fe
„ONS BLAD”
1
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon:
BB'-
Onze universiteit.
Motel „Toela&t".
T
Zaterdag 18 September 1948 postgiro i0486i 18e Jaargang
FEUILLETON.
Het roode testament.
BUITENLAND.
rAbonnementeprtyBi
Per kwartairvoor Alkmaar .-J 1—
foor buiten Alkmaar f 285
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
Advertentieprijs i'
Van 1—5 regel» f 1.25; elke regel meer f 0.25; Veda*
per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod" b| vof
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
alle abonné’a wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegenjongevallen tot een bedrag van f 5OO,—, f 400,—. f ?OO,-, f 1OO,f 60.—, f 35,—, f 15?J
Hedenavond, te beginnen iederen
Zaterdag en Zondagavond CODCtft
Zondags Malint
Violist: LEO HEILBRON.
POSTGIRO 104861
POSTGIRO 104861
-.'fl
len be-
zoo
hi
1
tt gestolen.”
‘arqs te gaan juf
f
ADMINISTRATIE No. 433
REDACTIE No. 033
Jacqes La
ag van een
J. B. VAN DIJK.
1) Er zjjn 9 diocesane comité’»: één voor
het bisdom Roermond, ’s-Hertogenbosch en
Breda, terwijl om de groote uitgebreidheid
er in het Aartsbisdom en het bisdom Haarlem
elk drie werden opgericot.
i teren
W.
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
vig, „hoe zou ik voor het oogenblik iets
van plan kunnen zjjn? Ik wil gaan, waar ik
werk kan krjjgen.... Ik zal beginnen met
Joigny.... Ik zou wel graag hier willen
blijven, dicht bij het graf van moeder....
Het scheiden zou zwaar zijn..”
Terwijl zo-dat zeide kon Martha haar ont
roering niet bedwingen en dikke tranen big
gelden over haar wangen.
„Kom, juffrouw”, zeide Jacques Lagarde,
„wees nu bedaard.... denk nu alleen aan
u zelf en aan de toekomst.... Luister naar
mij.”
Jacques ging voort:
„Hoe oud zqt ge?”
„Negentien jaar.”
„Dat is voor een meisje dat alleen op de
wered staat, vooral wanneer ze geen geld
heeft, zooals gij, een zeer gevaarlijke leef
tijd. Het is thans zeer moeilijk een plaats
te vindenHet is de strijd om hot be
staan. De deuren blijven voor vreemde
lingen gesloten en ik vrees, dat het bij u
ook het geval zal zqn.”
„Ik heb u verteld, waarom ik zoo gaarne
in Joigny wilde blijven,” antwoordde Martha
„Als ik hier van mijn werk niet kan leveq,
zal ik ergens anders heengaan."
„Waarheen?”
„Ik weet het nog niet.Ik hoop, dat God
mij zal willes helpen’’.,
fWordt yeryolg^l
MAC DONALD OVER WAT GEEN
SOCIALISME IS.
Voor een nieuwen druk van zijn boek „So
cialism, Critical and Constructive” heeft Mac
Donald een voorrede geschreven, waarin hij
o.a. zegt dat de werklieden bjj hun worste
ling om hun doeleinden te bereiken „in de
verleiding komen om te vergeten dat zij al
len over en weer afhankelijke leden zijn van
een maatschappelijke eenheid en dat zij zich
zelf bijgevolg slechts schade doen door dege
nen tegen wie zij grieven hebben zoodanig te
straffen, dat zij de maatschappij waartoe zij
behooren, schade doen.”
De vakbeweging kan hare belangen niet
op den voorgrond plaatsen ten koste van de
maatschappij. „Men kan er niet genoeg na
druk op leggen dat openbare ondersteunin
gen, het stelsel van ^Poplar (bedeeling tot in
iet onzinnige), stakingen voor loonsverboo-
ging, beperking van prestatie, niet alleen
geen socialisme zijn, maar den geest en de
bankier heeft uw moeder bestolen”.
„Ik bezit niets.”
„Wat wilt ge dan gaan doen?”
„Ik zal gaan werken, mijnheer” antwoord
de Martha op fieren toon.
„Aan uw moed heb ik nooit getwijfeld..
Ge zqt krachtig van aard. Men behoeft u
alleen maar aan te zien, om er zeker van te
zjjn. Maar toch ben ik bezorgd over u....
Het werk van vrouwen wordt weinig be
taald.... Zjj kunnen ternauwernood vol
doende verdienen om in haar onderhoud te
voorzien.... Kent ge een of ander vak?”
„Ja, mijnheer."
„Welk?”
„Mjjn moeder had in Genève een winkel
Ik was nogal een handig modiste.... Daar
enboven heb ik eenige opleiding genoten
Ik zou bijvoorbeeld op een kantoor do boe
ken kunnen bqhouden.”
„Zoo, kunt ge iets van boekhouden?”
„Nogal tamelqk, ja.”
„Nu, dat zou zeer te pas komen voor
het plan, dat ik gemaakt heb.
Toen u door ziekte van uw moeder ver
plicht waart hier in Joigny te blqven, waart
u op weg naar Parqs, nietwaar?”
„Ja mijnheer, mqn moeder was van plan
in Parqs een modewinkel te openen met het
geld, dat de bankier nu heeft gestolen.”
„Is u nog van plan naar Parqs te gaan juf
trouw?”
„Ach mijnheer", fluisterde h8 meisje droe
gezind gebleven en goed, doch vooral deskun
dig geleid, dan hadde hn de juiste richting
aan de binnenlandsche politiek kunnen geven
Het schqnt evenwel dat hq hopeloos uiteen is
gespat, door de tegenstelling der economische
belangen van de verschillende groepen waar
uit hq bestaat.
<)och te midden van den eersten en plot-
seïingen opbloei slaakte reeds dadelijk de
Franciscaner pater Agostino Gemelli, onge
twijfeld een der meest edele en krachtige fi
guren die Italië telt, de klacht: „Wq hebben
geen mannen”. Twee of drie leiders als Oe-
melli, Meda, Don Sturzo, doch niet een bree-
den kring van meer bescheiden, doch kun
dige werkers die in het tweede gelid staan
doch de kracht van elke groep of partij uit-
maken. En drie maanden na het tot stand
komen van den Partito Popolare, was bij hem
het plan gerijpt eene katholieke universitoit
te stichten te Milaan, waar Achille Ratti, de
thans roemruchtige Paus, toen Aartsbisschop
was. En zij is er gekomen, doch wat laat.
Mogen deze korte woorden namens het
centraal comité der St. Radboudstichting in
goede aarde vallen en den arbeid der parochi
ale comité’s in de komende maanden opwek
ken en verlichten.
36.
„Maar ik kan niet, ik moet weggaan
wees gerust, moederlief, ik zal den weg naar
®w graf nooit vergetenik zal terug
komen. Straks kom ik bjj uw graf en zal u
vragen, van uit den hemel te waken over
ow kind, dat ge zoo lief hadtMoeder
help me.... Wat zou ik moeten doen, als
ge mjj verliet nu ik alleen ben?”
Eenige oogen blikken verdiepte Martha
zich in haar droefgeestige gedachten en
dikke tranen biggelden over haar wangen,
zonder dat zq er zich van bewust was.
Er werd zachtjes aan de deur geklopt
De wees droogde haastig haar tranen af,
stond op en deed de deur open.
Ze bevond zich tegenover den zoogenaam-
den dokter Thompson en zqn secretaris.
„O, mqnheer”, zei ze bewogen tot Jacques,
terwfjl zq hem de hand reikte, „ik ben nu
y^er iets bedaarder en kan nu pas allee be
grijpen wat ge voor mq gedaan hebt
Laat me u uit den grond van mqn hart
bedankenIk ben u eeuwig dankbaar.”
>Jk heb alleen gevolg gegeven aan de in
gevingen van mjjn hart, juffrouw”, ant
woordde Jacques. Het was voor mij eenigs-
*ias een gevoel van eigenliefde, daar ge mq
herinnerdet aan het kind dat *k helaas zoo
vele en ruime offervaardigheid niet overal
ten volle aan de verwachting beantwoord.
De medewerking was niet zoo algemeen als
met reden mocht worden verwacht.
Het bestuur der St Radboudstichting en
de besturen der diocesane comité’s hebben
overwogen waaraan dit verschijnsel was toe
te schrijven. w
Gemis aan ijver bij de leiding was het niet
en ook niet bij de diocesane comité’s, waar
schijnlijk wel bjj enkele parochiale comité’s.
Om den band tusschen dc verschillende
organen te versterken werd daarom besloten
een centraal comité te vormen bestaande uit
negen voorzitters der diocesane comité’s, een
lid van het bestuur der St. Radboudstichting
met haar administrateur, een vertegenwoor
diger van het curatorium, en een lid van het
coHege van hoogleeraren. Dat comité zou ge
heel het veld der werkzaamheid kunnen over
zien en den onmisbaar gebleken schakel
vormen tusschen dc universiteit, het bestuur
der St. Radboudstichting en de verschillende
comité’s. Schrijver dezes werd tot voorzitter
gekozen van het centraal comité en als zoo
danig veroorlooft hij zich een beroep te doeg
op onze pers om nogmaals op bijzondere
wqze de aandacht vestigen op onze univer-
siteit.
Het Episcopaat immers heeft in het rond
schrijven van 3 September 1922 uitdrukkelijk
voorgeschreven dat, te beginnen met het na
jaar ’22, jaarqks in de maanden October en
November in alle parochies eene geldinzame
ling zal worden gehouden en van het wel
slag endier inzameling hangt de toekomst
onzer universiteit af. Van deze hangt het af
of in Nederland eene katholieke wetenschap
zal worden gevormd. De bovenvermelde
woorden der bisschoppen bewijzen ten volle
hoe onafwijsbaar noodzakelqk dit wordt ge
acht. Noodzakelijk voor geheel het katholieks
volk in alle zijne geledingen1 en niet alleen
voor dat deel er van waaruit de studenten
voortkomen, welke de universiteit bezoeken.
Het is herhaaldelijk aangetoond, doch het
kan niet genoeg worden gezegd, wql dit
helaas niet altjjd voldoende wordt erkend.
Immers wq hebben ter vervolmakng onzer
samenleving, waarvan oen ieder lid is, noodig
een ondcrwqs van <ie eenige en volb- waar
heid. Wij hebben dus noodig hoogleeraren
die de waarheid, en deze alleen, voorhouden
aan hun toehoorders en het zijn deze toehoor
ders die straks als advocaten, rechters, ge-
nqesheeren, scheikundigen, staatshuishoud
kundigen, leeraren a. gymnasium en hoogere
burgerscholen, sociale leiders of raadslieden,
opvoeders en schrijvers, ons volk zullen voor
gaan, leiden en onderrichten. Wie gevoelt
niet van hoeveel belang het is, dat deze
scheppers en voorlichters der openbare mee-
ning, deze gidsen en drjjvers van bet maat
schappelijk en staatkundig leven, deze in
vloedrijke geleiders van geestelijke stroomin-
gen waar een ieder zich bewust of onbewust
aan onderwerpt, menschen zijn van vurige en
innige katholieke overtuiging, die de katho
lieke beginselen én zelf warm voorstaan én
overal pogen te doen doordringen. Daarvoor
is een katholieke universiteit noodig.
Het is zoo heilzaam te leeren uit de erva
ring eldérs opgedaan en treffend- is het in de
ze te letten op de lotgevallen van den Par
tito Popolare, de^Jhrtq der Italiaansohe ka
tholieken. Daarin ligt voor ons zulk een ern
stige waarschuwing, wql zij, door onderlinge
verdeeldheid, niet alleen geen kracht ten goe
de kunnen uitoefenen op de zaken van het
land, doch tevens in hunne partq niet het
zoo dringend geboden tegenwicht kunnen le
veren aan de machten van geweld en van
regeeringloosheid, welke hun .vaderland ten
verderve zullen voeren. Eene verdeeldheid
die, geljjk de zoo dicht bij het vaticaan staan
de, Osservatore Romano dezer dagen opmerk
te, noodzakelqk de innerlijke eenheid der ka
tholieken schaden moet
Da Partito Popolare den 19en’ Januari
1919 in het leven geroepen, nam eensklaps
zulk een vlucht dat hij weldra meer dan 100
leden in het Parlement telde. Ware hij eens-
„Eerrige vragen?” herhaalde het meisje
zeer verrast.
„Ja, juffrouw."
„U kunt het gerust doen, maar ik begrijp
niet”.
Het meisje bleef in haar woorden steken.
„Waarvan ik spreken wilde, nietwaar?”
vulde Jacques aan.
„Ja, juist.”
„U zult het begrijpenIk wilde over
uw toekomst spreken.... Vergeef mjj, als
ik onbescheiden ben, maar door de genegen
heid, die ik jegens u koester, mag ik niet
aarzelen. Alvorens ik vertrek, wilde ik gaar
ne weten, of ik u nog van dienst kan zqn
en in dit geval zou ik u het plan willen
voorleggen, dat ik heb opgevat.”
„U vergeven, als ge onbescheiden zqt?”
riep Martha ontroerd uit.
„Hoe zoudt u het kunnen zqn, nu ge,
terwql ge mq niet kent, zulk een levendig
belang in mq stelt? U hebt maar te vragen,
mqnheer en ik zal openhartig op alles ant
woorden, dat beloof ik u”....
„Was uw moeder uw eenige bloedver
wante?”
„Ja, mqnheer, ik heb nooit een broeder
Of zuster gehad, en mqn vader was reeds
dood voor ik geboren werd.”
„Dus staat u nu alleen in de wereld?’'
„Ja, mqnheer, geheel alleen.”
„En zonder vermogen,” ging
garde voort, „want de ellende]
DE VOLKENBOND.
De Vergadering zal zich niet bezighouden
met de ontwapening ter zee. De sub-commis-
sie besloot om de kwestie der beperking van
de bewapening ter zee niet te scheiden van
het algemeene vraagstuk der ontwapening,
dat in zjjn geheel door de toekomstige ont
wapeningsconferentie zal moeten word<
handeld.
l>e subcommissie voor bet vraagstuk der
vlootbeperking, onder voorzitterschap v. jhr
Loudon vergaderend heeft als haar meening
uitgesproken, dat het geheele vraagstuk van
de toepassing der beginselen v. d. Washing-
tonsche Conventie inzake de vlootbeperking
ook voor andere staten dan de onderteeke-
nende mogendheden niet op een speciaal
voor dit doel samenkomende politieke con
ferentie behoeft te worden behandeld, doch
deel zal moeten uitmaken van het program
ma van de groote Volkenbondsconferentie
voor de ontwapening, die bqeen zal komen,
wanneer de vraagstukken der veiligheid en
arbitrage bevredigend geregeld zqn.
Tenslotte heeft deze commissie besloten
nog geen voorstellen betreffende dit onder
deel van de taak der algemeene ontwape
ningsconferentie voor te bereiden, zoolang
niet de derde commissie de algenfhene begin
selen heeft vastgestpld, die de oplossing van
het vraagstuk der ontwapening in zqn geheel
zullen moeten beheerschen.
politiek van de socialistische beweging op
een dwaalspoor kunfien brengen.”
DE METAALBEWERKERSSTAKING
TE WEENEN.
Men telt te Weenen thans 120.000 stakers
in de metaalnijverheid. De staking heeft zich
tot de provincie uitgebreid. De socialistische
bladen verzekeren, dat de stakers op hun
stuk zullen blqven staan en dreigen met uit
breiding van de staking tot andere beroepen.
DE SPANJAARDEN IN MAROKKO.
Een officieel communiqué betreffende den
strqd in Marokko meldt, dat de operaties in
de nabijheid van Fondak een normalen voort
gang hebben. De Spaansche troepen onder
vonden slechts zwakken tegenstand. Verschil
lende inheemsche gezinnen zijn in de dorpen
van bet gebied van Finat ben Karrich terug
gekeerd. Gisternacht is geen enkel schot
in de omgeving van Tetouan vernomen. Drie
duizend man, welke langs de rivier zqn gelegd
zullen de in Tetoean samengetrokken strijd
macht versterken.
De Spaansche oud-minister Angelo Ossa-
rio Gallardo is gearresteerd en in de gevan
genis geworpen wegens het verspreiden van
leugenachtige berichten, welke nadeelig zou
den kunnen zijn voor de militaire discipline.
Het officieel bericht inzake Marokko meldt
gisteren, dat drie afdeelingn, die in de streek
v. Xanen tegen Lala oprukten, in botsing zqn
gekomen met een zeer sterke vjjandelqke af-
deeling, die met behulp v. geschut en vlieg
tuigen verslagen werd en zware verliezen
leed. Aan Spaansche zjjde vielen 14 Span
jaarden en 14 inboorlingen.
DE IERSCHE KWESTIE.
Craig, de premier van Ulster, heeft ver
klaard, dat de brief van Lord Birkenhead
geen verandering brengt in de weigering van
Noord-Ierland om vertegnwoordigers te be
noemen in de grensregelingscommissie, aan
gezien Ulster, naar hq meent, daardoor het
recht zou verspelen om later tegen de be
slissing op te komen.
MAC DONALD.
De Britsche premier heeft te Lossiemouth
de volgende verklaring afgelegd over de aan-
deelen-kwestie: „Het kapitaal is niet van
mij en ik sta slechts formeel als eigenaar van
de aandeelen te boek. Een en ander -heeft
niets te maken met politiek. Sir Alexander
Grant heeft zqn titel gekregen wegens open
bare diensten, waaronder de gift van de Na
tionale Bibliotheek aan Schotland, welke na
genoeg bq iedereen bekend is en waarvoor
hq het eereburgerschap van Edinburgh ver
wierf.
DE BURGEROORLOG IN CHINA.
Volgens een bericht uit Shanghai maakt
Tsjang Tso Lin, de dictator van Mandsjoerjje
zich greed naar Peking op te rukken tegen
de troepen van Woe Pei Foe, den dictator
van Peking. Tsjang wordt de beste generaal
van China genoemd.
De autoriteiten te Sjanghai verklaren, dat
er voor de vreemdelingen geen enkle reden
tot bezorgdheid bestaat. Prikkeldraad-ver-
sperringen sluiten de noordelijke toegangs
wegen van de stad af en ook die, welke naar
de Chineesche wijk leiden. Het verdedigings-
stelsel kan gemakkelqk worden uitgebreid.
Het vrqwilligrskorps, dat den 9den dezer
onder de wapenen is gekomen, telt 2000
man.
Ongeveer 450 oud-gedienden hebben
noodig, hunne diensten aangeboden.
Men meldt, dat de gouverneur van Mant-
sjoerjje aan de Japansche regeering heeft
verzocht gebruik te mogen maken van de
Zuidmantsjoerjjsehe spoorwegen ten einde
zqn troepen naar Peking te vervoeren. Zqn
verzoek bleef echter onbeantwoord. Deze
troepen rukken thans tegen Peking op,
waar de staat van beleg is geproclameerd.
In de hoofdstad bevinden zich, als de mo
bilisatie voltooid is, circa 60.000 man.
Op het Westelijk front hebben de troepen
van Tsjekiang; zich meester gemaakt van
thing aan den Westelijken oever van het
spoedig heb moeten verliezen.”
,Jk ben u niettemin verplicht en zal er
eeuwig aan blqven denken,” hernam Martha.
„Door uw goede zorgen heeft mjjn arme
moeder zulk een nette begrafenis mogen
hebben.
„Zoo iets zal mij bljjven herinneren, zo>-
lang ik nog in loven ben."
Het meisje had deze laatste woorden in
een soort vervoering gesproken.
Op meer bedaarden toon voegde zij er bq
terwql ze twee stoelen toeschoof:
„Maar, gaat u toch zitten.”
Pascal en Jacques voldeden aanstonds
aan die uitnoodiging en Jacques vroeg:
„Hoe gevoelt ge u vandaag, juffrouw
Martha?”
„O, beter dan ik mocht verwachten.
Als ik goedgeslapen heb, is het te danken
aan het drtlfikje, dat u me heeft voorge-
schreven, heeft Kalrien gezegd. Door dien
slaap ben ik weer heelemaal gekalmeerd.”
„Ik hoopte wel, dat het zou gebeuren,”
antwoordde Jacques; „ik rekende ei op, en
was bot niet gebeurd, dan zou ik mqn ver
trek hebben uitgesteld, tot ik het verwachte
resultaat had bereikt.”
„Gaat u dan weg, mqnheer?” vroeg Mar
tha met een zekere verlegenheid.
„J* juffrouw.Ik was hier maar voor
een paar dagen.... Ik kwam om afscheid
te nemen, en te vragen of ik u eenige vra
gen mocht stellen”....
Het klinkt trotsch en toch niet te trotsch
om te spreken van onze Universiteit te Nij
megen, die daar staat als eene monumentale
stichting de eerbiedige bewondering opwek
kende van zoovele kardinalen, bisschoppen,
prelaten, priesters en vooraanstaande leeken,
die van verre waren gekomen om het Inter
nationale Eucharistische Congres bij te wo
nen. Wanneer zjj zich lieten inlichten over
ons godsdienstig, maatschappelijk, charitatief
sn staatkundig leven, was dat voor de mees
ten hunner als eene openbaring; doch zoo
hoog had men het katholieke Nederland
haast niet durven aanslaan dat, bq een rqk
ontplooid leven op velerlei gebied, ons Epis
copaat ook den stouten stap had durven
doen van over te gaan tot het stichten eener
kathoieke Universiteit, welke al dadelgk
bogen mocht op een trits van geleerde
mannen, die tegelijkertijd met het schenken
van de gave der kennis en der wetenschap
pen, ook het brood des levens braken voor
het aantal studenten, dat de stoutste ver
wachtingen overtreft.
Als de bisschoppen van Nederland in hun
beroemd en in zqn gevolgen zoo vérstrekkend
en zegenrqk Mandement van 22 Juli 1868, de
scherpe scheidingslijn trekken tusschen het
ouderwijs dat (lod kent en God niet kent,
dus niet eerbiedigt, dan spreken zij:
,,Wjj katholieken van Nederland, die thans
leven, gaan weldra heen, om ons bq den
Oppersten Rechter voor de eeuwigheid te
verantwoorden; die Rechter zal niet verzui
men ons te vragen, wie wjj na ons achter
laten, om het katholieke geloof in ons vader
land waardig te vertegenwoordigen.”
Het zqn diezelfde ernstige woorden waar
mede ook de bisschoppen van Nederland
hun herderlijk rondschrijven van 18 Septem
ber 1921 aanvangen, waarin zjj aan hunne
geloovigen kennis geven, dat zq de kroon
■{aan zetten op het destijds begonnen werk.
„Want hoeveel wjj ook, dank meer dan
jjttig jaren arbeid en strijd mochten be-
eiken, er ontbreekt nog een onmisbare scha-
tel in onze onderwijsorganisatie, eene instel-
5ng van het allergrootste gewicht, die de
■croon moet zetten on al ons werken voor het
vrqe onderwijs: de katholieke Universiteit.”
„De beginselen in het Mandement van 1868,
vooral net het oog op het lager onderwijs
ontwikkeld, gelden voor het onderwijs in zjjn
■eheelen omvaag, ook voor het middelbare
.n het hoogerq, ja in sommige opzichten op
le eerste plaats voor het hooger onderwijs
aan de universiteit.”
Dank zq de zorgvuldige voorbereidingen
dor sinds 31 Juli 1905 bestaande St. Rad
boudstichting voor het stichten van eeue
bijzondere katholieke universiteit en vooral
van den aan haar bestuur toegevoegden me
dewerker, dr. J. Hoogveld, secretaris-pen-
ningmeester van het comité der stichtings-
actie, vond het woord der bisschoppen een
ank baren weerklank. In alle parochies
werden althans gepoogd werd het te doen
parochiale comité’s opgeridit, die in over
leg met de diocesane comité’s 1) de giften in
eens en de jaarljjksehe bijdragen moesten
iazamelen om dc uitvoering en het voortbe
staan van het groote werk inogeljjk te maken.
Zoo gemiddeld elk katholiek een gulden voor
tens en verder 10 cents per jaar geeft dan
kon niet slechts de Universiteit worden ge
sticht en met de faculteiten der godgeleerd
heid der rechten en der letteren en wijsbe
geerte aanvaiigen, doch dan was met
ïedeljjken grond te verwachten dat zjj in af-
zienbaren tjjd kan worden uitgebouwd tot
eene universiteit in den vollen zin des
woords. door de oprichting van de facul
teiten der geneeskunde en der natuurweten
schappen.
Het was een daad van stoutmoedigheid,
doch, niettegenstaande de ongunst der tqden
on vertrouwen stellende in het katholieke
volk, heeft het Episcopaat die durven ver
richten. De uitkomst heeft niet teleurgesteld,
maar laat het openlijk worden erkend, bij
meer Taihoe, waardoor zjj de troepen uit
Kiangsoe gedwongen heben zich terug te
trekken op Tsjentsjou.
Het Chineesche parlement heeft gist
tot minister-president gekozen dr. W.
Yen (Yen Yoei-Tsjing).
POLITIEKE MOORD.
Er heerscht te Rome algemeen groote
verontwaardiging over den moord op het
fascistische Kamerlid Casalini door den ar
beider Corvt
Casalini reed in den tram in gezelschap -
van zqn 14-jarig dochtertje, toen de moor
denaar plotseling vier schoten op hem loste
en zich uit de voeten trachtte te maken. De
getroffene zonk in de armen van zqn doch
tertje. Hq werd naar een ziekenhuis over
gebracht, alwaar hq enkele uren later over
leed. De dader werd inmiddels gepakt en
weggevoerd. Hij verklaarde communist te
zjjn en de daad te hebben bedreven als
wraak op den moord op Matteotti. Het
schijnt echter, dat hij ook nog een particu
liere reden had. Hij was namelijk geruimen
tjjd portier geweest bq de villa, welke door
Casalini werd bewoond, doch juist dezer da
gen ontslagen.
Uit Milaan wordt nog gemeld: Naar ver
wacht werd, heeft het bericht van den
moord op Casalini alhier groote opwinding
verwekt. Troepen jeugdige fascisten trok
ken door de straten, drongen vele huizen
binnen en dwongen de inwoners de vlag
halfstok te hqschen, ten teeken van natio
nale rouw.
Twee- tot driehonderd fascisten drongen
het redactiebureau van de „Corriere della
Sera” binnen, waar zij werden ontvangen
door den hoofdredacteur. Zij stelden hem
deu eisch het land te verlaten. De redacteur
weigerde echter zijn post te verlaten en
zeide, dat hq den volgenden morgen zqn
blad als gewoonlijk zou laten verschijnen,
hoewel hq den moord scherp laakte.
Daarop stelden zq hem den eisch, dat de
vlag halfstok zou worden geheschen. Ook
dit weigerde de redacteur echter, waarna ’n
agent van politie, die het onderhoud bq-
woonde, de vlag halfstok heesch.
Daarna trokken de fascisten naar het bu-
reau van het blad „La Justicik”, het orgaan
van de reformistische socialisten. Zjj von
den daar niemand aanwezig. De fascisten
drongen daarop de zetterij binnen en ver
nielden de linotypes en staken vervolgens
het halve gebouw in brand.
DE OPSTAND IN GEORGIë.
Het gezantschap van de Sovjetunie te
Berlqn weerspreekt de berichten over zoo
genaamde opstanden in tal van streken van
de Unie. Inderdaad heeft alleen in West-
Georgië een klein troepje mensfewiki, land-
heeren en officieren een poging tot een
staatsgreep ondernomen, welke door het
krachtig ingrqpen van de plaatseljjke bevol
king en de sovjetorganen in 24 uur tjjds
onderdrukt was. Alle verder strekkende
berichten zjjn uit den duim gezogen.
Het gezantschap van Georgië te Parijs
deelt een telegram uit Konstantinopel mede^
dat een schip uit Konstantinopel vertrok
ken, de haven van Batoem niet kon binnen
komen. De verbindingen met Batoem zjjn
afgesneden. In den omtrek wordt verwoed
gevochten.
Berichten uit Moskou bevestigen thans,
dat de opstandelingen in Georgië Tiflis heb
ben genomen, en thans Batoem bedreigen.
WEER EEN MISLUKTE REVOLUTIE TE
LISSABON.
Portugeesche radicalen, zoowel burgers
als militairen, hebben een nieuwe poging tot