W.'S BLAD”
Jfe 187.
—A
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon:
I
FEUILLETON.
Avonturen van een Lord.
M.
R
Woensdag 23 JmII 1934. postgiro immx 18e Jaargang.
1 Abonnementsprijs:
Éer kwartaal voor Alkmaar jV/F f 2-—
foor buiten Alkmaar f 285
et Oeflluatreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
Het Eucharistisch Congres.
Advertentieprijs;
Van I5 regels f 1Z5; elke regel meer f 0.25; Veda*
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod** b(j vo<
uitbetaling per plaatsing f 0.60
alle abonné*» wordt op aanvrage gratia een poiie verstrekt welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 5OO,—, f 400,—, f 200.—. f 1OO.—f 60.—. f 35 f
POSTGIRO 1MMX
I
I
I1
*ljjk eerherstel worde voor de nog altijd veel-
onwetend
(Wordt vervol <r<h
willen
king werd met gelach begroet, daar
mannen niet wisten dat c?_
jaren te voren ook was g«Begd dóór anderen
die meenden dat Stranleigh niet in staat was
na te denken.
De Camperdown club is, zooals iedereen
ilaatsver-
tegroeten
mer stei|
loopplanl
ADMINISTRATIE No. 43*
REDACTIE No- 33*
hebbende, Congres-
:oop aangeboden, reis-
VI-_U_ p
“essisten opmerkzaam te maken
liensten en ontspanningen, en
w&Mr! van zekere
H.H. D.D.
bisschop
ti de
Em.
en.
vervoermii
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
een -
keerde manier te doen. «De reden ligt in do
wet bepalende de goudreserve van de bank
van Ehgeland die verleden maand Mei door
het parlement is aangenomen en die op 1
Januari van kracht wordt. Die wet verplicht
de Bank van Engeland om een goudreserve
te hebben groot 100 millioen pond, terwijl die
reserve vroeger slechts 30 millioen was. Be
grijp je alles, tot nu toe?”
„Ja Corbitt. Ik herinner me dat ik in Mei
door middel van de draadlooze telegrafie een
gedeelte van de rede van den Minister van
Financiën over die wet te weten kwam. Ik
begreep er toen niets van en dat doe ik trou
wens nog niet.”
doen.”
„Ga je gang.”
„Je weet dat ik in geldzaken
ben als een kind.”
„Dat weet ik.”
„Wat beteekent toch al die herrie, Cor
bitt?”
„Wat voor herrie?”
„Wel, wat ik daar lees in de avondbladen
en ochtendbladen. Ze zeggen dat er een pa
niek is in de City. Is dat zoo?”
De bankier lachte even, een bard, somber
lachje.
„Ja, er is een paniek,” zei hij. „Je hebt er
toch niets mee te maken wei? Ik hoorde dat
je wat aan ’t scharrelen was in de City, voor
een poosje. Is dat zoo?”
„O, ’t had niets te beteekenen, Corbitt, ’t
Was maar voor een paar vrienden.”
„Heb je voor jezelf niet gespeculeerd?”
„Neen, ik heb noch de hersens, noch het
verstand die noodig zijn om in de city suc
ces te hebben.”
„Hersens en verstand geven op dit oogen
blik niet veei. Geld is noodig. Da grootste
gek met gereed geld kan op dit oogenblik
meer doen dan do wjjste man met een wereld
van verstand.”
„Dan zou ik goed doen me er mede te
bemoeien,” zei Lord Stranleigh glimlachend.
„Luister naar my en blijf er uit. Er is ge
vaar. Ik las vanavond in de courant dat Con
rad Schwartzbrod er onder Is gemakt en dat
zicht, maar harde ge
wiens leiding de bank,
hy met zich in ’t ongeluk heeft gestort zes
of zeven mannen, die als de slimste financiers
in de city worden’ beschouwd. In gewone
omstandigheden zou bun finantieele status
boven twijfel verheven zijn geweest."
„Schwartzbrod bankroet. Dat is zeker een
frauduleus bankroet.”
„Neen, dat is het niet. Alles is vtfeg. Hij
bad ^een tijd om te schuilen of je kunt er
op aan dat hij bet gedaan zou hebben."
„Corbitt, wat is (toch de oorzaak hiervan?
Kan een man met zoo’n machtig intellect
dat klaar maken aan een zuigeling van mijn
kaliber?”
,De oorzaak is eenvoudig genoeg. Het. is
poging om een goede, zaak op een ver-
i bepalende de goudreserve van de bank
i Ehgeland die verleden maand Mei door
Bisschop
Bisschop van ’s-Bosch, de internuntius te ’s-
Gravenhage, Mgr. Cesare Orsenigo. Verder
de Maronieten Bisschop Mgr. Paul Akel, Mgr.
Isaia Papadóoulos, bisschop van Graziano-
polis, Mgr. P. Nommesch, Bisschop van Lu
xemburg, Mgr. Raymond de la Porte, Bis
schop van Beresia en Mgr. de Croy uit Mons.
Bovendien waren aanwezig een aantal
Ridder der Souvereine Orde van Malta, die
een eerewacht zullen vormen voor
Kardinaal-Legaat en een aantaf ridders van
den H. Gregorius.
Ook had zich bij bet Paviljoen opgesteld
het Harmonie-corps der St. Joseph gezellen
te Amsterdam.
Toen het witt» motorjacht aanlegde, met
den Kardinaal-Legaat aan boord, die gezeten
was in een versierde kajuit, legden twee
Volendammer visschers een steiger uit. Aan
hen was die taak opgedragen, omdat Kar-
Telkens opnieuw barst weer het Roomsche
enthousiasme los, spontaan wordt ing-zet:
„Roomsohen dat zijn wij...'..... en een
bejaard kunstenaar in cftize omgeving, hij kan
zijn tranen niet bedwingen: ”dat is te schoon”
jubelt hij met gesmoorde stem.
De tocht naar Amsterdam.
Dan wordt de vaart naar Amsterdam aan--
gevangen: een ware zegetocht van den met
bejubeling omstuwden Kardinaal!
Intusscnen begint het hard te regenen; de
Kardinaal blijft ondanks de flinke regenbui
op de brug. Het stoomschip moet zoo goed
als stilliggen, omdat de Velserbrug nog ge
sloten is. Steeds door klinkt hoerageroep van
den wal en van de schepen. Nadat de brug
geopend is, wordt de tocht naar de hoofd
stad vooptgezet. Pogingen van den haven
dienst om een geregelde flotille achter elkaar
te vormen mislukken tenslotte. De cene boot
voor, de andere boot na, gaat het stoom
schip voorbij. Honderden loopen langs den
wal mee. Bij Velsen zingen kinderen en staan
wuivende vaandels Bij Buitenhuizen wordt
een hulde gebracht door „Assendelfts Kinder
koor”. Aan de Hembrug is reeds veel belang
stelling. Een aantal van do vooruitgevaren
booten liggen hier gemeerd. Dichter bij de
stad wordt het steeds voller met vaartuigen.
Bjj de-Houthaven vormen ze een haag, terwijl
een groot aantal meevaart.
't Mag een wonder heeten. dat in dezen
chaos van booten en bootjes geen ongelukken
gebeuren.
By de graansilo’s worden van de „Bata
vier” trossen uitgebracht. Hier gaat het schip
meren en verlaat de Kardinaal-Legaat met
zijn gevolg het schip langs een statietrap om
op de motorboot „Eiland Marken” den tocht
door de haven voort te zetten. Bij de visoh-
hal ligt de Volendammer vischvloot met de
netten geheschen en de vaderlandsche drie
kleur in top, waarbij de Pauselijke wimpel
wappert. Boven het gejoel der menigte en het
gegons der motoren der vele bootjes klinkt
het klokgelui van de kerktorens. Het is in-
tusschen reeds over half zeven geworden
Z. Em. vaart nog een groot gedeelte van
de haven door, steeds toegejuicht door hon
derden en nog eens honderden. Om ongeveer
half acht komt de motorboot bij den Dokkum-
sr. Twee Volen dammers lej
uit en de Kardinaal-Legaat.
Kard. van Rossum zet voet aan wal.
De ontvangst te Amsterdam.
Reeds tegen 5 uur werd het vol aan de
De Ruyterkade en tegen 6 uur, het tijdstip
waarop Kardinaal van Rossum werd ver
wacht was het één deinende mensebenzee,
vooral in de richting van den Dokkumor-
steiger, waar het paviljoen ter ontvangst
was opgericht.
Bjj den Dokkumersteiger verzamelden zieh
intusschen de autoriteiten die den Kardinaal-
Legaat zouden verwelkomen. Daar waren
o.m. aanwezig de Nederlandsche Bisschoppen
Mgr. H. v. d. Wetering, Aarts-
van Utrecht, Mgr. A. J. Callier,
Bisschop van Haarlem, Mgr. L. Schrijnen,
Bisschop van Roermond, Mgr. P. Hopmans,
van Breda, Mgr. A. F. Diepen,
De Dinsdag
vangst van d<
legenheid van het Congres de vlag uitge
stoken, voorzien Van den Pauselijken wim-
- pel, en ze begeven zich eens extra naar
de drukke punten om al reeds bij voorbaat
hun aandeel te nemen in het Ü^ngres.
Amsterdam ademt den geest
Eucharistisch Congree!
Naar IJmuiden.
zou gewijd zijn aan de qnt-
len Kardinaal-Legaat, Z. Eini-
nentie W. M. Kardinaal van Rossum.
En in de geschiedenis van Amsterdain,
welke stad in den loop der eeuwen alreeds
valt het op, hoe men zich aller-
i gereed maakt tot de ontvangst
1--1
bij Velsen staan honderden kinderen
de jongens met vlaggetjes en de meisjes «et
bloemkransen in de hand langs het
Kanaal in rijen gesteld, en naarmate wij
zoo nu en dan wierp de zon over heel de
omgeving een feestelijk schijnsel IJmuiden
naderden wordt bet zóówel óp als nAést het
water al maar drukker: even voorbij Velsen
stoornen we „De jonge Vrouwenbond” met
Kapelaan Kooy aan het hoofd voorbij.
We mochten nu meenen, dat we de wed
vaart gewonnen hadden,te IJmuiden
bleek ons, dat ook van elders vele booten
waren komen opstoomen ter begroeting, en
wanneer we even later de oogen weer op
heffen zien we ons als ’t ware plotseling
temidden van een gansche feestelijke, bont-
bevlagde en Pauselijk-bewimpelde vloot.
In de sluis ligt de' „Batavier II”, 't is te
zien aan den Pauselijken wimpel en aan de
maatschappy-vlag van Müller.
Vol ongeduld wordt het oogenblik verbeid,
waarop de „Batavier” de sluis zal verlaten.
Inmiddels wordt de Kardinaal te IJmuiden
ontvangen.
Te Amsterdam.
Amsterdam staat Ml sinds meerdere dagen
in het teeken van bet Eucharistisch Con
gres: alom leest men mededeelingcn, >p het
Congres betrekking
bladen worden te ki
bureaux, theaters en bioscopen zijn er <.p
uit, de Congn
op hunne diei
H is treurig, maar wMAr! van
protestaatsche zijde vestigt men met kalk-
letters op de straten en met colportage van
bedenkelijke lectuur op niet nader aan te
duiden wijze de aandacht op het grooto feit
van deze dagen.
Sinds Maandagavond, en méér nog sinds
Dinsdagmorgen, is Amsterdam echter gehéél
de stad van het Internationaal Eucharistisch
Congres geworden:
aldoor hebben treinen en booten en auto's
vliegtuigen en alle mogelijke andere
oormiddelen vreemdelingen van buiten
en binnenland binnen de Heilige dtede ge
bracht, en vooral in de omgeving van net
Centraal Station wemelt het van Congressis
ten, die zich in alle mogelijke talen ver
staanbaar trachten te maken, die hun eerste
indrukken van Amsterdam willen opdoen,
die er zich een weinig willen oriënteeren.
Priesters van allerlei natie, aanstonds als
vreemdelingen te herkennen, levendige,
drukke Franschen, bedachtzame, ernstige
Duitschers. donker-oogige Italianen en Span
jaarden, vlotte, wereld-vaste Engelschen en
Amerikanen, zij verkeeren in de straten
der hoofdstad in de best denkbare weder-
zjjdsch-hartelyke gezindheid, zij vinden el
kander.... in Christus, alsof er nimmer oen
wereldoorlog was gevoerd, en het ver-
baast den nuchteren Hollander niet, wanneer
hjj priesters uit het Oosten elkander in do
volle drukte van het Damrak ziet omhelzen,
elkander den „Pax tecum” wenschend.
Onder de leeken en niet minder ook
onder de priesters is het groote aantal
Duitschers opmerkelijk: bet lijkt wél, of men
op dit oogenblik in Amsterdam mei Duitsch
overal terecht kan!
Doch ook de Amsterdammers zelf laten
zich niet onbetuigd: velen hebben bij ge-
van het
De Times poogde in een hoofdarfikel het
publiek gerust te stellen en aan te toonen
dat men onmogelijk op zooveel goud beslag
kon leggen; dat millioenen en millioenen
goud op het gewenschte oogenblik zouden
komen, als maar genoeg geboden werd; dat
die ipillioenen in het bezit waren vai» men-
•chen waarvan Wall Street niet kon weten
®n waarmede het ook niet in aanraking kon
komen.
Het artikel had het effect van de paniek
iets te doen verminderen. Zij, die aan het
hoofd van de bank van Engeland stonden,
bleven stom, zooals gewoonlijk en geduren
de een week scheen het vertrouwen der
Engelschen in hun meest belangrijke finan
tieele institutie zoo groot, dat het was alsof
mets bijzonders zou gebeuren. Toen begon
nen allerhande effecten naar beneden te
®en Kroot huis ging failliet, toen een
tweede, een derde, en slimme menseben
vorozagen dat Engeland en Amerika voor
een van de grootste geldelijke crisis stonden
der laatste eeuw.
Ie el de staten der U. 8. voornamelijk in 't
wÏÏie2.Werden eeeklachten gehoord tegen
tWall Street, waaraan Wall Street, gewoon
DE ONTVANGST VAN Z. EMINENTIE W. M. KARDINAAL VAN ROSSUM.
y Onbeschrijfelijk enthousiasme.
zoovele keizers en koningen en prinsen heeft
ontvangen, is deze Dinsdag geworden tot
een dag, welke in lengte van dagen onver
getelijk zal blijven.
De burgerij van Amsterdam en het was
waarlijk niet alleen het Katholieke deel
heeft Kardinaal van Rossum een ontvangst
bereid, welke nog maar zelden of nooit aan
eenigen hoogwaardigheidsbekleeder is ten
deel gevallen.
Men kon de komst van den Kardinaal-
Legaat niet rustig te Amsterdam afwachten,
men kon zijn verlangen, den
vanger van den Paus te zien en te
niet intoomen, en in groote groepen toog
men den beminden Kardinaal tegemoet naar
IJmuiden, waar Z. Eminentie van uit Vlis-
singen met de Batavier H te ongeveer half^
twee zou arriveeren.
Het werd een ware „exodus” naar IJmui
den!
Met behulp van alle mogelijke voertuigen:
per trein, per autobus, per auto, per motor,
per fiets
Vooral echter per boot!
Op ’t witter wilde men den Kardinaal-
Legaat op rechVHollandsche wijze een wel
kom bieden met een enthousiasme, waartoe
alleen maar de Katholieken by machte zyn.
De pers had zich voorzoover zy niet
naar IJmuiden getogen was om zich daar in
de Batavier H te laten inschepen meester
gemaakt van de ranke, snelvarende motor
boot ,Amstel”; de toevloed van binnen-
en buitenlandsche journalisten was echter
zóó groot, dat men met de „Amstel” niet kon
volstaan en dat voor de pers nog een tweede
boot, de „Theo”, gerequireerd moest worden.
Toen onze ,Amstel” wy hadden de
„Theo” al spoedig uit het gezicht verloren
te half één ongeveer de golven van het
Y doorkliefde, was het op deze immer in
teressante watervlakte alreeds bijzonder
druk; hier en daar wapperden reeds de vlag
gen en de wimpels
Echter: vooruit'ging de tochtl
Full speed opstoomend in de richting van
IJmuiden baalden we al spoedig meerdere
bevlagde booten in, welke evenals onze
„Amstel” den Kardinaal tegemoet stoomden.
Meerdere booten van de „R. K. Reisver-
eeninging,” we herkenden de Alk maar dors
een groet! en vóórt stuiven we!
Daar klinkt rechts van de „Amstel” mu
ziek’ en we zien twee groote booten vol
parochianen van „Het Boschje” te Rotter
dam, onder leiding van hunne parochie
geestelijken.
Onderweg
wegc alreeds
van den Kardinaal:
In somberen, vochtigen, matten morgen
lag Amsterdam de Heilige Stede gis
teren nog te droomen, toen wy ons naar de
groote Congrcs-stad spoedden om getuigen
te zyn van de grooteche en indrukwekkende
gebeurtenissen, waarmede ’t 27ste Internatio
naal Eucharistisch Congres een aanvang zou
nemen.
,Een grauwe hemel welfde zich
dinaal van Rossum vele jaren geleden als
Kapelaan te Volendam was werkzaam ge
weest. Aan de loopplank werd de Pauselijke
Legaat het eerst bezocht door den Bisschop
van Haarlem, terwijl de muziek de Marcia
Pontificia speelde. Een luid gejuich van de
menigte op omliggende steigers overstemde
de muziek.
Langs de en haie geschaarde ridders
schreed de Kardinaal het paviljoen binnen.
Toen Z. Eminentie op de voor hem be
stemde zetel had plaats genomen sprak Mgr.
Callier enkele woorden van welkom, die door
den Kardinaal werden beantwoord. Nadat
vervolgens de hooge autoriteiten den Kardi
naal hadden begroet werd de stoet gevormd
naar de St. Willibrorduskerk aan den Am-
steldijk. Vooraan gingen, allen in rijtuigen
gezeten, de verschillende Regelings-Comité’s,
gevolgd door de Gedelegeerden der Bis
schoppen van Nederland, de Bisschoppen
van Roermond en van Utrecht en Mgr.
Heylen, Bisschop van Namen.
Daarachter reden de Maltezer Ridders en
toen volgde de door vier paarden getrokken
clairence, waarin de Kardinaal-Legaat was
gezeten. Een aantal rijtuigen met Kardina
len, bet gevolg van Kardinaal van Rossum,
*t Permanent Comité en de aanwezige Aarts
bisschoppen vormden het laatste gedeelte
van den stoet, die door bereden politie ge
opend en gesloten werd. Langs den geheelen
weg stond een opeengepakte menigte, die
den Kardinaa-Legaat luide toejuichte.
De St. Willibrorduskerk aan den Amstel-
dijk maakte een zeer grootschen indruk met
de versieringen daarin aangebracht.
Ter rechterzijde van het hoofdaltaar is op
gericht de Kardinaalstroon in donker purper.
Daartegenover staat een kardinaalsbank even
eens in purper, bestemd voor de kardinalen
die het Congres by wonen.
Verder zyn er breede groene troonbanken
die tot zete^ dienen voor de aanwezige bis
schoppen en andere hooge geestelijken. Bo
vendien zyn door het kerkgebouw bloemen
aangebracht. Op de gereserveerde plaatsen
zaten o.a. de Excellenties Jhr. mr. Ruys de
Beerenbrouck, Minister van Binnenlandsohe
Zaken en Van Swaay, Minister van Water
staat, beiden in politiek.
Onder de klanken van Ecce Ineerdos Mag
nus, dat door een zeer stemmig mannen en
knapenkoor werd gezongen betrad de Kardi-
naal-Legaat met allen die aan den stoet had
den deelgenomen het kerkgebouw. Met veel
ceremonieel schreed de stoet naar het hoofdr
altaar, terwyl Z. Em. door een baldakijn
overhuifd de menigte zegende.
Terwyl Z. Em. voor de onderste trede van
het boofdaltaar is neergeknield en bidt, zong
pastoor de Rooy een luid gebed. Vervolgens
trad Mgr. Callier naar voren tot by den troon
van Z. Em. en sprak daarop den Kardinaal-
legaat toe.'Hy herinnerde er aan dat het van
daag een gloriedag is, de gaheele Katholieke
wereld heeft zich hier vereenigt om verschul
digde eer te brengen aan Onzen Heer Jezus
Christus. Verder zette Z. D. H. uiteen dat
Nederland steeds heeft uitgemunt door zyn
eerbied voor het Allerheiligst Sacrament en
voor den Paus van Rome. Ik mag dps wel ge
niet zeggen, zoo vervolgde spr., dat het voor
ons niet slechts een gloriadag, maar zelfs een
jubelfeest is, nu een afgezant van den hoog-
vereerden Opperherder der Kerk tot ons komt
om het immer zoo vurig vereerde liefdege-
heim van Jezus Christus in de Eucharistie
met demons verschuldigde wereldhulde te bren
gen, en ik moge er byvoegen, dat het voor'ons
Nederlanders, 4og een bijzondere rede tot
den 1vreugde is, nu wij in dien Pauselijken legaat
een landgenoot mogen begroetenl
Moge ik, zoo besloot spr., Uwe Em. met dit
alles, ook uit naam van de bij ons Congres
aanwezige Kardinalen en Bisschoppen en de
tallooze priesters en geloovigen, uit de ge-
heele wereld saamgeetroomd, onze eerbiedi
ge geluk wenschen aanbieden en vooral onzen
vurigen wensch dat dit Internationaal Con
gres, onder Uwe leiding te houden, een heer-
weet, meer beroemd als sportmiddclpunt, dan
als verzamelplaats voor zakenmenschen;
toch staan er twee of drie op haar zeer ex
clusieve ledenlijst. Een daarvan kwam bin
nen, stond stil in de deuj^gn zag een oogen
blik om zich heen om een stoel te vinden.
Het was Alexander Corbitt, hoofd van Sel-
wyn’s bank, een man met gladgeschoren ge-
;elaatstrekken, onder
hoewel een private
onderneming, toch even hoog stond in de
schatting van het publiek als de Bank van
Engeland zelf. Terwyl Corbitt daar stond,
veranderde plotseling het droomerige in de
uitdrukking van Lord Stuanleigh’s oogen.
„Corbitt,” zei hij, „hier staat een stoel
voor je.”
De bankier ging zonder aarzeling ^zitten.
Daar was iets directs in al zyn bewegingen,
dat zeer in tegenstelling stond met de on
verschillige houding van de andere club
leden; een man met ijzeren zenuwen.
„Wat zal je drinken?” vroeg Stranleigh.
„Niets, dank je. Ik ben gekomen om
even wat te eten, en daar ik maar een paar
minuten tyd, zal ik een sigaar rooken, dan
moet ik weer naar de bank terug."
„Wat, zoo laat. Ik dacht dat de banken
om 4 uur sloten, of is het om drie uur?”
„Ik reken er op den geheelen avond op
mijn kantoor te zyn,” -zei Corbitt kortaf,
terwyl hy zyn sigaar aanstak.
„Ik zou .je wel een paar vragen
om gesmaad te worden, bitter weinig aan
dacht schonk.
In Engelandawerden meetings gehouden
met het doel, het gouvernement te dwingen,
de wet in te trekken en de bank meer tyd
te geven, maar men wees er op dat do bank
niet om mees tyd had gevraagd, en hoewel
men wist dat de gouverneur en de directeu
ren bitter tegen de wet gpkant waren, kon
de landsregeering zeer zeker geen bystand
aanbieden, daar waar om geen bijstand ge
vraagd werd.
Lord Stranleigh zat op zyn gemak in een
van de armstoelen die er toe bijdragen het
leven te verzachten in de rookkamer van de
CamperdoWn club. Zijn houding was als van
iemand die nadenkt. Zyn linkerbeen was
over hek rechtet geslagen; zyn vingert oppen
drukte hy tegen elkander, en zyn mooie
oogen keken ver voor hem uit, hoewel zy
niets schenen te zien. Een van de clubleden
die den vorigen dag geld van hem geleend
had, en wiens groet Stranleigh niet beant
woordde, niet om het feit, dat hy geld ge
kend had, maar omdat hy hem niet gezien
had, zeide tegen een van zyn vrienden dat
Stranleigh dacht dat hy dacht. Deze opmer-
r deze
ditzelfde eenige
i gSBegd dóór anderen
leigh niet in staat was
,Een grauwe hemel welfde zich over de
hoofdstad, doch was bet de blyde ver
wachting, welke ons hart vervulde? ons
scheen zy vol van zonne-beloften: ’t mocht
mat en triestig zyn in deze stonden, ’t mocht
een wijle regenen zelfs, de glorie van den
dag zou niet verduisterd worden: we voel
den, we wisten het: deze mistige matheid
hield een weelde van heldere en blyde glan
zen verholen, al zou de somberheid ook
donker dreigen, de Roomscho luister zou
zegevieren I
De Roomsche zon zou schijnen in aller
harten 1
Tydens het oponthoud van Z. Em. te
IJmuiden klinkt feestelijk klokkengebeier.
Het eerst ging mgr. Heylen aan boord, ver
gezeld van mgr. Crepin van Montmartre.
Daarna volgden de leden van het permanent
comité en de verdere genoodigden. Mgr. Hey
len begroette den Kardinaal-legaat in een
bartelijke toespraak en riep Z. Em. het wel
kom toe in het land, waar het 27e Int Eu
charistisch Congres zou gehouden worden.
Z. Em. Kardinaal van Rossum dankte den
voorzitter van het permanent comité voor
zijn vriendelyke woorden en prees daarbij den
grooten ijver, dien Z. D. H. steeds voor het
organiseeren dezer wereldcongressen heeft ge
toond. Z. Em. sprak daarbij den wensch uit,
dat ook het 27e Congres ry'ke vruchten zal
voortbrengen.
Daarop werd nog het woord gevoerd door
den ondervoorzitter, den ZeerEerw. Heer G. v
Noort.
Vervolgens werden door Mgr. Heylen de
leden en enkeie genoodigden voorgesteld,
onder welke graaf Henri d’Yanville uit Pa
rijs, algemeen secretaris, pastoor van Noort
en pater van Dyk, leder van het locaal co
mité, van den Broeke en H. Kuypers, als le
den van het comité voor pers en propaganda
en de heer Willem Dreesmann uit Amsterdam
by wien Z. Em. gedurende de congresdagen
verblijf houdt.
De begroeting.
Onder luid gejuich en gejubel van de tal
looze toeschouwers, die zich by de sluizen ge
posteerd hadden, stoomde de „Batavier II”
te ruim half 3 eindelijk langzaam en plechtig
de sluis van IJmuiden uit.
En zie! het gejuich schalt yu j>ver de
wateren daar staat, hoog op de brug, on
ze Kardinaal in vol ornaat met de cappa
magna, omgeven van zijn staatsie-vol gek’eed
gevolg, dat als volgt is samengesteld:
Mgr. Dr. B. Eras, Huisprelaat van Zyne
Heiligheid den Paus; Markies Claes Lager
ven, Geheimkamerheer met kap en degen;
Graaf Pio Ranuzzi de Bianchi, Geheimkamer
heer met kap en degen; Pater Dr. Jos. Dreh-
manns, secretaris van Zijne Eminentie; Mgr.
Enrico Dante, Pauselyk Ceremoniemees|er;
Ridder Luigi d’Orazi, gentilhomme van Zyne
Eminentie; Prof. Dr. Dim, caudatarius.
De Kardinaal laat zyn blikken weiden over
het grootsche schouwspel daar vóór hem;
minzaam groet en wuift hij de menigte langs
de oevers en in de versierde booten toe;
er vaart een huivering door allen in deze
plechtige stonde!
Even buiten de sluis heeft de onbesehryf’
lijk enthousiaste begroeting van af de tallooze
booten plaats: daar stoomen de „Alkmaar”,
de „Prins Hendrik”, de vele booten der R. K.
Reisvereeniging (ook van Haarlem kwamen
er twee), de vaartuigen der St. Josephgezel-
len, van „Hageveld”, van de parochie „Sint
Anna” te Amsterdam van de Roomsche stu
denten enz. enz. daar stoomen ze allen
langs en óm de „Batavier”, er wordt ge
juicht en gejubeld, ei wordt gezongen en
muziek gespeeld, duizenden handen wui
ven den Kardinaal toe.
Nog aldoor groeit de geestdrift, allen
willen den Kardinaal van zoo naby mogelijk
begroeten en toezingen, en de Havenpolitie-
boot heeft geen geringe moeite, de goede
vastgestelde regeling te handhaven.
Het ig een onbeschrijfelijke aanblik, deze
kleurig-bevlagde en feestelijk versiesde boo
ten, waarvan overal de wimpels wapperen cp
den wind, kleur-silhouetjes vormend op de
nu en dan door-zonde lucht, voort te zien
stuwen rondom den massalen, huizenhoogen
tomp van de „Batavier”: zóó vinden wij op
oude schilderijen de komst van den Prins
van Oranje later Koning Willem I te
Sehcrfeningen vereeuwigd.
Vtjt bruist daaronder het water in felle
beroering van de tallooze booten, zilve
ren kammen vlokken óp boven de klotsende
golven, en op dit allee, héél even maar,
een zacht zonnetje!
Een water-festyn, om nimmer te vergeten.