„ONS BLAD”
1
Roomboter is- opniiuw virboogd.
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon:
I
Advertentleprjjsi
Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0
per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanl
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
GEEN KRIMP.
FEUILLETON.
Het roode testament.
UIT D- PERS*
BRIEVEN UIT FRANKRIJK.
Abonnementsprijs:
Fer kwartaal voor Alkmaar f 1—
Foor buiten Alkmaar .f2 85
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f hooger.
pn
alle abonné s wordt op aanvrage gratis een "polis verstrekt, welko hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 600,—. f 400.—'. f 2OCL—f 1OO.—f 60.—f 3S— f i*£
Zijdewind.
Bericht.
BUITENLAND.
„Wil ik u, indien u misschien vermjelJ
I
de
voor de Twee J*
minister
van
I -
van
van
van
gees-
Landbouw
Advies een
en
IV
er
Paid
antwoordde
4
,Dank u voor dat vriendelijk aanbod. Ik
Martha
antwoordde
te
III.
(Wordt vervulgdj
5
ADMINISTRATIE Nol 439
REDACT* No. «33
van
toch
i is
■MMM3MMMKMMMMmMRM3MI
Tm Roomboter niet te oadenekeidea
ea ie helft goedkooper te De Orayter’a
heogltjae Belaagt. Per poad slechts Só et..
Plantenboter «leekte *0 et. per pond.
Alléén ia De Greyter’s winkels!
„Wanneer het College
lijst weet samen te steil
maar, waar ik aan wal kan gaan"....
ginder
u een
naar u
kost-
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
„Hoe moet ik u het boek teruggeven?
¥an deu olaAta kan ik u niet bereiken....
j „0. dank u mynheer, dat is niet noodig.
r My woning ligt hier achter Je boomen. ’t
I Is inaar twee stappen.”
nog
ine
mo-st
Wy leien in bet „Dagbl. van Nrd.-Br.”:
’De verkiezingen zyn üi licht.
Alles bereidt er lich op voor.
Ook de politiek.
De politiek, welke zich zoo vaak van een
zeer onfrisschen kant laat, kennen, en vooral
dan als politieke winst Moet worden ge
maakt, hoe dan ook.
Als het om het politieke hacnje gaat,
„AI «es uur,” riep Madeleine, toen ze
Paul in‘de verte zag aankomen. ,.U moogt
wel voortmaken. mynheer Paul, dau kan ik
de visch nog klaar makenals u ten
minste vtech bebft.... wat nog niet zeker
is.”
„Zoo donk je dat,”
lachend.
„Natuurlijk. U is nog een beginneling in
bet vak".
„Kyk dan maar eens. wat die beginu»i
ling heeft meegebracht.”
Paul liet de oude meid bet net zien en re
kon haar oogen niet gelooven.
„Hoe is 't mogelijk.... Mynheer heeft de
heele Manie leeggevtecht.En heeft u dat
beeleinaal alleen gevangen?”
„Neen met z’n tweeën. Mijn hengel en ik.”
„Dau zal ik voor belooniug u een nieuw
tje vertellen, dat^p genoegen zal doen. Wy
krygen gezelschap aan tafel.”
„Wien?..., Fabien?....
„Neen dien, niet”.
„Dan is bet vader!"
„Ja. Er kwkm een telegram.... Hij komt
met den trein van half zeven."
„Dan ga ik aanstonds naar het station, Ma
deteine."
Een stilzwijgen volgde, dat
„Woont u hier in den omtrel
vroeg Martha.
„Ja juffrouw aan den overkant van het
water, dicht bij Pont Créteil.
„Is dat uw vaste woning?"
„Neen, o neen. Ik ben hier maar voor
eenige maanden.”
„U schjjnt veel van visseben te hou
den?....
„Zeer veel en ik geloof, dat ik voortaan,
nog meer van zal houden...."
„Wsarom?"
ren, de Fransche staatsfondsen dalen voort
durend in waarde en de levensduurte stilet
onophoudelijk.
Als gevangenen van hun verkiezingsbo-
loften en verplichtingen, om aan de socia-
listi&he eischen toe te geven, zwichten onze
bestuurders eiken dag meer tegen over de
revolutionnaire bedreigingen.
Ook wijst het manifest op het opzweepen
van haat en passies, die in het land den
vrede verstoren.
In het tweede gedeelte roept het mani
fest alle Fransche» op tot weerstand tegen
een politiek, die zoo gevaarlijk is voor
natie. De republikeinsche nationale unie, die
voor dien weerstand gesticht is, wil den
vrede, maar een vrede op de rechtvaardig
heid gebouwd, een vrede die niet alle lasten
op Frankrijk legt en zich niet blind over
geeft aan illusies.... Deze ligue wil ook
de ontwikkeling en bevestiging van den
volkenbond, maar zonder dat men de reali
teit uit het oog verliest. De deur moet wyd
open voor smüale hervormingen, maar een
onover|tomeig^| muur moet worden opge
worpen tegeuoe pogingen van stakingsfa-
br^kanten en agenten van de revolutie. De
ligue wil den vrede zoowel in het binnen
ste in het buitenland en weigert onder welk
voorwendsel ook en vooral onder het voor
wendsel de laiciteit te willen handhaven,
die in het geheel niet bedreigd is, de on
gelukkige godsdiensttwisten weder te doen
opleven. Zy wil de vryheid en den gods-
dienstigen vrede in de eerbiediging van de
wetten der republiek.
Naast den krachtigen katholieken weer
stand kan dit republikeiiy>ch reveil spoedig
een ogakcer geven, waaraan de gebeurtenis
sen in Engeland en Amerika niet geheel
vreemd zijn.
HET DI1
82.
Deze, de kreet hoorend, die Martha uitte.
richtte zich op en keek naar boven en bleef
stom, verslagen, als in verroering staan.
Het vriéndelijk gelaat van het meisje tus-
tchen het loover was als een tooverachtige
verschijning.
Voor de eerste maal zyns levens, onder
vond Paul een ontroering, die hij niet be
schrijven kon.
Martha bloos geweldig onder den blik
van den jongeman.
Paul groette zeer beleefd en vroeg:
„Meende ik goed dat ik u hoorde roe
pen?”
.ela,
Dan verwijderde hij zich snel, sprong let
terlijk van de trap in zyn boot en maakte
ueze los.
Hij keerde zich nog eens om.
Boven aan den oever stond Martha hem i
na te zien. a I
Hij groette bedeesd. v W
Bet meisje groette terug. M I
Dan nam hij de riemen en voer tnescAe* I
het riet uit»
mynheer,”
schuchter.”
„Gebeurde er iets?”
„Ja, mijnheer. Mijn nieuwsgierigheid
speelde mij parten. Het scheelde weinig cf
ik was in het water gevallen. Gelukkig kon
ik nog myn voet tegen deien struik zetten
Mijn boek te in uw boot gevallen.”
Paul raapte bet op.
zijn als aan het begin.
„Chacun sa vérité” is een geestig tooneel-
stuk, minder belangrijk dan het „Six per
sonages en quete d’Auteur”, maar niet
minder rijk aan prigineele vindingen.
Het zal zeker het theatre Montmartre ’n
even grooten toeloop bezorgen, als ..voulcz
vous jouer avec móa" in het afgeloopen
seizoen en waarvan het succes nog lang niet
is uitgeput.
Het is op zichzelf reeds een genoegen
eens een tooneelstulc te zien, waarin de
..Amour” geen rol speelt die met werkelijke
liefde niets gemeen heeft dan den naam.
Parys, 5 November 1924.
Me.—P. ,.»g
DE KARDINALE VRAAG.
Prof. A. Steger schrijft in „De Maas
bode” onder meer het volgende:
Wanneer wy nu de vraag: Is de Bond ii_>
den Bond toelaatbaar? willen beantwoorden,
dan moet noodzakelijk daaraan voorafgaan
de behandeling van de andere: Gaat het bij
den Democratiscben Bond „St. Miehaël” om
verschil van inzicht omtrent de wyze, wabr-
op in bepaalde omstandigheden van tyd en
conjunctuu* bet algemeen belang in het
staatsbeleid tot zijn recht moet komen,
zonder dat dit noodzakelyk leidt tot over
wegende stands- en*~belangen vertegenwoor
diging?
Is het antwoord op die vraag „ja”, dan
kan men nog geen sympathie geyoelen vooi
„St. Miehaël”, maar diens doen en streven
ontoelaatbaar achten in de R. K. Staats
party kan men o.i. dan niet. Is het antwoor-l
op die vraag „neen”, dan kan men nog wel
sympathie gevoelen voor „bt. Michael”,
maar diens doen en streven is o.i. dan i n
de R. K. Staatspartij ontoelaatbaar.
Dat is inderdaad <lv kardinale vraag.
Het antwoord op dez* vraag zal moeten
blijken uit:
1. de statuten van het nieuwe verbond;
2. zyn program;
8. de personen, die de leiding nemen en
eventueel als candidate* voor de Twce.m
Kamer willen optreden. W
Om een beslist oordeel uit te spreken,
lijkt het ons ddrhaive nog Ja vroeg. Want
het hoofdbestuur heeft pas Woensdag j.J
in een communiqué aan de dagbladen tiet
volgende medegedeeld: y-
„Aan hot dagelykscb bestuur werd de f^r-
muleering der ip boofdlynen vastgeste!de
concept-statuten opgedragen.
De commissie van advies heeft haar arbeid
ten aanzien van voorstellen voor het pro
gram der R. K. Staatsparty reeds aanyo-
vangen.”
En in het nieuwe katholiek morgen-blaj.
dat blijkbaar als officieus orgaan van ,JSt.
Mtchaëï” dienst doet, kon men heden (Don
derdag) het volgende lezen:
van
lijst weet samen te stelten, die aan de in
'St. Miehaël vertegenWowdigde „denkrich
ting” recht doet wedervaren, dan bestaat et
voor „St. Miehaël” geen aanleiding om mei
eigen candidaten te komen. Dat „St. Mi
ehaël” echter op eventueel noodzakelyke
bemoeiingen voorbereid wenscht te zyn, is
dók brgrijpeW—-
Wy zulten dus nog eenig geduld moetsn
oefenen, zegt „De Tijd”. Een définitief ant
woord op de door prof. Steger zoo juist ge
formuleerde vraag lykt ons thans voorbarig.
wordt het met andere dan de politieke eigen
belangen zoo nauw niet genomen.
Van deze regeering wordt veel kwaad
verteld. I
Maar één ding kan men van haar niet
zeggen n.l., dat zij op eigen politiek lijfsbe
houd bedacht is.
Dat is gisteren in de Tweede Kimn weet
gebleken by de interpellatie over de sala
rissen.
De regeering geeft, geeu krimp.
Zij zegt niet anders te kuuflen, hoe on
aangenaam zij het ook vindt, omdat het
landsbelang by haar hoofdzaak Is.
Nu kan men desnoods in de appreciatie
van dat ..landsbelang” verschil van mco
ning hebben.
-^Maar deze regeering h^-t't haar eigen
meening, haar oigen overtuiging, en daar
wykt zij niet van af, zelfs niet met de vei-
kiezingsguillotine in zicht.
Zij zegt: „het is maar het besté1, dat de
regeering haar eigen weg gaat."
Uit politiek eigenbelang doet zy het zeer
zeker niet.
Dat zullen ook de vele vijanden móeten
erkennen. Hoe inrii anders over de regee-
ringsdaden ook moge denken.
UIT HET PARIJSCHE TOONEELLEVEN.
Een tekort aan schouwburgen iu de
„rille lumiére”. Het klinkt bijna ongeloof
lijk. De directeuren klagen over het afge
loopen seizoen, de financieele uitkomsten
zyn weinig bevredigend, de artistieke niet
minder en de concurrentie van „bioscoop"
en „music hall” doet zich steeds sterker
gevoelen.
Winstgevend lykt het baantje
schouwburgdirecteur allesbehalve en 1
bet verlangen een directie te voeren
grooter dan ooit.
Aan dien schouwburgnood, indien hij
werkelijk bestaat, te het laatste jaar groo-
tendecls een eind gemaakt. Het „Theatre
de 1’ Etoile” heeft dit voorjaar zijn deuren
geopend en het ..Theatre de la Madeleine”
heeft een paar weken geleden de lang ver
wachte openingsvoorstelling gegeven.
Heerscht Sacha Guily in het eerste, André
Brule en Robert Tribor, 1>ekende tooneelfi-
guren in het Parysche leven, zwaaien den
scepter in het laatste. De gevel te uiterst
eenvoudig in styl-Lodewyk XVI opgetrok
ken. De zaal en een tweetal balcons bieden
plaats aan ongeveer 800 bezoekers. Het ge
heel, ook van de foyers, is gehouden in een
kleur van grijs en goud op een rooden ach
tergrond.
Het vraagstuk van de verlichting heeft
den architect in het bijzonder bezig gehotr-
den. Geen lichtkroon die in de meeste
schouwburgen voor de hoogere rangen vaak
het uitzicht lieneemt, is aangebracht. Een
gedempt licht valt uit de kroonlijsten neer
op de toeschouwers en verhoogt de intimi
teit van dit inderdaad coquette zaaltje, dat
aan dc meest moderne ëtechen óp tooneel-
gebied voldoet. Heel t eel heeft- dé teoneel-
speelkunst vau deze beide nieuwe instellin
gen, waarbij ik nog het „Theatre dc l’aven-
ne” zou kunnen voegen, niet te verwachten.
Vermoedelijk zullen do bekende tooneel-
achryvers die op de boulevards nog steeds
aan het woord zijn, hier hun wejken even
eens zien opgevoerd. En hiermede is genoeg
gezegd. Het oude recept van de „Mariage
a trois” zal er worden toegepast. Wat ons
wordt aangekondigd is niets dan een
voortzetting van wat Gymnase, Vaudeville
en „tutti quanti” ons sedert jaren brengen.
Wjj zijn dan ook van meening dat het Pary
sche tooneel meer behoefte heeft aan ver
edeling en in dien zin een verjongingskuur,
•ian aan nieuwe schouwburgen, waar een
keurig verzorgde omlijsting nog geen waar-
iiozg u .daX, hal, repartoira,^ moreel gnspro.
ken daarin past.
De eerste opvoering althans in de Made
leine schouwburg geeft ons weinig verwach-
ting; Manon, fille galante”, door de schry-
vers Bataille en Flament, jaren geleden ge
trokken nit de overbekende roman van
Abbé Provoost en tegen het verlangen in
van Bataille, na zyn dood ten tooneele ge
bracht, is daarvoor de beste reden. Het
stuk te onbelangrijk, brengt geen nieuw ge
zichtspunt in de geschiedenis van Manon
Ltecant en van het genre mag men zeggen
dat het zelfs niet ontkomt aan den te stellen
etech niet vervelend te’ zijn, afgezien van
enkele tooneeleu cn van de strekking, die
een goedkeuring moeilyk maken.
politiek van het kartel,
daarvan, zoo
M
slaan, stak
IPLOMATIEK INCIDENT IN
FRANKRIJK.
Iu de explicatie, welke Herriot aan dei^
Pauselyken;minttus, mgr. Ceretti heeft ge
geven, wordt overwogen, dat de woorden
van óen minister van onderwys, Albert, niet
betroffen den diplomaat, in welke hoeda
nigheid de nuntius de geïncrimineerde w«tor-^
den in bet Instituut catholique ook niet uit
gesproken heeft, doch veeleer als
telijke tegenover de gcloovigen.
Herriot betreurt het, dat de nuntius zich
door de rede van Albert getroffen lieeft ge
voeld.
Mgr. Ceretti verklaarde zich voldaan en
bracht Herriot dank voor zyn houding iu
dezen.
I DE MUITERIJ IN BRAZILIË.
De Braziliaansche gezant te Buenos Ayres
De Toledo heeft gisteren met den Argen-
lynsclwn minister vau Buitanlamtecho Za
ke* Gallardo, een onderhoud gehad, over
de muitery aan boord van het slagschip
„Sao Paulo’l t
Naar verluidt he^ft De Toledo aan Gal
lardo medegedeeld, dat de opstandelingen
in den staat Rio Grande do Sul uit Argen
tinië wapenen yjntvangen. Hij verzocht dc
Argent ijnsche regeering maatregelen te
treffen om de grenspatrouilles te verster
ken. Naar gemeld wordt zulten waarschyn-
lijk nieuwe troepen-contmgenten naar de
grens worden gezonden. x
Het is nog niet bekend, hoe net thans
staat met de muiterij op genoemd* slagschip.
Het „Jornai do Brazil” zegt, dat*de eenige
officieren aan boord drie luitenants zyn.
Hjt, naar huis brengen?”
„0. dank ui.’
Myn woning ligt hier achter Je boomen. -
„Vergeef mij dau mijn onbescheidenheid,
juffrouw, <an u lastig gevallen te he >bcn.”
„My lastig gevallen?.... !k m.ig dank
baar zyn, dat u voor mj) uw vtechvangst in
den steek hebt gelaten. Dat kwam alles
door myn onhandigheid....”
„Gelukkige onhandigheid, waardoor ik u
een kleinen dienst kon bewijzen."
Martha glimlachte.
„Dat is vleierij mijnmeer...."
„Neen toch niet. Deze korte ontmoeting
heeft een onuitwischbaren indruk nagelaten
in.myn geheugen.”
Paul durfde niet te zeggen
hart,..." en toch lag het woord hem op
de lippen.
pynlyk werd.
ik, mynheer?”
De weelderige tooneelvorming en het vrij
goede spel der hoofdpersonen veranderen
hieraan niets.
Henri Bernstein, een van de meest op den
voorgrond tredende tooneelschryvers van
Frankrijk, heeft vele pezen op zijn boog.
Hij heeft dit getoond In „Judith”, „le Se
cret”. .Je voleur” en vele andere stukken.
„La galerie des glacés” in het Gymnase op
gevoerd, schijnt een symbolische beteekenis
te hebben. Deze te echter aan de meeste
toeschouwers, zoo niet allen, ontgaan en
4 wat er overblyft, is een reeks huweljjks-
verwikkelingen. natuurlyk op ontrouw be
rustend, waarvan de nieuwigheid reeds
lang af is en waar aan ’t ziekelijk karakter
van een der hoofdfiguren meer schijnbaar
dan werkelijk een diepgaande beteekenis
geeft.
Den inboud zal ik myn lezers besparen
evenals dien van „Tentation” van Charles
Meré en ,Je geste” van Maurice Donnay.
Heel veel zouden zy er niet bij winnen,
al hebben deze stukken in de Fransche pers
een goede kritiek weten te veroveren.
Dit laatste trouwens zegt al zeer weinig,
waar gunstige beoordeelingen meer van
financieele offervaardigheid des auteurs dan
van werkelijke verdienste afhangen.
Was dit laatste niet bet geval het „Thea
tre du Vieux Colombier” door Jacques C<-
peau, om geldelijke redenen, al wordt dit
er niet by vermeld, tydelyk gesloten en bet
„Theatre Montmartre” door den zeer emsti-
gen kunstenaar „Charles Dullin” geleid,
zouden sedert lang een eerste plaats heb
ben ingenomen onder de Parysche schouw
burgen. Het uithoudingsvermogen vau Dul
lin maakt dat hij desondanks op den goeden
weg te, het publiek voor zich te winnen.
Op den duur overwint het werkelijk
goede het minderwaardige, indien het ge
geven wordt op artistieke wyze, gelyk Dul
lin zyn voorstellingen weet te verzorgen.
En indien by dan Pirandello, auteur a la
mode, als huisdichter neemt, te de zaak zod
goed als gezond. Pirandello verdient zijn
reputatie van beteeküntevol tooneelschryver.
Hij te niet alken veel-sc.hrjjve^» sedert 1917
schreef hy niet minder dan 80 stukken, bij
heeft inderdaad iets te vertellen op een ge
heel eigen en geestige w^fze. Hy beschikt
over humor', waarkhn ernst niet vreepxi te
en zijn philoeophische beschouwingen, zon
der ze als waarheid te aanvaarden, geven
steeds iets te denken.
Naar w:;..rli ld streeft hy allerminst. Ze
ker niet in het met succes door l'Atelier on
der Dutlins leiding opgovoerde „Chacun
sa verité”. Zyn betoog in dit amusante, wel
wat al te lange werk, is juist dat er geen
absv.ute waarheid bestaat, dat er zooveel
waarheden zijn, als er meeningen bestaan.
In een kleine provinciestad te een nieuwe
ambtenaar Ponza zich komen vestigen met
zyn vrouw en zyn schoonmoeder. De won
derlijkste verhaten over dat drietal doen de
ronde. Schoonmoeder en dochter worden
door Ponza op een afstand van elkander
gehouden. Ondervraagd door zijn chef, den
prefect, verklaart Ponza zyn schoonmoeder
Mad Trolla, gek. Zy verkeert namelijk vol
gens hem in de meening, dat hy ifog steeds
met haar dochter te gehuwd, terwyl hy na
dochter, een ander heeft genomen. Hij wil
de Ulussie der oude dame niet verstoren en
houdt daarom beiden van elkaar verwij
derd. De schoonmoeder van haar kant te
overtuigd dat Ponza waanzinnig te en zich
vergist in de waarachtige persoonlijkheid
van zyn levensgezellin. Wat is de waarheid?
Drie bedrijven, vol spitsvondige dialogen
laten ons in twijfel. Want ook Madame
Ponza met haar dubbelzinnige verklaringen
de dochter te zyn van Madame Trolla, en
de twee aechtgenooten van Ponza, brengen
de oplossing niet. Wat trouwens de bedoe
ling is van den schrijver, die een ieder
zyn eigen waarheid gunt.
Zoodat wy aan het eind nog even ver
„Ja zeker, heel aangenaam."
,Jk zou er geen geduld voor hebben.”
„Waarom probeert u lyt niet eens?”
,,'t Zou toch* niet gaan.'
„Wil ik u les geven?"
„Dank u voor dat vriéndelijk aanbod. Ik
lees liever...."
Het meisjes deed haar boek weer open,
wat bijna gelyk stond met een teekeli te
„in mijn vértrekken.
Paul begreep het.
„Ik ga. Tot weerziens, juffrouw.”
„Tot weerziens, mijnheer.”
Martha reikte hem haal kleine band en
hy drukte die innig.
i
Onder dnnkze^ing voor de goede
verronfim» der abonnementen en nromp-
te afdracht dei abonnementsgelden door
«Jen heer Jac. Jong te Zi'dewind. deelen
wil ome Lezers mede, dat vanaf heden
>1. adenl-eorre.nondent voor 7”A<»wind
zal optreden de Heer F. C. JONG.
DE ADMINISTRATIE.
HET NIEUWE ENGELSCHE KABINET.
Zooals verwacht werd, heeft Stanley
Baldwin, de conservatieve leider, den Brit-
schen koning gisteaenavond de ledenlijst
van het nieuwe kabinet aangeboden.
Stanley Baldwin, premier, en eerste lord
van de schatkist, regeeringsleider in het
Lagerhuis.
Austen Chamberlain, minister vau Buiten-
landsche Zaken, plaatsvervangend leider in
het La^brhuis.
De Markies van Salisbury, Lord Zegelbe
waarder.
lx>rd Curzon, Lord-presideut of the Privy
Council en leider iu het Hoogerbute.
Vtecoun^ Cave, Lord-Kanselier.
Winston Churchill, Kanselier van
schatkist.
WiHtem Jowou Hicks,
BiMienlandeche -zaken.
Leopold C. M. 8. Amery, minister
Koloniën.
Sir Laming Worthington Evans, minister
van oorlog.
Lord Birkenhead, minister voor Indië.
Sir Samuel Hoagpr-qpinteter vau Lucht
vaart..
William Clive Bridgem\n, ministej
Marine.
Sir Philip Lloyd GreaineX minis^pi
Handel.
Neville Chamberlain, minister van Volks
gezondheid.
Edward Wood, minister van
en Visscherij.
Sir John Gilmour, minister voor Schot
land.
lx>rd Eustace Percy, minister van Omier-
wys.
Sir Arthur Steel Maitland, minister \an
Arbeid.
Sir Douglas Hogg, attorney-general.
EEN MANIFEST VAN MILLERAND.
Milterand, de oud-presulcut van de Fran
sche republiek, heeft zich gisterenavond,
mede namens zyn politieke Ariemien, met
een manifest tot het Fransche volk gericht.
Het manifest vangt «an met een straffe
critiek op de leiding van het ministerie-
Herriot en de politiek van het kartel. De
consequenties daarvan, zoo wordt gezegd,
doen zich alom reeds gevoelen. Het manifesj
protesteert tegen het practteeeren met de
revolutionnaire elementen.
Ondanks zyn verklaringen en beloften
.heeft het bloc van de linksche partijen, ook
wat de inwendige politiek betreft, niet an
ders dan teleurstellingen gebracht. De franc
te niet gestabiliseerd, de begroot ingstoest a nd
niet verbeterd. De belastingen vermeerde-
Die vraag bracht Paul in verlegenheid..
„Omdat,” antwoordde hij na ëwigen ty l,
„ik denk hier eeu uitstekende plaats aan
de Manie gevonden te hebben. Ik zal
nog. dikwyls komen, hoop ik.”
,Ate het goed gaat, lijkt visschen mij een
aangename bezigheid,” zei Martha, om ten
minste ook iets te zeggen.
„Ja zeker, heel aangenaam.
Het zou onvoorzichtig zyn het boek
toe te werpen, want het schynt een
baar boek.”
„Waar kan ik aan wal komen?”
„Mynheer,” antwoordde Martha
steeds eenigszins bedremmeld ,,’t zou
zeer spyten, als ik uw vtechvangst
onderbreken.”
...Myn vangst te al genoeg.... Zegt u my
,Ate u dan volstrekt wilt
linksom in een kleine ^bocht vindt
beste landingsplaats?’
..Ik kom dadelyk.”
Paul maakte de boot los, nam dc riem* n
en voer naar de aangewezen plaats.
By de bedoelde bocht gekomen, zag hy
by een trap een boot vastgemeerd. Hy legde
de zyfte er uaast, nam het boek en klom
langs de treden omhoog.
Martha kwam een beetje aarzelend to«-
geloqpen.
Ontroerd, aan een eigenaardige ontroering
ten prooi, stonden de jongeligden tegenover
elkander. f
„Hier te uw boek terug, juffrouw,” zei
Paul schuchter. „Ik ben gelukkig u van
diens* te zyn geweest, zeer gelukkig."
Zonder haar oogen op te
ze de hand uit en nam het boek aan.
„Dank u, mijnhéer; *t te zeer vriéndelijk
▼t u."