van het „Xoord-IIolIandsch Dagblad” 7, Surprisesavond tl de tragedie van een went •I, ,1 No. 3S7- I - 1R en r St. Nicolaasnummer •f ouder hui juist zulke heerlijke dingen 'n stukje ’t deze den toen na hebben nog maar f 1.27.'? >e, den Drie keer vijf en i» *otjj UviutW- ten .eoa'lialf. er o«r Trees voelde zich ’n slimmerd, ’n buiten gewone slimmerd. En wat gelukkig dat ze van de n k iter- in voorbij of ®e had één, ;^er haar schat bewonderd. onder armpje zoo ea- tte te Ti en Sint Nicolaastyd te wachten na tranen in de oogen als ze aan de „pech" dacht. Trees was minder zwaartillend. De pakjes moesten maar in de groot* mand en geen haan die er naar kraaide. De kunst voor Cok en Trees op 5 Decem ber was: de geoote mand uit te vinden. Wie het praatje rondgestrooid had, be grepen ze niet, maar de heele familie leek wel te verwachten, dat ze 'n eigen mand kranten en vloeijaapiei 'n nieuwe regel by „h< bewaarde ae die tot *t «Ogenblik, waarop de worst «elf den indruk er van verhoogde. toekomstig zak- JtelMk. t rees was ’n liefhebbend zusje. Z. vond Miep, de oudste, ’u flauwe goed- -ul. Lenie 'n draak. Ans 'n akelige onder wijzeres en Cok ’n naar wicht. Piepie, de jongste, was natuurlijk het akeligste ver- w ude .ohaap dat op twee beenen rondliep. i de jongens „vond” ze maar niets. Oi>*e breve Heer had haar begiftigd met ’n paar broers, van wie de kwaliteiten niet on- iil'f woorden waren te brengen. Altijd vol gens Trees. Toch liep Trees er over te tobben, dat ze~ nu heuseb niets zou hebben met Sint Nico-' laas. En ze trezieHl n Snoes van ’n poppetje bij Kóuwenho- v en “voor inaar vijftig cent. Piepie zou vast kleuren van blijdschap als ze *t uit 't papier haalde. En 'n grappig presse-papier voor .Miep, leuk en toch mooi. Wel wat licht en klein, maar toch, zooveel'papieren had Miep toch nooit op haar tafeltje. Voor Lenie zou ze zoon leuk leeren notitieboekje koopen la-nie hield idioot veel van allerlei kleine ne.-ten waar 'n verstandig meneefa nooit over denken zou, omdat ze tóch niet bruikbaar waren. Moes kreeg bepaald zoo'n schat van ’n eau-de-cologne fleschje of 'n nieuwe poederdoos of 'n kopje neen, dat brak toch dadelijk, ’n eau-de-colognefleschje dan maar. Anne Trees! Wat gaf ’t of ze o, veel beter dan an dere jaren verrassingen bedenken kon! Ze had immers geen spie! En met ’r zakgeld kwam ze niet verder dan veertig cent. 21 ze nu voor veertig cent d Trees het maar niet dadelijk op. I je, er zou toch wel aan geld te- ■-' op haar haar niet aantrek! haar teleurgesteld gezichtje. „Ja, *t is mischieu wat veel, maar de mar sepein is van ’n bijzondere kwaliteit, zoo’n worst kan als 'n groot cadeau dienen.” Trees' groote oogen staarden begeerig naar het dikke grijze eindje. Ook Cok tuur de naar de weegschaal. - Tot Trees 't gek begon te vinden en Cok aanstootte „nou?” Ook de juffrouw begon 't te vervelen. Ze moeet nog zooveel bestellingen afwegen. „Zal ik 'm dan maar weer in do etalage leggen?” Nog was Cok besluiteloos. Juist was Cok aan do moeilijke aftreksom 5.75—2.02 >4. „Stil toch”, knorde ze. „We moeten toch wat zeggen.” Maar toen ze de worst zag wegnemen en langzaam omhoog gaan tot ’t groenige, ge slepen glas, toen werd 't haar toch te mach tig. Met wegcijfering van alle bezwaren hakte ze den knoop door: „Pakt u haar dan toch maar in, juffrouw.” Trees nam de worst aan. Met ’n gevoel van blijdschap, maar toch nog wat angstig, zag Cok ’m verdwijnen in Trees’ groezeligcn onderzak. 2.02K1 Maar ’t was dan ook een manjefieke worst. Cok kon er geen beter woord voor vinden dan manjefiek. En alle voordeelen hadden ze immers voer die naar kwartjes méér. Moe zou 'm heerlijk vinden en lachen -- en zjj zou 'n leuk vers maken. Buiten voelde ook Trees zich gedrongen, nog eens alle bezwaren weg te praten. Ben je mal, pa 'n sigaar minder en Piep ’n pop petje van ’n kwartje en Leni 'n cretonnen-, boekje inplaats van 'nleer, wel, al hadden ze vier gulden besteed inplaatsvaa Twee, dan konden ze nog royaal geven. En tóch bleef Cok twijfelen, 352 S voor ’n pa en zes mepschen! Die Tree» was me w echte sukkelt Daar kwam ze zoo maar opeens tot de ontdekking dat ze zegge twee kwartjes ver-lo-ren had! Verloren! Cok legde Ti diepe minachting in dat drie lettergrepige woordje. Verforen! ’t Zou wel waar zijn. Natuurlijk had ze er lekkers voor ge kocht. En zij Cok bleef met de zorgen zitten! 3.02 S voor ’n pa en zes menschen. Wel, Cok zou 't af kunnen maken. Die had altijd zulke uiige gedachten! 't Zou grappig zijn, zoo’n worst ecns_wer kelijk te geven. Wat zou moe lachen. En achteraf zou ze denken: „Wat hartelijk van die Cok en Trees!" Trees vond 't de grootste loftuiting, ais iemand zei, dat ze hartelijk was. Zoo, echt ook, om hartelijk wezen, dan vond iedereen je aardig. Hoe duur zou die worst zijn? Op ’r teenen staande, probeerde Trees 't kleine prijsje te vinden. Akelig, dat 't raam juist beslagen was. Nu wist ze niet eens of er wel ’n prijsje opstond. Als ie eens ’n gulden kostte.dat kon Bruin wel trekken of 1.25. Hè kostte ie eens 1.25. - Wat 'n lol op Sinterklaasje! En achteraf zou ze ook eens marsepein proeven! Marsepein had Trees nooit gegeten. Zoo’n weeldeartikel kenden ze niet in eenvoudige, groote middenstandsgezin. Niemand zou er ook van 't jaar aan den ken om 't te koopen, daarvan was Trees overtuigd. En moe hield er juist zooveel van! Tenminste, Trees dacht, dat moes er bepaald veel van houden zou. Middags in school zat Trees gedurig te soezen over haar worst. Opletten behoorde niet bepaald tot haar deugden, maar van middag was 't al heel bar. Eindelijk besloot zjj, om vier uur Cok erover te spreken. Cok vond het echt leuk, dat Trees op stond te wachten na school. Kdhsjes schoof ze haar mager door Trees’ stevigen arm. Gezellig, men naar de stad te gaan! Wijselijk zweeg Trees over de worst, tot ze voor het raam van van der Heiden stonden. „Wat een worst, hé” kon ze toen eindelijk uitroepen, „zoo iets voor moe!" „Toch veel te duur”, oordeelde de ver standige Cok. „Voor moe moet het nooit te duur zijn”, Trees wist de zwakke plek in Corrie’s ge sloten hartje. „Zeg nu zelf eens, kun je niet vejl beter aan moe 'n groot cadeau geven en aan al de anderen ’n kleintje, dan aan allemaal iets, dat toch nog te klein is yoor ’n groot cadeau?” Cok voelde nog niet dadelijk, dat worst het groote cadeau moest zijn. „O ja, natuurlijk aan moe 't allermooiste.” „Dan moeten we moe die worst geven." Trees had <ki al in haar ban" Maar Cok trok haar i vinnig weg, dat Trees verontwaardigd deed: „kind, ’t is net of we vechten.” „Luister dan toch eens”, Cok kreeg er 'n kleur van, „we kunnen moe toch niet enkel wat lekkers geven, en dan en dan....” Trees verontwaardigde blik deed haar naar meer redenen zoeken we hoeven hem immers nu nog niet té koopen.” „Zeker wachten tot ze uitverkocht zijn”, smaalde Trees, „je weet, hoe gauw dat goed altijd weg is.” Cok wist het niet en tot op dit oogenblik hadden ze er geen van beiden ooit over gedacht. Trees zag dan ook, dat Cok nog niet over tuigd was en kjjk, dat mocht niet. Dan ging Cok later zaniken, en daar had Trees ’t land aan. Ze nam Cok maar weer Oder den arm en drentelde met haar de Hypolitusbuurt om Met één brug had ze haar misschien al over gehaald. Wonder boven wonder had Cok ooren naar Trees’ plan, ’t Lokte haar wel aan, iets te geven wat niemand gaf. 'n Leuk vers zóu ze ook graag maken. Ten laatste vond ze zelfs 1.50 nog niet te veel voor een ca deau met zooveel voordeelen. Juist toen ze weer voor Van der Heiden stonden, had Cok ’t beslissende woord gesproken. Met kloppende harten gingen ze den win kel binnen. Er was ‘n vnendelyke juffrouw. Ze sprak keurig netjes van „jonge juffrouw” en was bereid „do" worst uit de etalage te halen. Zelfs mocht Cok hem even tusschen ’n vloeitje vasthouden. 'n Pracht worst was 't. Hy rook een klein beetje eau-de-cologne- achtig dacht Cok en haar snoezig grijs witte -kleurtje wekte bepaald den eetlust op. Trees u1t‘c haar bewondering hardop. Maar Cok stootte haar aan. De juffrouw kou wel ecus meer vragen, als ze zag, lat ze er zoo veel zin in hadden. Hoe duur die was? Vyf en vijftig' cent per ons. jonge dames. De juffrouw woog ’m met vloeitje en al. Drie en een lialf on». Cok rekeisde gauw uit. vijftig- en liog zeven en O Tree»!*. Cok kr<M»g ér 'n Wcur van. De' juffrouw moest oven glimlachen Maar 'n vers, 'n lang leuk vers, erg plag< rig, zou alles uitleggen. Wat 'n echt Sint» klaas cadeau! Pot verdikkie, Trees kreeg er zin in! 't Vers wist ze ineens ook: Moe, hier heeft u leverworst, breed en heel fyn. 'n Beetje gekruid, zooals ze moet zjjn. Voor uw smaak, 'n snufje peper er door. - haar geld altyd zoo slecht bewaren kon-. Nu geloofde Cok haar praatje van de twee kwartjes grif. En ze hMl ze besteed aan 'n cadeau yoor Cok zelf! Trees sloeg van dolle pret met 'r groote in knop van de winkeldeur '“dikke winterhanden op r knieén. - - - xoo „Wat zou Cok opkyken! ’n Prachtketting had ze voor haar opge scharreld. In ’n klein winkeltje in de Vla- mingsteeg. Overal kostte zoo’n ding twee De nacht bracht raad, de eenige raad die er te brengen viel. Ze zouden weer juist weer aLs verleden jaar hMar oogen goed open doen en zien of ze in huis nog iets geetbaars zagen liggen. Moe kreeg tenminste ’n mooi kopje, al moest ’t 1.25 kosten. :t Kopje kostte 1. Zoo konden ze voor Leni nog 'n potlood koopen en voor Miep n nieuwe centimeter. Piet kreeg ’n notitieboekje van 7 >4 cent en Ans 'n fleschje roode inkt, dat Trees, nu, was 't geen zee, dan vier weken geleden had weggekaapt van Piet’s kamertje. ’n Plaat met poppetjes voor Piepie waa altijd leak geweest, ook als ze geen pech gehad hadden. Cok kwamen nog altyd da Zoo was de worst 'n bron van altijd te- rugkeerend genot. Soms keek Cok wel eens wantrouwend, of hij niet verrampeneerde. 't Leek haar toe, dat hjj al niet zoo mooi rond meer was en hier en daar wat kruimelig. „Gekheid” knorde Trees, „dat kwam natuurlijk omdat ze hem zoo dikwijls zag. Iemand die hem voor het eerst in handen kreeg, zou er net zoo verrukt over staan als zij zelf bij van der Heiden.” Cok geloofde ’t maar weer. Waarom haalde zij ook altijd zulke mui zennesten in het hoofd? Neen, ze wilden nu eens juist zeggen als Trees: De worst ia prachtig. En moe zal haar prachtig vinden. Zoo probeerde Cok, het groote vertrouwen na te maken, dat Trees in de worst bezat Trees bleef maar vervuld van de worst Meer dan Cok vermoedde had ze haar in handen. Geen schooltijd ging twee, soms drie k$er Ongemerkt schoof Trees’ hand onder d’r rok, 't geheimzinnige pakje kwam te voor schijn en werd zonder kraken losgerold Dan smulden Trees’ oogen. 'n Fyne worst wa« 't. Toch gunde Trees zich dat heerlijk aanschouwen maar 'n paar seconden. Dan stopte ze haar, baast trillend van angst, weer in den zak. Want, wat als zij eens ontdekt werd? Die angst werd voor Trees een gelief koosde emotie. Hoe heerlijk, om op 'n ru moerig oogenblikje in de klas te loeren, dan vlug de worst te krijgen, haar even te stree- len met de oogen en haar weer haastig te doen verdwijnen! Soms durfde ze haar wel 'u oogenblik op haar schoot te laten "liggen. Dat waagstuk durfde ze echter pas, toen ze al verscheide ne keeren de worst te voorschijn en weer weggetooverd had. Maar och, ’t is te begrijpen, alleen Trees begreep het niet eens op 'n middag liep 't spaak. De worst lag in Trees’ schoot. En Trees keek er naar, met al haar aan dacht. Opeens schoot er iets langs Trees* oogen.. En.versuft staarde zy de worst na, die door 'n vinnige hand gegrepen, van haar wegzweefde verder en verder de richting van de kachel uit. Juffrouw Knottenbelt, oneerbiedig wel eens - nee, dat woord durf ik niet te zeggen oneerbiedig wel eens met een verbastering van haar naarn genoemd, was even streng als geleerd. En daar ze leerares was in twee talen en eigenlijk maar by ongeluk verdwaald aan die gewone Mulo, is het te begrijpen, hóe streng zy was. Een van haar beginselen luidde: „Snoep in de school is snoep voor de kachel.” Zoo verdween Trees’ hoop voor de toe komst, zeo verdween de worst, in het gretige vuur, dat juist extra hoog brandde ter eere van den kouden Novemberdag. Trees kon niet verontwaardigd protestve ren, nog minder huilen. In 'n soort doffe wanhoop bleef ze teelen middag zitten. Juffrouw Knottenbelt feliciteerde zich zelf, eindelijk eens indruk gemaakt te heb ben op die brutale woelwater. Een avond gelukte het Trees, Cok over te halen nu maar eens niet naar de worst te zien. Maar den anderen avond brak de bom los. O, 't liep ook allemaal zóó tegen. Cok liet 'i< schattig sigarenkistje zien, dat ze voor f 1.25 gekocht had. 't Was 'n reclame-aan- bieding en daarom was ze er maar alleen toe over gedaan. Morgen moest 't eens uitver kocht zyn. Inplaats van ’n blijde kreet van instem ming hoorde Cok ’n snik. Ze trok de dekens van Trees' hoofd om te zien, of het heusch waar was. Ja, Trees builde. Verontwaardiging, verdriet, angst voor Cok, dat alles uitte zich in dien eersten snik. Zóó treurig was ze, dat Cok niets anders doen kon, dan haar arm te slaan om de dikke dekenmassa, waaronder Trees zich ver schanst had en te zeggen: „Heb je ’m op gegeten, Trees? Nou, huil dan maar niet, er is immers niets meer aan te doen!” Dat.dit moest Cok nou nog denken. Hevig veronwaardigd stoof Trees op. En in 'n vlped van wóórden vertelde ze alles al les 't kleine feit dat hun leuke plannen vernietigd had. '»k snikte zachtjes mee. „Eu Trees, we voor moe en zes kinderen. dere jaren JHH Ze had immers geen spie! En met *r zakgeld Enwat deed Toch gal Verbeeld komen zyn! .,’n Hypotheek' geld leek haar ni 'n Preek van Moes natuurlijk, en 'n gul den, waarvoor ze tien weken op zwart zaad mocht zitten. Misschien waa Miep wel goed by kas. I^enie behoefde ze natuurlijk niets te vra gen, die leek op haar zelf. Wie weet schoof Ans ook nog wel wat af. Miep trok ’n gezicht, en gaf een kwartje. Ans lachte, en scharrelde, 'n dubbeltje op uit haar portemonnaie. Trees probeerde zich te troosten met de gi-dachte: „alle beetjes helpen." Toen kwam ze op het reddende idee. Dat 't nooit tevoren in haar opgekomen •was. Cok moeet helpen. Cok was op slot de eenige, die helpen kón. Cok was 'n rijkaard, ’t Heele jaar door hield ze haar geld in 'n doosje. Twaalf maal vier maal tien cent, rekende Trees uit, Vier gulden tachtig. En vjjf en zeventig cent van haar eigen. Dat maakte vyf gulden vyf en vijftig. Daar konden ze een eigen mand voor pakken! Trees vond het opeens dubbel gek, dat ze niet eerder op de gedachte was gekomen. Miep en Leni kochten oók samen, en Ans en Piet. Kyk, feitelyk hoorde zjj het met Cok sa men te doen -en deed Cok 't alleen maar niet. Fciteljjk was zy, Trees, dus in haar recht, als zjj erover sprak. Drie weken voor Sint Nicolaas waagde Trees den aanslag op Corrie’s beurs en al Cor's toekomstplannen. Dat ze dan ook geen 4.80 maar 5.55 had, liet haar koud. Vyf en zeventig cent was tegenwoordig niet veel waard, vooral als daar tegenover stond, dat Trees, als oudste, nu het geld be- heeren moest. Trees kon soms zoo raar doen met geld. Drio volle dagen moest Cok denken. Drie volle dagen maar waarin Trees haar hjj- na geen tjjd tot denken liet, zóó achtervolg de zy haar met argumenten. Toen gaf Cok toe! Ziezoo! dacht Trees. En heel den morgen bleef dat zegevieren de „Ziezoo” gonzen in Trees’ hoofd en de stempel drukken op al haar bewegingen. Nu Cok eenmaal haar woord gegeven had, vond Trees, dat ze *s middags wel weer eens alleen naar school kon gaan. Ze kon dan meteen eens heerlijk denken denken, wat ze nu wel koopen konden samen. En al loopende somde ze op! 'n Paar heel fyne sigaren en 'n snoezig poppetje; ’n presse-papier met ’n voetballer tje; ’n leeren zakboekje; ’n fleschje eau-de- cologhe of ’n kopje of 'n hè, van der Hcyden, daar moest ze eens kyken. Van der Heiden was volgens Trees „je” doozen stonden er nu weer. En wat 'rnleuk marsepain spul! Neen maar, die worst op dat glas! Net 'n heusclte J hreede-leverworst. Kostelijk, om zbo’u ding eens te kunnen geven! 'n Oogenblik sou de- voor twee, hadden. Miep nog Leni noch Ant hadden gerept over hltn pakjes. Die drie konkelden samen en lachten „grinnekten'’ noemde Trees het maar geen woord tegen hen. Onder Coks bed lagen de cadeautjes zorg vuldig ingepakt, met druklettertjes geadres seerd. Ze hoefden dus alleen nog maar in de mand gesmokkeld te worden. Maar, o wanhoop, de maud was niet te vinden. ’t Werd vier uur, vjjf uur, half zes. De familie ging eten.en nog lagen de pakjes boven. Zeven uur, half aobt. Moe schonk thee, maar Trees en Cok ei. warén er niet by. Ze zochten nog altijd de mand. Acht uur! ’n Oorverdoovend gebel deed Cok er Trees in één ren van hun eigen kamertje naar de huiskamer loopen. Buiten weerklonk t ge toeter van 'n auto, eigenaardig verdoft door den zwaren, lagen mist. Piet jammerde, dat hy niet naar beneden durfde, dat Zwarte Piet 'm mee zou nemen, dat hjj van schrik geen kruimel boterletter meer zou blieven. Niettemin holde hy maar weg. ’n Oogen blik later weerklonk zoowaar het autogetoe ter op de gang. Trees, mee gesleept door de jool van het oogenblik. opende de kaïner- dna^ heel wjjd. “'En statig reed 'n luxe-auto de uamer bin nen. De verrassing Aas eenig. Pa en moe „voelden” zich renteniers, nn ze 'n luxe auto voor privé gebruik hadden. Piepie bewonderde de met ribspapier be plakte kap en deurtjes en leuke bankjes. Alleen uok en Trees waren ver va n op getogen. Dat is dus de mand, dachf Trees. „Hoe wy nu?” filosofeerde Cok. Trees nam een»resoluut besluit, ze nam 'f boodschappenmandje. wierp de pakjes er kritskrats in en luidde do bel. Met 't gebruikelijke gejuich werd ’t mand je ingehaald. Moes zette in van „Sint Nicolaas Kapoen tje” en zei zachtjes voor zioh heen: ..Ik ben benieuwd hoe die Sint z'n geld besteed heeft” Piepie juichte van: „2 maal wat”. Piet gluur de naar de namen, 't 'Was met recht: „vol verwachting klopt ons hart”. 't Eerste pakje was: Jongejuffrouw Cor nelia C. Cok nam ’t aan. Haar zenuwachti ge vingertjes rukten aan 't touwtje. Gedien stige Piet knipte het door. O. o. o.’n ketting.de ketting, ook voor 'haar. ’’oes en Pa. Leen. Miep. Ans. ze bewon derden 'm om strijd. 's Jonge jonge, wat zon er in dat mandje nog meer zitten? De kleintjes' voorop, lachtp Ans. Piepie Trees aan de beurt kwam. ,.'n’n Ketting”, stamelde Trees. ..Dezelfde”, probeerde Cok te juichen. Moes hoorde ’t en knipoogde. Ze snapte dat gedwongen toontje wel. En in zichzelf moest ze glimlachen om die kin deren; hadden zeker met onderling overleg *n cadeautje voor elkaar gekocht. De sigaren voor pa vielen ook in den smaak. Maar Miep probeerde tevergeefs hartelük te lachen over den centimeter die zeker als 'n satyre op haar onhandigheid bedoeld was; Piet deed uitbundig dankbaar over het „snert” boekje (kon ie wel laten. Sputterde Trees in haar gedachten) en Ans probeerde ei b bly *0 zyn omdatze nu het inkt- fleschje terug had. 'at ze 'n tjjd geleden aan Piet geleend en nooit terug gezien had. Leni leek tenminste nog 'n beet ie voldaan haar potlood. Moes nam ’t kopje met ’n koel „dank je wel Sint” aan. De gevoelige Cok merkte op, dat ze er ’s avonds niet eens uit d»oiik. Ac-b ja. Cok merkte wel dat er by Moes iets aan hapefde. Den heelen avond was mot. teruggetrokken, 'n beetje zenuw achtig ook. Leni en Miep meenden ’t waarom te raden. Vader vroeg er ronduit naar ’s avonds op de slaapkamer. „O”, snikte Moes teleurgesteld, „ik had nooit kunnen denken dal tn(jn meisjes zóó zelfzuolitig waren. Voor zich zejj koopen ze dure kettingen en hun broertjes en zusjes Krygen prullen.” Vader zuchtte eens. Hij had ’t ook opge merkt. Maar ’t waren immers nog kinderen! I-anger dan vier weken kon Cokkie niet met ’t geheim rondloopen. Eer ’t half Januari was, wist moeder de gebeele geschiedenis van de worst. En moeders echt opgeluchte lach, gaf Cokkie haar vroolykheid terug, al vonden ze t samen jammer, dood-jammer van^den surpriseavond. HARRIET VAN DELFT. gulden en daar gaven ja, je kon nu met recht zeggen gaven ze 'm voor twee, zegge twee kwartjes! A’oor 't eerst in den stond Cok niet op Trees school. Trees vond 't raar, erg raar. Ze, tuurde over de Koornmarkt, draafde even de zijstraatjes in. Nee geen Cok te zien -• gek. Gndertusschen liep Cok te hijgen over den Langendijk. Nee, Trees mocht 'r niet zien. Als ze haar zag, wou ze vast mét 'r mee. En ze wilde maar liefst dadelijk ge bruik maken van 't fyne nieuwtje, dat ze hoorde van Marie van Neuyuen. In de Vlamingsteeg, in ’n heel armoedig winkeltje, verkochten ze van die eenige ket tingen, met groote kralen in het midden en kleintjes aan de kanten maar voonayftig centen. De moeite niet voor zoo’n fijn ding. Trees had er juist zoo een op haar ver langlijst staan. Ze zou hem krijgen, ja ze zou hem krijgen. Cok zegende haar haast. De juffrouw had cr nog mmir één- Stel je voor, als ze nu eens een dag gewacht had! Dan waren ze misschien al uitverkocht. Met ’n liefkozend wreefje liet Cok ’n jiakje in haar zak glij den. Leuk, nu had ze ook ’n mooi cadeau voor Trees. ’s Avonds met ’t natellen van het geld, schokte Cok met een kleur op: „Trees ik ben twee kwartjes kwijt.” Trees telde mee, nog eens, nog eens. Zy kou niet eens leed vermaak hebben, dat die secure Cok ook wat verloren had. Al maar spookte het voor haar oogen. ’n Hijksdaalder cn ’n twee en 'n halve cent- stnk voor ’n pa en zes menschen, voor n pa cn kes menschen. „Zeg Cok”, besloot ze opeens in ’n op welling van edelmoedigheid, ,je moet mij maar niets geven hoort 't Kan niet lijden.” lederen avond kwam de worst nu een weck te voorschijn uit zjjn dubbele laag Ij». Had Cok overdag ,het” vers bedacht, dan lekkerawinkel. Wat ’n eenige En wat ’n_Ieu op dat glas t. Kostelijk, om abo’n ding gene die ’m kreeg, bijvoorbeeld moe, den ken, dat het «ohter wont WM- T niet weten, wat M er vah’denkèu moest; J miueUen aeMi wel TMgetew MN te k^ken. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1924 | | pagina 9