5
van het „Noord-Hollandsch Dagblad”
Geloofsverdediginq.
Ji
I,
E
i
•1
I
KERKLIJSTEN.
I
1
.4
EPISTEL EN EVANGELIE.
Tafereelen uit het
évangelie.
Weekkalender.
n.
4
TEGENSTELLING.
wor-
I
j
de
I
4
priesters in lange witte kleeren.
4
I
tot aanstelling leidt Tot aanstelling
t -
als zoodanig een met gezag'1
zullen vormen. Deze in eigen kring aange”
stelde personen worden straks nagezonden,
eerst onder Israël en dan in de wereld. Uit
gesticht.
Sept.
Merl
week
oprecht en zondre aanstoot zjjt tot den dag
van Christus, vervuld zijnde met de vroebt
der rechtvaardigheid door Jseus Christus, tot
eer en lof van God.
Vier, hoogstens vijf weken per jaar deed
facharias dienst fn den tempel. Op de groote
eesttjjden werden de vier en twintig pries-
ierafdeelingen opgeroepen: acht dagen met
Paschen, één dag met Sinxen, acht dagen
met Loofhuttenfeest. Dan wemelden de
voorhoven, zuilenhallen en gebouwen van
nu nog de
Omar-moskee
langs de
‘l manne-
de aol- i
vergulde j
IIE1LOO.
Zo. 7 uur voor Maig. Houtenbosch— Sijs,
half 9 tot zekere intentie, 10 uur voor de pa
rochie, te half 3 Congregatie van de H. Fam.
afd. vrouwen, te 7 uur Lof ter cere van den
H. Willibrordus.
Ma. 7 uur voor Cath. Zwart—Kaptein, 7
uur bij de zusters voor Wilh. Joan. Hoetjes.
Di. 7 uur voor Mart. Franken, kwart over
acht Maanddienst voor Elis. 'HeynisKlaver
Wo. 7 uur voor ovcrl. ouders, kwart over
acht voor Maria KopsHoetjes.
Do. 7 uur voor herstel van een zieke, kw.
over acht voor Adrianus Schut en overt
familie.
Vr. 7 uur voor Nic. Admiraal on hsvr.
Maartje Morsch, 9 eur gez. Maandstond voor
Divera Geertruida Tamisvan Konings-
brugge.
_Za. 7 uur voor Willem Jan Admiraal, kw.
over acht voor Joannes Kraakman. Van 4
tot 8 uur biechthooren, te 7 uur Marialof.
FFICIEEL KERKBERICHT
lawaardige woorden werden de vorigt
Jvrjjdag in een vergadering der a’d.
Zwolle van den Ned. Protestantenbond ge
sproken, welke vergadering was belegd er
herdenking van den „Hervormingsdag”.
Als feestredenaar trad by die gelegenheid
in de Groote Kerk op ds. H. H. Dorgeh. van
Culemborg, en in het verslag, dat de „Zwol-
sche Crt. van zjjn rede geeft, lezen wjj, Jat
de predikant o.m. het volgende ze’ le.
Als Zondagmorgens de kerkklokken lui
den, stroomen de Roomschen in ircnimen
naar hunne kerken; vele Protestan.-i. gian
de bedehuizen voorbij en zoeken elders ver-
heffing of verstrooiing; vele jonge Protes
tanten weten niet hoe er een kerk van
binnen uitziet.
En we behoeven er niet voor te schro
men het hier te zeggen, want Rome weet
wel, dat zoovele Protestanten het niet
meer noodig vinden hunn<^ kinderen te la
ten doopen, het nergens toe dienstig vin
den hun huwelijk kerkelijk te laten inzeg^-
■en; dat is een verslapping.
Rome zorgt voor haar schapen van de
wieg tot het graf, bij ons wordt dikwijls
noch bij de wieg nAh aan het sterfbed de
■aam van God uitgesproken.
By Rome is eenheid, bjj de Protestanten
verdeeld beid.
Moet bjj zulk een tegenstelling ook voor
andersdenkenden niet gemakkelijk het ant
woord worden op de vraag: Waar de Kerk
van Christus is? vraagt het „Ctr.”
de beurt een t
schiedde dus regelmatig twee en bij uitzon- dal, was eene groote poort, in den Zuidmuur
dering drie keeren per jaar. De dienstweek waren er drie, in den Westmuur één, waar-
liep van den eenen sabbat tot den andere, J*“-1-- - k*‘ v""“
de aflossing had plaats op den sabbat zelf,
rond den middag. De uittredende afdeeling
droeg nog het morgenoffer op; de intreden
de deed het avondoffer, omstreeks drie uur
’s namiddags.
Aan de dienstbeurt van het geslacht van
Abias aankwam, moest Zacharias te Jerusa
lem zyn ’s Vrijdags namiddags vóór het
vallen van den avond. Want als de sabbat
aanbrak,'mocht hij niet meer reizen. Zoodra
de zon achter de hooge torens van Herodes’
paleis onderging, hoorde hij het teeken tot
het aanvangen van den sabbat: twee pries
ters stonden op een der tempeltorens, met
het gezicht naar de ondergaande zon en
bliezen trage, langgerekte tonen uit lange
zilveren bazuinen. Zoo kondigen tegenwoor-
zang de gebedstijden aan vanaf'de minarets
der moskeeën. r
De poorten van het tempelplein moesten
dan dicht en terwijl Jerusalem slapen ging,
betrokken gewapende Levieten de wacht in
de voorhoven, ’s Morgens vóór zonsopgang
werden de zware bronzen poorten weer
opengedaan, en kon Zacharias met het volk
naar den tempel komen om bet morgenoffer
by te wonen.
t 250 en de H. Nympha, maagd. 5e
DINSDAG. H. Martinus, Bisschop
Tours. Bekend is van hem, hoe hij
krijgsman zijnde, zijn mantel in
sneed ten behoeve van een
’s Nachts verscheeif Christus hem met dit
stuk bekleed, zeggende: „Martinus, de ge-
loofsleerling heeft mij met dit kleed be
dekt.” f 397-
Ged. H. Mennas, uit Egypte geboortig,
diende in KI. Azië (zyn vader was prefekt
van Phrygië) in het Romeinsche leger, werd
in 296 volgens het edict van Keizer Diocle-
tiaan voor het geloof gemarteld en volgens
zyn verlangen in Egypte begraven. Ten Z.
W. van Alexandrië en-de Njjldelta lag in 't
begin der Lybische woestijn een stad Mena-
polis (is: Mena's stad) met honderde kost
bare kerken en kloosters en paleizen, die
biocide tot de 10e eeuw. Uit oude berichten
bljjkt dat er grooto pelgrimages heen trok
ken en vele wonderen gebeurden bij 2 baden
in een daarvoor ingenchte basiliek.
Deze stad is het Lourdes der Christel.
Oudheid. Opgravingen zyn sinds 1905 ge
schied, in welk jaar de eerste ontdekking
der oude stad voorviel, op de plaats der
oude stad, welke nu heet „Karm Abu Mina”
(isf wijngaard van vader Mennas.)
WOENSDAG. H. Lieven, vaderi. Bissch.
en Mart, t 657. Ged. H. Paus Martinus I
(649—665), Martelaar.
DONDERDAG. H. Didacus, Spaansch
Franciscanerbroeder. t 1463.
VRIJDAG. Octaaf van het Feest van St.
Willibrord. Ged. H. Josaphat, bissch. van
Vitepsk, Mart. In 1623. Vorig jaar werd met
grooten luister het 3e eeuwfeest van zijn
marteldood gevierd, hetgeen ’n machtigen
stoot heeft gegeven aan de hereeniging
der Oosterscbe Kerken.
ZATERDAG. H. Gertnalis, bijgenaamd
de groote te Eisleben in Saksen geboren.
Benedictjjner-non. Leefde in intiem verkeer
met haren Godd. Bruidegom. Groote ver
eerster yan het Godd. Hart. Beroemd is
haar prachtig verheven werk „De Heraut
der Godd. Liefde,” vol van de verrukkend-
ste tooneelen van den omgang eener ziel
met God. 1301.
Evangelie volgens den H. Mattheus;
XXII, 15—21.
>>i dien tijde gingen de phariseën heen, en
hielden raad, hoe zij Jesus in Zijne woorden
zouden vangen. En zij zonden hunne leerlin
gen met dc Herodianon tot Hem, en zeiden:
Meester, wij weten, dat Gjj oprecht zijt, en
den weg Gods naar waarheid leert, en dat Gij
niemand ontziet; wijl Gij geen acht geeft op
het aanzien der menschen. Zeg ons dan, wat
dunki. u: Is het geoorloofd, den keizer cjjns,
te betalen, of niet? Dan, Jesus hunne boos
heid kennende, zeide: Wat toetst gjj Mjj, ge
veinsden? Toont Mij den cynspenning. En
zy vertoonden Hem eenen tienling. En Jesus
zeide hun: Wiens bee! 1 en opschrift is dit?
Zy zeiden Hem: Des keizers. Toen zeide Hy
hun: Geeft dan den keizer, dat den keizer
toekomt, en aan God, dat God toekomt.
TWEE EN TWINTIGSTE
ZONDAG NA PINKSTER.
Epistel uit den brief van den H. apostel
Paulus aan de Philippensen; I, 611.
Broeders, wjj betrouwen op den heer Je
sus, dat Hy, die het goede werk in u beeft
begonnen, het ook zal voltrekken, tot op
den dag van Jesus Christus. Geljjk het voor
mij billyk is, dat ik dit gevoelen voor u al
len heb, omdat ik u <n myn hart draag, en
gij allen in myne boeien, ni de verdediging,
en de bevestiging van het Evangelie, deel-
genooten mijner vreugde zyt. Want God is
myn getuige, hoe myne zucht tot u allen
is met-de innerlijke liefde tan Jesus Chris
tus. En dit bid ik, dat uwe liefde meer en
meer’toeneine in wetenschap en in alle ken-
I nis, opdat gij het beste goedkeurt, opdat gjjf
stond het heiligdom, de kapel. Als men de
Joodsche beschrijvingen en zelfs het Oude
Testament maar oppervlakkig leest, krijgt
men den indruk dat dit heiligdom iets ont
zettend grootsch was, zoo geljjk onze Mid-
deleeuwsche kathedralen. Dat is echter ver
keerd gezien. Feitelijk was het een tameljjk
klein gebouw, ongeveer gelijk vele van onze
dorpskerken. En het behoefde ook niet
grooter te zjjn, want de eigenlijke eere-
dienst werd grootendoels niet daarbinnen
verricht.
Langs de drie overige kanten van het
binnen voorhof, langs het Noorden,' Oosten
en Zuiden, liepen weer zuilenhallen, waar
onder de geloovigen bij regenweer of hecto
zon konden schuilen. Achter die hallen wa
ren kamers aangebracht voor het tempel
gereedschap, en boven op de zuilen, verdie
pingen voor het verbljjf der dienstdoende
priesters.
Twee marmeren borstweringen liepen
dwars door het voorhof van Noord naar
Zuid, en deelden het in drie ruimen. Het
eerste, bij de „Schoone Poort", was het
voorhof der vrouwen; daarin mocht ieder
een komen, ook de vrouwen. Het tweede
was bft voorhof der Israëlieten, der man
nen; het derde, vóór en rond het heiligdom,
het voorhof der priesters.
Wjj hebben eveneens in onze kerken bet
priesterkoor, dat soms door een balustrade
van het schip d<r kerk afgescheiden te.
In bet voorhof der priesters, tusschen de
borstwering en het heiligdom, onder den
blooten hemel, stond het altaar. Het was
een langwerpig blok uit ruwe, onbehouwen
steenen gebouwd. Langs een zacht opglooL
end vlak tegen de Zuiderzjjde aangebracht,
gingen de priesters er op. Boven op het al
taar lar een groot jjzersu rooster, en daar-
DE FAMILIE UIT JUDEA.
II.
De lange maanden vrjjen tjjd dien de tem
peldienst hem overliet, besteedde Zacharias
ran een of ander landelijk bedrijf: verbou
wen van graan, groenten, wijnbouw ol
ooomteelt. Zoo doen nu nog de meeste Ma-
•onietsche priesters op den Libanon: zjj zjjn
mede landbouwers en kweekers van zij
wormen.
Van de eerste Christenen uit Jerusalem
en de buurt hadden verscheidenen Zacha
rias en zyn vrouw gekend. Zy wisten ei
nog van dat zij „beiden rechtvaardig waren
voor God, en onberispelijk wandelden in al
de geboden en instellingen des Heeren.”
Dergeljjken lof hadden do Galileesche Chris
tenen ook over Joseph gesproken. ----
Doch er ontbrak iets aan hun leven: zij dig de Muselinansche moëzzins met tragen
hadden geen kroost, want Elisabeth was -J L 1
onvruchtbaar. Dikwyls was Elisabeth mot
haar man naar Jerusalem opgegaan, «m
bad daar in het voorhof op den marmsMn
vloer gelegen, en met betraand gezicht naai
den tempel opgekeken om toch maar den
kinderzegen van God te bekomen. Doch
hoop, hadden zy niet meer, want beiden wa
ren jn dagen gevorderd.
De tempel was een wijd, langwerpig vier
hoekig plein, op den Moriah-beuvel. De
smalle kanten zagen naar bet Noorden en
Zuiden. Zware muren, zóó sterk als de
stadswallen zelf, sloten bet langs de vier
kanten in. Hier en daar, en namelijk op de
door men langs een brug over het Ka.:--
makcrsdal in de bovenstad kou komen; in
den Noordmuur was er minstens één, die
uitgang gaf naar de Antoniaburcbt, waai
do Romeinsche bezetting lag.
Als men langs de Oostpoort binnenkwam
en naar links en rechts keek, stond men op
dat uit£estrekt plein, geljjk nu nog
vreemdelingen die daar de
bezichtigen. Rondom het plein
wallen heen liepen hooge hallen uit
ren zuilen met houten daken;
deringen waren besneden met
bloemen en loover.
Dat wjjde plein was het buiten voorhof of
„voorhof der heidenen’, dewjjl iedereen,
ook de heidenen, er komen mocht.
Ongeveer in ’t midden van dat voorhof,
tegen den Westmuur, sprong een ruim, lang
werpig, hoog terras vooruit. Een hooge
blinde muur liep er omheen.
Dat was het binnen voorhof, waar de Jo
den mochten ingaan.
Midden in den Oostmuur van dat binen-
voorhof, vlak voor u gaapte de „Schooue
Poort.” Langs trappen ging men omhoog.
Beneden aau die trappen stonden links en
rechts logge arduinblokken; daarop waren
marmeren platen aangebracht, waarop in ’t
Grieksch en Latjjn te lezen stond dat de
heidenen die in ’t binnenvoorhof durfden
komen met den dood strafbaar waren.
Gingt ge die „Schoone Poort” binnen, dan
waart ge ia den eigenlijken tempel, maar
altyd nog in de open lucht Op den achter
grond vlak voor u, aan den Westkant,
ZONDAG 9 November. 22e Zondag na
Pinksteren. Kerkwjjdingnfeest van de Aarts
basiliek v. d. Allerh. Verlosser, gewoonljjk
genoemd de St. Jan van Lateranen. Op den
Coelischen berg (een der zeven heuvelen,
waarop Rome gebouwd is) hadden de La
teranen, ’n oud-Romeinsch, hun paleis.
De laatste bezitter, Plautius Lateranus,
werd door keizer Nero van leven en goede
ren beroofd, en eigende zich het paleis toe.
Keizer Constantijn schonk het als woning
aan den Paus, en deze en zyn opvolgers
bleven daar tot aau do tjjdelijke Verlegging
van hun verbljjf naar Avignon in de 14e
eeuw. Na do 70jarige ballingschap in Avig
non (Zuid-Frankrjjk) vestigden <je Pausen
zich bjj hun terugkeer in Rome, op het Va-
xpp,*meul<re het offervuur dat nooit mocht
uitgaan.
Tegen den achterkant van het altaar was
een breede, marmeren tafel aangebracht,
warop het vleesch gezouten werd, voor dat
bet op bet altaar gebracht werd.
Tusschen het altaar en het heiligdom
stond een groot bronzen waterbekken, Je
„Bronzen Zee”, voor do ritueele reinigingen;
rechts van bet altaar, aan den Noordkant,
pilaren met ijzeren dwa. «stangen er tus
schen, waaraan het offervleesch werd ge
hangen; en in den vloer, zware jjzeren rin
gen om bjj het slachten de runderen vast te
maken.
Het eigenljjk heiligdom, de kapel, was
onder dak. Het kreeg maar karig licht,
langs kleine venstertjes, muur- en dakgaten.
Een zwaar hangtapijt deelde het heiligdom
in twee ruimten: een groote vootTuimte^ het
Heilige, en een half zoo groote achterrulmte,
het Allerheiligste.
In het Allerheiligste stond niets, sinds de
Ark in de vorige eeuwen verbrand was.
Slechts ééns per jaar trad er een mensch in,
namelijk de hoogepriester op den Verzoe-
ningsdag.
In het midden van het voorruim, stond,
het kleine gouden rookaltaar, waarop ’s
morgens en ’s avonds wierook geofferd
werd; rechts daarvan aan den Noordkant
de gouden tafel def toonbrooden, waarop,
eiken sabbat twaalf versche brooden gelegd
werden; links, aan den Zuidkant, de gouden
zevenarmige kandelaar, die altyd branden
moest.
ticaan. Bij het edict van Constantijn In 313,
waarby het den christenen voortaan vrij
stond openbare Godshuizen te bouwen, wjjd-
de Paus 8. Sylvester I (314335) in zyn La-
teraansch paleis 'n kerk toegewijd aan den
Allerh. Verlosser, terwijl het beeld des Ver
lossers in den voorgevel wertkgeplaatet, *t
eerste katholieke beeld, dat teKome in het
openbaar werd opgericht.
De plechtigheden, wdannee een kerk
wordt ingewijd, werden voor deze gelegen
heid door Paus Sylvester ingesteld, met de
bepaling dat alle kerken voortaan op deze
plechtige wjjze, aan God zouden worden
toegewijd. Keizei* Constantijn bouwde by ’t
Lateraansch paleis uit dankbaarheid voor ’t
H. Doopsel, uit de handen van 8. Sylvester
ontvangen, ’n groote doopkapel, toegewijd
aan St. Jan den Dooper, die by het Romein
sche volk altyd, hoog in eere is geweest.
Langzamerhand ging de aaam van St. Jan
over op de daarbij staande basiliek, die zoo
doende genoemd wordt de St. Jan van La
teranen.
Deze basiliek, waarin kostbare schatten
en relikwieën worden bewaard, waar vele
kerkvergaderingen (de Concilies van I^ate-
raneu) zyn gehouden in de 12e en 13e eeuw,
is van oudsher de kathedraal van den Paus,
den Bisschop van Rome geweest, en tot het
jaar 1870. toen de Paus van zyn hoofdstad
en kerkelyke staten werd beroofd, en sinds
dien gevangene in het Vaticaan blijft,
nam d^-i’aus bjj zjjn verkiezing plechtig be
zit van de St. Jan van Lateranei^ welke dan
ook de hoofdkerk is van de kerken van
Rome en van alle kerken der wereld. Bo
ven den ingang leest men in Latjjn: „Moe
der en Hoofd van alle kerken der stad en
der wereld.” De St. Pieter bjj het Vaticaan
is de particuliere kerk van den Paus en
treedt tegenwoordig meer als boofdkerk op
den voorgrond, wjjl de Paus niet buiten 't
Vaticaan komt en dus alleen in den St. Pie
ter verschjjnt.
De St. Jan van Lateranen wordt ook ge
noemd: ,J^ula Dei” (is: Paleis Gods), de
gulden basiliek, de nieuwe Sinai (opschrift
in de hoofdabeis der oude basiliek) vanwaar
bjj monde v. Apostelen en Conciliën de beils
wet uitgaat.
Geljjk de Zaligmaker het Hoofd der uit
verkorenen is, zoo is ook de Kerk aan Hem
toegewyd, de hoofdkerk van alle kerken,
en de basilieken van Petrus en Paulus ge
legen ter linker- en rechterzijde, zyn als
twee armen, waarmede deze soeverein*1
wereldkerk, heel de aarde omvat, in ’t ver
langen allen te redden en te beschermen dn
haar moederlijke schoot.
In deze aartsbasiliek worden jaarlijks na
mens den Paus de Bisschoppelijke plechtig
heden verricht, als de wijding der H. H.
Oliën op Witten Donderdag, Doopvontwjj-
dingen op Paaschzaterdag, het H. Vormsel,
Priester- en Bisschopswijdingen. Dit komt
toe aan den kardinaal-Vicaris (tegenwoordig
Kard. Pompili) die namens den Paus het
Bisdom Rome bestuurt.
Uit vorenstaande blijkt voldoende waar
om het Kerkwydingsfeest van deze Basiliek
over heel dc wereld wordt meegevierd. Van
Petrus tot Sylvester toe lazen do Pausen
de H. Mis aan ’n houten altaar (wegens de
vervolgingen der eerste drie eeuwen, had
den ze geen vast verblijf). Terwjjl nu overal
een steenen altaar wordt voorgeechrcven,
heeft Paus Sylvester in deze kerk, dit hou
ten altaar geplaatst uit eerbied voor St.
Pieter en de overige H.H. Pausen (de eerste
54 Pausen van St. Petrus tot Felix III
(526—530) staan allen op de Ijjst der Hei
ligen), die er de H. Missen aan opdroegen
en daarbij bepaald, dat niemand anders dan
de Paus daaraan het H. Misoffer mag op
dragen. Deze kerk werd in den loop *der
tjjden dikwerf door brand, aardbevingen,
vyandeljjke aanvallen verwoest en even
dikwjjls hersteld. Een grondige herschcp-
1908 de roeping der Apostelen en zegt: „Uit
deze roeping is straks het apostolaat en uit
het apostolaat de zichtbare Kerk voortge
komen. Hier Is het eerste begin, dat straks
tot aanstelling leidt. Tot aanstelling van
bepaalde personen en een bepaald aantal, die
als zoodanig een met gezag bekleeden kring
zullen vormen. Deze m eigen kring aange
stelde personen worden straks uitgezonden,
eerst onder Israël en dan in de wereld. Uit
de wereld moeten ze de geloovigen om zich
verzamelen. En die kring van het apostolaat,
met de geloovigen. die zich aan hen aanslui
ten, wat is het anders dan de zichtbare Kerk
op aarde” (aangehaald bjj P. van Dorp, „Bjj-
bel of Leergezag”, blz. 146).
Art. XXVHI van de Belijdenis des geloofs
der Gereformeerde Kerken in Nederland luidt:
„dat een iegeljjk schuldig is zich bij de ware
Kerk te voegen”. Veronderstelt ook dit niet,
dat de ware kerk een zichtbare is?
Art. XXIX „van bet onderscheid en de
merkteekenen der ware en valscbe Kerk”.
Ook dit wjjpt op zichtbaarheid.
Overigens treft men in protestantsebe ge
schriften betreffende dit punt een mengel
moes van meeningen aan, waar niet uit te
komen is.
Na deze opmerkingen komen we tot onze
stelling:
Christus heeft gewild, dat zjjn godsdienst
in den vorm van een zichtbare Kerk zou
voortbestaan.
Christus heeft van den beginne af zjjn plan
kenbaar gemaakt, om een rjjk en wel een
zichtbaar ryk te stichten.
Slaan wjj het evangelie open, dan lezen we
b.v. bjj Mattbuus IV 23. „En Jesus ging rond
door geheel Galilea en leerde in hun synago
gen en predikte bet Evangelie van bet rijk
en genas iedere krankheid en iedere ziekte
onder het volk".
Dat rjjk nu is zjjn Kerk. Tot Petrus sprak
Christus: „Op deze steenrots zal ik myne
Kerk bouwenIk zal u de sleutels ge-
ven van het rijk der hemelen, Kerk en rjjk
der hemelen klinken hier in één adem.
De zichtbaarheid van dat Rjjk (die Kerk)
bljjkt uit de gelijkenissen, waarmede Hy dat
Rjjk aanduidde. Zjj spreken alle de gedachte
uit aan een zichtbare vereeniging.
Het rjjk der hemelen (de Kerk) is geljjk
aan een mostaardzaadje, aan een akker,
waarin naast de goede tarwe, ook onkruid
ópschiet; aan een net, dat goede en slechte
viaschen bevat.
Christus vergelijkt zjjn Kerk bjj een kud
de, een huis, een stad gelegen op een berg,
die zelfs niet verborgen kan worden; een
j schaapstal. Wjjzen al deze vergelijkingen niet
duidelijk op de zichtbaarheid van dat Ryk?
1 Niet alleen heeft Christus zyn plan ken
baar gemaakt, maar ook de stichting eener
Kerk beloofd: „Gij zjjt Kepha (steenrots) en
op deze Kepha (steenrots) zal ik mjjne Kerk
bouwen.
In een volgend artikel over de vervulling
der belofte, de daadwerkelijke instelling.
P. M. VERHOOFSTAD, Pr.
hoeken, stonden logge vierkante torens,
Buiten die feesten deed elke afdeeling op I met kanteelen en schietgaten. Ongeveer
week tempeldienst. Dat ge- i midden in den OosTmuur, langs het Kedron-
ping bracht Paus Benedictus XHI tot stand,
die ze opnieuw inwjjdde in 1726. Pius IX
heeft aan de verdere voltooiing zjjn aan
dacht besteed. Leo XIII heeft de groote
herstellingen, onderwijl noodig geworden,
voltooid en vooral bet mozaikwerk geheel
volgens het oorspronkelijke laten herstellen
en een nieuwe prachtig versierde ab«is la^
ten overbrengan in 1884.
Ged. H. Theodorus, soldaat-martelaar.
f 306.
MAANDAG. H. Andreas Avellines. Belij
der, eerst advocaat, welk ambt hij vaarwel
zeide, nadat hem eens in het vuur zijner re
de ’n leugen ontsnapt was. Trad in de orde
der Theatijnen, waarin hij overste werd.
1608.
Ged. H. Martelaren Tryphon cn Respicius
eeuw.
van
nog
tweeën
bedelaar.
CHRISTUS HEEFT EEN ZICHTBARE
KFRK GESTICHT.
Christus kwam op deze wereld als Priester,
Leeraar en Koning.
Als Koning nu heeft Hjj een geestelijk ko
ninkrijk gesticht, om de menschheid tot het
einde der wereld toe. deelachtig te maken,
aan de verdiensten, die Hij als Priester door
het offer van zyn leven heeft verdiend, en
spdat zijn leer, die Hij als Leeraar had ge
predikt, altyd zuiver en onvervalscht zou
worden verkondigd.
Dat koninkrijk noemde Hij „zjjn rijk”, „het
Rjjk Gods”, „het rjjk der hemelen”; dat rjjk
soemde Hjj ook „zijne kerk”.
Wanneer wjj spreken over Kerk, dan wil
len wjj daarmede aanduiden, dat Christus
lllen, die in Hem gelooven, die door Hem
lot de zaligheid willen gebracht worden,
heeft vereenigd tot een gemeenschap, heeft
«mengevoegd in een werkelijke vejeeniging.
Een vereeniging is een verzameling van men-
ochen, die onder een bepaald gezag, met ge-
neenschappelyke middelen, een gemeen-
óchappelijk doel nastreven.
Tot het wezen van iedere vereeniging
len dus vier bestanddeelen vereisent n.l. le
den, gezag, gemeenschappelijk doel en mid
delen. Het boofdbestanddeel echter is het
p.ezag, het bestuur. Zonder bestuur is het be-
Uaan van een echte vereeniging onmogeljjk.
De vraag is dus allereerst en voor de
hoofdzaak: heeft Christus al zjjp leerlingen
saamgevoegd door hen onder een bestuur
te stellen en zoo ja, dan is die vereeniging
evenals alle andere: zichtbaar, dan heeft
Christus een zichtbare kerk gesticht.
Wjj leggen hier zoozeer den nadruk op,
omdat de geloovige Protestanten van een
zichtbare kerk door Christus gesticht, met
een bepaalde inrichting en een zichtbaar be-
stuur, niets willen weten.
Christus stichtte volgens hen, slechts een
z.g.n. onzichtbare Kerk, der door-bet-geloof
gerechtvaardigden (Luther) of der uitverko
renen (Calvjjn). De zichtbare kerken of kerk- i
genootschappen, zjjn niet door Christus,
maar door de menschen zelf ingericht en ge-
organiseerd. Hieruit volgt, dat niemand ver
plicht is tot een bepaald kerkgenootschap te
behooren, en dat de menschen, hun organi
satie ook weer vrjj kunnen wjjzigen en an
ders kunnen inriehten.
Wjj Katholieken kennen geen onzichtbare
Kerk, maar wjj gelooven en zyn er van over
tuigd, dat Christus een echte zichtbare Kerk
heeft gesticht.
Toch zjjn de Hervormers niet bet eerst
met een onzichtbare Kerk voor den dag ge
komen. Reeds in de Middeleeuwen waren er
enkele secten, die ook dien kant uitgingen,
o.a. de Katharen en de Albigenzen. En voor
Luther en Calvjjn ook Wiclef en Hus. Doch
hun invloed was van weinig beteekenis, zoo-
dat we gerust kunnen zeggen, dat de zicht
bare Kerk als goddeljjke instelling 15 eeu
wen lang over de wereld algemeen was be
leden, toen de Hervormers met hun leer kwa
men over de onzichtbare Kerk. En zelfs door
hon werd de loochening van de zichtbare
kerk als goddeljjke instelling niet onmid-
ielljjk practisch aanvaard. Dit gebeurde eerst
later, toen het Protestantisme meer en meer
in verschillende sectete^niteenvjeL Cuther
noemt zeven kenteekeneÏKdfiz^ware Kerk.
Dit veronderstelt toch, dat die kerk zicht
baar is. Om nu alle protestantsche kerken te
redden, begonnen velen te spreken van de
pluriformiteit der Kerk, o.a. Dr. A. Kuyper.
Terloops mogen wjj hier even opmerken,
dat Dr. Kuyper in „de Heraut” van Sept.,
Oct. on Nov. 1908 herhaaldeljjk erkent, dat
Christus een zichtbare Kerk beeft gei
Zoo beschrjjft hjj in ’t nummer van 27