Noord-Hollandsch
Dagblad.
.1
3_
I
Alkmaar.
DERDE BLAD.
Vrijdag 2 Mei 1124.
Ingezonden Mededeellngen.
i
a
nieuw!
S
MET GECONF'JTE VRUCHTEN
c.
Voor het heiligdom van
Eerherstel.
- ^1 i l
■W 1
SPORT EN SPEL.
voetbal
E.D.W.—O.D.E.
Uit de geschiedenis van
Uitgeest.
xxn.
---u.-srsWwa i
e. verdrag;
s r
H.
1.—
2500.77
a.
de uitgaven
nieuw!
i
2476.77
12.50
de
en
te
1.—
6—
ver-
’astoor
2J5O
1.—
d.
zoogenaem-
grutter of
bezigtigen.
ir ri
R—-T-,-. --
2e Lijst onder bescherming van den
Antenius.
armenwezen te Uitgeest.
14) Groot-Placaetboek:
188
15) Bijdr. v. Hdl. XIX, blz. 323-324.
16) Groot-Placaetboek: dl. IX, blz. 101.
DIENSTPLICHT;
De Burgemeester brengt ter algemee-
ne kennis, dat omtrent de aanrvage om
vrijstelling van den dienstplicht wegens
rsoon. de uitspraak
ter zijn naam ver-
Totaal
Pr8. De premie is ten deel gevallen aan
deu royalen rentenier.
Om aan het leven van Paus Pius X, den
Paus van de Kindercommunio en de veel
vuldige dagelijksche H. Communie, den Paus
der Eucharistie, meer bekendheid te geven,
stellen wy opnieuw als premie het leven v.
Paus Pius X in prachtband voor dengene
die er 2600 van maakt
Vorig bedrag
Comité van Actie
Ter eere van den H. AnUciius
voor een goede gezondheid
Ter eere v. d. H. Antonius
N. N. voor volkomen herstel
van gezondheid
N. N. uit. dankbaarheid voor den
goeden afloop van een ongeval
X. N. bjj het ontvangen van rente
DE N. V. B.-WEDSTRIJDEN
VOOR ZONDAG.
Afdeeling I.
Ie klasse.
DF.C.-H.F.C.
Promotatiewedstrijd 2e klasse
Hitversum—E. D.O.
2e klasse B.
O.S.V.-Sloterdijk.
Steeds VoorwaartsD.W.V.
3e klasse C.
Rapiditas—Neerlandia.
Swift—Zaanlandia.
Afdeeling U
le klasse.
A.S.C—H.B.S.
Afdeeling IV.
le klasse.
Willem II—Alliance.
Eindhoven—B.V.V.
•DO.S.K.Q.— M.V.V.
Dp den 7en Nov. 1773 werd door pastoor
Theodoras Cornelia Dekker voor het eerst
in zyn nieuwe Statio te Uitgqest gedoopt.
Vjjf-en- twin tig jareu, van 17481773 had
by het geestelijk bestuur gevoerd in de Star
tie Mcdcmblik, en op zulke wyze, dat zjjn
kerkelyke overheid, in haar missieverslag
van 1758, hem als „goed” en „ijverig”
meldde', vir bonus et relosus 10). Pi
Dekker, die te Langendjjk werd geboren,
bleef te Uitgeest tot 1792, toen op den 25en
Juni de dood hem blijkbaar plotseling trof,
want nog op dien dag, zjju sterfdag, was
door hem met eigen hand een doopsel inge
schreven.
Deu 6en Dec. 1791 schreef pastoor Dek
ker aan den aartspriester Ten Hulscher, dat
hij wegens het vertrek van kapelaan Rigt
naar Kudelstaart „ongenoegen dugtte in
zijne Gemeente" 11); vandaar dat den 21en
Dec. 1791 kapelaan Koster ter assistentie
Van den bejaarden pastoor naar Uitgeest
gezonden werd.
Tijdens het pastoraat van pastoor Dek
ker werden, op het einde der 18e eeuw, de
zoo gehate recognitie-gelden afgeechaft.
Ook hier heerschte een patriottische geest
onder de bevolking tegen den Stadhouder
Willem V werden allerlei oproerige geschrif
ten verspreid. Met den val der Republiek
zoo heette het zou een tijdvak aanbre
ken, waarin alle burgers van hetzelfde va
derland, gelyke rechten zouden genieten,
zoo burgerlijke ais kerkelyke. Alleen reeds
het feit, dat de katholieken in het voorjaar
van 1784 aan de Hoogmogende Staten een
fekest konden en durfden zenden, waarin
opheffing en afschaffing dier geldafpersin
gen gevraagd werd, wijst op toestanden,
welke tot dusver in de republiek niet be
kend waren. Invloed echter heeft dit rekest
op de Hoogmogende Staten niet gehad: het
werd voor kennisgeving aangenomen.
Een beter verloop had een tweede rekest,
dat den 16en Febr. 1786 door de katholie
ken by de Hoogmogende Staten werd inge
diend, en waarin opnieuw op afschaffing der
afpersingen van den kant der ambtenaren
werd aangedrongen. Den 18en Maart 1786
werd immers tot opheffing der admissie- en
bienvenue-gelden besloten, omdat 12) „vol
gens de regelen van eene gezonde staat
kunde, in een vrye republicq, geen ingezee-
tenen behooren te worden gecoustringeert,
Willem Fox, een veel-voorkómende fa
milienaam onder de geestelijkheid van het
Hollandsche Kerkdistrict 1), was Amster
dammer van geboorte en sinds Juli 1733 tot
in het laatste vierendeel van het jaar 1773
pastoor van Uitgeest. Als een „uitstekende
en bekwame zieleherder” wordt hij door zijn
Kerkelyke Overheid geroemd 2). Bij zijn
vriend Pastoor Top, te Oudorp werden zjjn
laatste levensdagen in ruste doorgebracht,
waar hij ook op het einde van 1775 over
leden is 3).
In het archief der parochie Uitgeest be
rust een rekenboek, dat den 31 en Juli 1765.
aanvangt, en geregeld doorloopt tot het
Jaar 1824, waarna nog enkele losse aantee-
kenüigcu volgen betreffende Pastoor De
Wit en het „afgeven van twee zakken ,zes-
talfte ter verwisseling aan den ontfanger" 4)
Dat rekenboek levert een nauwkeurig over
zicht der uitgaven en inkomsten gedurende
de laatste jaren van het herderlijk bestuur
van Pastoor Fox.
In die onveranderlyke jaarlijks terugkee-
rende posten van „uitgaaf en invang" ligt
een zekere eentonigheid. De „invang”
spreekt altyd van een driemaandelijks ge
heven kerkegeld, van vrye giften in de of-
ferbtuseu, van huurpennigen van huizen
en landeryen, waarbij afzonderlijk een
„weijtje in Limmen” genoemd wordt. Eenl-
ge afwisseling brengt de post „van banken
en stoelen geit”, welke tegen het einde der
18e eeuw voor het eerst voorkomt. Zou hier
het begin liggen onzer thans algemeen be
kende plaatsengelden? Inderdaad het heffen
van plaatsenge.lden, volgens een kerkelyk
goedgekeurd reglement, levert voor een
kerkbestuur een der beste middelen,jam een
ieder naar gelde! yke draagkracht en per
soonlijke gezindheid, voor het onderhoud,
zoo der geestelijkheid als der kerkelyko
gebouwen te laten bijdragen. Zoolang de
eenheid verloren blijft tusschen kerk en
staat, zal noodgedwongen iedere katholiek
zich by dezen maatregel dienen neer te leg
gen, hoezeer hem dit ook moge bedroeven,
want wie zal het tegenspreken vasto
stoelen en banken plegen aan de schoon
heid onzer hedendaagsche kerken buiten
kyf afbreuk te doen.
Beschamend zyn voor ons de uitgaven
welke voor het onderhoud van kerk en pas
torie gedaan werden. Eén ton teer van
8.30, door Jan Berkhout voor 4 gulden
uitgestreken, was jaarlyks voldoende om ’t
getimmerte in goedbn staat te houden! En
wat zjjn de posten leerzaam der viermaal
*n bet jaar terugkeerende recognitie-gelden
welke geofferd werden aan den baljuw voor
w bet onjre&toorde uitoe,eren van deu irods-
om voor de oefening van zyne godsdienst,
zeekere somme van penningen, veelal naar
willekeur van sómmige bauluwen te beta
len." Toch was die „gezonde staatkunde”
niet by machte zich zoo hoog te verheffen,
dat ook de recognitie-gelden werden afge-
schaft deze bleven gehandhaafd „alsmede
de verschuldige achterstallen.”
Ondertusscben bleven de katholieken op
afschaffing dier gelden aandringen de aarts
priester Meijlink leverde daarby de behulp
zame hand. Aan verschillende Staties van
zyn kerkdistrict had hij een aantal vragen
toet
druj
zou
ae beiangen van den dienst hei wenscheljk
maken haar niet to verleenen.
Het verdient bijzondere aandacht, dat
vergoeding wegens kostwinnerschap voor
het verblijf onder de wapenen slechts by uit-
zondering wordt toegekend, namelijk alleen
in het geval, dat de behoefte daaraan eerst
ty'dens den duur der eerste oefening ont
staat of wanneer de belangen van den dienst
in ander opzicht niet toelaten den ingeljjf-
den kostwinner vry te stellen.
N.B. Vrijstelling wegens kostwinnerschap
wordt aanvankelijk één of meermalen voor
een bepaalden duur verleend. Is de vrijstel
ling reeds voor een gezamenlyken duur van
ten minste vier jaar verleend en blykt de
grond voor de vrijstelling bij een daarna te
nemen beslissing nog aanwezig, dan wordt
de vrijstelling nog niet voorgoed verleend.
Zoolang de vrijstelling nog niet voorgoed
verleend is, kan zy worden ingetrokken,
als blykt grond veer de vrysteiling niet
meer bestaat.
PERSOONLIJKE ONMISBAARHEID.
Vrijstelling wegens persoonlijke onmis
baarheid wordt verleend aan hem, wiens
aanwezigheid noodzakelijk is voor de in
standhouding der middelen van bestaan van
personen, als hiervoor mot betrekking tot
kostwinners onder lettors a—e zyn vermeld.
Wat hierboven onder N.B. staat, geldt
ook voor- deze reden van vrijstelling.
GEESTELIJKEN ENZ.
Vrijstelling wordt verleend:
a. aan den geestelijke, den bedienaar van
den godsdienst, den zcndeling-leeraar, den
broeder-diaken van een godsdienstige ver-
eeniging en den roomsoh-katholieken orde
broeder;
b. aan den student in dc godgeleerdheid
en den zendeling-kweekeling. die tot gees
telijke, tot bedienaar van den godsdienst of
tot zendeling-leeraar wordt opgeleid, en
aan den proefbroeder, die tot broeder-diaken
van een godsdienstige vereeniging wordt
opgeleid.
Wie geacht wordt een dezer hoedanighe
den te bezitten, is omschreven in een twee
tal tabellen, die belanghebbenden ter Se
cretary dezer Gemeente kunnen raadplegen
De vrijstelling kan ook worden verleend
indien de ingeschrevene verkeert in een
geval, dat met een der in de tabellen om
schreven gevallen kan worden gelijkgesteld.
Tot het aanvragen van de hier bedoelde
vrijstelling moet bij den Burgepieester wot-
den ingeleverd een verklaring waaruit blijkt,
dat de ingeschrevene verkeert In een der
gevallen in de tabellen omschreven, of in
een daarmee overeenkomend geval.
De hierbedoelde vrijstelling wordt aan
vankelijk één of meermalen voor een be
paalden duur verleend. Is de vrijstelling
reed# voor een gezamenlyken duur van ten
minste vier jaren verleend cn blykt de grond
voor vrijstelling bij een daarna te nemen be
slissing nog aanwezig, dan wordt de vrij
stelling voor goed verleend. De vrijstelling
houdt op te gelden, zoodra de vrjjgesfeldo
ophoudt te verkeeren in het geval, waarop
de vrijstelling gegrond was.
VERDRAG.
Vrijstelling wegens verdrag wordt ver
leend aan hem, die blykt ingevolge een ver
drag met een vreemden Staat niet tot krijgs
dienst verplicht te zijn.
BIJZONDERE GEVALLEN.
Wat als een bijzonder geval wordt aange
merkt,'staat ter beoordeeling van den Mi
nister.
de Gecom. Raden in ’s-Hago om alle die
Hecren pricsteren en kerkmeesteren, die
voor de finale afschaffingo der recognitie
gelden nog eenige penningen ten agteren
gebleven waren, en die, schoon voor een
tyd gesurcheert, egter volgens een resolutie
van hun Ed. Gr. Mog. betaald moeten wor
den, aan to manen, om hunne agterstallige
penningen te voldoen, met deze matiging
nogtans, dat, dewijl bovengemelde Heer,
volgens hetgeen ik d’ eer had Zijn Ed. onder
het oog te brengen, grondig bezette, dit een
drukkende last voor veele gemeenten» te
zullen zijn, bijaldien voornoemde betalinge
terstond en op eenmaal geschieden moest„
zyn Ed. mij heeft voorgedragen, om een
vasten termijn te bepalen, binnen welken
voornoemde Heeren priestcren of kerkmees
teren zig verbinden zouden, om de genoem
de agterstallige penningen af te doen. Hier
om is myn verzoek, dat U aan de onder-
hoorige priesteren van uw district een tijd
bepale en opgeve binnen welken hunne
kerkmeesteren deese gelden beloven te vol
doen, opdat ik aan den Heer Royer verslag
deeser zaak kan doen, hetgeen mij van Zijn
HoogEd. verzogt Is.”
En toen de recognitie-gelden tot het ver
leden behoorden, werd van Staatswege den
6eu Nov. 1788 aan de baljuwen eene toe
lage verleend 15), „tot die soirimen, welke
deselven zullen kunnen aantoonen zedert
tien jaaren te hebben genoten.”
J. C. VAN DER LOOS.
1) Archief van Utrecht: dl. H, blz. 159; id.
dl. VIII, blz. 334; id. dl. IX, blx. 288, 352;
id. dl. XV, blz. 6; id. dl. XIX, blz. 15, ’SOI
id. dl. XLIV, blz. 277—278.
2) Archief van Utrecht: dl. till, blz. 345.
3) Bijdr. v. H.: dl. XH, blz. 446, noot 1.
4) Ze-dehalf: een destijds in onbruik ge
raakte munt, ter waarde van 5J4 stuiver.
5) Verspreide geschriften: ’s-Gravenhage,
Martinos Nijhoff, 1901. dl. III, blz. 280.
6) Duit: een oude koperen munt; het
achtste deel van een stuiver. Volgens een
rekening van 1767 werd een hoeveelheid
„afgesette duyten en afgese.tte stuyvers ver-
koft,” als zjjnde buiten gebruik gesteld.
7) Groot-Placaetboek: dl. VIII, blz. 299.
8) Bijdr. v. H.: dl. XXVI, blz. 303
9) Onze Jan de Boer bedoelt zeker de»
bliksem.
10) Archief v. Utr.: blz. 99, 126, 352.
11) Bydr. v. H.: dl. XLT, blz. 439.
12) Groot-Placaetboek: dl. IX, blz. 185.
13) Op deze regeling kom ik later terug
by het bespreken der geschiedenis van het
dl. IX, blz. 187—
macht, bii de zeemacht of bii de over-
zeesche weermacht Onder broeder
wordt Verstaan de wettige broeder of
wettige halfbroeder.
Alsbroederdienst komt slechts in aan
merking de dienst van den broeder, die:
a. gedurende ten minste vijf en een
halve maand de maand op 30 dagen
gerekend in werkelijken dienst is
geweest of. indien hij als dienstplichtige
een eerste oefening' van korteren duur
te vervullen had, deze oefening .heeft
volbracht; i
b. militair pensioen geniet of heeft
genoten:
Met den dienst, door een broeder
Vervuld, wordt gelijkgesteld de dienst
vervuld door een ingevolge de wet voor
den broeder .gestelden plaatsvervanger
bh de miljtie. i
Indien twee of meer broeders voor
eenzelfde lichting tot gewoon dienst
plichtige bestemd zijn, wordt tenzii zü
onderling anders overeenkomen, do
oudste hunner en bii-gelijken ouderdom,
hit die het eerst in het alphabetisch
register werd vermeld, beschouwd als
degeen, wiens dienst zoo deze vol
doet aan hetgeen in hei tweede lid is
bepaald recht op vrijstelling voor de
anderen oplevert.
Te allen overvloede wordt nog opge
merkt. dat hij, die nog geen recht qp
vrijstelling jvegens brpeeferdienst heeft,
doordat de dienstplichtige of vrijwillig
dienende broeder nog niet, of nog niet
lang genoeg in werkelijken dienst is ge
weest, alsnog vrijstelling kan aanvragen
binnen 14 dagen nadat de voor broeder-
dienst verejsente werkelijke dienst is vol
bracht. Hij, voor wien na den gewonen
tijd recht QP vrijstelling ontstaat, door-
dat een broeder militair pensioen ver
krijgt of gedurende zijn werkelijken
dienst komt te overlijden, kan eveneens
vrijstelling aanvragen binnen 14 dagen
nadat dit geval zich voordoet (een en
ander gekit alleen voor hen, die voor
de ingeschrevene als gewoon dienst-
de ingeschrevene als gewone dienst
plichtige zou moeten worden ingelijfd,
voordat de dienst van den broeder vol
doende is voor vrijstelfting, of voor
dat de vereischte stukken kunnen wor
den overgelegd, zal in den tegel aan den
ingeschrevene, als deze het te zijner
tijd vraagt, uitstel van de eersie oefening
worden verleend in afwachting van de
aan te vragen vrijstellingi
KOSTWINNERS.
Vrijstelling wegens kostwinnerschap
wordt verleend aan hen, door wiens
verblijf in werkelijken dienst voor eer
ste oefening voldoende middelen tot
levensonderhoud aan andere personen
ontbreken of zouden komen te ontbre
ken. Onder deze personen worden uit
sluitend begrepen:
a. de echtgenoote van den ingeschre
vene;
b. zijn bloed- en aanverwanten in de
rechte linie;
c. zijn ander ebloed- en aanverwanten
in den tweeden graad;
d. zijn pleegouders
e. degenen, in wier onderhoud de inge
schrevene ingevolge rechterlijk vonnis moet
voorzien.
Geldt het iemand, die reeds is iugelyfd,
dan wordt de vrijstelling niet verleend, zoo
Afdeeling V.
Ia
Vellocitas—Veendam. T
DRUKKERIJ „ONS* BLAD”.
Hofplein Alkmaar,
Tek on 433 en 63X
Ondertrouwkaarten
MODELBOEK TER INZAGE
SPOEDIGE LEVERING
gezonden, waaruit het even hatelijke al»
ikende karakter der recognitie-gelden
blijken. Die vragen waren vier in ge
tal. Hoe groot is het getal communicanten,
die iets voor het onderhoud der Statie kun
nen bijdragen? Hoeveel recognitie-geld moet
jaarlijks worden opgebracht? Drukken dio
vorderingen zwaar op de gemeente? Is zij
daarby achterstallig gebleven? Op die vra
gen werd, behoudens door een twintigtal
anderen, ook door Pastoor Dekker, geant
woord met het volgende briefje:
„Dese dient tot een kort antwoord, dat
bet getal communicanten bedraagt 200. Het
recognitie-geld is 75 gulden en daarby ver
zoeken de dienaars nog rokkegcld. 't Is wel
zeker, dat mijne Gemeente onmagtig is,
want zy komen alle jaren tekort. Daarby
moeten zy een derde geven voor de catho-
lyke armen, en dat was nog dese maand
voor een half jaar 100 en in de 60 gulden,
zonder ooit de minste rekenschap te
doen. 12)
Op den 25en Januari 1789 werden de reJ
oognitie-gelden afgeechaft, doch onder voor
waarde, „dat de Roomache ingesetenen en
de besorgers van de Roomsche kerken ver-
pligt zouden zyn, om de agsterstallen der
recognitiën tot dato deser aan de respective
bailluwen en officieren te voldoen 13). Een
houding welke voor ons landsbestuur uit de
18e eeuw even beschamend is als bedroe
vend. Toch rekende de aartspriester Meij
link het zich ten plicht, voor het opheffen
der ergerlijke knevelarijen tegenover
katholieken den Staten van Holland
West-Friesland .,ootmoedigl|jk” dank
zeggen 14).
Sacra auri fames: de vervloekte goud
dorst bleef den ambtenaren bij; zelfs schaam
den zy zich niet bij den aartspriester Ten
Hulscher op afdoening der achterstallige re
cognitie-gelden van de Roomsche kerken
aan te dringen; zij zouden er vrede mee ne
men, indien priesters of kerkmeesters zich
verbonden binnen een bepaalden termijn de
achterstallige penningen te voldoen.
En waarlijk bij schrijven van 25 Jan. 1788
werd hun verzoek door den vredelievenden
Ten Hulscher aan de geestelijkheid van zijn
district overgebracht en aanbevolen.
„Nog ben ik aahgezogt door den Hr.
Royer, Secretaris van hun Ed. Grootmogen
de Voor den dienstplicht ingeschreven
is. Hij moet dan binnen den tijd, hier
na vermeld, ter secretarie van de ge
meente mondei ling aanvragen de noodi-
ge bewijsstukken op te maken of zoo
danige srtukken inleveren, een en ander
zooals hierna nader is aangegeven.
De burgemeester zorgt, dat de stuk
ken worden gezonden aan den auto-
riteit, ie over het verleenen van vrij
stelling heeft te beslsisen.
Voor zooveel broederd'enst en geeste
lijken enz. betreft, moet de vrijstelling
worden aangevraagd tusschen 16 en 31,
Mei van het jaar, waarin het inschrij
vingsregister is gesloten. Voor zooveel
kostwinnerschap en persoonlijke onmis
baarheid betreft, moet de vrijstelling
worden aangevraagd in October van
het jaar, waarin de ingeschrevene heeft
geloot 1
Ontstaat het recht op vrijstelling na
16 Mei of na 16 October, dan moet de
aanvraag geschieden binnen 14 dagen
nadat dit recht is ontstaan.
Tot het aanvragen van vrijstelling we
gens broederdienst zal een speciale zit
ting worden gehouden ten Stadhuize,
afd. Militaire Zaken, en wel op Vrijdag
16 Mei 1924, tusschen 9 en 12 en 2 en
4 uur; andere dagen (behalve Zondags)
tusschen 101/» uur v.m. en 1 uur n.m.
Bij .het aanvragen van vrijstelling we
gens broederdienst moeten door de
zorg van den belanghebbende tegen
woordig.zijn twee getuigen, die meerder
jarige mannelijke personen moeten zijn
van wie kffn worden aangenomen., dat
Zii met het gezin, waartoe de ingeschre
vene behoort, voldoende bekena ziin.
Van elke aanvraag' om vrijstelling
wordt terstond een bewiis afgegeven
aan den persoon, die de aanvraag doet.
BESLISSING OMTRENT VRIJ
STELLING!
Omtrent vrijstelling wegens broeder
dienst wordt beslist door Gedeputeerde
Staten. Omtrent vrijstelling wegens een
andere reden wordt beslist door d. Min.
van Oorlog, of .als het iemand betreft,
die voor de zeemacht bestemd of bii <je
zeemacht ingelijfd is, door den Minister
dienst!
Hoe is het mogelyk dat bij een vrijheid
lievend volk als het onze, zulke toestanden
tot aan den val van de Republiek konden
voortduren?
Het offeren van recognitie-gelden ot
hoe ook genaamd ’t. was een misbruik,
dat tegen de plakkaten inging en onwettig
was. „Een katholieke gemeente, zegt
Fruiu 5), abonneerde zich, om het zoo eens
uit to drukken, bij den schout der plaats;
zy betaalde hem een ronde som, om daar
voor een gansch jaar lang straffeloos de
plakkaten te mogen overtreden. De Staten
droegen er kennis van; zij verboden het
ook, maar deden niets om het te verhin
deren.’*
Ook do lagere burgerlyko ambtenaren be
dacht het kerkbestuur in zyn gedwongen
mildheid. Trouw geeft het aau de „dinaars”
de politie zouden wy thans zeggen en
aau „do bode” de gemeentebode „een
paasduyt” 6), „kermisgelt” en op het einde
des jaars „een almenak”. Nimmer ontbreekt
„het rokkcgelt”: alle zoovele uitgaven, wel
ke de katholieke Gemeente jaarlyks be
zwaarden. Was het wonder, dat de rekenin
gen der kerkfabriek, door het heffen dier
belastingen, meermalen een aanmerkelijk
tekort te boeken hadden?
Reeds in 1753 was men met het betalen
der recognitie-gelden „agterlyk" gebleven,
zoodat „de opzienders van de Roomsche
Statiën”, waaronder ook Uitgeest behoorde,
gelast werden om aanstonds te betalen, wijl
anders hunne kerken gesloten zouden wor
den cn gesloten blijven, totdat ..contente-
ment” gegeven was 7).
Onder het bestuur van pastoor Fox valt
het merkwaardige verhaal, door Jan do
Boer, een eenvoudigen Amsterdamschen bur
german, in zyn nagelaten aanteekeningen
op de gebeurtenissen zyner dagen medege
deeld omtrent een wonderbaar kruisbeeld te
Uitgeest. Maandag 28 Aug. 1758 8) riepen ze
van een wonderboom langs de straat, van
een krusifix, hetwelke in een esschenboom
op H. Kruisvindingdag (3 Mei) laatst tot
Uitgeest ontdekt was; hieraan is thans veel
ophef in deze stadt onder de eenvoudige
lieden, dewelke het hier in den
den Jordaan by een zeekeren grul
koinmenijbouder hebben gaan nezio o
Ik hebbe er verschyden, die hetzelve gezien
hadden, gesproken, en onder anderen een
Roomsch priester, dewelke er aldus over re
deneerden. Het kruis is swartachtig van
koleur en vertoont zig bjj een harde knoest,
ter wederzijden van het doorkloofde hout,
dog in het eene stuk wat swarter dan in t
andere. „Het is zeldzaam”, zeide hy, „en
wat er eigentljjk de oorzaak van is, weet ik
niet, maar zoude van gevoelen weezen, dat
dewjjle de donder 9) veel zeldzame uitwer
kingen heeft, geljjk door ondervindingen ge
noegzaam bekent is: dc-ze beeltenis en door
BEROER.
Tegen elke omtrent vrijstelling ge
dane uitspraak slaat beroep open oii de
Koningin. Hieromtrent worden nadere
mededeelingen gedaan b de bekend
making van de ui spraken.
BROEDERDIENST.
Bii de Dienstplichtwet is als beginsel
aangenomen, dat uit ieder gezin niet
meer dan één zoon behoeft te dienen.
Het kan echter gebeuren, dat door het
verleenen van vrijstellingen, door afkeu
ring enz. niet genoeg personen overblii-
ven om tot «.“woon dienstplichtige be
stemd te worden. In dat geval kunnen
ook de voorioopig vrijgestelden, voor
zoover noodig, tot gewoon dienstplich
tige worden bestemd. Voorioopig vrü-
gestekf worden in het algemeen die
genen, die behooren tot een getal broe-
deips, waarvan de helft, of bii een on
even getal de kleinste helft nog niet
gediend heeft, noc'; rot gewoon dienst
plichtige bestemd is.
Vrijstelling wegens broederdienst
wordt verleend aan den ingeschrevene,
wiens broeder gediend heeft bij de Land-
persoonlijke onmisbaarheid;
het bekleeden van een geestelijk
ot een godsdiensiig-menschlievendambt
ot opleiding tot zoodanig ambt
f. aanwezigheid van een bijzonder
geval.
In verschillende artikelen der wet is
geregeld wat als zulk een reden van
vrijstelling in aanmerking komt. Hei
voornaamste van de daaromtrent be
staande bepalingen wordt hieronder
voor elke reden afzonderlijk vermekL
De vrijstelling, verleend om een der
onder a, b en c genoemde redenen,
Leidt niet in £yvat van oorlqg. ooékgs-
gevaar of andcre bmtengewone oms an-
digheden. Hetzelfde kan ook van toe-
Dassi ng worden verkliaard op de vrijstel
ling, verleend om de onder f genoemde
reden.
AANVRAGEN VAN VRIJSTELLING.
Wie vrijstelling wenscht aan te vra
gen, moet zich daartoe in den regel
wenden tot den burgemeester van de
gemeente, voor welke de belangihebben-
dezelve waarschyulyk op die harde knots
van ’t hout zal ingekouien zyn, te meer, om
dat het kruis, hetwelke van eeu nette ge
daante en teekeuing is, verre bezjjde het
hart van den boom, gevonden wordt.”
Wy gunnen het beeld by den grutter in
den Jordaan en het getuigeuis, vau wie er
over spreken, met den Roomschen priester
incluis, dé waardeerendo belangstelling,
welke Jan de Boer, de eerzame chroniek-
schrijver. daaraan geschonken heeft.
kostwinnerschap betreffende den hier
onder genoemden
is geschied, als ai
meld
Hendriks, F. Lichting 1924. Voor 1
jaar vrijgesteld.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien
dagen na den dag dezer bekendmaking
in beroep worden gekomen door:
a. den ingeschrevene, wien de uit
spraak geldt, of door diens wettigen
vertegenwoordiger
b. door elk der overige voor deze
deze gemeente voor dezelfde lichting
ingesenreven personen of diens wetti
gen vertegenwoordiger.
Het verzoekschrift, daartoe aan de
Koningin te richten, moet met redenen
zijn omkleed en worden ingediend bit
den Burgemeester, ter Secretarie dezer
gemeente, Afdeeling Militaire Zaken,
die voor de doorzending zorgt.
VRIJSTELLING VAN DEN
DIENSTPLICHT.
De Burgemeester brengit het volgende
ter kennis van belanghebbenden
De Dienstplichtwet vermeldt zes rede
nen van vrijstelling, te weten:
broederschap; van Marin^-
b. kostwinnerschap;