J I Hoord-Hollandsch OagMad. I Alkmaar. fl I fl li I fl J Vergadering van den Raae II De beer VAN DRUNEN dacht, dat het B. A. de motie niet wenschte uit te voeren. Nu 3 ■j b van I o uw o i geven. Voor het prestige van dén raad wil »pr. dezen wenk voorkomen. Het voorstol van den heer Vogelaar wordt aangenomen met 11 tegen 8 stemmen. Tegen stemden de 5 S. D. A. P.'er» en mej. Carols en de heeren, Sietsma en van Slinger land. Bq volgnummer 17 merkt de heer SIETSM Bjj volgno. 17 merkt de heer SIETSMA op, het verkeerd te achten, dat de verificatie niet berust onder den secretaris. Willen B. en W. een reorganisatie in dezen geest overwe gen. De VOORZ. antwoordt, dat dit in onder soek is bq de Ver. van Ned. Gemeenten. Pensioensbijdrage en Vacantietoeslag „Het schrjjvcn d.d. 10 Jan. 1921, w.iar- in het college van Burg, en Weth. aan het Burgeriyk Armbestuur, vraagt zich voor het vervullen der beide vacaturen in het Burg. Armbestuur, in verbinding te stellen met den Alkmaarschen Bestuurdersbond en het Bestuur van den R. K. Volksbond en daarvan by de inzending der dubbeltallen verslag te doen, is naar de meening van ondergeteekende niet in overeenstemming met de bedoeling van den Raad. Mocht hq zich daarin vergissen, dan verzoekt onderge teekende eervol ontslag als lid van het Burg. Armbestuur, omdat naar zijn mee ning het Burg. Armbestuur wel rekening moet houden met wat er leeft onder de bur- gerij, maar zich niet moet laten beïnvloe den door bepaalde organisaties.” get. G. CLOECK. De beer KLISTERS stelt voor, deze zaak aan te houden, tot de volgende vergadering, omdat het een belangrijke kwestie is, die ook betrekking heeft op andere lichamen. Wethouder LEESBERG ondersteunt dit voorstel. Spr. herinnert er aan, dat deze zaak in 4 vergaderingen reeds is bespro ken. De VOORZITTER heeft er eenig bezwaar tegen omdat de heer Kusters er het principe van het raadsbesluit byhaalt. Deze zaak moet niet teveel wroden opgebangen aan het al gemeen principe. Deze uitbreiding gold voor 2 werklieden. Deze 2 vacatures moeten dus in elk geval door arbeiders worden voor zien. De hieuwe raad kan wel geen overleg wenschen, maar dan nog moeten nu 2 werk lieden gekozen worden. Openlatende de mogelijkheid, om op het vorig raadsbesluit terug Je komen, geldt het toch niet voor dit geval. Wethouder WESTERHOF zegt, dat er niets door het "college gebeurd is, wat niet in den geest is van het den raad. Er wordt nu slechts op teruggekomen door het schrij ven van den heer Cloeck. Thans is aan de orde, de vraag, of B. en VV. den goeden weg hebben behandeld, door den brief te schrijven, als zooeven genoemd. De heer SLUIS: De heer Cloeck vraagt of het zoo de bedoeling van den raad is ge weest. En dan zeggen we. ja. Ik laat me niet zingelooren door Cloeck. Wethouder WESTERHOF ziet geen re den om de zaak uit te stellen. Wethouder LEESBERG vindt den brief niet juist De nieuwe raad moet gelegenheid hebben, om zich in de zaak in te werken. De heer SLUIS ziet in den brief niet anders dan de vraag, of het B. A. de arbeidersorga nisaties moest, hooren. We moeten ons niet laten leiden door een regent, die een beetje gepiqueerd is. De heer KUSTERS acht het de vraag, of het B. A. verplicht is, die motie uit te voe ren. Spr, kan dat niet beoordeelen en wenscht de discussies te lezen. De VOORZITTER ziet de zaak, zooals de heer Sluis haar beziet. (De heer BAK komt ter vergadering). Wethouder WESTERHOF meent, dat slechts gevraagd wordt, of de brief het uit vloeisel is van het raadsbesluit. En dat is duidelqk van wel. De heer KUSTERS zal moeten tegenstemr men, omdat hjj de zaak niet beoordeelen kan. De heer KLZiVER meent, dat de heer Cloeck vraagt of de brief, de bedoeling is van den ouden raad. Met een enkel votum ja is de zaak dus beslist. Het voorstel van den heer Klisters wordt vorworpen met 15 tégen 4 stemmen. Voor stemden de heeren Kusters, Lees berg en Sietsma en mej. Ca reis. Wethouder LEESBERG memoreert de kwestie zooals ze verloopen is. De besturen hebben rekening te houden met hun eigen reglement. Zoolang het niet in het reglement staat, kan men niemand verplichten. De heer de Boer stelde voor het reglement te wqzigen, doch hij trok dat voorstel toen in, omdat het niet inogelqk was. Daarom iiad spr. de gedachte, dat de motie niet meer de meening des raads was. Terecht mag men dus twijfelen, wat de raad eigenlijk wil. Wel is spr. bereid, aan een voordracht, waarop geen arbeiders voorkomen, eeuige arbeiders- candidaten te plaatsen. Het is onjuist op grond van de motie te willen, dat het be sluit zoo uitgevoerd wordt. Het B. A. kan men niet door een motie hinden. Wethouder WESTERHOF zal de zaak niet opnieuw bespreken. Niemand uit den raad verzette zich er tegen, dat B. en W. een brief aan het B. A. zonden. Wij moeten dus aan den heer Cloeck antwoorden, dat do inhoud van den brief de bedoeling van den raad is. De VOORZITTER acht het betoog van den heer Leesberg niet juist, hetgeen spr. hier aanwijt, dat de heer Leesberg de laatste ver gadering, waarin deze zaak ter sprake kwam, niet bijwoonde. Spr. heeft zich bereid ver klaard, den brief te zendep en daartegen heeft de raad zich niet verzeL De heer KUSTERS vraagt, of de raad, na aanname van de motie, daaraan vastge houden heeft. Deze zaak speelde ook in de commissie van toezicht op het M. O. Wjj hebben niet aan het verzoek voldaan. On danks de motie is de heer van Deventer in deze commissie benoemd. Spr. ziet hierin, dat de raad de motie ingeslikt heeft. De VOORZITTER kan zich voorstellen, dat de heer Cloeck die conclusie trok, maar de raad heeft aan de motie, ten aanzien van het B. A., vastgehouden. Het gaat niet aan, ten opzichte van dit ge val, de beslissing: in te trekken. Wethouder LEESBERG heeft den brief niet geparafeerd, omdat hij het er niet mee eens was. Het in een groot verschil, of het B. A. de organisaties moet hooren, of dat het slechts arbeiderscandidaten stelt Het gaat er hierom, of het B. A. ruggespraak moet hou den. De heer SLUIS: Dat is de bedoeling ge- Wethouder LEESBERG vindt het teeke- nend, dat de heer De Boer sjjn voorstel heeft ingetrokken. En nu er een nieuwe raad is, épr. het niets, op het besluit terug tq komen. i van het werk die definitief zyn. Spr. neemt den 'sbrief ten volle voor zqn ver^nt- wil werken aau de realiseering daarvan, zal spr. hem zeer dankbaar zqn en erkennen, dat hij niet zoo’n reactionnair is als hq hem thans aanziet. Eerst als er dit jaar minder dan 17 raadsvergadering?® gehouden zqn, kan de hr Kusters spr. verwijten, dat hq vroeger ge zegd heeft, dat er te weinig vergaderingen gehouden zqn. Maar hjj moet eerst afwachten Spr. is thans bezig een zweminrichting voor te bereiden. De heer SLUIS: Een gemeentelijke zwam- inrichting. (Gelach.) Weth. WESTERHOF: Een gemeentelqke interruptie-inrichting, waarvan de heer Sluis veel gebruik van maakt. Een onderzoek naar een gehoorzaal kan niet plaats vinden om dat de rentevoet zoo boog is. In deze 4 jaren zal de zaak echter haar beslag krygen. Den cursus voor volwassenen zal spr. dit jaar nog in behandeling brengen. Het staat nog niet op het werkplan, omdat het te veel voorbereiding eischt. In spr.’s afdeeling zullen praeadviezeu geen jaar blyven liggen. De heer KUSTERS: Het kan noodig zqn. Weth. WESTERHOF: Wat is de heer Kus ters toch een soepel man. Spr. dult niet, dat de ambtenaren voor hem de groote lynen uit stippelen. Dat zal spr. zelf doen. Een onder zoek naar het personeel ter secretarie zal wor den ingesteld. De heer KUSTERS verzoekt inlichtingen over de vermogensbelasting Weth. WESTERHOF wou, dat hier progres sie mogelyk was. Maar dat gaat niet. Op klei ne renteniers beeft de maatbchappelyke toe stand geen invloed. Hun positie wordt be- p*Ud door de obligaties. Spr. heeft nu de vermogensbelasting verlaagd, omdat hun toe stand zooveel slechter is geworden. En spr. is meegegaan op voorwaard e„ dat de H. O. ook verlaagd werd. Het wordt 0.65 en misschien nog wel wat lager. Ten aauzien van de socialisatie hand hzaft spr. zqn standpunt, dat men dit bc- De heer VEEN is er togen, omdat de ar beiders dan hun te verzuimen arbeidsloon niet kunnen betalen, want bet raadslidmaat schap vereischt veel tyd. De heer SLUIS tiet niet in dat een raads lid recht kan laten gelden op gelden voor den tyd, dat hjj hier zit De S. D. A. P. kan de menschen die hier zitten, de presentiegel den bekostigen. Men coupeert hier dan ook het opdrqven of neerhalen. De heer VAN SLINGERLAND gaat niet met het voorstel mee, omdat het raadslidmaat schap veel tyd vereischt. Verder moet men veel dingen aanschaffen, enz. De heer SIETSMA sluit zich aan bjj het betoog van de heeren Veen en van Slinger land^ Weth. LEESBERG zegt, dat de gemeente wet een presentiegeld mogelyk maakt voor het bywonen van vergaderingen. De stelling van den heer Sluis acht spr. daardm over bodig. Voor commissievergaderingen wordt geen presentiegeld gegeven. Is het nu voor een arbeider onmogelyk voor 5 de verga- dernigen by te wonen. Dat ontkent spr. De heer GOVERS is het geheel eens met den heer Leesberg, 5 is voor een raadsver gadering ruimschoots betaald. Liever dan met 8 gaat spr. mee met het idee van den heer Sluis. De heer PLEVIER ziet in de verschillende betoogen veel tegenstellingen, 8 vindt spr niet te hoog. Bjj het raadslidmaatschap spint men werkelijk geen garen. Door 8 is de ge legenheid ruimer en grooter voor de men schen om hier te zitten Weth. WESTERHOF ziet in de betoogen deze redenatie: Over je werk ben ik zeer te vreden en daarom ga ik je loon verlagen. Als men als raadslid de belangen van de ge meente moet diepen dan moet dat beloond worden door de gemeente.. Als de loonen met 10 pet. verlaagd worden en men wil ook d* presentiegelden met IQ pet. verlagen, dan zit er styl in. Als men als raadslid zyn plicht be hoorlijk wil vervullen, dan vraagt dat nogal geld. Formeel geldt daar het presentiegeld niet voor, maar de afdeelingsvergaderingen moet men toch ook bywonen. Geen burgerij mag verlangen, dat de raadsleden hun werk belangeloos doen. Een bezuiniging zit er trou wens voor de gemeente niet in. Mogelyk is verder nog. dat men het in de Ijjn acht, als nu ook de loonen verlaagd worden. De ar gumentatie van de voorstellers doet spr. zon derling aau en het is niet democratisch. De VOORZITTER laat de beslissing aan den Raad over, omdat het college er moei- lyk over kan oordeelen. 8pr. wil echter zyn persoonlyke meening wel kenbaar maken. Art. 38 van de gemeentewet bepaalt, dat de raad presentiegelden kan toekennen. Het idéé van den beer Sluis is dus mogelyk Spr. deelt niet geheel de meening van den heer Leesberg. De wet verbiedt presentiegel den toe te kennen voor commissievergade ringen, maar de wet verbiedt niet, rekening te houden met de werkzaamheden, verbon den aan het raadslidmaatschap. Veronder stel, dat de raad een ambtscostuum voor schrijft. Dan is het logisch, dat het presen tiegeld aanzienlijk wordt verhóogd, omdat de aanschaffing duur\js. Gedeputeerde Sta ten stellen het bedrag vast, na den raad ge hoord te hebben. Het Initiatief moet dus tötelyk zyn by Ged. Staten. Daarom zou spr. de zaak naast zich neer willen leggen en afwachten, wat Ged. Staten doen. Men mag rekening houden met de fractie- en commissievergaderingen. En dan is een be drag van 8 niet te hoog. Amsterdam heeft een lager presentiegeld, doch betaalt voor ’s-middags en 's-avonds apart uit Spr. standpunt is niet zoo ver weg van dat van den heer Leesberg. Spr. ziet in deze zaak niet veel anders dan een tegemoetkomen aan een zekere leus. Spr. weet niet, of de voorstellers niet handelen onder een alge- meenen tendenz om maar te bezuinigen Ziet spr. den financieelen toestand van onze ge meente, dan meeat spr., dat we ons door de bezuiniging niet zoo vér moeten mee laten sleepen, als niet noodig is. De bezoldiging op het oogenblik is niet meer dan het werk waard is. Er kan geen kwestie van zyn, dat de functie de menschen zal ambieeren om het presentiegeld. Van het salaris der Twee de Kamerleden zou mpn dat nog kunnen beweren. De heer SLUIS zegt, dat wat spr. voor stelt, conform de wet is. De gemeentewet laat de beslissing facultatief. Spr. heeft niet beweerd, dat 8 te hoog is, maar spr. vindt zyn systeem beter, om dat dan de menschen, die het noodig heb ben, het ook krygen. Zq, die het missen kunnen, krjjgen het niet. Stuurt een arbei derspartij b.v. een man naar den raad, dan kan zq hem uit dankbaarheid wel 16 ge ven. Spr. houdt vol, dat zyn idee zoo ab surd niet is. De heer GOVERS is het geheel met den heer Sluis eens, dat de afvaardigende jiar- tqen de functie moeten bekostigen. Bjj den heer KLAVER staat voorop, dat men van het raadslidmaatschap niet moet maken een soort métier. Voor het raadslid maatschap wordt veel vereischt en dat wordt net zoomin met 5 als met 8 betaald. Alles gaat nu in dalende lyn en waar wo vroeger de stijgende lyn volgden moeten we nu ook lager gaan. Iedereen wil bezui nigen, maar niet by zichzelf, maar by zyn buurman. Om dit verwjjt te ontloopen gaat spr. mee met het voorstel van den heer Vo gelaar. Wethouder LEESBERG meent, dat het de geest van de wet is, dat presentiegelden gegeven worden. Voor commissievergaderin gen is steeds presentiegeld geweigerd. Hoe wil men nu een aanwezigheid voor den Raad tevens geven voor de commissies. Alkmaar staat aan den spits met zyn presentiegelden en 5 is een zeer redelijke vergoeding. De VOORZITTER erkent, dat Alkmaar, ten aanzien van andere plaatsen op dit punt aan den hoogen kant staat. In het systeem van de wet wil spr. afwacbten, wat Gedeputeerde doen. Dezen kunnen constateeren, dat Alk maar hoog staat en geven dezen een aanwij zing, dan behoudt spr. zich zqn meening voor. De heèr GOVERS wil opmerken, dat bü de verhooging nooit om Gedeputeerde Staten ge dacht is. Juist de Raad moet met een voor stel komen. De heer KLAVER vindt het een formeel» kwestie, of Gedeputeerden een wenk moeten VERGADERING VAN VRIJDAGMIDDAG. (Vervolg.) Weth. WESTERHOF zegt, dat hq van den heer Kusters niet veel heeft gehoord over de wijae tijdens de verkiezmgsstryu te- gen spr. enftyn partij is geageerd. Het zou interessant zqn te vernemen, of de heer Kus ters de R. K. Verkiezingskrant voor zyn ver antwoording neemt. Het zou alleen maar een büdrage zqn, om hem te leeret» kennen als raadslid. Voor spr. is het voldoende, dat de heer Kusters zeide, dat wat spr. en de zijnen voorstelden uitvoerbaar was. De Volkspartij is blijkbaar een moeilqk te verteren product voor den heer Kusters. Er zijn Katholieken, die meenen, dat de R. K. Staatsparty nog te veel naar de oogen der arbeiders kijkt en zij zien in de Volkspartij een streven om de Staatspartij nog meer reactionnair te maken. De Staatsparty heeft talrijke middelen om de oppositie te onderdrukken en kan daar yrjj lang in slagen. De Volkspartij ontstond niet uit materialisme. De heer KUSTERS: Juist, materialisme. Weth. WESTERHOF: De Volkspartij is ontstaan uit een streven, om ook de arbeiders een klein plaatsje onder de zon te krygen. Het zzl nog zoo worden als in Engeland dat de menschen, niet gegroeppeerd zyn naar bun godsdienstige, maar naar hun economi sche richting. De heer KUSTERS: Dat zal lang duren. Weth. WESTERHOF: In Engeland werkt «non, om de positie der arbeiders te verster ken. De heer SLUIS: En om het land te verde digen. Weth. WESTERHOF: Ook hier zal het zoo lang niet duren, of we hebben het als in En geland. Spr. vindt het vervloekt, dat de gods dienst in de politiek is gehaald en spr. is er van overtuigd, dat de Katholieke Kerk zelf er de uadeelige gevolgen van zal ondervin- De heer Kusters verweet spr. afbraak, maar volgens spr. socialistische overtuiging is deze gehoele kapitalistische wereld afbraak En wy tullen opbouwen. Wy willen revolutie door evolutie. De heer Leesberg wilde meer dan 3^ pcf. pensioensaftrek. Spr. heeft gisterenavond klaren wijn ge dronken al is hjj geheelonthouder. Alle orga nisaties hebben spr.’s houding goedgekeurd. De heer GOVERS: Ook ik ben over mijn houding tevreden. Weth. WESTERHOF: Daar twjjfel ik niet aan. De heer VAN DRUNEN: Dat moet je maar eens aan de organisaties vragen. Weth. WESTERHOF heeft zyn houding niet veranderd sinds hij wethouder is. Wie durft zeggen, dat spr. nog niets bereikt heeft heeft ongelyk. 3 jaar lang is over 3 hoofdpun ten inzake het georganiseerd overleg gestre den en spr. heeft deze drie punten in zyn voordeel gewonnen. Was spr. niet gekomen met een voorstel van 3S pcL pensioensaf trek, dan had men elkaar gevonden op 5 of 6 pet. Spr. is wethouder geworden, omdat hjj als zoodanig meer kan winnen dan wan neer hjj in de oppositie is. Als minderheid in de oppositie kan men nooit zyn volle leus be reiken. En nu kan spr. door tilsschenvoor- stellen veel behalen. Spr. is niet de redactievormer van den aan biedingsbrief en spr. wil wel verklaren, dat zqn deel van dien brief nog meer van een troonrede had, dan dat van het overige deel vaft het college. Spr. noemt een aantal punten plan op.ji’ o- aanbieding; woording. En als de heer Kusters mee hem zeer dankbaar zyn en erkennen, dat hij Spr. komt op tegen de bewering, dat de pacificatie het bijzonder onderwys e?n voor sprong men ai ging alhier is zoo tonnenstelsel opgeruimd is, zullen tevens de klachten van den heer Sietsma verdwenen zijn. De begroeting van de gasfabriek wil spr wel uitvoeriger maken. Een commissie van bystand voor het on derwijs acht spr. gewensebt en wel op de zelfde motieven als de heer Westerhof naar voren heeft gebracht. Het voorstel van den heer Kusters vindt spr. juist. Het instellen van een bezuinigingscomnrissie wil spr. uitstel len tot het rapport van de Ver. van Ned. Ge meenten bekend is. Weth. THOMSEN repliceert. In de volgen de vergadering kan men het percentage voor den H. 0. vaststellen. Daarom heeft spreker nog niet naar de opbrengst geïnformeerd. Volgens den heer Van Drunen is de op brengst een ton meer dan de inspecteur schat te n.l. 787860.74. Daaruit blykt dus wel, hoe moeilqk de opbrengst te schatten is. Spr. geeft den heer Kusters de verzekering dat hq met het reserveeren zeer voorzichtig zal zqn. Inderdaad had een gedeelte in het pensioenfonds gestort moeten worden. Het eene is schuld en het andere bezitting van de gemeente. Met de bezuinigiugscommissie moeten we wachten tot het meergenoemde rapport is verschenen. Dat is veel beter. Spr. is niet tegen die commissie. Op dit moment acht spr. haar echter nog niet noodig. Van daar, dat hij tegen de motie zal stemmen. De VOORZ. zal met de commissie voor hef Stedeljjk Muziekcorps onderhandden, of ook een ander corps in de Doele kan repeteeren. Uit de woorden van den heer Sietsma heeft spr. den indruk gekregen, dat spr. van het meergenoemde artikel in de „Alkm. Crt.” ken nis genomen heeft, voor het verschijnen. Spr. wil verklaren, dat hij niet alleen de schrijver niet is, en ook niet wist, dat het in dezen Jorm geschreven is. De heer SLUIS: Het was heelemaal styl niet. (Gelach.). De VOORZ. vestigt er de aandacht op, dat de bedrijven staan onder het beheer van den heer Leesberg. Deze kan dus op de eer ste plaats zjjn best doen inzake het aanstellen van Katholieke werklieden en ambtenaren. (Mej. CARELS is inmiddels ter„ vergade ring gekomen.) De VOORZ. vraagt, of er nog getripliceerd moet worden. Weth. WESTERHOF wil de heeren Rig gers en Leesberg nog beantwoorden. Spr. heeft over den pensioensaftrek gesproken, omdat men poogde hem in een verkeerd dag licht te stellen. Het onderwijs voor volwasse nen zal spr. in het college ter sprake bren gen, omdat er een verzoek daaromtrent is in gekomen. Van de pacificatie wordt een onma tig gebruik gemaakt. En daar protesteerde spr. tegen, want er is een voorsprong, omdat men over de hoofden van den raad heen scho len kan stichten. De algemeene beschouwingen worden ge sloten. Overgegaan wordt tot ar'.ikelsgewQze be handeling. Reservefonds Voorstel tot oprichting van een reserve fonds voor bqzondere doeleinden. Aangenomen. De heer VOGELAAR stelt voor de presen tiegelden te verlagen van 8 op 5 en den betreffenden post te verlagen met 1200. Dit wettigt niet de vrees, dat men nu ook de salarissen gaat verlagen. B. en W. stellen voor: I. Over te gaan tot verhaal van een pen- sioensbydrage van 3 pet. voor eigen pen sioen en een half percent voor weduwen- en weezenpensioen. II. den vacantietoeslag af te schaffen. De beer SIETSMA is tegen den pensioens aftrek. De vacantietoeslag vindt spr. hier ech ter niet op zijn plaats. Wordt de aftrek aan genomen, day stemt spr. niet voor afschaf fing van den vacantietoeslag. De heer VEEN acht deze bezuiniging niet noodig, omdat er nu reeds een overschot is op de belasting van ruim 100.000 De ra ming is 661.000 en de opbrengst 787.860.74 dus nu reeds een overschot van 126.860.74. De heer VAN SLINGERLAND verklaart zich voor het verhaal van den pensioensaf trek, doch tegen het inhouden van vacan tietoeslag. Spr. gaat slechts noode met het eerste voorstel mee. De heer VAN DRUNEN bestrydt uitvoerig de voorstellen. Wy moeten met de bezuini- gingswoede niet meedoen. Door de meerdet- heid der raadscommissie is geen enkele po ging gedaan, om tot overeenstemming te ko men. Het pet. zal niet worden geheven van de boogere salarissen. Dat is een onbil- IQkheid tegenover de werklieden, die onge veer 5% pet. van hun salaris moeten missen De heer PLEVIER stelt op den voorgrond dat hjj natuurlijk voor het behoud van den vacantietoeslag is. We moeten de menschen na hun arbeid eenige rust gunnen. De heer SLUIS merkt op, dat de raadsleden in het overleg kwamen, toen de koek al ges na den was. Het overleg was ai gepleegd in B. en W. Formeel moest de commissie nog ge hoord worden. Men had dus ^w-eeërlei com promis achter elkaar. Spr. was overtuigd, dat toen de heer Westerhof het gewonnen had het nonsens was een tusschen voorstel te doen En spr. geeft toe dat de aftrek hooger zou zqn geweest, als het dadelyk in het georga niseerd overleg was gekomen. Het Rijk trekt 8 pet. af en dus zjjn de gemeente-ambtenaren nog goed af met dit voorstek De VOORZ. kan niet voelen, dat B. en W\ verkeerd hebben gehandeld in deze kwestie. Het college mag toch zelf met een voorstel komen. Spr. wil niet meedoen aan de over dreven bezuinigingaleuze. Anders was spr. voor 8 pet- geweest- We moeten het verstan dig pakken l>e beer BAK zegt, dat er verschillende raadsleden waren, die inplaate van 1 Janu ari, 1 April voorstekten, zulks in afwjjking van het voorstel van B. en W. De heer VOGELAAR heeft als tusschen- voorstel gedaan, den vacantietoeslag te be houden. Nu de terug werkende kracht is vervallen vereenigt spr. zich met het voorstel van B. en W. De VOORZ. schorst hierna te ruim half zes de vergadering tot ’s avonds half acht. AVONDVERGADERING VAN VRIJDAG. Afwezig de heer Bak. De VOORZ. heropent de vergadering. Aan de orde is de ontslagaanvrage den heer G. Cloeck als lid van het Burger iyk Armbestuur. Ter toelichting diene het volgende: Uitbreiding Burgerlijk Armbestuur. a. Motie, zonder hoofdeljjke stemming in de Raadsvergadering van 11 Januari 1923 aan genomen. „De Raad, gehoord de besprekingen, is van oordleel, dat voor vacatures in de verschillende colleges door deze bestu ren overleg dient te worden gepleegd met de organisaties, uit wier midden men een vertegenwoordiger wenscht”. b. Wyziging van het reglement voor het Burgerljjk Armbestuur, raadsbesluit van 23 Augustus 1923; Artikel 1, eerste alineh. De woorden „ten minste vyf” te vervangen door „zeven”. Deze alinea luidt thans als volgt: „Het Burgerlijk Armbestuur bestaat uit ze ven leden, door den Gemeenteraad te benoe men. c. Brief, d.d. 10 Januari 1924, aan het Bur gerlijk Armbestuur. „De Gedeputeerde Staten dezer Provin cie verzochten ons U namens het College te berichten, dat zjj bij hun besluit van 10 October 1.1. nr. 144 hunne goedkeuring heb ben gehecht aan het besluit tot wyziging van het reglement voor Uw bestuur, welk besluit door den Raad is vastgesteld in zjj- ne vergadering van 23 Augustus 1.1. Van dat besluit deden wij u mededeeling bij ons schrijven van 21 September 1.1. Wij doen U tegelqkertyd hierby toekomen eeni ge exemplaren van het Gemeenteblad, waarin de wyziging is opgenomen. Gaarne zien wjj thans spoedig van U eene aanbe veling tegemoet voor de uitbreiding van uw bestuur met twee leden. Wy zullen het op prjjs stellen, indien U in het algemeen ge bruik zoudt willen maken van de voorlich ting van de organisaties, die een richting vertegenwoordigen, waaruit de Raad in be paalde gevallen een keuze zou wenschen te doen. Inzonderheid zou het naar onze meening aanbeveling verdienen, dat Uw College zich voor het vervullen dezer bei de vacatures in verbinding stelt met den Alkmaarschen Bestuurdersbond en het Bestuur van den R. K. Volksbond. Bq de inzending der dubbeltallen zullen wjj gaar ne vernemen, in hoever bq de samenstel ling daarvan overleg met de bovenbedoel de organisaties is gepleegd en of al dan niet, overeenstemming is bereikt”. B. en W. van Alkmaar. d. Brief, d.d. 19 Maart 1924, van den heer G. Cloeck aan den Gemeenteraad. reikt via bedrijfsorganisatie. Wat is er gewor den van het R. K. Bedrjjfsradenstelsel? Be drijfsorganisatie is een stap in de richting van socialisatie. Wjj laten d«t idee niet verdrin ken. Dat is ons systeem niet. Dat is meer Katholiek systeem. Het doet spr. genoegen, dat hy den heer Kusters ontmoet op menig onderwijsgebied. Spr. heeft er het grootste respect voor, wat de Katholieken deden voor hun onderwjjs. Dat maakt echter niet goed, dat de pacificatie nu een beetje ongeljjk werkt. Dat bqzondere scholen kunnen ge- bouwd worden over de hoofden van den ge meenteraad heen, is geen pacificatie. De heer KLAVER: Dat kunt u toch ook doen. Weth. WESTERHOF: Wjj denken niet aan een socialistische school. De openbare school is voor ons de beste en wy aohten dit ook voor de Katholieken en Ohristelykeu. Het godsdienstonderricht kan buiten de gewone uren gegeven worden. Als wjj in menige plaats kleine openbaw soholeo zien, dan komt dat door het leegpdmpingssysteem van de Christelijke en Katholieke partijen. Als bezuinigingsinspecteur heeft de heer Kusters een tamelyk „joyeuse entree” ge maakt. De heer Kusters is niet de democraat Ge moest eens draadloos aangesloten zqn bq u« Katholieke arbeiders en ambtenaren. Dan zult u hooren, dat u een verstok reactionnair bent, die den heer Leesberg poogt te over troeven. Dit gaat echter niet door de handig heid van den heer Leesberg. U bent dus eigenlyk maar een politiek surrogaat. De heer Sietsma gaat verder met de bezuiniging dan de heer Kusters. Als men bezuinigen wil en den dienst ontredderen, kan dat ook bjj het Hoogheemraadschap over het handelson- derwqs denken spr. en de heer Kusters zelfde. Dat de gansche raad spr.’s onderwy» politiek steunt, stemt hem dankbaar. B. en W. meennen, dat een commissie van bijstand voor het onderwijs niet noodig is. Aoht spr. den tyd daartoe gekomen, dan zal hjj zelf een voorstel doen. Het onderwjjs heeft den laatsten tjjd de speciale aandacht van het college geacht. Spr. wyst dan ook met nadruk deze commissie af en hoopt, dat de heer Kus ters zyn motie niet zal handhaven. Er is een spreekwoord: Aangeboden diensten zjjn zel den goed. De heer KUSTERS: Aangenaam. Weth. WESTERHOF: Zqn ze je aange naam, dan zqn ze goed. Overigens wil spr. toegeven, dat hjj.het spreekwoord voor een deel vergeten was. Spr. constateert, dat op het onderwjjs feiteljjk geen critiek is geoe fend. Weth. LEESBERG zegt, dat de heer Wes terhof nog in de kinderjaren van zjju wet houderschap is. Soms is hjj dan ook enfant terrible of stout. Daarom wil spr. ook zjjn meening zeggen. De heer Westerhof had niet en zeker niet onjuist, mogen opreken uit het college i.e. over den pensioensaftrek. Spr. komt op tegen de bewering, dat a- uï:j gegeven heeft. In de Kamer beweert lit zeker niet. Het beheer bq de reini- zuinig mogeljjk. Als het _üad is, zullen b-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 7