VOOR DE 8 rA mnmgsgranniitBirg n a «Ji u 8iiaiuui n itnu inm b n uut raaarax rj B 2f! H 'A% SB a n I g g antra NUMMER 5 VIERDE JAARGANG 1924 ..ÉS - KEES MELDERS 9 f4 B W i J&l i S I ONS DAMBORD. - IÉ B L Èi :F'“ EBN AFGEWEND GEVAAR. 4 GEDACHTEN EN WENKEN. HUISKAMER l ii 17 TWEEDE HOOFDSTUK. 19-23 'A Wat is 't kind goed bij stem vanavond tijd heeft dit spel, het Poolsche spel wer- voor het nieuwe een dambord 18—23 23x32 19—23 14—19 Wilt gij een vrouw aan 't spreken krij gen, erger haar dan, en al de grendels harer ziel zullen springen. Ah de zieke met sterft, heeft de dokter hem genezen. Als ge geen net hebt, gaat dan niet visschen. Het grootste talent weegt met tegen gezond verstand en tact van handelen op. Een ons voorzichtigheid is meer waard dan een pond kracht. Spreek wat waar is, drink wat klaar is, eet wat gaar is. De booze gaat duizend mijlen ver, de goede blijft binnenshuis. men alle hetgeen Mallet zelf let gaat zelfs :1 de voor- „Mooier, dat kan, maar beter gekleed dat kan niet," plaagde Kees terug. zei mijnheer Woudenstijn. „Ze is erg rijk hè V vroeg Kees. „Ja, heel rijk, en de eenige dochter al- De jeugd vonnist, de grijsheid spreekt vrij. 1 weten." Leentje had met belangstelling geluis- „Ik had niet gedacht dat mijnheer lel- jersrna een l Hij* was zeer trotsch en uit de hopgte, PROBLEEM No. 51. Auteur F. Raman, Amsterdam. Zie voorgaande opmerking. 20. 37—32 Een scherpe tong is een gevaarlijk wapen, ook voor dengene, die het han teert. 41. 34—30 Eenmaal zien is beter dan honderdmaal hooren. istijn was bi) Leentje galant zijn arm, trad :lui toe en sorak .Mag ik, en de gastvrouw Ida en de •- *- cnon Ken neooen. ida kreeg 'n hand OOOR TINS LAN9IHMORIT at kocht de zaak en kocht een vtrffabnek. Poog in alle levensomstandigheden uw opgewektheid en goeden luim te behou den. Dat is de beste waarborg voor een gelukkig en lang leven. Menigeen gebruikt de eerste helft van zijn leven, om de tweede helft te bederven. en van geluk toen Kees, na afloop, 4 bij te voegen de hand stevig drukte. Leen* Zij „Karei, ie zei vroeger altijd, dat ie mij het huwelijk tot een hemel zou maken, en au weiger ie mij dit zijden kleed r Hij„Maar, lieveling, m den hemel kan je toch geen zijden kleed gebruiken mijnheer Woudenstijn zaken deed, en Kees was waarmee hij wist, een prei bridge of whist te kunnen 1 kunnen volgen Zwart ro—ar, 1 7—12, 3x44. Eei een beetje duur. t zoo lang uitgehouden hebben.” „En Ida V’ vroeg Kees belangstel' „Ja, daar moet je zelf maar over oordee- 21. 32—27 23 x 34 22. 39 x 30 14—19 Op 13—19 volgt 27—21, 33-28, 31 x 4. 23. 45—40 24. 40—34 25. 34—29 26. 30x39 27. 39—34 28. 34—30 29. 33—29 Vrijwel gedwongen bijv, volgt 1419 met gunstig spel 30. 47—41 31. 30 x 39 13—19 Profiteert terecht van de gelegenheid om deze rij in het spel te brengen. 32. 41—37 33 38—33 Aangewezen is 23—28, hetgeen voor- deelig spel aan zwart geeft b.v. op 33—» op 43—38 9-14 19-23 23x34 14—19 5—10 10—14 19—23 idwongen bijv, op 29—24 l voor zwart. PROBLEEM No. 52. Auteur B. G. Stevens, Hardinxveld. 51. 24-20 52. 35-30 53. 20—15 54. 40—35 55. li-10 56. 10—5. Zwart geeft op. 1SIIL l speelgang. Het spel kwam daardoor niet tot volmaaktheid -L ll-niet JjQOgjfj men het ook wel groot? moeilijk- net sp UIT EEN ONZER SCHOLEN. Onderwijzer„Piet, noem jij eens eemge houtsoorten." Piet „Eikenhout, dennenhout, beuken hout, hout van een beroerte." Onderwijzer „Wabliefje? Hout van een beroerte?" Piet„Ja, mijnheer, een oom van me heeft laatst een tak van een beroerte gehad." „Wij kunnen het toch probeeren „Liever op ’n dag dat er tan iveem Stand in cijfers Wit 10 schijven op 21, 27, 30, 35, 36, 38, 40, 44, 46 en 48. Zwart 10 schijven op 7, 8, 9, 10, 12, 14, 17, 18, 26 en 29. PARTIJ. Gespeeld russchen de heeren M. ten Brink met wit en C. J. Lochtenberg met zwart in den Meesterwedstrijd van 1915. op dan te zwijgen en het briefje te schrij ven. Een paar dagei plaats hebben. Ei gasten genoodigd vrienden, vriendei af en toe eens 'n men maken, een paar 1. 34—30 20—24 Zwart heeft verschillende goede ant woorden, b.v. 2025, 18—23 of 1721. De gekozen voortzetting is zwak. Geeft wit gelegenheid het centrum te betwisten. 2. 30—25 .De sterkste voortzetting om zwart het midden te beletten. Op 1923 kan wit desverkiezend 32—28, 37 x 28, of 33—29, 39x19 en 3228 spelen. ONZE DIENSTBODEN. Mevrouw „Marie, kijk me toch die stoeien eens aan er ligt wel een duim dik stof op.” Dienstbode „Maar mevrouw 1 Dat spreekt toch vanzelf, daar heeft immers ook nog niemand op gezeten. Nee, die’s goed, hoor!” De vader der leugen is altijd bezig onkruid onder de tarwe te zaaien. tje hebt." „Leentje, om te rille: lachje en ze stond kamer te gaan en zc maken aan het gesprek, Als .men zijn plicht jegens zijn ouders vervullen wil, zijn er reeds dood. Alcohol is een belangrijke bijdrage tot voeding van de vlam der sociale ontevre denheid. Gaarne houd ik mij aanbeelden voor iroblemen enz. De oplossingen moeten tinnen 7 dagen in mijn bezit zijn. Goede oplossingen mocht ihontvangen it samenspel goed gewend. Hij blik later klonken de heerlijke toonen van ■ettig partijtje hoopte nu maar dat hij met Ida even goed spelen, terwijl zou kunnen spelen, want Leentje had hem hoe weinig kans de hekstelling biedt Wit heeft uitmuntend gespeeld om zwart in dezen stand te houden. Zwart daaren tegen beeft met steeds de sterkste zetten gedaan en desniettemin is de winst uit gesloten bij de aangegeven voortzetting. 7—11 is vermoedelijk gespeeld om als wit 43-39 antwoordt 16—21, 13x44 te spelen. 45. 29—24I 46. 34—29 Deze voor de hand liggende voortzet ting is vernietigend voor zwart. 25 x 34 Het maakt geen verschil hoe zwart :lt. 29 x 40 23—28 28x37 22x31 17—22 „Och waarom zouden we. Het is toen zoo ook goed t” zei Ida. En toen mijnheer verbaasd keek, voegde ze eraan toe „We kennen elkaar nog te weinig.” „O pardon. Ik dacht, ik amende.... gestoord Uentjehij^hem'mhuiswm ZwTa „Ik ben gewoon juffrouw te zeggi u A is de jonge dame ook een jaar jon»“|» dat moet maar zoo blijven ook." (Wordt woorttuWM Atle correspondentie de te rubriek be treffende, te zenden aan den heer W.N. Stuifbergen, adres Bureau van dit blad. „Da's aardig. Natuurlijk gaan we er s)*rP heen Ida," zei mevrouw, maar Ida schud- dikkt de het hoofd en riep verteld, dat Ida opdien bezoekmiddag haar 1 Kees te spelen. viool en piano zwegen riep mijnbeer Wou- Nadat nog een paar gasten ontvangen denstijn bravo en mevrouw Brandes kwam waren, verscheen mevrouw Jelgersma met naar den muzieksalon en vroeg s haar dochter. Er zijn toch ook woorden bij die nu- Kees bloosde toen hij het meisje zag. ziek. Een van de dames wil misschien we! Het donker krulhaar was smaakvol ge- wij het stuk’ nog eens.” kapt, en trots stond het ovale kopje op „Er zijn woorden t den slanke hals met een prachtige snoer wenstemmen. Dieven - maar in dit gevaljnoet ik je toch zeg- jen verhuizen naar een grootere zaak op had het gesprek gehoord en 2J vroeg vl „Ach toe, mijnheer Meli Eenige weken later ontvingen mevrouw komen om te zien of alles in Orde was en --- ging voor een avond bij mijnheer Wouden- bewondering 1 Stijn, welke uitnoodiging door de beide het eenvoudige Leentje? Zij zag er stra- sierd was gaven het meisje iets vorstelijks. 1 l ‘II i - - I --1 1 a - l- aa. a. -J t S - - J.1. l.l** wv aa e - »,r,ex een hww, Dcwccroc, mei goca genoeg te xuimcn t>0nl^cn *5ecsl’ en stangde verward een paar zingen om zich hier te laten hooren en :e, roodblönde haar was keung opge- voorgesteld. Ida van haar 'kanT vond Kees k^dë 'j w maakt, en een enkele kam, in d1 „Nee hoor ma, we moeten zien eraf te de bonte kleuren als^ de halsketting was een gewonen jongen te zien links en hou- komen.” „Waarom Het is goed voor ons af en toe weer eens uit te gaan en een goeden vriend van je vader mag zeker wel het e^rst voor een bezoek in aanmer king komen.” „O, maar ik zou den ouden heer ook graag bezoeken als die Leentje er maar niet was.” „Maar kind, wat heb je tegen Leentje. Zoo iets moois had hij niet verwacht 1 zoo goed zijn die te zingen, dan hooren Het donker krulhaar was smaakvol ge- wij het stuk nog eens.” kapt, en trots stond het ovale kopje op „Er zijn woorden bij voor twee vrou- -- -L ._n de docht* is’n alt, veryerd. De rijk-groen-ziiden ja- de stem van de moeder een lagen stem, zuigen maar de lage De oplossing van oelenprobleem No. 48 (auteur P. H. Duijndain) is als volgt: Wit43—39, 25—20, 21—17, 26 x 28 34 X 1. Zwart44 x 22, 14 x 25, 12 X 21, 23 x 32. Partijstand No. 49 (N. v. d. Maas Scher pemsse). Wit 34—29, 37—31, 32 X 41, 33—29, 38 X 9, 25 x 5. Partijstand no. 50 (B. van Rees). Wit34—29, 45—40, 44—40, 37—31, 32 x 41, 22—18, 33^»-49 x 7, 35 x 2. Wit 12 schijven op 25, 29, 30, 31, 36, 37, 38, 39, 43, 46, 4? en 50. Zwart 12 schijven op 6, 7, 8,10, 11, 13, 14, 15, 18, 20, 21 en 28. ’achtige stem I Zij overtrof - - -- „-zeten zich zelven en haar moeder hoorde het en op de gezellige Cosy-borner, babbelden dacht over het geliefde onderwerp van de da- Wat is 't kind goed bij stem vanavond. - de huishouding en de dienstboden. De ware rede echter was dat ze haar best „Ida Jelgersma is werkelijk heel mooi In de muziekzaal was de boekhouder en deed bij Kees in den smaak te vallen en zou een goede pytij voor je zijn Kees mijnheer de Graaf aan de piano ’aan zit- zij bloosde van v, «1 ten en toe hij een paar vroolijke stukken haar de hand toeitak en zonder er 'n woord gespeeld had, volgden ook de anderen, bij te voegen de hand stevig drukte. Leen* - **ees j j0*?.. T31 •c***ef*f nuar tje had bij de verbindingsdêur van de twee leen een beetje verwend maar dat kan jij dra stond Ida bij hem en stelde voor, dat vertrekken gestaan en toegeluisterd. Half spelen." „Nu ja, als die „iedereen" genoeg van muziek weet. w „Begin dan met 'n eenvoudig ding, gewoon winkelhuis heeft ge- Weet u wat mijn lievelingsstukje is „Het spijt me werkelijk, juffrouw Bran- kalmpies: en als mevrouw niet zoo'n lief eenvoudig des, dat ik nog met het genoegen heb ge- vitatie en wel, dat wij beiden graag de uit- niet' noodiging aannemen „Enfin, als u ’t absoluut wilt moet het, maar u i ik onaangenaam ben," klonk het boos. „Ik weet, dat mijn dochter zich in ge- 19x30 geeft zwart het midden prtjs. 9. 45—40 17—22 In de gegeven omstandigheden de X aangewezen voortzetting. 11. 31—26 Gespeeld met de bedoeling vroeg of laat XWATt 111 •a11<mm, o* «««MAM- T"ïtf IC niet sterk. Wij geven _de voorkeur aan veld 23, dan zou wit door 3429 sterk uitruilen. 13-19 IX 37—31 19—23 44. 33—» Op 7-11 volgt 26-21,33-28,31x35. 1 J3. 41-37 A 14. 50—45 15. 34-» 16. 40x79 dan voortzetten als je getrouwd bent." „Ik vrees, dat 't rijke, verwende doch- --iiw tertje zoo n jongen van genngen afkomst heb ik alleen nog maar met mijn muziek- elkaar begrepen en zij geloofde dat dit niet %al éuinkijkcn.M «•■****m itaaa „Dat zou heel dwaas van Ida rijn, want lend. haar eigen vader is ook 'n gewoon man. Hij werd geboren in een armoedig verf- „Net e'en en verschafte bijgevolg 20—25 genot. Misschien heeft 4v—a m. jj711 niet voortgezet om de iww>ia- p, *ix55. Niet sterk. Aangewezen is 13—19, heden. Niet iedereen kon het spelen, want 913 813 hetgeen zwart een vrij zekere remise het vereischte een bijzondere studie en 49 geeft. Het zou ons te ver voeren al deze veel combinatievermogen, benevens een Goede oplossingen mocht 23 x 34 varianten te behandelen. Men onderzoeke groote accuratesse bij de berekening. Men van H. D .tz, G. Numan, 30—35 dit maar eens. Deze stand is een voorbeeld zag het alleen spelen door hen, die in Geest, J de Haas, N. v. d. Po< Zwart 16—2L 19—24. 813, 1822. meer voor combinaties en leverde heel 1_. J 1 _rn aardige aan zwart geeft b.v. op op 43—38 28—23 28-32,12 x M Op 42—38 met uitmuntend spel wr het gesprek en de dimes in hun babbel- verlangen had te kennen gegeven met hoekje luisterden met welgevallen. Toen 3. 32-28 4. 37x28 Het resultaat van de opening is, dat 30x17, 31x13. wit het midden bezet. Bij goed tegenspel 36. 42—38 is dit op den duur niet te handhaven, Op 4339 had de volgende fraaie slag maar het dwingt zwart steeds in den aan vang zich tot het passieve spel te bepalen. 5. 4i—37 7—12 6. 46—41 1— 7 7. 40—34 24-30 37. 30—24 8. 35 x 24 19 x 30 38. 25 x 34 Het ontwikkelen van den rand is niet 39. 3833 sterk, 18—23 is de voortzetting. Door 40. 4339 Zwart kan door 16—21, 14—19, 18—23 op 41 komen, maar wit laat volgen 4237 enz., waardoor wit een schijf in het voor deel komt. 17. 44—40 Daar wit het voornemen heeft de hek stelling in te nemen, moet deze randschijt worden afgeruild. 35x44 18. 49 x 40 14-19 Op 13-19 volgt 29-23,31—27,33 x 4. 19. 40-35 Veel sterker is 3732. Nu kan zwart 16—21, 18—23, 12x41 spelen. Wü moet dan 4237, 38 x 27 laten volgen, waar door zwart voordeeliger stand verkrijgt? speel 10—14 47. 1 48 37—32 49. 31x42 50. 26 x 37 ik zoo onuitstaanbaar van haar.' „Maar ze kan tegen ons toch niet meer doen alsof ze onze dienstbode is. Het doet me werkelijk genoegen voor haar, dat ze bij mijnheer Woudenstijn als 'n kind des huizes wordt beschouwd en dat ze zich zoo wonderlijk goed in dien omstandig heid kan schikken zonder aanstellerij of overdreven deftig doen." „Nou, en ik vind ze een geweldige aan stelster en bedank er voor als 'n soort mindere van dat meisje te worden be schouwd.” Mevrouw Jeleersma schudde het hoofd en zei toen kordaat ,Je weet Ida, dat ik je niet dwii ergéns heen te gaan waar je geen hebt hl gen, dat je verkeerd bent, en dat je mee moet gaan ook, tegen je zin, om niet den roepen, tot hem te komen. Dan sterft de jet weg, en nog even zingt de viool de en gelenzang na. Ida met haar volle, zong de partij schittere sproken had Mijnheer Woudenstijn was bij Leentje gekomen bood haar 1r op de jongelui toe en soral „Mag ik, en de gastvrouw Ida eac<n- wat even oud I" vroeg mijnheer Wouden- -- Vbiuinncu CAMS 11 VU VOT'gW.SMMM.A AA** A ze samen iets zouden spelen. verborgen achter de zware gordijnen zag ATT1 met 1 gaan Tot nu.toe 2e hoe Kees en Ida met een enkele blik leeraar samen gespeeld,” zei Kees aarze lt. de jongelui muziek maakten en de oudere dames babbelden. Kort voor de komst van de gasten was Leentje in het salon ge- Jelgersma en haar dochter een uitnoodi- zij was door haar braven pleegvader met pon kleurde goed bij haar donkeren tint De alt kan ik niet alleen op muzikaal gebied was, maar dat ook andere gevoelens in ’t spel waren. Ida haar schoonzuster. Dat trotsche .a u..-v mi-j xj) ging nMr - [oeden stand. De zoon erfde alles, ver- het tweetal toe en -ocht de zaak en kocht een verffabriek, „Ach toe, mijnl.—a», te ^den ,c ,ets ,e8en Leen- VOnd een nieuw soort lak uit, en werd rijk 's hooren, hoe u speelt. Ida is zoo handig. alleen die naam is al genoeg waarëhijtSjk’wêï :n zei Ida met 'n hatelijk Leentje had m« om naar haar urd en zei toen inde een eind te aan het gesprek, maar me- geréi puw Jelgersma hield haar terug en zei had. „Schrijf even een antwoord op de in- vrouwtje geweest was, zou ik het er zeker had, u zoo vaak te ontmoeten, dat ik daar- J - - -van op de hoogte ben. Wilt u 't ons zeg- noodiging aannemen. >tEn Ida?1' vroeg Kees belangstellend, gen. --„Ja, daar moet je zelf maar over oordee- „O ja. Speel als u blieft „La Serenata” moet me met kwalijk nemen als ien/ jjj )C haar hebt leeren kennen. Ik kan van Braga. Ik weet dat u die bij uw mu- -iHmv um zoo moeilijk( VOQr h^r u het te ho- ziek heeft." - pen, dat zij den aard van haar moeder ge- „Zoo, heeft de jongedame in mijn mu- zebehap weet te gedragen en ben dus voor ïrfd heeft,” meende mijnheer Wouden- ziek gesnuffeld,” lachte Kees, die't vroo- dit dreigement niet bang, zei de moeder stijn en toen stond hij op om een --1 glimlachend er zat voor Ida niet anders xijn vrienden tegemoet te gaan. ontmoet'had, graag mocht. Kees haalde wat muziek te voorschijn I en schoof de deuren open naar de de klei- toeluisterde alsof het gebabbel van dat i L: - waren slechts weinig dan laatsten tijd hard gestudeerd en zijn en wel de heel goede leeraar stond verbaasd over wat de jonge- vrienden die gewoon waren af man, die nog maar zoo kort les had, reeds ri) ging vleiend Iders, laat ons meThaar met het vervaardigen ervan. Ida zal dat Zij kan, geloof ik tentond met lederee’n heërê'n^rtcht'harteliik’ dankên,"vóor* hel -kii-liii, l .~t.„ genoegen dat zij ons r ------ De heeren bogen, van den ouden heer. „Het was verrukkelijk, juffrouw Jel gersma,” zei Leentje met glinsterende oogen en Ida zei koeltjes „Ik wist niet dat u van muziek hield, juffrouw.” „Men kan wel van muziek houden, zon der zelf te zingen of te spelen,” zei Leen tje, die voelde dat Ida het zei met *t oog op haar weinige ontwikkeling. „En waarom noemen jelui elkaar eigen lijk niet bij den naam. Je beat toch zoo paar van lijke jonge meisje, dat bij al eenige malen ëtijiiï Z^M*AMA_A* 1.AA AA A a* MA A A Ia O A - w-w Hi) zag hoe Ida een beetje hooghartig zoo ook rJï:' ^2^:1 ?2_ ÏT? later zou het feestje ne muziekkamer achter het salon. Hij had kind, haar verveelde. Dat was ook werkelijk zoo. Ida had spijt dat Mien Brandes haar gesprek met - - Kees gestoord had. Zij knikte slechts *a*m»i- au, oul gezellig babbeltje te ko- spelen kon. Zijn grootste genoegen was, stemmend, toen Kees vroeg of zij ,4a Sere- 70^»,^ hem en zei paar heeren waarmee zijn leerling te begeleiden op de piano en nata” met hem wilde spelen en een oogen- jg ben gewoon iufl Braga’s acl salon aan de het Poolsche spel van zekere kracht waren. Ten slotte heeft dit spel gezegevierd, gelijk het deed boven het Fransche spel. In vergelijking met het Poolsche dam spel, is het oude Fransche spel wel zeer geborneerd. Het wordt gespeeld op een bord met 64 ruiten en 24 schijven, 12 tegen 12. De schijven mogen slechts vooruit en gaan slechts een schrede (ruit) tegelijk, tenzij bij het slaan. In plaats daarvan wordt het Poolsche op een dam bord gespeeld met lOOruiten en 40schijven. De schijven slaan voor- en achteruit en een dam gaat over verscheidene ruiten. Dit geeft diepere, meer varieerende en talrijker combinaties. Hoe geborneerd dit oude Fransche spel ook is, het heeft evengoed zijn fines ses en moeilijkheden en om het goed te spelen vereischt het verstand en talent. Al zijn er ook geen groote slagen mogelijk zooals in het Poolsche spel, toch zijn er, die met minder combinatievermo|en ver gen. Het vereischt bovenal een fijn schij- venspel en een groote kunde in tcmpospel, alsmede de kunst om den tegenstander in te sluiten of hem in lastige posities te brengen, hetgeen zelfs de ware kunde uitmaakt in het Poolsche spel. Mallet, die dit oude spel in dea grond bestudeerd had, die er zeer sterk in was en den geest ervan volmaakt onder de knie had, be weert, dat er in dit spel een zoo groote en diepe winstberekeningen mogelijk zijn, dat er in zijn tijd niemand was, die het volmaakt goed speelde, hoe geleerd men ook was, in de theorie of practijk van 13—19 kunsten en wetenschappen, zelfs in de- 1621 monstratieve wetenschappen, zooals wis- 2227 kunde, en dat men nog geen partij had 1923 kunnen ontwerpen waarmee 2126 andere winnen kon, hetgeen 2 voor onmogelijk hield. Malle zoover, dat hij dit Fransche spel keur gaf boven het schaakspel, omdat een goed schaakspeler het stuk kan aangeven waarmede hij mat zal zetten, terwijl het m MANOURY EN Z’N WERK. het damspel niet mogelijk is de schijf of Uit het laatste stuk hebben wij gezien, de dam aan te wijzen, die den laatsten zet dat als plaats van uitvinding van het Pool- zal doen en de partij zal winnen. Zonder sche damspel, het Palais Royal te Parijs hier een verhandeling te geven over het moet worden aangenomen. Het spel werd gevoelen van Mallet, met betrekking daar geboren als resultaat van oe studie tot den voorrang van een det beide spelen, van een onbekenden Pool en een hoofd- hetgeen mij wellicht te ver zou voeren, officier. Het stuk in ons nummer van vori- staat het vast, dat de voortreffelijkheid ge week werd, als volgt besloten „Heeft van een speler in het Fransche spel, op men niet een veertig jaren geleden onge- een bijzonder telent wees, want die be- veer, bijna hetzelfde zien gebeuren in kwaamheid gaf den sterken spelers een ik weet niet welk café, waar twee beoefe- zekere beroemdheid en zij werden met naren van het Poolsche spel, terwijl zij onderscheiding genoemd, zooals die van aan het spelen waren en een slag uitvoer- onzen tijd. 1217. den, een nieuwen spelgang en een cotn- 34. 33—» 23x34 binatie uitvoerden V' Manoury verhaalt 35. 39 x 30 39 ons daaromtrent verder In hun spel Op 1923 volgt 2/—21, 2520, schoof en sloeg men in alle richtingen, naar voren en naar achteren, zijdelings en recht vooruit. Deze speelwijze, die J men, zonder eigenlijk te weten waarom, de Babylonische noemde, leende zich slag hoewel zonderlinge slagen op. Gedurende eenigen a Aa a a m. a a 914 kelijk verdrongen en wellicht zou dit 19x30 heelemaal in vergetelheid geraakt zijn, 813 als -1- 1419 had vervaardigd, dat meer in overeenstem- 28 ming was met de uitgebreidheid van de 30 spelgang. Het terrein op het huidige dam- 33—» volgt 1621, 1923, 13 bord is te klein voor dit spel. Men had hier het aantal schijven naar verhouding 1520 moeten vermeerderen, zooals men deed Ij,''3126 62. 4843 toen men het Fransche spel voor het -a.. - t Natuurlijk niet 3025, zwart kan dan Poolsche vaarwel zei. Het terrein van den de hekstelling te nemen. Dit is laten volgen 19—24, 13—19, 18 x 38. strijd was te klein, het aantal strijders te •m.» -- 22J 1923 beperkt; dit alles was een beletsel voor 50—-45*en vervolgens 37—32. Bezet zwart 43. 39—34 de ontwikkeling van dien speelgang. Het Op 43—38 kwam zwart 20—24, 12x een schijf voor. aangekeken^ Was Leentje, en de zilverkant waarmee het kleed ver- niet," zei Ida. - -*2* --- --,- .^...2,—. Mien Brandes kende bet lied wel, snaar dames met verschillende gevoelens werd lend uit in haar roodkleurig zijden kleedje „Net een sprookjes-prinses,” dacht beweerde, met goed genoeg te kunnen ontvangen. met geen ander versiersel ais bonten Kees, en hij stamelde verward een paar zingen om zich hier te laten hooren en en bontgekleurde halsketting. Het banale woorden toen hij aan Ida werd omdat mijnheer de Graaf het bed ook - -- •-«uue en zeer goed zong, besloot men, maakt, en een enkele kam, in dezelf- echt knap en een heer. Zij had gedacht dat die de moederpartij zou zingen. - I-1En weer klonk de klagende zang van dr in haar wrong gestoken.terig en leehjk, maar Kees beviel haarze er viool, de engelenzang, waarnaar de zieke „Smaakvol hoor kind, zei mijnheer goed. dochter ligt te luisteren totdat zij aan ouden Woudenstijn die werkelijk nieuwsgierig Er kwamen nog een paar jongelui, na- haar moeder vraagt vanwaar die toonen zou\leedehn'meW’e BCh VOW die° W^’d bo*thouder ,va" komen, die slechte dooe engelen gezongen „Jammer, dat je mijn zus bentriep echtpaar met zoon en dochter en de jon- da?^ gelui verzamelden zich spoedig in het mu- zingt in de geheimzinnige duisternis en „Waarom jammer, i. t met naar je zieksalon. slot §e dochter^e zingt dat de ïm m u Leentje bleef bij de oudere dames, eer- stemmen van den hemel komen en haar auu, --”Ne*' omdat zi) geen verstand van mu- roepen, tot hem te komen. Dan sterft de Ze was onlangs op ons middagbezoek al- *.n uet er 100 hef uit, dat ik stellig ver- ziek had, en verder om n oogje te houden zang in een lang aangehouden toon zacht- lerbefst, gedroeg uch werkelijk als ’n dame zou worden ab mijn zus met op de dienstmeisjes die de gasten bedien- *n ’uA m—m dat’ Nou’ komt v*n*v°nd Weldra zaten eenige heeren en dames «eë o«e wis^ói iubthdlt^e '°?ge d?T die v*el Mn twe* »P««ltafeltjes en Leentje met me- ger onze diensttxide was, en juist oatze en h veeJ w oan vrouw Jelgersma en nog ’n dame gezeten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 8