke stemming in de
Raadsvergadering van 11 Januari 1923 aan
genomen.
„De Raad, gehoord de besprekingen,
is van oordleel, dat voor vacatures in de
verschillende colleges door deze bestu
ren overleg dient te worden gepleegd met
de organisaties, uit wier midden men een
vertegenwoordiger wenscht”.
b. Wyziging van het reglement voor het
Burgerljjk Armbestuur, raadsbesluit van 23
Augustus 1923;
Artikel 1, eerste alineh.
De woorden „ten minste vyf” te vervangen
door „zeven”.
Deze alinea luidt thans als volgt:
„Het Burgerlijk Armbestuur bestaat uit ze
ven leden, door den Gemeenteraad te benoe
men.
c. Brief, d.d. 10 Januari 1924, aan het Bur
gerlijk Armbestuur.
„De Gedeputeerde Staten dezer Provin
cie verzochten ons U namens het College
te berichten, dat zjj bij hun besluit van 10
October 1.1. nr. 144 hunne goedkeuring heb
ben gehecht aan het besluit tot wyziging
van het reglement voor Uw bestuur, welk
besluit door den Raad is vastgesteld in zjj-
ne vergadering van 23 Augustus 1.1. Van
dat besluit deden wij u mededeeling bij
ons schrijven van 21 September 1.1. Wij
doen U tegelqkertyd hierby toekomen eeni
ge exemplaren van het Gemeenteblad,
waarin de wyziging is opgenomen. Gaarne
zien wjj thans spoedig van U eene aanbe
veling tegemoet voor de uitbreiding van uw
bestuur met twee leden. Wy zullen het op
prjjs stellen, indien U in het algemeen ge
bruik zoudt willen maken van de voorlich
ting van de organisaties, die een richting
vertegenwoordigen, waaruit de Raad in be
paalde gevallen een keuze zou wenschen
te doen. Inzonderheid zou het naar onze
meening aanbeveling verdienen, dat Uw
College zich voor het vervullen dezer bei
de vacatures in verbinding stelt met den
Alkmaarschen Bestuurdersbond en het
Bestuur van den R. K. Volksbond. Bq de
inzending der dubbeltallen zullen wjj gaar
ne vernemen, in hoever bq de samenstel
ling daarvan overleg met de bovenbedoel
de organisaties is gepleegd en of al dan
niet, overeenstemming is bereikt”.
B. en W. van Alkmaar.
d. Brief, d.d. 19 Maart 1924, van den heer
G. Cloeck aan den Gemeenteraad.
reikt via bedrijfsorganisatie. Wat is er gewor
den van het R. K. Bedrjjfsradenstelsel? Be
drijfsorganisatie is een stap in de richting van
socialisatie. Wjj laten d«t idee niet verdrin
ken. Dat is ons systeem niet. Dat is meer
Katholiek systeem. Het doet spr. genoegen,
dat hy den heer Kusters ontmoet op menig
onderwijsgebied. Spr. heeft er het grootste
respect voor, wat de Katholieken deden voor
hun onderwjjs. Dat maakt echter niet goed,
dat de pacificatie nu een beetje ongeljjk
werkt. Dat bqzondere scholen kunnen ge-
bouwd worden over de hoofden van den ge
meenteraad heen, is geen pacificatie.
De heer KLAVER: Dat kunt u toch ook
doen.
Weth. WESTERHOF: Wjj denken niet aan
een socialistische school. De openbare school
is voor ons de beste en wy aohten dit ook
voor de Katholieken en Ohristelykeu. Het
godsdienstonderricht kan buiten de gewone
uren gegeven worden. Als wjj in menige
plaats kleine openbaw soholeo zien, dan
komt dat door het leegpdmpingssysteem van
de Christelijke en Katholieke partijen.
Als bezuinigingsinspecteur heeft de heer
Kusters een tamelyk „joyeuse entree” ge
maakt. De heer Kusters is niet de democraat
Ge moest eens draadloos aangesloten zqn bq
u« Katholieke arbeiders en ambtenaren. Dan
zult u hooren, dat u een verstok reactionnair
bent, die den heer Leesberg poogt te over
troeven. Dit gaat echter niet door de handig
heid van den heer Leesberg. U bent dus
eigenlyk maar een politiek surrogaat. De
heer Sietsma gaat verder met de bezuiniging
dan de heer Kusters. Als men bezuinigen wil
en den dienst ontredderen, kan dat ook bjj
het Hoogheemraadschap over het handelson-
derwqs denken spr. en de heer Kusters
zelfde. Dat de gansche raad spr.’s onderwy»
politiek steunt, stemt hem dankbaar. B. en
W. meennen, dat een commissie van bijstand
voor het onderwijs niet noodig is. Aoht spr.
den tyd daartoe gekomen, dan zal hjj zelf
een voorstel doen. Het onderwjjs heeft den
laatsten tjjd de speciale aandacht van het
college geacht. Spr. wyst dan ook met nadruk
deze commissie af en hoopt, dat de heer Kus
ters zyn motie niet zal handhaven. Er is een
spreekwoord: Aangeboden diensten zjjn zel
den goed.
De heer KUSTERS: Aangenaam.
Weth. WESTERHOF: Zqn ze je aange
naam, dan zqn ze goed. Overigens wil spr.
toegeven, dat hjj.het spreekwoord voor een
deel vergeten was. Spr. constateert, dat op
het onderwjjs feiteljjk geen critiek is geoe
fend.
Weth. LEESBERG zegt, dat de heer Wes
terhof nog in de kinderjaren van zjju wet
houderschap is. Soms is hjj dan ook enfant
terrible of stout. Daarom wil spr. ook zjjn
meening zeggen. De heer Westerhof had niet
en zeker niet onjuist, mogen opreken uit het
college i.e. over den pensioensaftrek.
Spr. komt op tegen de bewering, dat
a- uï:j
gegeven heeft. In de Kamer beweert
lit zeker niet. Het beheer bq de reini-
zuinig mogeljjk. Als het
_üad is, zullen b-