van het
„Xoord-IIolIandsch Dagblad”
7,
Surprisesavond tl de
tragedie van een went
•I,
,1
No. 3S7-
I
-
1R
en
r
St. Nicolaasnummer
•f
ouder
hui juist zulke heerlijke dingen
'n stukje
’t
deze
den
toen na
hebben nog maar f 1.27.'?
>e, den Drie keer vijf en
i» *otjj UviutW- ten .eoa'lialf.
er
o«r
Trees voelde zich ’n slimmerd, ’n buiten
gewone slimmerd. En wat gelukkig dat ze
van de
n
k
iter-
in
voorbij of ®e had één,
;^er haar schat bewonderd.
onder
armpje
zoo ea-
tte
te
Ti
en
Sint Nicolaastyd
te wachten na
tranen in de oogen als ze aan de „pech"
dacht. Trees was minder zwaartillend.
De pakjes moesten maar in de groot*
mand en geen haan die er naar kraaide.
De kunst voor Cok en Trees op 5 Decem
ber was: de geoote mand uit te vinden.
Wie het praatje rondgestrooid had, be
grepen ze niet, maar de heele familie leek
wel te verwachten, dat ze 'n eigen mand
kranten en vloeijaapiei
'n nieuwe regel by „h<
bewaarde ae die tot *t «Ogenblik, waarop
de worst «elf den indruk er van verhoogde.
toekomstig zak-
JtelMk.
t rees was ’n liefhebbend zusje.
Z. vond Miep, de oudste, ’u flauwe goed-
-ul. Lenie 'n draak. Ans 'n akelige onder
wijzeres en Cok ’n naar wicht. Piepie, de
jongste, was natuurlijk het akeligste ver-
w ude .ohaap dat op twee beenen rondliep.
i de jongens „vond” ze maar niets.
Oi>*e breve Heer had haar begiftigd met ’n
paar broers, van wie de kwaliteiten niet on-
iil'f woorden waren te brengen. Altijd vol
gens Trees.
Toch liep Trees er over te tobben, dat ze~
nu heuseb niets zou hebben met Sint Nico-'
laas.
En ze
trezieHl
n Snoes van ’n poppetje bij Kóuwenho-
v en “voor inaar vijftig cent. Piepie zou vast
kleuren van blijdschap als ze *t uit 't papier
haalde. En 'n grappig presse-papier voor
.Miep, leuk en toch mooi. Wel wat licht en
klein, maar toch, zooveel'papieren had Miep
toch nooit op haar tafeltje. Voor Lenie zou
ze zoon leuk leeren notitieboekje koopen
la-nie hield idioot veel van allerlei kleine
ne.-ten waar 'n verstandig meneefa nooit over
denken zou, omdat ze tóch niet bruikbaar
waren. Moes kreeg bepaald zoo'n schat van
’n eau-de-cologne fleschje of 'n nieuwe
poederdoos of 'n kopje neen, dat brak
toch dadelijk, ’n eau-de-colognefleschje dan
maar.
Anne Trees!
Wat gaf ’t of ze o, veel beter dan an
dere jaren verrassingen bedenken kon!
Ze had immers geen spie! En met ’r zakgeld
kwam ze niet verder dan veertig cent.
21 ze nu voor veertig cent
d Trees het maar niet dadelijk op.
I je, er zou toch wel aan geld te-
■-'
op haar
haar niet aantrek!
haar teleurgesteld gezichtje.
„Ja, *t is mischieu wat veel, maar de mar
sepein is van ’n bijzondere kwaliteit, zoo’n
worst kan als 'n groot cadeau dienen.”
Trees' groote oogen staarden begeerig
naar het dikke grijze eindje. Ook Cok tuur
de naar de weegschaal. -
Tot Trees 't gek begon te vinden en Cok
aanstootte „nou?”
Ook de juffrouw begon 't te vervelen. Ze
moeet nog zooveel bestellingen afwegen.
„Zal ik 'm dan maar weer in do etalage
leggen?”
Nog was Cok besluiteloos.
Juist was Cok aan do moeilijke aftreksom
5.75—2.02 >4.
„Stil toch”, knorde ze.
„We moeten toch wat zeggen.”
Maar toen ze de worst zag wegnemen en
langzaam omhoog gaan tot ’t groenige, ge
slepen glas, toen werd 't haar toch te mach
tig.
Met wegcijfering van alle bezwaren hakte
ze den knoop door: „Pakt u haar dan toch
maar in, juffrouw.” Trees nam de worst aan.
Met ’n gevoel van blijdschap, maar toch
nog wat angstig, zag Cok ’m verdwijnen in
Trees’ groezeligcn onderzak.
2.02K1
Maar ’t was dan ook een manjefieke
worst. Cok kon er geen beter woord voor
vinden dan manjefiek. En alle voordeelen
hadden ze immers voer die naar kwartjes
méér.
Moe zou 'm heerlijk vinden en lachen
-- en zjj zou 'n leuk vers maken.
Buiten voelde ook Trees zich gedrongen,
nog eens alle bezwaren weg te praten. Ben
je mal, pa 'n sigaar minder en Piep ’n pop
petje van ’n kwartje en Leni 'n cretonnen-,
boekje inplaats van 'nleer, wel, al hadden
ze vier gulden besteed inplaatsvaa Twee,
dan konden ze nog royaal geven.
En tóch bleef Cok twijfelen, 352 S
voor ’n pa en zes mepschen!
Die Tree» was me w echte sukkelt Daar
kwam ze zoo maar opeens tot de ontdekking
dat ze zegge twee kwartjes ver-lo-ren had!
Verloren!
Cok legde Ti diepe minachting in dat drie
lettergrepige woordje.
Verforen!
’t Zou wel waar zijn.
Natuurlijk had ze er lekkers voor ge
kocht. En zij Cok bleef met de zorgen
zitten!
3.02 S voor ’n pa en zes menschen.
Wel, Cok zou 't af kunnen maken. Die
had altijd zulke uiige gedachten!
't Zou grappig zijn, zoo’n worst ecns_wer
kelijk te geven.
Wat zou moe lachen.
En achteraf zou ze denken: „Wat hartelijk
van die Cok en Trees!"
Trees vond 't de grootste loftuiting, ais
iemand zei, dat ze hartelijk was.
Zoo, echt ook, om hartelijk wezen, dan
vond iedereen je aardig.
Hoe duur zou die worst zijn?
Op ’r teenen staande, probeerde Trees 't
kleine prijsje te vinden. Akelig, dat 't raam
juist beslagen was. Nu wist ze niet eens of
er wel ’n prijsje opstond.
Als ie eens ’n gulden kostte.dat kon
Bruin wel trekken of 1.25.
Hè kostte ie eens 1.25.
- Wat 'n lol op Sinterklaasje!
En achteraf zou ze ook eens
marsepein proeven!
Marsepein had Trees nooit gegeten.
Zoo’n weeldeartikel kenden ze niet in
eenvoudige, groote middenstandsgezin.
Niemand zou er ook van 't jaar aan den
ken om 't te koopen, daarvan was Trees
overtuigd. En moe hield er juist zooveel
van! Tenminste, Trees dacht, dat moes er
bepaald veel van houden zou.
Middags in school zat Trees gedurig te
soezen over haar worst. Opletten behoorde
niet bepaald tot haar deugden, maar van
middag was 't al heel bar. Eindelijk besloot
zjj, om vier uur Cok erover te spreken. Cok
vond het echt leuk, dat Trees op stond te
wachten na school.
Kdhsjes schoof ze haar mager
door Trees’ stevigen arm. Gezellig,
men naar de stad te gaan! Wijselijk zweeg
Trees over de worst, tot ze voor het raam
van van der Heiden stonden.
„Wat een worst, hé” kon ze toen eindelijk
uitroepen, „zoo iets voor moe!"
„Toch veel te duur”, oordeelde de ver
standige Cok.
„Voor moe moet het nooit te duur zijn”,
Trees wist de zwakke plek in Corrie’s ge
sloten hartje.
„Zeg nu zelf eens, kun je niet vejl beter
aan moe 'n groot cadeau geven en aan al
de anderen ’n kleintje, dan aan allemaal
iets, dat toch nog te klein is yoor ’n groot
cadeau?”
Cok voelde nog niet dadelijk, dat
worst het groote cadeau moest zijn.
„O ja, natuurlijk aan moe 't allermooiste.”
„Dan moeten we moe die worst geven."
Trees had <ki
al in haar ban" Maar Cok trok haar i
vinnig weg, dat Trees verontwaardigd deed:
„kind, ’t is net of we vechten.”
„Luister dan toch eens”, Cok kreeg er 'n
kleur van, „we kunnen moe toch niet enkel
wat lekkers geven, en dan en dan....”
Trees verontwaardigde blik deed haar naar
meer redenen zoeken we hoeven hem
immers nu nog niet té koopen.”
„Zeker wachten tot ze uitverkocht zijn”,
smaalde Trees, „je weet, hoe gauw dat
goed altijd weg is.”
Cok wist het niet en tot op dit oogenblik
hadden ze er geen van beiden ooit over
gedacht.
Trees zag dan ook, dat Cok nog niet over
tuigd was en kjjk, dat mocht niet. Dan ging
Cok later zaniken, en daar had Trees ’t land
aan.
Ze nam Cok maar weer Oder den arm en
drentelde met haar de Hypolitusbuurt om
Met één brug had ze haar misschien al over
gehaald.
Wonder boven wonder had Cok ooren
naar Trees’ plan, ’t Lokte haar wel aan, iets
te geven wat niemand gaf. 'n Leuk vers zóu
ze ook graag maken. Ten laatste vond ze
zelfs 1.50 nog niet te veel voor een ca
deau met zooveel voordeelen. Juist toen ze
weer voor Van der Heiden stonden, had Cok
’t beslissende woord gesproken.
Met kloppende harten gingen ze den win
kel binnen. Er was ‘n vnendelyke juffrouw.
Ze sprak keurig netjes van „jonge juffrouw”
en was bereid „do" worst uit de etalage te
halen. Zelfs mocht Cok hem even tusschen
’n vloeitje vasthouden.
'n Pracht worst was 't.
Hy rook een klein beetje eau-de-cologne-
achtig dacht Cok en haar snoezig grijs
witte -kleurtje wekte bepaald den eetlust op.
Trees u1t‘c haar bewondering hardop. Maar
Cok stootte haar aan. De juffrouw kou wel
ecus meer vragen, als ze zag, lat ze er zoo
veel zin in hadden.
Hoe duur die was?
Vyf en vijftig' cent per ons. jonge dames.
De juffrouw woog ’m met vloeitje en al.
Drie en een lialf on».
Cok rekeisde gauw uit.
vijftig- en liog zeven en
O Tree»!*.
Cok kr<M»g ér 'n Wcur van.
De' juffrouw moest oven glimlachen
Maar 'n vers, 'n lang leuk vers, erg plag<
rig, zou alles uitleggen. Wat 'n echt Sint»
klaas cadeau!
Pot verdikkie, Trees kreeg er zin in!
't Vers wist ze ineens ook:
Moe, hier heeft u leverworst, breed en
heel fyn. 'n Beetje gekruid, zooals ze moet
zjjn. Voor uw smaak, 'n snufje peper er
door. -
haar geld altyd zoo slecht bewaren kon-.
Nu geloofde Cok haar praatje van de
twee kwartjes grif.
En ze hMl ze besteed aan 'n cadeau yoor
Cok zelf!
Trees sloeg van dolle pret met 'r groote
in knop van de winkeldeur '“dikke winterhanden op r knieén.
- - - xoo „Wat zou Cok opkyken!
’n Prachtketting had ze voor haar opge
scharreld. In ’n klein winkeltje in de Vla-
mingsteeg. Overal kostte zoo’n ding twee
De nacht bracht raad, de eenige raad die
er te brengen viel.
Ze zouden weer juist weer aLs verleden
jaar hMar oogen goed open doen en zien of
ze in huis nog iets geetbaars zagen liggen.
Moe kreeg tenminste ’n mooi kopje, al moest
’t 1.25 kosten.
:t Kopje kostte 1.
Zoo konden ze voor Leni nog 'n potlood
koopen en voor Miep n nieuwe centimeter.
Piet kreeg ’n notitieboekje van 7 >4 cent en
Ans 'n fleschje roode inkt, dat Trees, nu,
was 't geen zee, dan vier weken geleden had
weggekaapt van Piet’s kamertje.
’n Plaat met poppetjes voor Piepie waa
altijd leak geweest, ook als ze geen pech
gehad hadden. Cok kwamen nog altyd da
Zoo was de worst 'n bron van altijd te-
rugkeerend genot.
Soms keek Cok wel eens wantrouwend,
of hij niet verrampeneerde. 't Leek haar
toe, dat hjj al niet zoo mooi rond meer was
en hier en daar wat kruimelig. „Gekheid”
knorde Trees, „dat kwam natuurlijk omdat
ze hem zoo dikwijls zag. Iemand die hem
voor het eerst in handen kreeg, zou er net
zoo verrukt over staan als zij zelf bij van
der Heiden.” Cok geloofde ’t maar weer.
Waarom haalde zij ook altijd zulke mui
zennesten in het hoofd? Neen, ze wilden nu
eens juist zeggen als Trees: De worst ia
prachtig.
En moe zal haar prachtig vinden. Zoo
probeerde Cok, het groote vertrouwen na te
maken, dat Trees in de worst bezat Trees
bleef maar vervuld van de worst Meer dan
Cok vermoedde had ze haar in handen.
Geen schooltijd ging
twee, soms drie k$er
Ongemerkt schoof Trees’ hand onder d’r
rok, 't geheimzinnige pakje kwam te voor
schijn en werd zonder kraken losgerold
Dan smulden Trees’ oogen. 'n Fyne worst
wa« 't. Toch gunde Trees zich dat heerlijk
aanschouwen maar 'n paar seconden. Dan
stopte ze haar, baast trillend van angst,
weer in den zak. Want, wat als zij eens
ontdekt werd?
Die angst werd voor Trees een gelief
koosde emotie. Hoe heerlijk, om op 'n ru
moerig oogenblikje in de klas te loeren, dan
vlug de worst te krijgen, haar even te stree-
len met de oogen en haar weer haastig te
doen verdwijnen!
Soms durfde ze haar wel 'u oogenblik op
haar schoot te laten "liggen. Dat waagstuk
durfde ze echter pas, toen ze al verscheide
ne keeren de worst te voorschijn en weer
weggetooverd had.
Maar och, ’t is te begrijpen, alleen
Trees begreep het niet eens op 'n middag
liep 't spaak. De worst lag in Trees’ schoot.
En Trees keek er naar, met al haar aan
dacht. Opeens schoot er iets langs Trees*
oogen.. En.versuft staarde zy de worst
na, die door 'n vinnige hand gegrepen, van
haar wegzweefde verder en verder de
richting van de kachel uit.
Juffrouw Knottenbelt, oneerbiedig wel
eens - nee, dat woord durf ik niet te zeggen
oneerbiedig wel eens met een verbastering
van haar naarn genoemd, was even streng
als geleerd.
En daar ze leerares was in twee talen en
eigenlijk maar by ongeluk verdwaald aan
die gewone Mulo, is het te begrijpen, hóe
streng zy was.
Een van haar beginselen luidde: „Snoep
in de school is snoep voor de kachel.”
Zoo verdween Trees’ hoop voor de toe
komst, zeo verdween de worst, in het gretige
vuur, dat juist extra hoog brandde ter eere
van den kouden Novemberdag.
Trees kon niet verontwaardigd protestve
ren, nog minder huilen.
In 'n soort doffe wanhoop bleef ze
teelen middag zitten.
Juffrouw Knottenbelt feliciteerde zich
zelf, eindelijk eens indruk gemaakt te heb
ben op die brutale woelwater. Een avond
gelukte het Trees, Cok over te halen nu
maar eens niet naar de worst te zien.
Maar den anderen avond brak de bom los.
O, 't liep ook allemaal zóó tegen. Cok liet
'i< schattig sigarenkistje zien, dat ze voor
f 1.25 gekocht had. 't Was 'n reclame-aan-
bieding en daarom was ze er maar alleen toe
over gedaan. Morgen moest 't eens uitver
kocht zyn.
Inplaats van ’n blijde kreet van instem
ming hoorde Cok ’n snik.
Ze trok de dekens van Trees' hoofd om
te zien, of het heusch waar was.
Ja, Trees builde.
Verontwaardiging, verdriet, angst voor
Cok, dat alles uitte zich in dien eersten snik.
Zóó treurig was ze, dat Cok niets anders
doen kon, dan haar arm te slaan om de dikke
dekenmassa, waaronder Trees zich ver
schanst had en te zeggen: „Heb je ’m op
gegeten, Trees? Nou, huil dan maar niet,
er is immers niets meer aan te doen!”
Dat.dit moest Cok nou nog denken.
Hevig veronwaardigd stoof Trees op. En in
'n vlped van wóórden vertelde ze alles al
les 't kleine feit dat hun leuke plannen
vernietigd had.
'»k snikte zachtjes mee.
„Eu Trees, we
voor moe en zes kinderen.
dere jaren JHH
Ze had immers geen spie! En met *r zakgeld
Enwat deed
Toch gal
Verbeeld
komen zyn!
.,’n Hypotheek'
geld leek haar ni
'n Preek van Moes natuurlijk, en 'n gul
den, waarvoor ze tien weken op zwart zaad
mocht zitten.
Misschien waa Miep wel goed by kas.
I^enie behoefde ze natuurlijk niets te vra
gen, die leek op haar zelf. Wie weet schoof
Ans ook nog wel wat af.
Miep trok ’n gezicht, en gaf een kwartje.
Ans lachte, en scharrelde, 'n dubbeltje op uit
haar portemonnaie.
Trees probeerde zich te troosten met de
gi-dachte: „alle beetjes helpen."
Toen kwam ze op het reddende idee.
Dat 't nooit tevoren in haar opgekomen
•was.
Cok moeet helpen.
Cok was op slot de eenige, die helpen
kón. Cok was 'n rijkaard, ’t Heele jaar door
hield ze haar geld in 'n doosje.
Twaalf maal vier maal tien cent, rekende
Trees uit, Vier gulden tachtig.
En vjjf en zeventig cent van haar eigen.
Dat maakte vyf gulden vyf en vijftig.
Daar konden ze een eigen mand voor
pakken!
Trees vond het opeens dubbel gek, dat ze
niet eerder op de gedachte was gekomen.
Miep en Leni kochten oók samen, en Ans
en Piet.
Kyk, feitelyk hoorde zjj het met Cok sa
men te doen -en deed Cok 't alleen maar niet.
Fciteljjk was zy, Trees, dus in haar recht,
als zjj erover sprak.
Drie weken voor Sint Nicolaas waagde
Trees den aanslag op Corrie’s beurs en al
Cor's toekomstplannen.
Dat ze dan ook geen 4.80 maar 5.55
had, liet haar koud.
Vyf en zeventig cent was tegenwoordig
niet veel waard, vooral als daar tegenover
stond, dat Trees, als oudste, nu het geld be-
heeren moest.
Trees kon soms zoo raar doen met geld.
Drio volle dagen moest Cok denken. Drie
volle dagen maar waarin Trees haar hjj-
na geen tjjd tot denken liet, zóó achtervolg
de zy haar met argumenten.
Toen gaf Cok toe!
Ziezoo! dacht Trees.
En heel den morgen bleef dat zegevieren
de „Ziezoo” gonzen in Trees’ hoofd en de
stempel drukken op al haar bewegingen.
Nu Cok eenmaal haar woord gegeven
had, vond Trees, dat ze *s middags wel weer
eens alleen naar school kon gaan.
Ze kon dan meteen eens heerlijk denken
denken, wat ze nu wel koopen konden
samen.
En al loopende somde ze op!
'n Paar heel fyne sigaren en 'n snoezig
poppetje; ’n presse-papier met ’n voetballer
tje; ’n leeren zakboekje; ’n fleschje eau-de-
cologhe of ’n kopje of 'n hè, van der
Hcyden, daar moest ze eens kyken.
Van der Heiden was volgens Trees „je”
doozen stonden er nu weer.
En wat 'rnleuk marsepain spul! Neen
maar, die worst op dat glas! Net 'n heusclte J
hreede-leverworst. Kostelijk, om zbo’u ding
eens te kunnen geven! 'n Oogenblik sou de-
voor twee,
hadden.
Miep nog Leni noch Ant hadden gerept
over hltn pakjes. Die drie konkelden samen
en lachten „grinnekten'’ noemde Trees
het maar geen woord tegen hen.
Onder Coks bed lagen de cadeautjes zorg
vuldig ingepakt, met druklettertjes geadres
seerd.
Ze hoefden dus alleen nog maar in de mand
gesmokkeld te worden.
Maar, o wanhoop, de maud was niet te
vinden.
’t Werd vier uur, vjjf uur, half zes. De
familie ging eten.en nog lagen de pakjes
boven.
Zeven uur, half aobt.
Moe schonk thee, maar Trees en Cok ei.
warén er niet by. Ze zochten nog altijd de
mand.
Acht uur!
’n Oorverdoovend gebel deed Cok er Trees
in één ren van hun eigen kamertje naar de
huiskamer loopen. Buiten weerklonk t ge
toeter van 'n auto, eigenaardig verdoft door
den zwaren, lagen mist.
Piet jammerde, dat hy niet naar beneden
durfde, dat Zwarte Piet 'm mee zou nemen,
dat hjj van schrik geen kruimel boterletter
meer zou blieven.
Niettemin holde hy maar weg. ’n Oogen
blik later weerklonk zoowaar het autogetoe
ter op de gang. Trees, mee gesleept door de
jool van het oogenblik. opende de kaïner-
dna^ heel wjjd.
“'En statig reed 'n luxe-auto de uamer bin
nen.
De verrassing Aas eenig.
Pa en moe „voelden” zich renteniers, nn
ze 'n luxe auto voor privé gebruik hadden.
Piepie bewonderde de met ribspapier be
plakte kap en deurtjes en leuke bankjes.
Alleen uok en Trees waren ver va n op
getogen.
Dat is dus de mand, dachf Trees.
„Hoe wy nu?” filosofeerde Cok.
Trees nam een»resoluut besluit, ze nam 'f
boodschappenmandje. wierp de pakjes er
kritskrats in en luidde do bel.
Met 't gebruikelijke gejuich werd ’t mand
je ingehaald.
Moes zette in van „Sint Nicolaas Kapoen
tje” en zei zachtjes voor zioh heen: ..Ik ben
benieuwd hoe die Sint z'n geld besteed heeft”
Piepie juichte van: „2 maal wat”. Piet gluur
de naar de namen, 't 'Was met recht: „vol
verwachting klopt ons hart”.
't Eerste pakje was: Jongejuffrouw Cor
nelia C. Cok nam ’t aan. Haar zenuwachti
ge vingertjes rukten aan 't touwtje. Gedien
stige Piet knipte het door.
O. o. o.’n ketting.de ketting, ook
voor 'haar.
’’oes en Pa. Leen. Miep. Ans. ze bewon
derden 'm om strijd.
's Jonge jonge, wat zon er in dat mandje
nog meer zitten?
De kleintjes' voorop, lachtp Ans.
Piepie Trees aan de beurt kwam.
,.'n’n Ketting”, stamelde Trees.
..Dezelfde”, probeerde Cok te juichen.
Moes hoorde ’t en knipoogde.
Ze snapte dat gedwongen toontje wel. En
in zichzelf moest ze glimlachen om die kin
deren; hadden zeker met onderling overleg
*n cadeautje voor elkaar gekocht. De sigaren
voor pa vielen ook in den smaak.
Maar Miep probeerde tevergeefs hartelük
te lachen over den centimeter die zeker als
'n satyre op haar onhandigheid bedoeld was;
Piet deed uitbundig dankbaar over het
„snert” boekje (kon ie wel laten. Sputterde
Trees in haar gedachten) en Ans probeerde
ei b bly *0 zyn omdatze nu het inkt-
fleschje terug had. 'at ze 'n tjjd geleden aan
Piet geleend en nooit terug gezien had. Leni
leek tenminste nog 'n beet ie voldaan
haar potlood. Moes nam ’t kopje met ’n koel
„dank je wel Sint” aan. De gevoelige Cok
merkte op, dat ze er ’s avonds niet eens uit
d»oiik. Ac-b ja. Cok merkte wel dat er by
Moes iets aan hapefde. Den heelen avond
was mot. teruggetrokken, 'n beetje zenuw
achtig ook. Leni en Miep meenden ’t waarom
te raden. Vader vroeg er ronduit naar
’s avonds op de slaapkamer.
„O”, snikte Moes teleurgesteld, „ik had
nooit kunnen denken dal tn(jn meisjes zóó
zelfzuolitig waren. Voor zich zejj koopen
ze dure kettingen en hun broertjes en zusjes
Krygen prullen.”
Vader zuchtte eens. Hij had ’t ook opge
merkt. Maar ’t waren immers nog kinderen!
I-anger dan vier weken kon Cokkie niet
met ’t geheim rondloopen. Eer ’t half Januari
was, wist moeder de gebeele geschiedenis
van de worst. En moeders echt opgeluchte
lach, gaf Cokkie haar vroolykheid terug, al
vonden ze t samen jammer, dood-jammer
van^den surpriseavond.
HARRIET VAN DELFT.
gulden en daar gaven ja, je kon nu met
recht zeggen gaven ze 'm voor twee,
zegge twee kwartjes!
A’oor 't eerst in den
stond Cok niet op Trees
school.
Trees vond 't raar, erg raar.
Ze, tuurde over de Koornmarkt, draafde
even de zijstraatjes in. Nee geen Cok te
zien -• gek.
Gndertusschen liep Cok te hijgen over
den Langendijk. Nee, Trees mocht 'r niet
zien. Als ze haar zag, wou ze vast mét 'r
mee. En ze wilde maar liefst dadelijk ge
bruik maken van 't fyne nieuwtje, dat ze
hoorde van Marie van Neuyuen.
In de Vlamingsteeg, in ’n heel armoedig
winkeltje, verkochten ze van die eenige ket
tingen, met groote kralen in het midden en
kleintjes aan de kanten maar voonayftig
centen. De moeite niet voor zoo’n fijn ding.
Trees had er juist zoo een op haar ver
langlijst staan.
Ze zou hem krijgen, ja ze zou hem krijgen.
Cok zegende haar haast. De juffrouw had
cr nog mmir één- Stel je voor, als ze nu
eens een dag gewacht had! Dan waren ze
misschien al uitverkocht. Met ’n liefkozend
wreefje liet Cok ’n jiakje in haar zak glij
den. Leuk, nu had ze ook ’n mooi cadeau
voor Trees.
’s Avonds met ’t natellen van het geld,
schokte Cok met een kleur op: „Trees ik
ben twee kwartjes kwijt.” Trees telde mee,
nog eens, nog eens. Zy kou niet eens leed
vermaak hebben, dat die secure Cok ook
wat verloren had.
Al maar spookte het voor haar oogen. ’n
Hijksdaalder cn ’n twee en 'n halve cent-
stnk voor ’n pa en zes menschen, voor n
pa cn kes menschen.
„Zeg Cok”, besloot ze opeens in ’n op
welling van edelmoedigheid, ,je moet mij
maar niets geven hoort 't Kan niet lijden.”
lederen avond kwam de worst nu een
weck te voorschijn uit zjjn dubbele laag
Ij». Had Cok overdag
,het” vers bedacht, dan
lekkerawinkel.
Wat ’n eenige
En wat ’n_Ieu
op dat glas
t. Kostelijk, om abo’n ding
gene die ’m kreeg, bijvoorbeeld moe, den
ken, dat het «ohter wont WM- T
niet weten, wat M er vah’denkèu moest; J
miueUen aeMi wel TMgetew MN te k^ken. I