r*nJg Wtv ht”
HET GEWETEN.
ZIJN EERSTE PATIENT.
H.
r 1 „c.
vatten. Wat ik den volgenden dag niet hardnekkiger) hoest, of voor een ander niet kwalijk, dat ik u wat lang
kon'doen, had ik misschien een dag later ongemak was, maar op zekeren morgen wachten.. Ik.... ik.... wil
kunnen verrichten." gevoelde ik t -- --
vcrgcien is net arseneid, alleen het
S
„Het hof veroordeelt Lavardin met
L
Zoo vriendelijk was ik nog bij geen
er u
verschrikt terug.
„Ja.
„Goed," zeide Guillaume, „bezorg mij
eden
roe-
„Daarvoor vraag ik acht dagen.”
„Toegestaan."
ken had, naar het uiterste hoekje der tafel
fWordt voort gezet.)
hij achteruit, want hij meent daarachter
het vergeelde, rfiagere gezicht van den
„Ben ie ziek V'
„Neen, mij scheelt niets," antwoordde
inhechtenisneming. Als u mij veroordeelt,
zal men het niet lang voor haar geheim
rue
op de vriendelijke woorden zijner vrouw,
op de kussen zijner dochter niets geant
woord. Door een hevige koorts aange
tast, begaf hij zich te bed.
Tegen twaalf uur ging hij heen, cm
koffie te drinken, maar het was hem on
ia ongewoon bleek en zijn oogenschit
teren -7/7Z-
„Ik mijnheer.”
„Hoe I u F
„Ik zelf zooals ft reeds zeide.”
„En welke voorwaarden hebt u dien
vriend gesteld, toen u hem dit kostbaar
heden...."
Zijn stem wordt voortdurend zwakker,
en nauwelijks hoorbaar eindigt hij
„Tot twee iaar gevangenisstraf.”
Ik weet niet meer, of het voor een
1 voor een
J «n
schelde op de verdieping van den dokter
aan.
derhouden. Het dier verlangt
■el, ik verschaf het hem. De
acht het dier Wilt u van mijn diensten
gebruik maken? U hebt maar te spre
ien mijnheer.”
sta ik er voor in, dat de bewuste dame een
alien, "die „dus u geeft zich ook
en mijn longen die van een leeuw waren.
't'__.'ft Tt_ t-_t_-_u .~.*u**
werd mijn aandacht getrokken door
nieten? Dit nu is juist de toestand van
degedeeld van het uit de vlammen ge
rende kistje, en van de jeugdige erfgena
me. die in
heeft bij <7_
nu wel van mijn plan, mijnheer?”
„Ik zeg.” antwoordde Guillaume, „dar
Moet ik hem veroordeelen
Begrijpt men den vreeselijken angst van
dit hart, waarin de herinnering aan den
vroegeren misstap wel iugesluitnerd, maar
niet geheel uitgewischt was Hij dacht er
eerst aan, zijn ontslag te nemen, maar dan
1-1
gezet, waarop de gezworenen hebben te
antwoorden, verlaat hij waggelend de
zaal.
Benige minuten gaan voorbij, een tee-
ken met de bel wordt gegeven. Het hof
treedt binnen en de jury verklaart La
vardin schuldig, neemt echter verzach- u
tende omstandigheden in aanmerking, vandaag op bezoek wordt verwacht,
„Óok niet, meisje, is de dokter niet malen
met zonderlingtn glans. Zijn be- thuis „Ia,
Waarin dat oordeCl nu eigenlijk be-
r op. Ik
een regeerende vorstin wenden
„Wanneer dit regeeren bij een vrouw
bestaat in heerschen door de macht der
schoonheid en van het vernuft, o 1 dan
Ma ik er voor in, dat de bewuste dame een
vorstin is zonder weerga. Zij is gelijk
een vreesdij ke toover
dj onder haar invloed
waanzinnig.”
„En behoort
toe?”
*Hij is boven haar verstrikkingen ver
heven. Hij heeft zich het hart uitgerukt
en de muizenissen verdreven, welke men
hartstochten noemt. Hij zal zijn miljoen
wel krijgen I”
„Uw miljoen r
„Goed, mijn miljoen, als u wilt.”
„Krijgt u een deel er van?”
„Neen.”
„U bent een bewonderenswaardig
man.” zai Guillaume. „Intusschen hebt
nog met geen woord over het plan ge-
„Kellner F viel hij zich zelf in de rede,
„breng dezen brief naar de post werp
hem tn de naastbijzijnde bus. Het is
een zaak van een miljoen,” vervolgde
hij. „Een mijner vrienden staat op het
ount dit ronde sommetje te verdienen
Ik geef hem enkele wenken in cijfer
schrift."
„Een miljoen te verdienen I” herhaalde
Guillaume, „dat beteekent zooveel als
twintig miljoen beschikbaar kapitaal.'’
digheid maakte zich van mij meester
- z - 1
ging ik de trap af.
Op straat gekomen keek ik nog eens
Vier hoofden schoten als op
'_71 waarschijnlijk
ging was daarbij ook dat van den doktar.
ttenk Nauwelijks had ik honderd
zich\ afgelegd, toen ik achter mfj hc
„Mijnheer.... mijnheer."
Ik kw
voor_ beide partijen.';
v--
„„oorid. 4.
vreemdeling. ZDe zaak is deze Denk
u wilt, eern i
hoeveel i
door een g
Ban kistje)
niet
dat hij nu zijn spre
„Spreekuur Ah
zij met plotselinge n ijver. „Zeker, 't is
nu zijn spreekuur. U wilde den dokter
spreken F
--- --„Juist. Ik wil hem eens over mijn u toch overigens voor zeer gezond var-
brengend „Het gewe- toepassing van verzachtende omstandig- :ezondheid raadplegen."
en 1” Via/Iam t»OC n*e
meisje deze bezat, rii altij’d gerust u xiet, dat ik negenmaal geringer eischen werpt het geld door het open venster
zijn omtrent de wetngheid barerje- ste) dan mjjn vnend> dwaas> die lk r ltrut
leen evens d„e „Goed,” zeide Guillaume, „bezorg mij c -<--
óe bestaat, dit kistje het kistje met al de papieren en ik zal bleek en uitgeput op het bureau van ad- miar vin een toeval ai, dan was hij
iu, mijnheer, gelooft u, het u met honderd duizend franken doen vocaat Lance op den boulevard Saint- on,eerd en verloren geweest I”
L L*J«.„14* ******e**O*^ kat-llan fT***<i* IkiI „**La I* 1k*O „1
iaar zijn verl<
lood. George
'indei
„Och,
gaarne in een groote onderneming be-
zekere hulpzaam zijn toevallig is dit papiertje om. Advocaat Lance kwam'uit zijn bu-
reau in dit van George de Chaverny.
Hier hebt u het” De ,on«e man 200 bleek- hiik
,ru« een gewoon mensen, ja, ant- antwoordde de vreemdeling op strengen -7?'
’°Or^dt ”doch7°“ «oon-.-.Mijn vnend «1 een cchoone^S tweanaa!. achtereenvo^ens
men er een tooneelstuk in
ven van zou kunnen maken."
„Dat is zoo, mijnheer,” hernam de
hmirman, <ralleen met dit onderscheid gcswia r -------
dat het melodrama op een feit, een on- -Och> ik m^ner Hij zou bet niet durven
miskenbaar feit berusten zou.”
„Hoe I" riep Guillaume met i
ontroering uit, ,js dit alles dan geen van vijfhonderd franken ook van hem
scherts van u, mijnheer?” Hier hebt u bet”
een ““““T•e*dxah,°»’ De buurman aam zijn hoed at en zoo zonderling, dat de advocaat hem
*voor een gewoon mensen, ia, ant- antwoordde de vreemdeling op strencen
woordde de vreemdeling, „doch voor een toon. „Mijn vnend zai eerTschoone daad de?en “P«ok-. “»n?» nlm tweonaal achtereenvolgens vroeg i
vernuftig en doortastend man is het een verrichten hij geeft de verloren gewaande
plan, gevolgd door een aantal nullen.” bewijzen terug....”
„Uw vriend heeft dus een prachtig
°f vroeg Gtrillaume, uitermate ver-
„Dat zou tk geiooven, want ik heb het baasd
dien ondankbare aan de hand gedaan.” „Ja, mijnheer. Wat is daar voor won-
„Kunt u -----
miljoen
„Dat hgt zoo ia mijn aard,” zade de
buurman achteloos, terwijl hij fier om zich
haan keelt „Ik strooi met diamanten."
loor, en doorliep de geheele toonladder
van 1
de vreemdeling, „maar u verlangt, dat zijn van het spel.
In een speeldub is het goud niets; --
het spel maakt aan het goud gewoon duizend franks weer in de brandkast.
- -- 71 J1. j j meer te
bevatte zulke onomstootelijke bewijzen, vijftig.... tachtig.... honderd duizend meer. Iedere speler ie lichtzinnig en geeft vreezen, niets dan de herinnering
dat, wanneer de jeugdige vrouw of het franken, daar l Dat is een rond getal, even gemakkelijk uit als hij wint. Hij Doch den geheelen dag siddert hij,
het goed is voor een melodrama en dat „een dwaas heeft nimmer geld bfi zich, chef, den strengen advocaat, die voor
-- -? n^en kednj- Kan ik er u mede dienen?” menschelijke zwakheden oatoeganMgk
„Groote góden I Wat bent u op dat is en zeker met zou aarzelen hem te ont
slaan, hem in ieder geval niet sou redden
--1. 7-1 wagen.
De voormiddag ging in angst en zorg
--- “f, w* «n iiinice jongen, maar gaan die worden ....u_ l. l-’
rukw—t werot haar bijna omver, jelui nu heen, anders kom ik niet klaar, den, zij het in duodtó^ °°k ger°“'
stukken, die men hem heeft ter wegingen zijn haastig, en zijn optreden „Dat nu juist niet.”
.k**** IT**2 inbraken, een yabch- heeft niets majestueus, zelfs niets waar- „Slaapt hij misschien
^^JS^^^^’^aan-
Sd^^n^eïen^je^e
zijn levenswijze, alle*? verscheurt hem het verwineien, en met zachte, stokkende
hart. En aft hij alles gelezen heeft, staat stem zegt hij
hij ontsteld op en roept uit, de hand aan
het voorhoofd 1
tan I het geweten I”
Hij meent verkeerd gelezen te hebben
M begint opnieuw Neen, hij heeft zich
niet vergist, het is zoo. Lavardin, de kas
sier van het huis janselme in de rue de
Sentier, was een speler. Zooals ook
eenmaal George. Op zekeren dag ver
loor hij, stal 5000 f.__l_ J 2.
kast van zijn patroon, met de hoop, dai het paleis van justitie verlieten,
hü ia zou terugwinnen en ze, zondei
achterdocht te wekken, weer zou terug
geven. Evenals George. Maar hij
had verloren en het gat met kunnen stop
pen. Men had den diefstal ontdekt, La
vardin was in hechtenis genomen en zou
thans voor zijn misdrijf terecht staan
..En ik, ik zal over hem richten 1”
fluisterde Chavemy ontzet. „Is nci mv-
geiijk Droom ik niet In hoever js deze
duizelig gemaakt Hij schoof zijn bord
terug en verbande bet halve fleschje
slechten wijn, hetwelk hij pas aangebro- mogelijk iets te eten Nu dwaalde hij
rusteloos over de kaden met brandend
hoofd en door de hardnekkige gedachte
aan den diefstal achtervolgd.
Was het eigenlijk wei diefstal? Neen,
enkel een leerung voor korten tijd, waar
niemand van wist Hij wilde 30.000 franks
nemen, zijn schuld betalen en met de
overige 5000 franks zijn geluk beproeven.
„Je zai winnen, ie kan alles weer goed
maken, je zelf redden aarzel niet.”
Tegen twee uur was hij, nog altijd be
sluiteloos weer op zijn bureau in zijn
binnenste werd een zware strijd gevoerd.
George de Chavemy was met zijn Advocaat Lance trad binnen, zag haastig
rechtskundige studies bezig. Zijn familie e*n aantal aktenstukken na en zei toen
1 „Zoo, door collega Fehberger. Hij
„Slaapt hij misschien nog Ik wil hem was toch ook van meening, dat niets
t Tlr eiMziAwa •rnetinc
„Hij sprak van een licht catazrhe-
■Jim, hm.” - -
Hij luisterde weer.
„Inderdaad, maar zeer licht. Hij heeft
klaard F
„Hij heeft volstrekt niets gezegd."
----Dokter Lander dacht een oogenblik
met nauwelijks verholen vreugde. „Ik na, terwijl ik mijn jas dichtknoopte.
„Ik kan mij volkomen met het oordeel
van mijn collega vereenigen,” lispelde
-.- -—7 „De president schijnt ziek te zijn, er zeer verlokkend uit. Prachtige tapijten, meisje, dat voor het eerst ten dans wordt
franks uit de brand- zeiden de rechters en advocaten, toen zij eenige kostbare staalgravures aan de gevraagd.
L paleis van justitie verlieten. wanden, nieuwe meubelen, een zeer Waarin dat oordefl nu eigenlijk be-
De Chavemy was in zijn woning in de sierlijke canapé, een boekenhanger met stond, helderde hij niet nader op. Ik
d'Amsterdam teruggekeerd. Hij had ^aai gebonden deelen en op de tafel een wilde mijnerzijds niet verder aandringen,
heele verzameling geïllustreerde tijd- daar ik werkelijk medelijden kreeg met
schriften zijn verlegenheid.
„Kijk toch eens hoe mooi,” zei ik „Wil ik u een recept schrijven?” ging
bij mij zelf, terwijl ik achteloos in een hij vriéndelijk voort.
zachten zetel neerzonk. „AUes nieuw. „Als u dat noodig vindt.
Hij had zijn plicht gedaan, maar zijn Ik ben zeker de eerste, die dezen fauteuil „Misschien iets om te gorgelen, om
met zijn naar gezondheid zoekend lichaam den hoest te bestrijden. In lichten graad
X 1 **n***A.* tt
„Wü ik 't vuur aanleggen
Met deze vraag stak de dienstbode
het hoofd om *t hoekje van de deur.
jonge meisje
kon zijn om- -
boorte en tevens over het wettig-
van haar onmetelijk fortuin. Doen, deze
jeugdige erfgename I
beutond.... Welnu,
dat degene, die dl-
lijke bewijzen gered heeft en ze aan den
rechthebbende terug gaf van zedeloos-
Md beschuldigd zou kunnen worden,
wanneer hij een miljoen vroeg, in ruil
voor het vermiste kistje? Denkt u met,
dat de jeugdige vrouw, of het jonge
meisje zich gelukkig achten zou haar moeten zetten,
weldoener een vijftiende, of een twintig
ste deel af te staan om in vrede van haar r
srettig verkregen schatten te kunnen ge- markies, mijnheer.” schuld af te doen. En in zijn kantoor voor breekt hem om gelukkig te zijn, en hij is
meten Dit nu is juist de toestand van „En wanneer zal het kistje in uw bezit zijn lessenaar gezeten, denkt hij er in het °°k, want de herinnering aan de sonde
het beb zijn koortsige opgewondenheid, met roode is langzamerhand mtge-
‘“,J. V -„Daarvoor vraag ik acht dagen.” oogen en de kin op zijn hgnd steunend,
hilanó „Toegestaan.” over na, wat hij moet doen en wat er van
def^nhoud van zeet U „Maar gedurende dien tijdik heb hem zal worden.
Jn. geen cent op zak.” De 25.000 franks winnen? Maar hoe? ^rschijliên7'vMte klanten van de
..Begrepen.” antwoordde Guillaume; Leener Maar van wien Van zijn vangen» en de galeien. Chaveau bladert
1
niet te koud hier F begon politiek, de muziek.
„Volstrekt niet.”
„Laat ik anders....”
Het overige slikte hij in. Daarentegen
ging hij voc--
bestudeerde dien ernstig.
t uur. touudg, .„een ucs vwriniuuatp. „Vijftig graden, zei hij met min of
een werktuigehjk hoofdkrukken gaf de AhS( Mn nieuweling,” dacht ik. meer bevende stem.
president der jury, die vergat, dat zijn ge- eta jongeman. Als hij niet pas „Juist de aangenaamste temperatuur,” pen F
zicht onbewegelijk moest blijventen geen begon, zou hij niet zulke lange spreek- antwoordde ik, om hem moed in te „Beo, uurtje.... Goeden dag
indrukken zijner ziel moest laten raden, tijden opgeven. Maar nieuwe bezems spreken. dokter."
ziin goedkeuring over diens argumenten vegen senoon. Laat ik het tens met hem »»Ja, niet te warm en niet te koud.. Wij scheidden als een Daar vntftden.
te kennen en scheen hem zelfs aan te moe- probeeren.” Eigenlijk moest het hier zestig graden Toen ik op het portaal kwam, etend
igen. Van tijd tot tijd ontmoette de blik u Terstond daartoe besluitend, trad ik ^X84’^kï^‘W’pe' Drie Lfden"keke^Urer0PnuJ kfe
en het was niet de laatste, die de oogen
neersloeg. Zijn ambt geheel vergetend,
meende Chaverny den verdediger voor
hem zelf te hoeren spreken, en met on- met
derzoekenden blik beschouwde hij de ge- bestaan in
Plotseling werd de deur naar binnen
opengetrokkken en een vertoornde vrou-
westem klonk mij te gemoet
„Verwenschte jongen, als je 't nog eens zien, dat de groote, beteekenisvolle vraag naar boven.
waagt.... Och,neem mij niet kwalijk.hem op de tong brandde, maar zijn ver- commando naar binnen
Zij staarde mij aan, of ik een geest- legenheid die nog tegenhield.. Hij p2-J-*
verschijning was. 1
„Goeden morgen,” stamelde ik ver-
bluft. t—-, i„v
„Goeden morgenNeem mij niet vroeg, terwijl hij mij slechts van ter zijde
spreekt mj, en net is naast een verueu.- maar een paar on- aanzaj
ging van den beschuldigde, die hij laat beschaamde lummels hier in huis hebben
is ai wei uui^cua maai....” araua ttjugv
„Ik begrijp u al. Is de dokter thuis F* borst, dokter. Als u mij eens
*7<*. m«< aam vww«AMl«têlp rveerlar- terxAl^OM
Volijverig sprong hij op.
„Met genoegen, zeker."
„Ik hoest erg.”
ernstigs zijn. Het spijt mij, dat te hooren.” Onderwijl hield mij de vraag bezig
of de doktersvrouw niet in beraad had
„Hm, hm,” zei hij verlegen. „Ik, ik gestaan, mij, toen ik opstond, een flesch
vind eigenlijk niets. Heeft u zich al meer- **-“• •*- *-
laten onderzoeken
dbor dokter Fellberger.”
kast lokte hem steeds sterk» aan
Was het dan werkelijk een diefstal?
voelde aanbreken, Neen, een leening, dat was alles. Een lee-
ning, die hij den volgenden dag weer zou
„Ik laat geen schulden achter j dat is teru» »ïVen waarvan de advocaat nooit
I vermogen, je eerste studies °ok vermoeden zou hebben.
__i Hij sluit zorgvuldig de deur, iaat den
advocaat Lancei die mijn sleutel in het gat steken, teneinde niet
i te
Hij
gift te t rouwen. Georges moeder
heeft u wel een catarrije.”
„Inderdaad
„Dan gaat het spoedig over.”
I’" 77
„Zeer vriendelijk van u.... Dank je, met een trots, die sprak uit zijn glinste-
zal mijn oponthoud zoo lang niet duren.1'
„Zooals mijnheer verkiest."
Ik bladerde vol verwachting in een
Eenigen tijd later stak dezelfde ver-
het hoofd weer naar binnen en
>ijna vroolijken toon
„Dé dokter verzoekt u
komen.”
I. _r.
zooals eenmaal zijn vader gedaan had, wei wat lang geduurd. Zeer verklaarbaar,
1want, naar ik bij mijn komst in de spik-
„Het gewetensplinternieuwe studeerkamer bemerkte,
wiens van
hij deze paraplu tnag
- - i
„Met genoegen, zeker. krijgen.”
„Ik hoest erg.” w>
„Zoo, hoest u?_Het zal toch niets delijk bedanken t”
esefirve ireêm T-Ipf mil Hat t» InfVWAM 9f
„V Ilvtn, 11. 4.XJU.
„Ah zoo, dan is u zeker de heer, die Daarna onderzocht hij mij.
De prAident is zeer opgewonden. Hij jjjn studievriend, nietwaar
UU-L *22* ./.kit- rx*u *.'*w *.*2*2* T* J*
„Zoo, door collega
gaarne storen. ïk dacht anders, ernstigs
iij nu zijn spreekuur had.” „Hij spra
zoo... .ah zoo," zeide geruóch.’’
Het meisje was nh geheel veranderd
„Karn als het u belieft binnen," zei zij
zal het den dokter dadelijk zeggen. Als
het u belieft: hier is de wachtkamer." w
Ik trad binnen. De wachtkamer zag hij eindelijk niet den móed van een
kostbare staalgravures aan' de gevraagd,
meubel)
leis van justitie goedmaaktedaar hij genepen vingers houden dertig bank-
poging deed het kistje weder in scherp was, vreesde men hem wel, maar De brandkast u weer gesloten, de gor-
hoeveel zou u er dan voor vragen? Ik
uich het plan ven het miljoen, het- ken ‘enumd, die zich met zulk soort za- hem driehonderd franks in de maand, °P ,traa' rollen de omnibussen
Hier is hethte ia een goed zaakje voor geven zou. Laat eens zien maar scheiden te leven en zijn boeken en lessen
Ka«j4a *nw»êawae ^daaw niet vrv* araslwao t«W K*ffifl ^^A**l*am TLK*** 1.-1 1. m 1— 1
vJ^Üs voor' de partij, die men het mA- met met een miljoen te vragen, want het geen weerstand aan de verleiding van het speelschuld tegen middernacht doet "hij
„Vooral voor deze,'
een jonge vrouw, een jong meisje, als
temge erfgename van ik weet niet
miljoenen en v’ 1
~*~eimzinmg waas omhuld is.
een brand verloren gegaan,
sou een ander, misschien heel streng, het Journal Official de gratie van Lavar- tijdschrift.
-
In denzelfden nacht werd de president schijning
>or een beroerte vetroffen in de wei- ZC1 °p bl
nige heldere oogenblikken, 'die hem over
bleven, wendde hij zich tot zijn zoon,
langzaam voor zijn schrijftafel zitten;
schoof een pakje receptenpapier naar zichX afgelegd,
toe, doopte zijn pen in den inktpot en pen
“-zag, halfluid': ïk keerde mij otn. Hst dit—teteiijt
„waarmede kan ik u van dienst zijn stond hijgend voor mij, met een petspluit
„Ik heb sinds eenige dagen pijn in de in de hand.
eens wilde onder- „De dokter iaat vragen manheer, 01
mj u deze paraplu neg aaatMed—. Hi,
zal ze bij gelegenheid wel ee— te—g-
krijgen.”
„Zeer attent. Wil je den dokter vrien
Onderwijl hield i
of de doktersvrouw
wiin en een ontbijt aan te bieden.
a- - sidderen, zijn hart klopt niet meet, groote
weinig met de Hij keek George met liefde aan en verloor zweetdroppels bevochtigden zijn voor-
het bewustzijn. Een uur later scheen hij hoofd. Als hij de zware deur opent deinst
uw vriend daar 'eveneens laume, gedwongen lachend. „Zie, ik heb jg
een man op het oog, die u deze familie-
papieren afkoopen wil. Hoeveel vraagt digen blik aan en zei„Het gew’eten 1" zachten blik aanstaart, en hij meent ook
Daarna stigrf hij. d* beide woorden te hooren, die zijn
Een maand later was George secreta met zwakke stem tot hem sprak
koopen; ze zijn reeds afgeleverd, dwaas, een strenge man, die door zijn zwijgen
die ik ben
„Ja, dat ben ik met u eens, dwaas,”
hernam Guillaume „maar wanneer u
eens een
Terstond daartoe besluitend, trad ik zijn.... Zestig graden is de beste tempe- van drie kamers de deur op een kiertje.
v- j- —"on*’”»'.” Drie hoofden keken er nieuwsgierig
Weer hield hij op en keek verlegen doorheen en trokken zich gelijktijdig
aafl. naar buiten. verschrikt terug.
Geruime tijd verliep. Niemand liet „Echt onaangenaam weer,” zoo ging 't Waren drie vrouwenhoofden, zsket
zich hooren. Ik schelde een tweede maal, hij na eenige minuten van diepe stilte van des dokters vrouw, van zijn moeder
met hetzelfde gevolg. Alle goede dingen voort. en van de dienstbode.
ian in drieën en dus beproefde ik „Zeer onaangenaam: guur en regen- Een hartverheffend gevoel mijner waar-
toepassing der wet in al haar zwaarte.
De president zweeg men keek hem
aan. Hij moest de geheele zaak nog eens
samenvatten en vreesde daartoe niet de
kracht te zullen hebben. Maar eindelijk
spreekt hij, en het is haast een verdedi-
hoorenï Nadat hij de vragen heeft uiteen- onl duizend maal...
Zij keek 'mij een oogenblik onder- zoeken.'
zoekend aan. «-)«-
„Komt u den dokter voor een morgen
wandeling afhalen?” vroeg zij eindelijk
nieuwsgierig.
„O neen, ik....”
lehng
dig slecht
plan hebt u uw vriend
an?” .A
onderneming, waarover ik verder geen zijn vader,
w vvxaif wie mim viiEiici is.
hernam de onbekende,
j „Wat ik van hem te wachten heb? had er de voorkeur aan gegeven, het meisje Een halt uur later was George alleen
van karakter en zoo vermetel, dat alles Niets.... Ik vergis me ik reken nog dat hij liefhad, en niet een huwelijks- 8een getuige was te vreezen. en de braad-
*- T- **l*k £21* rx* 'e. Iraat Irtlrf» ctAAric ctterlrAr sin
lemmet breken kan het, doch buigen
niet. In de tweede plaats is mijn plan
het volgendeeen miljoen es*-
ia ruil voor een bewezen dienst.'
„Meent u, "vroeg Guillaume, „dat er veel
lieden zijn, die een bewezen dienst met
een niiljoen betalen kunnen F
wen.” uw i fr
Jouvete 1 moet uw vnend ach dan tot is dien naam te dragen kantoor. Bij hem kun je den kost ver- worden, en laat de gordijnen
„Misschien.” zeide de gast. dienen en middelerwijl je studies voort- L "-——7 ï-‘
„Ziet u. ik zou mogelijk in de gelegen- genen. Vergeet nooit, dat je vader is ge- schappe: is voor meerdere zekerheid uit-
heid zijn u die stukken zeer duur te doen storven met een gerust gemoed, omdat g*»tuurd Haastig schuift hij de leners
betalenhij altijd enkel de stem van zijn geweten »m het »l« «1® handen
„Ah I ah r zeide de gast glimlachend, heeft gehoorzaamd.” r'JJ-- -
een weinig met de Hij keek George met liefde aan en verloor zweetdroppels bevochtigden zijn
maakt rij zaken af. waarde heer I” i 1‘!! J
„Ja, tusschenbeiden," antwoordde Guil- te ontwaken en fluisterde „Ik ga heen
ga heen." -
Hij keek rijn zoon met een eigenaar- stervende te hebben gezien, dat hem met
de beide woorden te hooren, die zijn
hij een fraaien zakdoek van Indische stof
en wischte er zich het voorhoofd mede af
„Heeft uw vnend dat kistje in zijn be- Het gericht van dat papiertje had hem George met trillende stem.
want ik heb het baasd
i hand gedaan."
dan plannen vormen van een derlijks aan F
„Niets. En wie heeft uw vriend het
kistje gegeven?”
■vu —ik 3uw> mei uuunanieu. buurman, die aan tafel zijn hoed
.,T?n u komt hier eten voor elf stuivers?' opgehouden had, wendde zich thans
„Ik eet, omdat ik mijn maag moet on- weinig naar de rijde van Guillaume
_U—U— tl* !-•-1.J voed_ om ontbloot een oogenblik het hoofd
Ie. geest ver- en antwoordde met een buiging.
gebruik maken? U hebt maar te spre
ien mijnheer."
^Dat zou misschien gelijk staan met
leenen tegen een buitensporige hooge
rente," zade Guillaume.
„Ik ben een man van eer, mijnheer I” voorwerp in bewaring gaf F
e i-.j i. „Volstrekt geen."
„En wat verwacht u van uw vriend, had hem een vlekkeloozen naam, tra- '«gen Chaverny
nadat hij geslaagd is in rijn belangrijke dities van eer en fierheid nagelaten, maar „Ik rijd naar Chéteauroux, waar ik in
-- - 2__, een klein ambtenaar in de pro- de zaak Dellereaux moet pleiten. Ik zal
oordeel wil vellen vincie, bezat geen vermogen, want hij &ie dagen wegblijven Tot ziens I”
„Wat ik van hem te wachten heb? had a de voorkeur aan gegeven, het meisje F
dief meer op de wereld.
Des avonds betaalt hij in de dub zijn
is zeer twijfelachtig of uw snaak van een Parijsche leven. Hij speelde, won en va- bank springen, en als hij 's morgens
vriend zelf dat bedrag wei zai krijgen." loor, en doorliep de geheele toonladder dronken van het spel en waggelend op
„U, kent hem nog niet 1" antwoordde van aandoeningen, die onafscheidbaar beenen, weggaat, neemt hij 50.000
i,c v.n IB u... dt vreemdeling, „maar u verlangt, dat rijn van het spel. franks mee, die hij heeft gewonnen,
wier geboorte toch »k een prijs zal noemen In een speelclub fa het goud niets Om ben uu' de dertig biljetten
Z. 1...U r. j
4-—MW» gVMM g}WM f -- -—
„Ik wil het kistje verkoopen voor.... het goud heeft voor den speler geen waarde Het is voorbij Hij heeft niets
s**1kw«* Lk**z4**z4 T*J*** 1* i1 i r. titPfz: z4* Ik**!***—
Doch den geheelen dag siddert hij,
r want hij zegt bij zichzelf „Indien ad-
voca4< Lance was teruggekomen, indien
Op zekeren morgen komt Chaverny de ontdekt was 1 het hing immers
Hij zette zich neer en schreef, schreef
„mw vrrenuciiji v«u u.... j», iuvI een nuu, die sprak uil zijn giinstc-
't is hoegenaamd niet koud hier. Ook rende oogen en waarvan zijn hoogroode
„i -.v_..j a.** wangen getuigden, rijn eerste recept
als practiseerend arts.
laat het toch klaar maken?”
„Stellig dokter. Wat ben ik u schul
dig?”
Dr. Lander schraapte zijn keel.
„O,” zei hij, ,,'t Is de moeite niet
4 -g
„Maar ik kan toch niet om niets uw
kstharen tiirl in h*lao
,,’t Heeft anders i
u nog eens terugkomt."
„Zooals u vergiest, dokter."
Ik aarzelde nog 72.
r zich oneindig ongelukkig
den sidderenden president, wiens voor
hoofd gloeide van koortshitte. De zaak
L
een volledige bekentenis af.
„Ik had niet het voornemen te stelen,”
“enen^^ttó^lnrsT^ ttKÏTB rATIEBl. “„Goeden.morgen, dokter?’ verdi'ende honorarium te” o^eVhSd^tn.
geven, voordat hij achterdocht zou op- ik weet niet meer, of het voor een „Goeden morgen, mijnheer. Neem mij ,,’t Is ^sschus toch beter,
vatten. Wat ik den volgenden dag niet hardnekkigen hoest, of voor een ander niet kwalijk, dat ik u wat lang heb laten ik de zaak nu in orde breng,” zei ik,
kon'doen, had ik misschien een dag later ongemak was, maar op zekeren morgen wachten.. Ik....ik.... Wil u niet ders komt het licht tn t vergeetb
kunnen verrichten." gevoelde ik behoefte een dokter te liever gaan zitten?" Wat ben ik u schuldig
A.--■-2oo vriendelijk was ik nog bij geen „Hm, hm.... Na
- ik uit 't was nu juist enkelén dokter ontvangen. De beminnens- „Een gulden mijnheer. Dank
jd. Doch welken zou ik waardige man schoof zelf een stoel voor Onder wederzijdsche pli
.lerrling? Dat was een mij bij. DaXrna streek hij eens langs zijn gingen wij naar de deur.
ij ten laatste meende, de es- specialist voor longaandoeningen en er t**"*, u—*•- - - -
-—4.-’- _5ng een groote rOep Tan hem uit. hield het werktuig all
Ik stond reeds voor zijn deur, strekte tegen het licht, schoof
want hij
„ik heb een moeder, die oud en ziekelijk toch liever een anderen arts te raadplegen, opende en weer ^lootkortom hij te praten.
is. Zij woont buiten Parijs, en iedere Een specialist, zoo overwoog ik, ziet bevond zich blijkbaar in de grootste „Wil u niet lievet
maand stuurde ik haar, opdat zij kon le- overal gevaar, en ik was niet van plan mij opgewondenheid en verlegenheid en wit vroeg hij plotseling.
vol de helft van rniin tractement. Zij bang te laten maken; liever wilde ik nog niet, hoe hij met patiënten moest Ik nam w-ter plaats
weet niets van mijn misstap, van mijn hooren, dat mijn gezondheid bloeiend oniMaa. kwam het gw peek c
yy* .T 77^-en mijn longen die van een leeuw waren. ,.„Is het u niet te koud hiet begon politiek, de muziek
Terwijl ik nadenkend verder ging, hij na een pijnlijke stilte.
VaIa^aaI»* *<Af
kunnen houden. Als rij niet van schaamte een gommende naamplaa* aan een mooie
en wanhoop sterft, zal rij van honger nieuwe woning „Dr. Lander, arts,
omkomen.” spreekuren des morgens van zeven tot
De verdediger was welsprekend. Met ‘F?
een werktuigehjk hoofdknikken gaf de Aha e«n nieuwelm»,” dacht “ik.
president der jury, die vergat, dat zijn ge- oZeker een jongeman. Als hij niet pas
bedoelde onomstoote- betalen." Germain, nadat hij den nacht in het ipeel-
„Contant geld bol heeft doorgebracht. Zijn mouwen rijn
„In klinkende munt.” groen gekleurd, zoo krachtig en langdurig Twintig iaar zijn verlootten. Advocaat
„Alle duivels I” riep de nieuwe vriend heeft hij daarmee op het groene doek der Lance is dood. George de Chavemy fa
van Guillaume uit, „ik zal dien schelm tafel gedrukt, waarop hij rijn heele winst 8etrouwd, en wij vinden hem, door in-
van een Malatesta het mes op de keel van den vorigen avond en nog 25.000 3f.an„ne en ar7ieid.reeds gri,s 8ewordsa,
moeten zetten." frank. - op ~ewocrd - va£en had. Pee„S* aouw’die’hi?
„Is dat de naam van uw vriend?” Hijfaeeft tot den volgenden avond - hroft? een dochter, 'dfa zjn SXtJri
„Zoo heet zijn markiezaat we zijn zoo vordert het de „eer" tijd, ooi rijn een zoon, die zijn trots is. Niets ont-
_U_1. - L-.-.
in het ook, want de
wischt.
De zitting, die geopend zal worden,
levert geen belangwekkende gevallen op.
Gewone misdadigers zullen voor de jury
Is het mo- plicht doodde hem. i
Moet ik hem veroordeelen d“ Pre“dtnt
der Republiek een onderhoud, dat een
uur duurde. Toen hij het paleis verliet,
had de heer de Chaverny roode oogen,
of hij geschreid had.
Den volgenden morgen verscheen in
binnen te waardWaarlijk niet.”
zijn plaats innemen en Lavardin tot het din.
maximum dy straf veroordeelen. Was
het met veeteer zijn plicht, te blijven, door een beroerte getroffenin de wei-
om jegens den ongelukkige toegevend te Jk. J,,m nv«- -
kunnen zijn
De dag der behandeling was aange- bleven, wendde hij zich tot zijn zoon, gtond op. De voorbereiding had kostbaren tijd in beslag nemen.'
braken. zooals eenmaal zijn vader gedaan had, we] mt lang geduurd. Zeer verklaarbaar, ,,’t Heeft anders nog wel den tijd, tot
Lavardin verscheen bijna kalm voor en zeiwant, naar ik bij mijn komst in de sj>ik- u nog eens teru^jtomt.”
den sidderenden president, wiens
hoofd gloeide van koortshitte. De zaak Dit waren de laatste woorden, die hij had dokter Lander, een jonge, statige man,
kon niet lang duren, want Lavardin legde sprak wiens van opgewondenheid hoogrood arme dokter
-n-a;u-i.i y gezicht van vastberadenheid sprak, eerst zou gevoelen als ik heen ging so
keurig toilet gemaakt. Zijn eerste patiënt zijn eerste, met zijn zweet
moest J
„Goeden morgen, dokter."
De president luisterde aandachtig. Hij raadplegen.
beschouwde den wanhopigen jongen Terstond ging
man, die over zijn voor altijd verwoest de geschikte tnd
leven jammerde, met zoo groote oplettend- nemen Dr. H<
heid, dat.hij
trade te verlaten en Lavardin's plaats op glnfc B.„„ - -
de bënk der beschuldigden in te nemen. Ik stond reeds voor zijn deur, strekte tegen het licht, schoof vervolgens een
„Mijnheer de president,” zei Lavardin, al de hand naar de bel uit, toen ik bedacht, boek ter zij, ging naar de deur, die hij
baard, nam zijn stethoscoop in de hand,
ik begreep, dat die
oneindig ongelukkig
:radenheid sprak, eerst zou gevoelen als ik heen ging zonder hem
hij
toch waardig ontvangen worden, transpireerde werkelijk van inspanning
verdiende honorarium te overhandigen.
.Goeden morgen, mijnheer. Neem mij ,,’t Is misschien toch maar beter, dat
*”*- J“ --* heb laten ik de zaak nu in orde breng,” zei ik, „an-
I u niet ders komt het licht tn *t vergeetboek.
t dokter?" r
li_eenig aarzelen
u zeer."
wederzijdsche plichtplegingen
„Als u zoo goed zou willen zijn, mij
als onderzoekend bij gelegenheid aan te bevelen, mijnheer/*
„Met genoegen.”
Wij standen nog eenige oogenblikken
,',Wil u niet Uever weer gaan zitten
Ik nam w<ter plaats. Van de geneeskunde
kwam het gu pre k op het theater, op de
„Een sigaar misschien?" viel hij zich
zalven in de rede, mij voorkomend rijn
„Laat ik anders....” koker reikend.
Het overige slikte hij in. Daarentegen „Dank u, ik rook niet. Maar ik ontroof
;ing hij voor een thermometer staan en u uw tijd. U heeft zeker nog vele be-
-zoeken af te lefcgen F
„O> dat heeft zoo’n haast niet. Ik zie,
dacht ik. meer bevende stem. dat het is gaan regenen. Moet u ver ioo-
T...C* z4a famAMöfour
geen begon, zou hij niet zulke lange spreek- antwoordde ik, om hem moed in te
„Ja, niet te warm en niet te koud
Eigenlijk moest het hier zestig graden
ratuur voor iedere woonkamer.'
xvrt_r: L**t
naar buiten.
riep de fiere vreemdeling uit
„Welnu, bevredig slechts mijn nieuws
gierigheid. Welk J
aan de hand zed;
„Vraagt nu; eerst, wie mijn vnend is,
7_7 1_7 „dan zal ik u
daarop antwoorden, dat hij een man is
hem gelukt Hij is gelijk een fijn, stalen op rijn ondankbaarheid." gift te t rouwen. Georges moeder was
„U verbaast mij, mijnheer F riep Guij- al lang overleden, en rijn vader riep, toen
laume uit „Kom aan." vervolgde hij, hij rijn laatste uur veelde eeetcetee.
ontvangen terwijl hij zijn stoei wat dichter naar rijn z,jn ïoon bij zich en zei tot hem
buurman schoof, „we zijn op het oogen- (rw7_
blik nagenoeg alleen in de zaal laat ons geheel’vermogen. Je eerste studies Jolt ouv e» vermoeden zou hebben.
eens ernstig spreken Zou u er kans toe „ju tea einde. Ga naar Parijs en geel F" 1 ‘J_
^Men vindt ze vooral “onder de vrou- dat kistje wederom uit de hand van dezen brief aan t7277- _7-
vriend te krijgen, die zoo onwaardig vriend is en je een plaats zal geven op rijn door een onbescheiden blik verraet
is klaar Niemand kan het zien, de bo
u er voor
„Ze rijn niet meer in mijn bezit. Ik
kan toch de huid van den beer niet ver- ris bij advocaat Lance. De advocaat
„Het geweten I”
rHij droogt zich het voorhoofd af en
thuis rijn welbespraaktheid in het pa- begint te lachen Zijn krampachtig toe
geleerd, geestig, welsprekend, vaak ook biljetten van duizend franks omklemd.
handen te krijgen, en als u dat gelukte, droeg hem geen genegenheid toe. dijnen weer opgehaald, de zon- over-
George de Chaverny verdiende bij stroomt het bureau met haar gouden stra-
"**jichï het plan van het miljoen, het- ^en iemand, die zich met zulk soort za- hem driehonderd franks in de maand, len' °P ’traat rollen de omnibussen voor
welk ik mijn vriend medegedeeld heb? ken afgeeft en er u een flinken prijs seker meer dan hij noodig had om be- bij.,Er is rueu veranderd er enkel een
wees niet zoo gulzig ais uw vriend; begin te betalen. Maar hij was zwak en bood