f m m Trouw- en VerloïingsrinQeii nieuwste modellen. Carol Fuhrmann. 81 2 van Heugten, van het Goedkoops Aanbieding KLOKKEN M. s Joh. Schoonhoven, PROGRAMMA’S FUHRMANN i „Noord-HolBandsch Dagblad” H I Stóomwasscherii Stoomververij Chemische Wasscherij Joh. Schoonhoven, Tuinaanleg Onderhouden van Tuinen I 31 Magazijn „De Feestvreugde' I Wilh. Lichtschlag. AMSTEL ..RIJWIELEN - ElsctrisGhe Installaties, Verwarminasapaaraten, Strijkijzers, Philips* filoeilamoen, Zijdi in Cntufli bmpinkippM in alle vormen, Voetiampen, HuiskamerlampM, BLIJFT ELECT.-TECHMISCH BUREAU GENEFAAS. 4 nor Brailofts- m FiisMiIio- Bruiloften en Partijen. Bloemist, I Nieuwlandersingel 10, g Bikmaar. Dagelijks versche Bloemen. I ■o. 36 Vrijdag 4 Juli 1924 HEBMAI OFMAI Jr. Statte Brit rij 09 van 3 CD ■a 1 I 9 Moderne Kunst-, Reclame- en Decoratie Schilder BREEDSTRAAT 36, ALKMAAR Goedkoop® Magdeieneeitriet III. ZAADMARKT DRUKKERIJ SPOEDIGE LEVERING e MODELBOEK TER INZAGE VERDRONKENOORD 57. l 3T tepiraHia SCHOENREPARATIE. Jlchterdam 31 Muipsrsiaeg. eS KARL BIREKOVEN, llknaar, Nakelstraal II - Tilafooa 73S Lot op hot iuloto adres. „ONS BLAD\ Alkmaar, en moderne regulateurs met geslepen glazen f 12.- dekkus f 1.» Barometers f 3.-, Hlle Uurwerken met garantie. Magdalenenetraat B10. Mutsen en Yuunert JOH, v. d. NTOK, Alkmaar. Faïdsen 53 APPELSIKhG N JE ADRES EPISTEL EN EVANGELIE. Z 3- ,Q3 3 2 S 1 B OFFICIEEL KERKBERICHT (De Ster). troosten: STAM STOOMT! MEÜBILEERINRICHTING UW ADRES VOOR 23 t 4 I o SS •6 o c? ■r o e 3 c: ATELIER» X Sc cn ik co o FARIZEtN De Reeb. sohrjjft: De vrijdenkers hebben in de Dageraad- geschiedenis aanleiding gevonden ook vrjj te doen. Terwjjl de geloovigen van aller lei schakeering rich steeds zorgvuldig ont houden van zelfverheffing, de personen er buiten te laten en alleen spieken van onze delijkheid van het atheïsme, terwjjl ze Zelfs Aanbevelend, Ci ex Hofplein Telefoon 433 en 633. en de leisten er HUWELIJKSBIJGELOOF. In Engeland heerschen nog tal van voor schriften, die men moet nakomen om zich in Hymen’s banden gelukkig te voelen. Ei evenveel dingen, die men vermijden moet om niet op doornen te wandelen, gebukt on s Q> J a a j genegen- larwel U DE NAAM WAS, IS eu BLIJFT uw ADRES vovr zs os luma&kpotten grauw blauw en bruine Inmaak- polten in prijs en kwaliteit onover- trel baar. Kippen en Kuikendrink- •n Voerbakken, Kattenbakken en Hoodeneet** bakken, Platte en diepe en Boter- hamborden, Thee-, Eet- en Ontbijtserviezen, in groote keuze Pracht Kop en khotel voor 14 cent, Japansch Kop en Schotel 17*cent, Borstelwerk ruime keuze en concur- *eerende prijzen, Sponsen en Zeemleer, Behangsel- >apier vanaf tO cent, Uitschnit bare Raam horren U» cent. Steriliseert in potten, beter en soliedei bestaat niet. Inlichtingen worden gaarne verstrekt. NEEN! NIET TOT WEERZIENS! Marie, een brave huismoeder, lag op ster ven. De pastoor was gekomen en had haar de laatste sacramenten toegediend. De kin deren rondom haar waren ontroostbaar. Men moeder, ze met UW ADRES STEEDS VOORRADIG lampions, Voordrachten, BrnlloflsliedereL. Levert Muziek voor den grooten en goeden Meester nooit. Dan weer deed zij de oogen dicht en glim, lachte zacht. Gesloten oogen zien dikwijl» meer en beter dan oogen die wijd geopend staan 't Was alles stil nu in de kamer, zoo stA dat men zelfs de dood zóu hooren binnen komen. Als een wassenbeeld zoo bleek en schoon lag de stervende moeder op het witte bed. Heur handen bleven vroom gevouwen, om vattend het kruis van den doodstrijd en den rozenkrans die baar nooit had verlaten. erkennen, dat de atheïsten dikwijls veel be ter zijn dan hun beginselzijn de atheïs ten de markt opgegaan om als de Farheèn den brave uit te hangen. Als ze in God ge loofden, zouden ze Hem danken, dat ze toch •eoo braaf zijn, veel beter dan die tollenaars "van geloovigen. Ze hebben weer eens de betaamde „statietie ken” voor den dag gehaald, waarmede de so cialistische professor Bonger indertijd werk te. Maar terwjjl die professor althans waar schuwde, dat er geenerlei conclusie ten op zichte van geloof en ongeloof uit te drstillee- ren viel, komen de geleerden vaa de Dage raad plompverloren vertellen, dat uit de cij fers blijkt, dat.atheïsten de braafsten zjjn. Dat klopt volmaakt in een tjjd en in een wereld, die alles ten onderste boven heeft gekeerd. Maar het feit is toch zóó gek, dat zelfs bladen als de „Telegra^” Groene Amsterdammer” de ame tusschen nemen over zoo dom hanteeren van statistieken. 't Is ^n ook bar. De heeren lazen cjjfers als: sexueele misdrijven: protestant 5.1, ka tholiek 7.1, jood 4.1 en ongeloovige 1.6. En dergeljjke. En aanstonds jubelen ze: zie je wel! Wat ’n naïviteit ofgemeenheid. Men stelt het hier voor alsof die cjjfers per centages zjjn, terwjjl ze niet Tinders willen aangeven dan: op 100.000 Nederlanders zoo veel protestanten die het misdrjjf begingen, zooveel katholieken, enz. Waar de ongelov- vigen gelukkig slechts een gering percon tage onder de Nederlanders uitmaken, is het •jiog al wiedes”, dat er ook op 100.000 Nederlanders slechts weinig atheïsten zjjn, die misdrijven plegen. Hoezeer deze atheïsten den farizeën eer aandoen, bljjkt echter nog uit andere dingen. Raak zegt b.v. Annie Salomons in Je Groene: „Ik kan maar dom-weg vragen: hoe ko men zc aan de opgaven, Jat die misdadigers protestant, roomsch, jood of ongeloovig wa ren? Wel, ik denk dat ze dat zelf hebben ver klaard en dat de meneer van „De Dage raad” zal zeggen, dat dat dan toch zeker wel het betrouwbaarste getuigenis is, dat een mensch kan verlangenGoed, maar zouden %e met die verklaring niet alleen willen zeggen, dat ze protestant of roomsch of jood „geboren” waren: maar dat ze in den loop der jaren dat geloof waren kwjjt gerakt, en nu, in dit supreme uur, zich weer op den troost van hun jeugdreligie bezon nen? Iemand, die in de gevangenis zich „on- geloovig” druft noemen, bezit een even zeldèn voorkomende consequentie, als iemand, die in het aangezicht van den Jood nog fanfaronneert atheist te zjjn. „Nood leert biddeu”; en „nood leert geloovigen." „Ongeloovig” zjjn we, als het ons goed gaat, als we gezond zjjn als niets ons in den weg staat. Op het ziekbed, in de gevangenis stijgt het percentage „geloovigen” met een sprong; op die oogenblikken als ons inner lijk leven door elkaar wordt geschud, her inneren we ons onze jeugd; wat we toen leerden; wat we zelf hoopten, toen ons leven nog goed wasIn de ziekenkamer en in de gevangenis leert de arme, zwakke mensch, die in het gewone leven heel par mantig en eigenwjjs was, zjjn „ongeloof” weer af te leggen, cn zich te sijren met den naam van zijn kinder-kerk. En mjjn tweeJe Argument: hoi komen de meeste menschen tot nun vergrijpen tegen de maatschappelijke orde? Door slecht^ eco nomische omstandigheden. De meeste delic ten zullen dus voorkomen ia de meest mis deelde milieu’s; en noemt men zich daar atheist? Neen, wis en waarachtig niet, men kent rt woord er niet cn zou het als Jfen gevaarlijke vloek schuwen; ik geloof ook niet, dat „De Dageraad” voor haar ideeün propaganda maakt onder Je kermisreizigers en de stoelenmatters: maar daar komen de pastoors, daar komen het Leger des Heils en de dominee's en bederven zoo de statis tieken voor de „geloovigen”. Want in den kermiswagen, waar moord en doodslag ge beurt, hangt een kruisbeeld of een tekst aan den muur cn de prostituéc heeft een altaar tje voor Maria, en misschien de troost, dat Christus Maria Magdalena niet verstiet (ik geloof, dat toendertjjd de statistiek ook al niet erg goed voor de Christenen zou zijn uitgevallen!)” Me dunkt, de verwaande heertjes van de Dageraad, de opsnjjdende Farizeén kunnen ’t er mee doen. En als dezelfde schrijfster zoo raak zegt: „Zjj zullen, in hun koel over leg, zich zeker niet laten verleiden tot „pas- sioneelc" misdragingen, zooals de „sexueele vergrijpen” en „moord en doodslag” beide plegen te zjjn,” dan wil ik nog weer eens even herinneren ook aan het feit, dat er pog heelwat ernstiger vergrijpen zjjn tegen do christelijke zedelijkheid, die de atheisten niet eens als vergrijpen erkennen maar die ze als hoogst „zedeljjk” aanprjjzen; denk maar eens even aan de schandelijkheden der „vrjjè liefde” en het N.-Malthusianisme En die menschen durven roenftn op hun uitverkiezen boven anderen! Hier houdt al les op M3 3 heid en roepende uit alle kracht om weer te keeren uaar haar oorsprong. Maar vele menschen hooren dien roep niet: zjj zjjn ge jaagd, zjj hebben geen tjjd, moeten voort naar hun pleizieren! Ze gaan heelemaal op in het uiterlijke pleizierleven der wereld. O! al die schoone levens goedsmoeds vergooid in oppervlakkigheid en ijdelheid! Diep, heel diep hadden veel menschen hun leven moe ten uitgraven om over hunne broeders groot leven te doen stroomen en wat is hun leven? 'n Wolkje rook opdampend voor de zon! Dat wjj toch de dwaze wereld eens konden laten voorthollen; en eenzaam en stil voor God onzo ziel open leggen heel wjjd, zooals wjj een bock openslaan en dan nagaan in alle oprechtheid hoe het met ons zieleleven geschapen staat! Maar onze ziel kennen wjj niet! Den loop der maan en der sterren kun nen wjj bepalen en voorspellen welk weer den dag van morgen zal meebrengen, doch dien grooten stroom van onze goddelijke ziel nagaan doen wjj zoo bitter weinig. Wjj ste ken opgepropt van kenniften en wetens waardigheden allerhande; en de groote ken nis, de eenige wetenschap, die van ons zel- ven, missen wjj. Op alles weten wij een ant woord; op alle vraag ’n uitleg, maar als men ons vraag tnaar onze ziel, dan staan wjj met den mond vol taoden! Weinig menschen ko 'men tot het klare besef van al dat groote en goddelijke dat zjj in zich dragen: hun heerlijke ziel! Hun eigen ik blijft de groote onbekende. Zjj kennen zich zelf niet! Want zjj zjjn gejaagd, zjj hebben geen tjjd, moeten voort naar hun vele en groote pleizieren; dn wereld Ijjdt aan jjlkodrts. Heur laatste woorden hadden de ziel van den godsdienstloozen vader diep getroffen. Ik wil haar weerzien eensen voor eeuwig met haar zjjn, zoo klonk het voort durend in zjjn binnenste. Den dag der begrafenis naderde hjj tei H. Tafel na zoovele jaren en vast was hjj be sloten vcortaan zjjn godsdienstige plichten te vervullen. En wjjl de kinderen weenden om moeders heengaan, mochten zjj zich verheugen in de bekeering van den vader en zich vertroosten in de hoop dat ze allen samen elkaar eens zouden wederzien! co 09 3) S g pq E. g- o -• r~” n OOM 3 Cu Q ^3 P VIERDE ZONDAG NA PINKSTER. Epistel uit den brief van den H. apostel Paulus aan de Romeinen; VIII, 1823. Broeders, ik meen, dat men het lijden van dezen tjjd niet kan vergelijken bjj de toeko mende heerlijkheid, die in ons geopenbaard zal worden. Want het schepsel verwacht met vurig verlangen naar de openbaring der kinderen Gods. Want het schepsel is aan de ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om hem, die het er aan onderworpen heeft, in hope: daar het schepsel zelf eens uit de slavernij des bederfs zal verlost worden, tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods. Want wjj weten, dat alle schepselen zuchten, cn tot nu toe als in barensnood zjjn En zq niet alleen, maar ook wjj zelven, die de eerstelingen des geestes hebben; ook wq zuchten in ons zelven, en verwachten de op neming der kinderen Gods, de verlossing van ons lichaam in Chrisrus Jesus, onzen Heer. Evangelie volgens den H. Lucas; V, 1—11. - In dien tijde, als het volk op Jesus aan drong. om Gods woord te hooren, stond Hjj bjj bet meer van Oenesareth. En Hjj zag 2 schepen, aan den oever van het meer lig gen, daar de visschers waren afgegaan om de netten te wasschen. Hjj klom nu in een schip, hetwelk Simon toebehoorde, en hjj verzocht hem, een weinig van land af M ste ken. En nederzittende, leerde Hjj het volk uit het schip. Toen Hjj nu ophield met spre ken, zeide Hjj tot Simon: Steek in zee, en werp uwe netten uit om te vangen En Si mon antwoordde en zeide Hem, Meester, wjj hebben den geheelen nacht gearbeid, niets gevangen; maar op L'w woord zal het net uitwerpen. En als zjj dit gedaan had den,vingen zjj eene talrjjke menigte van visschen, zoodat hun net scheurde. Zjj wenkten dan hui ne medegezellen, die in het ander schip waren, dat zjj zouden ko men om hen te helpen. En zjj kwamen, en vulden beide schepen, zoodat ze bjjna zon ken. Simon Petrus dit ziende, viel Jesus te voet, en zeide: Heqr, ga van mjj; want ik ben een zondig mensch. Want hjj en allen, di« bjj hem waren, werden verbaasd over de vischvangst, die zjj gedaan hadden, zoo als ook Jacobus en Joannes, de zonen van Ze- bedeus, die de medegezellen van Simon wa ren. En Jeeus zeide tot Simon: Vrees niet, voortaan zult gjj menschen vangen. En zjj haalden de schepen aan land, verlieten alles, en volgden hem. verliest immers zooveel aan zjjn Heur laatse raadgevingen hadden eerbied aangehoord. Slechts één gedacht kon hen Moeder had zoo heilig geleefd; heur leven was een leven van verdienste geweest en God zou haar voorzeker genadig zjjn en in zijn schoonen hemel opnemen. Zou er geen speciale hemel zjjn voor de goede moeders? En zoo schoon was zjj voorbereid tot den dood. Op een schoon leven moet immers een schoone dood volgen. Been betere voorberei ding dan een goed leven. Kalm en rustig wachtte zjj het laatste oogenblik af. Zjj verlangde naar God en naar den hemel. Nu ging haar ziel vrjj zjjn. nu ging zjj God zien voor eeuwig. En van uit den hemel zou ze bljjven waken over haar lieve kinderen die weenend naast haar neerzaten en in stilte hun rozenhoedje ba den. Zou een moeder, zelfs in den hemel heur kinderen kunnen vergeten? Nu blikte ze op het kruis, dan weer op haar kfnderen alsof ze bidden wilde: Hecre Jezus, zegen hen! en kinderen, vergeet, Dicht bij de vrouw stond radeloos d« man. Zjjn smart was diep als de zee. Hjj had zjjn vrouw teer bemind en heur heengaan zou hem een harde beproeving zjjn. Hjj staarde heur sprakeloos aan, en het geheim van den dood maakte hem angstig en bang? wat is toch het leven? Wat is toch de dood?. En hiernamaals? Hjj kon friet anders dan haar aanschouwen zonder zich af te wenden alsof hjj haai beeld voor altijd onuitwischbaar wilde pren ten in zjjn geest. De moeder blikte nog eens vol c- heid op haren man als om hem vaarwel zeggen.... Diep geroerd en snikkend gaf hjj haar een kus en zuchtte: Tot weerzien»! Neen.helaas! niet tot weerziens!., antwoordde gebroken de stervende vrouw.. En waarom niet tot weerziens? Omdat gij uw godsdienstplichten niet vervulten deze toch de eenige weg naar den Vcmel zjjn! En wat moet ik daarvoor doen? Zeg het mjj, ik zweer het u, ik zal het doen! En de arme moeder zuchtte: Gods geboden onderhouden.... Tot weerziens’ En zachtjes en hoopvol ontsliep de vrouw in den Heer. De kinderen snikten. De Vader was diep bewogen en tranen rolden uit zjjn oogen. 4 ALLEMAAL KOORTS. 'n Tijd van koortsige bedrijvigheid is de onze! Met al de nieuwe uitvindingen kan ouzo wereld niet rap genoeg gaan en nog zint men volop: hoe nog grooter versnel ling bereikt. Wat zal dat op ’t einde ’n hol len worden van alle duivels! Want nu reeds schieten u de menschen zoo haastig en zoo gejaagd voorbij. Zjj hebben geen tjjd meer onze menschen; zjj moeten vooruit, altjjd vooruit in dolle vaart, naar het geluk cn de groote pleizieren, op zoek altjjd achter nieu we indrukken. Groote lichtende zalen met hupsche muziek lokken hen binnen, onweer staanbaar: Want daar wordt er gezongen en gedanst en plezier gemaakt: voort! daar heen! En toch in al die loopende en jagende menschen achter al die onrustige, begcerige oogen, leeft er ’n ziel: ’n schoone onsterfelij ke ziel, ontsproten uit goddelljjke schoon- o q- Oi „U’s o I Iz-S 2 rc3» O 2- - o GO 2. coSf °P8 CO P- O S

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 12