VOOR DE n g g g g n 111 NUMMER 41 UERDE JAAKUanU no. 1924 1 I* UIT DE MOPPENTROMMEL xü. MURIEL’S VLUCHT aua HST XNOCLSCM VAN WAV THORNS soon M T aa.a.n 1 iMMULÏLiUÏ door een boerenvrouw op het land opge- en Diepe stilte heerschte alom. De zon HUISKAMER Tot zoover ging alles naar wensch. DROEVIG VERLIES. EEN BROEDERMOORDENAAR. EEN KENTEEKEN. „maar toen Agent van politie (iemand arreste»- In elk geval leeft ze in groote afzon- dat er OOK EEN TROOST. en misschien zal wel eens laten trouwen met dien nietsnut, dien „Wat weet u veel van die menschen,' „Mijn vader zei hij met heesche (Ww* moede hoofd aan zijn bont. „Hoe gaat het met haar, Celeste I” „Beter zij is nu op. Wat een treurig dat de omstanders er weinig.belang meer in stellen. Even ging de blik van Paul Harrington over die marmerbleeke trekken. Een doodelijke schhk kwam over hem. „Barmhartige God! Is het mogelijk jaaa J- iaaIaama door, zonk op de knieën en het schoone hoofd. Een Franschman vernam dat een zijnft vrienden, dien hij om zijn ^roolijk karak- „Beste neef 1 Als gij uw ouden oom nog eenmsa. durend geld afperste Munel knikte zij waagde het niet „O, dat weet ik wel," antwoordde te vriendelijk, terwijl hij met den sleutel in -f er aan te te steken. „Dat Toen zij alleen in de hal stond, hoorde wt het huis verwij* „In een halve minuut is de drank ge reed, mijnheer Harrington, wil u een oogen blik plaats nemen V' Plotseling kwam er beweging voor de deur der apotheek, een oude politie agent trad binnen. „Daar ligt een jong meisje bewusteloos op de straat, staat u toe, dat wij haar hier binnen dragen Paul Harrington trad ter zijde, toen de dragers de teedere gestalte onverschillig op den vloer legden. Er komen te New „De laatste.” „Waarom „De man met 5 ton wil altijd meer heb ben de ander niet.” VERSCHILLEND GELUK. „Wie is tevredener, de man die 500.000 had gezegd. wonde rd. Hij aarzelde en zei toen „Misschien Zij wist niet wat.zij moest zeggen ea schudde eenvoudig het hoofd. Hij scheen zeer zenuwachtig en leek Hij schudde ongeduldig het hoofd. zeggen, dat de man werkelijk «sa infame stoelenrijen en Charles kocht een blad, vrouw afzette en de schrik van haar leven ,onXe“ luist op dit oogenblik was gekomen. Vriendelijk, al zou ik toch niet graag haar weg kruisen.” Hst was klaarblijkelijk, dat hij van het onderwerp wilde afstappen en Munel besloot er niet meer aan te denken. Na een poosje naar de muziek geluisterd te hebben besloten ze naar huis te gaan om te dineeren. Het begon al eemgszins te worden in het park, toen Arrestant „Van Piekeren.” Agent „Qualiteit t” Arrestant „Student." Agent „Student 1 Bewijs dat** Arrestant „Hier is een rekening van mijn kleermaker.” Agent, (de rekening beziende) „Onbe kom ik terug 1" Voor den vorm had hij nog een recept heftig. „Een 6-jarig kind!.... Zoo’n geschreven maar zijn woorden lieten gaat dat mooie meisje, de gravin van Stonehaven. Ziet zij er niet schitterend uit, mijnheer Smith?" _r Een keurig rijtuig reed voorbij, waarin dat ons huis betreftMadame 13 eindelijk „Ik zou w«l willen voorstellen," zei Charle» ten slotte, „dat we eens op stapten en ergens thee gaan drinken. Daar aan den overkant van de Serpentine is een uitstekende gelegenhtid, niet ver van de beroemde Rotten Road, waarvan d 1 g g zeggen, een grooten roman, een bijtende satyre. aan materiaal kon veranderen in een wetenlooze schurken creatie die even zooveel pond waard was. Zij verklaarde hem dat alles, alsof zij een jarenlange ondervinding achter zich had en dankbaar nam hij haar lessen aan. Muriel genoot, toen zij naar het bonte gewoel der fashionable wereld stonden te kijken. „Ik zou hier wel uren lang kunnen blijven staan,” zei ze. „En ik," antwoordde hij zacht, „zou er niets oen geven, als ik het nooit terug zag. Kijk die menschen eens aan louter vlinders. Hun eenige doel is, te zien en gezien te worden. Al die mooi gekleede en met Madame Juliette’s hoeden ge sierde dames zijn zoo hol als leege vaten.” Zij keek hem verwonderd aan en zag dat zijn gelaat strak en ernstig stond. gen wajen vertierd en met een fijnen kaf ten zakdoek speelden. „Dat is niet voldoende, en boven dien htbt u ook nog geen ondervinding van kihderen op te voeden." schillig, „maar er wordt van haar gezegd, dat ze geen zelfstandigheid bezit en precies doet, wat haar gezegd wordt. In een gezelschap was 'n oud-jager druk ~'l met allerlei geloofelijke en on- *-*-t zijn vroege llilton, door het ongeluk gelouterd, met moest na afloop der akte „gehaald” wor den man, dien zij eens in lichtzinnigen den en onder stormachtig applaus ver- op straat die den treurigen stoet zagen overmoed had afgewezen. langde het publiek het „wonderkind” te voorbijgaan. Lart wankelde Grazia langs de breede haar oi Jers geen tijd zich met het kind te had, want de directeur was zeer Joyaal borgen gehouden, marmeren l De kleine kist verdween onder de bloe- verscheen, had de geheele schouwburg men en kransen, door de collega's van schik met hem hebben. niet uit; het maakt haar ziek!” Een uur later lag Lucie in hevige koorts- rende): „Hoe heet jet” „Nou, nou, moeder, zoo erg is het niet, fantasiën. Zij zat rechtop in haar bedje, en meide zij, „o, mijn God, droom ik?” Dat zal volstrekt geen kwaad doen, en, met angstigen blik in de oogen riep zij: „Naar mijn zuster zal ik je laten bren- wat °°k “*et te versmaden is't brengt „De vijandhij komt,” of „Snel, gen, zij zal je verzorgen, mijn bleek roos- een g°*d atuk «eld en L-uae Ieert me* red u,woorden, die zij eiken avond je teen wat van het vak. Laat alles maar aan in haar rol had te zeggen. Aan het bed van het kind stonden de De protesten der oude vrouw waren ouders en elk woord der kleine lijderes vruchteloos. Reeds den volgenden dag drong als een dolksteek in hun harten. De ,„in en van 1916m ^de, je bent stu- - wat grootmoeder zat als vernietigd. dent.” tooneelzinnen door haar ouders te hooren’ uitgalmen dikwijls wanneer de groot moeder haar in de donkere achterkamer llordiin °P de k*de*n wiegde, richtte het kind zich op en luisterde opmerkzaam naar de klanken, die van uit de donkere kamer door de gesloten deur tot haar door dat hij het moest hooren. om hem weer vast te binden. Hij begon te lezen. „Gaat u maar dooe, ik ben dadelijk „Op de lijn LondenChathamweer bij u,” zei hij en Muriel gmg den Dover is gisteravond een betreurens- hoek om en liep verder. To en ze eenige waardig ongeluk gebeurd. Een zekere meters verder was, hoorde ze ’n scherpen Devereux Viping, vroeger in theater- kreet achter zich en zich vlug omkeerend klingen welbekend, heeft even voor- zag ze Charles bij een anderen man staan, bij Chiselhurst den dood gevonden, die hem bij den arm hield. De ongelukkige reisde met een Toen zag ze plotseling wie de vreemda- vriend, Paul Radney uit Marshlands, ling Wks. Zij kon zich ónmogelijk vtr- ^>i wun hij een paar weken zou gaan gissen. De man die haar begeleider bij den zijn coupe verlatend, opende hij bij gewonden met hem stond te praten, was vergissing in de zijgang de ver- niemand adders dan Sir Augustus Atlee, keerde deur en viel uit den wagen, de vriendelijke oude heer uit den trein. Toen hij werd opgenomen was hij Muriel liep een eindje door. Zij hoor- reeds dood Zaterdag zal te Chisel- de de stemmen der beide mannen nog hurst het verhoor in deze zaak flauwtjes, maar nu en dan toch ook her plaats hebben.” der en blijkbaar werd er door den ouden ne, donkere gelaat van Paul Harrington. dat zijn kostbare péls het nederige kleed 60-jarige met de kleine bezig, want haar lederen avond i - J- “•11 ««wwj-a MAteMA iV - V M -- - - - had vergeten. Maar bitter werd de smart met repetities in den schouwburg bij in haar binnenste en het bewustzijn dat te wonen of thuis te repeteeren. Van kind zij’van ieder verlaten was, drong als een af was de kleine gewend de langdradige drie maanden --- géworden, maar tevergeefs beproefde de mijn kleine Lude! Ik ben het, ja.Hoor -a.i-’-U maar altsiH unl- t» m> strskt niet met dat alles kon vereenigen, „Maak u toch niet bezorgd, moeder," drongen. Somtijds, wanneer de Verniers wordt het repertoire veranderd en dan te sterven, deze wereld te verlaten, de Muriel keek verbaasd. „Madame Juliette vroeg zij. „Ja,” antwoordde hij, op een berichtje equipages en was krom en zijn heele voorkomen had „Laatste Nieuws” wijzend. „U weet schemerig te worden in het park, toen waarschijnlijk, dat zij getrouwd is met zij hun schreden richtten naar de Broad de sperwers!” zei de een metswaardigen schurk, die haar voort- Walk. Juist tv" rite lings r»n rij-pad durend geld afperste naderden en Charles iets zei over het gaan „Waarom zegt u dat V vroeg Muriel, Munel knikte zij waagde het niet naar een schouwburg dien avond, stnu- j zich „Voor den duivel 1 't Is .en wel een heel kind redden. De directeur heeft nog erge Ik zal doen wat ik kan!.... „Moet ik je tamme kennis geven van je toestand, Grazia V' vroeg hij een oogen- begon haar vader haar te leeren, wat grootmoeder zat als vernietigd. blik later. rij in de kinderrol moest zeggen, wat tus- Toen werd het kind gedurende eenige „Ach, ik heb niemand," nokte zij, schen haakjes, niet veel was. seconden wat rustiger, maar plotseling Jk heb geen tehuis meer.” Vernier kwam met zijn voorstel bij vloog zij weer overeind, kaarsrecht in „Zeg dat niet weder, Grazia, mijn huis den directeur en na twee proeven, waarbij haar bedje, het bleeke gezichtje van angst zal je huis zijn, als je wilt.” Lucie zich uitstekend hield, stemde hij verwrongen. „O, Paul,” stamelde zij en boog het vreugde toe.Jn gedachte reeds avond „De vijand," riep zij, „de vijand!” Zij ter en X1jn geestige invallen bizonder lief had, onverwachts was gestorven. Luide gaf hij zijn droefheid en zijn deelneming Twee dagen hter werd Lude Vernier, m dn verhe, te kennen, tot hij eindelijk in opgeruimde stemming uitriep „Nu, een zaak troost mij In den hemel zal men I 1 rrima forma. De acteurs wenschten groeve in een klein theater in een dér voorsteden Vernier geluk met het succes van het heuveltje was opgeworpen, bloedverwan- antwoordde me- van Parijs vervulden. kind, en de vrouwen overlaadden haar ten en vrienden waren heengegaan en ook kalm, „maar het Tot haar tweede jaar was het kind met omhelzingen en geschenken. de doodgraver het kerkhof had verlaten, door een boerenvrouw op het land opge- Vernier wenschte zich zelf eveneens kwam de oude vrouw uit haar schuil- met bezwaard voed, want door hun beroep hadden geluk met het goede idee, dat hij had ge- hoek te voorschijn, waar zij zich had ver- u,*n de tooneelspeler riep Een dokter werd gehaald, een man, die ondersteunde opgewonden „Dat kind heeft talent 1 onder een ruw uiterlijk een goed hart had. Zij moet naar het theater Daar hoort Hij onderzocht het kind, bromde iets bezig onverstaanbaars voor zich heen, wat de geloofelijke heldenfeiten uit „Dat is een goede gedachte," zeide de grootmoeder evenwel als zoovele onheil- jagersleven op te snijden. „Verbeeldt u," spellende woorden meende te moeten be- ïegt jyjj „Voor eenige jaren schoot ik in „Neen maar,” riep de vader, „daar schouwen, en eindelijk, toen hij zich ge- een schot drie hazen, die ieder vijftig noodig," zeide hij tot de nieuwsgierigen, valt mi) ‘n- w‘i «P*‘*««n voor den reed maakte te vertrekken, liet hij zich paMen vafl elkander liepen. Een ander- die door het onverwacht tconeel aangelokt winter een groot stuk, waarin ik de hoofd- ontvallen „Voor den duivel 1 't Is lchoot ik, in plaats van een hert een waren. „Het arme kind is geheel uit- rol vervul. Ik ben wachtmeester en moet hersenaandoeningen wel een heel grooten geput een '““d redden. De directeur heeft nog erge Ik zal doen wat ik kan „O!OI Broedermoordenaar t” riepet Toen Grazia Hilton haar bewustzijn “‘«mand voor de kinderrol, ik zal hem Leg haar ijs op het hoofd Van avond allen in schaterlach uit. ttrugkreeg, blikte zij in het bezorgde gelaat van Paul Harrington. „Wees bedaard,” fluisterde hij, „2„” Lucie zich uitstekend hield, stemde hij verwrongen. „O, Paul,”' stamelde zij en boog het met vreugde toe, in gedachte reeds avond aan avond het huis gevuld ziende door strekte den arm naar haar vader uit en den roep, die van het „wonderkind” uit- viel daarop dood in haar kussen terug. De avond van de première kwam en „het wonderkind”, begraven, lot voor dat arme schepselhonger, toen Lucie met haar vader op het tooneel ellende, wanhoop. Maar, Paul....” i-L J -- „Wel?” slechts oogen voor het kind. Het tooneel den ongelukkigen vader gezonden. Op „Zij is de onderwijzeres, die ik gisteren- stelde een legerplaats voor en daarop sommige stond „Lude Vernier, onze avond afgewezen heb.” volgde een gevecht en Vernier moest mid- lieve kleine collega.” „Dat alles is nu voorbij; voor mijn den door den kruitdamp het kind redden. De vader liep met zware schreden achter vroiw zal er, als God het wil, slechts ge- Lude bleef even kalm, alsof zij altijd in het lijkje. Daarop kwamen de collega’s gulden bezit of de mandie zeven dochten luk en tevredenheid op de wereld zijn.” zulk een rumoer had verkeerd en viel netjes geschoren en in het zwart, babbe- bezit?” Weinige weken later huwde Grazia geen oogenblik uit haar rol. Herhaaldelijk lend over hun eigen aangelegenheden. „Tooneelspelers,” zeiden de menschen Toen de jonge man van de krant op- heer met kracht op iets aangedrongen. menschen Ik heb haar gisteren den del zag, riep hij uit hoed verkocht, dien ze nu draagt. Ze was bizonder aardig tegen mij.” „Ik geloof ook wel, dat ze een heel Mijn oude erfoom is toch toe sarcas- York zooveel dereeliike tooneelen voor der een antwoord verlangde. De ouders eigenliefde en geldzucht het kind zoo ver het volgende telegram van hem dacht te schenken- aan de lieftalligheid van 1 weinig gestreeld door de vroegtijdige A—VIa.MA T voorstellen Lude daarvoor te nemen.” „Jullie bent dol,” riep de grootmoeder „-tra oeoaaru, nuisicruc ivcn -w --l maar zij zich wilde oprichten. „Je kunt niet ,eer schepseltje!.... Dat houdt Lucie geen hoop meer, gaan, ik zal een rijtuig laten komen.” l” „Waarheen wil u mij brengen sta- ZL, - „Naar mijn zuster zal ik je laten bren- wat °°k “*et te versmaden is ’t brengt „De vijandhij komt,” of „Snel, k—r - je teen wat van het vak. Laat alles maar aan in haar rol had te zeggen. Grazia antwoordde niethet onver- m‘> over.” i.---- - wachte geluk deed haar duizelen. „Moet ik je familie kennis geven Hij kreeg een brok in zijn keel ea met bijna gevaarlijke persoonlijklieid. slot en opende de deur. Zij ging h™™' Maar de uitdrukking op zijn gelaat J u; - veranderde weer even spoedig. „Zoo," stem en trok de deur weer hèfug'toê?-' nu,, «w uc- zei hij, „dat is een zonderlinge samenloop Toen zij alleen in diendenpraatjes. Bedienden weten altijd van omstandigheden en ik ben benieuwd zij voetstappen zich plotseling haar aandacht werd afgeleid, klopt niet altijd alles precies wat ze van nu liever niet over onaangename dingen „O, kijk eens!” zei ze zacht, „daar hen vertellen-weken. Het spijt me, dat ik u dat be keek en hij het lijkbleeke gelaat van Mu- Nog een maal keek zij om. Charle» stond met gebogen hoofd en de oude man stek, „Wat scheelt u, juffrouw heb ik u als smeskend, beide handen naar hem zoo laten schrikken uit. Vreezende meer te zullen zien, liep ze „Neen, neen," stamelde zij, „maar vlug door naar de Inverncas Gate, die aardig meisje is,” antwoordde hij onver- ik heb hem gezien bijna recht tegenover haar woning was. Hij keek haar ten hoogste verbaasd aan. Juist toen zij den weg over stak hoerde „Wien hebt u gezien zij vlugge voetstappen achter zich. Char- Muriel dacht aan den eed dien zij had af- les kwam haar achterop. Hij was zeer Haar moeder, die weduwe is, is ziekelijk, gelegd zij had op het punt gestaan dien bleek en zijn gelaat vertrokken, alsof hij Zij was de tweede vrouw van den graaf te breken en wist zich nog juist intijds pijn had. Zij deed alsof zij het met zag en, naar ik geloof, niet van zijn stand, te beheerschen. en zei niets toen hij zich verontschuldigde „Mijnheer Radney,” dwong zij zich over zijn lang wegblijven. - -- --Toen zij de stoep van hun pension haar intrede in de groote wereld moest station een tijdschrift koopen,- „Neen, dat niet, maar als ik bedenk, van Jael Mayberlie, die den naam heeft anderen heer, die dus mijnheer Viping Pierre." dater i J J Z- Z" duizenden menschen alle uren van den ofschoon er families genoeg zijn, die haar trein en passeerden mij rakelings." „Dus u kent dien mijnheer Radney?” ”Ja,” antwoordde rij langzaam, „het zijn 'woorden niet geheel in be’dwang 'tê hebben. „U weet niet wie dat was,” zei ^W-AWm» VMWAA WAA O- WWW .««VAA ZMUUC y f UWUUJ5 JUJ £IUU „Bent u socialist, of zoo iets vroeg dering te Richmond en daar de gravin te zeggen. „Ik ging in het Charing Cross- -j 7 Z7’ •wpcu, en zag toen opgingen, zei hij, meteen zekeren harts- doen, werd ei; toevertrouwd aan de hoede mijnheer Radney arm in arm met een tocht„U vraagt mij niets, juffrouw St nog geen kwart mijl hier vandaan een der eersten te rijn in de groote wereld, geweest moet rijn. Zij gingen naar den dag moeten zwoegen en zwoegen en nooit voor niets ter wereld zouden toestaan, een behoorlijk maal krijgen, dan haat ik over den drempel harer woningen te w deze weelde-tentoonstellingen. Engeland komen. De oude gravin, die van de groote was in rijn huis dat ik', als ge zeis chaps- U moet wakker geschud worden, Engeland wereld mets afweet, heeft zich leelijk juffrouw van zijn vrouw, die drie jaren h^7*bïjna 'uitdageni moet de waarheid vernemen, omtrent vergist, door haar dochter aan zulke men- van gevangenschap doorbracht, waarvan West-End en de Londensche society schen toe te vertrouwen. Men wil haar ik u verteld heb.” en misschien zal wel eens....” laten trouwen met dien nietsnut, dien Het gelaat van den jongen man nam rijn hand bleef staan', zonder Hij brak plotseling af, alsof hij te veel ze gisteren beleedigde en al haar geld een zeer ernstige uitdrukking aan en Mu- denken dien in het slot U had gezegd. en haar goederen, want rij is enorm rijk, riel zag plotseling inplaats van den opge- was Sir Augustus Atlee." „Misschien zal wat?” vroeg ze ver- zullen dan komen ih handen van dien wekten, bijna jongensachtigen man ie- n; BM slungel en van rijn schurkachtigen vader.” mand dien rij niet kende, een schrandere, btvende hand stak hii den sleutelTZ» „Wat weet u veel van die menschen," -'“1— -J zal wel eens iemand, die de feiten wer- zei Muriel, „dat weet toch zeker niet kalijk kent, een boek schrijven, laten we iedereen „Och, beschouwt u het maar als be- zei hij, „dat is een zonderlinge samenloop Zij luisterde verbaasd naar hem, toen een heeleboel van hun meerderen, al of dat n<< gevolgen heeft. Maar laten we deren. „O, kijk eens zei ze zacht, „daar hen vertellen Zij begreep, dat hij niets meer wilde richtje heb voorgelezen. Ik kan u alleen zeggen. zeggen, dat de man werkelijk een infante Een ^krantenjongen kwam langs de kerel was en iedereen weet, dat hij zijn „Laten we eens even kijken, hoe het was. En wat Madame Juliette zelf ook ie in de wereld toegaat," zei hij, blij dat de en rij is veel ze is edelmoedig en i““ ---- - „Allemachtig riep hij uit; „Dat is tenminste een nieuwtje en nog wel een de jonge gravin van Stonehaven zat naast vrij I” mevrduw Mayberlie. Tegenover de da- wel gehoord zult hebben, we hebben van mes zat een lange, vale man met een zware daar een mooi uitzicht op den rijweg, snor en diep liggende oogen. Zijn neus zoodat we de parade van auto’s zullen kunnen gadeslaan. Het zal iets Joodseh. er nu wel druk zijn.” „De duif en „O, ja, laten we dat doen, dat vind ik jonge man zacht. heerlijk. Ik zie zoo graag die elegante vrouwen in haar chique costuums en terwijl zij weggingen en naar de thee- te spreken. Zij voelde haar hart heftig kelde hij, zoodat hij b?jna viel. Zijnscböea- vooral voor de hoeden heb ik een zwak!” kiosk liepen, „en wie was die kleine man kloppen, zóó heftig, dat zij meende, veter was los gegaan en hij bukte zich Zij lachte vroolijk, toen zij opstonden, die tegenover haar zat J -- - om heen te gaan. „Die kleine man,” zei Charles, ,4s „Hoeden 1” zei hij. „Wat een humbug mijnheer Constantine Mayberlie, die in 'is dat. Ik heb gehoord, dat Madame Ju- de kranten ge woon lijk „de groote finan- liette een hoed verkoopt voor twintig der” genoemd wordt. Hij maakt rijn geld pond, waaraan voor niets meer dan één, in de City. Hij is een magneet, die het hoogstens twee pond materiaal zit. Ik goud trekt uit de zakken van weduwen wou dat °°k zo° gemakkelijk geld kon en weezen en van den man, die zijn kin- verdienen.” deren geen behoorlijke opvoeding kan Hst was aardig, haar te hooren verkla- geven en die hoopt rijn inkomen te ver ren, dat er ook betaald moest worden meerderen, door rijn beetje geld toe te voor den naam, en voor de handigheid en vertrouwen aan dezen mijnheer Mayber- de kennis, voor de artisticiteit van de lie. Om kort te gaan, ik heb reden oqi te maakster, die een waarde van twee pence gelooven, dat dp man een der meest ge- _.L1- i van Londen is, hoewel ik het, als iemand het mij hoorde zeggen en mij ter verantwoording riep, niet zou kunnen bewijzen en ik heel gauw de gevangenis zou indwalen." „Verschrikkelijk zei Muriel. „Maar hoe komt Lady Stonehaven dan bij die moette een slanken, jongen man, dMwnet in het ouderlijke l vluggen tred voorbij schreed. Haar adem tegelijkertijd de gr< stokte, haar hart dreigde te breken. Een bij haar zoon en i oogenblik zag Grazia Hilton in het schoo- zorg voor I-- - ■e, donkere gelaat van Paul Harrington, men. naam „Lude Vernier” met groote letters De oude vrouw zonk op het graf van Hij zag haar niet. Hij vermoedde niet, Van ’s-ochtends tot ’s-avonds wu de op programma’s en aanplakbiljetten, en haar lievelinge neer. Uit haar arme oude - - 1 was de schouwburg uitvet- oogen liepen de tranen over de vermager- hét meuje aan'raakte, dat hij Log niet zoon eL dochter brachten hun tijd door kocht. de wangen en haar strakke blik rustte op •-« -f-ot zoover ging alles naar wensch. den heuvel, die het eenige wezen verborg. Afleen scheen Lude na verloop van dat haar aan het leven bond. Alsof rij 2_j aan groote vermoeidheid te vreesde de kleine doode te storen, fluis- lijden. Haar gezichtje was smal en bleek terde rij zacht „Lude..*;. mijn hartje.. -S- - - Ia aa-AA^/I te /4te Irltetnte T X^étel TV l>teM VteO UjWOM grootmoeder, die zich nog maar altijd vol- je me niet '2De Bacht jan tn de grootmoeder de ouders daarop opmerkzaam te maken, had zich met uitgebreide armen op den *- kleinen aardheuvel geworpen. Slechts één telkens 't woord.... „binnenkort wensch,een gedachte vervulde haar ook in de provinde op tournée waren, begaf heeft Lude al den tijd om op haar ver- a. -1— a— i1._ L-.1 komen.” met de kleine naar buiten. Als ze dan de En nu rustte Lude I Haar gericht was en .onschuldige kinderen laatste huizen achter zich hadden en zich nog bleeker dan de kussensloopen, waarop L J te A AA A <1 A A, A I a a IaaA AA te A ,AA„V« A «V Ate V VS t te Gföofmöeder en Ach<er ue coulissen ging het up de- De moeder volgde in een rijtuig. Lie zelfde wijze. Allen verdrongen zich om oude grootmoeder had verklaard, dat Kleinkind. Vernier en zijn dochtertje en de directeur rij de kracht niet bezat het kind naar de overhandigde het kind, dat van dit alles laatste rustplaats te begeleiden, en was m De kleine Lude Vernier was het kind mets begreep, een engagementscontract thuis gebleven. Doch toen de kist ip de "jk zal* mii allé'moeite" geven om in van tooneelspelers, die tragische rollen in optima forma. De acteurs wenschten groeve was afgedaald, toen het gras- tt «.tteLte a*_AA— J— teteA. «Jaa »MMtete*te«4teRS Uaaa.'a- tertelaelr at ktet vin vs teder opzicht te voldoen. „Het spijt mij wel," vrouw Mordijn. heel gaat toch niet Gjtheel ontmoedigd trappen naar beneden en ont- bemoeien, en toen het kleine schepseltje geweest en voor Vernier’s oogen fonkel- jk^ huis .terugkeerde, nam den in den geest reeds de talrijke goud- ging roodgloeiend onder alleen een kleine rootmoeder haar intrek stukken, die *t kind hem zou aanbrengen, klok liet zich hooren, die den levenden schoondochter, om de Het stuk beleefde meer dan honderd toeriep, dat rij de rustplaats der dooden haar kleinkind op zich te ne- voorstellingen iederen avond stond de moesten verlaten. vlijmende dolk haar in het hart „Heb je nog niets gevonden, Celeste vroeg hij aan de zuster, toen hij de kamer binnentrad, waarin mevrouw I‘ met haar borduurwerk bezig was. ,,Ik ontmoette wen jonge dame op de trap, die tot de categorie der „niet-bruikbare” S re. IJ. ....uil, i txzarht «eheel buiten waanden, zette de oude zij lag en het kleine vermagerde handje gravers hun taak kwamen hervatten, .n dé vrouw zich op een klein veldstoeltje, greep telkens als door angst opgeschrikt vonden zij op het graf van het „wooder- U. u te Utd. h.te daartoe medegenomen, schoof den bril naar de hand van grootmoeder, die in de kind” de arme, oude vrouw uitgestrekt t- d» drank ar- terecht en verdiepte zich in een courant, halfdonkere achterkamer aan ’t bed van wier wensch, weer met haar lievelinge Het meisje speelde intusschen in het gras, haar lieveling zat. vereenigd te rijn, was vervuld geworden, en verheugde zich in iedere bloem, iedere De arme vrouw Welk een ontzettende kapel en trachtte de stemmen der vogels marteling was het voor haar, haar lieveling na te bootsen. daar zoo ellendig te zien neerliggen Ieder ’t Was een eenvoudig en lief kind. Zij oogenblik streek rij met de hand over groeide onder de zorg der oude vrouw het gloeiende voorhoofdje van het kind, voorspoedig op en toen zij zes jaar was Zij vreesde het maar al te zeer de onver- gewordén, vervulde zij met haar helder biddelijke dood zou het haar ontrukken, stemmetje de kleine woning, ’t rij dat Bij de gedachte daaraan vervulde een ze versjes voordroeg of liedjes zong, of machtelooze woede het hart der arme op honderden vragen van haar grootmoe- vrouw. De ouders zelf hadden doof hun tjsch. Verbeeldt u, daar krijg ik vanmorgen begonnen langzamerhand ook wat aan- gebracht. a va<jer was diep terneergeslagen. De het kind en hun eigenliefde werd niet ongelukkige gevoelde Zijn schuld, en wan- ^tn VQOr jyj gaat trouwen? kom dar s neer Lucie de koortsachtige groote oogen dadelijk." ontwikkeling van de kleine Lude. opsloeg, meende h') daarin een stil ver- f Op een avond zeide rij voor haar vader wijt te lezen. SSSAAWR A. «RWR M J Grazia Hij drong tot de bewustelooze een gedicht op door, zonk op de knieën en •- het schoone hoofd. naar het theater „Is rij dood Mijn God, moet ik “i Jbuis haar zóó terugvinden?" „Neen, rij is niet dood,” zeide de moeder, apotheker, „maar rij heeft frissche lucht

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 8