VOOR DE
k
5ciiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:ïiiiiiiii:iiiiiiiiiiHiiiiiniiiiii!iiiii:HH!iiiiiiiiiiiiirniiiiiiinuii!iu iiii:iuimiiii:iiiuiuiuuin:i^
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiir niiiiii ii!niiiiiiiiiiiiiinit!i!iiiiiiitiiiiiii!iiiii;iiiiiiit’:iiiiiinii!!iniiir!i!!i niiiiiiiniii’miiiiitiiiix
s
De gebochelde.
x
UIT DE
MOPPENTROMMEL
s
2 MURIEL’S VLUCHT
NUMMER 39 DERDE JAAROANO 1924
H■oed N hent," af
loerde Fransche woorden, greep hem bij uit. „Hij is alleen maar bewusteloos, mij ia het geheim tegengewerkt. Hij heeft ze met beesche stem, maar haar woerden
den schouder en duwde hem de kamer Madame!” meer dan geld van mij geroofd rijwees Honken met overtuigd.
zijn droomen aan den
dorp, waar de
i
de jonge portier stond in het vertrek, om zich heen, totdat zij zich plotseling bet
Het was haar bijna ónmogelijk geregeld
Twintig meters van de voorzijde der
TWEEDE HOOFDSTUK.
Maar eigenlijk was het misschien beter
ging
was.
j
zijn.
Madame,” sta-
Hij gluurde naar haar, terwijl Hamei
Maar ongelukkig kunnen wij je
„Met wie heb ik ligintijk het geaoe-
EEN VEELZEGGEND MAAR.
hem aan met een vloed van ongearticu-
Mevrouw,” antwoordde hij, „ai wat
uit. De deur viel achter hen beden dicht
HUISKAMER
GERECHTIGDE VREES.
„Wel, hoe is je het melodrama beval
len Is er iemand vermoord t”
goed zijn, om mij nu verder te laten af
rekenen met dezen heer F’
,jhij zal wel gauw bijkomen," zei za.
Terwijl zij dit zei, keek ze op en zag
„Aangenaam I”
„Goed. Als je dan over vader Toume
doc hoort spreken, denk dan maar'dat ik
rende hand schonk Madame Juliette er
iets uit in een glas, vulde dit aan met wa-
sti-
nog
het ge-
KAA» KIT INStLSCH VAM SAV THORNS MAA M. T.
Eindelijk, den negenden November,
stonden de beide legers bij Coulmiers
Het centrum van
EEN VRIÉNDELIJKE ECHTGE
NOOT
Goochelaar (tot publiek) „Wil een
der dames of heeren zich beschik baai
stellen om in deze kast te gaan staan
Alsik dne tel, zal de opgeslotene spoorloos
verdwenen zijn.”
Nijdig echtgenoot (tot zijn vrouw),
„Toe, stel jij js ter beschikking."
Na de overwinning bij Coulmiers
hoorde kapitein Georges mets meer van
vader Tournedos.
Maar de dappere franc-tireur was een
paar maanden later met eemge zijner
makkers gevangen genomen met de
wapens in de handen, dusdferoordeeld om
„Hé,” riep 'n oude snorbaard, „zouden
ze op den loop gaan zonder eerst kennis
u hebben. U bent het aardigste het slot. laten er kan natuurlijk elk oogenblik
Terwijl Muriel nog bevend in haar klant komen.
stoel zat, hoorde ze plotseling een levendig
merhand meer uit haar mooi gezichtje werden bijna alle vrijwilligers, die zich
verhoogde. Naar afkomst, leeftijd of geoefendheid
Hij leek zoo weinig op de andere man- werd bijna niet gevraagd. Het ministerie
ncn, die ze tot nu toe onqpoet had, en ze van oorlog, dat zijn bureaux te Tours
DE GRAPPENMAKER.
R. „Hoe ver is het nog naar Amsterdam.**
G. „Een goed half uur."
R. „Kan ik met met je meeloopent"
moest
werd. Juffrouw Simpeon had er iets aan zorgen, dat Madame in geen geval te
«ND.
ben zoo naar. Wat
tem Georges een moordend salvo uit
deuren en vensters, toen eensklaps een
man naar buiten kwam met gescheurde
kleeren, in de eene hand zijn geweer,
in de andere zijn kepi. Zijn gezicht was
zwart van kruitdamp maar toch her
kende kapitein Georges terstond den
gebochelde.
„Vader Tournedos,” riep hij uit.
„Juist,” antwoordde de andere „Ge
ziet dat ik woord houd I Ik heb de boer
derij voor u genomen F*
Een half uur later was de boerderij in
een Fransche versterking herschapen en
tegen den avond waren de troepen van
sprak slechts twee wenschen uit een
priester te mogen ontvangen en een brief
te schrijven. <-
Het werd hem toegestaan.
„Leve Frankrijk” dat waren zijn
laatste woorden.
Langen tijd daarna eerst kreeg kapitein
m a ^8 a L Z I^a L*.. 1 - - -- - -S
ontroering las hij.
„Kapitein. Gij hebt mij niet als vrij
williger willen nemen. Te Coulmiers hebt
ge gezien dat ik vechten kon. Welnu, ik
heb zeven en veertig vijanden gedood,
en nu word ik gefusilleerd. Ik schijn
toch wel een goed soldaat te zijn, aldaar
men mij twaalf kogels waard acht. Vaar
wel 1 Tournedos."
GEVANGENEHUMOR.
Gevangenisdirecteur„Schaam je je
met, je zoo aan te stellen t”
Gevangene „Als het u niet bevalt,
gooi er me dan urt.”
ter en gaf het aan het meisje. De
dronk het glas ia één teug leeg,
muleerende uitwerking van de alkoboi
was hem blijkbaar niet vreemd
„Dat doet goed,” zei hij, „dank
zeer. Maar waar ben ik eigenlijk en hoe
ben ik hier gekomen t”
Opziende zag hij Madame Juliette bij
de tafel staan.
„Mevrouw,” zei hij, met een groteske
Madame Juliette knikte. „Ja," zei se, hoofdbuiging, .rik schijn in handen van
WAT TE VLUG.
Zondagsruiter„Gisteren ben ik te
paard over een sloot gesprongen.*
Vriend „Kwam je er wezenlijk overt”
Zondagsruiter „Of ik 1 Ik was er
zelfs eer dan mijn paard.”
G. „Mij goed.”
(Na een uur.)
R. „Zijn we haast m Amsterdam t"
G. „Daar zijn we al een uur vandaan."
R. „Ik dacht...,"
G. „Ja, wat jij dacht! Je zei, dat je
me) mij wou meeloopen. Ik hoef met
na» Amsterdam.”
ZONDERLINGE DEFINITIE.
Mevrouw „Jans, loop gauw naar der
dokter en vraag of hij dadelijk even komt;
juffrouw Mane is in zwijm gevallen."
Verschrikt snelt Jans heen, komt adem
loos bij den dokter en meldt dezen „tl
moet dadelijk even komen. Juffrouw
Marie is gevallen in ja, waarin ze ge
vallen is, ben ik glad vergeten maar "t
moet vreeselijk ruiken, want mevrouw
heeft al eet» heele flesch eau de cologne
op haar leeggegoten." i
achotgn vuur. „Vi
ien F’ VP* 'hem harder geraakt hebben dan ik wilde.” Simpson haar had verteld van dien man.
„Het modeUen-boek/ Madame,” sta- Hoewel'de onverschillige toon waarop Zij mompelde eemge woorden tot ant-
melde Muriel. de vrouw sprak haar walgde, knielde woord.
„Dat 1 Och, neen, dat betee kent mets. Munel naast het beweginglooce lichaam I
met zonder dat de jonge gravin Munel
vnendehjk glimlachend had toegeknikt, toon, alsof ze over een of andere meug-
„Komt u even bij mij, ik heb op het had sprak, ,4k geloof dat hij dood is 1” om te helpen, bene Munel het voorhoofd
Munel schrok. Het Vertrek scheen van den man, hield hem het reu kzout on-
„Ik wilde u het geheime mo- om haar heen te draaien. der den neus en slaagde er in een scheutje
„Om Godswil, zegt u dat toch met F* brandewijn in zijn keel te gieten.
nep zij uit. „Wat is er toch gebeurd,
De officier noemde zijn naam en reikte
Daar vond hij jdffrouw Debry, die hem trouwd zijn, zal mijn liefde je zeker in- den man daar vóór hem de hand, met de
geheel in strijd met haar gewoonte, spireeren tot een ander kunststuk, dat de woorden „Ik had gelijk toen ik u een
vriéndelijk toeknikte en belangstellend ellende m beeld brengt die de aanleiding dappere noemde.”
naar zijn gezondheid informeerde Haast is geworden tot ons geluk 1”
- zou men zeggen dat er een zekere sympa-
thie klonk in den toon van haar stem, als
ze zich tot den armen, maar eerlijken wer
ker richtte. 1
Men ging aan tafel. Aanvankelijk was er
niemand die wat zei, maar de vroolijkheid
van den heer Debry en de gratie van juf-
Dne weken gingen voorbij. Den ze
venden November begon generaal d’Au-
relle de Paladines zijn marsch naar Orle
ans. Drie legercorpsen, waaronder dat
van Chanxy, zouden zijn bewegingen
ondersteunen. De Pruisen werden terug
gedreven. en generaal von der Thann.
In het voor Frankrijk zoo rampspoedige bevelhebber van het eerste Beiersche
frouw Margaretha deden weldra alle ge- laar 1870, toen Parijs door een ijzeren legercorps, beval de troepen die Orleans
dwongenheid en ook de verlegenheid van ring van Duitsche troepen was ingesloten, bezet hielden, zich gereed te houden
Jen jongen beeldhouwer verdwijnen. Zijn werden in de provinciën in allerijl nieuwe om hem ter hulp te komen,
tong raakte los in dit gezellig milieu, en hij legers gevormd om de gehate „Prussiens" o;-a„i.;u a
begon van zijn jeugd en van Bretagne te te verjagen.
vertellen, van zijn droomen aan den Na de inneming van Orleans ia het tegenover elkander,
oever der zee en van de lange uren, die hij hart des lands op den elfden October. d'Aurellc’s troepen had de zwaarste taak:
had liggen staren aan den oever van den kreeg de dappere generaal d’Aurelle de het stond tegenover een
onstuimigen Oceaan, met de rotsen voor Paladines het bevel over een gedeelte vijand zich zeer sterk verschanst had,
zich, die als schildwachten de zee schenen der Fransche troepen aan de oevers der en dat dorp was omringd door boerde-
te bewaken. Loire. Het was het vijftiende legercorps, rijen, die één voor één met de bajonet
- - -- - - --- ---f worden.*
Ook de compagnie van kapitein Geor
ges kreeg een dezer hoeven te bestormen
Na een allerhevigst geweervuur besloot
Ten einde tot lederen prijs de getal- de dappere officier eindelijk tot de be-
thie, bewondering zelfs spraken langza- sterkte der Fransche legers op te voeren, slissende poging.
-A.„A - - un-1.-Al-.-1, op j Voorwaarts F* klonk
waarin de ontroering de schoonheid nog aanboden, in de gelederen opgenomen, zijn bevel.
Stormpas snelden de mannen voort.
Ze waren nog maar een honderd meter
van de boerderij verwijderd en het bloe-
kwam meer en meer onder den indruk had, zond alles na slechts weinige dagen dige gevecht van man tegen
ran zijn aangename persoonlijkheid.
Toen ze na het diner aan de piano zat
en
was op den grond.
Charles Smith raapte het lijstje op en
jverbandigde het aan Munel.
„De deur stond op een kier, juffrouw,"
gai.^Mj, «ik moest wel hooren wat hier
gesproken werd. Misschien wilt u wel zoo zei Madame Juliette, terugkomend.
Tnllend over al haar leden deed Mu- Juliette terug met een bakje water, hand-
nel wat haar gezegd werd. Ze was hevig doeken, reukzout en een flacon brande-
Munel liep naar boven. Haar hart geschrokken, maar wist zich met boven- wijn. Zoodra ze alles had neergezet, deed
klopte snel. Allerlei gedachten bestorm- menschelijke inspanning te beheerschen. ze de deur op slot.
De zware vrouw met de sluwe zwarte
j^pegaaien-neus stond uit komt weer een beetje kleur op zijn
houding op, maar bleef gen. Ik ben benieuwd"
„Welnu, ik wed met u oat we elkaar
straten zijn door militairen afgezet en de kunstwerk verborg, en nu weet ik alles, op het slagveld zullen terugzien F*
hotels zijn natuurlijk allemaal overvol. En mijn vader heeft mij hef, hij laat mij
A A 1 A A Vw ,AA Aa O* «IZaImAAA
f de logeerkamer en aan tafel is er op u ge-
rakend. Ge zijt voorloopig mijn gast, jo nge
vriend, of ge wilt of met.”
De zonderlinge vrouw haalde de schou- op een bundeltje papieren dat op de tafel
en een tweede deur in de onmiddelbike ders op, 1 lag, raapte het toen vlug op en verborg jk weet dgg ik giek geworden ben en
„Is het bepaald onmogelijk t”
„Ja, het kan niet.”
De gebochelde dacht een oogenblik
t een
- - --ra van zijn stem
de schddenjtentoonstelling.” „Welnu, als ge mij dan om mijn hoo-
Toen trad Margeratha vooruit. gen rug niet hebben kunt, ge zult
„Dat zult ge niet doen,” sprak ze lang- mij toch niet beletten op eigen gelegen-
taam. „Zijn bekentenis”«al de eereplaats heid den vijand afbreuk te doen. Uw
hebben in ons huis, Claude.” mannen komen zeker ook spoedig in
„Wat, wist ge dan...." stamelde de het veld?”
beeldhouwer. „Ja, wij zullen onder gefoeraal d’Aurelle
„Ik weet alles. Een beetje meuwsgie de Paladines strijden.”
Maar papieren papieren van het hbog- op den vloer neer. Het gezicht van den „dat is de molensteen die aan m'n hals goede Samaritanen te zijn gevallen.'
ste belang...." ouden modegek was afschuwelijk grijs hangt. ^Ik heb stMfH met ln'B ja! f"
I Angvaam werd de deur geopend en gekleurd. De geverfde snor en wenk- Ik word benijd I Maar intusschen blijft hem met tegenzin op de been hinip
De heer Debry lachte met meer. Hij dat daar in het kamp van Salbris een zeer moesten veroverd
stond verbaasd over de ontwikkeling en sterke stelling innam en zich tot een ge
den kunstzin, dien de jonge man daar duchten slag tegen de vreemde over-
vóór hen aan den dag legde. Het jonge weldigers voorbereidde,
meisje luisterde. Belangstelling, sympa-
den haar en zij kon met geregeld denken De zware vrouw met de sluwe zwarte „Nu zijn we veilig," zei ze. „Kijk, er
Zij gaf het lijstje aan Madame Juliette, oogen en de jmpegaaien-neus stond uit komt weer een beetje kleur op zijn wan-
zonder haar iets van het gebeurde te haar gebogen houding op, maar bleet gen. Ik ben benieuwd” ze aarzelde een
zeggen en vijf minuten later vertrokken neerzien op een bewegingloos lichaam, oogenblik „of u geschiktbent voor zulk
lady Stonehaven en mevrouw Maybcrlie, dat op den vloer lag uitgestrekt. soort dingen. Het is wel veel gevraagd,
„Ja," ze ze op een wonderlijk kalmen dat weet ik, maar als u zou kunnen.."
Ten hoogste verbaasd, maar verlangend
IPw bed staat trouwens al opgemaakt in vrij de stem des harten te volgen....
- --„Maar dan
„Dan word ik je vrouwtje, hè Claude, bet ben. Is bet onbescheiden u te vragen
Maar „Zijn bekentenis” houd ik. Ik heb hoe gij heest”
h(i rtüwde Claude de eetzaal binnen, ze immers geïnspireerd I En als we ge-
t het De zware Fransche vrouw keek heus
hem” ónmogelijk werd, mij af te persen, met een uitdrukking van afschuw op
IN DEN TREIN.
Een heer stapte aan het Centraal
station te Amsterdam in een coupé var
den sneltrein sleck^ vier passagiers
waren in het compartiment gexeten, maat
hadden de ovenge zitplaatsen met hui*
handkoffers, traliezen en verdere bagage
in beslag genomen. Niemand maakte
generaal von der Thann in vollen\ftocht, '0Or,he*1 te nukea’
de overwinning bij Coulmiers “^‘2“’ ,bleef
De trein vertrok toen eerst begon een
van de vier schoorvoetend een plaatsje
vrij te maken. Eenigszins sarcastisch
werd hem toegevoegd
„Derangee/ u niet; ik ga maar mee
naar Keulen.”
doodgeschoten te worden. De gebochelde A
„Ach, dokterj
e moet ik doen T”
„Begin eens met het bierdnnken te
laten.”
„Dat is mij onmogelijk F*
„Dnnk dan nog driemaal zooveel als
Georgês den brief in handen en met chepë nu’ «“K «auw van ,*»d«n
het tusschen haar kleeren.
„Ja,” ging ze nu langzamer voort, „Hj
heef: me bestolen, maar ik heb de papie
ren terug. Hij probeerde mij geld af te
dreigen. Verwondert bet u nu nog, dat
ik hem in mijn woede en mijn schrik ge
slagen heb t”
Muriel had werkelijk medelijden ,met
de groote vrouw, wier, borst heftig op-ep-
neer ging en in wier groote zwarte oogen
de tranen waren komen opwellca.
„Nee," zei ze. „ik begrijp het. Madame.
U werd op een afschuweüjkc wijze ge
tart. Maar....”
„Ja, kiadt”
„Ik wilde zeggen, dat mijnheer..,,
mijnheer....”
„Wat doet de naam er toe. U wüde
zeggen t”
„Hij zal over enkele oogenblikken weer
bijkomen en wat wilt u dan doen t”
Madame haalde de schouders op en
sloeg de armen wijd uit.
„ja nep ze uit, „wie kan dat zeg
gen Ik heb mijn papieren terug, maar
hij weet....”
Plotseling hield ze op en alsot zij eens
klaps een ingeving kreeg, zei ze
„Ik moet hem op de een of andere
manier bang maken ik moet daar oog
eens over nadenken.”
Op dat oogenblik trilde het lichaam
van den man, die zuchtend de oogen
opende.
„Waar ben ik t” zei hij met een diepe,
muzikale stem, „help me om te gaan
zitten.”
„U hebt een ongeluk gehad,” .zei Mu
riel vlug, „maar het was uw eigen schuld."
Zij legde haar arm om hem heen en
hielp hem opzitten. Mei verbaasde,
waterige oogen keek hij het vertrek rond.
„Mijn hoofd doet me erg veel pijn,"
zei hij, de hand aan het voorhoofd bren
gend, waar een dikke buil «ras verschg-
oen.
Muriel wenkte met het hoofd naar de
werd. Madame ontsloot die en trok de Zoodra ik zijn gezicht zag, was ik er van aan de tafel een Russische sigaret ut te flacon die op de tafel stood en met be-
Zij ,^00 Dus je hebt heusch wat
geraakt op de jacht Wanneer zullen we
„Neen, de heele zaal schreeuwde om van den buit smullen t"
den schrijver van het stuk, maar de vent Hij: „Gerukt.... ja.... mw wij
durfde niet komen.” kttanen toch geen hondevleesch eten I"
oogenblik juist een half uurtje tijd," zei
1 Madame.
dellen-bosk uit Parijs laten zien. U zult
er veel uit kunnen let ren.” nep zij uit. „Wat 1* er toch gebeurd, Hij bewoog zich es zijn lippen trilden
Zij sloot de deur en wenkte Munel te Madame Wat....” Zij voelde zijn pols, die van minuut tot
gaan zitten. Daarop ging zij naar het zoo- „Even voor hij in bet kantoor hiernaast minuut krachtiger werd.
genaamde cabinet en het den voorkant kwam, vertelde ik u,” antwoordde Ju- .Jiij zal wel gauw bijkomen," zei ze.
daarvan in den grond ukken, zoodat de lictte, „dat er eemge uitent belangrijke
er achter verborgen brandkast zichtbaar papieren uit de brandkast gestolen waren, tot haar verbazing, dat Madame Juliette
dat Munel zoo iets over kwam, en
werd zenuwachtig en begon luid
schreeuwen.
Onmiddellijk vloog de deur open en aanwezig waren! Munel staarde angstig ker houding'te geven.
de jonge portier stond in het vertrek, om zich heen, totdat zij zich plotseling het I’ Z
Mayberlie liet haar arm los. Zij zag iets luister kastje op de tafel herinnerde de te denken, maar een zeker instinct deed
zwarts langs haar hoofd gaan, hoorde electnsche dictafoon, zooals bet genoemd haar toch iets duidelijk ztja. Zij
een geluid als dat van een zweep en 1 Z-3
Cuthbert Maybcrhe lag zoo lang als hij gedaan, een sleutel omgedraaid en ver- weten kwam, wat zij had gehoord door de
geten het mechaniek weer af te stellen, dictafoon. Zij was diar plotseling midden
ia een geheimzinnige omgeving gekomen
waarvan zij mets wist. De uiterste voor
zichtigheid alleen zou haar eemge vrilig-
„Gauw, gauw, doet u de deur dicht," head geven.
Binnen twee minuten kwam Madame
IN ONZE DAGEN.
Er werd verleden week met een ver
rassend en naar men zegt toch verwacht
effect de volgende grap in Duitschland
uitgehaald
Iemand verzond aan twaalf directeuren
van Bankinstellingen hetzelfde telegrami
„Alles is ontdekt. Vertrek dadelijk naai
het buitenland.”
Binnen vierentwintig uren waren alls
twaalf directeuren buiten de grenzen
van bet „Groeze Vater land."
zware deur open. overtuigd, dat hij ze had weggenomen, rooken.
Munel. die naar een der aan den wand Toen ik hem hier in deze kamer had ge-
hangende schilderijen keek, hoorde Ma- trokken, bekende hij hst. Hij dreigde in het Fransch, ,jk kon het niet
dame plotseling een luiden uitroep sla- nuj"
ken.
„Gestolen stotterde zij, een pas
achteruit doende. Haar gelaat was in
heftige beweging, haar zwarte oogen
“ikkelijk, gesto-
ouden modegek was afschuwelijk grijs hangt. «Ik heb M
gekleurd. De geverfde snor en wenk- Ik word benijd I
op den drempel stond glimlachend een brauwen en het veegje cosmetiek op de dat ongeluk mij kwellen. Hij hoeft me nel toen in een stoel neer. Met zijn mte
lange, met meer jonge man. Zijn krul- wangen maakten het aanzien van het ge- meermalen mishandeld, juffrouw St. Pier- gere hand begon hij de punten van zijn
lend haar was grijs, maar zijn snor was heel nog afschuwelijker. Het meisje had re. Ik heb jarenlang z’n kwellingen en snor te krullen, haar en Madame met een
beun geverfd. Het heele gelaat van den het gevoel, dat zij bij toeval een verschrik- z’n afpersingen moeten verdragen. Hij gemaakt galant lachje aanziende,
man was vol groeven en vlekken, gevol- kelijk geheim had ontdekt, toen zij, zich is een monster Twee jaar geleden heb
gen van een ongeregeld en slecht leven, dwingende om flink te zijn, het stijve ik een advokaat'geraadpieeg^en heb toen gen t” vroeg hij.
Hij was keurig gekleed en droeg een roos front van den man losmaakte en haar hand eemge stappen gedaan, waardoor
in rijn knoopsgat. op rijn hart legde. 1
Madame Juliette stond een oogenbhk Na enkele oogenblikken keek ze weer Ik heb hem een vast maandgeld gegeven het gelaat aan, die ptooeKag ovwgiag
stil. Toen rende ze als een wild dier op op. en met meer. Ma» daar schijnt mijnheer in verbazing.
„Het klopt nog riep ze, herademend, niet genoeg aan gehad te hébben. Hij beeft
T nu
dacht ik dan ten minste het vaderland
klonk het op zeer van dienst te kunnen zijn....”
„Maar dat....” a
„Laat mij uitspreken, kapitein. Ik
bewoonbaar ia gemaakt. Het moet ont- weet dat het vijftiende legercorps gaat
smet en nieuw ge wit worden op zijn minst, beproeven Orleans te heroveren om dan
Het duurt wel een week eer het in orde is. tot ontzet van Parijs op te rukken. Er
Ge hebt trouwens ook geen haast, dunkt zal dus gevochten worden in de streek
me waar ik geboren ben. Welnu, die ken ik
„Maar...." beter dan wie ook. Bovendien ben ik
„Geen maren. Ik ben uw huisheer en zal een onvermoeid voetganger en zeer scherp
toch zeker wel mee mogen spreken over de van gezicht. Heusch, ondanks mijn
bewoonbaarheid van uw atelier. Boven- lichaamsgebrek zal ik een flink soldaat
dien stel ik bijzonder belang in u. Ik heb zijn. Probeert u het maar met mij.”
inlichtingen omtrent u ingewonnen en Langen tijd staarde de officier den
weet, dat een schitterende toekomst u zonderlingen man daar vóór hem aan,
wacht. wiens gelaat straalde van geestdrift en
De oude man had langzaam gesproken vaderlandsliefde. Maar neen het ging
en keek nu zijn gast met vasten blik aan. niet I Een man van dien leeftijd en dan
„Dan weet ge meer dan ik,” zei Claude bovendien nog gebrekkig, dien kon men
meer en meer verbaasd. zelfs in dezen tijd toch met gebruiken!
„Dat kan wel zijn,” was het antwoord. „Je bent een dappere kerel, hoor,
„Overigens zijt gij onze gevangene, en en ik dank je m naam van het Fransche
ut. laten u met gaan.” vaderland,” antwoordde de kapitein ein-
Claude voelde de tranen in zijn oogen delijk. „Maar ongelukkig kunnen wij je
komen, toen hij den warmen blik voelde, ondanks je goeden wil toch «iet gebrui-
dien^Margaretha op hem richtte. Zou het ken F’
mogêEjk zijn, dat rijn stoute droom werkt- -
lijkheid werd t Wat had hij gedaan om
dat alles te verdienenEn nu ontvielen
hem de woorden „Morgen zend ik etp na toen antwoordde hij met
groep getiteld „Zijn bckesBems” in naar zekere dnft in den toon
speak de ander schijnbaar ontstemd. ^)e rig heb ik den doek opgehcht die uw
ENFANT TERRIBLE.
„Mijnheer," zei kleine Willem tot den
heer Selferda, die «iien namiddag ais
gast aan tafel was „meneer, ik wou dat
ik u was.”
„En waarom Wimpie t”
„U zit met uw ellebogen op de tafe'
en er is niemand die u bij de ooren trekt."
„Dgn zal hij toch nog leven tot hij aan
de galg komt,” mompelde zij. „We moe
ten hem zien bij te brengen. Blijft u as
jeblieft een oogenblikje hier, dan zal
ik wat water en brandewijn halen. En
dan zal ik ook orders moeten geven,
„Hier is bet, maar eerst wil ik een kus nabijheid sloeg met een harden slag in dat niemand hier mag worden binnen ge-
van u hebben. U bent bet aardigste het slot. I
meisje dat ik in langen tijd heb gezien. Terwijl Munel nog bevend m haar een klant komen."
Weest u maar sens goed op me.” stoel zat, hoorde ze plotseling een levendig Zij t*nS de kamer uit en Munel,
Het was de eerste maal in haar leven, gepraat in de kamer, een scherpe manne- steeds ontdaan van den schok die hei
zij stem, gemengd met de schrille schreeuw- beurde haar had gegeven, legde een kus
te stem van een vrouwsen onder het hoofd van den bewustelo-
Het was alsot de sprekers werkelijk zen man en trachtte hem een gemakkelij-
„Om u de waarheid te zeggen,” zei ze
over me
rij wees op een tafel in het mid- verkrijgen, hem aan te raken, zelfs al zou
den van de kamer, waarop een aantal het rijn, om mezelf van het schavot te
tijdschriften lagen en een fraai inktste! redden. En ik kan u ook wel vertellen
stond van geslagen koper „en toen iedereen hier weet het toch dat die
greep ik dat presse-papier en sloeg er hem man helaas mijn echtgenoot is.”
mee. Hij viel neer als een blok. Ik moet Muriel herinnerde zich, wat juffrouw
man zou
oefening naar het front. dadelijk moeten beginnen, toen eens-
Op een morgen was kapitein Georges klaps tot grobte verbazing van kapitein
trachtte te zingen, deed een onbe- een uit Duitschland ontsnapt krijgs- Georges op het meeste kritieke oogenblik
schrijfelijke aandoening haar stem, anders gevangene bezig zijn recruten te dril- het vuren daarbinnen ophield.
zoo vast, beven. Er trilde iets nieuws in Ien, toen hem gemeld werd dat er een -J--1
die tonen en Claude ging naar zijn kamer, man wachtte, die als vrijwilliger wenschte
niet wetende of hij verheugd dan wel be- te worden opgenomen. Maar wat voor met ons te maken t”
droefd zou ri|n overt hetgeen hij had op- een man was hetHet hoofd van den on-
gemerkt gelukkige zat bijna geheel tusschen zijn hoeve en nog gaf men daarbinnen geen
schouders, zijn haar en baard waren al teeken van leven. Juist verwachtte kapi-
Dagen gingen voorbij. Eindelijk begon geheel vergrijsd, en zijn onevenredig
het water te vallen en met beklemd lange armen hingen schijnbaar krachte-
hart dacht Claude er aan, dat hij spoedig loos langs het ineengedrongen en mis
zijn atelier weer zou kunnen betrekken, vormde lichaam af.
Dan was bet weer uit met die gezellige „Wat komt gij hier doen,” vroeg ka-
gesprekken en dat heerlijke samenzijn, pitein Georges verbaasd.
dat de beide jongelieden lederen dag el- „Ik kom mij als vrijwilliger aanmelden,”
kander meer deed kennen en waardeeren. was het korte antwoord.
Maar nog vóór de officier van rijn
zoo, beter te vluchten om zoolang het verwondering bekomen was, ging de
hem misschien nog mogelijk zou zijn te kleine man voort „Ziet u, ik ben her-
vergeten. bergier geweest te Coulmiers. Voor het
Maar bij de eerste woorden die hij over oogenblik is daar niets te verdienen,
rijn aanstaand vertrek sprak, viel de heer vrouw of kinderen heb ik'niet,
Debry hem al in de rede.
„Geen sprake van,”
beslisten toon. „Ik verbied u bepaald uw
atelier weer te-betrekken, vóór het goed