F F •'c Een les voor parvenu’s. 7.7-7---1-1 Manheer WiiiHas kaam ns*u*rih Op de proef gesteld tja af te wadten, die haar heer gemaal persoonlijk overhandigd.Indien mijn- ,We zouden zoo gelukkig zijn, indien u Welnu, Theodoor, denk na, en tracht eer zoudt willen aandoen, op een onzer „Je schijnt het thuis beter gewend te onderstelde inbreker •en eigenaardige lucht, welke aan den ksod hebben als de pijlen van den Zuid- De graaf hield woord drie weken later een Maar met eer zei beslist neen. „Heeren,” zei Flitters, och tot da een india rubber toestelletje in den mond. zijn vrouw, opziende. nu zal ik uw eigen kleeren nog even in- Eer hij zich kon oprichten, gaf Bridget op verzoek kend, heen om de tram te halen. huis kon gaan, als hij wilde. zei mevrouw keltje staan bleef. stond in verweerde letters boven de deur. Kreunend van pijn stond hij eindelijk welke zich bij den horizon afteekende. Toen de eerste mandeerde voor het ooiffeeren en gri- kens ver Het overige laat zich raden, maar de SÜ2 de deurknop morrelen en oo de oaneelen wat zoowel een mand als een valies kon zijn, in den nacht op. snel op eén voorwaarde, aan.” „Spreek, mijnheer de graaf." „Dat u op uw beurt een dergelijke uit- nujn beurs,” merkte hij op, terwijl hij zijn laarjen aantrok. Enfin, mijnheer was een klant en paraat hinderde hem geducht bij het eten, te komen daarom legden zij hem spra- zoo denkende streek hij met zijn magere Hij moest dus oppassen en deed alleen keloos van verbazing en niet al te zoetjes Een verzameling pruiken van allerlei lengte en kleur, hier en daar opgehangen, in heel kleine stukjes. Toen blies hij de kaan uit, ontsloot de voordeur en keek in den nacht naar buiten. Nauwelijks zestig jaar oud, dachten er „God zegen me I 't Is de patroon," stamelde Flitters terugdeinzend. ,,’t Doet me genoegen, dat u het eto* ze.... Wit mijaheer Wilkins „ze zou" ging genberger, die moest gaan zitten, door een al tg hevige ontroering aangegrepen. „Wees kalm en bedaard.... Denk liever na, hoe we hem het schitterendst zullen ontvangen!.... Welk pak zal ik aandoen De zwarte jas en de zijden vaste plaats in das met de gouden speld En dan mijn met het oog op hun arme vrouwen en kin- trekken. „Ziezoo 1 Wil mijnheer nu zoo goed evenals Bridget, de‘ pootige „meid al- beschilderd’gezicht met Mevrouw Hoogenberger had jjch weer hersteld. „Doe dat toch niet," wzrmaande In den winter hielden de echtgenooten rij baar echtgenoot, „je moet er rekening en gravin onze tuinknecht en onze keu kenmeid zijn, die u een onwaardige come- hij voegde die gespeeld hebben’f gen V Wilkins volgde hem naar een ach- stem. terkamertje, waar een aantal doozen op it«V*qgea Iww de muren stonden. krijgen,” vroeg mevrouw Wilkins. litieagenten zijn kantoor binnenstorm- Hij mompelde iets, dat op een toe- den, gevolgd door zijn eigen bediende; 7 77 - J *7 eigen keuken gelaten, waar zijn vrouw poosje tevoren toevallig het huis voorbij* Eer hij zich kon omdraaien, richtte Bridget de stok ongeveer op de manier vertrek van een landsknecht uit de middel- noodige stimulans aan, waarna Wilkins air zijn rol begon toestel met zijn tong los te werken, draaide hij het voor de ruit vertoonde. dat zijn patroon van den top van den Oogenbhkkelijk daarop hoorde hij aan feltoren was gevallen. „Hm,” zei Theodoor en Twee uur later kwam hij met het ant- eeren en hun het heugelijke nieuws bren- woord terug niet geschreven maar gen, dat de gravin van de reis thuis was mondeling, van mijnheer den graaf gekomen. Mijnheer en mevrouw Hoo- Van. Breedeburg, die beloofde, den vol- genberger drongen er op aan, dat hij zelf bezeek den dag van het diner zou bepalen, die op de volgende week werd vastgestek’j ,,’t Zij: zoo,” zei mijnheer Breedeburg, demonische brein werkte, alsot het in ijs verpakt was, kansen beickencnd, ter- w,jl het alle bizoederhedeo van het al- schuwelijke plan nog eena goed naging, alles bedenkend nog ja, alles was voor zien, er schudde nergens een fout En^ daar dook het zwarte gevaarte van Stax voor hem op, in slaap verzonken, en de vermomming Mevrouw Wilkins zei niets, maar deed open. Toen sprak zij: „Ga heen asjeblieft en dadelijk,” en delijk ontdekt, meneer Flittws, ofschoon zij wees naar de deur. ik moet toegeven, dat ik min cf tMST H:d mijnheer Wilkir.s toen naarBrid- veranderd ben.” peligen, zwarten baard, ongekamd ros- get gekeken) dan zou hij zich hebben toedoen en in de diepste stilte, ring de deur open. Toen kwam er, als een schaduw, een groote, zich vlug voortbewegende figuur te voorschijn, die zich als een geestver schijning over den witten weg voort spoedde. Het was mijnheer Radney. wiens korte vacantie om was, en die nu weer verder zoncer licht. gi^ met zijn bezigheden hier De schaduw gleed hiastiger voort, en er geloof ie, dat hij een uitnoodigmg van schuurtje, dat hij gehuurd had en, weer datgene wat hij droeg, alsof het dier wist. met die algeheele afwezigheid van ieder dat het 'oogenblik haast daar was. Over de brug, de terrassen op, gleed de daarvan niets kan weten..Misschien, had haar juist den vorigen avond, toen de Franschman, op een scheerstoel wij- op wantrouwige wijze had gadegeslagen, sneekend naar hem op. r* Daar mijnheer Wilkins geen baard bedaard de deur droeg, had de artist een ruim veld voor zijn kunstvaardigheid. Toen de klant alsof hij at, waarop mevrouw Wilkins, ook, op zijn rug op den grond en deden 7~* -----•- <-- -i aan. zooals somnige menschen zich voor dat vinger aan zijn voorhoofd, snelde toen scherpzinnigheid den „armen werke- Terwijl de agenten met bediende de bedelvolk iitcresseeren. Nu is er weer naar den uitersten hoek van het vertrek looze” doorgrondde. brandkas! inspecteerden, kreeg de ver een commisie gevormd om de werke- en haalde uit verschillende doozen een ge- „Je schijnt het thuis beter gewend te onderstelde' inbreker gaandeweg zijn loozen van warm eten en brandstof te lapte pilo broek* een gerafeld wollen vest zijn, man,” wilde zij juist sarcastisch op- spraak terug. Na eenige vergeefsche po- voorrien. In wat zijn de zoogenaamde en een verkleurden jekker met diverse merken, toen de noodlijdende «werkman gingen slaagde hij er in, het india rubber dronkaards, werkeloozei dronkaards, luilakken, gaten en winkelhaken, een en ander in met een verongelijkt landloopers Als ik mijn zin had, ik zou vergevorderden staat van slijtage, te voor- te spelen. zijn hoofd om, zoödat het uit zijn mond „U mocht voor een armen man wel een viel, haalde diep adem en zei eenvoudig: „Mijnheer Flitters.” Flitters keerde zich schielijk om en keek verwonderd naar de geboeide gestalte op den vloer. „Meneer Flitters, mag ik u vragen wat Nauwelijks waren de woorden uitzijn een stoel zette, mond, of een ijskouden stortvloed in den (7__ ,_,72 is bepaald een genie,monsieur vorm van den kletsnatter dweil, stroom- koniek. „En wees .de tusschen zijn nek en bouffante langs Flitters, me een glaasje cognac in te schaa- zeggen en was om halfeen verdwenen, toen hij beweerde, dat zij zich door ieder- de deur en viel uitgeput op een stoel. xx- ."-u— i r* t Hij gaf den artiest zijn kaartje en adres, rntSmpelde hij, zijn gezicht in het spie- port te maken.” 7_7. „O, dat 's in orde meneer, u kunt op Alle kleuren waren dooreengeloopen en ons rekenen,” en voorbij defileeread Daarna bracht hij peinzend den wijs- zijn getreuzel aanziende, met vrouwelijke hem de handboeien I den „armen werke- Meneer Wilkns had zijn ontbijt ge- gaven het vertrekje een zonderling voor- nuttigd en liep nu, zijn jarenlange ge- komen, woon ten volgeed, nog even het ochtend- „Wat is er wel van uw begeeren blad door. Zijl vrouw, de bedaardheid Wenscht ui in persoon,.zr tegenover hem de nieuw of tooneelcostuum Het levendige oude mannetje haalde hem een bord erwtensoep en een dikke 'komende, er een inbreker had zien bin- Z«ch mocht wilen verwaardigen haar mee ietwat weifelend de schouders op, toen snee brood voorzette. nengaan. te deelen, zocals hij somtijds deed. De- de klant zijn verlangen te kennen had Nu was hij alles behalve hongerig, en Eer de verbijsterde man oen woord kon neer en wipte toen schielijk het winkeltje kritieke oogenblik aangebroken hij haal- „Eensklaps ging er uit meer dan vijf- scheut van pijn. „Dan," vervolgde hij, binnen. Er was niemand in dan de oude de diep adem, sloeg zich manmoedig op tig kelen een kreet op. „Diir, kijk, daar zou ik u willen verzoeken even moe te 7. -- 72 - rijden om mij bij het uitstappen te hel* „Wat zou er aan de hand wezen," dacht pen en.... hm.... eh.... Flitters, je Wilkins verwonderd, terwijl hij zich zou me bizonder verplichten, als je me* „Een kleinigheid, dame, een paar een- bonzen. x ten maar om brood te koopen....'* Wilkins stond ontzet, toen de dear „Heb je honger, dan kun je wat te eten eensklaps krakend bezweek en drie po- krijgen,” vroeg mevrouw Wilkins. litieagenten zijn kantoor binnenstorm- 17„77 17__ - 7' - iets voor een bal-masqué stemming moest gelijken en werd in zijn die hen gewaarschuwd had, toen hij een „Is hij erg jong?” den voor u...." „Hij is zoewat van denzelfden leeftijd „Neen, -geen onbekenden voor mij," alt mijnheer, een vijftiger." Mijnheer viel de graaf hem in de rede, „meer dan Hoogenberger was al diep in de vijftig, eens heb ik u in de opera gezien, waar maar Theodoor, als een slimme knecht, mevrouw uitschitterde door den goeden wist, dat een beetje vleierij met schaadt, smaak harer toiletten." „Goed,” hernam de ex-koopman. „Ik Mevrouw boog diep en kleurde van zou zeer graag in betrekking komen met pleizicr. „Mijnheer de graaf is al te goed, mijnheer den graaf Van Breedeburg»; te beleefd,” stamelde zij. - -„77 7. 7 7-7„._„ i „Daarbij staat u als rijk te boek,” ver- ij kwam aan de eenzame hut en het klonk een dof, krachtig spingcluid van ons zou aannemen volgde de graaf, „welnu, heft de fortuin zette groote de afstanden niet op Dat is ook een adel- oogen op, „mijnheer begrijpt, dat ik dom .r’ Mijnheer Hoogenberger praatte hoe en was hier en daar verbeterd door een te steken. adellijken bezoeker in het groote salon na een uur met het diner gewacht te andere hand. In het midden van een „Al was het maar een baron, een gewo- af. Zij moesten wel veel geduld hebben, hebben, verschenen de zoo vurig ver- kamer was een kruis geteekend met roode ne baron,” zei mevrouw Hoogenberger maar het staat voornaam lang op zich te wachte personen. Toen de bediende hun takt. tot haar man, „wat zouden die anderen laten wachten. Om drie uur werd de deur titels en namen afriep, keken allen naar Toen hij zijn geheugen weer opgefrischt nijdig worden en wat zouden wij in eer en van het salon geopend en Theodoor meld- de deur. Mijnheer de graaf moest een had, scheurde mijnheer Radney het ding aanzien stijgen in de groote wereld!"., de: „Mijnheer de graaf Van Breedeburg!” gunstigen indruk op allen maken, maar 5— K A Ut;__ T9 99 S?_ J’ J was «i cen slechten smaak voor haar toilet t en scheen te hebben. Toch haastte iedereen beetje stijf in zijn stadshouding. Hij rich heftig voor hen te buigen en eer- i en biedig de hand te drukken, toen de ban mouw spelden, wat ze maar willen, ten hij openhartig bekennen, dat hij zich zelf koste vat jouw goedhartigheid en van niet herkende. Ten slotte gaf de Franschman hem nog naar de deur. De agent, die den ge—anden inbreker „Als u me een kwartje geeft; ik ga had geboeid, floot zachtjes, terwijl hq Meneer Wilkins liep naar de vijftig waardoor zijn spraak een geheel anderen voor geen cent minder.” zijn gevangene bevrijdde, oprichtte en ia en had min of meer last van zwaarlijvig- klank kreeg en de vermomming was Nauwelijks waren de woorden uitzijn een stoel zette. heid; de inspanning gaf hem dus een ge- compleet. mond, of een ijskouden stortvloed in den ,’«Dank je," zei mijnheer Wilkins la* schikte aanleiding om even te zitten uit- „U a bepaald een genie, monsieur vorm van den kletsnatter dweil, stroom- koniek. „En wees nu zoo goed, meneer blazen terwijl zijn vrouw de courant op- Despardez,” zei hij uiterst voldaan. de tusschen zijn nek en bouffante langs Flitters, me een glaaqe cognac in te schen- nam. De Franschman legde de hand op het zijn rug en sneed hem bijna den adem af. ken uit de flesch in mijn kast." Eensklaps schoot hem een gedachte hart, boog beleefd en zei, terwijl hij de Eer hij zich kon omdraaien, richtte Flitters snelde naar den hoek van het door het hoofd, die daar mogelijk met bedongen cautie in rijn zak liet glijden: Bridget de stok ongeveer op de manier vertrek en kwam dadelijk met de hoog bet bloed door het bukken in was opge- „Is meneer tevreden t Dat doet mij van een landsknecht uit de middel- noodige stimulans aan, waarna Wilkins stegen. Hoe het zij, hij begon te grinniken plezier, maar ik verwachtte niet anders, eeuwen en dreef dien met haar honderd- met een natte spons de restanten verf van en eindelijk luidkeels te lachen. Niemand heeft ooit onvoldaan het salon zestig pond zwaarte den vijand recht tus- rijn gezicht wiesch, zijn valschen baard „Wat nuf Iets zoo grappigs,” vroeg van Antonie Despardez verlaten. Wacht, schen de heupen midden in den rug. zijn vrouw, opziende. nu zal ik uw eigen kleeren nog even in- 'r----*--•-"-*-rrt-' „O ja, een mop, die ik in de krant heb pakken.” kins niet bestand en rijn evenwicht ver- van een buil boven zijn linkeroog, gelezen je zult hem wel zien, als ik weg Mijnheer Wilkins' plan was zóó liezend duikelde hij met een vaart het Terwijl de agenten zich eveneem met ben,” en meneer Wilkins werkte zich hij wilde het pak kleeren mee naar zijn stoepje af in den tuin. „een hapje” versterkten, haaide Flitters, met behulp van rijn vrouw in rijn over- kantoor nemen, tegen donker naar huis Eer hij zich kon oprichten, gaf Bridget op verzoek van rijn patroon, het gdd* jas, zei dat hij tegen zes uur thuis zou gaan om zijn vrouw beet te nemen, dan hem den genadeslag, door een grooten mandje uit de brandkast. Op het gerinkel van het zilvergeld wer- „Een graaf zou beter zijn...." Op hetzelfde oogenblik verscheen de niet zoo rijn gemalin, die erg links deed „Zeker, zeker, maar dat zou dan wel hooge bezoeker op den drempel. Hij van zelf komen. Als wij eenmaal maar temelijk groot, glad geschoren gezicht De maan was vroeg opgekomen en betrekkingen met baronnen hebben aan- een f-— verdween nu al haast achter de heide, geknoopt, zal de andere adel wel volgen.” boog zich voor beide euhtgenootên welke zich bij den honzon afteekende. „Ik zal er eens met Theodoor, mijn drukte hen bijna vriendschappelijk de kier en zijn vrouw eensklaps uitriepen Over óen minurea zou er mets anders kamerknecht over spreken,” zei mijnheer hand. Toen de eerste beleefdheids- „Frans, Kee I” dan sterrelicht wezen en precies tien Hoogenberger en tikte met den wijs- woorden gewisseld waren, heerschte er „Wat beteekent dat schandaal,” riep minuten later dook er een groote schaduw, vinger op het voorhoofd, waar hij een een oogenblik diepe ntilte. Mijnheer mijnheer Van Hoogenberger woedend, die een of ander groot voorwerp droeg, idee scheen te hebben gevonden. Hoogenberger, die erg vijrlegen was, wist gevonden had, doch verder bleef alles rustig en donker. Er was met meer medelijden in het hart burg T” u ons hebt willen bezoeken, ons, die zich zijn, van den moordenaar dan bij den bepelsden „Een beste man, en ere voornaam, maar op geen titels kunnen beroemen, noch op lager van den nacht. Dat prachtige en toch niet trotsch.” een roemrijk verledim, we zijn onbeken- komen en liep, aldoor inwendig grinne- naar zijn kantoor terugkeeren, om zich emmer vuil water over hem heen leeg C, 2 7' kend, heen om de tram te halen. te wasschen en te verkleeden en dan ver- te gooien en wierp de deur achter hem in den de agenten een en al aandacht. Hij vond dien dag toevallig weinig te volgens weer naar zijn huis terug om haar het slot. doen op rijn kantoor, en zei dus zijn uit te lachen en het geld te toonen, dat teaigen bediende, dat hij, zoodra het hij haar zou aftroggelen. Want dat rij krabbelde hij overeind? Langs allerlei hm!...? èhik ben bereikte hij partijtje geweest l.. enne en hun grootste genoegen was, moet je eenvoudig, maar smaakvol klee- t aan- Het dtuirde lang r eer mevrouw haar man overtuigd had, talrijke gasten zaten reeds aan de tafel, die er eindelijk in toestemde zijn medaille iedereen wist welke groote eer de familie Stal House. De enveloppe was, in getypte lijk dat zij onder hun genoodigden geen in de kast te laten. Hoogenberger zou te beurt vallen en letters, aan hem in den herberg geadres- enkel adelijk persoon telden, om daarmee Den volgenden dag om één uur in den met ongeduld wachtte men de komst der •aard, de plattegrond was rijn eigen werk hun kennissen en vrienden de oogen uit namiddag wachtten de echtgenooten hun hooge, adellijke bezoekers af. Eindelijk, adellijken bezoeker in het groote salon Nu was hij alles behalve hongerig, en zen morgen vachtte zij echter tevergeefs, gegeven, want hij had gedacht, zijn kunst- bovendien bevreesd, dat de soep langs uitbrengen, hadden de agenten hem bij want er kwan mets, en na de krant van vaardigheid in iets heel anders te moeten rijn kin zou druipen emWtrepen in het den kraag gepakt. Hij verweerde zid> binnen en vai buiten te hebben ingezien, toonen. Een hmdlooper l.blanketsel maken. Ook het spraakap- heftig en deed wanhopige moeite om los wierp hij hair met een uitdrukking van minachting neer. „Bah,” ze hij kortaf en op een toon vinger door zijn weligeti haardos, van walging ,,’t is compleet misselijk, schijn. „O ja, schoon zijn ze, mijnheer al paar centen over hebben. U zou ze niet verloren in een onverstaanbaar geknor, wat ik heb is kraakzindelijk,” antwoordde missen en ik zou er heel wat meer aan terwijl hij anstaltcn maakte om naar de hij op den critischen blik, waarmede de hebben dan aan dit en meteen liet stad en zijn kantoor te gaan. Nu gevoelde klant het rommeltje monsterde. hij den lepel zóó hard in het bord vallen, Daar dit bij een opmerkzame be- dat een groote vlek erwtensoep op me- kreunend door een plotselinge die een of ander groot voorwerp droeg, idee scheen te hebben gevonden. Hoogenberger, die erg vinlegen was, wist „Dat beteekent,” antwoordde deban- -1-J -*-Hij riep zijn kamerbediende. „Theo- niet, hoe het gesprek tie beginnen. Hij kier Geldzak, „dat uw zoogenaamde graaf door," zei hij tot hem, „voor jij bij m3 begon dan ook met eea flater. ---- Een klein briesje streek als een lief- in dienst trad, was je toen niet bij een „Ik hoop, mijnheer de graaf, dat u tooozing over die donkere heide. EenmaJ zekeren heer Van Breedeburg T” het steeds goed maakt," en 1 Henk er een jachtroep van een uil, ver „Mijnheer den graaf Van Breedeburg,” erbij „Sinds ik u voor het laatst gerien weg, bij Luverdrum. Allerlei fantastische verbeterde de knecht.... „Juist mijnheer, heb.” e nachtelijke geluiden weer klonken tus- ik heb zelfs een getuigschrift van meneer „Zeer goed," antvroordde de graaf les droeg vruchten. Den volgenden dag „Ik veronderstel, heeren, dat ik een Kletsnat, terneergeslagen en gekneusd kleine opheldering dien te geven, ik.. 7 7 j naar een ochtendwerk was afgeloopen, wel naar hem geld zou geven, als hij er om vroeg, omwegen voortsluipende bereikte hij partijtje geweest I.... th I een soort u..;_ i-L. stond vast Daardoor zou hij haar het be- eindelijk zijn kantoor, en trad, naar hij maskerade.enne.hm I toen ben Flitters liet zich dit geen tweemaal wijs leveren, dat hij geen ongelijk had, meende onopgemerkt, binnen. Hij sloot ik nat geworden en hm 1 hier heen ge zeggen en was om halfeen verdwenen, toen hij beweerde, dat zij zich door ieder- de deur en viel uitgeput op een stoel. gaan om weer van kleeren te verwisselen; Om één uur sloot mijnheer Wilkins een liet bedotten. „Groote góden, wat zie ik er uit," dus je behoeft van dit zaakje geen rap- zijn kantoor om koffie te gaan drinken; T*‘.’ - - •- '2 7' 7 daarna ging hij een wandelingetje maken beloofde het gehuurde pak den volgenden geitje boven zijn schrijftafel ziende. en richtte zijn schreden naar een nauwe morgen te zullen laten bezorgen en ver- t straat, waar hij voor een onooglijk win- trok. Aan het kantoor gekomen sloop vormde een grillig mengelmoes van stre- sloeg elke agent de eene hand helnrwaarts keltje staan bleef. hij schielijk binnen, draaide de deur op pen ;*de haren van zijn zwarte pruik za- terwijl hij de andere dichtkneep over een „Despardez, Parfumtur et Ptrruqmtr," slot en wachtte zoo tot een uur of vier, ten in bosjes aan elkaar gekleefd. Een In- blanken rijksdaalder. „Wil u zoo goed zijn, meneer Flitters, om terwijl ik die natte kleeren uittrek, een rijtuig te bestellen 1 't Moet over een kwartier voor zijn.... en.... meneer genden dag reeds hem met een I te vereeren. Welk een succes In zijn vreugde drukte mijnheer zijn knecht de hand. Mijn vriend,” zeide hij, „van af „dien dag zullen wij er zijn, mijn waarde heden is je loon verdubbeld.” Hij stopte heer Van Hoogenberger. hem een rijksdaalder in de hand. „Dat is Hij had gezegd „Van” Hoogenberger. al vast een kleinigheid I" „Helaas." zei de ex-koopman, „u Daarna snelde hij naar mevrouw en geeft me een titel, die me niet toekomt.” zei „Vlug, vlug, Mathilde, zoek je rijkste „U is te nederig, uw aanzien, uw ma- toilet uit Mijnheer de graaf Van Bree- nieren, alles spreekt den bescheiden oor- deburg komt Hij heeft het beloofd, hij sprong tegen, die- -tj meent te hebben, komt morgen al 1” Daarbij de naam ogenberger is niet „Groote deugd,” nep mevrouw Hoo- alledaagsch. Wij hebben in de geschiede nis der veertiende eeuw een Karei Van Hoogenberger, bekend om zijn groote daden." En nu begon de graaf zoo overtuigend te redeneeren, dat beide echtgenooten er niet langer aan twijfelden, dat zij de afstammelingen waren van een roemrijk geslacht. Ditmaal kende de trots van den oud-koopman geen grenzen en in ver voering riep hij uit„Wij rijn van adel!” Onmiddellijk liet hij een honderd~kaar- ten drukken van het fijnste papier, waarop vermeld stond „Mijnheer en mevrouw Van Hoogenberger.” Eindelijk was de groote dag gekofhen; geluid, glipte hij naar binnen en was zoo Ma bet gezicht onttrokken Het eerste, schaduw, tot deze onzichtbaar werd, in dat tkn zeer vleiende uitnoodigmg, hem langer hoe meer op rijn gemak en zei: wat hij deed, was een lucifer aanstrijken de schaduw van het huis. persoonlijk overhandigd.Indien mijn- „We zouden zoo gelukkig zijn, indien u m een kaars aansteken. Het raam van de En nu wordt het masker van ijzerdraad heer me tijd wil geven om na te denken.met mevrouw de gravin ons de hooge kamer, waarin hij stond, was bedekt met met den lederen halsband uit een binnen- „Welnu, Theodoor, denk na, en tracht eer zoudt willen aandoen, op een onzer Ma gordijn van een dikke, donkere stof, zak genomen en over het bleeke gelaat het middel te vinden om te slagen.... awmddineh tegenwoordig te zijn.... waardoor geen enkele lichtstraal naar getrokken. Weer klinkt de roep van den en indien ik tevreden over je ben, zal maar het is misschien vermetel....” botten zoo dringen. Het was zeer heet jachtuil, als de moordenaar rondom het jij het ook zijn, ik zal je loon verdubbelen!" daarbinnen, wat misschien de reden was, huis sluipt naar een zeker raam, dat op waarom mijnheer Radney’s gericht zoo een zekeren plattegrond met een rood nat wm Van de transpiratie, en er hing kruisje is aangegeven. Iets, wat op een dier gelijkt, kruipt - dierentuin deed denken. over de veranda ja, het raam staat Mijnheer Radney ging aan een tafeltje, ruim twee voet open, hij kan het door het bedekt met allerlei voorwerpen, zitten, dikke leder van zijn handschoenen heen ontsloot een lade daarvan en haalde er voelen. Binnen is alia stil, behalve het een bundeltje vaoolijk gekleurde pijlen zwakke geluid van iemand, die adem- uit. Elk was ongeveer een voet lang, van haalt. een ijzeren punt voorzien en met een klein Er wordt iets bij de opening gehouden, bosje veeren aan het andere einde. Reizi- Een zacht, heel zacht geklik weerklinkt gezs, of een museum-oppasser, zou deze en dan gaat er een houten luikje in de «tgmaardivr voorwerpen onmiddelliik her- doos omhoog. band hebben als de pijlen van den Zuid- Een haastig geluid, alsof er doode bla- Amarikaanschen Indiaan de soort, deren over een stoep waaien, een laag, wrike altijd in een gesloten doos bewaard dof gegrom en dan stilte, terwijl de groote worden met een bedrukt bordje erop, schaduw de doos opneemt, de terrasse dat ze in geen geval aangeraakt mogen afspringt, het beekje over en zich bijna worden. dubbel buigend, als een haas van Staz Nadat hj rijn handen in een paar dikke vandaan rent. toderen handschoenen geharnast had, Wat was dat? Een klagelijk geroep? woibe geheel ondoordringbaar waren voor Of slechts een der geluiden van de heide eventueele prikken of krabben Wat het ook zij, de schaduw gaat vlugger begon mijnheer Radnd^ met een penne- voort. Mijnheer Radney heeft zijn taak af- MM de ijzeren punten der pijlen in een gewerkt en haast zich nu naar huis. ,d*0^ (Wordt voortgezet.) sm behandeld had, bevatte het schoteltje een donkerroods poeder, ongeveer net ganoeg om een twee-en-een-halve-cents- stak te bedekken. Hiervan maakte hij een soort paste ma hMuT van wat vaseline, en toen, als een kat rondsluipend op zijn laarzen met rub- mijnheer en mevrouw Hoogenberger b« solen, ontsloot hij een deur en ging reeds over, zich uit den handel terug te ds achterkamer binnen. Toen hij dit trekken, toen een groote erfenis de uit deed, Honk et een doffe bons, en daarna voering van dat plan nog kwam verhaas- om vlug geluid als b.v. het plotseling ten. Nu begon een nieuw leven. Alia neerlaten van een jaloeae, gevolgd door werd rijk en weelderig ingericht, men een gesia, ais dat van een overkokende huurde dienstboden en kocht een auto, ketel. Mevrouw wilde zelfs een i Hij bleef een tien minuten in deze ka- de opera hebben, ofschoon tij weinig medaille van de tentoonstelling?” mer en toen hij terugkeerde, was zijn van muziek kende en telkens mrt hevige gelaat ongewoon bleek, en de kandelaar hoofdpijn thuis kwam. in zijn hand beefde. De pasta, welke in I het schoteltje geweest was, was nu ver- Hoogenberger dikwijls recepties en gaven mee houden, dat je hier thtrii; bent, je dwenen diners Hij ging weer aan de tafel ritten, nam den gasten hun kostbaarheden te laten den. Vooral je medaille moet je niet een flesch uit zijn zak en nam daar eén zien en daarmee te pronken. Maar te doen, dat past nirt.” H-’ langen teug uit Toen haalde hij uit een midden van die featen hadden de echt- enveloppe een keurige plattegrond van genooten toch over één ding spijl, name en rukte hard aan de bek Mevrouw Wilkins deed zelf open. „Zou ik u om een kleinen onderstand ijlings van het raam terug trok. Hij ver- vrouw Wilkins mijn ongeluk zoa wiUen blieft,” antwoordde het beertje op de mogen vragen, dame? Ik ben smid van gat, dat zijn gezicht in den vollen schijn meedeelgn onder *t tijden van den tram vraag van mijnheer Wilkins Antoine mijn vak, maar ik loop al een half jaar van het gaslicht boven rijn tafel op de gevallen, begrijp je, Flittea f Despardez zal u zóó grimeeren, dat uw zonder werk en ik heb een zieke vrouw toeschouwers buiten in het donka een „Met alle genoegen, menea," M Rte» eigen broa u met zou herkennen. Wil en acht bloeien van kinderen....” mom- zea ongunstigen, om nitt te zeggen ten snelde heen om een rijtuig te hrittv mijnhea zoo goed zijn mij maar te vol- pelde de pseudo-werkelooze toet grove spookachtigen indruk moat maken, toen volkomen bereid om desnoods te MggOte hij het voor de ruit vertoonde. dat zijn patroon van den top wa dM „Hm,” zei mevrouw Wilkins, hem van top tot ttfla opnemend. „Wel neen, zea graag neem ik het „Drommels,” zei Thodoor, toen hij aan Maar dan moet u een jaar wachten,” alleen was, „dat is de moeite waard mevrouw de gravin is op het oogenblik Maar de zaak is niet gemakkelijk.ik on de badreis. „Daarbij neem ik uw voor moet Frans zien te spreken, hij zal me wel helpen I” Eenige dagen lata za Theodoor tot zijn meesta „Indien mijnhea een uit- noodiging zult aannemen.” noodiging wil schrijven, en mij ze laten „O, gaarne, u is al te beleefd L...” bezorgen, zal ik alia probeaen om mijn- „Dat is dus afgesproken,” zei de graaf heer zijn plan ten uitvoer te brengen.” en stond op, drukte hen hartelijk de hand Mijnheer Hoogenberga ijlde naar zijn en verliet al buigend het salon. Toen hij kantoor en schreef in mooie letters en vatrokken was, zei mijnhea tot zijn hoogdravende zinnen de uitnoodigmg. vrouw „Van nu af behooren we tot de De brief was belachelijk, zelfs zot, maar groote wereld!” mijnheer Hoogenberga wis er de man met naar, dit te voelen en Theodoor De graaf hield woord drie weken lata va klaarde, dat hij onberispelijk wu. kwam hij hen met een nieuw bezoek ver- Twee uur lata kwam hij met het ant- terra en hun het heugelijke nieuws bren- en pruik afdeed en eindelijk weer op Tegen zulk een schok was mijnhea Wil- zichzelf begon te gelijke, met uitzondering zóóliezend duikelde hij met een vaart het Zijn vrouw juist sympathie voor de onge- Daar dit bij een opmerkzame be- dat een groote vlek erwtensoep op me- lukkigen, dt in weerwil van al hun moeite schouwing het geval bleek te zijn, be- vrouw Wïlkins’s schoon wit tafellaken ik gedaan heb, om op zulk een wijze nagens wek konden bekomen, vooral sloot mijnhea Wilbns de plunje aan te spatte. behandeld te worden en in mijn eigen Toen wad de goede vrouw boos, kantoor nog wel En een veelkleurig deren, en zsnd a zelden een met ledige „Ziezoo I Wil mijnhea nu zoo goed evenals Bridget, de pootige „meid al- bachildad gericht met een veeg helda handen weg. Maar haar man, die dit wist, zijn, hier even plaats te nemen,” vroeg leen, die hem van het eerste oogenblik roode verf op de punt van den neus zag hij haar hushoudgeld gaf, strikte orders zend, gegeven, drt a geen cént van voor het bedelvolk aocht worden besteed. Mevrouv Wilkins had namelijk paar gulden mea gevraagd en was zoo een uurtje later opstond en in den spiegel openhartig geweest te zeggen, waarom, de gedaanteverwisseling zag een stop- Maar meneer zei beslist neen. --B** „*u *vu i>i> &>vu uwmu „mcitL, 4ci x-uhr», w» „Je laat je te gauw beetnemen, vrouw- sig zwart haar, een bouffante om zijn laten raden door de vijandige mania agenten wendend, „’t spijt me, dat ik ti lief. Die kerels kunnen je alles op de nek, een totaal vaandad gezicht, moest waarop zij een natte stokdweil hanteerde, voor niemandal moeite heb veroorzaakt, en veilig het hazenpad hebben gekozen, maar dat is mijn patroon, mijnhea Wü* Maar hij stond toevallig met zijn gezicht kins.” Het was een regenachtige November- diaan in rijn krijgsdos kon a nitt fan- Een plakaat in de uitstalkast va kon- dag en reeds vrij donka, toen hij, de tastischa hebben uitgerien. digde den voorbijgangers, dat de eigenaar stilste straten kiezend, den weg naar Kreunend van pijn stond hij eindelijk costuma vahuurde voor tooneelvoor- zijn buiten, even buiten de stad, bijna een op en maakte aansteken om zich te rei- stellingen, balmasqués etc. en zich recom- half uur loopens van rijn kantoor insloeg, nigen, maar nauwelijks had hij wata in Flitters, ik was ai een poosje van plan mandeade voor het coiffeaen en gri- Voor hij aan het hek van zijn achter- de kom gedaan of hij hoorda een verward te zeggen, dat ik uw salaris honderd meaen van heeren in allalei vermom- tuin kwam, had hij onderweg wel vijf- gegons van stemmen voor het huis en gulden pa jaar wilde vahoogen voor tnr mingen. tien malen moeten stilhouden, om het liep gedachteloos naar het raam om naar vlijt en accuratesse,” zei mijnhea Wü- Menea Wilkins keek de straat op en even uit te proaten maar nu was het buiten te kijken. kens kreunend door een plotselingv wipte toen schielijk het winkeltje kritieke oogenblik aangebroken hij haal- „Eensklaps ging a uit mea dan vijf- scheut van pijn. „Dan,” vervolgde hij. Franschman zelf, die buigend en in rijn de borst, liep schuifelend het kleine is hij, daar is hij.” handen, wrijvend van achter de toonbank laantje door vandaan kwam. „Een verkleeding, mijnhea? Als 't u e tus- ik heb zelfs een getuigschrift van menea schen de varens en eens kwam a uit de den graaf, dat iedaeen mag lezen, en met een glimlach, die iets spottende "had, waden de nieuwe kaartjes in het vuur verte een kreet van schrik en wanhoop, waardoor ik bij u gerecotnmandead „en u mijnhea geworpen en wad de naam teruggebracht toen een wreede wezel zijn slachtoffer ben „Uitmuntend, zooaüs u riet, mijnheer tot Hoogenbaga. De beide echtgenooten „Ik ben dat niet vergetenEn wat de graaf, en vaoorloyf mij dat ik u van leaden ook daar uit, dat men niet hoo- is het voor een man, die hea Van Breede- harte voor de groote. eer dank zeg, dat ga moet vliegen dan rijn vleugels lang

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 6