z
1
J
„ONSBLAD”
Gedenkalbum Intern.
I
Eucharistisch Congres.
jl
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon:
a
Wo 188.
Zaterdag 9 Augustus 1924
I
I
1
i
18e Jaargung
BUITENLAND.
DE MOORD OP MEVROUW EVANS.
A
De Alkmaarsche
8-October-kwestie.
A
Advertentieprijs
Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; VedMK
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod” bij voc
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
alle abonné’a wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 6OO,—, f 400,—, f 200,—, f 1OO,—f 60.—. f 35.—. f 15*
Abonnementsprijs:
/er HrHSTvoor Alkmaar -f 1—
Koor buiten Alkmaar f 285
Met Oeflluatreerd Zondagsblad O 60 f hooger.
FEUILLETON.
Het roode testament.
7.
POSTGIRO 19486»
POSTGIRO 10486X
wordfji
r
o
A
IV.
stem,
ler
t
I
stamelde hjj met bjjna onhoorbare stem:
(Wordt vervolgd)
ADMINISTRATIE No. 433
REDACTIE No. 838
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
DE BURGEROORLOG IN CHINA.
In den laatsten tijd is er hernieuwde activi
teit in de legers van generaal Yeh Tsjoe den
vertegenwoordiger van de Peking-regeeiing
in de provincie Kwantoeng en van generaal
Yang Sji-ming een der volgelingen v. Soen
Yat Sen, den revolutionnairen machthebber
te Kanton. Generaal Yen Tsjoe zou een aan
val op Kanton voorbereiden.
Een belangrijk feit is, dat maarschalk Woe
onder geen enkel voorwendsel vroeger sto
ren.
„Zal mynheer de graaf mij dan spoedig
roepen?”
„Ja zeer spoedig.”
genoeg:
niet-kathobeke ki
standen verreweg het
Zonder zich rekenschap te geven van de
beteekenis der historische feiten in hun vol
len om vang voor de Katholieken, verlangde
men, dat de Katholieken zonder eenige re
serve en om motieven van vaak anti-katho-
*lieke strekking aan de feestviering op 8
AAN ONZE LEZERS.
Door deze maken wjj onze lezers er op
merkzaam op, dat de aanvragen voor een
GEDENKBOEK vergezeld moeten gaan van
«et bedrag ad 1.t
Aanvragen zonder het bedrag,
door ons niet uitgevoerd.
DE ADMINISTRATIE.
r'
de tachtig-jarige grijsaard, dien wy in het be
gin van dit verhaal hebben beschreven.
Hij leefde enkel met zjjn herinneringen en
voelde eiken dag zyn einde meer naderen.
Zyn krachten begaven hem; hij kwjjnde weg
en wanneer hy zich des morgens weer iets
zwakker gevoelde dan den vorigen dag,
mompelde hy met een soort vreugde: „Ein
delijk! eindelyk zal ik ze dan weer terugzien.’
door een plotselinge ziekte weggerukt.
Toen bleef de graaf alleen op de wereld.
Wy willen niet trachten te schrijven, het
geen in zyn ziel omging. Het was een vreese-
lyke crisis, ofschoon toch verzacht door de
gedachte, dat voortaan hem niets meer be
lette te sterven: hy hoopte, dat het verdriet
hem spoedig f
zich de hooge gestalte van den graaf, zyn
.wangen vielen in, zjjn hj£ar werd grijs.
L Na verloop van een laar zag hjj er uit als
doen voortkomen; en wanneer wy b.v.
de vervolging
Heken in den v
een felle loutering, welke de Katholieken
naar Gods bestier moesten doorstaan om
nog betere Katholieken te worden dan
is er waarlyk wel grond tot dankbaar
heid.”
Tot slot van ons studie’tje schreven wy:
„Indien het mocht kunnen gelukken, de
boven gememoreerde vreugde moüeven ge
heel te abstraheeren van wat wy als Ka
tholieken èn principieel èn(of) acciden
teel veroordeelen moeten, mogelyk
zou dan de jaarlyksche 8-October-ontstem-
ming geleidelijk kunnen verdwijnen”.
Het heeft ons steeds verdroten, dat er te
Alkmaar een 8-October-kwestie bestond;
de misverstanden omtrent deze aangelegen
heid waren echter té groot, dan dat deze in
een enkel artikel of in een enaele conferen
tie konden worden opgehelderd. zóó, dat er
een gemeenschappelijke basis gevonden werd
om de burgerij van Alkmaar op 8 October
telken jare in één herdenking te vereenigen.
De misverstanden we mogen ons wel
de vryheid veroorloven, het te zeggen
heerschten vooral in niet-katholieke krin
gen; het moge waar zyn, dat de Katho
lieken niet allemaal even precies begrepen,
waarom zjj zich tegenover de 8-October-vie-
ring wat schuchter voelden, - het moge
waar zyn, dat onder de Katholieken het on
derling verband der historische feiten alge
meen niet genoegzaam werd ingezien, in
rringen waren de misver-
grootst.
:hap te geven van de
Na het diner, dat niet lang duurde, stond
Graaf de Thonnerieux van tafel op en be
gaf zich naar zyn werkkamer, waarheen
Jerome hem volgde.
„Ik hoop, dat mynheer de graaf dezci^
avond niet meer zal gaan schrijven,” zeide
de oude knecht wiens genegenheid voor zyn
meester hem de beleefdheidsplichten deed
vergeten, die een knecht van een deftig huis
past.
„Toch wel, myn beste Jerome doch maar
eenige minuten,” antwoordde Philip.
„Het was beter dat mynheer de graaf zich
aanstonds naar bed begaf.”
„Ik heb nog een paar zaken in orde te
brengen.”
„Zou mynheer de graaf my daar niet mee
kunnen belasten?”
„Dat is onmogelyk.Ga nu heen, Jero
me, Ik zal u wel bellen als ik u noodig
h«b om naar bed te gaandoch kom mij
i
„Mynheer de graaf heeft veel rust noodig!
Als u my niet spoedig belt, zal ik toch
komen.”
„Dat verbied ik u.”
Jerome verwijderde zich hoofdschuddend.
Graaf de Thonnerieux ging voor zyn
lessenaar zitten en steunde zijn hoofd op de
beide handen om na te denken.
Waarheen zweefden op dat oogenblik Je
gedachten van dien armen jnartelaar van zijn
eigen hart?
Altyd naar dezelfde plaats, naar dat kerk
hof, waar, in den grootschen grafkelder zyn
geliefde overledenen rustten, en met haar al
de vreugde van zijn leven, al de hoop van
zyn ouden dag.
Hy bleef zoo langen tjjd zitten, in gedach
ten verzonken.
Dikke tranen biggelden over zyn wangen,
zonder dat hy er zich van bewust was.
De nacht was gevallen.
Eensklaps ging de deur zonder gerucht
open en Jerome trad zachtjes binnen.
Philip de Thonnerieux hief het hoofd op.
„Wat is er,” vroeg hy.
„Ik dacht, dat mynheer de graaf gebeld
had,” antwoordde de knecht stoutmoedi-
„Ik heb niet gebeld, doch nu ge toch
ip
Pei Foe, de groote militaire machthebber van
de centrale regeering te Peking, generaal Ma
Tsji met 10 bataljons heeft gezonden om de
actie tegen Kanton te steunen.
De provincies Kiangsi en Foekien zullen
elk een divisie tegen Kanton dirigeCTen.
De gekozen president van Mexico gene
raal Calles, is blykens berichten uit New
York aldaar aangekomen en vertrekt naar
Londen teneinde een onderhoud met MacDo
nald te hebben over den moord op mevr.
Evans.
Nu de drie moordenaars van mevr. Evans
zjjn gevat en herkend, acht de Mexicaansche
regeering het incident, wat het diplomatieke
gedeelte betreft gesloten.
DE MILITAIRE ONTRUIMING IN DE
ROER.
Men meldt aan de Daily Telegraph, dat
generaal Nollet ’n nieuw plan heeft uitge
werkt voor de ontruiming van het Roerge
bied. Dit plan schijnt wat de data betreft
een elastischer karakter te hebben dan de
vroegere. In het plan zyn verschillende
compensaties opgenomen, waartoe Duitsch,
land zich bereid zou moeten verklaren en
die niet alleen economisch doch ook van
militairen aard zyn. In Fransche kringen
spreekt men van een verlenging der En-
gelsche bezetting van de zone om Keulen,
die dan op gezag van den Volkenbond zou
moeten geschieden en in zekeren zin is te
beschouwen als de eerste stap tot neutra-
Het is ons tot ons groot genoegen geble
ken, dat onze historische beschouwingen
haar verhelderende uitwerking niet gemis;
hebben: de Katholieken kwamen tot eeflT
juiste beoordeeling van de gebeurtenissen
in 1573 ten hunnen opzichte, en de niet-
Katholieken kwamen tot do erkenning, dat
de Katholieken inderdaad grieven moesten
hebben tegen een Ontzét-viering zonder
méér, dat de Katholieken er inderdaad
hun goede redenen voor gehad hebben, zich
te gedragen, zooals zij zich in deze omstan
digheden waarlijk niet uit onverdraag
zaamheid tot op heden gedroegen.
Deze juistere beoordeeling van de kwes
tie heeft er toe geleid, dat er aanvan
kelijk in intiemen, later in meer uitgebreiden
kring besprekingen zyn gevoerd om te
komen tot een oplossing van de Alkmaar-
sche &-October-kwestie, voorzoover zulk
een oplossing principieel mogelyk is.
Van Katholieke zjjde is daarbij steeds
voorop gesteld, dat geen samenwerking
mogelyk zou zijn, zoolang de algemeens
Het heeft ons verheugd, te mogen erva
ren, dat onze conclusie zoowel by Pries
ters al by leeken, zoowel bij Katholieken als
by niet-Katholieken instemming gevonden
heeft.
Dankbaar gedenken wy hier o.a. datgene,
wat de Zeereerw. heer J. C. van der Loos,
Pastoor te Uitgeest èn Priester èn histo
ricus in „Dp Tjjd” van 29 Maart, 1924
schreef naar aanleiding van „De Alkmaar
sche 8-October-kwestie”:
„Waarom toch altyd stof tot nationale
vieringsdagen gezocht in de 16e eeuw?
Dat schynt de geschiedkundige vorming te
vragen van een groot gedeelte van het
Nederlandsche volk. Men moge die kort
zichtigheid bejammeren: met die gezind
heid dient rekening te worden gehouden:
vandaar het pryzenswaardig streven van
den heer Speet, om in de viering van den
8 Octoberdag iets „nationaals” te vinden,
iets dat opwerkt tot vaderlandsliefde, dat
versterking brengt aau de saamhoorigheid
van het Neder landache volk.
En naar myn bescheiden meening is de
heer Speet in zijn doelbewust optreden, in
den opzet zijner studie op zoo gelukkige
wyze geslaagd. Zonder de beginselen uit
het oog te verliezen, waardoor de Katho
lieken. in het beoordeelen der gebeurtenis
sen worden geleid, welke aan de Her
vorming voorafgingen en daarop volgden:
integendeel door ze te belichten in den
echten Rpomschen geest en te bespreken
met prjjïénswaardige onbevangenheid, kon
te beter „het algemeen”, „het nationale”,
dat ook in het ontzet van Alkmaar te
vinden is, voor den lezer worden aange
wezen.
zjjt, geef maar licht.”
„Ik hoop dat mijnheer do graaf met zyn
werk gereed is!” zei Jerome na een kande
laar met twee armen op den lessenaar gezet
te hebben.
„Nog niet vriend.”
Ry het licht der waskaarsen zag de oude
knecht zyn meester aan.
Hij zag het sombere gelaat, de roode oog
leden, de nog vochtige wangen door do pas
gestorte tranen.
„Hemel”, riep hij met ontroerde
„mijnheer de graaf beeft geweend!”
„Ge vergist u
„Ik vergis mij helaas niet.”
„Ik weende niet.... ik dacht....” sta
melde de grijsaard.
„Aan myn arme meesteressen.... aan,
haar? altyd?.... Maar wanneer ge u stet^jg
die droeve herinneringen te binnen roept
belet ge, dat de wonden van uw hart heelen.„
Mijnheer de graaf doodt zich zelf....”
„En als dat nu eens het geval was?....
Ge. weet wel, dat de dood mij niet af
schrikt dat hjj my aantrekt.Ge weet
wel, dat hij voor mij de verlossing.... of
nog liever de vereeniging zal zijn! Beste
Jerome, laat mij alleen.
De goede knecht boog en ging heen, op
zyn beurt zijn betraande oogen afdrogende.
Toen het gedruisch van.zijn voetstappen
was weggestorven, stond de graaf op, nam
het licht en naderde met wankelende schre-
Voorzoover de gedachten aan de toen
malige geloofsgebeurtenissen en aan den
misschien ongeoorloofd en opstand
tegen het prettig gezag qns vanzelf afge
trokken iwinmen. mogen wjj ook niet ver
geten, dat God een en ander beeft toege
laten in Zjjn alwys bestier.
Al zyn er waarlijk vele bittere herinne
ringen voor de Katholieken verbonden aan
deze tijden, we moeten bedenken, dat
God uit het eigenlyk-kwade het goede kan
j en verdrukking der Katho-
vroegeren tyd beschouwen als
Sinds onheugelijke tijden is vooral van
niet-katholieke zijde de wensch geuit, Jat
het historische feit van het ontzet der stede
Alkmaar in het jaar 1573 door alle natio-
naal-voelende burgers van Aikmaar telken
jare op den 8sten October gezamenlijk en
eensgezind zou worden herdacht en liever
nog gevierd. o
Tot op heden echter is men er nimmer in
kunnen slagen, een gemeenschappelijke vie
ring of herdenking te bewerkstelligen.
Wel werd er in den loop der tijden b.v.
in 1873, toen Z. M. Koning Willem III Alk
maar bezocht, en ten vorigen jare, toen Alk
maar de eer genoot, H. M. de Koningin bin
nen de oude veste te ontvangen op den
8-October-dag een algemeens feestviering be
reikt, doch, voor wie deze feestvieringen een
weinig dieper doorschouwt,,is het duidelijk,
dat deze nog geenszins een viering of een
herdenking van „Alkmaar ontzet” beteeken-
den.
De eigenlijke Alkmaarsche 8-October-
kwestie werd by dergelyke gelegenheden zeer
angstvallig vermeden en zoodoende geen mil
limeter dichter tot een oplossing gebracht
Er mochten aan beide zijden al personen
gevonden worden, die bij zulke gelegenhe
den sterker dan ooit de wenscLelykheid ge
voelden en uitspraken, dat de burgerij van
Alkmaar eenmaal één zou worden in de
jaarljjksche herdenking en viering van het
historische feit, het blééf by al dan niet
uitgesproken wenschen: de klove scheen niet
te overbruggen, voortgaande in den ouden
sleur, zouden ae Alkmaarders nimmer tot
eensgezindheid op dit historisch-belangryke
punt komen; voortgaande in den ouden
sleur zouden de verschillende partijen te
Alkmaar op en om den 8-Octber-dag tot in
lengte van dagen tegen elkander blijven mok
ken, alzoo een kiem van godsdienstvrede^
verstoring in leven houdend.
protestantsche feestmotieven voor een her
denking of viering van „Alkmaar ontzet”
zouden gelden, alleen voor zoover ook
de Katholieken zich (als hierboven uiteen
gezet). over den dag van 8 October 1573
konden verheugen, zou er voor de Katho
lieken aanleiding kunnen bestaan aan eenige
herdenking of viering deel fe nemen.
Bovendien werd het met het oog op
het historisch verleden der bestaande Ont-
zetvereeniging (geenszins met het oog op
haar huidig bestuur) absoluut noodzakelijk
geoordeeld, dat de herdenking van het his
torisch feit een geheel nieuwe organisatie
in het leven zou worden geroepen.
Met het verleden, dat ons zooveel mis
kenning en leed berokkend had, moest ge
heel gebroken worden.
den een deur, die hij opende. Die deur gaf
toegang tot een ruime zaal, waarvan hij den
drempel met klaarblijkelijke ontroering over
schreed.
De dikke neergelaten gordynen voor de
vensters, moesten er wel, zelfs by vollen dag.
een diepe duisternis doen heerschen.
Aan het einde der zaal bevonden zich op
een verhevenheid twee bedden met ,rouw-
crêpe bedekt en elk overdekt met een soort
hemel, waarvan zware draperieën afhingen,
Rechts en links van die sterfbedden, want
dat jvaren ze, hingen aan den muur twee
Icvensgroote portretten, het eene van do
gravin, het andere van Marie de Thonnerieux
De graaf zette het licht op een tafel, liep de
zaal door, welke door dien bleeken schijn
ternauwernood verlicht was en knielde op de
verhevenheid tusschen de twee bedden neer.
Het snikken van den grysaard was soms
zoo erg, dat zjjn schouders schokten.
De zuchten, die over zjjn bevende lippen
kwamen, zouden het hardvochtigste hart
hebben kunnen verteederen. Langen tjjd
bleef hjj geknield, biddend en weenend dan
hief hjj 't hoofd op en zyn uitgemergelde
handen uitstekende naar de beeltenissen,
welke haar blik op hem schenen te vestigen,
stamelde hjj met bjjna onhoorbare stem:
October zouden deelnemen.
Men begreep niet, dat het voor de Ka
tholieken steeds een groote vraag zal bljjven,
of de afval van Spanje in de 16-de eeuw zoo
niet een wettige, dan toch een moreel-geoor-
loofde daad geweest is.
Men begreep niet, dat men door als
feestmotieven de overwinning van het Pro
testantisme en de bevechting der gewetens
vrijheid^), naar voren te brengen de Ka
tholieken tezelfder tjjd met ruwe stompen
van zich Afstiet.
Men begreep och! men voélde het niet,
hoevele en hoe groote droevige herinnerin
gen de Katholieken van Nederland en
niet minder voorzeker ook de Katholieken
van Alkmaar in hun hart bewaren aan
dien overigens nationaal-gróóten tjjd.
Déar zat de fout!
Men wilde feestvieren om de inderdaad
gróóte protestantsche motieven, en men
vergat daarbij nonchalant, welk een betrek-
keljjk kléin deel der feestmotieven slechts
door de Katholieken kon worden gedeeld.
De Katholieken hielden zich verre, en
in betreurenswaardig misverstand noemde
men hen onverdraagzaam.
Met groote waardeering voor den goe
den geest, welke het huidige bestuur der
„Ontzetvereeniging” bljjkt te bezielen, mo
ge hier worden medegedeeld, dat alle be
zwaren, van Katholieke zijde geopperd, door
het bestuur der „Ontzetvereeniging” erkend
zjjn, zóó zelfs, en daarvoor past een eere-
saluut! dat men erin toegestemd heeft,
de bestaande „Ontzetvereeniging” te ont
binden en, met de Katholieken samen, de
door ons gewenschte „8 October-vereenl-
ging” (naar het voorbeeld der Leidsche
3-October-vereeniging) te stichten.
In deze omstandigheden hebben enkele
Katholieken daartoe van hooggeachte
zijde aangewezen gemeend, tezamen met
het bestuur der „Ontzetvereeniging”, naar
de eenig-juiste oplossing der Alkmaarsche
8-October-kwestio te moeten streven, en
na meerdere bijeenkomsten met dit bestuur,
waarin volledige overeenstemming bereikt
werd, kwamen de hier bedoelde katholieke
heeren Mr. A. J. M. Leesberg, C. W.
Keijsper, Jb. Baart, D. van Dijk, Mr. A.
Dorbeck, A. Lohman en ondergeteekende
tot het besluit, de Katholieken van Alk
maar uit te noodigen, toe te treden als lid
van de nieuwe organisatie, de „8-October-
vereeniging”, welke zich ten doel stelt, op
de hierboven omschreven, ook voor de Ka
tholieken te aauvaardeu motieven, jaarlijks
een 8-October-herdenking te doen plaats
hebben.
Tot dit doel zullen in de eerstkomende
weken by de Katholieken van Alkmaar na
mens de bovengenoemde heeren Ijjsten tot
inschrijving worden aangeboden.
Wanneer thans de Katholieken van Alk
maar zich in grooten getale als lid der nieu
we 8-October-organisatie opgeven, dan zal
zonder dat aan éénige overtuiging ge
weld wordt aangedaan do 8-October-
vrede onder de burgerjj van Alkmaar tot in
lengte van da<ren verzekerd zjjn, dan zal
een eeuwen-oude, ingekankerde kwestie
eindelyk haar zoo goed mogeljjke, gelukkige
oplossing gevonden hebben.
Hopen w;; dat alle Katholieken tot be
reiking van dit schoono doel zullen willen
medewerken, ondat 8-October in het ver
volg een waardige, nationale gedenkdag
worde: een dag, waarop alle nationaal-
voelende burgers elkander vinden in ge
meenschappelijk enthousiasme: in vreugde
over de sparing van Alkmaar in 1573,
in vreugde over do nationale zelfstandig
heid van ons land, in vreugde over do
zegenryke regeering van Oranje!
LEO SPEET.
Het was noodig, dat de gansche Alkmaar
sche 8-October-kwestie eens volledig uiteen
gezet werd; zoowel Katholieken als niet-
Katholieken moesten eens precies we
ten, wat er historisch eigenlijk allemaal
gebeurd is, hoè de Katholieken principieel
tegenover de gebeurtenissen van de 16-de
eeuw in het algemeen en tegenover „Alkmaar
ontzet” in het bjjzonder stAan, en hoe in de
laatste eeuw de stemming nog vertroebeld is
geworden door sprekers en schrjjvers, die
zóózeer het katholiek aanvoelingsvermogen
misten, dat zjj de Katholieken steeds vérder
van iedere viering en van iedere herden
king afstieten.
In ons populair-historisch studietje „De
Alkmaarsche 8-October-kwestie” hebben wy
een poging gewaagd, de groote kwestie
van méér dan plaatselhke, ja, van lAndeljjke
beteekenis! eenmaal zuiver te stéllen,
en wy kwamen tot de conclusie
:,dat er voor de Katholieken meerdere
redenen zjjn om een zeer voorzichtig stand
punt in te nemen tegenover een viering
van de gebeurtenissen op en om 8 Octo
ber 1573 In het algemeen.
Eerst wanneer we de (hierboven gege
ven) overwegingen betreffende den ge
loofsafval, de geloofsvervolging, de ver
drukking der Katholieken, den opstand te
gen het wettig gezag zóó zwaar hebben
laten wegen, als zjj inderdaad voor de Ka
tholieken zjjn, eerst dén mogen wjj ons de
vraag stellen:
In hoeverre zouden wjj ons dan kun
nen verheugen over de gebeurtenissen van
1573?
Ons antwoord daarop luidt:
Het bovenstaande in aanmerking geno
men, lijkt ’t ons vanzelfsprekend, dat nog
heden ten dage de Alkmaarders het als
een gelukkig feit in de geschiedenis hun
ner stad beschouwen: dat in 1573 Alk
maar dank zjj den moed der burgerij
gespaard bleef voor de moorddadige woe
de der Spanjaarden: het verzet van Alk
maar was in laatste instantie een noodza-
keljjke, ja, zelfs een uitdrukkelijk geboden
daad van zelfverweer.
Dat Alkmaar in 1573 niet werd uitge
moord en niet werd verwoest, dür-
over dus over het opzichzelf staande
historische feit voelen wij nog heden
vreugde.
En wanneer wjj dit historische feit be
schouwen als een aanvangsdatum van
wat wjj in de latere historie mochten gaan
roemen: het begin van een zelfstandig
staatkundig leven, en het begin van het
latere Koningshuis van Oranje, onder welks
regeering wjj ons thans nog gelukkig prjj-
zen, dan kan o.i. onze vreugde nog
eenige verdieping en verbreeding onder
gaan.
liseering van het Rijnland. Nollet heeft de
hoofdtrekken van zjjn plan Woensdag aau
MacDonald medegedeeld. Men kan niet zeg
gen, dat in Britsche regeeringskringen
geestdrift heerscht over het plan van den
Franschen generaal.
DE ONTWAPENING VAN DUITSCHLAND
Naar het „Hbld.” uit Londen verneemt
hebben de geallieerden een door generaal
Nollet ontworpen nieuw plan tot definitieve
ontwapening van Duitschland aanvaard.
Daarin is, behalve de bekende laatste stren
ge militaire controle, de eisch vervat, dat
alvorens dezo controle aan den Volkenbond
wordt overgelaten, de Schupo wordt gede
militariseerd en in Roer- en Rijnland onder
bevel van de plaatseljjke autoriteiten en
niet van do rjjksregeering gesteld.
DE IERSCHE KWESTIE.
De Valera, die thans weer op vrjje voeten
is, is voornemens den eersten jaardag
van zjjn aanhouding te Ennis (graafschap
Clare), op een merkwaardige wjjze te her
denken, n.l. door ter plaatse var. zyn arres
tatie zjjn rede voort te zetten op het punt
waar hy zo op 15 Augustus van het vorig
jaar moest onderbreken, toen hjj werd ge
vangen genomen.
Volgens de „Daily Mail” is dit hernieuw
de optreden van De Valera de voornaamste
reden/ waarom president Cosgrave aan
dringt op een snelle regeling van de ler-
sche grenskwestie, daar het duideljjk is, dat
de regeering veel last zal gaan ondervinden
van de „republikeinsche” oppositie.
Van De Valera’s aanstaande tactiek wordt
geen geheim gemaakt. Hy zal beweren, dat
de Britsche regeering het lersche verdrag
heeft verbroken door de vertraging in jle
oplossing der grenskwestie, en daarom voor
stellen, dat Ierland thans ook niet meer
aan het verdrag is gebonden en zjjnerzjjds
zyn eigen weg kan gaan, in de eerste plaats
dor do verbreking van (ien eed van trouw.
Aleer dat is gebeurd, zegt De Valera, zal
ik myn zetel in het parlement van den Vrij
staat niet innemen.
ENGELAND EN RUSLAND.
Het Britsch-Russische ontwerp-verdrag is
gisterenavond geteekend en wel voor Groot-
Brittannië door MacDonald en Ponsonby, en
voor Sovjet-Rusland door Rakofski, Juffe,
Scheinmann Radsjenko en Tomski.
Voordat het verdrag geteekend werd, ga*
Marie groeide op onder de hoede harer
moeder, die zjj in schoonheid, bevalligheid
en liefdadigheid evenaarde.
Zeventien jaar lang kwam geen wolk den
hemel van gelukzaligheid, waarin de graaf
verkeerde, verduisteren.
Op dit volkomen geluk zouden tallooze
rampen volgen.
Suzanne stierf in de volle kracht van haar
leven aan een besmettelykc ziekte in den
tyd van eenige uren.
De wanhoop van den graaf was verschrik
kelijk. Philip had Suzanne in het graf willen
volgen, doch zjjn dochter bleef hem nog en
voor haar moest hjj leven.
Zes maanden na haar moeder, werd Marie
door een plotselinge ziekte weggerukt.
Toen bleef de graaf alleen op de wereld.
in zjjn ziel omging. Het
gedachte, dat voortaan hem niets
lette te sterven: hü hooote. dat he
ten grave zou voeren.
I van veertien dagen kromde
van den graaf, zjjn
.wangen vielen in, zjjn hiar werd grjjs.