z 1 J „ONSBLAD” Gedenkalbum Intern. I Eucharistisch Congres. jl Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: a Wo 188. Zaterdag 9 Augustus 1924 I I 1 i 18e Jaargung BUITENLAND. DE MOORD OP MEVROUW EVANS. A De Alkmaarsche 8-October-kwestie. A Advertentieprijs Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; VedMK per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod” bij voc uitbetaling per plaatsing f 0.60. alle abonné’a wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 6OO,—, f 400,—, f 200,—, f 1OO,—f 60.—. f 35.—. f 15* Abonnementsprijs: /er HrHSTvoor Alkmaar -f 1— Koor buiten Alkmaar f 285 Met Oeflluatreerd Zondagsblad O 60 f hooger. FEUILLETON. Het roode testament. 7. POSTGIRO 19486» POSTGIRO 10486X wordfji r o A IV. stem, ler t I stamelde hjj met bjjna onhoorbare stem: (Wordt vervolgd) ADMINISTRATIE No. 433 REDACTIE No. 838 NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD DE BURGEROORLOG IN CHINA. In den laatsten tijd is er hernieuwde activi teit in de legers van generaal Yeh Tsjoe den vertegenwoordiger van de Peking-regeeiing in de provincie Kwantoeng en van generaal Yang Sji-ming een der volgelingen v. Soen Yat Sen, den revolutionnairen machthebber te Kanton. Generaal Yen Tsjoe zou een aan val op Kanton voorbereiden. Een belangrijk feit is, dat maarschalk Woe onder geen enkel voorwendsel vroeger sto ren. „Zal mynheer de graaf mij dan spoedig roepen?” „Ja zeer spoedig.” genoeg: niet-kathobeke ki standen verreweg het Zonder zich rekenschap te geven van de beteekenis der historische feiten in hun vol len om vang voor de Katholieken, verlangde men, dat de Katholieken zonder eenige re serve en om motieven van vaak anti-katho- *lieke strekking aan de feestviering op 8 AAN ONZE LEZERS. Door deze maken wjj onze lezers er op merkzaam op, dat de aanvragen voor een GEDENKBOEK vergezeld moeten gaan van «et bedrag ad 1.t Aanvragen zonder het bedrag, door ons niet uitgevoerd. DE ADMINISTRATIE. r' de tachtig-jarige grijsaard, dien wy in het be gin van dit verhaal hebben beschreven. Hij leefde enkel met zjjn herinneringen en voelde eiken dag zyn einde meer naderen. Zyn krachten begaven hem; hij kwjjnde weg en wanneer hy zich des morgens weer iets zwakker gevoelde dan den vorigen dag, mompelde hy met een soort vreugde: „Ein delijk! eindelyk zal ik ze dan weer terugzien.’ door een plotselinge ziekte weggerukt. Toen bleef de graaf alleen op de wereld. Wy willen niet trachten te schrijven, het geen in zyn ziel omging. Het was een vreese- lyke crisis, ofschoon toch verzacht door de gedachte, dat voortaan hem niets meer be lette te sterven: hy hoopte, dat het verdriet hem spoedig f zich de hooge gestalte van den graaf, zyn .wangen vielen in, zjjn hj£ar werd grijs. L Na verloop van een laar zag hjj er uit als doen voortkomen; en wanneer wy b.v. de vervolging Heken in den v een felle loutering, welke de Katholieken naar Gods bestier moesten doorstaan om nog betere Katholieken te worden dan is er waarlyk wel grond tot dankbaar heid.” Tot slot van ons studie’tje schreven wy: „Indien het mocht kunnen gelukken, de boven gememoreerde vreugde moüeven ge heel te abstraheeren van wat wy als Ka tholieken èn principieel èn(of) acciden teel veroordeelen moeten, mogelyk zou dan de jaarlyksche 8-October-ontstem- ming geleidelijk kunnen verdwijnen”. Het heeft ons steeds verdroten, dat er te Alkmaar een 8-October-kwestie bestond; de misverstanden omtrent deze aangelegen heid waren echter té groot, dan dat deze in een enkel artikel of in een enaele conferen tie konden worden opgehelderd. zóó, dat er een gemeenschappelijke basis gevonden werd om de burgerij van Alkmaar op 8 October telken jare in één herdenking te vereenigen. De misverstanden we mogen ons wel de vryheid veroorloven, het te zeggen heerschten vooral in niet-katholieke krin gen; het moge waar zyn, dat de Katho lieken niet allemaal even precies begrepen, waarom zjj zich tegenover de 8-October-vie- ring wat schuchter voelden, - het moge waar zyn, dat onder de Katholieken het on derling verband der historische feiten alge meen niet genoegzaam werd ingezien, in rringen waren de misver- grootst. :hap te geven van de Na het diner, dat niet lang duurde, stond Graaf de Thonnerieux van tafel op en be gaf zich naar zyn werkkamer, waarheen Jerome hem volgde. „Ik hoop, dat mynheer de graaf dezci^ avond niet meer zal gaan schrijven,” zeide de oude knecht wiens genegenheid voor zyn meester hem de beleefdheidsplichten deed vergeten, die een knecht van een deftig huis past. „Toch wel, myn beste Jerome doch maar eenige minuten,” antwoordde Philip. „Het was beter dat mynheer de graaf zich aanstonds naar bed begaf.” „Ik heb nog een paar zaken in orde te brengen.” „Zou mynheer de graaf my daar niet mee kunnen belasten?” „Dat is onmogelyk.Ga nu heen, Jero me, Ik zal u wel bellen als ik u noodig h«b om naar bed te gaandoch kom mij i „Mynheer de graaf heeft veel rust noodig! Als u my niet spoedig belt, zal ik toch komen.” „Dat verbied ik u.” Jerome verwijderde zich hoofdschuddend. Graaf de Thonnerieux ging voor zyn lessenaar zitten en steunde zijn hoofd op de beide handen om na te denken. Waarheen zweefden op dat oogenblik Je gedachten van dien armen jnartelaar van zijn eigen hart? Altyd naar dezelfde plaats, naar dat kerk hof, waar, in den grootschen grafkelder zyn geliefde overledenen rustten, en met haar al de vreugde van zijn leven, al de hoop van zyn ouden dag. Hy bleef zoo langen tjjd zitten, in gedach ten verzonken. Dikke tranen biggelden over zyn wangen, zonder dat hy er zich van bewust was. De nacht was gevallen. Eensklaps ging de deur zonder gerucht open en Jerome trad zachtjes binnen. Philip de Thonnerieux hief het hoofd op. „Wat is er,” vroeg hy. „Ik dacht, dat mynheer de graaf gebeld had,” antwoordde de knecht stoutmoedi- „Ik heb niet gebeld, doch nu ge toch ip Pei Foe, de groote militaire machthebber van de centrale regeering te Peking, generaal Ma Tsji met 10 bataljons heeft gezonden om de actie tegen Kanton te steunen. De provincies Kiangsi en Foekien zullen elk een divisie tegen Kanton dirigeCTen. De gekozen president van Mexico gene raal Calles, is blykens berichten uit New York aldaar aangekomen en vertrekt naar Londen teneinde een onderhoud met MacDo nald te hebben over den moord op mevr. Evans. Nu de drie moordenaars van mevr. Evans zjjn gevat en herkend, acht de Mexicaansche regeering het incident, wat het diplomatieke gedeelte betreft gesloten. DE MILITAIRE ONTRUIMING IN DE ROER. Men meldt aan de Daily Telegraph, dat generaal Nollet ’n nieuw plan heeft uitge werkt voor de ontruiming van het Roerge bied. Dit plan schijnt wat de data betreft een elastischer karakter te hebben dan de vroegere. In het plan zyn verschillende compensaties opgenomen, waartoe Duitsch, land zich bereid zou moeten verklaren en die niet alleen economisch doch ook van militairen aard zyn. In Fransche kringen spreekt men van een verlenging der En- gelsche bezetting van de zone om Keulen, die dan op gezag van den Volkenbond zou moeten geschieden en in zekeren zin is te beschouwen als de eerste stap tot neutra- Het is ons tot ons groot genoegen geble ken, dat onze historische beschouwingen haar verhelderende uitwerking niet gemis; hebben: de Katholieken kwamen tot eeflT juiste beoordeeling van de gebeurtenissen in 1573 ten hunnen opzichte, en de niet- Katholieken kwamen tot do erkenning, dat de Katholieken inderdaad grieven moesten hebben tegen een Ontzét-viering zonder méér, dat de Katholieken er inderdaad hun goede redenen voor gehad hebben, zich te gedragen, zooals zij zich in deze omstan digheden waarlijk niet uit onverdraag zaamheid tot op heden gedroegen. Deze juistere beoordeeling van de kwes tie heeft er toe geleid, dat er aanvan kelijk in intiemen, later in meer uitgebreiden kring besprekingen zyn gevoerd om te komen tot een oplossing van de Alkmaar- sche &-October-kwestie, voorzoover zulk een oplossing principieel mogelyk is. Van Katholieke zjjde is daarbij steeds voorop gesteld, dat geen samenwerking mogelyk zou zijn, zoolang de algemeens Het heeft ons verheugd, te mogen erva ren, dat onze conclusie zoowel by Pries ters al by leeken, zoowel bij Katholieken als by niet-Katholieken instemming gevonden heeft. Dankbaar gedenken wy hier o.a. datgene, wat de Zeereerw. heer J. C. van der Loos, Pastoor te Uitgeest èn Priester èn histo ricus in „Dp Tjjd” van 29 Maart, 1924 schreef naar aanleiding van „De Alkmaar sche 8-October-kwestie”: „Waarom toch altyd stof tot nationale vieringsdagen gezocht in de 16e eeuw? Dat schynt de geschiedkundige vorming te vragen van een groot gedeelte van het Nederlandsche volk. Men moge die kort zichtigheid bejammeren: met die gezind heid dient rekening te worden gehouden: vandaar het pryzenswaardig streven van den heer Speet, om in de viering van den 8 Octoberdag iets „nationaals” te vinden, iets dat opwerkt tot vaderlandsliefde, dat versterking brengt aau de saamhoorigheid van het Neder landache volk. En naar myn bescheiden meening is de heer Speet in zijn doelbewust optreden, in den opzet zijner studie op zoo gelukkige wyze geslaagd. Zonder de beginselen uit het oog te verliezen, waardoor de Katho lieken. in het beoordeelen der gebeurtenis sen worden geleid, welke aan de Her vorming voorafgingen en daarop volgden: integendeel door ze te belichten in den echten Rpomschen geest en te bespreken met prjjïénswaardige onbevangenheid, kon te beter „het algemeen”, „het nationale”, dat ook in het ontzet van Alkmaar te vinden is, voor den lezer worden aange wezen. zjjt, geef maar licht.” „Ik hoop dat mijnheer do graaf met zyn werk gereed is!” zei Jerome na een kande laar met twee armen op den lessenaar gezet te hebben. „Nog niet vriend.” Ry het licht der waskaarsen zag de oude knecht zyn meester aan. Hij zag het sombere gelaat, de roode oog leden, de nog vochtige wangen door do pas gestorte tranen. „Hemel”, riep hij met ontroerde „mijnheer de graaf beeft geweend!” „Ge vergist u „Ik vergis mij helaas niet.” „Ik weende niet.... ik dacht....” sta melde de grijsaard. „Aan myn arme meesteressen.... aan, haar? altyd?.... Maar wanneer ge u stet^jg die droeve herinneringen te binnen roept belet ge, dat de wonden van uw hart heelen.„ Mijnheer de graaf doodt zich zelf....” „En als dat nu eens het geval was?.... Ge. weet wel, dat de dood mij niet af schrikt dat hjj my aantrekt.Ge weet wel, dat hij voor mij de verlossing.... of nog liever de vereeniging zal zijn! Beste Jerome, laat mij alleen. De goede knecht boog en ging heen, op zyn beurt zijn betraande oogen afdrogende. Toen het gedruisch van.zijn voetstappen was weggestorven, stond de graaf op, nam het licht en naderde met wankelende schre- Voorzoover de gedachten aan de toen malige geloofsgebeurtenissen en aan den misschien ongeoorloofd en opstand tegen het prettig gezag qns vanzelf afge trokken iwinmen. mogen wjj ook niet ver geten, dat God een en ander beeft toege laten in Zjjn alwys bestier. Al zyn er waarlijk vele bittere herinne ringen voor de Katholieken verbonden aan deze tijden, we moeten bedenken, dat God uit het eigenlyk-kwade het goede kan j en verdrukking der Katho- vroegeren tyd beschouwen als Sinds onheugelijke tijden is vooral van niet-katholieke zijde de wensch geuit, Jat het historische feit van het ontzet der stede Alkmaar in het jaar 1573 door alle natio- naal-voelende burgers van Aikmaar telken jare op den 8sten October gezamenlijk en eensgezind zou worden herdacht en liever nog gevierd. o Tot op heden echter is men er nimmer in kunnen slagen, een gemeenschappelijke vie ring of herdenking te bewerkstelligen. Wel werd er in den loop der tijden b.v. in 1873, toen Z. M. Koning Willem III Alk maar bezocht, en ten vorigen jare, toen Alk maar de eer genoot, H. M. de Koningin bin nen de oude veste te ontvangen op den 8-October-dag een algemeens feestviering be reikt, doch, voor wie deze feestvieringen een weinig dieper doorschouwt,,is het duidelijk, dat deze nog geenszins een viering of een herdenking van „Alkmaar ontzet” beteeken- den. De eigenlijke Alkmaarsche 8-October- kwestie werd by dergelyke gelegenheden zeer angstvallig vermeden en zoodoende geen mil limeter dichter tot een oplossing gebracht Er mochten aan beide zijden al personen gevonden worden, die bij zulke gelegenhe den sterker dan ooit de wenscLelykheid ge voelden en uitspraken, dat de burgerij van Alkmaar eenmaal één zou worden in de jaarljjksche herdenking en viering van het historische feit, het blééf by al dan niet uitgesproken wenschen: de klove scheen niet te overbruggen, voortgaande in den ouden sleur, zouden ae Alkmaarders nimmer tot eensgezindheid op dit historisch-belangryke punt komen; voortgaande in den ouden sleur zouden de verschillende partijen te Alkmaar op en om den 8-Octber-dag tot in lengte van dagen tegen elkander blijven mok ken, alzoo een kiem van godsdienstvrede^ verstoring in leven houdend. protestantsche feestmotieven voor een her denking of viering van „Alkmaar ontzet” zouden gelden, alleen voor zoover ook de Katholieken zich (als hierboven uiteen gezet). over den dag van 8 October 1573 konden verheugen, zou er voor de Katho lieken aanleiding kunnen bestaan aan eenige herdenking of viering deel fe nemen. Bovendien werd het met het oog op het historisch verleden der bestaande Ont- zetvereeniging (geenszins met het oog op haar huidig bestuur) absoluut noodzakelijk geoordeeld, dat de herdenking van het his torisch feit een geheel nieuwe organisatie in het leven zou worden geroepen. Met het verleden, dat ons zooveel mis kenning en leed berokkend had, moest ge heel gebroken worden. den een deur, die hij opende. Die deur gaf toegang tot een ruime zaal, waarvan hij den drempel met klaarblijkelijke ontroering over schreed. De dikke neergelaten gordynen voor de vensters, moesten er wel, zelfs by vollen dag. een diepe duisternis doen heerschen. Aan het einde der zaal bevonden zich op een verhevenheid twee bedden met ,rouw- crêpe bedekt en elk overdekt met een soort hemel, waarvan zware draperieën afhingen, Rechts en links van die sterfbedden, want dat jvaren ze, hingen aan den muur twee Icvensgroote portretten, het eene van do gravin, het andere van Marie de Thonnerieux De graaf zette het licht op een tafel, liep de zaal door, welke door dien bleeken schijn ternauwernood verlicht was en knielde op de verhevenheid tusschen de twee bedden neer. Het snikken van den grysaard was soms zoo erg, dat zjjn schouders schokten. De zuchten, die over zjjn bevende lippen kwamen, zouden het hardvochtigste hart hebben kunnen verteederen. Langen tjjd bleef hjj geknield, biddend en weenend dan hief hjj 't hoofd op en zyn uitgemergelde handen uitstekende naar de beeltenissen, welke haar blik op hem schenen te vestigen, stamelde hjj met bjjna onhoorbare stem: October zouden deelnemen. Men begreep niet, dat het voor de Ka tholieken steeds een groote vraag zal bljjven, of de afval van Spanje in de 16-de eeuw zoo niet een wettige, dan toch een moreel-geoor- loofde daad geweest is. Men begreep niet, dat men door als feestmotieven de overwinning van het Pro testantisme en de bevechting der gewetens vrijheid^), naar voren te brengen de Ka tholieken tezelfder tjjd met ruwe stompen van zich Afstiet. Men begreep och! men voélde het niet, hoevele en hoe groote droevige herinnerin gen de Katholieken van Nederland en niet minder voorzeker ook de Katholieken van Alkmaar in hun hart bewaren aan dien overigens nationaal-gróóten tjjd. Déar zat de fout! Men wilde feestvieren om de inderdaad gróóte protestantsche motieven, en men vergat daarbij nonchalant, welk een betrek- keljjk kléin deel der feestmotieven slechts door de Katholieken kon worden gedeeld. De Katholieken hielden zich verre, en in betreurenswaardig misverstand noemde men hen onverdraagzaam. Met groote waardeering voor den goe den geest, welke het huidige bestuur der „Ontzetvereeniging” bljjkt te bezielen, mo ge hier worden medegedeeld, dat alle be zwaren, van Katholieke zijde geopperd, door het bestuur der „Ontzetvereeniging” erkend zjjn, zóó zelfs, en daarvoor past een eere- saluut! dat men erin toegestemd heeft, de bestaande „Ontzetvereeniging” te ont binden en, met de Katholieken samen, de door ons gewenschte „8 October-vereenl- ging” (naar het voorbeeld der Leidsche 3-October-vereeniging) te stichten. In deze omstandigheden hebben enkele Katholieken daartoe van hooggeachte zijde aangewezen gemeend, tezamen met het bestuur der „Ontzetvereeniging”, naar de eenig-juiste oplossing der Alkmaarsche 8-October-kwestio te moeten streven, en na meerdere bijeenkomsten met dit bestuur, waarin volledige overeenstemming bereikt werd, kwamen de hier bedoelde katholieke heeren Mr. A. J. M. Leesberg, C. W. Keijsper, Jb. Baart, D. van Dijk, Mr. A. Dorbeck, A. Lohman en ondergeteekende tot het besluit, de Katholieken van Alk maar uit te noodigen, toe te treden als lid van de nieuwe organisatie, de „8-October- vereeniging”, welke zich ten doel stelt, op de hierboven omschreven, ook voor de Ka tholieken te aauvaardeu motieven, jaarlijks een 8-October-herdenking te doen plaats hebben. Tot dit doel zullen in de eerstkomende weken by de Katholieken van Alkmaar na mens de bovengenoemde heeren Ijjsten tot inschrijving worden aangeboden. Wanneer thans de Katholieken van Alk maar zich in grooten getale als lid der nieu we 8-October-organisatie opgeven, dan zal zonder dat aan éénige overtuiging ge weld wordt aangedaan do 8-October- vrede onder de burgerjj van Alkmaar tot in lengte van da<ren verzekerd zjjn, dan zal een eeuwen-oude, ingekankerde kwestie eindelyk haar zoo goed mogeljjke, gelukkige oplossing gevonden hebben. Hopen w;; dat alle Katholieken tot be reiking van dit schoono doel zullen willen medewerken, ondat 8-October in het ver volg een waardige, nationale gedenkdag worde: een dag, waarop alle nationaal- voelende burgers elkander vinden in ge meenschappelijk enthousiasme: in vreugde over de sparing van Alkmaar in 1573, in vreugde over do nationale zelfstandig heid van ons land, in vreugde over do zegenryke regeering van Oranje! LEO SPEET. Het was noodig, dat de gansche Alkmaar sche 8-October-kwestie eens volledig uiteen gezet werd; zoowel Katholieken als niet- Katholieken moesten eens precies we ten, wat er historisch eigenlijk allemaal gebeurd is, hoè de Katholieken principieel tegenover de gebeurtenissen van de 16-de eeuw in het algemeen en tegenover „Alkmaar ontzet” in het bjjzonder stAan, en hoe in de laatste eeuw de stemming nog vertroebeld is geworden door sprekers en schrjjvers, die zóózeer het katholiek aanvoelingsvermogen misten, dat zjj de Katholieken steeds vérder van iedere viering en van iedere herden king afstieten. In ons populair-historisch studietje „De Alkmaarsche 8-October-kwestie” hebben wy een poging gewaagd, de groote kwestie van méér dan plaatselhke, ja, van lAndeljjke beteekenis! eenmaal zuiver te stéllen, en wy kwamen tot de conclusie :,dat er voor de Katholieken meerdere redenen zjjn om een zeer voorzichtig stand punt in te nemen tegenover een viering van de gebeurtenissen op en om 8 Octo ber 1573 In het algemeen. Eerst wanneer we de (hierboven gege ven) overwegingen betreffende den ge loofsafval, de geloofsvervolging, de ver drukking der Katholieken, den opstand te gen het wettig gezag zóó zwaar hebben laten wegen, als zjj inderdaad voor de Ka tholieken zjjn, eerst dén mogen wjj ons de vraag stellen: In hoeverre zouden wjj ons dan kun nen verheugen over de gebeurtenissen van 1573? Ons antwoord daarop luidt: Het bovenstaande in aanmerking geno men, lijkt ’t ons vanzelfsprekend, dat nog heden ten dage de Alkmaarders het als een gelukkig feit in de geschiedenis hun ner stad beschouwen: dat in 1573 Alk maar dank zjj den moed der burgerij gespaard bleef voor de moorddadige woe de der Spanjaarden: het verzet van Alk maar was in laatste instantie een noodza- keljjke, ja, zelfs een uitdrukkelijk geboden daad van zelfverweer. Dat Alkmaar in 1573 niet werd uitge moord en niet werd verwoest, dür- over dus over het opzichzelf staande historische feit voelen wij nog heden vreugde. En wanneer wjj dit historische feit be schouwen als een aanvangsdatum van wat wjj in de latere historie mochten gaan roemen: het begin van een zelfstandig staatkundig leven, en het begin van het latere Koningshuis van Oranje, onder welks regeering wjj ons thans nog gelukkig prjj- zen, dan kan o.i. onze vreugde nog eenige verdieping en verbreeding onder gaan. liseering van het Rijnland. Nollet heeft de hoofdtrekken van zjjn plan Woensdag aau MacDonald medegedeeld. Men kan niet zeg gen, dat in Britsche regeeringskringen geestdrift heerscht over het plan van den Franschen generaal. DE ONTWAPENING VAN DUITSCHLAND Naar het „Hbld.” uit Londen verneemt hebben de geallieerden een door generaal Nollet ontworpen nieuw plan tot definitieve ontwapening van Duitschland aanvaard. Daarin is, behalve de bekende laatste stren ge militaire controle, de eisch vervat, dat alvorens dezo controle aan den Volkenbond wordt overgelaten, de Schupo wordt gede militariseerd en in Roer- en Rijnland onder bevel van de plaatseljjke autoriteiten en niet van do rjjksregeering gesteld. DE IERSCHE KWESTIE. De Valera, die thans weer op vrjje voeten is, is voornemens den eersten jaardag van zjjn aanhouding te Ennis (graafschap Clare), op een merkwaardige wjjze te her denken, n.l. door ter plaatse var. zyn arres tatie zjjn rede voort te zetten op het punt waar hy zo op 15 Augustus van het vorig jaar moest onderbreken, toen hjj werd ge vangen genomen. Volgens de „Daily Mail” is dit hernieuw de optreden van De Valera de voornaamste reden/ waarom president Cosgrave aan dringt op een snelle regeling van de ler- sche grenskwestie, daar het duideljjk is, dat de regeering veel last zal gaan ondervinden van de „republikeinsche” oppositie. Van De Valera’s aanstaande tactiek wordt geen geheim gemaakt. Hy zal beweren, dat de Britsche regeering het lersche verdrag heeft verbroken door de vertraging in jle oplossing der grenskwestie, en daarom voor stellen, dat Ierland thans ook niet meer aan het verdrag is gebonden en zjjnerzjjds zyn eigen weg kan gaan, in de eerste plaats dor do verbreking van (ien eed van trouw. Aleer dat is gebeurd, zegt De Valera, zal ik myn zetel in het parlement van den Vrij staat niet innemen. ENGELAND EN RUSLAND. Het Britsch-Russische ontwerp-verdrag is gisterenavond geteekend en wel voor Groot- Brittannië door MacDonald en Ponsonby, en voor Sovjet-Rusland door Rakofski, Juffe, Scheinmann Radsjenko en Tomski. Voordat het verdrag geteekend werd, ga* Marie groeide op onder de hoede harer moeder, die zjj in schoonheid, bevalligheid en liefdadigheid evenaarde. Zeventien jaar lang kwam geen wolk den hemel van gelukzaligheid, waarin de graaf verkeerde, verduisteren. Op dit volkomen geluk zouden tallooze rampen volgen. Suzanne stierf in de volle kracht van haar leven aan een besmettelykc ziekte in den tyd van eenige uren. De wanhoop van den graaf was verschrik kelijk. Philip had Suzanne in het graf willen volgen, doch zjjn dochter bleef hem nog en voor haar moest hjj leven. Zes maanden na haar moeder, werd Marie door een plotselinge ziekte weggerukt. Toen bleef de graaf alleen op de wereld. in zjjn ziel omging. Het gedachte, dat voortaan hem niets lette te sterven: hü hooote. dat he ten grave zou voeren. I van veertien dagen kromde van den graaf, zjjn .wangen vielen in, zjjn hiar werd grjjs.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 1