VOOR DE
a
on
w
w -
rL»,
-I
B B
r
1
1.
1
n
E
B
i
g
□i
KEES MELDERS
a i
f W B W
1
NUMMER 7VIERDE JAARGANG Na. 22
KS
18 «27
20—24
25—30
35-40
40 :29
ONS DAMBORD.
I
HUISKAMER
daar te onderhouden of te vernieuwen.
dat de
4.
is.
53 8en’
20. 34—30
zzz/z
c
zorgti Als ik dat geweten had, zou ik
zijn fa-
at TT w» «a*«a wwasaa-w----- V - F waa *-« M
1 men het pak naar omlaag liet» juist op meisje van vijf en een jongen van drie dag door
4. 29:20
thee met
rting ge-
41.
42.
43.
iraat
:elük
over
2. 40^-34 14—20
3. 45—40 20—24
Deze uitruil lijk tons sterker dan 1924.
25 14
Slaat terecht achteruit, om geen ,jand-
5.' 32—28
Bezet het centrum.
PARTIJSTAND Na 56.
H. Korstanje, Rotterdam.
maar iede
Tien d
Amerika.
I 30-25
Zwart gedw. 25 x 23, 37 ,x 46, 46 X
24.
25.
26.
27.
no
6. 37—32 10—14
7. 41—37 4—10
Sterker is 5—lumet den tekstzet
OOOR TINE UAN9ERMORST
prai
Kees bijn
ge ten, als niet Trina die zich gekleed had
binnen gekomen was om hem te vragen
mee te gaan.
Men sprak, af, dat Kees bij Korting
gezegd.
be- te mogen weergeven,, die in strijd is met
1 J-om-
1. J 1 ww nuuvvi uvuivi uw*
dt“£Lu.e," wordt opgeheven.
19. 32 21
42. 28—22.
Verloren stand, daar het spel steeds
verloren is of zwart 1117 of 24—30
speelt.
41.
42.
43.
44.
want ik eb hem niet lief genoeg om er
XZt/Zt 1
rw
W7/i.
'■ana %i*i i
probleem No.
Rotterdam), is als
14—19
8—13
10—14
14—20
48—42
42—37
27—22
Gewonnen.
VARIANT B.
6—11
41. 33—28 24—28-C
Op 1520, wit 39—33 wint. v...
42. 34—30 52 34;
43. 39 30 >.r
Verloren stand.
VARIANT C.
14—20
die der wiskunde verschillen sterk, indien
ze zelfs niet tegengesteld zijn. De geest
van de meetkunde bijvoorbeeld is zonder
twijfel een van berekening en combinatie,
doch van een nauwgezette en langzame
combinatie, één, die onderzoekt, het eene
deel na het andere, en die deze onderdeden
succesievelijk weer met elkaar vergelijkt,
er wél op lettend biets te vergeten en ze
opnieuw van alle kanten te bekijketf een
combineeren dus van voetje voor voetje,
waarbij geen nieuwe stap gedaan wordt
alvorens de voorgaande verzekerd is.
Dat is de geest met van het damspel I
Dit ademt een geest van combinatie van
het oogenblik, die in één oogopslag, vaag
maar zeker, een groot aantal varianten in
zich opneemt, waarbij zonder bezwaar
eenige kunnen ontsnappen, omdat men
minder een slaaf van regelen is en de geest 13 we8-
van dit spel een soort instinct is, dat door
oefening tot volmaaktheid komt. Overi
gens kan de meetkunde zich al den tijd
nemen, dien hij noodif heeft om zijn vraag
stukken op te lossen hij doet een poging,
rust wat uit, en begint daarna weer eens
met nieuwe kracht. De damspeler is in
tegendeel verplicht zijn vraagstukken
dadelijk op te lossen en in een bepaalden,
zeer korten tijd (zelfs een speler, die lang-
bruik van zijn denkvermogen te maken.
Het zou dus niets verrassends zijn, dat
een groot stelkundige (algébriste) of een
groot meetkundige een zeer middel—
damspeler zou zijn
leer gebonden, kost het f 1. 0. Door mij
zelf geschréven I”
IN HET VOORUITZICHT,
Mevrouw„U
koopt mij dien armband
den dokter eens halen dadelijk mijn
vrouw kan misschien een flauwte krij
gen
IN DE RESTAURATIE.
keelde zich gewoonlijk in, dat een geleer
de, geoefend in het maken van berekenin-
De oplossing van probleem No. 53 8en> iema“d, bedreven in algebra, in
(Auteur A. Eylers, Rotterdam), is als meetkunde, in alle deelen van de wiskun-
volgt de, in superieuren graad aanleg voor het
Wit 48—43, 43 x 23, 47 x 20, 20—14, damspel moet bezitten. Wie dit denkt
15 x 2, en wint. ver8Jst De. geest het d»tnspel en
No. 54 (Auteur A F. Hoogvelt).
Wit 34—30, 28 X 3Q. 39—34, 30
25 x 14, 35 x 2._
48, 48 x"30, 10—19.
Probleem bjo. 55.
Auteur A. H v. d. Geest, Lisse.
PARTIJ
gespeeld in de competitie van den Ned.
Dambond 1915To tusschen de heeren
v. d. Meer Jr. met WIT en JC. J.
Lochtenberg met ZWART.
-. 34—29 20—25
Deze zet wordt in den laatsten tijd
:eld, daar die ten doel heeft,
J nemen, die in de
opening) heeft be-
T
Analyse van
M. KOPERBERG.
B. SPRINGER Jr.
allen.
11. 32—28
Bezet wederom het centrum. Sterker is
21—26
14 41—37
Sterker is li
lange t.--
15. 28 19 14 23
Gedw. op 13 24 volgt 37—31
16. 33—28 1 9—14
Sterker is 1319, 813 en 2—8 de
---j, zou van een tekstzet isoleert 3 schijven, zoodat de
goeden speler, minstens twee schijven tange vleugei Van zwart steeds slechter door. 28—22 en welke temt
voorgifr hebben gekregen, indien hij zich
met een sterken had willen meten. Hij
wilde echter slechts met spelers van zijn
kracht spelen en uit wanhoop, in dit spel
voor altijd een middelmatigheid te zullen
blijven, heeft’ hij het ten slotte vaarwel te 7andschijf
gezegd. is k
Het zij mij vergund, hier een gedachte 44
den heer W.N de algemeen heerschende meening om- nadeel echter door wit’s uitruil te.eeltelijk
18 :27
26 17
Gedwongen.
25 34
21. 40 9 3 14
Na dezen uitruil staat wit wel iets beter
op het midden, doch het groote voordeel
22. “39—33 12—18
23. 44—39 7—12
Het is nu aan beide kanten weer stelling
bouwen.
27-22
39—34
32—28
38—32
28 42—38
Eerst schijf 5 in het spel brepgen ware
sterker.
29. 34—30 19—24 7
Zwak, veel sterker ware 2024,
18—23 enz., waarna geen van beide be-
middelmati? langrijk voordeel heeft. Door den tekstzet
komt zwart beslist in het nadeel. Ook
2J25 was hier niet goed, daar wit 3024
ou spelen, met groot voordeel op zwart's
angen vleugel
30. 30 19 13 24
MANOURY EN ZIJN WERK.
De sterke speler moet verschillende
goede, niet alledaagsche kwaliteiten be
zitten. Een logische gedachtengang om
gezond te kunnen oordeelen en aanleg,
om snel te kunnen denken. Een groot
bevattingsvermogen, ten einde de ver- baint
schillende standen van een gecompliceer- S. E.
den spelgang goed in zich te kunnen op-
nemen. Met wijs beleid moet hij te werk 1.
gaan en de soliditeit niet aan het briljante D_.
opofferen. Bovenal moet hij helderheid zelden gespet.
en nauwkeurigheid in het voorstel!ings- de „hekstelling" in te
vermogen bezitten, om verwarring uit praktijk (vooral in de
te sluiten. Wanneer de speler combineert, wezen niet sterk te zijn sterker u 17—22
behoort hij de schijf, die volgens zijn be- of 19—2J.
rekening weggenomen wordt, niet meer
te zien en omgekeerd dient hij een schijf
te Ben. waar deze naar zijn berekening
tanen moet. Hij moet geven, slaan, ver- want die brengt gewoonlijk nadeel
plaatsen en herplaatsen, zonder schijven 4. 29 20 25 14
32. 40—34!
Sterke zet, dwingt zwart tot 2025.
20-25
Op 24—29, wit 34 23, zw 18 29,
't 33 24, zw. 20 29, brengt zwart een
schijf in gevaar, is echter sterker dan de
gekozen voortzetting, waarbij zwart wordt
doodgedrukt.
33. 43—391!
Wtt behandelt het middenspel prachtig,
de tekstzet is zeer sterk, want deze dwingt
zw. 813 te spelen, daar wit dreigt 2822
en 3832 met winst. Ook dreigt 4943
met stuk winst, dit moet zw. tegelijk ver-
8—13
spel forceereq
Gedwongen.
35. 32—2711
Prachtig, dreigt met schijfwinst door
28—22 en 34—30.
18—23
Gedw. Want op 17—21 volgt 2822 van
wit en zw. moet na den afruil een stuk
verliezen.
36. 38—32 12—18
37. 47-42
Niet 48—42, dan zw. 24—30, 15—20,
17 48.
10—14
48—42
42—37
35—30
27—22
45. ,32 t 12
46. 12—7
47. 34 25
48. 39—34
49. 7—1
Gewonnen.
VARIANT A.
1420
6—11
11—n
dat je mij weigerde, al kan ik je ook üit^ng'^? g’etouw “«“in
slecht nssen. zwaar pak papier uit den strop waarmee
,,En t denk er net zoo over, Kees, zei men het pak naar omlaag lieti juist op
mijnheet
V.. L, 9 VU
„Nouüan Jjhjft alles zoo als het is, telbeen gebroken was.
T’ - ~=1 er Na een Paar weken was dit weer gent
ie beidenvoor te verlaten. ua> maar mijnheer Woudesteijn had nc
38. 42—38 11
Dreigt 2722 met schijfwinst.
17-22
Gedw., want 17—21 kost een stuk
e tempo zwart ook
maakt, steeds volgt 3430 met winst.
39. ^8:17 11731
40. 36 27
In deze stelling werd afgebroken voor
nartij voor zwart en ook in dien geest
Waarom kan zwart in bovenstaande
stand niet 1923 spel n?
Stand tn cijfers
Wit 13 schijven op 26, 27, 29,31, 34,
36, 37, 39, 40, 41, 43, 44 en 45.
Zwart 13 schijven op - 3. 6. 8. 11, 12,
13, 15, 16, 18. 19, 22, 25 en 35.
Gaarne houd ik mij aanbevolen voor
problemen, slagzetten, eindspelen enz.
Oplossingen moeten binnen dagen in
‘mijn bezit zijn.
vreg de jongen
snlkend zusje. o_,D
4a, Vroom heeft mij gevraagd en kantoor, waar alle toezicht ert administra- sloeg en haar een zoen gaf die klapte,
nt» ioem jij de vrouw die hem weigert tie nu op zijn schouders ruttfte. Leentje „Maar mijnheer 1” nep ze verbaa
een dom schepsel. Mijnheer Wou- had in huis 'n zorgerlijken en vermoeien- „Mijnheer. Zeg ma
den^jn zet nu ’n gezicht als 'n oor- den tijd gehad. Ze had er op gestaan haar „Kees? Kees Mei
wurt om het nu maar s echt te zeggen pleegvader zelve te verzorgen en slechts toch niet?”
LIm de eerste weken van zijn ziekte was er een „Waarom zo
leegster geweest.
Mijnheer Woudestijn had
houden. Hij is in ieder opzicht een char- bij zijn laatste bezoek, en Deentje1-
mant, hartelijk en goed mensch." trok naar den eenzamen man daar -r
Toen begon Leentje opeens, tot groote de boot, op weg naar het metre land8Mn> «m te informeeren of men mijnheer
Stens in cijfers
Wit 13 schijven op 15, 27, 28, 32, 33, - -
38, 39, 40, 41, 42, 44, 45, 46, 47 en 50. dadelijk op te
Zwart 14 schijven op zeer L~. - -
7, 8, 12, 13, 14, 17, 19, 22, 24, 26, 29 denktl het grootst mogelijke ge-
3Ó, 35 en 36. - -- m
partij voor zwart.en ook in dten t
beslist. Zie de volgende varianten
HOOFDVARIANT.
15—20 A3.
6-11
11—17,
-•24 «35
van zwart
te staan.
17. 28 19 14 23
Gedw. op 13 24 volgt wit 3430.
18. 27—22 ----
Deze uitruil is met sterk, daar de zwar- arbitrage. Het is echter een Verloren
er mede verdwijntsterker *- M-
gewoon te vervolgen met 3933,
-39 enz. Zwart heeft een opeenhooping
schijven op z’n korten vleugel, welk
1e-
)c unucqvoor ie veriaien. zen, maar mijnheer Woudesteijn had nog
e Hierme was 't onderwerp afgehandeld volstrekt geen lust weer naar de fabriet
’•''“dacht er nog lang over na. u - -.T’ —7’’-ZT” r-- “,UUJU
ten later vertrok Vroom naar mtt de zaken bekend was, dat alles als Kees moest het bewonderen en deed dit kamers schoon te houden.
Mijnheer Woudenstijn, die gewoonlijk marcheerde. Een ding was natuurlijk zeer uitbundig.
tracntte naar te polsen. Maar Leentje oude heer, maar zijn lach klonk met van
rertelde niets, zei alleen, op een vraag harte, Want hij vond Idl’s opmerking
tan mijnheer Woudenstijn, dat mijnheer zeer onhartelijk.
Vroom was gekomen om afscheid te Kees, die druk aiet Ida get
nemen. werd opeens stil. Hjj was werl
Een oogenblik later ging de telefoon liefd op Ida en dacha er ernstig
is de werkkamer en toen Woudenstijn tot vrouw te vragen, maar op dit oogen-
het telefoongesprek in de eetkamer blik haatte hij haar i«er.
‘Z* De dimes gingen, spoedig weg.
merkte zeer goed, dart Kees na haar op-
Vroom was daar aan de telefoon. Hij merking over Leentje stil geworden was. veranaenng nooaig. uen gansenen -
vertelde mij iets van zijn bezoek van dezen Hij kon duf «liet hebben, dat men iets was zij ziekenverpleegster geweest.
middag,’’ zei hij. onaardigs over zijn zvst sr zei. Nu begreep Toen de jongelui met mijnheer dit
Leentje bloosde en zweeg. ze opeens, waarom Kjees, die toch zoo DU» bespraken kreeg Kees opeens ’n
„Het speet hem zoo, dat het tevergeefs vol attenties was, die altijd om haar heen schitterend idee.
was geweest en hij sprak er van, nu maar draaide, haar bloemen ew muziek stuurde, „U gaat naar Gelderland, daar weet ik
in Holland te zullen blijven.” nog maar 11i, -- -
„Hoe dwaas als hij daar nu fortuin kan zij zijn 'vrouw wilde jvorden Leentje, menschen u en ons Leentje graag zullen gebruiken, dan zou de bakker, die in dta
maken,” meende Kees. het kind stond tusschen tien i=.. Die -- jj— - - e -
maar hij had gehoopt een lief weg Was ze maar met Vt oom naar Ameri-
men, en nu vindt hij het niet noodig meer een°góede partij af te slaan. Wat verbeeldde
heeft voor dat kind zich toch
zich alleen genoeg." Zoo dacht Ida en haar moedei, die al
je eerlijk zeggen, dat 'n meisje, dat zulk wist niet of ze haar doch ter er over zou
een knap en degelijk mensch den bons onderhouden of niet. Zji i--.
geeft, dom is," zei Kees, die in 't geheel loopig nog te zwijgen. De tijd zou mis- op de hoeve
OOK ÉEN REDEN.
Vrouw „Wie heeft nu weer de jenever-
ftesch leeg gedronken.”
Man „Dat heb ik gedaan ik wil met
dat er jenever in huis is.”
Alle correspondentie deze rubriek
treffende, te zenden aan
Stuifbergen, adres Bureau van dit blad.
- ZIJN LEVEN. aan te raken, die bij zijn operaties be-
Roover„Je geld of je leven 1” trokken zijn en die operaties in verbeel- schijf’ te krijgen.
Dichter (zijne biographic o verban-ding even feilloos uitvoeren, als hij dié
digende) „Hier is mijn leven. In kalfs- aanstonds in werkelijkheid doen zal.
leer gebondetwkost het f 1. 0. Door mij- Hoe uitnemend somt Manoury hier de
zelf geschréven kwaliteiten op. die de goede dammer naar
-den geest moet bezitten -
.Niet waar, lieve Edgar naar den geest, wam ook physiek moet
r. hij bepaalde kwaliteiten bezitten Zoo is
Man (tot het dienstmeisje) „Lize, ga groote kalmte, een -L D
oogenblikken van tijdverlegenheid is die M r
kalmte van onschatbare waarde. Dat de isoieert zw. schijf 5 en ontneemt een steun- wit 33 24. zw 20 29, brengt zwart een
Fransche dammers die kwaliteit hoogelijk punt J3n de schijven 18, 13 en 9. ---
weten te waardeeren, al noemt Manoury ■-
die met, blijkt wel uit artikelen in „Le
1 Kellner „Mijnheer, hier is uw bief- D-tnier’’ en uit Fransche brieven over
t- stuk.” de Haas, die om deze kwaliteit een blok
Gast„Is het goed rauw graniet genoemd werd. Wij geven Ma- Aang”ewezên'
Kellner „Wis en zeker, mijnheer, noury echter verder het woord -5 --
brult nog „Laten de spelers, die overigens veel
verdiensten hebben, doch dien graad van
ONDERVINDING.
„En waarom,' vri
..„waarom
aan den ouderdom
„Omdat de oude menschen al bet gel
hebben," antwoordde Jan, die juist dien
middag tevergeefs bij papa op een dubbel-
I tje meer weekgeld had aangedrongen.
EEN OORZAAK.
namiddag nog
moest,
brengen, die hetn *s avonds laat nog naar
hretigen. Als hij dit niet
had voorgesteld, had Kees niet zoolang
zunnen blijven, want aan het spoorweg
station van het dorp stopten slechts en-
Öp de hoeve was nog niets Veranderd.
Wel was de oude man nog. krommer ge
worden dan hij vijf jaar gelee’
J cc. -
m 1
terugkeerde, zag hij er zeer teleurgesteld
ui’..
.Vroom was daar aan de telefoon. Hij merking
middag,” zei hij. onaardigs over zijn ziast sr zei. Nu begreep
Leentje bloosde en zweeg. ze
.Kind wat bazel je. Ik je weg hebben?” 20rg voor Kees en Leentje. ITe oude heer opeens
was ernstic ziek eeweest en mensen zag binnen nomen aie zijn arm vertrekken zou Trina we
mijnheer 1” nep ze verbaasd oude boomen, een aardig z
maar Kees hoor Trina.” kon worden en van uit den
Jders Maar dat ben hekje t<
.Waarom zou ik het zeggen als 't niet
Na nog wat praten over den ouden tijd
en vooral over Leentje waar Trina altijd
ecu dim ma en 10a en toen mijnneer wouuensujn ...u.
niet ontwikkeld of de dames vertelde van Vroom’s aanzoek, en dus had hij Ida heel zelden gezien. Korting thuis. Hij vond het aardig kennis
zei Ida Af en toe kwamen de dames *s middags te maken met de oude vrienden van zijn
poosje voort „Waarom heeft dat kind ’t niet aan- tta bezoek 1
Woudenstijn genomen? Ze was dan toch bijzonder van den ouden heer vragen en^ hem n een en^ ander uit zijn hotelleven vertelde,
--Ü aan tafel goed verzorgd geveest!" j------ j-- -
en de oude heer, die erg nieuwsgierig was „Dgt is ze bij rr.t\j ook Ida,” lachte de er met en hij hoorde van Leentje met was en htj loopjongen,
trachtte haar te polsen. Maar Leentje oude hep, maar zijn lach klonk niet van veel oker die bezoeken. -v-
dde niets, zei alleen, op een vraag harte, Want hij
mijnheer Woudenstijn, dat mijnheer zeer onhartelijk.
31. 45—40
Brengt zeer juist z’n randschtjven in
het spel
T5—10
1420 Eindelijk is dan toch voor schijf 5 het
Sterker is 1823 om, als wit dan af- uur aangebroken, dat hij van z’n een-
1 Wij zeggen, ruilt, 1923 te spelen en zoodoende het zame plaats bevrijd wordt
;eest, wam ook physiek moet centrum te bezetten.
eerste vereischte. In
oeg de onderwijzer, bereiken, zich niet vernederd gevoelen en
damspeler beteekenf nog niet, dat deze
ts. Als dit zoo was. zou
middelmatig begaatffer
terwijl zeer groote genieën uit alle .angen
um.. en standen het zelfs niet tot tweede ratig-
Buurman „Ik hoor, dat je aan weers- speler kunnen brengen Verschillende
kanten van je perceel een huis gekochC voorbeelden zou ik kunnen aanhalen
hebt en dat je er al heel goedkoop aan ge- ik zal mij echter tot twee bepalen, om
Hoe is dat mogelijk het volmaakte contrast. Laclef, dien ik
,Dat zal' ik je zeggen. Mijn hierboven noemde, en Jean Jacques
--1 Rousseau, van: wien de heele wereld ge-
schitterend voor mijn dochter sproken heeft!
mant, hartelijk en goed mensch.'
erbazing van haar broer te schreien en Ën Toen kwamên' er trarw rt7.
k nep uit
„Ben je ook al in het komplot 1 Het
Snijnt dat jij mij al even graag weg wilt
h6ben als mijnheer Woudenstijn.”
i een 1
en sloeg een arm om zijn Woudestijn was ernstig ziek geweest en mensch zag binnen^ komen 'die zijn arm vertrekken zou Trina wei in orde
gevraagd en kantoor, waar alle toezicht en. administra- sli
hem wrigert tie nu op zljn schouders ruitfte. Leentje
Wou- had in huis’n zorgerlijken en vermoeien-
den<jn zet nu ’n gezicht als n oor- den tijd gehad. Ze had er op gestaan haar
IV.
Gelukkig was Leentje inderdaad, want met hem mee was
nu wist zij., dat iemand haar liefhad, om en daar op de bexit
^■“«wter- was, if zoois tiijThëêr Ue^eTen'briel, die rij”meë'narnTtei
jammer, namelijk dat Kees nu niet zijn Onder *t genot van een
jaarlijksch bezoek aan Engeland kon bren- heerlijke koek, door baas
gen om de connecties met fabrikanten al bakken, vertelde Kees nu van zijn pleeg-
daar te onderhouden of te vernieuwen. vader, die zenuwziek was, en nu met
Mijnheer Woudenstijn, die oud was, Leentje op de hoeve van Tnna’s ouden
zag daar het nut niet zoo van in, maar wilde 1 omen. Trina vertelde nu dat
plannen had over uit- moeder dezen winter gestorven was,
breiding van de fabriek en het vestigen dat vader niet veel meer aan de boerderij
van een filiaal in Engeland vond het in 't deed en dat de groote kamers nooit
t prettig. Er zat echter niets meer gebruikt werden en dus wel voor
dan wachten tot mijnheer de gasten in orde konden worden gemaakt.
Jelgers- n08 in ten ander opzicht onaangenaam
13. 37-32
Bouwt een soliden centrum-stand.
1-7
19—23
20 enz-, alhoewel de
vleugel zeer laat ontwikkeld wordt
k in d>^«n,
ikde.vto01*" hemnietnd
met
Kees, die groote
breiding van de
;aan tot Rotterdam «eheel niet
v irheid van hem had anders op a t -
haar zelf alleen, niet zooals Kees, omdat genomen, "keerde ’s avonds terug en gaf beter werd en weer luja zou^krijgem W1'de met
'Woudenstijn, omdat zij voor hem zorgde, boven om hem rustig te lezen. Ër was van patroon was de **at^ voor Kees
•maar omdat zij Leentje was, het kleine dien avond bezoek van mevrouw *"-*?*" --r«-
teagere, roodharige Leentje, een arm ma en Ida en toen mijnheer Woudenstijn geweest. Er waren geen gasten genoodigd zooveel van gehouden had, kwam bakker
kind, niet mooi, niet ontwikkeld of de dames vertelde van Vroom’s aanzoek, en dus had hij Ida heel zelden gezien. Korting thuis. Hij vond het aardig kenau
begaafd zei Ida Af en toe kwamen de dames ’s middags te maken met de oude vrienden van zijn
En Leentje droomde ’n poosje voort „Waarom heeft dat kind ’t niet aan- een bezoek brengen, naar de gezondheid vrouw, glunderde van pret toen Kees
totdat Kees en mijnheer Woudenstijn genomen? Ze was dan toch bijzonder van den ouden heer vragen en hem n een en ander uit zijn hotelleven vertelde,
thuis kwamen. Zij was heel stil aan tafel goed verzorgd ge veestbeetje opmonteren, maar dan was Kees toen Trina nog keukenmeid in dat hotel
die knappe heer nu' aandeel had in een
groote fabriek en dat geheel door eigen
kracht, liet hem alles vertellen wat hij
„Wel, ik moet ze'ggen Melders, dat je
n Irraan van 99
„Ja, maar er is veel geluk bij gekomen
zei Kees bescheiden, denkemf
gaan, want zij had ook wat heer Woudenstijn in kennis gebracht had.
noodig. Den ganschen winter Al pratend® met bakker Korting had
Kees bijna het doel van tijn komst ver-
Toen de jongelui met mijnheer dit geten, als niet Trina die zich gekleed had
Met speet'hem zoo, dat’het tevergeefs vol attenties was, die altijd om haar heen ^bitterend *m* n*es uij n.ornng
--- alrijd^ïrie” #w^d'lhïd7Uof boerderij waar lieve hartelijke terug zou ’komen om het avondetenje
7- huisvesten." namiddag nog naar Arnhem
in. wie m Q bde ouders van Trina/’ rtep Leen- hem met Het wagentje daar op den trein
- L
een knap en .degelijk mensch den bons onderhouden of metZil bew de hoeye verfilm<f
was geworden, bij Wel" was de oude man nog. L„^^»>
geeft, dom is,” zei Kees, die in 't geheel loopig nog te zwijgen. LeMijd zou le heid de oude vrouw. Zonder worden dan hij vijf jaar geleden reeds was
«liet wist, dat hij daarmee zijn eigen zuster schien verandering breq?en. u weten Mn fol gMpeeid door al het werken. Net was het ’t verdriet
oordeelde. l u J Intusschen zat Leentjeon haar Kamer SaMh djt hem vefdM Hij kon g(jede
„Maar als ’t meisje met van hem houpt? en las nog eens den brief van J ^den' »ch «Ive Sarah Bernhard had betiteld, vrouw niet vergeten en hoopte maar, dat
vroeg Leentje schuchter. zoo harte lijk en zoo vol Mijnheer vond het prettig bij menschen hij ook niet lang meer zou leven. Leentje
„Dan zal zij wel leeren van hem te woorden, d« hij m« had cliwen zegg ko’men die Leentje kende en dus werd herinnerde hij zich nog zeer goed, en hij
houden. Hij is in ieder opzicht een char- bij zijn laatste bezoek, en De n j besloten dat Kees naar Gelderland zou vond het aardig haar als een dame weer
p td «r eens terug te zien. Natuuilijk stond de
met Leentje herbergen kon en wanneer hoeve tot hun beschikking. Hij woonde
het tweetal op de hoeve hun intrek kon met zijn meid en knechts toch des zomers
- tv nemen °P den deel. Het voorhuis was keurig
VIERDE HOOFDSTUK. Zoo gebeurde hët, dat Trina, die in haar gemeubeld met antieke kasten en stoelen
;aar vol brood- en koekwinkel een klant hielp, waar mijnheer Woudenstijn stellig wel
Een jaar is voc.bijgegaan_._een jaar. - knap, keurig gekleed jong behagen in zou hebben. De twee slaap-
>--• - J’ 2 rde maken.
1 voorkAner gaf
toegang tot den tuin, waar, onder hooge
zitje ingericht
1 tuin gaf een
tot den straatweg van waar
,e toen met V men dadelijk in het botch kon komen.
J/rooj wel anders geantwoord hebben, briek een ongeluk gehad, dat niét zoo ee geheej wet Trina. Zeg De pensicnprïp, dien de oude boer vroeg,
„Mar Leentje, ik wist heusch met, ernstig was maar zijn JT. hii mag ik even binnen komen. Ik heb wat was zeer laag, maar Trina beweerde, dat
dat mnheer Vroom jou gevraagd had, war had gemaakt. Op een middag, dat hij 8 beoraten er dan nog wel wat aan het eten zou oot-
2 m_^e}.d 5°“ T? ‘*J de f*briek geweest was en dporeenzij- baar bezoeker voor naar de breken, wat zij, als ervaren keukenmeid
huiskamer waar twee dikke kinderen, een bij zich thuis zou gereedmaken en lederen
„„r •- i;; ic— een knecht van den bakker kon
een tuintje met perken van groen gevuld koken, vond dat prachtig. Leentje tat
met bloempjes en toen hun moeder bin- natuurlijk voor ontbijt en verdere een-
nen kwam, werd die terstond meegetrok- voudige benoodigdheden zorgen en de
te gaan, g“elukkkig dat Kees zoo goed mridj^_^b^^tijd gentteg om de
Toen allee zoo geschikt wee. vestrok
8. 50—45 20—25?
Deze zet is zwak, daar wit gelegejAiei.:
krijgt, sterk op deze schijf te combineeren,
zoodat zwart zich zelf het vrije spel belet
1 was 1823 enz.
9. 46—41 17—22
10 28 17 12 21
verdiensten hebben, doch dien graad van Sterker’ is 14—20, 20—24 enz., om «net stuK winst, air ma
volmaaktheid in het damspel, met kunnen te trachten, wit’s korten vleugel aan te hinderen met 8—13.
zijn wij eerbied verschuldigd troosten zij zich. Het talent van een groot n'7" 3228 34' 4943
w«u vwm.'D.u?'’ damspeler beteekenf nog niet, dat deze Bezet wederom het centrum. Sterker is Blijft het zwarte
.Omdat de oude menschen al het geld buiten het spel om een superieur vernuft 31—26, om 21—26 te voorkomen.
L. .*D D: zou men dan zoo vele 2126
_.,_U3ea. om maar niet Natuurlijk.
meeme zeggen, zien uitmunten tn dit spel, 12 3127 712
terwijl zeer groote genieën uit alle .angen Aangewezen is 11-17 om veld 21 te
en standen het zelfs met 'ot ’weede rang- bezetten.
kanten van je perceel een huis gekocht' voorbeelden
komen bent Hoe isdat mogelij’k?”
Musicus „E
vrouw heeft een zeer duidelijke stem en
draagt schitterend voor mij
«eelt piano, George bespeelt
mondharmonica en Pietje een trommel, niets en
Nu was het voorjaar en de dokter van
mijnheer Woudenstijn had gezegd, dat
had, bij noodzakelijk een tijdje naar buiten nu alzoo deed en riep tenslotte
ver- moest. Niet naar een drukke badplaats, "DJ
haar maar naar een stil klein mooi dorpje een kraan van een jongen bent.'
Waar de rust, het eenvoudig buitenleven ,.J*-- 1 -
en de stilte zijn gestoorde zenuwen weer ook?’ i...
Ida >n evenwicht zouden brengen. Leentje aan de gebroken vaas, die hem met mïjn-
„r- moest mee r* r; -j-•»- -
Leentje stil geworden was. verandering noodig. Den ganschen winter