VOOR DE
•S. J&’syssr1
J7
4
‘5
d;
De zwerversjaren van Kees Melders
NUMMER 31
DERDE JAARGANG 1924
Een duel op zee.
i
UIT DE
MOPPENTROMMEL
5c]iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:!iiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:!iHii!iiiiiiii;i!r iiiiiiiiiii:siiiiii iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiuiiiR
wr
3
NOODLOTTIG.
'S
e
BAAS BOVEN BAAS.
,Ben je vast gebonden?.... Zooveel
1
FilmartisL
Onder welke omstani
Dat
heer met het kind, het stationsgebouw in.
IV.
•en verdwenen.
L
nooit weer zou zien.
nu
PROBATUMEST.
RAAK
III.
I
VAN KWAAD TOT ERGER.
II.
en aan de polsen wat ingehaald om het
ik zeemanshart, dat -onder vrees
commissaris zond een agent naar het aan
geduide adres.
dere
Kees
zeide
III.
SMOKKELEN.
lagen logeerde er in het ho-
die erg veel belang iu Kees
3
3
HUISKAMER
V
aan het roer En met de lijn, met welke
hij was vastgebonden, nu slechts eenmaal
om zich 1
achterna en verdween hij in de-
diepte.
een
heer hem
hem een
het jammer
en
2 Door Tine Langenhorst
weer in Amsterdam terug was
Elten. en een
voor vertering.
SARCASTISCH.
Eenige luitenants van onbereden korp
sen kregen bevel, ten einde aan de exer
citiën van een regiment cavalerie deel te
kunnen nemen, zich in *t paardrijden te
oefenen. Nadat hun de paarden zijn aan
gewezen zegt de ritmeester tegen hen
„Mijnefaeeren, ik heb slechts een verzoek
geeft den paarden geen zuurkool te eten,
op al het overige ben ik voorbereid.”
zurig gekleed ging
vsn ««n «n ander wat, dat
het vertrek uit het hotel er nog niets
„Ja, maar
Advocaat. Hoor eens Van Zwabberen,
aan het poli-
en r1-1-
liep een
was
een ander heer, even-
was. De heer
de hij weer
doen, en ontdekte dat deze leeg
„Dat heeft Willems» gedaan!"
Trina.
„Die zal dat niet durven doen.
GEGROND MOTIEF.
„Zeg eens, Van Piekeren, gaat ge nooit
naar de opera
„Neen, als ik muziek hoor, moet ik
kunnen meezingen, anders amuseer ik
mij niet.”
Zoo was een jaar voorbij gegaan ton
der zorg, maar ook zonder eenige aflei
ding. Kees begon het leven tamelijk saai
t was altijd bard werken
en weinig vrijheid, want des Zondags, als
niets andere menschen van kantoor of werk
plaats vrij zijn, moest hij het hardst wer
ken. Den werd het restaurant, dat een
onderdeel van het hotel uitmaakte het
Een uur later kwam de agent terug,
beladen als een muilezel met hoeden van
allerhande soort, kleur en model
„Zie," zeide hij, „dat heb ik in zijn huis
gevonden de vrouw van dien kerel was
uit, t is de meid, die me in mijn huiszoe
king heeft geleid."
„Welnu,” zei de commissaris tot den
beschuldigde, „zal je nog langer looche
nen, dat jij den hoedendief bent.”
„Ja, ik loochen zeker I Die hoeden heb
ik gekocht, ik draag ze niet meer, ziedaar
den eenvoudigen uitleg...."
„JÜ draagt ze niet meer en je blijft ze
maar opstapelen."
„Mijnheer, mijn vrouw zegt me altijd
een oud-kleerkooper te roepen, ik denk
er nooit aanik ben zeer vergeetachtig.
Zoo heb ik vandaag mijn parapluie ver
geten, ik weet niet waar ik het hoofd heb.”
„Je weet niet waar je hoofd staat en je
hebt acht-en-twinrig hoeden I”
De beschuldiging tegen een man, wiens
fortuin en goede faam in het ronde bekend
waren, hield gelukkig geen stani De po
litiecommissaris zijner wijkkwaln er tus-
schen, de ongegrondheid der beschuldi
ging werd erkend en Goedbloed losgela
ten.
Hij haastte zich huiswaarts te keeren.
Gelukkig was zijn vrouw afwezig en ver
nam zij niets van het gebeurde.
Maar bij haar thuiskomen bemerkte zij
den zonderlingen toestand van den nieu
wen hoed en zij stond er over verwon-
derd, dat 28 oude hoeden zoo opeens wa- grond onder dè vóetèn wegzonk Het
VEREFFENING.
Baron „Ge zegt als ik u uw geld terug
geef, dan zult ge mij ook weer leenen.”
Schuldeischer „Zeer zeker mijnheer.”
Baron „Welnu, dan zullen wc een
voudig zoo handelen, ik geef u niets terug
en gij leent mij niets meer.”
ijl hij waakte en streed, VOORSTEL VAN EEN GERUÏNEERD
27-j AANDEELHOUDER.
Zou men voortaan de aandeelen niet op
passen afstands, linnen kunnen drukken Dan zou men
umf waar onopnouueujs de golven over ze, als ze geen waarde meer hebben,ten-
het schip heensloegen, meende de jonge minste nog als servet kunnen gebruiken.
haren voorsteven, waarmede zij met ge
weld de watermassa doorkneed, de woe
dende elementen trotseerde.
Hoofdambtenaar „Ik heb bericht
ontvangen dat uw overplaatsing naar hier,
het gevolg is van uw speelzucht. Dat
spelen moet hier niet meer plaats vinden.
Ambtenaar: „Ja, datverwenschtebrid
ge heeft mij reeds veel verdriet berok
kend.
Hoofdambtenaar„Wat, speelt gij
bridge? Dat is uitmuntend, wij hebben
hier juist een vierden man noodig.”
Van Zwabberen, Ik wist waarlijk niet
dat mijne oogen spiegels waren, mijnheer
de advocaat.
OP HET BUREAU VAN DEN BUR
GERLIJKEN STAND.
Ambtenaar. Uw naarn?
Tooneelspeler. Van Bommelen.
Ambtenaar. Beroep?
Tooneelspeler. Acteur.
Ambtenaar. Spreek asjeblieft goed Hol-
..._22. J
iten niet van acteur, maat van zetièn-
Een geneesheer werd dikwijls *s nachts
in een zeer verafgelegene gemeente bij
zieken geroepen. Meestentijds was de
ongesteldheid van weinig of geene be-
teekenis. Dit verdroot den dokter en of
schoon hij reeds meermalen zich had
uitgelaten over deze onbeleefdheid tegen
over zijn persoon, niets hielp. Eindelijk
komt hij op de gedachte een lantaarn te
laten maken, die 25 kilo weegt. Die hem
*s nachts kwam roepen, was verplicht
de zware lantaarn te dragen. Sinds dien
tijd slaapt de geneesheer vrij wat rusti
ger slechts bij dringende noodzakelijk
heid wordt hij *s nachts ontboden.
ernstige vermaning van den commis-
i van politic, om zich niet meer met
tijd znlke geheimzinnigheden in te laten.
„D,,. 'ul‘“ -ww www., w*
een detectiveverhaal!" zei Kees,
en
zeer
Die aan het roer stond, Pierre Ledantee,
was een stevige knaap van vierentwintig
iaren. Hi> gedroeg zich kranig, want
„Ja, ziet ge vrienden," zegt v. Puffelen,
„als men in vreemde landen reist en men
kent de taal niet, dan is het geen wonder
dat men dikwerf in een onaangename po
sitie komt. Daarvan zal'ik u een voorbeeld
vertellen. Onlangs was ik te Parijs ’t
-een jjoujgn eo wilde mij
■w «.Ff.-'SL !k "S afttóï!
,Ga heen, Didier 1” noerpd ’for.<Ét en *k moest mij dus met
„Wil je niet?.... Goed!.... Ver
te dan anders
Didier wierp zich op den jongen
Zich van het gevaar bewust, had deze
sigaar zou vragen en zou zeggen, dat zijn
lucifers nat waren. Als d* soldaat dat
gezegd dat, kon hij hem het pakje ge
rust geven, dan had hij den goeden voor.
De vierden reis zou echtet den laatsten
zijn en het einde van al zijn verwachtin
gen.
Er was afgesproken dat Kees het pakje
zou overhandigen aan een heer, die met
een kleinen jongen rondliep. Die heer zou
hem vragen even op zijn bagage te pas-
Werkelijk zag Kees in het gewoel op het
perron een heer met een kleine jongen
Het kind huilde en de heer keek hul
peloos rond, vroeg toen aan Kees die
daar stond, of hij even zijn tasch wilde -
vasthouden; toen Kees dit. deed ging de komt toch uit!" meende Kees,
heer met het kind., het stationsgebouw in. „Ja, maar eergisteren heeft de patroon halen, die uit de slaapkamer van
1 oen stapte Kees t pakje in de tasch van hem zijn ontsla gegeven, omdat er tel- heer's
den heer, die spoedig terugkeerde, den kens voorwerpen van waarde vermist handdoek was op een schoorsteen .van
gen en. hoewel mijnheer Fogens het de
moeite niet waard vond, dat Kees voor
'n handdoek een levensgevearlijken tocht
ging ondernemen, was Kees er niet van
af te brengen Hij wilde en moest, den
handdoek hebben en l2
hij het raam uit, daalde I
pijp naar beneden, op het
grooten zwarten chaos, en hij had tot
j—ea t
dat Paimpol nog ver weg was, heel ver!
En een diepe zucht was r’* k*~*
geweld.
Want de vreugde, dat hij wederkeerde,
was I
een vrees, die hem onstuimig het hart
deed kloppen de vrees zich van aange
Zicht tot aangezicht geplaatst te vindei
genaar van hef koffiehuis, „sedert ten mm- onder rijn geoliede Heeding, aan den hals
ste veertien dagen komt een schurk in en aan de polsen wat ingehaald om het
mijn huis en telkenmale na zijn vertrek mloopen van het water te beletten, klopte
constateerde men de verdwijning van een
hoed der klanten Ziedaar den dief, wij
hebben hem op heeterdaad betrapt.”
„O, zeg eens, wat heb ik gisteren
mooie zaken gemaakt. Verbeeld je, ik heb
toia.;
Met een satamsenen lacn oruiae ae kL,. u
H dea jongen men vermengd me, m.Wooe j „bond.. Zooveel wSt-
JURISTISCH RAADSEL.
teden is het
een ander op
Als de andere een os en zijn tong ge-
en een dag of wat later was men 1
en wist de schoon de patroon hem
politie, dat één er van in het hotel logeer- wat jong voor vond. Kees
was. De, man was toen al
Kees t
bureau komen vertellen welke bood-
voor
te warden in
op de rotsen
21 een arm-
goeden zalige visschershut, lezen en schrijven te
echter leeren aan 1
nu een Mocht Kees
ng genoeg
Zij moest gelegenheid hebben haar hart
nog eens te raadplegen de beide min-
Rondom, alles even doodstil, angstig naars, eenmaal ver weg, zouden haar trouw hem,
;e krach- misschien vergeten.... Als, rij ze mis- want hij is je meer waard dan ik.'
ken wel, ie draagt daar den gestolen hoed
dit maal hebben we er ie den tijd niet toe
gelaten.”
„Maar ik ben geen dief,” zuchtte de
ongelukkige beschuldigde. „Ik ben een
eerlijk man; men mag mij gerust kennen."
Hij gaf naam en woonplaats op en de ven de" schoener wel eens te Paimpol den 1
- kon brengen veel vroeger dan men wel „W.;
dacht En tot tweemalen toe had hij kelder gaan, zooveel te beter 1.... We h22u2l,
heef ée recht eüeee. Begrijp je me niet? Ik wil ht CLTrlü- „7
een kop koffie tevreden stellen.
lean Gouidic.
buurmans kinderen en het
kwam hun voor, hem zoowel als haar,
dat ze elkaar altijd gekend hadden. En
prooter wordend was hun vriendschar
m een veel levendiger gevoel veranderd,
en beiden hadden elkaar trouw beloofd.
Vader Ledantee dacht er zelfs ernstig
over, Jeannie voor zijn zoon ten huwelijk
te gaan vragen, toen eensklaps een on
voorziene gebeurtenis zich voordeed.
Vóór er nog een woord over dit plan
gesproken was, had lean Gouédic reeds
aan heel Paimpol doen weten, dat Louis
Didier, de zoon van Didier den feeder,
marinematroos en nog maar een paar
dagen uit dienst terug een pracht van
een kerel, een die overal heen geva
ren had, op in 't oog Joopende wijze zich
met zijn dochter bezig hield en dat hij
zich gelukkig zou rekenen hem als schoon
zoon te mogen begroeten.
Pierre had een gevoel alsof hem den
i:-t
wa» de vernietiging van al zijn droo-
men, van al rijn verwachtingen Er tegen
strijden Hij dacht er zelfs niet aan I
Was er te strijden tegen Didier, een
mooien jongen, den knapsten, in vrouwen-
oogen, van heel Palmbol En rijk daaren
boven De zoon van een reeder, terwijl
hij
Achneen, daartegen was niets te
beginnen 1
Toen de oude Gouédic van de riva-
l ver- t
niemand er iets gissing vertellen. Dus hield hij zich een bleek, dat hij pp
beetje schuil en i-
man iemand te zien, die, zich vasthou
dend aan de verschansing, op hem af-
loopen van het water te beletten, klopte kwam
en flink aeemanshart, dat -onder vrees Pierre herkende den man, die onge- tijd in Amerika gewees’ ên vèrhaaïdïTvan
was. merkt uit het ruim was gekomen, ter- dat werelddeel
Hij bevo..d zich alleen aan dek in dien stond
alleen tn den hoed vergist het bewijs is dwaze sprongen maakte.
----- --- —2 .1 2i Tweemaal hai
De storm was opgestoken, en de „Joe
sephine” danste een wilden dans op de
onsti irnige golven. Zich saampakkende liteit tusschen de beide mannen had ge--
wolken verduisterden het licht van den hoord, had hij slechts gezegd er nog eens bleven beiden staan voor een verrukkelijk
hemel en het water was, als de spiegel rijpelijk over te willen nadenken hij had schoon meisje ."r.
al donkerder en zwarter ge- geeischt, dat zij zich voorloopig zouden jaar, dat hen reeds had gezien, een weinig
op die on- verwijderen. Jeannie was bovendien nog verbaasd wel, dat ze zoo hand in hand
buitelden ioQ£. genoeg I liepen, en terwijl Didier Pierre vooruit
duwde, zeide de eerste
„Jeannie, ik ruim voor hem het veld,
wees met hem gelukkig,
tel «en h»er,
stelde. Hij maakt» altijd 'n praatje als
hij hem op de gang tegen kwa;i\ en
liet hem boodschappen doen waarvoor
hij meer betaalde dan een van de an-
gasten. Zoo kwam die heer bij
in „de gratie," zooals de jongen
en toen hij hem vroeg eens 'n dag sen, terwijl hij den kleinen jongen hielp,
vrijaf te vragen om een kleine reis op zijn v L -
kosten te maken, stemde Kees dadelijk
toe. De vrijen dag kreeg hij spoedig van
zijn patroon en toen hij dat aan den beer
j^ertelde sprak deze met hem af, 's mor-
’gens vroeg aan het station te komen,
daar zou hij hem verder over het doel
van de reis inlichten.
Kees was al lang op het perron toen
de heer kwam, hem een kaartje gaf tot jongen vriéndelijk bedankte en met zijn werden
briefje van tien gulden zoontje in den trein stapte. Pas
Hij moest aan het sla- heer ingestapt, of
tion te Elten wachten tot een heer met
zwarten hoed op, hem aan- 1
heer zou tegen hem aan loo- dadelijk als den
hem een standje schoppen en
moest hem dan ongemerkt een klein ontvangst genomen had. Dien
r._,. 21 '2 i en nu
de heer hem toen de trein naar Elten al keerde 't pakje in zijn tasch
2 J zou dadelijk vertrekken en __r_
nog iets te vragen Hij borg het pakje in niet terug vragen. Hij durfde naar den al drie dagen niet thuis was geweest en
de voerinj
van het I
moest verstoppen en-
van mocht zeggen. beetje schuil
Kees maakte een heerlijk reisje over perron.
Utrecht en Arnhem naar de Duitsche Toen hij
grens In Elten stapte hij uit en
aan het douanekantoor onderzocht wor-
heen, sprong Pierre zijn vijand
en verdween hij in de-donke?r ge ie
B. ,J'
trek van
daarvan,
worden, zoo zwart als inkt. En
heilspellende wateroppervlakte
de golven met koppen van wit schuim, al
grooter en haastiger
r
zwijgend, alsof de geheimzinnige-
ten. die den wind voor Zich uitstuwden en schien zelf al niet vergat.... De visch-
de golven opjoegen, een oogenblik op vangst was geopend zes maanden kon
adem wilden komen, alvorens deelemen- men dus nadenken
ten geheel te ontketenenDan eens- Didier en Pierre hadden dienst ge-
klaps de orkaan in heel zijn geweldge nomen, en het toeval had gewild, dat zij
kracht, zijn woeste grootheidwaren aangemonsterd aan boord van het-
De luiken van den schoener ware? zelfde setup.
gesloten, de zeilen geborgen de man aan Tusschen beide manoan was de ver
hef roer was stevig vastgesjord met een houding erg gespannen gebleven. Pierre
sterk koord, dat hem ontelbare malen deed meestal alsof hij rijn medeminnaar
om het lijf gebonden was, de masten niet zag. Maar kruiste rijn blik dien van den schurk riet men in uwe oogen.
kraakten onheilspellend. En de „Jose- Didier, dan las hij er een geweldigen -
phine” danste steeds voort, dan op de haat in.
hoogte van een reusachtige golf, dan ver
in de diepte tusschen twee golven in,
ondanks de hevige pijn, die haar het
wegslaan van de brug en van een deel
van het tuigage
Ja, zij hield z
met haar nat zeil,
een
:n
tegenover het liefste, het aardigste, het „Didier!.... bega geen misdaad!”
mooiste, het beminnelijkste van alle De ander barstte opnieuw in een hoon-
meisjes van Paimpol, tegenover Jeannie, de lachen uit Dan het breken van een zware
dochter van lean Gouidic. golf op 1
Zij waren buurmans kinderen en het Didier lag in zee. de tong te bijten'?
„Man overboord 1” z*_ 2_
Op dezen kreet was de equipage toe- rookt is.
iendschap gesneld. Het schip danstte nog steeds als
'eranderd, bezeten. IN ’t ZIEKENHUIS.
Nog geen armlengte kon men voor zich
uitzien. De hemel en de zee Wilden dood Professor „Zooals ge riet, mijnheer de
en verderf. candidaat, is de toestand van den zieke
Verschrikt zagen de matrozen elkander Slt>ds gisteren zeer ernstig geworden. Wat
aan, rich vastklemmend aan de verschan- xoudt ge nu doen
sing of aan de touwen, om niet meege- Candidaat (na een lange pauze) „Ik
sleurd te worden. ïou wachten tot morgen, mogelijk is hij
Daar klonk weer een kreet een ander dan weer iets beter.”
AAN ’t STATION.
amice, waarom zijt ge zoo uiter-
:p*and wachtende
Neen, maar ik wacht op het ver-
i mïj»-ach««fimama.”
Vastgebonden bij het roer, in dien
re veroorzaakte. vreeselijken nacht, in welken de storm
Ja, zij hield zich goed, de „Josephine” gierde en een ondoordringbare duister-
2___2, dat zij hangen liet als nis het schip omhulde, dacht Pierre eraan
aangeschoten vogel zijn gekwetsten hoe den volgenden dag misschien de
vleugelzij dacht niet aan haar toilet, „Josephine” te Paimpol zou binnenvallen,
noch aan hare pijnen, maar richtte zich hoe hij er leannie zou wederzien en hoe
fier op, ai haar kracht verzamelend in deze wellicht den knappen Didier boven landsch met een ambtenaar als ik wij
hem verkiezen zou, dien Didier, die praten
daar beneden was, onder zijn voeten, handel;
in het ruim, met de anderen zich be
drinkend, ttfwijl hij waakte en streed,
hij, alleen in den onmetelijken zwarten
nacht, voor de veiligheid van allen.
Plotseling, op eenige f—r
daar waar onophoudelijk de goivi
ide d
BEWIJS VAN VLUGHEID.
Zeker iemand was gedurende eenigen
geweest en verhaalde van
-.1 allerlei zakyi, waarbij het
- gewoonlijk niet aan leugens ontbrak. Om
„Didier T’ een denkbeeld te geven van de snelheid,
Het was inderdaad de matroos, die op waarmee daar alles gebeurde vertelde
- -- hem aankwam. Didier, tn beschonken hij „’s morgens begon men een koffie-
aat ik maar één hoed heb had ik dezen Tweemaal had de kapitein rijn getaand toestand, en met het mes tusschen rijn huis te bouwen en 's avonds had de waard
gestolen, dan had tk er twee.” gelaat uit het luik gestoken en aan Pierre tanden. Toen hij vlak bij was, zei hij reeds den eersten gast buiten de deur ge-
„Neen mannetje we kennen je stre- gevraagd of hij nog leefde. „Morgen zullen we te Paimpol rijn, worpen.”
ken wel, ie draagt daar den gestolen hoed Maar dan was hij maar weer gauw naar Een van ons beiden is dan te veel. Beter
en daarna kom ie d»n uwen halen Maar Smeden gekropen, bij de equipage, die is het, de zaak hier even uit te vechten
dit maal hebben we e, lekker wirm tabakswalm neem je mes, ik heb hst mijne.”
en den geur van teer en visch, en die zich' „Didier, ga heen 1 nep Piette uitje
den tijd kortte met kaartspelen. weet niet wat je zegt 1”
Pierre verdubbelde zijn attentie. Hij „Trek je mes, zeg ik je
meende, dat men niet ver van de kust „Didier, hinder me niet!.... Ik heb
was, en dat die wilde lacht over de gol- toch al moeite genoeg den koers te hou-
n>^l aam» Sa I
kon brengen veel vroeger dan men wel „Wat hindert datAls we naar den
v
zoo juist gemeend, heel ver in den nacht rijn alleen.
L2_‘222_.
niet anders kon rijn dan dat van een
vuurtoren.
Dan was alles weer verdwenen in den dedjg ji
77 -- 2 127 1_2 1 En
richzelven gezegd, dat hij droomde, man.
1.2 1 Zich van het gevaar bewust, had deze
uit rijn borst halverwege het touw losgeknoopt, dat
Met een satanischen lach brulde de
ook Leentjs
den. In rijn hart verlangd* Kess echter
naar een avontuurlijk leven en er sou
hem dat la*
-
2Wel vond Kees het
vreemd dat bij de pakjes zoo ongezien
filmopnamen in de groote tenminste,
«•n.
doorbrengen.
boel geld zulke dingen in werkelijkheid zeer ge- mijnheer Fogens altijd in het hotel?
slgdc op ‘t kwaad en
„Zoo gewonneti, zo»
ook hier van toepassing, kellner
Den volgenden dag, met een wolke-
loozen hemel en een vriendelijke lachende
zon over de tot kalmte gekomen zee, liep
de „Josephine” met al haar blanke zeilen
bol van een lekker briesje, statig en fier,
de haven van Paimpol binnen.
Een groote menigte, daar tegenwoordig,
scheen met angst de terugkomst van het
schip verbeid te hébben.
Toen het vaartuig vastgemeerd lag,
sprongen twee mannen aan wal. De een,
groot, sterk, welgebouwd, een mooie
jongen, troit zijn metgezel bijna met ge
weld mede, naar een groep die zich op
eenigen afstand hield. Daar aangekomen
van achttien of negentien
mannetje
.Jhdier
De ander barstte opnieuw in een hoon-
ut Dan het breken van een zware Onder welke omstsndighi
golf op het dek. een snijdende kreet, en volgens de wet geoorloofd
Didier lag in zee. -
„Man overboord 1”
'a reisje naar de grens Hij beweerde dat saris
klagen en zijn spaarpot zou weer
t Er kwam
niets meer in, want Kees had
waarop iedere week hebben, bet arme kleine teentje had er
-1 verdriet van. Vooreerst zag
J was de broer niet meer en als ze hem
_J een film-atelier en die heer kele keer L_„
,D»t vond ik juist zoo echt, net as m stelde veel belang in den leuken ion- had het altijd
-- en dc gen Au er r
zei, dat stad gedaan moesten worden, logeerde
Kees was en zelfs had Kees al
een slappen
sprak. Die 1.
pen en L^
Kees i7-
pakje in den zak duwen. Dat pakje gaf hij moeten hebben
voorreed en Kt es had geen gelegenheid
__a man met den slappen
zwarten hoed, die het eerste pakje in
i man had
had een ver-
‘i en de trein
.agc..--
standje schoppen
dame, die op het perron haar para-
”‘j moest die dan zeer
voorkomend voor haar oprapen en het geld weg was. Tranen
pakje erin stoppen. gen hem in de oogen en hij stormde de lof
soldaat hem om vuur voor zijn juist de lichten wilde uitdraaien
oogenc komen, maar die
den, maar voor hij aan de beurt kwam, vangst van een telegram
- beginnen.
op, bonsde tegen Kees aan, maakte hem hooren. Natuurlijk had „de man met den
pijn had gedaan, deed alsof hij verkeerde handen gekomen
stomp gaf en liet het pakje in die het ontving had bij de p
den zak van mijnheer's overjas glijden, gedaan en een d-g
De man draaide zich, schijnbaar nog boos, dc smokkelaars op het spoor
om en sprong in den trein die Kees ver- -- L*‘ k
laten had en die verder Duitschland in- de waar Kees
reed. Keet keer den vertrekkenden vertrokken jen
trein na, en ging toen, na door de doua
nen onderzocht te zijn, het pi
Elten at hij iets, kocht goed«
terug langs
i waa. Ti
met een van angst klojjpend hart gezien
2 -'-Z-.
dc plaats innam mijnheer Fogens was verrukt, zei dat 't
Willemsc, die. als 's morgens het jammer was als zoo’n jongen kellner
-- - .j. bood hem een prachtig salaris
er eigenlijk nog als 't geen hij zoocven gedaan had, voor
was nu 16 jaar, film wilde doen. Kees nam 't voor
maar zeer groot voor zijn leeftijd en met stel aan en een maand later was hij in
moest op het politic- den baard al in de keel. De lange broek dienst van mijnheer Fogens.
-2- en kelnersjas deden hem nog ouder schij- Nu begon een heerlijk leventje voor
- - ierron af. In schappen hij voor dien heer gedaan had. nen dus besloot de patroon het maar te hem. Reizer en trekken naar hartelust
Elten at hij iet», kocht goede sigaretten Hoe keek hij op zijn neus toen hij hoorde beproeven. Het ging prachtig! De vrien- Vandaag was hij met het gezelschap in
en ging met den eerst komenden trein dat hij. zonder het te weten aan smok- delijke vlugge jongen werd weldra de Brabant en morgen in den Harz of in de
weer naar Amsterdam terug, waar hij kelen had meegedaan De heer die op gunsteling van de stamgasten. Hij vloog rotsactstige Schotsche hooglanden om
heel laat in den avond aankwam. dc grensstation de pakjes in ontvangst voor hen. zonder al te onderdanig tc zijn, den velgenden dag weer een tafreel te
Den volgenden dag toen dc heer in het nam, was dc douane al gepasseerd en had altijd een raak antwoord klaar op spielen op een stoomboot of in Londen'»
hotel hoorde dat het pakje in Elten in kon dus met het pakje dat morphine be- een kleine plagerij en keek steeds vrien- straten als dief achtervolgd
't bezit van den man met den slapj>en vatte, Duitschland ingaan. De mannen delijk. ook al viei de fooi wat klein uit. een auto te ontsnappen, die
hoed gekomen was, kreeg Kees r*; v??‘
gulden voor zijn moeite, zoodat hij van morphine, dat in de oorlogsjaren,
-■ -is _L I 11 m
zeer duur betaald werd.
Gelukkig kreeg Kees geen straf, maar spaarbankboekje, i r L2
een ernstige vermaning van den commis- een aardig bedrag werd ingeschreven.
Een van de vaste logeergasten was
eigenaar van een film-atelier en die heer kele keer
dc gen. Als
naar haar slaapkamertje te gaan. ook Leent)» en Trina hadden hem bet
..Trine, mijn spaarpot is leeg!" riep hij onzeker bestaan van filmacteur afgera-
half huilende. l2_ _12- -ï-~
„Wat kan ik daar aan doen. Wat heb je naar een avontuurlijk leven
met het geld dan gedaan jongen?" vroeg niet veel toe noodig zijn om
Trina. ven in te brengen.
„Het is gestolen. Weg is alles, meer i
dan honderd gulden!' snikte Kees. TV.
„Arme jongen. Hoe komt dat nou?
Waarom heb je zooveel geld in je ka
mertje gelaten Had het mij gegeven cm
te bewaren," zuchtte de keukenmaagd,
die er niet aan dacht> dat verwijten nu
toch niet meer hielpen.
Toen vertelde Kee» dat hij een paar te vinden. Het
dagen, door zijn bezoeken
tiebureau, niets verdiend had
had kunnen weg leggen. Nu vandaag wil-
j - f00jen ,n den spaarpot
was.
riep drukst bezocht
Mijnheer Fogens logeerde weer bij hem
en hij riep op een morgen de hulp in
van Kees, om een handdoek terug te
i mijn
slaapkamer gewaaid was. De
voorwerpen van a- --- ----
i en een sigarenpijp van een van Seen der nabijzijnde huizen blijven han-
de de gasten in zijn zak werd gevonden.
Men wilde de zaak niet in handen van
eens met een kleine jongen bij zich, de politie geven, maar nu hij jou ook
kwam het perron op. Kees herkende hem bestolen heeft, zullen we het aangeven
hoor."
Den volgenden dag vertelde Kees op
het politiebureau, dat zijn spaarpenningen
weg waren. Men doorzocht het huis,
waar Willemse gewoond had, maar vond
hij kon het niets. Zijn kostjuffrouw vertelde, dat hij
2 2_‘_ 2_.-2
ig van zijn mouw, want de heer man met den slappen hoed, die onrustig het huis werd eenige dagen bewaakt om
hotel had gezegd, dat hij het tondkeek, niet toe gaan en hem zijn ver- te zien of de dief terug zou komen. Toen
aan niemand er iets gissing vertellen. Dus hield hij zich een bleek, dat hij pp een boot naar Engeland
verliet ongemerkt het vertrokken was, waarop men zijn spoor
kwijt raakte .Hij was stellig op een an-
dere boot naar Amerika gegaan en de
moest durfde hij zijn lastgever niet onder de politie vreesde, dat Kees zijn geld wel
was. na ont-
uit het hotel
meer van
heer met een vaart het perron vertrokken en liet niets
als n aap klom
langs de goot-
»t dak van de
naburige woning, klom vandaar door 'n
wrakke dakgoot op het volgende dak,
toen sreer omlaag langs een hoogen tuin
muur naar een volgende woning waar hij
speodig wéér op het dak zat, zijn eenen
arm om den schoorsteenpijp, en met zijn
anderen arm den handdoek zwaaiende.
Inplaats van nu het dakvenster van dat
huis binnen te gaan, en op normalen ma
nier de trappen af naar omlaag te komen,
keerde Kees terug langs denzelfden
Nu moest Kees weer van voren-af-aan weg als hij gekomen was. Trina die alles
,'ginnen. met een van angst kloppend hart gezien
Gelukkig werd hem dit gepakkelijk had. gaf hem ‘n duchtig standje, maar
standje en Kees gromde dat mijn- slappen hoed" geseind, dat het pakje in gemaakt, omdat hij
e 1 1 t. J 1 TX 1 IVJIH
van
die het ontving had bij de politie aangifte huiswerk gedaan was in het restaurant bleed r
bediende. Dit moest Kees nu doen, of- als filmacteur, wanneer hij werkjes,
Kees nam 't
heerlijk leventje
trekken naar hartelust
smok- delijke vlugge jongen werd weldra de Brabant en morgen in den Harz of tn de
J van de stamgasten. Hij vloog rotsachtige Schotsche hooglanden c™
hen, zonder al te onderdanig tc zijn, den velgenden dag weer een tafreel te
hij zulke drukke zaken had, en
vond zelf te gaan. Wel vond
een kleine plagerij en keek steeds vrien- straten, als dief achtervoli
-delijk, ook al viei de fooi wat klein uit. een auto te ontsnappen, tne op
nog tien verdienden heel veel met dat smokkelen Over dat laatste had hij anders niet te te pletter gereden werd, of in
's avonds zeventien gulden in zijn spaar- waarin dit verhaal voorviel, in Dtritsch- dienst kunnen doen Er kwam 'echter üeren aan kleine visscberskindèrmt'”
pot kon bergen. land zeer duur betaald werd. niats meer in. want Kees had nu een Mocht Kee» nu al n heerlijk levutis
Een week later vroeg de heer hem, Gelukkig kreeg Kees geen straf, maar spaarbankboekje, waarop iedere week hebben, bet arme kleine Leent)» had er
nog sens 'n vrijen dag te benutten voor een ernstige vermaning van den commis- een aardig bedrag werd ingeschreven. verdriet van. Vooreerst zag ze haar
1 meer en als ze hem een ea-
zag, kwam hfi heel vluchtig. Hfi
altijd druk. Dat beweerde hij
vw-, --- w---r™w*. w*. g*ww*w maar htj had genoeg vrije da—
moest overgeven, maar wat kon het hem hooge politie beambte lachte en zet, dat stad gedaan moesten worden, logeerde gen, die hij bij zijn zuster had kiiniisii
ook schelen. Hij kreeg er een boel geld zulke dingen in werkel^kheid zeer ge- mijnheer Fogens altijd in bet hotel, waar doorbrengen. Hij ging echter
me* en had een prettig dagje. Het dtmr- vaarlijk waren Kees was en zelfs had Kees al eens 'n fuifjes met andere artisten, naar voor-
d» echter wel drie weken voor Kees Maar de straf volgde op t kwaad en rol gespeeld in 'n filmopname, die fn een stellingen in theatera*sp restaurant waar
weer een vrij dagje kreeg. het spreekwoord „Zoo gewonnen, zo< restaurant speelde Toen had Kees, als veel geld werd uitgegeven. Het spreekt
Ditmaal moest hij het pakje geven aan geronnen." was ook hier van toepassing, kellner een dief, die in dat restaurant zat vanzelf dat Kees ook keurig gekleed tin»
een dame, die op het perron haar para- Toen Kees op een avond zijn spaarpot aan vervolging van de politiedienaren en
plui liet vellen. Hij moest die dsn zeer rilde bijvullen, bemerkte hij dat al zijn moeten onttrekken en de jongen had zoo na
het geld weg was. Tranen van schrik spron- goed gespeeld, dat de heer Fogens vol op zijn spaarbankboekje wee bijgeech^
2en bem in de oogen en hij stormde de lof over hem was en hem voorstekte lid ven.
Een derden keer ging hij naar Zevenaar, trappen af. naar de keuken, waar Trine van zijn gezelschap te worden. Kses was Was den jongen even thuis, <1m
waar een soldaat hem om vuur voor zifci juist de lichten wilde uitdraaien or ook echter tevreden met zim werkkring en hij zijn kort bezoek te Inninsu gntdini*