3
*56 ar hoe zal ik boven komen F*
X
I
Kg
De wraak van den
metselaar.
Kg
I
Kg
Het laatste kunststuk.
Paul Amandler.
vrager langen tijd opmerkzaam aan. l.J.---- -
te h« rijn dochter in een kruiwagen over sten to*r ondernemen. Ik voel mij ech- gegons v*n verwondering steeg ook van d«n rechterarm
I
dood gebleven was De vertooning waer-
te ontrukken
Gustav* Wengler was een in alle
W t van hem ge
in
Ben vaalgrauw* kleur
druppel te storten. De arm van een zou zijn. Montelli scheen als uit stall
„Klaar Nella!”
Ie
was
Md
di* veor het hotel te zemen stroomde. De
veder eigenaar was van een
nen.
di Mbddee JMet betadp
maakte Het kamer. om een haakvormige as van smeedijzer, dat altijd
„Alles is in orde, vader,” begon zij die naar voren, tot onder het koord, door
toe. Trekt steng aan,
Verscheidcnen
twee
ten.
„Bent u benig BWt bet herstellen van
den toren T" vroeg Wengler, de beide
mannen vriéndelijk groetend.
Een hunner, een krachtige gestalte met
„Nu, u moet toch behoorlijk genieten
van
van den steiger lag werd ook hij mee
gesleurd m den val. Hij hoorde nog ver-
-- toen verloor Hj het be-
handen krampachtig gebald.
Hoe ontzettend ook de aanblik was
van het lijk, toch kon Wealger een gevoel
grijs* baar bezorgd. Zijn levenswijze
aeariag*
werk boi
van een'
meer gebruiken
Montelli heeft woerd gehouden.
Wordt ooort gezet.)
M Brazilianen bestaan,
voor een geduchte regent
bewolkte tentet voorspeld
*Jlb««i «SM dat lawaai daar b«ed«-
wcer tot bewustzijn bracht. Iedereen was ir-ki men zich „eli naa. boven. Wut u oei
loop van wat zoo vreeselijk had kunnen
r, terwijl beiden zich ia rtiwe wor- sieo dea die droefgeestigheid.
I omklemd hidden. Daar gstukte IL_
en blank getint gelaat onder den Ouden
hoogen hoed; zijn blonde knevel was goed
onderhouden en altijd wee hij goed ge
schoren,
een plank Beyer schopte met den voet
naar deze hand, oen haar tot loslaten tt
dwingsp Bij deze poging echter, ver
loor hij het evenwicht, deed een misstap.
t met *en rauwen kreet m de....
was zoo snel geschied, dat W«n-
ler geen tijd had gevonden, zijn vijand
en toch ben ik veel zwaarder dan u.”
„Dan ga ik er terstond heen,” nep
Wengler geestdriftig uit. „Is het ver V
een heerlijk schoons streek.”
Wengler vertrok. Het weder was prach
tig. Zijn weg voerde, gelijk de
zégd had, door bloeiende lan
heerlijke t>cefcL__ „‘t:
onze reiziger reeds den toren, die op een
aanzienlijke koögte gebouwd wm.
Toen Wt J
kwam, ver
d,,roorkan' liggende balkon was be- zag, het wm een bewijs dot rij mij begre-
„Laat de spantouwen alle naar één kant
leggen en dan sterk er aan trekken F
Dit gebeurd*, waadoor ik ongeveer vier
r bij den grond gebracht werd,
den arm om Nella en gltad
ut, 'en beproefde op het platform
eyerb*
lette hem dit. De tourist verdedigde zich
pig, met zijn voeten trapte hij naar
ijand, zijn rechterhand omklemde
NteBfWI «eet mid are bediends, di* een ovar jaremaug an «ver sen ««duim route tosn den issgen kruiwagen heen en maar bat rad bleet rtakac. Nog eau
hutegesin heeft.” schouwspel spreken en hun kleinkinde- terug, en herhaalde eindelijk hetzelfde schreed bij eea paar paasaa terug en rota
mZM bloesde. Het speet hem. dat de ren zouden nog met trots vertellen, dat waagstuk zonder balanceerstok. tegen den knoop aan, maar hij kon het
een man Nu zou nog de laatste, moeilijkate rad met de helling op krijgen, daar stond
jtessedeg, toen wij daar waren, begraven
Den WHgvnden Maandag zag men ons
seeds iaKo. r
BMroontat zoodr* wij onzen intocht ge
bonden hadden, 1
bate voorstelling te geven, die gewoonlijk
W Maakte eemge toeren op zijn zeer hebben kunnen houden, dan Montelli's kruiwagen greep. Hij boog kick voorover, dicht bij dTplaats, waar ril hingen,
kimt* Nella sa vroeg Nella was op hst punt bewusteloos ta
„ia allee in orde, lieveling T" warden. Montelli, dit gaan oogwenk rijn
De genoodtgden keken hem met stom- blik van baar afwendde, bemerkte het go
me verbazing na, to*n bij bet rad op het lukkig. Niettegenstaande hij z*lf g«be*l
zijn opgetogen blikken. De wachttoren, de zaadveld*n. Als ontelbare linten stinger- Weer stormde hij met gebalde vuisten
etn hecht, etdweatrotseerend gebouw, den zich de wegen daartusschen door, en op Wengler toe. Deze riep luide om hulp,
was zestig metttt hoog. Hij WM voorzien de vele dorpjes met hun witte gevels, doch
van eea Sterke au ar lijst en andere op«- hun helderroode daken cn spits* kerk- vallei een lustig bedt* zongen, vlogen ver- geraakt* broek en aan paar oude as boen au
ningéfl dan twsd of drie tochtgaten beaat torens maakten een waarlijk betooveren- schrikt heen. -
gehoord F apotta de waanzinnige, „an kelf* wal a«n boordje
drukbezocht-
stad woonde toen een jonge man,
een flinke zaak van rijn ouder* geërfd
-- bezitnswaardig* aanbood, een mooi ver
gezicht bij voortaeld, of iets dergelijk*.
„Een mooi vergezicht Wel, dat zou ik meters hij nog m deze schommelende fang in haar bezit verheugen, want zij
denken, verklaaide deze. „Daarvoor be- vaart moest afleggen. Toen hij eea enkele stierf, toen zij het leven schonk aan een
hoeft u slechts aea bezoek t* brengen aan maal naar beneden en in 2 1’
de Landskroon.” staarde, werd hij duizelig en onwiïle- liefgehad moest tt eerder medelijden voor
.-..r - -
„Medelijden T De duivel hal* het mede- ^dTwa^n rore ‘^rfbehïdp
schreeuwde Beyar knareetaa- der toowen omhoog gestegen, en hadden
reueachtigtn wachttoren. Als m«l«a angstzweet bedekte wjn voorhoofd tend Dreigend wild* hij de vuist op Wengler die met ziln las ren een voortdt-
tekend, puntig voorwerp was blijven
haken, behoedzaam naar beneden gte
t - - ----- - - urmvuv» wn*u mi na WWIUIKW rwr^zarm W i—I
4ri*n van twaalf u«n ia ds omtrsk liggen dat stijgen gewoon, en voor ons is het de woesteling ia dolle wo*d«, Uk gooi j* 00^^ un bewusteloosheid.
aIm mam «««ar «kamPam vlrw-ts z4a Pzvmam elar-raVe «1m mmma amA «Ii-IvAaM bmmM Jam j -- -- 1 ImAbmm Xa aaam
De geredde wierp e«n schuwen blik
naar den kant waar Bey*r lag uitgtntrekZ,
tM baard, keek verwonderd op en zag den makkelijk hier, u zou anders van louter Het waren vreeselijk oogenbiikken
vrager langen tijd opmerkzaam aan. verwondering naar beneden tuimelen. Ik voor Wengler. Alleen de tot doodsangst
Hst was Wengler, ala had hjj dat gelaat ga n 1
meer gaaien, doch Waar Cz -j“-
4 riot riet heritutertn. op te
„Wüt u den toren bestijgen F* vroeg
a de gelegenheid zulk etn heerlijk gezicht
zien, ah hierbovsu te aanschouwen
nog eens met den
en ging er eindelijk
AU* dagen bij d* eerst*/ morgensab*-
■ering aam d* koopman ia U«dj*s rijn
plaats in onder het venster. Hij wa» gs-
r, We,<l in ouden ja», waarvan de Ba-
rilèên'd* "vogel*', di* ginds in de de“ «ri>» geworden waren, e«n rit ds mode
met gaten. Daar do kraag van sijs ja» al-
hij met. den indruk Op den natuurminnenden „Je hripkrstttn worden doo* niemand tijd opg*»lag»a wa», wist aten riet, ril hij
Eed weinig lag** dan de muurlijet, b«- jonkman. gehoord F spotte dt waanzinnig*, „en keli» wal e*n boordje om had. Ondanks zijd
merkte Wedglw oen smallsn steiger, ge- „Zoo, nu zijn w* voor eea uurtje alleen", bovendien t sou je toch riet baten. En ellendig kostuum, verborg de man een fijn
lijk aan dien, waarvan zich de metselaars sprak thans de metselaar op ruwen toon, nu de diept* in met j*. schurk, naar den
gewoonlijk bedlsMd. en een heeseb, afstootend gelach ont- afgrond I”
Hij b*st**g hst tamelijk stail* voetpad, wrong zich aan zijn k**L Als ean tijg*r sprong hij op Wengler
dat naar de rubs Iridde. Des* werd om- „Wat, *ea vol uur zou ik hi«r boven toe. D* steiger waarop beiden zich be
geven door een ruim* mat gras begrorid* blijven vroeg Wengler verbaasd. vonden was slecht» eemge meters breed, Over ‘t algemeen rijn d* roodrriaend*
plaat*, «WteMheduwd door «enig* boe- „Nu, u moet toch behoorlijk garieten en bood bovaadiea riet den minsten liedjeszanger» m*t hun beiden; hij daarenta-
maa. Aan dan voet Va» dbn toean zaten kunnen van dit heerlijke landschep, steun. Wengler klampte zich aan de muur- gen wa, altijd alleen.
arbeiden, dia hun ontbijt gebruik- mijnheer Gustave Wengler,” spotte de an- lijet vast, ren beproefde op het platform Zijn galaat teekend* d« graot* droelgee*-
der* ruw. van den toren te springen doch Beyerbe^ ü)?hcid die men gevoelde in zijn lied an ta
dea toon van den viool; mi»»ciu»n was 't
daarom wel, dat die man mij belangstelling
inboezemde.
AU* avonden als Hj rite Itedje» verkocht,
leuade ik aan mijn venster luisterde gaar
hem, hoewel hij altijd dezelfda liodjaa
•peelde.
Godurand* een saaand
ria altijd zoo.
groot* smart*!
van dien man.
De tourist schrok.
„Is u mijn naam bekend T Groot* wan
hemel, wie beat tocht" i» rijn
„Det zult u gauw genoeg vernemen 1 krampachtig de muurlijst, terwijl zijne
doordringende, donker* oogen, en rwar- Doch maak het eerst «enigszins -ap- linker eea der pijlen greep.
tM Mard, keek verwonderd op en zag den makkelijk hier, u zou aadus van louter Het wtrea vreeselijk oogenbiikken
Het was Wengler, als had hij dat getest ga u oen geschiedenis verbalen, die gestegen vertwijfeling, schonk hem boven-
-ien^ jjocj, ju waoa*<r fcon misschien in uw dagboek hebt vergeten menschelijke fcrschtea. Want hij was op i 'i
teekenen. Ia eea voorstad der het punt ten offer tt vrilsn tan de wml »>«m rifatf zoo. OagetwijMd kaamarlde een
,w_ i« loefde teas een jong, schoon ven een waanzinnige. groote smarteUgio gebeurtenis hri bestaan
ie"zwartgebaacdei „Man ia riet eiken dag meisje taer vader eigenaar was van een MotseEng Eet rijn redhterartn dan ge- dien man. Een» yood ik ban aoor eata
"lehuia. In dezelfde voor- voeden steun tatt, «n «r ohttttond een ont- derltag; van tijd tot tijd vueohaaa ean fM-
die zettenden strijd tusechen da beide nan- lach op zijn lippen, maar die gHirianh erna
„„.‘J nen. Hol dreunden de voetstappen dar geen toeken van vreugde; hg vesriod Mt-
had. Hij was vlijtig en iedereen achtte strijdenden op de ruwe planken van dan terheid en spot en was pijriijlcer oea saai ta
„O, dat ia gemakkelijk," antwoordde hem on zijn onbesproken, rechtachapsn steiger, terwijl beiden zich in ruwe wor- rieo daa di* drorigeaetighead.
van touwen gedrag. Hat jongs mainja bestands beac? staitag csnktemd taaiden. Daar getakte Had bet gskd ham some ctafasaitea aaz
tnaar wreken wil ik mij, bloedig wreken F
Wengl» zag aan den wild fonkelenden bh^chap over"rijnTedding riat ^der-
- r.. u. Hi) dankt* God, dmhentop
IwEÉlOOBïtfW'
Wengla» was bereid. Zulk **n svon- trachtte te winnen Hij spiegeld* baar een te op dea «teirer. die in alle taaien kraak-
tuur ris Mj nu te gecaoet ging, had hij nog heerlijk laven voor en streeida har* ijdel- te. Beyer wierp zich op hem. greep naar
nimmer <n rijn dagboek mogen opteeke- heid. Kortom het gelukte hem het meisje zijn keel en reeds hing zijn hoofd bui-
u «"‘rt’kher. aan baar verlotade, dia ten den rand van den steiger Met zfr
Uk zal mij bet eerst omhoog tnkken, haar runger liefhad dan zija leven. De rechterhand hield Wengler rich vaat arm
ging de (Wartgebaard* man voort, „en nietswaardige vierde zijn triomph, doch
dan zal ik u bij uw bestijging behulpzaam met lang mocht hij rich varbaugan in
rijn. Robert," zoo wendde hij zich tot den rijn geluk, want eea jaar later stond hij
anderen werkman, die veel jonger was aan haar doodsbed Wat haar eersten ver-
u op- dan hij, „halp dien heer aanstonds eau 'oofde betreft, het ontbrak hem a n moed ur stortte
achten bempienswaardig* man. VrooUjk handje en haal versche kalk in het dorp.” om te verblijven op de plaats, waar zijn Dit alles 1
jonggezel en vermogend ris hij wa», kou Behendig sprong hij op da -malle zit- liefde.en zijn geluk zoo wreed verstoord L.
rij aan lederen wensch van rijn vreugde- bank, greep eea det touwen en stiet met waren' en mat dt wanhoop in 't hart trok los te’ latenden daar’ riï «ÏTotTdM ÏZd
zoekend hart voldoen. Een zijner vele uit- zijn voet tegen den muur. Wengler volgde hij den vreemde in W t van hem ge- °P
spanningen bestond in har maken van zijn voorbeeld. Doch toen hij den opetij- woeden is, wat al bitters hem het leven gesieura in ae
korte voetreizen, die hem het schoon* van gende nastaarde en hem immer hooger geboden heeft, daarover wil ik zwijgen, warde kreten
zijn vaderland leerden kennen, genieten zweven zag, greep hem een zekere angst Doch hij zwoer zich te wreken op den ver
en bewonderen. Daar zijn beurs steeds aan, en misschien had hij van zijn voor- nietiger van rijn geluk Nu voert een
goed gevuld waa, kon hij zoolang hij dit nemen afgezien, zoo hij rich niet ge- zonderling toevallig toeval u tot hem,
vsrkooe, vertoeven op da «n of ander* schaamd had voor lafhartig te worden ge- want 1 - -
plaats, die hem bisouder aantrok door scholden. longe meisie heette Pauline Köhler, en de
haar schilderachtige en heerlijke ligging,
haar merkwaardigheden, grootsche ge
bouwen, en door alles wat een echt kunst-
op het midden nog restte hem de steil* telh mij aan, terwijl hij rich vaster aan rijn
steunpunt klampte. V*rder gleed ik lanta
Alles zweeg, zelfs de lucht scheen stilden riem naar beneden. Zou Mj lang ga-
dan aan den anderen. Dit huis schijnt Langzaam kwam hij voorwaarts en hield noeg rijn t
- --- - L -1 „Goddank ja."
stands grooter wordende menschenmassa, schouwburg." zijn stok, in evenwicht Nella keek naar Toen ik zoo dicht bfl den wegen was
di* vpor het hotel te zamen stroomde. De D
»hg* kon died* tfld naderde, en bet pu- gen aan de voeten, denzelfden weg af. Hij van de helling achter zich, toen het koord schouders *n stond recht ato ean kaan
Misk, voor het grootste A
regenbui, die door de kleine zijwaartsche beweging maakte. Hfi spantouwen
om bet middri rijner doeb-
op ter te slaan esi haar dus van s*a verschrite-
„SuL” riep onz» du*ct«ur. „De span- kelijken dood te redden. Nu hield hij zich
goed aangetrokken F nog slechts met sen hand vast en had met
De menigte verstomde weer, maar dn«- de andere ook nog het gewicht van Nella
is toch zoo strak mogelijk gespannen t” duizend gezichten waren onafgewend naar te torsen.
„Mst behulp van een half dozijn politi*- boven gericht
kracht agenten ia bat mij gelukt een weinig
afhing Ik was bang Mon- plaats voor d« knechts aan de spantouwen
bot waagstuk te zien volvoeren, te verkrijgen. Trekt stevig aan riep ik touwen gehouden koord, naar beneden ik bij
gadesloeg
ikkig over
iet vierde
rijn opgetogen blikken. Dt wachttoren, de kaadvridan. Als ontelbare linten riiag*r-
zestig mettft hoog. Hij Waa voorzien de vel* dorpjes met hun witte gevels, doch
burg gtnpannen. Mijn rek hing als ge- tqt hem op.
ttsss'EV tn midden er van. Ik lag, -
kort voor het begin der voorstelling, ge- touwen en
kleed tn Montrili’s kamer te bed, beneden.
deze nog bezig waa zich klaar te F
aasta* Met oplettendheid sloeg ik elk den. anodat er nauwelijks een trilling van de rich nagenoeg heesch. Montelli rustte
rijaer aerklke en krachtvolle bewegingen het koord was te bemerken, toen Montelli vijf minuten uit en ondernam daa, Nella voet dichter
bouwen, en door alles wat een echt kunst- stijgen. De aanwijzing van den metselaar glers gelaat. Strak zag bij zijn vijand in de
en schoonheidsminnaar vermag te boeien, volgende, greep hij d« touwen, «n lang- oogen tn met veweld b-h*er*chte hij
Hat meeat «chter hield hij van schoon* zaam ging het omhoog. Nauwelijks wa» rich
vergezichten. hij tien meter gesteg n, ta een z*nuw- „U vergist u, spraa rij m*c oevend*
Op zekeren morgen, toen hij in eea lan- achtig beven beving hem. Zijn leven stem, „bet is nooit ia mij opgekomen, u
delijke herberg overnacht, «n daar zijn hing nu af van de sterkte der dunne koor- onrecht te doen ta te brieedigen. Pauline
smakelijk ontbijt genuttigd had, vroeg den en van den wil van den metselaar is niet mijn vrouw geworden door schijn-
hij den dikked waard, of de omtrek niets* Hoe hooger hij steeg, des te heviger be- beloften en schoon* woorden. Ik heb haar
knelde de angst zijn borst. Hij blikte om- innig lief gehad, en ook ons huwelijk was
hoog en rekende in stilte uit, hoeveel gelukkig, doch helaas, ik mocht mij met
denken,” verklaaide deze. „Daarvoor be- vaart moest afleggen. Toen hij een enkele stierf, toen rij het leven schonk aan een
de donkere diepte knaapje Vme P uline Zoo u haaf hebt aan""d»n"vóè7
„De Lands kroon T Wat is dat F' vroeg keurig sloot hij de oogen. Geheel rijn mij gevoelen dan me te haten.1
Wengler. moed en wilskracht moest hij te hulp
„Dat is de ruïne van een ouden burcht, -oepen, om niet ven rijn zitplaats te tui- tijden.
met een I-r~ - -•->--•-«u - j
u dien bestijgt, stat u het beerlijkst* land- en benepen was zijn keel.
schap aanschouwen, dat zich octt voor „Nog een weinig geduld en we rijn er,”
uw blikken ontrold beeft De bergen en nep de arbeider hem toe. „Wij zijn aan
V’ 1- "i--0 v"
als aan uw voeten. Doch de toren ia slechts als gleden wij over een ijsbaan.”
met behulp van touwen te bestijgen. Maar „Ben mooie ijsbaan.” mompelde
„U vergist u, spraa bij m*t oevend*
overnacht, «n daar zijn hing nu af van de sterkte der dunne koor- onrecht te doen of te b*l**digen. Paulin*
r ls ^et injjn vrouw geworden door schijn-
naareeer eemgssma op het spel zou s«tten, koord nauwelijks nog trilde.
ato Ml den grooten toet met ten uitvoer
braebt Ook waa deze al weken te voren
•Mgekoodigd ta het volk verlangde er schouwburg bevonden zich de weinif
naar het wonder te aanschouwen De noodigden, op de straat joelde en L. w
breide te Straat van d* Brarillaansche de menschenmasse door elkander. Einde- koord asg. Doch hij schreed vvrder m geveer een voet van Montelb afhing. Ti
hoofdstad, dl* waann de meeste openbare lijk vertoond* ach Montelli op het voor had na een -1 -------•1
gebouwen zijn. de ,Jkua Dtrcita”, de ons doel gebouwde balkon, met deti ba- achter rich. Het koord verrosrde zich niet
mmi am «AAtate» OvtfF wm Mnntelli’ri I^Mr'AowwvnV ivs *4m 4*4«nr4a tvmnsw e*-s«*w tam* IaaM^a
Een luid „hoera”, dat hff tnet een* bui- de knoopen der spantouwen weer telken» Een
Zij deden wat ik hun vroag en ik gland
Wss in den Bsrtst, dar ik met een troep
Mtodri die al dta gebeelen zomer bij el-
hMdte was geweeut- 'One gezelschap b*-
MMd tat vier en'dertig personen, betaal- rtrw
Uk Brtgenca, welke er voor moesten zor- moedig als voorheen, sa ga er pas later telh zweefde en werd gelukkig begrepen het op den kn<
S Bsogtaijk en bekend gemaakt werd t
frf Ma* troep behoorde ook een Amen- liever niet werken, doch dat moet nu een-
IBM Md man van ongeveer vijftig iaat maal F
Ik wreet bem daarna hoofd, gezicht ca
tevens zwervend bad doorge- schouders goed met rum i
vrouw en zijn dochter een zich «enigszins opgeruimd voelde. J
I van zeventien taar Toen hij klaar was, klopte rijn dochter zekerder steun te bieden, cirkel vormig hun mogelijk wa* om bet koord stil ge
schreden terug. Al* nu de toeschouwers
mj zon naai «ui gwusaig, ut-
haar vader rijn toe* emmmg
ws met den kruiwagen wees daaromtrent gerust. D- toren be- zouden zij trouwen Doch daartoe is hat ruv,»**
staat reeds meer dan vierhonderd laren, nooit gekomen.” fluisterde de spreker hij verdubbeld* zijn pogingen om rifa
en nog is Mj even hecht als toen men hem op treungen toon
en tot bouwde ook de touwen Zijn zoo sterk kwam namelijk een beer, dis door vleiende kelden he«n
wustrijn.
Toen hij weer tot zich zeiven kwam,
voor lafhartig t« wordende- want 'ttafa naamïs" Ctodfned’fcyerTh^ meMchTn^dteTra ‘cintringd^* !te*hS
-longe meisie heette Pauline Köhler, en de n^r bevochtigde zijn lippen met een wei*
en^ha'S1^» ^«'rijZ’be^To^*^*^ ^B^ v^lj^Xbe^kST'wta’ n‘? brind*w’’n Nog beefde bij aan «1 rijn
hij zich toch oprichten Hij gevoelde geen
pijn en toen hij tot rijn volle bewustzijn
kwam, bemerkte hij met vreugde, dat hij
ouiten eemee schrammen, geen letaal gs*
kregen h*c
De omstaanders varnaaioen tam de
oorzaak rijner wonderbare redding. Meer
der» arbeiders hadden uit de verte deel
zonderlingen strijd op den steiger be
merkt, en waren ijlings toegesneld. Toen
aü achter bij den burcht kwamen, leg
reeds een der worstelaars verminkt en be-
-t van den toren. D«
ander» hing aan den steiger, met het hoofd
naar beneden, schijnbaar levenloos. Aan
schreeuwde Beyw knanetan- d^touw^omh^'^genT^tatadte
Wengler doen neer kom en doch deze ont
week haastig den slag
„Ik tri ,e roar beneden storten F brulde Mj na wrinigt ^enbHkte
van den steiger. O I indien je eens wist
„Ben mooie ijsbaan.” mompelde hoe ik je haat, verwoester van mijn te-
dat is minder; ik ben er ook eens geweest, w ook bet emde van rSsd^riHk wX - d^d^wVwta^ met v“brijMden schedeL ^ogVsrtnrifi
rijn zonderlingen tocht daar dicht bij van mij zal worden, verontrust mij niet,
---- - het platform hield hij op te sti;;en. maar wreken wil ik mij, bloedig wrckM F
„Dn* kl*ine uurtjss. De weg leidt door Met onze keren stap betrad Wengler den
steiger. blik tn de dreigend* beweging van zijn
„Ga naar het dorp het bestelde balen,” _*t -—-”J
waard ge- boorde hij den arbeider zija makker toe- voeren hebben op leven
bloeiende landerijen en roepen. Hij zag aog juist, hoe deze zich leven en dood en dat op dez plaats,
hen in de verte bemerkte verwijderde. hoog in de lucht, verstoken van elke q>en-
Het waarlijk verrukkalijke uitzicht schelijk hulp. Hij wierp een zijdehng-
dat zich voor Wenglers blikken ontveuw- schen blik naar de touwen deze kan
rijn doel meer nabij de loonde hem voor dea doorgestaaen den hem misschien aog redden. „Dat zal
zich de burchtruine in angst. Ver beneden hun lagen, als groote, je niet baten F schreeuwde Beyer spot-
al haar indrukwekkende grootschheid aan met bloemen doorweefde tapijten, lachen- tend. „Ge zult den dans niet ontspringen
t baar totdat hij mij het bewusteloos» meisje
mannen aan ds afnam tat rijs kameraad overreikte,
kracht trokken. Hier Daa sprong bij op rij ta ik kwam vlak
ronst voorhoofd aig voorover sa greep bet touw ik boa gleed ook Moataüi, tamd voor band, teaes
touwen toch steviger aan, bet met de baad bewegen I dea neat naar beneden.
trof•sa’riia'motod speeldej ^rij_ kunnen het beter kunnen F Mtatete^vXzteb X tagXTvrif- dold^ta*«^^tatelk^TtaTMmdsa
- - AA - -V. A ÜaA MAA A AA „-A A a A --A a»-A A - -
aas teven op 't spel zetten om Ma te touw vaat bet vsrroerdc rich niet me«r. zeer steü I Hij was juist bij «en knoop van fear trilds van ■nthniwiasw* Ben der man-
a_----Uta^A KT<* «mV >JlzM*a<mll* aaa aaUa-
over iar«maug sa evar een aeidtaam reide toen den icegcn kruiwagen been en maar bet rad btest steken. Nog eeu
schouwspel spreken en hun kleinkinde- terug, en herhaalde eindelijk hetaelfde schreed hij eea paar paeeaa terug en reea
afrit bet wist Waarschijnlijk had Bergers hun grootvader gezien had hoe een man Nu zou nog de laatste.
bM Neb verteld. van den arcus gevallen en op de plaat? oer volgen ik nu, op vijftig voet afstand» en kou niet
Toen ik hem hoofd en schoaders mef helpen 1 In een oogenbiik had ik het dak
naar rij allen zoo verlangen, maakt op mij truch water wreef, beefden mijn handen ontruimd. Ik was alleen Montelli lette
den indruk alsof ik ter slachtbank geleid sterker dan ooit te voren. Tien minuten met op mij. Het volk beneden werd ri
wordt.” rustte Montell- in welken tijd een van opgewondener Daar stond hij, boven des
Er lag bitterheid in rijn toon. Ik zag in, onzen troep, beneden op een wagen, een dreigenden afgrond en hield zich met zijn
dat hij dien dag met in de goede stemming rede hield ever de buitengewon* voor- ijzeren spiemn 1* evenwicht Alle kleur
wa». Ben zeldzame opgewondenheid maak- «telling, dé* nu nog volgen zou, en tat was uit rijn gelaat verdwsoen Nella eras
e rich van mij meester l volk aanmaande, zich oavoorwaardelijk pleek ato de dood Weer week hij een pest
„Kom. Montelli.” zei ik, „zoolang het stil te houden watook gebeuren mocht schreden terug. Als nu d* toeschouwen
e plicht ie dezea toer te waged, doe het, Hij wees ben op het gevaar, waarin Mon- zich maar stil wilden houden weet ging
MfMsn, wetke er voor moesten zor- moedig als voorheen, sn ga «r pa» later telh zweefde en werd gelukkig begrepen het op den knoop toe. T
oN optreden in de eene of andere over piekeren. Als ik niet door mijn oon- Daar keek Montelh ven het dak naar be- riep beneden de directeur
taogoiijk en bekend gemaakt werd tract gebonden was, zou ik ook vandaag neden, doch nu liet het volk geen, kreet wendden het gelaat af de mannen aan d*
---- --meer hooren Overal heerschte de stilt* spantouwen trokken zoo hard ze kosidta.
Md man van ongeveer vijftig jaar maal F des grafs Ook ik wendde de oogen af, opdat de vw-
dNOAtar dao naam „Moatelli” het groot- Ik wreet bem daarna hoofd, gezicht en Nella zat reeds ia eten uit kcht, maar twijfrid* uitdrukking er van, Montelb
aN Bari arias tevans zwervend had doorga- schouders go*d met rum in, waardoor hij uit sterk bout vervaardigden kruiwagen, nog met meer tn de war zou brengen De
bfMtoL Zfcl vrouw en zijn dochter eea zich Mtugszins opgeruimd voelde. waarvan de handvatsels, om een ds* te mannen aan ds spantouwen deden «vet
ritarifaM merité é«n zeventien taar Toen hij klaar was. klopte rijn dochter zekerder steun te bieden, cirkel vormig hun mogelijk wss om bet koord stil gw
■et ham. Montelh en rijn vrouw waren aan de deur Hij opende die, en rij trad, waren saamgebogen. Het rad, dat een met strekt te houden. Aan elk eind stonden er
■iMabriade koorddansers, terwijl Nella geheel gekleed voor de voorstelling in de caoutchouc b*kl**d*n gleuf bad, draaide au self* twee. Het onverklaarbers gegons,
sis bMritrtJdatui v*el opgang maakte. Het kamer. om een haakvormige as van smeedijzer, dat altijd van een opgewonden volksmas-
WM Mille, Vriéndelijk* menschen„ die „Alles is in orde, vader,” begon sfj die naar voren, tot onder het koord, door- sa uitgaat, al houdt ieder rich ook stil,
■staroote innigheid aan el kaar gehecht, ,,'t te nog tnaar vijftien minuten voor den liep, zoodat, zelfs in het ongelukkige geval, schesn ato ia golven naar de hoogte tt
B4 MNta troep door allen geacht en be- tijd *t zoo goed rijn, als wij ons op bet dat het rad van het koord afschoof, de komeor Het rad kwam
mrod waren. dak lieten zien.” kruiwagen toch hieraan bleef hangen, al knoop tn aanraking
WW hadden «ta korten tijd m St. Paofe, 1.I,- 2/
MB Mod te 1 gebergte aan de kust, ge- vroeg hij, terwijl hij haar een kus op *t door dien haak teruggehouden, en hij,
<>eeld ta waren voor de volgende w*ek voorhoofd
te Mo>do-Jane>ro aengakoudigd Montel-
ITs eroew was ia de «wet* stad zwaar
Sjok geworden en werd er den laatstee waschtaf*! in
rand met water j „kijk."
Maandag zag men on» Hij hi*f h*t op «n hield tat een minuut begin af aan op het hart bedrukt, rood ra rij ruggehouden werd E«n kreet van ontzet-
Van ouds was tat bij ons lang met gestrekten arm in de hoogte. den wagen voelde wankelen, er uit te ting ging uit de menigte op Vrouwen via-
Het water bewoog met. Vervolgens zette springen, het koord te grijpen en daaraan t* len in zwijm, mannen wendden vol angst
„Hoe staat het metzenuwen, Nella,' vielen ook beid* acrobaten. Hij werd dan overheen
De spanning van bet touw waa echter
drukte. die het handvatsel in de hand had, kon te groot geweest, het brak, en "t volgende
„O, rij zijn ale staal F nog daaraan blijven hangen, tot hem hulp oogenbiik al hing Nella met beid* handen
^En de mijne,” nep hij, hep naar de gebracht werd. Tegenwoordigheid van aan het koord en Montelli zweefde vrij in
vulde «en glaa tot aan den geest is een eerste vereischte voor een de lucht, aan het handvatsel van zijn wa-
acrobaat Aan Nella was dan ook van het gen, di* door den haak voor het rad te-
Hij tu*f tat op *n hield tat een minuut begin af aan op het hart bedrukt, zoodra rij ruggehouden werd E«n kreet van onteer
den wagen voelde wankelen, er uit te ting ging uit de menigte op Vrouwen viw-
r i
dadelijk een korte open- hij bet glas weer neer, zonder ook maar blijven hangen, tot ook hast hulp gebracht het gezicht af In een Oogenbiik gleed de
-een druppel te storten. De arm van een zou rijn. Montelli scheen ato uit stall ge- nng, waaraan ik gewoonlijk naar boven
^Or Montelli en mij uitgevoerd werd marmeren b*eld zou het glas met stiller smeed, toen hij het handvat»*! van di*n klom, langs het koord naar tanedta, tot
harig zeepannen koord en ik aan mijn rek. krachtige spieren het gedaan hadden.
*t wrik ifl bet midden van dat koord was Mijn arm zou er niet voor geschtkt ge-
WZtfeteaakt weest rijn
Het meeet fffectmakende nummer vm „Jack.’ zei Montelh «x mij, „rit ga w
Montelli's programma was ||woonlijk, over eemge oogenbiikken mijn gevaarlijk- koord zette ta tat naar voren schoof. Ben vrij in de lucht hing, gelukte het tam toch
toet koord reed moeielijke onderneming ter met zooals anders, ofschoon gcoato je de straat
WOOrai WOrittegr men daarbij ia aanmerking daareven gezien hebt, mijn zenuwn on-
neetat welk gevoel Montelb moest be- geschokt rijn. Het koord to vijftig voet touwen
Otgtab *0 het leven van zijn grootsten van de joelend* memgt* verwijderd. Het T
achat m handen had en wist, dat behoud is toch zoo strak mogelijk gespannen V duizend gezichten waren onafgewend naar te torsen. Vijftig voet van tat dak en vijf-
WB dBt teven allota van zijn behendigheid, „M*t behulp van ean half dozijn politie- boven gericht. en-veertig van de straat vsrwijderd I
Be MSrkM afteer zenuwen en de kracht agenten to tat mij gelukt, eea weinig „Klaar Nella!” „Houd goed vast, kameraad,” riep ik
zijner Mieren afhing Ik was bang Mon- plaats voor de knechts aan de spantouwen Daar gingen rij, langs het door de span- hem toe, minder dan een minuut ben
*aU te NO toet sraagstuk t« aen volvoeren, te verkrijgen. Trekt stevig aan riep ik touwen gehouden koord, naar beneden ik bij u”
deer site zenuwen door tat verlies zijner nog eens, terwijl de Directeur aan mijn Beiden glimlachten. De helling was zeer Beneden mij ontwaarde ik er twee van
WteTO zeer geaohokt waren. De roem zij- rijde stond. D« mannen wonden zich dc steil ik sidderde toen ik hen gadesloeg onzen troep, krachtige en zeer flinke man-
ner behendigheid was «chter al tot R10 spantouwen om het lijf en leunden met het tweede spantouw was gelukkig over- nen. Hun riep ik toe 1
doeegedreaigsn, zoodat hij zijn kunste- hun volle gewicht achterover, totdat het schreden, ook het derde, het vierde „Haal dien wagen daar en plaatst hem
het vijfde.... Zouden rij ook gelukkig onder het kooed en jij, Rivers en Thomp-
MonteUi was nu gereed rijn gang te wa- over dit midden komen, waar de spanning son, klimt er op en houdt je gereeds* op
gen. Op het dak van het hotel en van den geringer was De volksmassa wee doodstil; te vangen. Ik zal M naar beneden helen."
-tnigege- ik, die dagelijks mijn leven waagde, beef- Zij doden wat ik hun vroeg M ik gleed
krioelde de, toen ik die twee op hst midden van hst langs het koord SM aan mijn nag, die on-
“mb
hoofdstad, die waann de meeste openbare lijk vertoonde zich Montelh op het voor had na een oogenbiik het gevaarlijke punt ik eenmaal dea steun van mijn ring voelde,
2 - - - ■-J-■- waa ik geheel op mijn gemak De wagen
rechte straat. Over deze was Montelh's lanceerstok in de hand. Nu weer naar boven, ov*r tat laatste door stond juist onder mij en de msnnea *r op.
hoard v»a het dak van ons hotel tot aan Een luid „hoera”, dat hff met eene bui- d» knoopen der spantouwen weer telkens Een ven tow had rijn schoenen uitgetro»-
dM Vta den tegenoverhggenden schouw- ging beantwoordde, steeg uit de menigte afgebroken steil* deri van d*n weg tot het ken. Mijn tart klepte taeller to*n ik dit
u v, L aan de vóórkant liggende balkon was be- zag, het wae eea bewijs dat Mj mij begro-
„Trekt stevig stel, trekt gottd aan de reikt. Luide jubelkreten kwamen uit hot pea hadden,
verroert-tl niet," riep hij naar volk naar boven, ik zelf wee ontroerd as
blij dat tat waagstuk ten halve was vol- L„„
De mannen trokken zoo hard ze kon- voerd. De menigte op de straat schreeuw- riep ik.
aijaer nerlijk* en krachtvolle bewegingen het koord was te bemerken, toen Montelh vijf minuten uit
gade Hij was een flinke figuur zijn vijf- glimlachend er over heen liep. Hij bereikt* ato voorheen in den wagen rijdend, den Nu legde ik den arm om
Ug Mtaa bedden tam aog geen enkele den overkant en keerde met deselfden terugweg. De menschenmassa was nu nog met haar langzaam langs den aan den ring
jorgd. Zijn levenswijze was glimlach, die bi; 't heengaan rijn gelaat grooter geworden gelukkig begunstigde bevestigden riem naar beneden. Met «en
m en maag wat bij ons tand- plooide, terug, terwijl d« menivte op de hen de bewolkte lucht. Zoo kwam hij tot blik vol innige dankbaarheid keek Mon»
kelijk to zijn spieren waren straat zich bijna heesch schresuwde. op het midden nog restte hem de steil* telh mij aan, terwijl hij Zich vaster aan zijn
oodere ontwikkeling ca be- „D« afstand is wat groot," zc-dc h-j, helling naar het hotel toe. steunpunt klampt*. Verder gleed ik langs
kaefdta voor steal *a hardheid niet onder „en d« helling aan dezen kant iets hooger Alles zweeg, zelfs de lucht scheen stil I den riem naar beneden Zou hij tong fa-
tt -
Hij feeek eens uit het venster op de minstens twee voet hooger te zijn dan de Zich, bijna zonder eemge beweging van
a aJa A,A«*rk»rjm ^cci *^kruiwU„„A^ aKaI„ .a aa„aa I.
Daarop legde hij nog eens, nu met rin- mij en glimlachte. Zij hidden al e*n stuk ato ik kon, sprong Thompson op Rival*
gedeelte uit negen schreed met zekerheid voortik zag ech- merkbaar trilde. Ik wierp een blik
ide, werd tut angst ter, dat het koord een of tweemaal eene beneden en zag dat alle mannen te
wérd, oogedul- keerde evenzoo zeker terug, maar riep wes du* alias ia orde. Ik boog mij eea wa- naast tarnn*er7laTirtvolg«»<te oog*ablill
toen met ---- -
„Trekt
zeita Montelk. tertriE verachtelijke mannen, M laat ze anderen vsetboüdsn dié
speelde ^tij kunnen het beter kunnen F
dea riM met «krochten o*» 8,0 P*V ’“"k* ne<»** k^P« mee tat tig voet van tat dak af, ea d* tailing wae keten door d* lucht. D*’ g*tari« stmoe-
aaraaeerea Hk wed, ais «ta »en on* be- Nu trok Montelh een aak ovsr *t hoofd, een der spantouwen, tw*e schreden ging nen droeg Nella naar haar kamer, waar de
d<B Wal «B den aak bcafc aoodta zij daar- tefde zon weg met verbonden oogen af, hij aohsarmt en toen met kracht er op loe dokter van oom trospea haar spoedig