Noord-Hollandsch Dagblad. .1 3_ I Alkmaar. DERDE BLAD. Vrijdag 2 Mei 1124. Ingezonden Mededeellngen. i a nieuw! S MET GECONF'JTE VRUCHTEN c. Voor het heiligdom van Eerherstel. - ^1 i l ■W 1 SPORT EN SPEL. voetbal E.D.W.—O.D.E. Uit de geschiedenis van Uitgeest. xxn. ---u.-srsWwa i e. verdrag; s r H. 1.— 2500.77 a. de uitgaven nieuw! i 2476.77 12.50 de en te 1.— 6— ver- ’astoor 2J5O 1.— d. zoogenaem- grutter of bezigtigen. ir ri R—-T-,-. -- 2e Lijst onder bescherming van den Antenius. armenwezen te Uitgeest. 14) Groot-Placaetboek: 188 15) Bijdr. v. Hdl. XIX, blz. 323-324. 16) Groot-Placaetboek: dl. IX, blz. 101. DIENSTPLICHT; De Burgemeester brengt ter algemee- ne kennis, dat omtrent de aanrvage om vrijstelling van den dienstplicht wegens rsoon. de uitspraak ter zijn naam ver- Totaal Pr8. De premie is ten deel gevallen aan deu royalen rentenier. Om aan het leven van Paus Pius X, den Paus van de Kindercommunio en de veel vuldige dagelijksche H. Communie, den Paus der Eucharistie, meer bekendheid te geven, stellen wy opnieuw als premie het leven v. Paus Pius X in prachtband voor dengene die er 2600 van maakt Vorig bedrag Comité van Actie Ter eere van den H. AnUciius voor een goede gezondheid Ter eere v. d. H. Antonius N. N. voor volkomen herstel van gezondheid N. N. uit. dankbaarheid voor den goeden afloop van een ongeval X. N. bjj het ontvangen van rente DE N. V. B.-WEDSTRIJDEN VOOR ZONDAG. Afdeeling I. Ie klasse. DF.C.-H.F.C. Promotatiewedstrijd 2e klasse Hitversum—E. D.O. 2e klasse B. O.S.V.-Sloterdijk. Steeds VoorwaartsD.W.V. 3e klasse C. Rapiditas—Neerlandia. Swift—Zaanlandia. Afdeeling U le klasse. A.S.C—H.B.S. Afdeeling IV. le klasse. Willem II—Alliance. Eindhoven—B.V.V. •DO.S.K.Q.— M.V.V. Dp den 7en Nov. 1773 werd door pastoor Theodoras Cornelia Dekker voor het eerst in zyn nieuwe Statio te Uitgqest gedoopt. Vjjf-en- twin tig jareu, van 17481773 had by het geestelijk bestuur gevoerd in de Star tie Mcdcmblik, en op zulke wyze, dat zjjn kerkelyke overheid, in haar missieverslag van 1758, hem als „goed” en „ijverig” meldde', vir bonus et relosus 10). Pi Dekker, die te Langendjjk werd geboren, bleef te Uitgeest tot 1792, toen op den 25en Juni de dood hem blijkbaar plotseling trof, want nog op dien dag, zjju sterfdag, was door hem met eigen hand een doopsel inge schreven. Deu 6en Dec. 1791 schreef pastoor Dek ker aan den aartspriester Ten Hulscher, dat hij wegens het vertrek van kapelaan Rigt naar Kudelstaart „ongenoegen dugtte in zijne Gemeente" 11); vandaar dat den 21en Dec. 1791 kapelaan Koster ter assistentie Van den bejaarden pastoor naar Uitgeest gezonden werd. Tijdens het pastoraat van pastoor Dek ker werden, op het einde der 18e eeuw, de zoo gehate recognitie-gelden afgeechaft. Ook hier heerschte een patriottische geest onder de bevolking tegen den Stadhouder Willem V werden allerlei oproerige geschrif ten verspreid. Met den val der Republiek zoo heette het zou een tijdvak aanbre ken, waarin alle burgers van hetzelfde va derland, gelyke rechten zouden genieten, zoo burgerlijke ais kerkelyke. Alleen reeds het feit, dat de katholieken in het voorjaar van 1784 aan de Hoogmogende Staten een fekest konden en durfden zenden, waarin opheffing en afschaffing dier geldafpersin gen gevraagd werd, wijst op toestanden, welke tot dusver in de republiek niet be kend waren. Invloed echter heeft dit rekest op de Hoogmogende Staten niet gehad: het werd voor kennisgeving aangenomen. Een beter verloop had een tweede rekest, dat den 16en Febr. 1786 door de katholie ken by de Hoogmogende Staten werd inge diend, en waarin opnieuw op afschaffing der afpersingen van den kant der ambtenaren werd aangedrongen. Den 18en Maart 1786 werd immers tot opheffing der admissie- en bienvenue-gelden besloten, omdat 12) „vol gens de regelen van eene gezonde staat kunde, in een vrye republicq, geen ingezee- tenen behooren te worden gecoustringeert, Willem Fox, een veel-voorkómende fa milienaam onder de geestelijkheid van het Hollandsche Kerkdistrict 1), was Amster dammer van geboorte en sinds Juli 1733 tot in het laatste vierendeel van het jaar 1773 pastoor van Uitgeest. Als een „uitstekende en bekwame zieleherder” wordt hij door zijn Kerkelyke Overheid geroemd 2). Bij zijn vriend Pastoor Top, te Oudorp werden zjjn laatste levensdagen in ruste doorgebracht, waar hij ook op het einde van 1775 over leden is 3). In het archief der parochie Uitgeest be rust een rekenboek, dat den 31 en Juli 1765. aanvangt, en geregeld doorloopt tot het Jaar 1824, waarna nog enkele losse aantee- kenüigcu volgen betreffende Pastoor De Wit en het „afgeven van twee zakken ,zes- talfte ter verwisseling aan den ontfanger" 4) Dat rekenboek levert een nauwkeurig over zicht der uitgaven en inkomsten gedurende de laatste jaren van het herderlijk bestuur van Pastoor Fox. In die onveranderlyke jaarlijks terugkee- rende posten van „uitgaaf en invang" ligt een zekere eentonigheid. De „invang” spreekt altyd van een driemaandelijks ge heven kerkegeld, van vrye giften in de of- ferbtuseu, van huurpennigen van huizen en landeryen, waarbij afzonderlijk een „weijtje in Limmen” genoemd wordt. Eenl- ge afwisseling brengt de post „van banken en stoelen geit”, welke tegen het einde der 18e eeuw voor het eerst voorkomt. Zou hier het begin liggen onzer thans algemeen be kende plaatsengelden? Inderdaad het heffen van plaatsenge.lden, volgens een kerkelyk goedgekeurd reglement, levert voor een kerkbestuur een der beste middelen,jam een ieder naar gelde! yke draagkracht en per soonlijke gezindheid, voor het onderhoud, zoo der geestelijkheid als der kerkelyko gebouwen te laten bijdragen. Zoolang de eenheid verloren blijft tusschen kerk en staat, zal noodgedwongen iedere katholiek zich by dezen maatregel dienen neer te leg gen, hoezeer hem dit ook moge bedroeven, want wie zal het tegenspreken vasto stoelen en banken plegen aan de schoon heid onzer hedendaagsche kerken buiten kyf afbreuk te doen. Beschamend zyn voor ons de uitgaven welke voor het onderhoud van kerk en pas torie gedaan werden. Eén ton teer van 8.30, door Jan Berkhout voor 4 gulden uitgestreken, was jaarlyks voldoende om ’t getimmerte in goedbn staat te houden! En wat zjjn de posten leerzaam der viermaal *n bet jaar terugkeerende recognitie-gelden welke geofferd werden aan den baljuw voor w bet onjre&toorde uitoe,eren van deu irods- om voor de oefening van zyne godsdienst, zeekere somme van penningen, veelal naar willekeur van sómmige bauluwen te beta len." Toch was die „gezonde staatkunde” niet by machte zich zoo hoog te verheffen, dat ook de recognitie-gelden werden afge- schaft deze bleven gehandhaafd „alsmede de verschuldige achterstallen.” Ondertusscben bleven de katholieken op afschaffing dier gelden aandringen de aarts priester Meijlink leverde daarby de behulp zame hand. Aan verschillende Staties van zyn kerkdistrict had hij een aantal vragen toet druj zou ae beiangen van den dienst hei wenscheljk maken haar niet to verleenen. Het verdient bijzondere aandacht, dat vergoeding wegens kostwinnerschap voor het verblijf onder de wapenen slechts by uit- zondering wordt toegekend, namelijk alleen in het geval, dat de behoefte daaraan eerst ty'dens den duur der eerste oefening ont staat of wanneer de belangen van den dienst in ander opzicht niet toelaten den ingeljjf- den kostwinner vry te stellen. N.B. Vrijstelling wegens kostwinnerschap wordt aanvankelijk één of meermalen voor een bepaalden duur verleend. Is de vrijstel ling reeds voor een gezamenlyken duur van ten minste vier jaar verleend en blykt de grond voor de vrijstelling bij een daarna te nemen beslissing nog aanwezig, dan wordt de vrijstelling nog niet voorgoed verleend. Zoolang de vrijstelling nog niet voorgoed verleend is, kan zy worden ingetrokken, als blykt grond veer de vrysteiling niet meer bestaat. PERSOONLIJKE ONMISBAARHEID. Vrijstelling wegens persoonlijke onmis baarheid wordt verleend aan hem, wiens aanwezigheid noodzakelijk is voor de in standhouding der middelen van bestaan van personen, als hiervoor mot betrekking tot kostwinners onder lettors a—e zyn vermeld. Wat hierboven onder N.B. staat, geldt ook voor- deze reden van vrijstelling. GEESTELIJKEN ENZ. Vrijstelling wordt verleend: a. aan den geestelijke, den bedienaar van den godsdienst, den zcndeling-leeraar, den broeder-diaken van een godsdienstige ver- eeniging en den roomsoh-katholieken orde broeder; b. aan den student in dc godgeleerdheid en den zendeling-kweekeling. die tot gees telijke, tot bedienaar van den godsdienst of tot zendeling-leeraar wordt opgeleid, en aan den proefbroeder, die tot broeder-diaken van een godsdienstige vereeniging wordt opgeleid. Wie geacht wordt een dezer hoedanighe den te bezitten, is omschreven in een twee tal tabellen, die belanghebbenden ter Se cretary dezer Gemeente kunnen raadplegen De vrijstelling kan ook worden verleend indien de ingeschrevene verkeert in een geval, dat met een der in de tabellen om schreven gevallen kan worden gelijkgesteld. Tot het aanvragen van de hier bedoelde vrijstelling moet bij den Burgepieester wot- den ingeleverd een verklaring waaruit blijkt, dat de ingeschrevene verkeert In een der gevallen in de tabellen omschreven, of in een daarmee overeenkomend geval. De hierbedoelde vrijstelling wordt aan vankelijk één of meermalen voor een be paalden duur verleend. Is de vrijstelling reed# voor een gezamenlyken duur van ten minste vier jaren verleend cn blykt de grond voor vrijstelling bij een daarna te nemen be slissing nog aanwezig, dan wordt de vrij stelling voor goed verleend. De vrijstelling houdt op te gelden, zoodra de vrjjgesfeldo ophoudt te verkeeren in het geval, waarop de vrijstelling gegrond was. VERDRAG. Vrijstelling wegens verdrag wordt ver leend aan hem, die blykt ingevolge een ver drag met een vreemden Staat niet tot krijgs dienst verplicht te zijn. BIJZONDERE GEVALLEN. Wat als een bijzonder geval wordt aange merkt,'staat ter beoordeeling van den Mi nister. de Gecom. Raden in ’s-Hago om alle die Hecren pricsteren en kerkmeesteren, die voor de finale afschaffingo der recognitie gelden nog eenige penningen ten agteren gebleven waren, en die, schoon voor een tyd gesurcheert, egter volgens een resolutie van hun Ed. Gr. Mog. betaald moeten wor den, aan to manen, om hunne agterstallige penningen te voldoen, met deze matiging nogtans, dat, dewijl bovengemelde Heer, volgens hetgeen ik d’ eer had Zijn Ed. onder het oog te brengen, grondig bezette, dit een drukkende last voor veele gemeenten» te zullen zijn, bijaldien voornoemde betalinge terstond en op eenmaal geschieden moest„ zyn Ed. mij heeft voorgedragen, om een vasten termijn te bepalen, binnen welken voornoemde Heeren priestcren of kerkmees teren zig verbinden zouden, om de genoem de agterstallige penningen af te doen. Hier om is myn verzoek, dat U aan de onder- hoorige priesteren van uw district een tijd bepale en opgeve binnen welken hunne kerkmeesteren deese gelden beloven te vol doen, opdat ik aan den Heer Royer verslag deeser zaak kan doen, hetgeen mij van Zijn HoogEd. verzogt Is.” En toen de recognitie-gelden tot het ver leden behoorden, werd van Staatswege den 6eu Nov. 1788 aan de baljuwen eene toe lage verleend 15), „tot die soirimen, welke deselven zullen kunnen aantoonen zedert tien jaaren te hebben genoten.” J. C. VAN DER LOOS. 1) Archief van Utrecht: dl. H, blz. 159; id. dl. VIII, blz. 334; id. dl. IX, blx. 288, 352; id. dl. XV, blz. 6; id. dl. XIX, blz. 15, ’SOI id. dl. XLIV, blz. 277—278. 2) Archief van Utrecht: dl. till, blz. 345. 3) Bijdr. v. H.: dl. XH, blz. 446, noot 1. 4) Ze-dehalf: een destijds in onbruik ge raakte munt, ter waarde van 5J4 stuiver. 5) Verspreide geschriften: ’s-Gravenhage, Martinos Nijhoff, 1901. dl. III, blz. 280. 6) Duit: een oude koperen munt; het achtste deel van een stuiver. Volgens een rekening van 1767 werd een hoeveelheid „afgesette duyten en afgese.tte stuyvers ver- koft,” als zjjnde buiten gebruik gesteld. 7) Groot-Placaetboek: dl. VIII, blz. 299. 8) Bijdr. v. H.: dl. XXVI, blz. 303 9) Onze Jan de Boer bedoelt zeker de» bliksem. 10) Archief v. Utr.: blz. 99, 126, 352. 11) Bydr. v. H.: dl. XLT, blz. 439. 12) Groot-Placaetboek: dl. IX, blz. 185. 13) Op deze regeling kom ik later terug by het bespreken der geschiedenis van het dl. IX, blz. 187— macht, bii de zeemacht of bii de over- zeesche weermacht Onder broeder wordt Verstaan de wettige broeder of wettige halfbroeder. Alsbroederdienst komt slechts in aan merking de dienst van den broeder, die: a. gedurende ten minste vijf en een halve maand de maand op 30 dagen gerekend in werkelijken dienst is geweest of. indien hij als dienstplichtige een eerste oefening' van korteren duur te vervullen had, deze oefening .heeft volbracht; i b. militair pensioen geniet of heeft genoten: Met den dienst, door een broeder Vervuld, wordt gelijkgesteld de dienst vervuld door een ingevolge de wet voor den broeder .gestelden plaatsvervanger bh de miljtie. i Indien twee of meer broeders voor eenzelfde lichting tot gewoon dienst plichtige bestemd zijn, wordt tenzii zü onderling anders overeenkomen, do oudste hunner en bii-gelijken ouderdom, hit die het eerst in het alphabetisch register werd vermeld, beschouwd als degeen, wiens dienst zoo deze vol doet aan hetgeen in hei tweede lid is bepaald recht op vrijstelling voor de anderen oplevert. Te allen overvloede wordt nog opge merkt. dat hij, die nog geen recht qp vrijstelling jvegens brpeeferdienst heeft, doordat de dienstplichtige of vrijwillig dienende broeder nog niet, of nog niet lang genoeg in werkelijken dienst is ge weest, alsnog vrijstelling kan aanvragen binnen 14 dagen nadat de voor broeder- dienst verejsente werkelijke dienst is vol bracht. Hij, voor wien na den gewonen tijd recht QP vrijstelling ontstaat, door- dat een broeder militair pensioen ver krijgt of gedurende zijn werkelijken dienst komt te overlijden, kan eveneens vrijstelling aanvragen binnen 14 dagen nadat dit geval zich voordoet (een en ander gekit alleen voor hen, die voor de ingeschrevene als gewoon dienst- de ingeschrevene als gewone dienst plichtige zou moeten worden ingelijfd, voordat de dienst van den broeder vol doende is voor vrijstelfting, of voor dat de vereischte stukken kunnen wor den overgelegd, zal in den tegel aan den ingeschrevene, als deze het te zijner tijd vraagt, uitstel van de eersie oefening worden verleend in afwachting van de aan te vragen vrijstellingi KOSTWINNERS. Vrijstelling wegens kostwinnerschap wordt verleend aan hen, door wiens verblijf in werkelijken dienst voor eer ste oefening voldoende middelen tot levensonderhoud aan andere personen ontbreken of zouden komen te ontbre ken. Onder deze personen worden uit sluitend begrepen: a. de echtgenoote van den ingeschre vene; b. zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie; c. zijn ander ebloed- en aanverwanten in den tweeden graad; d. zijn pleegouders e. degenen, in wier onderhoud de inge schrevene ingevolge rechterlijk vonnis moet voorzien. Geldt het iemand, die reeds is iugelyfd, dan wordt de vrijstelling niet verleend, zoo Afdeeling V. Ia Vellocitas—Veendam. T DRUKKERIJ „ONS* BLAD”. Hofplein Alkmaar, Tek on 433 en 63X Ondertrouwkaarten MODELBOEK TER INZAGE SPOEDIGE LEVERING gezonden, waaruit het even hatelijke al» ikende karakter der recognitie-gelden blijken. Die vragen waren vier in ge tal. Hoe groot is het getal communicanten, die iets voor het onderhoud der Statie kun nen bijdragen? Hoeveel recognitie-geld moet jaarlijks worden opgebracht? Drukken dio vorderingen zwaar op de gemeente? Is zij daarby achterstallig gebleven? Op die vra gen werd, behoudens door een twintigtal anderen, ook door Pastoor Dekker, geant woord met het volgende briefje: „Dese dient tot een kort antwoord, dat bet getal communicanten bedraagt 200. Het recognitie-geld is 75 gulden en daarby ver zoeken de dienaars nog rokkegcld. 't Is wel zeker, dat mijne Gemeente onmagtig is, want zy komen alle jaren tekort. Daarby moeten zy een derde geven voor de catho- lyke armen, en dat was nog dese maand voor een half jaar 100 en in de 60 gulden, zonder ooit de minste rekenschap te doen. 12) Op den 25en Januari 1789 werden de reJ oognitie-gelden afgeechaft, doch onder voor waarde, „dat de Roomache ingesetenen en de besorgers van de Roomsche kerken ver- pligt zouden zyn, om de agsterstallen der recognitiën tot dato deser aan de respective bailluwen en officieren te voldoen 13). Een houding welke voor ons landsbestuur uit de 18e eeuw even beschamend is als bedroe vend. Toch rekende de aartspriester Meij link het zich ten plicht, voor het opheffen der ergerlijke knevelarijen tegenover katholieken den Staten van Holland West-Friesland .,ootmoedigl|jk” dank zeggen 14). Sacra auri fames: de vervloekte goud dorst bleef den ambtenaren bij; zelfs schaam den zy zich niet bij den aartspriester Ten Hulscher op afdoening der achterstallige re cognitie-gelden van de Roomsche kerken aan te dringen; zij zouden er vrede mee ne men, indien priesters of kerkmeesters zich verbonden binnen een bepaalden termijn de achterstallige penningen te voldoen. En waarlijk bij schrijven van 25 Jan. 1788 werd hun verzoek door den vredelievenden Ten Hulscher aan de geestelijkheid van zijn district overgebracht en aanbevolen. „Nog ben ik aahgezogt door den Hr. Royer, Secretaris van hun Ed. Grootmogen de Voor den dienstplicht ingeschreven is. Hij moet dan binnen den tijd, hier na vermeld, ter secretarie van de ge meente mondei ling aanvragen de noodi- ge bewijsstukken op te maken of zoo danige srtukken inleveren, een en ander zooals hierna nader is aangegeven. De burgemeester zorgt, dat de stuk ken worden gezonden aan den auto- riteit, ie over het verleenen van vrij stelling heeft te beslsisen. Voor zooveel broederd'enst en geeste lijken enz. betreft, moet de vrijstelling worden aangevraagd tusschen 16 en 31, Mei van het jaar, waarin het inschrij vingsregister is gesloten. Voor zooveel kostwinnerschap en persoonlijke onmis baarheid betreft, moet de vrijstelling worden aangevraagd in October van het jaar, waarin de ingeschrevene heeft geloot 1 Ontstaat het recht op vrijstelling na 16 Mei of na 16 October, dan moet de aanvraag geschieden binnen 14 dagen nadat dit recht is ontstaan. Tot het aanvragen van vrijstelling we gens broederdienst zal een speciale zit ting worden gehouden ten Stadhuize, afd. Militaire Zaken, en wel op Vrijdag 16 Mei 1924, tusschen 9 en 12 en 2 en 4 uur; andere dagen (behalve Zondags) tusschen 101/» uur v.m. en 1 uur n.m. Bij .het aanvragen van vrijstelling we gens broederdienst moeten door de zorg van den belanghebbende tegen woordig.zijn twee getuigen, die meerder jarige mannelijke personen moeten zijn van wie kffn worden aangenomen., dat Zii met het gezin, waartoe de ingeschre vene behoort, voldoende bekena ziin. Van elke aanvraag' om vrijstelling wordt terstond een bewiis afgegeven aan den persoon, die de aanvraag doet. BESLISSING OMTRENT VRIJ STELLING! Omtrent vrijstelling wegens broeder dienst wordt beslist door Gedeputeerde Staten. Omtrent vrijstelling wegens een andere reden wordt beslist door d. Min. van Oorlog, of .als het iemand betreft, die voor de zeemacht bestemd of bii <je zeemacht ingelijfd is, door den Minister dienst! Hoe is het mogelyk dat bij een vrijheid lievend volk als het onze, zulke toestanden tot aan den val van de Republiek konden voortduren? Het offeren van recognitie-gelden ot hoe ook genaamd ’t. was een misbruik, dat tegen de plakkaten inging en onwettig was. „Een katholieke gemeente, zegt Fruiu 5), abonneerde zich, om het zoo eens uit to drukken, bij den schout der plaats; zy betaalde hem een ronde som, om daar voor een gansch jaar lang straffeloos de plakkaten te mogen overtreden. De Staten droegen er kennis van; zij verboden het ook, maar deden niets om het te verhin deren.’* Ook do lagere burgerlyko ambtenaren be dacht het kerkbestuur in zyn gedwongen mildheid. Trouw geeft het aau de „dinaars” de politie zouden wy thans zeggen en aau „do bode” de gemeentebode „een paasduyt” 6), „kermisgelt” en op het einde des jaars „een almenak”. Nimmer ontbreekt „het rokkcgelt”: alle zoovele uitgaven, wel ke de katholieke Gemeente jaarlyks be zwaarden. Was het wonder, dat de rekenin gen der kerkfabriek, door het heffen dier belastingen, meermalen een aanmerkelijk tekort te boeken hadden? Reeds in 1753 was men met het betalen der recognitie-gelden „agterlyk" gebleven, zoodat „de opzienders van de Roomsche Statiën”, waaronder ook Uitgeest behoorde, gelast werden om aanstonds te betalen, wijl anders hunne kerken gesloten zouden wor den cn gesloten blijven, totdat ..contente- ment” gegeven was 7). Onder het bestuur van pastoor Fox valt het merkwaardige verhaal, door Jan do Boer, een eenvoudigen Amsterdamschen bur german, in zyn nagelaten aanteekeningen op de gebeurtenissen zyner dagen medege deeld omtrent een wonderbaar kruisbeeld te Uitgeest. Maandag 28 Aug. 1758 8) riepen ze van een wonderboom langs de straat, van een krusifix, hetwelke in een esschenboom op H. Kruisvindingdag (3 Mei) laatst tot Uitgeest ontdekt was; hieraan is thans veel ophef in deze stadt onder de eenvoudige lieden, dewelke het hier in den den Jordaan by een zeekeren grul koinmenijbouder hebben gaan nezio o Ik hebbe er verschyden, die hetzelve gezien hadden, gesproken, en onder anderen een Roomsch priester, dewelke er aldus over re deneerden. Het kruis is swartachtig van koleur en vertoont zig bjj een harde knoest, ter wederzijden van het doorkloofde hout, dog in het eene stuk wat swarter dan in t andere. „Het is zeldzaam”, zeide hy, „en wat er eigentljjk de oorzaak van is, weet ik niet, maar zoude van gevoelen weezen, dat dewjjle de donder 9) veel zeldzame uitwer kingen heeft, geljjk door ondervindingen ge noegzaam bekent is: dc-ze beeltenis en door BEROER. Tegen elke omtrent vrijstelling ge dane uitspraak slaat beroep open oii de Koningin. Hieromtrent worden nadere mededeelingen gedaan b de bekend making van de ui spraken. BROEDERDIENST. Bii de Dienstplichtwet is als beginsel aangenomen, dat uit ieder gezin niet meer dan één zoon behoeft te dienen. Het kan echter gebeuren, dat door het verleenen van vrijstellingen, door afkeu ring enz. niet genoeg personen overblii- ven om tot «.“woon dienstplichtige be stemd te worden. In dat geval kunnen ook de voorioopig vrijgestelden, voor zoover noodig, tot gewoon dienstplich tige worden bestemd. Voorioopig vrü- gestekf worden in het algemeen die genen, die behooren tot een getal broe- deips, waarvan de helft, of bii een on even getal de kleinste helft nog niet gediend heeft, noc'; rot gewoon dienst plichtige bestemd is. Vrijstelling wegens broederdienst wordt verleend aan den ingeschrevene, wiens broeder gediend heeft bij de Land- persoonlijke onmisbaarheid; het bekleeden van een geestelijk ot een godsdiensiig-menschlievendambt ot opleiding tot zoodanig ambt f. aanwezigheid van een bijzonder geval. In verschillende artikelen der wet is geregeld wat als zulk een reden van vrijstelling in aanmerking komt. Hei voornaamste van de daaromtrent be staande bepalingen wordt hieronder voor elke reden afzonderlijk vermekL De vrijstelling, verleend om een der onder a, b en c genoemde redenen, Leidt niet in £yvat van oorlqg. ooékgs- gevaar of andcre bmtengewone oms an- digheden. Hetzelfde kan ook van toe- Dassi ng worden verkliaard op de vrijstel ling, verleend om de onder f genoemde reden. AANVRAGEN VAN VRIJSTELLING. Wie vrijstelling wenscht aan te vra gen, moet zich daartoe in den regel wenden tot den burgemeester van de gemeente, voor welke de belangihebben- dezelve waarschyulyk op die harde knots van ’t hout zal ingekouien zyn, te meer, om dat het kruis, hetwelke van eeu nette ge daante en teekeuing is, verre bezjjde het hart van den boom, gevonden wordt.” Wy gunnen het beeld by den grutter in den Jordaan en het getuigeuis, vau wie er over spreken, met den Roomschen priester incluis, dé waardeerendo belangstelling, welke Jan de Boer, de eerzame chroniek- schrijver. daaraan geschonken heeft. kostwinnerschap betreffende den hier onder genoemden is geschied, als ai meld Hendriks, F. Lichting 1924. Voor 1 jaar vrijgesteld. Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen na den dag dezer bekendmaking in beroep worden gekomen door: a. den ingeschrevene, wien de uit spraak geldt, of door diens wettigen vertegenwoordiger b. door elk der overige voor deze deze gemeente voor dezelfde lichting ingesenreven personen of diens wetti gen vertegenwoordiger. Het verzoekschrift, daartoe aan de Koningin te richten, moet met redenen zijn omkleed en worden ingediend bit den Burgemeester, ter Secretarie dezer gemeente, Afdeeling Militaire Zaken, die voor de doorzending zorgt. VRIJSTELLING VAN DEN DIENSTPLICHT. De Burgemeester brengit het volgende ter kennis van belanghebbenden De Dienstplichtwet vermeldt zes rede nen van vrijstelling, te weten: broederschap; van Marin^- b. kostwinnerschap;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 5