fe „ONS BLAD” 1 Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: BB'- Onze universiteit. Motel „Toela&t". T Zaterdag 18 September 1948 postgiro i0486i 18e Jaargang FEUILLETON. Het roode testament. BUITENLAND. rAbonnementeprtyBi Per kwartairvoor Alkmaar .-J 1— foor buiten Alkmaar f 285 Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. Advertentieprijs i' Van 1—5 regel» f 1.25; elke regel meer f 0.25; Veda* per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod" b| vof uitbetaling per plaatsing f 0.60. alle abonné’a wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegenjongevallen tot een bedrag van f 5OO,—, f 400,—. f ?OO,-, f 1OO,f 60.—, f 35,—, f 15?J Hedenavond, te beginnen iederen Zaterdag en Zondagavond CODCtft Zondags Malint Violist: LEO HEILBRON. POSTGIRO 104861 POSTGIRO 104861 -.'fl len be- zoo hi 1 tt gestolen.” ‘arqs te gaan juf f ADMINISTRATIE No. 433 REDACTIE No. 033 Jacqes La ag van een J. B. VAN DIJK. 1) Er zjjn 9 diocesane comité’»: één voor het bisdom Roermond, ’s-Hertogenbosch en Breda, terwijl om de groote uitgebreidheid er in het Aartsbisdom en het bisdom Haarlem elk drie werden opgericot. i teren W. NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD vig, „hoe zou ik voor het oogenblik iets van plan kunnen zjjn? Ik wil gaan, waar ik werk kan krjjgen.... Ik zal beginnen met Joigny.... Ik zou wel graag hier willen blijven, dicht bij het graf van moeder.... Het scheiden zou zwaar zijn..” Terwijl zo-dat zeide kon Martha haar ont roering niet bedwingen en dikke tranen big gelden over haar wangen. „Kom, juffrouw”, zeide Jacques Lagarde, „wees nu bedaard.... denk nu alleen aan u zelf en aan de toekomst.... Luister naar mij.” Jacques ging voort: „Hoe oud zqt ge?” „Negentien jaar.” „Dat is voor een meisje dat alleen op de wered staat, vooral wanneer ze geen geld heeft, zooals gij, een zeer gevaarlijke leef tijd. Het is thans zeer moeilijk een plaats te vindenHet is de strijd om hot be staan. De deuren blijven voor vreemde lingen gesloten en ik vrees, dat het bij u ook het geval zal zqn.” „Ik heb u verteld, waarom ik zoo gaarne in Joigny wilde blijven,” antwoordde Martha „Als ik hier van mijn werk niet kan leveq, zal ik ergens anders heengaan." „Waarheen?” „Ik weet het nog niet.Ik hoop, dat God mij zal willes helpen’’., fWordt yeryolg^l MAC DONALD OVER WAT GEEN SOCIALISME IS. Voor een nieuwen druk van zijn boek „So cialism, Critical and Constructive” heeft Mac Donald een voorrede geschreven, waarin hij o.a. zegt dat de werklieden bjj hun worste ling om hun doeleinden te bereiken „in de verleiding komen om te vergeten dat zij al len over en weer afhankelijke leden zijn van een maatschappelijke eenheid en dat zij zich zelf bijgevolg slechts schade doen door dege nen tegen wie zij grieven hebben zoodanig te straffen, dat zij de maatschappij waartoe zij behooren, schade doen.” De vakbeweging kan hare belangen niet op den voorgrond plaatsen ten koste van de maatschappij. „Men kan er niet genoeg na druk op leggen dat openbare ondersteunin gen, het stelsel van ^Poplar (bedeeling tot in iet onzinnige), stakingen voor loonsverboo- ging, beperking van prestatie, niet alleen geen socialisme zijn, maar den geest en de bankier heeft uw moeder bestolen”. „Ik bezit niets.” „Wat wilt ge dan gaan doen?” „Ik zal gaan werken, mijnheer” antwoord de Martha op fieren toon. „Aan uw moed heb ik nooit getwijfeld.. Ge zqt krachtig van aard. Men behoeft u alleen maar aan te zien, om er zeker van te zjjn. Maar toch ben ik bezorgd over u.... Het werk van vrouwen wordt weinig be taald.... Zjj kunnen ternauwernood vol doende verdienen om in haar onderhoud te voorzien.... Kent ge een of ander vak?” „Ja, mijnheer." „Welk?” „Mjjn moeder had in Genève een winkel Ik was nogal een handig modiste.... Daar enboven heb ik eenige opleiding genoten Ik zou bijvoorbeeld op een kantoor do boe ken kunnen bqhouden.” „Zoo, kunt ge iets van boekhouden?” „Nogal tamelqk, ja.” „Nu, dat zou zeer te pas komen voor het plan, dat ik gemaakt heb. Toen u door ziekte van uw moeder ver plicht waart hier in Joigny te blqven, waart u op weg naar Parqs, nietwaar?” „Ja mijnheer, mqn moeder was van plan in Parqs een modewinkel te openen met het geld, dat de bankier nu heeft gestolen.” „Is u nog van plan naar Parqs te gaan juf trouw?” „Ach mijnheer", fluisterde h8 meisje droe gezind gebleven en goed, doch vooral deskun dig geleid, dan hadde hn de juiste richting aan de binnenlandsche politiek kunnen geven Het schqnt evenwel dat hq hopeloos uiteen is gespat, door de tegenstelling der economische belangen van de verschillende groepen waar uit hq bestaat. <)och te midden van den eersten en plot- seïingen opbloei slaakte reeds dadelijk de Franciscaner pater Agostino Gemelli, onge twijfeld een der meest edele en krachtige fi guren die Italië telt, de klacht: „Wq hebben geen mannen”. Twee of drie leiders als Oe- melli, Meda, Don Sturzo, doch niet een bree- den kring van meer bescheiden, doch kun dige werkers die in het tweede gelid staan doch de kracht van elke groep of partij uit- maken. En drie maanden na het tot stand komen van den Partito Popolare, was bij hem het plan gerijpt eene katholieke universitoit te stichten te Milaan, waar Achille Ratti, de thans roemruchtige Paus, toen Aartsbisschop was. En zij is er gekomen, doch wat laat. Mogen deze korte woorden namens het centraal comité der St. Radboudstichting in goede aarde vallen en den arbeid der parochi ale comité’s in de komende maanden opwek ken en verlichten. 36. „Maar ik kan niet, ik moet weggaan wees gerust, moederlief, ik zal den weg naar ®w graf nooit vergetenik zal terug komen. Straks kom ik bjj uw graf en zal u vragen, van uit den hemel te waken over ow kind, dat ge zoo lief hadtMoeder help me.... Wat zou ik moeten doen, als ge mjj verliet nu ik alleen ben?” Eenige oogen blikken verdiepte Martha zich in haar droefgeestige gedachten en dikke tranen biggelden over haar wangen, zonder dat zq er zich van bewust was. Er werd zachtjes aan de deur geklopt De wees droogde haastig haar tranen af, stond op en deed de deur open. Ze bevond zich tegenover den zoogenaam- den dokter Thompson en zqn secretaris. „O, mqnheer”, zei ze bewogen tot Jacques, terwfjl zq hem de hand reikte, „ik ben nu y^er iets bedaarder en kan nu pas allee be grijpen wat ge voor mq gedaan hebt Laat me u uit den grond van mqn hart bedankenIk ben u eeuwig dankbaar.” >Jk heb alleen gevolg gegeven aan de in gevingen van mjjn hart, juffrouw”, ant woordde Jacques. Het was voor mij eenigs- *ias een gevoel van eigenliefde, daar ge mq herinnerdet aan het kind dat *k helaas zoo vele en ruime offervaardigheid niet overal ten volle aan de verwachting beantwoord. De medewerking was niet zoo algemeen als met reden mocht worden verwacht. Het bestuur der St Radboudstichting en de besturen der diocesane comité’s hebben overwogen waaraan dit verschijnsel was toe te schrijven. w Gemis aan ijver bij de leiding was het niet en ook niet bij de diocesane comité’s, waar schijnlijk wel bjj enkele parochiale comité’s. Om den band tusschen dc verschillende organen te versterken werd daarom besloten een centraal comité te vormen bestaande uit negen voorzitters der diocesane comité’s, een lid van het bestuur der St. Radboudstichting met haar administrateur, een vertegenwoor diger van het curatorium, en een lid van het coHege van hoogleeraren. Dat comité zou ge heel het veld der werkzaamheid kunnen over zien en den onmisbaar gebleken schakel vormen tusschen dc universiteit, het bestuur der St. Radboudstichting en de verschillende comité’s. Schrijver dezes werd tot voorzitter gekozen van het centraal comité en als zoo danig veroorlooft hij zich een beroep te doeg op onze pers om nogmaals op bijzondere wqze de aandacht vestigen op onze univer- siteit. Het Episcopaat immers heeft in het rond schrijven van 3 September 1922 uitdrukkelijk voorgeschreven dat, te beginnen met het na jaar ’22, jaarqks in de maanden October en November in alle parochies eene geldinzame ling zal worden gehouden en van het wel slag endier inzameling hangt de toekomst onzer universiteit af. Van deze hangt het af of in Nederland eene katholieke wetenschap zal worden gevormd. De bovenvermelde woorden der bisschoppen bewijzen ten volle hoe onafwijsbaar noodzakelqk dit wordt ge acht. Noodzakelijk voor geheel het katholieks volk in alle zijne geledingen1 en niet alleen voor dat deel er van waaruit de studenten voortkomen, welke de universiteit bezoeken. Het is herhaaldelijk aangetoond, doch het kan niet genoeg worden gezegd, wql dit helaas niet altjjd voldoende wordt erkend. Immers wq hebben ter vervolmakng onzer samenleving, waarvan oen ieder lid is, noodig een ondcrwqs van <ie eenige en volb- waar heid. Wij hebben dus noodig hoogleeraren die de waarheid, en deze alleen, voorhouden aan hun toehoorders en het zijn deze toehoor ders die straks als advocaten, rechters, ge- nqesheeren, scheikundigen, staatshuishoud kundigen, leeraren a. gymnasium en hoogere burgerscholen, sociale leiders of raadslieden, opvoeders en schrijvers, ons volk zullen voor gaan, leiden en onderrichten. Wie gevoelt niet van hoeveel belang het is, dat deze scheppers en voorlichters der openbare mee- ning, deze gidsen en drjjvers van bet maat schappelijk en staatkundig leven, deze in vloedrijke geleiders van geestelijke stroomin- gen waar een ieder zich bewust of onbewust aan onderwerpt, menschen zijn van vurige en innige katholieke overtuiging, die de katho lieke beginselen én zelf warm voorstaan én overal pogen te doen doordringen. Daarvoor is een katholieke universiteit noodig. Het is zoo heilzaam te leeren uit de erva ring eldérs opgedaan en treffend- is het in de ze te letten op de lotgevallen van den Par tito Popolare, de^Jhrtq der Italiaansohe ka tholieken. Daarin ligt voor ons zulk een ern stige waarschuwing, wql zij, door onderlinge verdeeldheid, niet alleen geen kracht ten goe de kunnen uitoefenen op de zaken van het land, doch tevens in hunne partq niet het zoo dringend geboden tegenwicht kunnen le veren aan de machten van geweld en van regeeringloosheid, welke hun .vaderland ten verderve zullen voeren. Eene verdeeldheid die, geljjk de zoo dicht bij het vaticaan staan de, Osservatore Romano dezer dagen opmerk te, noodzakelqk de innerlijke eenheid der ka tholieken schaden moet Da Partito Popolare den 19en’ Januari 1919 in het leven geroepen, nam eensklaps zulk een vlucht dat hij weldra meer dan 100 leden in het Parlement telde. Ware hij eens- „Eerrige vragen?” herhaalde het meisje zeer verrast. „Ja, juffrouw." „U kunt het gerust doen, maar ik begrijp niet”. Het meisje bleef in haar woorden steken. „Waarvan ik spreken wilde, nietwaar?” vulde Jacques aan. „Ja, juist.” „U zult het begrijpenIk wilde over uw toekomst spreken.... Vergeef mjj, als ik onbescheiden ben, maar door de genegen heid, die ik jegens u koester, mag ik niet aarzelen. Alvorens ik vertrek, wilde ik gaar ne weten, of ik u nog van dienst kan zqn en in dit geval zou ik u het plan willen voorleggen, dat ik heb opgevat.” „U vergeven, als ge onbescheiden zqt?” riep Martha ontroerd uit. „Hoe zoudt u het kunnen zqn, nu ge, terwql ge mq niet kent, zulk een levendig belang in mq stelt? U hebt maar te vragen, mqnheer en ik zal openhartig op alles ant woorden, dat beloof ik u”.... „Was uw moeder uw eenige bloedver wante?” „Ja, mqnheer, ik heb nooit een broeder Of zuster gehad, en mqn vader was reeds dood voor ik geboren werd.” „Dus staat u nu alleen in de wereld?’' „Ja, mqnheer, geheel alleen.” „En zonder vermogen,” ging garde voort, „want de ellende] DE VOLKENBOND. De Vergadering zal zich niet bezighouden met de ontwapening ter zee. De sub-commis- sie besloot om de kwestie der beperking van de bewapening ter zee niet te scheiden van het algemeene vraagstuk der ontwapening, dat in zjjn geheel door de toekomstige ont wapeningsconferentie zal moeten word< handeld. l>e subcommissie voor bet vraagstuk der vlootbeperking, onder voorzitterschap v. jhr Loudon vergaderend heeft als haar meening uitgesproken, dat het geheele vraagstuk van de toepassing der beginselen v. d. Washing- tonsche Conventie inzake de vlootbeperking ook voor andere staten dan de onderteeke- nende mogendheden niet op een speciaal voor dit doel samenkomende politieke con ferentie behoeft te worden behandeld, doch deel zal moeten uitmaken van het program ma van de groote Volkenbondsconferentie voor de ontwapening, die bqeen zal komen, wanneer de vraagstukken der veiligheid en arbitrage bevredigend geregeld zqn. Tenslotte heeft deze commissie besloten nog geen voorstellen betreffende dit onder deel van de taak der algemeene ontwape ningsconferentie voor te bereiden, zoolang niet de derde commissie de algenfhene begin selen heeft vastgestpld, die de oplossing van het vraagstuk der ontwapening in zqn geheel zullen moeten beheerschen. politiek van de socialistische beweging op een dwaalspoor kunfien brengen.” DE METAALBEWERKERSSTAKING TE WEENEN. Men telt te Weenen thans 120.000 stakers in de metaalnijverheid. De staking heeft zich tot de provincie uitgebreid. De socialistische bladen verzekeren, dat de stakers op hun stuk zullen blqven staan en dreigen met uit breiding van de staking tot andere beroepen. DE SPANJAARDEN IN MAROKKO. Een officieel communiqué betreffende den strqd in Marokko meldt, dat de operaties in de nabijheid van Fondak een normalen voort gang hebben. De Spaansche troepen onder vonden slechts zwakken tegenstand. Verschil lende inheemsche gezinnen zijn in de dorpen van bet gebied van Finat ben Karrich terug gekeerd. Gisternacht is geen enkel schot in de omgeving van Tetouan vernomen. Drie duizend man, welke langs de rivier zqn gelegd zullen de in Tetoean samengetrokken strijd macht versterken. De Spaansche oud-minister Angelo Ossa- rio Gallardo is gearresteerd en in de gevan genis geworpen wegens het verspreiden van leugenachtige berichten, welke nadeelig zou den kunnen zijn voor de militaire discipline. Het officieel bericht inzake Marokko meldt gisteren, dat drie afdeelingn, die in de streek v. Xanen tegen Lala oprukten, in botsing zqn gekomen met een zeer sterke vjjandelqke af- deeling, die met behulp v. geschut en vlieg tuigen verslagen werd en zware verliezen leed. Aan Spaansche zjjde vielen 14 Span jaarden en 14 inboorlingen. DE IERSCHE KWESTIE. Craig, de premier van Ulster, heeft ver klaard, dat de brief van Lord Birkenhead geen verandering brengt in de weigering van Noord-Ierland om vertegnwoordigers te be noemen in de grensregelingscommissie, aan gezien Ulster, naar hq meent, daardoor het recht zou verspelen om later tegen de be slissing op te komen. MAC DONALD. De Britsche premier heeft te Lossiemouth de volgende verklaring afgelegd over de aan- deelen-kwestie: „Het kapitaal is niet van mij en ik sta slechts formeel als eigenaar van de aandeelen te boek. Een en ander -heeft niets te maken met politiek. Sir Alexander Grant heeft zqn titel gekregen wegens open bare diensten, waaronder de gift van de Na tionale Bibliotheek aan Schotland, welke na genoeg bq iedereen bekend is en waarvoor hq het eereburgerschap van Edinburgh ver wierf. DE BURGEROORLOG IN CHINA. Volgens een bericht uit Shanghai maakt Tsjang Tso Lin, de dictator van Mandsjoerjje zich greed naar Peking op te rukken tegen de troepen van Woe Pei Foe, den dictator van Peking. Tsjang wordt de beste generaal van China genoemd. De autoriteiten te Sjanghai verklaren, dat er voor de vreemdelingen geen enkle reden tot bezorgdheid bestaat. Prikkeldraad-ver- sperringen sluiten de noordelijke toegangs wegen van de stad af en ook die, welke naar de Chineesche wijk leiden. Het verdedigings- stelsel kan gemakkelqk worden uitgebreid. Het vrqwilligrskorps, dat den 9den dezer onder de wapenen is gekomen, telt 2000 man. Ongeveer 450 oud-gedienden hebben noodig, hunne diensten aangeboden. Men meldt, dat de gouverneur van Mant- sjoerjje aan de Japansche regeering heeft verzocht gebruik te mogen maken van de Zuidmantsjoerjjsehe spoorwegen ten einde zqn troepen naar Peking te vervoeren. Zqn verzoek bleef echter onbeantwoord. Deze troepen rukken thans tegen Peking op, waar de staat van beleg is geproclameerd. In de hoofdstad bevinden zich, als de mo bilisatie voltooid is, circa 60.000 man. Op het Westelijk front hebben de troepen van Tsjekiang; zich meester gemaakt van thing aan den Westelijken oever van het spoedig heb moeten verliezen.” ,Jk ben u niettemin verplicht en zal er eeuwig aan blqven denken,” hernam Martha. „Door uw goede zorgen heeft mjjn arme moeder zulk een nette begrafenis mogen hebben. „Zoo iets zal mij bljjven herinneren, zo>- lang ik nog in loven ben." Het meisje had deze laatste woorden in een soort vervoering gesproken. Op meer bedaarden toon voegde zij er bq terwql ze twee stoelen toeschoof: „Maar, gaat u toch zitten.” Pascal en Jacques voldeden aanstonds aan die uitnoodiging en Jacques vroeg: „Hoe gevoelt ge u vandaag, juffrouw Martha?” „O, beter dan ik mocht verwachten. Als ik goedgeslapen heb, is het te danken aan het drtlfikje, dat u me heeft voorge- schreven, heeft Kalrien gezegd. Door dien slaap ben ik weer heelemaal gekalmeerd.” „Ik hoopte wel, dat het zou gebeuren,” antwoordde Jacques; „ik rekende ei op, en was bot niet gebeurd, dan zou ik mqn ver trek hebben uitgesteld, tot ik het verwachte resultaat had bereikt.” „Gaat u dan weg, mqnheer?” vroeg Mar tha met een zekere verlegenheid. „J* juffrouw.Ik was hier maar voor een paar dagen.... Ik kwam om afscheid te nemen, en te vragen of ik u eenige vra gen mocht stellen”.... Het klinkt trotsch en toch niet te trotsch om te spreken van onze Universiteit te Nij megen, die daar staat als eene monumentale stichting de eerbiedige bewondering opwek kende van zoovele kardinalen, bisschoppen, prelaten, priesters en vooraanstaande leeken, die van verre waren gekomen om het Inter nationale Eucharistische Congres bij te wo nen. Wanneer zjj zich lieten inlichten over ons godsdienstig, maatschappelijk, charitatief sn staatkundig leven, was dat voor de mees ten hunner als eene openbaring; doch zoo hoog had men het katholieke Nederland haast niet durven aanslaan dat, bq een rqk ontplooid leven op velerlei gebied, ons Epis copaat ook den stouten stap had durven doen van over te gaan tot het stichten eener kathoieke Universiteit, welke al dadelgk bogen mocht op een trits van geleerde mannen, die tegelijkertijd met het schenken van de gave der kennis en der wetenschap pen, ook het brood des levens braken voor het aantal studenten, dat de stoutste ver wachtingen overtreft. Als de bisschoppen van Nederland in hun beroemd en in zqn gevolgen zoo vérstrekkend en zegenrqk Mandement van 22 Juli 1868, de scherpe scheidingslijn trekken tusschen het ouderwijs dat (lod kent en God niet kent, dus niet eerbiedigt, dan spreken zij: ,,Wjj katholieken van Nederland, die thans leven, gaan weldra heen, om ons bq den Oppersten Rechter voor de eeuwigheid te verantwoorden; die Rechter zal niet verzui men ons te vragen, wie wjj na ons achter laten, om het katholieke geloof in ons vader land waardig te vertegenwoordigen.” Het zqn diezelfde ernstige woorden waar mede ook de bisschoppen van Nederland hun herderlijk rondschrijven van 18 Septem ber 1921 aanvangen, waarin zjj aan hunne geloovigen kennis geven, dat zq de kroon ■{aan zetten op het destijds begonnen werk. „Want hoeveel wjj ook, dank meer dan jjttig jaren arbeid en strijd mochten be- eiken, er ontbreekt nog een onmisbare scha- tel in onze onderwijsorganisatie, eene instel- 5ng van het allergrootste gewicht, die de ■croon moet zetten on al ons werken voor het vrqe onderwijs: de katholieke Universiteit.” „De beginselen in het Mandement van 1868, vooral net het oog op het lager onderwijs ontwikkeld, gelden voor het onderwijs in zjjn ■eheelen omvaag, ook voor het middelbare .n het hoogerq, ja in sommige opzichten op le eerste plaats voor het hooger onderwijs aan de universiteit.” Dank zq de zorgvuldige voorbereidingen dor sinds 31 Juli 1905 bestaande St. Rad boudstichting voor het stichten van eeue bijzondere katholieke universiteit en vooral van den aan haar bestuur toegevoegden me dewerker, dr. J. Hoogveld, secretaris-pen- ningmeester van het comité der stichtings- actie, vond het woord der bisschoppen een ank baren weerklank. In alle parochies werden althans gepoogd werd het te doen parochiale comité’s opgeridit, die in over leg met de diocesane comité’s 1) de giften in eens en de jaarljjksehe bijdragen moesten iazamelen om dc uitvoering en het voortbe staan van het groote werk inogeljjk te maken. Zoo gemiddeld elk katholiek een gulden voor tens en verder 10 cents per jaar geeft dan kon niet slechts de Universiteit worden ge sticht en met de faculteiten der godgeleerd heid der rechten en der letteren en wijsbe geerte aanvaiigen, doch dan was met ïedeljjken grond te verwachten dat zjj in af- zienbaren tjjd kan worden uitgebouwd tot eene universiteit in den vollen zin des woords. door de oprichting van de facul teiten der geneeskunde en der natuurweten schappen. Het was een daad van stoutmoedigheid, doch, niettegenstaande de ongunst der tqden on vertrouwen stellende in het katholieke volk, heeft het Episcopaat die durven ver richten. De uitkomst heeft niet teleurgesteld, maar laat het openlijk worden erkend, bij meer Taihoe, waardoor zjj de troepen uit Kiangsoe gedwongen heben zich terug te trekken op Tsjentsjou. Het Chineesche parlement heeft gist tot minister-president gekozen dr. W. Yen (Yen Yoei-Tsjing). POLITIEKE MOORD. Er heerscht te Rome algemeen groote verontwaardiging over den moord op het fascistische Kamerlid Casalini door den ar beider Corvt Casalini reed in den tram in gezelschap - van zqn 14-jarig dochtertje, toen de moor denaar plotseling vier schoten op hem loste en zich uit de voeten trachtte te maken. De getroffene zonk in de armen van zqn doch tertje. Hq werd naar een ziekenhuis over gebracht, alwaar hq enkele uren later over leed. De dader werd inmiddels gepakt en weggevoerd. Hij verklaarde communist te zjjn en de daad te hebben bedreven als wraak op den moord op Matteotti. Het schijnt echter, dat hij ook nog een particu liere reden had. Hij was namelijk geruimen tjjd portier geweest bq de villa, welke door Casalini werd bewoond, doch juist dezer da gen ontslagen. Uit Milaan wordt nog gemeld: Naar ver wacht werd, heeft het bericht van den moord op Casalini alhier groote opwinding verwekt. Troepen jeugdige fascisten trok ken door de straten, drongen vele huizen binnen en dwongen de inwoners de vlag halfstok te hqschen, ten teeken van natio nale rouw. Twee- tot driehonderd fascisten drongen het redactiebureau van de „Corriere della Sera” binnen, waar zij werden ontvangen door den hoofdredacteur. Zij stelden hem deu eisch het land te verlaten. De redacteur weigerde echter zijn post te verlaten en zeide, dat hq den volgenden morgen zqn blad als gewoonlijk zou laten verschijnen, hoewel hq den moord scherp laakte. Daarop stelden zq hem den eisch, dat de vlag halfstok zou worden geheschen. Ook dit weigerde de redacteur echter, waarna ’n agent van politie, die het onderhoud bq- woonde, de vlag halfstok heesch. Daarna trokken de fascisten naar het bu- reau van het blad „La Justicik”, het orgaan van de reformistische socialisten. Zjj von den daar niemand aanwezig. De fascisten drongen daarop de zetterij binnen en ver nielden de linotypes en staken vervolgens het halve gebouw in brand. DE OPSTAND IN GEORGIë. Het gezantschap van de Sovjetunie te Berlqn weerspreekt de berichten over zoo genaamde opstanden in tal van streken van de Unie. Inderdaad heeft alleen in West- Georgië een klein troepje mensfewiki, land- heeren en officieren een poging tot een staatsgreep ondernomen, welke door het krachtig ingrqpen van de plaatseljjke bevol king en de sovjetorganen in 24 uur tjjds onderdrukt was. Alle verder strekkende berichten zjjn uit den duim gezogen. Het gezantschap van Georgië te Parijs deelt een telegram uit Konstantinopel mede^ dat een schip uit Konstantinopel vertrok ken, de haven van Batoem niet kon binnen komen. De verbindingen met Batoem zjjn afgesneden. In den omtrek wordt verwoed gevochten. Berichten uit Moskou bevestigen thans, dat de opstandelingen in Georgië Tiflis heb ben genomen, en thans Batoem bedreigen. WEER EEN MISLUKTE REVOLUTIE TE LISSABON. Portugeesche radicalen, zoowel burgers als militairen, hebben een nieuwe poging tot

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 1