VOOR DE g ml tdiöl B B B B MsV I 8 r PC® a a B B jËSSSL i wn. m I I jfc-y «-?■ - ft w S S’- JtlïS: 's wH il B te b tod m i fc a H H H K te Sfflonooooooooooooooot l B ■KB A B W -- I® J KSDOEI Éi j it inrg innoot I NUMMER 45 DERDE JAARGANG 1924 V- S3S I 1 ONS DAMBORD. 2. 32—28 C I B jam ibedt VERDEELDE ROLLEN. au hu., s,^. „D.tw d. jk-w ■ÏÏSfSiTSï rt? .Am dwg mm .U ua dkw hMa r« W b i 20— 24 18—23 12— 18 7— 12 10—15 23 34 15 24 2— 7 5—10 18—23 17— 21 10— 15 23 34 15—24 13— 18 21— 26 26 37 18- 23 23 34 8— 13 12— 18 7—12 18—23 14— 20 9 20 11— 17 6: 17 20—25 13— 18 4— 9 17 26 9— 13 12: 21 24—33 8 MURIEL’S VLUCHT Hdw. ."S ESS’S, ml p!.- h‘b'- ENFANT TEMHBLE EtiN PANTOFFELHELD. ik poeder voorschrijf of pillen T" 1 HUISKAMER „Hebt je veel visch gezien F* „Ja, meneer, maar *t is fopperij ge- J. De muren waren' somber zwart, met Sir Augustus en zijn trouwe klerk be- opgeschrikt, gaf een zachten kreet van op lage ebbenhouten voetstukken ge- geopend en de butler kwam binnen. ten. 23 en 40. „Wat je praktijk bij ons aangaat is het *19—23. Scotson, ZESDE HOOFDSTUK. het toen niet, iets te zeggen, toonden mijnheer Charles. Zoo wreed als maar Mayberlise' Mansion in Berkley Square. I ft PROBLEEM No. 16. Auteur A. F. Hoogvelt. OEFENPROBLEEM No. 17. Auteur P. G. v. Engelen. rijtje F’ Keesje Zwart 25 34 14: 25 23:34 25:34 17:28 Zwart. 22—28 28—32 14—19 VERKEERD BEGREPEN. Paardenkooper (een paard in den bek ziende) „Die behoeft ook geen veertig meer te worden. Hannes.” Zwart. B. Springer jr. 20— 25 25 34 16—21 21— 26 11—16 6-11 26 37 1— 6 NIJDIG. Zij „Mij dunkt, je moest mijn weige- aanraking waar, teer mijnheer Scotson even een sigaar.*' De kleine man trok zijn stoel naar de tafel, met een Stand in cijfers Wit 10 schijven op: 16, 21, 26, 33, 35, 37, 38, 43, 44 en 48. Zwart 10 schijven op7. 8, 10. 14, 18, 19, 20, nö sr\ „Afschuwelijk I Maar ik denk niet, dat het me dadelijk. „Een aardje naar zijn werd, wat - daarbij niets oneer- zat bijna twee jaar in een kelder, gebon- Alle correspondentie deze rubriek betreffende moet utorden gezonden aan W. N. Stuifbergen, adres bureau van dit blad. De oplossing van ons eerste vraagstukje is al' W: Stand* in cijfers Wit 13 schijven op: 25, 26, 27, 31, 32, 33, 34, 35, 40, 43, 45, 48 en 49. Zwiert 12 schijven op 4 8. 11. 12, 14. 15 16. 17. 18, 19, 22 en 24. 18—22 13 22 22—27 27—32 37 41 41 32 32—37 v, 37—42 42—48 9—14 48—37 14—20 375 - partij Ltkschen de. eenige minuten hun zaken, verrassing en ontsteltenis. plaatst. Overal was blauw en de ovale •J»>” vervolgde de klerk, bizonder in- spiegel, tegenover de open haard, had een der laten een der partijen, teNizza >n. Wit. G. Rabattu 1. 34—30 3. 39:30 4. 30—25 5. 44—39 6. 50—44 7. 37—32 8. 42:31 Stand in cijfers: Wit 16 schijven op 3, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13. 14 16. 18, 19, 20, 23 en 29 Zwart 16 schijven op 22, 25, 26, 27. 28, 32 35, 38, 39, 40, 43, 44, 45, 46, 48 en 49. staat,” Eindelijk lag haar leven prettig voor i O I Neef (die zijn dom van 't land in een Dokter (tot zijn patiënt) „Wilt u dat deftige restauratie brengt): „Kijk oom, ik - rst 999 i— a4. i l i 999 Patient (tot zijn vrouw) „Wat is jou plan was dat raam te seert tegenwoordig bijna niet anders dan het liefst, vrouw F’ -1-— iMAtlrk/xalran DE UITVINDER VAN DEN APPEL WIJN. Voor alle problemen en vraagstukken geldt wit zet en wint. Gaarne houdt de redacteur zich aanbe volen voor partijstanden, problemen, eindspelen enz. Pierre. Zij gaat heelemaal met int, en wU Xsch n^’v^m^t, Zat e.gX' ge°kreZbe’ChUld*’den h« vonden wel dui- niemand ontmoeten van de vreemde per- zijn.” tv a v c 2Cn<^ Puntcn vim contact, het was eigen- Het was heerlijk, elkaar vertrouwelijk- ..ii.u, ww de - heeren P. v. Engelen met wit en M. v. d. Pavert was het we i w Hij was ongeveer vijftig jaar, klein, glad per jaar uit. Ik weet, dat die menschen ding is duidelijk. Ik ben er zeker van, dat Juliette goed onthouden had. Hij was ---* a j weet - aan te nemen. Als ik daaromtrent veel voor het mooie en de luxe van het - - ----t nu genoot, voelde, daar ze zou mijn handelswijze anders ztjn. Maar, dat alles zoo lang had gemist. ken van een sardine-busje en ik txn met in huis ’t begint te regenen en de boe 1 Piet in een sloot gerold. hoeft niet te bederven.” 32—37 en het spel wordt remise. 4. Op 3237 speelt wit 1510 en wint. 5. 15—201 Niet 15—10; zwart zou hierop 23—28 spelen (remise). 5 23—28 Op 3237 volgt wit met 2014 en wint. 32—37 28—33 33—39 druk op dezen knop en bestel I” Oqm „En dan F’ s Neef „Dan drukt u op den knop en be taalt F HARTSTOCHTBUJK. Twee visschers gaan samen bit v»- Een boer loopt mét zijn zoon de Main- schen. Per ongeluk valt een hunner over brug over, waarop het standbeeld van boord en wordt door zijn vriend met veel Karei den Grooten staat. In de rechter- moeite gered en eerst na langen tijd weer Dame (niet heel jong meer, die^ juist hand heeft Karei een zwaard, en in de tot bewustzijn gebracht. Nauwelijks opent den jhjksappel. De zoon van den hij de oogen of de ander vraagt s boer bekijkt den steenen man rechts en links en vraagt vader eigenlijk „Waarom ONBEGRIJPELIJK. Tooneelspeler„Heeft de brieven- CORRESPONDENT IE. J. Em., Amersfoort. In de door U bedoelde partijstand zit een slagze» voor wit. Deze stand kwam naar ik meen voor in een partij tusschen de heeren Weiss en Molimard. de auto naar Hurhnghorn en blijven daar lunchen, en waarschijnlijk zal ik pas net intijds terug zijn om me te kleeden, daar „Laat nyj er liever buiten, Eaid, ik Wit 44—40 40: 20 33—29 39 36 28—22 32: 5 De oplossing van No. 2 is: Wit 26-21, 2817, 3627, 33 35. Zwart ge- dwongen 1737, II31. 37 28. Een góede oplossing mocht ik ontvangen van den heer G. J. Scherpenisse. EINDSPEL No. 14.. Stand in‘cijfers: Wit 1 dam op 35. Zwart 2 schijven op 14 en 22. Wit wint als volgt: Wit. I. 35—13 2 13—24 3. 24—42 4. 42—151! De juiste zet I Als wit 4220 speelt, dan zwart 6. 20—42 7. 42 26 8. 26—21 9. 21—49 gewonnen. PARTIJ. - De heer B.’ Springer Jr. uit Amsterdam, thans in Frankrijk, heeft aldaar eenige partijen blind ge speeld. Hiercnd gespeeld, vo^ei EEN VERRASSING. GEZONDE BOEKEN. Een paar schavuiten stonden te beraad- Redacteur A „Vindt je niet, dat onze stagen, hoe zij in huis zouden kunnen ko- criticus Penmeijer er in den laatsten tijd men door een raam op de eerste verdie- bijzonder goed uitziet ping, dat open stond. De vrouw des hui- Redacteur B.: „Geen wonder; hij recen- zes, die juist van fkz J—- sluiten, hoorde het overleg en het hoofd kookboeken.” i even naar buiten stekende zeide zij „Jelui bent nog te vroeg, wacht eerst tot de menschen naar bed zijn.” Winkelier „Jan, haal die regenjassen meekrijgt F’ Marietje: „O, ma heeft geen geld; wij laten alles opschrijven!” 15—20 25—30 2334 34—40 19 30 DB PRIJS VAN EEN TAND. De groote Newton studeerde in het jaar 1650 te Gratham en had maar zeer w»inig „te bijten” want hij had wekelijks vta shillings (f 2.40) te verteren. sergeant itot rccruutj „i^iDDciocrgcr, In het jaar 1835 evenwel betaalde Lord u j. w rterk vu dat je den steen ^^eJTi niet, dit hij een appel in de hand heeft 1 Dat is de uitvin-r besteller geen postwissel voor mij afge- der van den appelwijn 1" geven Kamerverhuurster „Neen.” Tooneelspeler „Ik zou toch wel eens willen weten, wat die kerel eigenlijk tegen mij heeft.” NAAR MBT KNOELICM VAN OAY THORNE DOOR M Ze was nooit tevoren zoo gelukkig ge- weest. Al was ze wel wat afgezonderd, dicht bij zwendel staan, dat er haast geen beruchte misdadigers bent tegengeko- Het was bijna bewezen, dat de jonge Sir en al ging ze nooit met Lady Stonehaven is binnen de wet te blijven. Maar ik h^b nu gehoord, dat hij erg wankel staat.” „Ja, dat heb ik ook gehoord.” „O, het is algemeen tankend, en het is zier u weer bij ons te zien.” hij woont op een afgelegen dprpje in j -- „Ik ben ook blij, weer terug te zijn, Kent en is daar een soort lantjonker.” nu ik haar lief heb,’ meer dan iets anders mijnheer Scotson,” zei de jonge man har- 1““ mogelijk is. Hij heeft vijf jaar dwang- Zij zong, terwijl ze de mooie zalm- arbeid gehad, omdat hij' een jongen bijna kleurige rozen in een koperen schaal ten doode toe mishandeld had. Het kind schikte. De kamer was allerliefst, een der was aan zijn zorg toevertrouwd door heerlijkste plekjes, die Muriel ooit ge- menschen, die hem kwijt wilden wezen, zien had, en de eerste zitkamer, die ze en het was maar bij toeval, dat er ontdekt heelemaal voor zichzelf had gehad in haar I er gebeurde. Het arme ventje leven. juffrouw St. Pierre eenigen last van dien vaartje,” zei ik, daarbij niets oneer- zat bijna twee jaar in een kelder, gebon- De muren waren' somber zwart, met aard zal ondervinden bij de gravin, voor- biedigs bedoelend, Sir Augustus, en den, en werd slechter behandeld dan een bizonder aardig bloempatroon erop, al als die jonge deugniet plannen hegft als ik geen geboren advokaat ken, wan- eenig dier. Het was m alle opzichten af- Het plafond was ook zwart en in iedere* met deze, zooals iedereen zegt.” neer ik er een zie, dan is mijn naam niet schuwelijk.” hoek van de kamer stond een groote Chi- „Wat weet u eigenlijk van de Mayber- James Scotson." Sit Augustus, uit zijn gewone kalmte neesche, blauwe vaas, vier voet boog, lies, vadert” f’ Sir Augustus haalde de schouders op. spraken nu „Niets goeds," zei hij. „De man is een terwijl Charles in stilte rookte. Toen het r dubbelzinnige financier, die een zeer gesprek beëindigd was, vulde hij het glas genomen mét den indruk, dien hij maak- zware gouden omlijsting. In een hoek slechte reputatie geniet bij alle solide van den klerk. te, ,.en meer dan dat, Radney werd en stond een kleine piano. menschen. Hij hteft eens een heelebcel „Ik veronderstel, mijnheer Scotson,” wordt nog, zoover ik weet, meer dan ver- geld verzameld met manieren, die zóó zei hij, „dat u, in uw beroep, al heel wat dacht van afpersing op groote schaal. voorbijgaat)„Akelige paardendief VAN HET EXERCITIEVELD. Sergeant (tot recruut) „Dibbelberger Shrewsbury voor een zijner tanden de der.... dommen hebt uitgevonden.” fabelachtige som van 16.595 frs. ren uitgevallen zijn, en ik me voor goed aan de rechtswetenschap wijd.” „Binnen een paar weken," zei mijnheer goede reden. Als hij zich tien jaar geleden kind, arm kind! Ik zie haar nog, me vanévond laat'ik hehde nlannea voor dea Scotson, ,,r --J--- nen denken. De menschen mogen zeggen, ze hem gelyncht hebben. Het is nu ver- tellend.” wat ze willen, maar er gaat niets boven geten, maar vijftien jaar geleden was hij de wet I Het is het heerlijkste voor een de held van een berucht proces. Ik weet, man om in te werken, en het zit in uw dat hij zich nu Radney noemt, zijn wer- bloed, mijnheer Charles, zooals tk maar kelijke naam is Paul, Richard Paul.” al te goed weet. Uw opmerkingen bij die processen-verbaal gisteren, al waagde ik „Zoo liefste,” zei ze, „we zullen van-, EEN SLIMMERD. zier gehad, gisteren op het buitenpar- „Ja, meneer, maar ’t is fopperij ge- Huisvrouw (tot haar dochtertje): „Ma- weest van den dokter, ik kan er niks rietje haal eens een pond suiker." „O, erg veel. Mina is boven mee zien.” Gast. „Zoo, zoo, kan de kleine al in- op een wespennest gaan zitten en Pa is koopenï.... Verlies je nooit je geld, r uit een boom gevallen en Moe heeft zich VERSPROKEN (!t) Marietje, dat je voor de boodschappen rend antwoord op mijn gelaat kunnen in haar vinger gesneden bij het openma- Winkelier „Jan, haal die regenjassen meekrijgt F’ lezen.” l Marietje: „O, ma heeft geen geld; wij Hij„Ik ben niet ervaren in het ont hoeft niet te bederven.” laten alles opochrijven!” cijferen van oude manuscripten." 9. 47—42 10. 40—34 U. 34—30 12. 41—37 13. 44—40 14. 39—34 15. 34—29 16. 40 20 17. 49—44 18. 44—40 19. 43—39 20. 31—27 21. 39—34 22. 34—29 23. 40 20 24. 45—40 25. 37—31 26. 40—34 27. ' 42—31 28. 34—29 29. 30 39 30. 46—41 31. 41—37 32. 48—42 33. 39—34 34. 25 14 35. 27—22 36. 22 11 37. 31—27 38. 36—31 39. 31—^26 40. 26—21 41. 28—22 42. 22—17 43. 33—29 44. 38 29 J 45. 34 25 46. 35—30 47. 30—24 48. 25 45 *9. 45—40 j0. 27: 18 .1. 40—34 52. 32—28 53. 28—22 54. 42—37 55. 22—18 56. 18—12 57. 34—30 58. 30—25 59. 12—.7 60. 7— 1 61. 25 14 62. Wit geeft op. Onderstaande stand is uit met zwart. Wit behaalde op mooi^ wijze een dam. DIAGRAM 15. onderscheid is, ofschoon hij sluw genoeg men I” Thomas Bonville zich voor het hoofd uit in de wereld, toch zag ze Hut nieuwe j la. moogt u wej zeggen, mijnheer schoot, ten gevolge van zijn afpersingen, vriendin veel, en.de uren, die ze samen Charles, ofschoon misschien niet, wat Er is bijna niets, waar hij niet iets mee te doorbrachten, waren voor beiden de beste u met misdadigers bedoelt.” maken heeft, tegenwoordig. Maar, met uren van den dag. „O, maai- ik bedoel ook met het ge- uitzondering van dat geval van wreed- De schikking, zoo plotseling en im- duidelijk genoeg, dat het huwelijk van den wone soort, ik bedoel de z.g. deftige heid, is hij de politie altijd te slim af pulsief tot stand gekomen, bleek een groot zoon met Lady Stonehaven alles betee- heeren, die de menschen geld afpersen, geweest. Zij weten, wat hij is, maar be- succes. De twee meisjes voelden zich zoo kent voor die menschen. Maar dat heeft en meer van die dingen doen, de man- halve dien eenen heer hebben ze hem sterk tot elkaar aangetrokken, als maar echter niets te maken met juffrouw St. nen en vrouwen, van wie de gewone nog nooit in de bank der beschuldigden zelden het geval is. Zij vonden wel dui zend punten van contact, het was eigen- „Dat is juist de soort menschen, mijn- ik had er een bepaalde reden voor, om verschillende dii zooveel bezoeken Wat ik nu voorstel is.heer Charles, waar ik mijn heele leven mee dit te vragen/ Hij hield ineens op, want de deur werd te maken heb gehad. Er is er haast geen „Juist, mijnheer Charles,” zei de klerk, heden te vertellen, te voelen, dat hun geopend en de butler kwam binneri. een van, met wien ik niet in contact ben die, wat hij ook mocht denken, geleerd vriendschap iets heiligs was, dat al het „Mijnheer Scotson, Sir Augustus,” zei gekomen, gedurende mijn leven met de had, zich nooit nieuwsgierig te toonen. andere in de wereld ineens waarde gaf. de man „ja, dat had ik heelemaal verge- wet. Mijn tien jaar bij Bayne en Bascombe „Wanneer u ooit nog feiten of bijzonder- Pn het kort, gedurende de paar weken ten.” en mijn twintig- jaar bij Sir Augustus, heden omtrent dien man wilt hebben, die ze met Emd had doorgebracht, was Sir Augustus keerde zich naar Charles, hebben me met bijna ieder dier deftige komt u maar bij mij.” datgene, wat als een levendige genegen- „Scotson heeft een exploit gemaakt,” misdadigers in Londen in aanraking „Dit kan vanjieel veel waarde zijn voor heid en bewondering begonnen was, zei hij, „dat ik graag even inzie voor het gebracht. Ik geloof tenminste, dat ik ons,” zei Sir Augustus. „Dank je zeer, overgegaan in een oprechte en blijvende de deur uitgaat, daar het nogal belangrijk dat gerust kan zeggen Sir Augustus!” Scotson.” vriendschap. Muriel zag betrekkelijk is. Hij bleef achter op het kantoor om het „Wat je praktijk bij ons aangaat is het Mijnheer Scotson stond op en wenschte weinig van de rest van de familie. Me te doen en ik heb hem gevraagd het hier zeker Waar.” goeden avond, en vader en zoon werden vrouw Mayberlie, een zeer drukke vrouw, te brengen, als hij naar huis ging. We zul- „Nou,” r ten hem even binnen moeten laten ko- op het oogenblik wel vier moordenaars, men.” die kalm in Londen rondloopen. Eén der,” zei Charfes. „Natuurlijk vader,” en mijnheer Scot- ervan heeft een titel, twee ervan zijn vrou- son, de chef van het kantoor werd binnen wen, en de andere heeft een groot huis in gelaten. Lancaster Gate en geeft vijf duizend pond geschoren, mét krullend grijs haar en een moordenaars zijn. Sir Augustus rustig uiterlijk. het van dne ervan en, wat nog meer is, heelemaal moeten uitpluizen. Het is „Gaat u zitten, gaat u zitten," zei Sir Scotland Yard weet het. T* Augustus, „u wilt wel een glas port, niet- macht op aarde kan ze bereiden. En wat genover "mij." kon, of dat hij een druk onderwerp vaa „Ik stel me voor,” antwoordde de discussie was tusschen de twee meisjes. jonge man, „om er mezelf geheel aan te Mijnheer Mayberlie, een kleine, stille t een scherp gezicht, die op Mu- zijn'gezicht Hij hief zijn glas op en ling toonde. „Ik ^ou u we! eens willen geen enkel opzicht te laken is Ik weet -V-S- - -u- - K ,n opzicht te teken is. Ik weet van onbuigzaamheid en macht, was on- wanneer du alles opgehelderd veranderVjk beleefd en vriéndelijk tegen ging Scotson voort, „ik ken alleen galaten, elkaar vreemd «ankijkend. behandelde haar met een koele, van geen „Dit maakt hst geval nog ingewikkel- belangstelling getuigende beleefdheid, irles. Cuthbert, de zoon en erfgenaam, vermeed komen onder de oppervlakte," haar eer dan niet en bewees haar geen antwoord, „en ik vrees, voor wat onwelkome attentie’s. Het scheen, dat nog kunnen ontdekken. Maar één hij zijn les in de wachtkamer van Maison ,,,L a. -l-a— ^j je het met me eens bent, dat we dit geval echter voortdurend bij Lady Stonehaven i een en had er blijkbaar weinig of geen ver- Maar geen plicht tegenover jezelf, Charles, en te- moeden van, hoe weinig zij hem lijden -, het is goede, hoor 1 Charles, presen- zwendel betreft, daar zou ik ntag heel wat --- meer vln gunnen vertellen." o „Denk toch eens afh,” zei Charles, wijden. Zooals u zegt, voor u en ook voor mdn metr vergenoegden glimlach op op een toon, die duidelijk zijn belangstel- Muriel. Ik ben er zeker van, dat ze in nel altijd een onpretugen indruk maakte !4s< Viitef Ttin oIxm lino fnonrir IIr vrwi ti wel een< willen UU*» TV «iaat u. -a dronk op de terugkomst van mijnheer vragen, mijnheer Scotson hebt u ooit zeker, dat, Charles op het kantoor. „Als u het mij toe- een man ontmoet, wiens naam is, of die is u niet zult wriorrm -- --- zeide hij met een buiging, „mijn- zich althans noemt, Paul Radnéy! Ik “ér haar. Hierbij kw«n nog dat ze van nature heer Charles, het doet me werkelijk ple- denk met, dat hij veel in Londe^u, maar ook maar den minsten twijfel koesterde, teven, dat ”ze'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 8