VOOR DE
«••V.V
a
\m.
jmnnonnnai
9.
9 a
h a bJ
m
«ama»wam5"“Fr*xXSd“;r,‘""‘"'
S-X SL»s a,tow' - teMAAy
DE VADER UIT INDIÊ.
n
B B
9 S 'W
NUMMER IS
JOBE
w
ONS DAMBORD.
Ja.
KB8TO11111 lOtftJLttXJUUULttJOI KUH 8 CDDE
M 11
i B B B
UIT DE
MOPPENTROMMEL
r 17 -ie™
IS Sö W
m Wz,
..rt wrta Vg** J2J. m L™«ld d. 1, Rdchrf.,./ di. .mctaidtid
iet Jg» wi’ «‘«Mkk’Wik ^VopV"ekwlm°”wij«eznw!H’s raten
ONVERSCHILLIG.
voor de pantoffels bestemd ben.
JUUL
mijnbeer
„Alleen moet ik u bekennen, dat het
oplossing van probleem No. 71
ir A. F. Hoogvelt, Haarlem) is als
hetwelk
mijn
taak
„Verzoek mijnheer binnen te komen.’'
16 s.
13.:
aan de partij.
13 22
van
d, Geest, Likse.
16-21
nu
en men deed den commissaris van politie
maken.
t
enz.
trapt, zeer driest schepsel ontmaskert?
1
4
21 32
1*-18
O
t
sld
21
24
25
26
32—27
46—41
41—36
9—13
4—9
6—11
29 30—24
Hiermede blijven de schijven 15 en 20
11—16
22—27
13—18
18—22
its aan
naar 1
20—24!
Het is de vraag of 7—11 hier beter was
geweest.
31 22
38—32
36—31
32 41
22 11
28-22
kalmsten toon, „hij is hier.”
Ik wilde n<
juffrouw de V
der onder de dansenden begeven
t 7. 8, 9, 12, 13,
Wit'10 schijven op 16, 21, 27, 30, 32,
log een I
kleerkast dienst kunnen doen.
„Lieve deugd o,
in haat eer te herstellen."
De toestand werd hachelijk. Wi) waren
m den stnk geloopen, gelijk twee herten
in het bosch.
Ik wierp Roseltnde een veelbeteekenen-
goed gesproken.
„Zeer goed, inderdaad, tuffrouw,” ant-
Adus uitgenoodigd zette Leopold zijn
verhaal voort
„In het salon
behoorde, welke tuffrouw de Villefort
't Werd hem gebracht. Hij ging zitten,
vouwde den zakdoek in den vorm van een
band en bevochtigde dien met water en
azijn.
Toen hij alles gereed had voor een
compres en iedereen verwachtte dat hij
het om ’t hoofd zou leggen, stond hij op
en t-
om den pifaar
1 O, jij aanbidder van Rose
daar, nichtantwoordde alles. Wie zou u kunnen wederstaan
a a_ aaaaa
et** "w -----o -
mijn toestand uit het oog en dacht voort- gebogen had, meende ik hem te moeten zijn
Huurder. „Zoo, en dan is er, zie ik. van een jongen die nog geen 1000 gulden
den kelder ge- ook nog een kast m deze kamer Die zou
neen
macht heeft over haar
Ik zie me genoodzaakt een proces-ver-
baal op te maken....”
„Tenzij,” viel de heer Falamon hem
met waardigheid in de rede, „de juffrouw
HUISKAMER
m op 2, 5. 7, 8 10,
18. 19 22 en 23
op 21, 25. 27, 29 31,
40 41. 45 en 49
52 23—18
53 18 9
54 9—4
Zwart geeft op.
vervullen heb.” „Alleen moet ik bekennen, dat het
^er onbepaald uitstel, hetwelk u verlangt, mij
hoogste verbaast."
„Daarvoor heb ik mijn redenen, mijn*
heer.”
„Ik geloof u, luffrouw Welnu,” vej-
volgde hij. zich tot den commissaris
geopend en trad” een heer binnen, met hierbij laten. Geef mij eenTopie"van'het
procesverbaal en mijnheer de la Roche-
ferny is vrij. Op bet eerste woord ts hij
zaakgelastigde van 8ehouden d« we’ en tuffrouw de Villefort
den heer Falamon voldoerung te geven. Wanneer zij eer-
t. l 1 K 1— -S - -
voering constateeren van mejuffrouw de burggraaf daartoe terstond bereid zijn.
beklaagde, was ik, want men vroeg” mijn hem gevoerd worden/
naarrr v°°rname.” kwaliteit. De commissaris van politie was een en
man, met een piepstem,
itge maakt.
17—21
21—26
2—8
26 :37
12-17
16:7
De oplossingen van beide vi aantak
ken moeten binnen 7 dagen in ops bezit
zijn. Gaarne houden wij ons aanbevolen
voor problemen, partijen, slagzetten enz.
Goede oplossingen mochten wij ontvan
gen van de heeren A. H.v. d. Geest, B. Kra
mer, J. van Katwijk Jr, W. Landweer, B.
- Stevens, N. Cohen en H. Meure
verliet met mij de zaal.
„Welk sen succes hebt u j,
frouw,” fluisterde ik haar toe.
„Ja.” gaf zij toe. „maar het komt er
nu ook meer dan ooit op aan te
De vijand volgt ons ik vertrouw op uw
moed
„U zult tevreden over mij zijn, juf-
Alle correspondentie deze rubriek be
treffende te zenden aan de heeren W N.
p® bSfa V* *w wv
bureau van dit blad.
Jetje.”
EEN TROOST.
„Kijk eens hier,” klaagde de vertoornde
vader, „daar heb ik f 20.000 ten koste ge
legd aan de opvoeding van dit meisje en
nu gaat ze me trouwen met zoo'n aap
'aaienhistorie wordt voor waar
_:n papegaai, die altijd in de voorkamer
vertoefde, verhuisde gedurende den win-
ter naar de keuken, omdat het daar ook
n gezelschap nachts warmer was Toen het weer
weldra werd lente werd, maakte hij opnieuw zijn ver-
»nu KcvrUCu „nu vi ccn» oproer uit- schijning in het gezin en men kon zich
brak, zou ie dan op de oproerlingen schie- vermaken met de nieuwe kunsten, die het
beest op het voor hem ongewoon terrein
had opgedaan
En toen er op zeker oogenblik gebeld
werd, hoorde men het dier uitroepen
DENKOEFBNINGBN
Op een warmen zomerdag kwam da
,r_r”*t
was er bizondet «til. wam de oude school
meester en al zijn eerhngen waren in
diepen slaap „War doet gijnep da
ichoolopriener „Wij houden denkoefe
ningen mijnheer,” gal de onderwijzer
ten antwoord
HIJ HIELD ZICH LEUK.
Een soldaat kwam in een
van socialisten verzeild, en t
hem gevraagd „Als er eens oproer
ten!”
„Nooit I" was bet antwoord, dat de an
deren in verrukking bracht, „nooit zal ik
op de oproerlingen schieten.” - - - ---
„Bravo I bravo J" klonk het van alle „Laat ze binnen eerst tweemaal bellen I
kanten, den man werden bier en sigaren
aangeboden en hij was de held van het ge
zelschap, maar toen hij eindelijk afscheid
verloten schijf terug te winnen.
15 36—31 11—17
1640—34
De,eenige, maar goede zet.
474-41 bracht verlies door zwart 16-21,
17—22, 19 28 en 18 47. Ook 28—22
ging niet door zwart 19 28. 1—6 en
Zij. „Marie’s engagement met Jan is af-
geloopen.”
Hij. „Wie maakte het uit 7”
Zij. „Beiden, ze zijn getrouwd.”
KLEINE VERGISSING.
óioenschap
heeren Het
D. H. Möllenkamp met zwart.
17—21
21—26
16—21
11-17 gt
nog een kast in deze kamer Die zou verdient I”
voor kleerkast dienst kunnen doen.” „Maat dan maak je toch nog altijd 5 pet.
Huisbaas „Lieve deugd o. neen rente,” antwoordde de vriend. dat M
Het is de achterkamer, meneer.” veel in deze slechte tijden
28 34—29 43 28—23
Wit zag de dreiging aankomen en Niet 3731. dan zwart 13—18 en
bracht daarom schijf 39 naar 29. De witte 8 30. Dat wordt nu met den tekstzet on*
11—17
44 33-28 8—12
Op 17—21, wit 28—22. wint.
Eerst nu kan schijf 27 zonder bezwaar
worden aangevallen en buil
46
47
48
49
50
51
Maakt op de snelste wijjte een einde
7—11
11—17
17 28
grooter werd naarmate het gevaar meer zich in staat van tegenweer gesi
dreigde. moest nu den vijand integendeel
Ach lieve nicht, je moet wel een treu- innemendste wijze te woord staan,
rig denkbeeld van mij krijgen I -l'“*
Op dit oogenblik keek Roseltnde mij mijnheer 7”.
goeJ keurend aan en ik moet bekennen,
dat mij deze blik van vreugde vervul
de.”
..Daar I ik was er van overtuigd F riep
mevrouw de Ronoy uit. „Ik wist reeds
vooruit, dat die sirene je geweten in slaap
zou wiegen I O, jij aanbidder van Rose
monde F
„Wat zeg je daar, nicht T" antwoordde
Leopold. „Ik verloor geen oogenblik
aa .Ja a
asswjaa swew —sa w «owt» wm «■-
durend aan het lieftallige meisje, dat ik antwoorden.
CORRESPONDENTIE.
B. G. STEVENS N. COHEN, en B.
Kramer. Uwe problemen in dank ont
vangen. Wij zullen ze nazien en indien
geschikt plaatsen.
PARTIJSTAND No. 74.
Wit (de heer A F. Hoogvelt, Haarlem)
speelt 2621, zwart antwoordt 611,
waarop wit een fraaien damslag maakt.
Stand in cijfers
Zwart 14 schijven
11, 12, 13, 14, 16,
Wit 14 schijven
it 17 38. 39
EEN GUIT
Bij een of anderen toer in een café-chan-
int stooUe een der artisten het hoofd
geducht tarnen een pilaar op het tooneel
4en hoorde den bons in de zaal.
„Niets te beteekenen,” riep de man, -r
T^t ”MOek- Ï-' worden.” antwoordde Sidney. SCHERP
draaid had, eindelijk zijn dienstmaagd Een dokter kreeg dezet dagen een lee-
op heeterdaad betrapte, toen zij bezig was EEN AANMERKING. ü:ke senenhieb van een dametje, dat met
den wijzer op mooi weer te zetten. Het Rechter. „Hebt u iets tegen het vonnis e'n fluweeien -onsen» kan pijnigen,
was den volgenden dag haar uitgaansdag n te brengen 7" 0 dokter, sprak zij. „wat hebt u
nnrrm.v, D‘ef./*e VOOJ he’ va“ een afschuwelijk metier Hoe kunt ga
IN DE KEUKEN OPGEDAAN. een half jaar gekregen heeft) „As ik die den moed hebben |em>nd een of been
De volgende niet onvermakelijke pape- 8°*d d**1)*, dunkt me, dat hij hoog- w zetten ^1, bloed zie dan val ik ai
bevestigde het zeer’ zorgvuldig...^ «aaienhistorie wordt voor waar verteld, stens dne maanden waard is in zwijm.”
den pilaar Éen jsapegaai, die altijd in de voorkamer ItJTC „,T A<<t3DT„A „Juist als ik mevrouw, maar als ik ar-
men en beenen afzet dan doe ik de oogen
dicht”
„Van uw slachtoffers!” vroeg het on
deugende dametje
EEN MINNEBRIEF
De kortste minnebrief, die er zeker wel
ooit geschreven is, was de volgende t
„Jetje lief.
Jefke.”
Het antwoord luidde
„Jefke lief.
den blik toe. Zij was bleeker doch schooner van. deze hefti8« d*»?. je-
bekennen, dat lijken aard zijn had ik willen spreken,
het licht
77**. Ja^Mchen duurdi wekt "ik h^d het bnd*b7 d^T
^‘weder^ve^^ L*
„Mijnheer Falamon,” zeide Roseiinde schepsel ontmaskenf
plaats mijn oprechten dank te betuigen frouw de Villefort te grabbelen gewer-
voor de bewonderenswaardige nauwge- Pe°- Noem het zwakheid, zoo ge wilt,
de Falamon. „Mijn vrouw en mijn doch- zetheid, waarmede u over mij waakt U beste nicht doch daartoe ontbrak mij <fe
ter laten u groeten mijn zooqtje sprak handelt gelijk een strenge vader, doch moed."
’eikens over u.” tevens met liefde en billijkheid Ja, u „Geef mij de hand Leooold.” nen me.
antwoordde de geestige bankier. „U bewuste proces-verbaal opmaken, dat standvast*8h«d, geduld en taesch-
schiint te kunnen tooveren U vermoogt is uw recht Spreken wij thans over het 0ei<2..
mijne. Daar ik den burggraaf uit eigen „Thans ben ik tot de ontknooping van
beweging gevolgd ben. dek ik daardoo- dit ernstig tooneelstuk genaderd, waarde
zijn verantwoordelijkheid, hij is niet straf- nicht Wij namen weder plaats aan de
baa» meer. Hij hangt thans uitsluitend theetafel, als ware er niets ongewoons
woord, „en wat is u thans voornemens te
doen Zou ik u dat wel mogen vragen
„Mijne voornemens I” hernam hij
is duidelijk aan-
■eeds het gerecht,
zal overnemen.’’
9—13
33 47—411 7—11
Verzwakt zijn positie nog meer, 16-21
was beter. Natuurlijk was de bedoeling
jnet 22—27, 13—18 en 8 30 uit den
door den volgenden zet op tijd voor
komt, hoewel op 10—21 wit door 31—26
uitstekend spel krijgt
34 31—261 -
35 41—36
De stand van wit's rechtervleugel is cz
zoo, dat zwart alléén los kan komen ten
koste van een schijf
36 43—38
37 49—44
38 44—39
39 48—42
Gaat den linkervleugel nog steviger
maken.
8—13
40 42—37 12—18
Er was niets beters. Op 13—18, wit
37—32
41 28 12 17:8
42 26 17
De juiste manier van slaan om d<
schijf te winnen. Op 28 17 zou zwart
van twee kanten bedreigd.
12
13
14
Nu had zwart moeten profiteeren van
wit’s avontuurlijk spel, als volgt-
29 20, 39—34, 34 23, 27 16, buiten spel.
20-^24. 15 24, 18 29, 16—21, 7—11,
me' speien. gr is geen speelruimte. De tekstzet brengt
o
SLECHT VOORGEVOEL
A. „Gisteren zag ik uw brüid een paar ~r
pantoffels borduren, die zijn zeker vooi zorg me een man, die niet bedorven kan choolopziener op een dorpsschool. Het
u bestemd 7” worden Ik heb drie schatmeesters naai J*-
B. zuchtend. „Neen, ik vrees dat ik het noorden gezonden, en 't is gebleken
voor de pantoffels bestemd ben.” dat ze allen dieven zijn.”
„Wel, sire, dan beveel ik u Mivert aan.
„Mivert I’ riep de Koning uit „hij is
i grootste gauwdief dien ik ken/’
„En daarom kan hij ook niet bedorven
De oplossing van probleem No. 71
(Auteur A F. Hoogvelt, Haarlem) is als
volgt
Wit 27—21, 48—42, 39—34. 25x1.
Zwart 18 x 47, 47 x 26, 26 x 30.
In partijstand No. 72 werd de winst als
volgt door den heer H. 1
terdam geforceerd
Wit 27—22, 32x12, 28—23, 30 x 8.
33x22, 39—33, 35x13 en wint
Zwart 18 x 27. 8 x 17, 19 x 28, 3x 12,
17 x 28, 28 x 30.
PROBLEEM No. 73. J_'
Auteur A. H.
c 7’
»»Zoo verliep de danspartij. Het werd slechts eenmaal gezien
middernacht en reeds maakten eentge moest beminnen." te voorschijn, opende ze en nam er een aten gelden doch geef’den burggraaf
dames aanstalten tot vertrekken, daar zi) „En je keek de zuster waarschijnlijk pap‘«r uit. hetwelk hij mij zonder ken zijn vrijheid weder, evenals ik het doe
den volgenden morgen vroegtijdig ver- slechts uit broederlijke genegenheid aan? woord te spreken, overreikte Ik vouwde hem tegelijkertijd waarschuwende, dat
der wilden reizen, toen ik bemeikte dat Doch ga voort, neef wij verlaten nog k*' J* u— -1 --
Roseiinde mij een wenk gaf Zij danste steeds het ba) cn de heer Falamon zit
ider,'
i een
vreeselijk drama onder zulke voorteeke-
vSerfheefT'Ge'weet? nicht’ daV Faianton verklaart. <üt zij den burggraaf Git eigen wïarmerk. v
it het type van welvoegelijkheid is in de beweging gevolgd is en zi| terstond bij W_“S van he‘ procesverbaal
financieele wereld Hij is de Montmorency vrijwillige acte en met bewilliging van r
t haar vader, dien tk vertegenwoordig, er uitgeleide tot aan de deur, hem hierdoor
in toestemt, haat hand te schenken aan de eer bewijzende, welke men aan zijn
haar“’ten huwe'lijk vraagt ten einde' haar iliT'de 7gente~
had en voor eeuwig heer Falamon haalde een portefeuille rijk stuk, dat wij te eeniger tijd kunnen
te voorschijn, opende ze en nam er een aten i--- --- -
„En je keek de zuster waarschijnlijk papier uit. hetwelk hij mij zonder ken zijn vrijheid weder evenals ik het doe
der wilden reizen, tóen ik be mei kte dat Doch ga voort, neef wij verlaten nog het OP” en herkende het afschrift van ik gewapend ben met een recht en dat ik
Roseiinde mij een wenk gaf Zij danste steeds het ba) cn de heer Falamon zit *«n gerechtelijke acte waarin den eer- op een tijdstip, hetwelk mij behagen zal
nog een mazurka Ik naderde haar, zij ons vermoedelijk op de hielen.” biedwaardigen bankier alle rechten der re bepalen, het herstel van hem zal eischen,
fluisterde mij toe Aldus uitgenoodigd zette Leopold zijn voogdij werden toegekend over de beide waartoe de wet hem reeds bij voorbaat
„Kent u den heer Falamon verhaal voort. dochters van den heer Villefort. verblijf veroordeelt
„Ik heb hem nimmer ontmoet.” ant- „In het salon dat tot de vertrekken houdende in Oost-Indiè Heb ik
woordde ik pehoorde, welke juffrouw de Villefort Toen ik hem de acte teruggaf, zeide Falamon
„Welnu" hernam Roseiinde, op den voor zichzelve besteld had. stond de „voor alles heb ik het bewijs willen ,.~-
thee te wachten Nauwelijks waren wij toonen van het mandaat, hetwelk ik te woordde deze
i iets antwoorden, doch gezeten, of de knecht bracht ons een -
iefort had zich reeds we- visitekaartje, zeggende dat degene die
Ik ze hem ter hand gesteld had, verlof ver
bleef, waar tk w». op alles voorbereid, zocht binnen te komen Roseiinde reikte
doch wel eemgszms onthutst, dat moet mij het kaartje over Wij wisselden een
ik bekennen, door het c
nieuws, hetwelk tk vernomen had
dacht et nier aan mijn gedragslijn vast
te stellen, ik leefde in een onbekende
wereld wat zou er gebeuren Wat moest diende weldra
ik doen Ik wist het volstrekt met en
poogde zelfs met het te weten te komen
Roseiinde kwam weder met haar dan
ser, die daarover met goed geluimd scheen
bij mij terug en voegde mij toe
i. -
zooeven bij de deur gezien. Hij heeft mij glimlach.
zelfs beter komen te staan.
22 11
WA w
schijnt te kunnen tooveren- U
1—
Daar hij zich een weinig tot mij over-
dEN NIET TE BEDERVEN MAN
Karel II zeide eens tot Sidney ge
worden Ik heb drie schatmeesters naai
^1
iW i
24—29
Natuurlijk volgde op zwart 16, wit
moet wit beletten, dat zwart door 21—27 21 34 23 1—6
Gespeeld om wit later schijf 23 af
handig te maken. Met 1218 en 8:6
was zwart in dezelfde positie gebleven,
zó6 bleef er kans op een schijf winst.
22 38—33 6 17
23 42—38
Het nu volgende spel is geheel geba
seerd op verdediging van schijf 23.
5—10
35—30 25 34
39 30 10—15
44—39 14—20
Zwart valt nog steeds schijf 23 niet aan.
27 39—34 l«-lt
onverwachte blik, welke te kennen gaf. dat er niet viel „Wel, mijn gedragslijn i
ten had Ik -e aarzelen gegeven Doch daaf is r<
„Verzoek mijnheer mnuen re komen.” hetwelk mijn taak 4- v.« ---i
De knecht ging een oogenblik heen en °P hetzelfde oogenblik werd de deur wendende, .daten wij het dan vdor heden
een sjerp om, gevolgd door nog iemand
z*>n assessor scheen te zijn. Een com-
bankier 'tegenToe’ti Wj "groetten tnissaris van politie der stad Genève kwam
op verzoek van den r**‘1-J-
Frankrijk, en van
„Voorzeker kan de tuffrouw het on- van mij ai ik ben de aanklaagster, doch
mogelijke ten uitvoer brengen tevens zijn rechter Ik verklaar dus, dat,
„Niet waar burggraafhernam de wanneer ik recht heb. eerherstel te vor-
bankiet terwijl hij snel eemge slokken deren, met andere woorden het huwelijk
uit zijn kopje nam. te eischen, dan heb ik tevens de bevoegd-
Intusschen moest het gesprek een an- heid dit herstel te verdagen Bewaar u
dere wending nemen Roseiinde en ik dus het procesverbaal, beste voogd,
zagen dit duidelijk in Tót onze groote waardoor u zelf van alle veranrwoorde-
verbazing geschiedde het volgende de ijkheid zijt ontheven, het is een belang-
te voorschijn, opende ze en nam er een
gegroet Dezen avond zal hij te Genève
aangekomen zijn Wees zoo goed niet woorden
te trachten hem te ontmoeten, doch ..De heer Falamon, juffrouw.’
daarom behoeft u hem toch niet uit den „Ah I” riep zij uit, de grootste verbazing
weg te gaan." veinzende. ,’Maar dat is een ongehoord
^En ik ken hem met F buitenkansje I Wat ben ik blijde I Vlug
„Jawel, doch wees er maar verzekerd nog een kopje, mijnheer Falamon houdt
van, dat hij u reeds zeer goed van aanzien van thee, want hij krijgt zulke uitmun-
kent” tende uit Indiè.”
De danseur van Roseiinde was een van Inderdaad begon de scène, welke ern-
die ongeluksvogels, die overal hun neus stig had kunnen zijn, zoo aangenaam
insteken en iedere gelegenheid aangrijpen mogelijk Nimmer stak de held in een
om voor don Quichotte te spelen. vreeselijk drama onder zulke voorf
„Hoe, mevrouw I” riep hij uit. „zou nen van wal. jn de rol. welke^hij ^te
Zich hier iemand bevinden die uw onge- vullen
rustheid gaande maakte, temand. die het het type van wel voege lijk heid ts in de beweging 8«v°lgd is
waagt, u onaangenaam te zijn.... I--
„Neen, mijnheer,” antwoordde zij met der bank zoowel wat geboorte, als wat
Het bal was ten einde. Roseltnde vroeg theetafel, vroeg belangstellend naar Ro- haV ‘*n JLu^eV’k Y5|a*8,„t“B e,nde fooi aan de agenten, waarna wij weder
heid van het meer in het Apenland, roem- Ik wierp Roseiinde een veelbeteekenen- traagheid van geest aan den dag
zegevieren de het zachte jaargetijde en in het bizon- den blik toe. Zij was bleeker doch schooner b” “et .P1***? van deze heftige daad je-
der dezen schoonen nacht, waarin hij dan ooit voor de eerste maal scheen zij 8ens m*>- Mijn rol moest wei van lijde-
het geluk had iemand terug te vinden onthutst te zijn Ik moei 2_, -- "xï
voor wie hij groote genegenheid koesterde het een soort voldoening voor mij was aanklagen, de waarheid aan
uuuw,” antwoordde tk, ondanks mijzelve Roseiinde leek mij eenigszins van haa» haar ontembaren trots een oogenblik brengen, dan had ik een schandaal ver-
bekoord door deze onversaagdheid welke stuk gebracht door dit begin zij’ had gebreideld te zien Intusschen duurde wekt, ik had (om het kind bij den naam
grooter werd naarmate het gevaar meer zich in staat van tegenweer gesteld en deze verlegenheid niet lang, weldra kwam „oemenl een ree» <nl«rh
dreigde. moest nu den vijand integendeel op de haar moed weder boven noemen< een ze« va«ch- ze« door-
nemendsie wijze ie woord sUêu. „Mijnheer Falamon,” zeide Roseiinde -Jf.’
„En hoe maakt het uwe lieve familie, eindelijk, „veroorloof mij, p in de eerste doc“ ,a had den goeden naam van juf-
plaats mijn oprechten dank te betuigen frouw de Villefort te grabbelen gewer-
^Zoo gezond als een visch,” antwoord- voor de bewonderenswaardige nauwge- P«n- Noem het zwakheid, zoo ge srift,
was beter. Natuurlijk was de bedoeling
Nu komt wit uit de opsluiting zonder Ve^ee“^’
eenig nadeel.
Veel sterker is 1721, geeft kans op een
schijf winst.
17 - 29 20 18 40
18 45 34 15 24
19 28—23 19 28
20 33 11
Éi fit üte
aan
„De heer Falamon F
Ik stond op en ging den achtenswaar-
digen L— - •»»-•- ---
elkander uiterst beleefd
1 mij terug en voegae mi! toe „Wilt u mij even voorstellen, burg- - - ...«-
JVlijnheer Falamon ts hier. Ik heb hem graaf!" vroeg hij met een vriendelijken Par>l’ m het hótel de France de ont- herstel wil eischen door een hu welijk, moet
-;UI;.vv. voering constateeren van mejuffrouw de burggraaf daartoe terstond bereid zijn.
Ik wendde mij tot Roseiinde met de Roseiinde de Villefort. De schuldige, de Bij weigering zal een strafgeding tegen
voornamen en kwaliteit,
iep ik uit, „te middernacht
ing van het huisrecht bij een vreem- °verneiaspersoon
I Maar, mijnheer de commissaris.’ 7” reedï verscheidene malen in zijn
jnheer," antwoordde de roodharige 'even geroepen om een ontvoering te
,,dit geschiedt constateeren, maar volgens hem was het
op verzoek van uw regeering, welke alle geval nog nimmer voorgekomen, dat deze
-a. a__«.-- eigen burgers overtreders der wet poogden elkander te
ontvluchten om zich in handen van het
gerecht te stellen.
De zitting werd opgeheven De heer
Falamon ontving een geteekend en ge-
OOK EEN OORDEEL.
,,’t Is voor de armen altijd goed genoeg,
en zeide nog eens „Dus ie zult niet schie- tot haar zieken man. „Daar ben ik bij den
ten bij een oproer pachtheer geweest om te zeggen, dat je
De militair schudde de' hand van den versterkende middelen noodig hadt en
toen zei de mevrouw, dat ze ie een flesch
wijn zou sturen.”
„En heb je de flesch vroeg de man.
„Neen, toen ik wegging, hoorde ik dat
h r' i in
legen had, toen ben ik maar weg gegaan
Als de boel ve legen is, dan is het goed ge
noeg voor ons I”
9 37 28 10—14
10 36—31 26 37
11 41 32 13—191
Sterk, belet 4641. Bovendien wordt schijf op 23 staat nu niet alleen gunstig mogelijk gemaakt.
Stuifbergen en P G. van Engelen, adres wit’s centrum nu door 1822 en 2024 maar zelfs vrij sterk, moeilijk meer door
een om een af te ruilen Wit’s spel is nu.
die schijf daar zoo lang mogelijk te hand
haven.
9—13
30 38-32 18-22
De stand van zwart is slecht geworden
10 o**-** M«*x**v. k/c tciwnci urengi
vleugel gaat opsluiten, maar zwart heeft
niet veel beters.
31 27 18
32 32—28
Om 17—21 te beletten.
DE SNUGGERE DIENSTMAAGD.
Als historisch werd onlangs verteld, dai Je
-lurde, dat men aan zijn barometer ge- worden,” antwoordde Sidney.
EEN AANMERKING.
Rechter. „Hebt u iets tegen het vonnis
n te brengen
Dief (die voor het stelen van een jas „SUI1UWIUJ, ---
een half jaar gekregen heeft). „As ik die deo moed hebben iemand een arm of been
verteld. steiu dn( maanden waard is."
IETS UIT AMERIKA
Een reiziger werd in zijn logement ziek
en zond om den dokter Hij lag alleen op
zijn kamer toen iemand binnenkwam.
„Bent u de dokter vroeg de patiènt.
„Ta, wat deert u
„Ik ben zeer ziek.”
„Kunt u loopen
„Neen.”
„Wat, zelfs op uw kamer niet
„Ik kan niet staan.”
„Dat komt me goed van pas," zeide de
vreemdeling, nam net horloge en de beurs,
die op tafel lagen, en liep daarmee been.
nam, greep een der heethoofden rijn hand zeide de oude vrouw verontwaardigd AFGELOOPEN.
ten^bij een oproer
ander krachtig en hernam
„Nooit, want ik ben tamboer I”
„3tg eens, hoeveel klappen heb je van die flesch al tien jaren
middag weer op school gehad 7”
„Het gaat me niks aan wat achter mijn
rug voorvalt, papa.”
vm// M//A am.
Stand in cijfers
Zwart 11 schijven op
15, 19, 23, 24, 28 en Ï5.
37, 39. 43, 44 en 48.
PARTIJ
gespeeld in den wedstrijd om het Kam-
--van Rotterdam, tusschen de
Henri' J. v. d. Broek met wit en
1 33—28
2 39—33
3 44-39
Theoretisch moet
worden, wat ook sterker is. Op’ló—21
kan wit door 31—27, 27—22, 28—23
een ster ken stand formeeren, bovendier 17—41, 34—30,
uitruilt.
4 50-44
Zie voorgaande opmerking.
11-16
Veel sterker is 21—27.
5 34—29 20—25
Om de hekstelling te nemen.
6 28—23
Een uitruil, welke zeer ingewikkeld
spel brengt.
19:28
7 32 23 14-20
Wacht wit’s spel verder af.
31—27 21 32