j-sx- x jFtrkrtgcn schatten te kunnen ge- markies» mijnheer. schuld af te doen. En in xijn kantoor voor breekt hem om gelukkig te tijn, en hij is 1 t»- as üs* wi Skr*-* IL rjsü HET GEWETEN. 3 I „r „Ja." o f r. ZIJN EERSTE PATIENT. k” ennd?n °°geIUkklge toegevend tS ShTdwe^bCdiehe^o::- k”?n„d0kt'r u binnen te 5- „Tot twee taar gevangenisstraf.** met zachten xetel neerzonk. „Alles nieuw. L n gen plan „Kom aan. buurman schoot, „we zijn op het oogen- iradenheid sprak, eerst zou gevoelen als ik heen ging zonder hem „dus u geeft zich ook een weinig met de later scheen hij hoofd. Als hij de zware deur opent deinst ga Des avonds betaalt hij in de club zijn l nieten? Dit nu is juist de toestand van geen cent op zak. bezit i, deze kast lokte hem steeds sterker aan Was het dan werkelijk een diefstal? met zijn tiaar gezondheid zoekend lichaam „Wil ik *t vuur aanieggen?" Met deze vraag stak de dienstbode het hoofd om *t hoekje van de deur. Nauwelijks had - ik honderd schreden i roe- en van de dienstbode. Een hartverheffend gevoel mijner waar digheid maakte zich van mij meester C -- een regeerende vorstin wenden „Wanneer dit regeeren bij een vrouw bestaat in heerschen door de macht der schoonheid en van het vernuft, o I dan Sta ik er voor in, dat de bewuste dame een vorstin ts zonder weerga. Zij is gelijk een vreeselijke toovergodin allen, „Volstrekt niet.” „Last ik anders....** Het overige slikte hij in. Daarentegen „Meent u. "vroeg Guillaume, „dat er veel Heden zijn, die een bewezen dienst met een miljoen betalen kunnen?” Doch den geheelen dag siddert hij, want hij zegt bij zichzelf „Indien ad- vocaal Lance was teruggekomen, indien Op zekeren morgen komt Chaverny de ontdekt was I het hing immers hij achteruit, want hij meent daarachter het vergeelde magere gezicht van den Hij keek zijn zoon met een eigenaar- stervende te hebben gezien, dat hem met vinde, bezat geen vermogen, want hij drie dagen wegblijven Tot ziens I” had er de voorkeur aan gegeven, het meisje f voormiddags.” dacht ik. j hij niet pas schriften aijn vcricgenneiu. „Kijk toch eens hoe mooi,” zei ik „Wil ik u een rece Hi) had zijp plicht gedaan, maar zijn Ik ben zeker de eerste, die dezen fauteuil Is het mo- plicht doodde hem. i Toch stond hij den volgenden morgen inneemt.” weer op. Hij ging uit, vroeg een audiëntie op het Elysie en had met den president der Republiek een onderhoud, dat een uur had de heer de Chaverny roode oogen. kwalijk, mijnheer, maar een beschaamde lummels hier in 1.. ons al wel duizend maal....” „Ik begrijp u i zoekend aan. „Komt u den dokter voor een morgen wandeling afhalen?” vroeg zij eindelijk nieuwsgierig. „O neen, ik....” vandaag op bezoek wordt verwacht, zijn studievriend, nietwaar thuis V degedeeld van het uit de vlammen ge- redde kistje, en van de jeugdige erfgena me, die in zulk een hooge mate belang heeft bij den inhoud er van. Wat zegt u nu wel van mijn plan, mijnheer?” Uk zag,” antwoordde Guillaume, „dar kistje gesteld F* „Och, ik wfl een mijner patroons gaarne in een groote onderneming be hulpzaam zijn toevallig is dit papiertje van vijfhonderd franken ook van hem Hier hebt u het De buurman nam zijn hoed ai en hing dezen aan een kapstok, daarna nam hij een fraaien Zakdoek van Indische stol en wischte er zich het voorhoofd mede af Het gezicht van dat papiertje had hem duizelig gemaakt. Hij schoof zijn bord terug en verbande het halve fleschje slechten wijn, hetwelk hij pas aangebro ken had, naar het uiterste hoekje der tafel (Wordt voortgezet.) „Dat nu juist niet.” „Zoo, dooe collega Fellberger. „Slaapt hij misschien nog Ik wil hem was toch ook van meening, dat niet gaarne storen. Ik dacht anders, ernstigs....” h b_d, „Hij sprak van een licht catarrhe- zoo.,ah_zoo,” zeide geruisch. „Hm, hm.” Hij luisterde weer. „Inderdaad, maar zeer licht. Hij heeft u toch Overigens voor zeer gezond ver klaard „Hij heeft volstrekt niets gezegd.” Dokter Lander dacht een oogenblik .ia, terwijl ik mijn jas dichtknoopte. „Ik kan mij volkomen met het oordeel van mijn collega vereenigen," lispelde hij eindelijk mat den moed van een meisje, dat voor het eerst ten dans wordt gevraagd. Waarin dat oordeel nu eigenlijk be- .Ik dat hi) nu zijn spreekuur had?' „Spreekuur Ah l_22_ lij met plopelingen ijver. „Zeker, *t is uu zijn spreekuur. U wilde den dokter spreken „Juist Ik wil hem eens over mijn ,-ezondheid raadplegen.” Het meisje was nu geheel veranderd. „Kom als het u belieft binnen,” zei zij met nauwelijks verholen vreugde. „Ik zal het den dokter dadelijk zeggen. Als het u beliefthier is de wachtkamer.” Ik trad binnen. De wachtkamer zag er zeer verlokkend uit. Prachtige tapijten, kostbare staalgravures aan de ube! ik een prijs zal noemen „Ik wil het kistje verkoopen voor.. ging ik de trap af. Op straat gekomen keek ik nog eens pen. Men had den diefstal ontdekt, La- kussen zi)ner dochter mets geant- vardin was in hechtenis genomen en zou thans voor zijn misdrijf terecht staan „En ik, ik zal over hem richten I’ fluisterde Chaverny ontzet. „L gelijk Droom ik niet In hoever is deze ongelukkige schuldiger dan ik, zijn rech ter Zijn misdaad is ook de mijne Moet ik hem veroordeelen Begrijpt men den vreeselijken angst van dit hart, waarin de herinnering aan den vroegeren misstap wel ingesluimerd, maar t - eerst aan, zijn ontslag te nemen, maar dan hand gesteld vier inbraken, een valsch- beid in - Hij niets Den volgenden morgen verscheen in vw uuwwum aucug, het Journal Ofjicitl de gratie van Lavar- tijdschrift zijn plaats innemen en Lavardin totjiet din. C 2^2 In denzelfden nacht werd de president schijning het hoofd door een beroerte getroffenin de wei- Kt ®P bl.,r? vrooli] nige heldere ©ogenblikken, die hem over bleven, wendde hij zich tot zijn zoon, zooals eenmaal zijn vader gedaan had, weï“wathng geduurd. Zeer verkhMbaar" t want, naar ik bij mijn komst in de spik- u nog eens terugkomt." „Het gewetensplinternieuwe studeerkamer bemerkte, „Zooals u verkiest, dokter.** Dit waren de laatste woorden, die hij had dokter Lander, «en jonge, statige man, Ik aarzelde nog; ik begreep, dat die wiens van opgewondenheid hoogrood arme dokter zich oneindig ongelukkig gezicht van vastberadenheid sprak, eerst zou gevoelen als ik heen ging zonder hem keurig toilet gemaakt. Zijn eerste patiënt zijn eerste, met zijn zweet want hij moest toch waardig ontvangen worden, transpireerde werkelijk van inspanning „Goeden morgen, dokter." verdiende honorarium te overhandigen. „Goeden morgen, mijnheer. Neem mij ,,’t Is misschien toch maar beter, dat 'ét Kwalijk, dat ik u wat lang heb laten ik de zaak nu in orde breng,” zei ik, „sn ik.... ik.... Wil u niet ders komt het licht in *t vergeetboek. :n?” Wat ben ik u schuldig ‘dokter V’ Zoo vriendelijk was ik nog bij geen _„Hm, hm.. de moeite niet binnen te waardWaarlijk niet.” „Maar ik kan toch niet om niets c- Ik stond op. De voorbereiding had kostbaren tijd in beslag nemen." ,,’t Heeft anders nog wel den tijd, tot u nog eens terugkom „Zooals u verkiest, Ik aarzelde opgewondenheid hoogrood arme dokter „Üw vriend heeft dus een prachtig „Dat zou ik gelooven, want ik heb het baasd - -s—„Ja, mijnheer. Wat is daar voor won- „Kuntju dan plannen vormen van een derlijks aan?" „Niets. En wie heeft uw vriend het kistje gegeven?” De buurman, die aan tafel zijn hoed had, wendde zich thans on- een weinig naar de zijde van Guillaume t zijn voed- om, ontblootte een oogenblik het hoofd geest ver-en antwoordde met een buiging. „1^ mijnheer." „Hoe I u „Ik zelf zooals ik reeds zeide." „En welke voorwaarden hebt u dien vriend gesteld, toen u hem dit kostbaar hart. Én als hij alles gelezen heeft, staat stem zegt hij hij ontsteld op en roept uit, de hand aan „Het hof veroordeelt Lavardin met het voorhoofd brengend „Het gewe- toepassing van verzachtende omstandig- ten I, het geweten I" heden...." Hij nmtt verkeerd gelezen te hebben Jtem wordt voortdurend nüt'^istT^^zTO.’uwd^'di ta- en “uwelijks hoorbaar eindigt hij - I «aaa aao.ammamaaaAaaX r9 Sentier, was een speler. Zooals ook Op zekeren dag ver- kate van zijn patroon, met de hoop, dat het paleis van justitie verlieten. western klonk mij te gemoet waagt.Och, neem mij niet kwalijk. l'. - ■*- verschijning was. bluft. r- r— - r „Goeden morgen.... Neem mij niet vroeg, terwijl hij mij slechts van ter zijde „Mijnheer...mijnheer.” n paar on- aanzag, halfluid Ik keerde mij om. Het dienstmeisje hun hebben „Waarmede kan ik o van dienst zijn stond hijgend voor mij, met een perapluie nu maai„Ik heb sinds eêiiigc J‘~~~ J iz. al. Is de dokter thuis borst, dokter. Als u mij eens wilde onder zij keek mij een oogenblik onder- zoeken.” Volijverig sprong hij op. „Met genoegen, zeker.” „Ik hoest erg. „Xteer aiwnt. wu jv wn uvaier vrwn „Zoo, hoest u? Het zal toch niets driijk bedanken?” „v neen, ik.... ernstigs zijn. Het spijt mij, dat te hooren.” Onderwijl hield i „Ah zoo, dan is u zeker de heer, die Daarna onderzocht hij mij. of de doktersvrouww „Hm, hm," zei hij verlegen. „Ik, ik gestaan, mij, toen ik opstond, een flescb vind eigenlijk niets. Heeft u zich al meer- wiin en een ontbijt aan te bieden. ,Ook niet, meisje. Is de dokter niet malen laten onderzoeken?" Ja, door dokter Fellberger.” die ik ben „Ja, dat ben ikmet u eens, dwaas, hernam Guillaume „maar wanneer u eens een i handen te krijgen, en als u dat gelukte, droeg" hem geen genegenheid toe. hoeveel zou u er dan voor vragen? Ik 21. ken iemand, die zich met zulk soort za- hem driehonderd franks in de maand, len’ °P ,tr“' rollen de omnibussen voor- ning, die hij den volgenden dag weer zou lenig geven en waarvan de advocaat nooit Je eerste studies °°k maar een vermoeden zou hebben. Hij sluit zorgvuldig de deur, laat den advocaat Lancé, die mijn sleutel in het gat steken, teneinde niet ror j door een onbescheiden blik verrast te kantoor. Bij’ hem kun je den kosTver- morden, en laat de gordijnen omlaag. Hij dienen en middelerwijl je studies voort- klaar Niemand kan het zien, de bood- „Ziet u, ik zou mogelijk in de gelegen- zetten. Vergeet nooit, dat je vader is ge- schappe: is voor meerdere zekerheid uit beid zijn u die stukken zeer duur te doen storven met een gerust gemoed, omdat gestuurd Haastig schuift hij de letters betalen hij altijd enkel de stem van zijn geweten vln het slot naast elkaar, zijn handen „Ah 1 ah r zeide de gast glimlachend, heeft gehoorzaamd.” sidderen, zijn hart klopt niet meer, groote een vrvwcujKv iwrci gwiu „nu, uic -<•—- ------ -i Hij keek George met liefde aan en verloot zweetdroppels bevochtigden zijn voor- rij "onder haar invloed brengt, maakt zij zaken af. waarde heer 1" het bewustzijn. Een uur 1 „Ja. tusschenbeiden,” antwoordde Guil- te ontwaken en fluisterde „Ik ga heen uw vriend daar eveneens laume, gedwongen lachend. „Zie, ik heb ig gj heen.” een man op het oog, die u deze familie- fy papieren afkoopen wil. Hoeveel vraagt djgen blik aan en zei „Het geweten I” zachten blik aansteart, en hij meent ook Daarna stierf hij. d« beide woorden te hooren. die zijn u er voor „Ze zijn niet meer in mijn bezit. Ik kan toch'de huid van den beer niet ver- ris bij advocaat Lance. De advocaat was geweten I” _rHij droogt zich het voorhoofd af en thuis zijn welbespraaktheid in het pa- begint te lachen Zijn krampachtig toe- leis van lustitie goedmaaktedaar hij genepen vingen houden dertig bank- geleerd, geestig, welsprekend, vaak ook biljetten van duizend franks omklemd, poging deed het kistje weder in scherp was, vreesde men hem wel, maar D« brandkast is weer gesloten, de gor- f verdiende baard, nam zijn stethoscoop in de hand, (,/us u ging een groote roep van hem~uiL hield het werktuig als onderzoekend bij gelegen! Ik stond reeds voor zijn deur, strekte tegen het licht, schoof vervolgens een ,.Met g( al de hand naar de bel uit, toen ik bedacht, boek ter zij, ging naar de deur, die hij toch liever een anderen arts te raadplegen. Een specialist, zoo overwoog ik, ziet bevond zich blijkbaar in de grootste bang te laten maken liever wüde ik nóg niet, hoe hij met patiënten moest 1 omgaan. m die van een leeuw waren. ..„Is het u niet te koud hier begon politiek, de muziek? nadenkend verder ging, hij na een pijnlijke stilte. .2/ '_Z *-• —*—•-•-•Vnt.wt» zelven in de rede, mij voorkomend zijn koker reikend. nieuwe woning „Dr. Lander, arts, Het overige slikte hij in. Daarentegen „Dank u, ik rook niet. Maar ik ontroof spreekuren des morgens van zeven tot ging hij voor een thermometer staan en u uw tijd. U heeft zeker nog veie be tten uur, des namiddags van vier tot zes bestudeerde dien ernstig. zoeken af te leggen Y’ uur Zondags alleen des voormiddags." „Vijftig graden," zei hij met min of „O, dat heeft zoo’n haast niet. Ik zie, „Aha, een nieuweling,” dacht ik. meer bevende stem. dat het is gaan regenen. Moet u ver loo- „Zeker een jongeman. Als hij niet pas „Juist de aangenaamste temperatuur." nen begon, zou hij niet zulke lange spreek- antwoordde ik, om hem moed in te tijden opgeven. Maar nieuwe bezems spreken. vegen schoon. Laat ik het eens met hem „Ja, niet te warm en niet te koud., probeeren.” J het huis binnen, ging de trap op en schelde op de verdieping van den dokter -- -- aan. naar buiten. verschrikt terug. Geruime tijd verliep. Niemand liet „Echt onaangenaam weer,” zoo ging *t Waren drie vrouwenhoofdén, zekei zich hooren. Ik schelde een tweede maal, hij na eenige minuten van diepe stilte van des dokters vrouw, van zijn moeder met hetzelfde gevolg. Alle goede dingen bestaan in drieën en dus beproefde ik het nog eens. Plotseling werd de deur naar binnen opengetrokkken en een vertoornde vrou- JCeUner r viel hij zich zelf tn de rede, het goed is voor een melodrama en dat „breng dezen bnef naar de postwerp men er een tooneclstuk in m hem in de naastbijzijnde bus. Het is ven van zoo kunnen maken.” hij. mijner vnend^rtaM*^fö buw^“ ,^^“^t*dn onXn^aid! punt dit ronde sommetje te verdienen dat het melodrama op een feit, een on- k hem enkele wenken in cijfer- miskenbaar feit berusten zou." schrift „Hoe f" riep Guillaume met zekere c "T*® “f0*11 verdienen herhaalde ontroering uit, dit alles dan geen Guillaume, „dat beteekent zooveel ah scherts van u, mijnheer?" twintig miljoen beschikbaar kapitaal.” „Ik scherts mmm« m geldzaken,” 8^°°° mensch, ia,” ant- antwoordde de vreemdeling op strengen woordde de vreemdehng, „doch voor een toon. „Mijn vnend zal een schoone daad vernuftig en doortastend man is bet een verrichten hij geeft de verloren gewaande plan, gevolgd door een aantal nullen." bewijzen terug...." „Uw vriend heeft dus een prachtig „Heeft uw vnend dat kistje in zijn be- rroe<t Guillaume, _uitermate ver- k-- -h dien ondankbare aan de hand gedaan." -Kunt mOjoen?" „Dat ligt zoo tn mijn aard,” zeide de buurman achteloos, terwijl hij fier om zich heen keek „Ik strooi met diamanten.” -- „En u komt hier eten voor elf stuivers?’ opgehouden „Ik eet, omdat ik mijn maag moet derhouden. Het dier verlangt cel, ik verschaf het hem. De acht het dier Wilt u van mijn diensten gebruik maken? U hebt maar te spre ken mijnheer.” „Dat zou misschien gelijk staan met leenen tegen een buitensporige hooge rente,” zeide Guillaume. „Ik ben een man van eer, mijnheer I” voorwerp in bewaring gaf r “ik „Volstrekt geen." „Welnu, bevredig slechts mijn nieuws- „Bn wat verwacht u van uw vriend, giengh«d. Welk plan hebt u uw vriend Mdat geriaagd ia in zijn belangrijke aan de hand gedaan? „Vraagt mi) eerst, wie mijn vnend is, hernam de onbekende, „aan zal ik u daarop antwoorden, dat hij een man is Twintig taar zijn verloopen. Advocaat Lance is dood. George de Chaverny is m hem, door in moeten zetten." franks op eerewoord verlóren haï -1 „En wanneer zal het kistje in uw bezit zijn lessenaar gezeten, denkt hij er in opk, want de herinnering aan de zonde koortsige opgewondenheid, met roode u*.t **1° i«“8d is langzamerhand uitge- „Daarvoor vraag ik acht dagen." oogen en de kin op zijn hand steunend, „Toegestaan.” over na, wat hij moet doen en „Maar gedurende dien tijd ik heb hem zal worden. Cew^e °P- dd c nil T De 25-000 frenks winnen Maar hoe vtrschijne^vlfiklSen X dl ’ge^ .begrepen.” antwoordde GuiUaume; Leener Maar van wien? Van zijn vangenis en de galeien. Chavemv bladert de beide woorden te hooren. die zijn Een maand later was George secrets- vader met zwakke stem tot hem sprak koopen; ze zijn reeds afgeleverd, dwaas, een strenge man,' die door zijn zwijgen boorte en tevens over het wettig van löar onmetelijk fortuin. Doch, jeugdige erfgename I bestond.... Well dat degene, die de bedoelde onomstoote- betalen.' M rechthebbende terug gaf van zedelgos- in ruil „breng dezen bnef naar de post werp een zaak van een müjoen,” vervolgde hij. ^en mijner vnenden staat op het t hem enkele wenken in rijf er- miskenbaar feit berusten zou. ontroenng uit', ,^s dit alles dan geen „Ik scherts nimmer in geldzaken," woordde de vreemdeling, „doch voor een toon. „Mijn vnend zal een schoone daad Terstond daartoe besluitend, trad ik zijnZestig graden is de beste tempe- van drie kamers de deur op een kiertje. u:- j. rattiur voor iedere woonkamer.” Drie hoofden* keken er Weer hield hij op en keek verlegen doorheen en trokken zich gelijktijdig naar buiten. „Echt onaangenaam weer,’ voort. „Zeer onaangenaam guur en regen achtig.” „Wc krijgen zeker gauw sneeuw.” Trotsch knoopte ik mijn jas toe, trotse’ „Dat is best mogelijk.” ging ik de trap af. oWeer een pauze. Ik kon het aan hem Op i 2 „Verwenschte jóngen, als je *t nog eens zien, dat de groote, beteekenisvolle vraag naar boven. Vier hoofden schoten als op Och, ir.i; r.ict h——hem op de tong brandde, maar zijn ver- commando naar binnen waarschijnlijk Zij staarde mij aan, of ik een geest- legenheid die nog tegenhield. Hij ging was daarbij ook dat van den dokter. langzaam voor zijn schrijftafel zitten, hzd ih „Goeden morgen,” stamelde ik ver- schoof een pakje receptenpapier naar zich afgelegd, toen ik achter mij hoorde jMranetfmunnetr. Ik keerde mij om. Het dssaétaeisji ijn in de in de hand. J9e dokter laat vragen mfltiheer, oi hij u deze paraplu mag aanbieden. Hi, zal ze bij gelegenheid wel eem terug krijgen.” „Zeer attent. Wil je óen dokter vrien Onderwijl hield mii de vraag bezig of de doktersvrouw niet in beraad had is zeer twijfelachtig of uw snaak van een Parijsche leven. Hij speelde, vriend zelf dat bedrag wel zal krijgen." 1- „U, kent hem nog niet I” antwoordde aandoeningen, die onafscheidbaar z*in beenen, weggaat, neemt hij 50.000 Om tien langzaam voor zijn schrijftafel zitten, schoof een pakjer toe, doopte zijn pen in den inktpot en pea t mij slechts van ter zijde —".zag, halfluid „Waarmede kan ik i „Ik heb sinds eenige dagen piii i u mij eens wildt ld. Doch welken zou ik waardige man schoof zelf een stoel heid, dat hij ten laatste meende, de es- specialist voor longaandoeningen en er I AM T Held llCt WCflcl stond reeds voor zijn deur, strekte tegen het licht, schuldig 'dokter ?T* Na_eenig aarzelen i Ónder wederzijdsche plichtplegingen „Als u zoo goed zou willen zijn, mij «.u„^nj1eid aan te bevelen, mijnheer.” Iet genoegen." *1 -„AM AM— t—t JZ.L. opende en weer sloot....kortom hij te praten. Den spcciausi, xoo uvowuuk ik, *iei le „Wil u niet Itever weer gaan zitten overal gevaar, en ik was niet van plan mij opgewondenheid en verlegenheid en wist vroeg hij plotseling. Ia— 1- t - —Jij— .‘I- «rxzv VsstA V», t maf wnrxAte* TL a kmaak* Ja mam a 4a hooren, dat mijn gezondheid bloeiend en mijn longen die van een leeuw waren. Terwijl ik i werd mijn aandacht getrokken door een glimmende naamplaat aan een mooie „Dr. Lander, arts, iorgens van zeven L iddags van vier tot zes bestudeerde dien ernstig. zoeken af te leggen F* en des voormiddags." „Vijftig graden," zei hij met min of „O, dat heeft zoo’n haast niet. Ik zie, eling,” dacht ik. meer bevende stem. i. Als hij niet pas „Juist de aangenaamste temperatuur,” pen?” [even. Maar nieuwe bezems spreken. „Ja, niet te warm en niet te koud Eigenlijk moest het hier zestig graden ratuur voor iedere woonkamer.' dacht. De eerste protokoUen, het verhoor k*le voor' van den beschuldigde, zijn bekentenis, hoofd- tracht gedachten bijeen te zijn levenswijze, alles verscheurt hem het verzamelen, en met zachte, stokkende hij ontsteld op en roept uit, de hand aan het voorhoofd ten 1 het geweten I"' Hij meent verkeerd gelezen te hebben en begint opnieuw Neen, hij heeft zich sier van het huis Janselme in de rue de r eeamsil George. - loer hij, stal 5000 dwaas heeft nimmer geld bfl zich, chef, den strengen advocaat, die voor ne^en bedrij- Kin ik er u mede dienen?" menschelijke zwakheden ontoegankelijk „Groote góden 1 Wat beat u op del is eo zeker niet sou aerzelen hem te ont slaan, hem in ieder geval niet zou redden Hij zou het niet durven wagen. De voormiddag ging u> angst en zorg om. Advocaat Lance kwam uit zijn bu reau in dat van George de Chaverny. De longe man was zoo bleek, zijn blik zoo zonderling, dat de advocaat hem tweemaal achtereenvolgens vroeg „Ben ie ziek?" „Neen, mij scheelt niets,” antwoordde George met trillende stem. Tegen twaalf uur ging hij heen, cm koffie te drinken, maar het was hem Ón mogelijk iets te eten Nu dwaalde hij rusteloos over de kaden met brandend hoofd en door de hardnekkige gedachte aan den diefstal achtervolgd. Was het eigenlijk wel diefstal? Neen, enkel een leening voor korten tijd, waar niemand van wist Hij wüde 30.000 franks nenftn, zijn schuld betalen en met de overige 5000 franks zijn geluk beproeven. „Je zal winnen, ie kan alles weer goed maken, ie zelf redden aarzel niet.” Tegen twee uur was hij, nog altijd be sluiteloos weer op zijn bureau in zijn binnenste werd een zware strijd gevoerd. George de Chaverny was met zijn Advocaat Lance trad binnen, zag haastig rechtskundige studies bezig. Zijn familie een aantal aktenstuk ken na en zei toen had hem een vlekkeloozen naam, tra- tegen Chaverny dities van eer en fierheid nagelaten, maar »Ik rijd naar Chlteauroux, waar ik in zijn vader, een klein ambtenaar in de pro- de zaak Dellereaux moet pleiten. Ik zal vinde, bezat geen vermogen, want hij drie dagen wegblijven Tot ziern I” had er de voorkeur aan gegeven, het meisje Een hall uur later was George alleen dat hij liefhad, en niet een huwelijks- 8««n getuige was te vreezen. en de brand gift te t rouwen. Georges moeder was kast lokte hem steeds sterker aan vervolgde hij, hij zijn laatste uur voelde aanbraken. Neen, een leaning, dat was alles. Een lee- i zoon bij zich en zei tot hem ,Ik laat geen schulden achter dat is 1 vermogen. leenen t< - u-- riep_de fiere vreemdeling lig slechts mijn meuws- plan hebt u uw vriend onderneming, waarover ik verder geen X zd dik“’u rj „Wat ik van hem te wachten heb van karakter en’zoo’Jermétei?'’daï''ailes Niets.... Jk vergis me; ik reken nog hem gelukt. Hij ts gelijk een fiin, stalen op zijn ondankbaarheid." lemmetbreken kan het, doch buigen „U verbaast mij, mijnheer 1” riep Guij- i Ung overleden, en zijn vader riep, toen met. In de tweede plaats u mijn plan laume uit „Kom aan.” vervolgde hij, het volgende I een miljoen ontvangen terwii) hij rijn stoel wat dichter naar rijn Z11n ia ruil voor een bewezen d>enst. buurman school, „we rijn op het oogen- lMl t blik nagenoeg alleen in de zaal laat ons nujn geheel vermogen, j ernstig spreken Zou u er kans toe ajn ten einde. Ga naar Parijs en geel „Men vindt ze vooral onder de vrou- dat kistje wederom uit de hand van dezen brief aan uw vriend te krijgen, die zoo onwaardig vriend is en je een plaats zal geven op zijn „Duivels I moet uw vnend zich dan tot is dien naam te dragen „Misschien," zeide de gast. dijnen weei opgehaald, de zon over- bij stroomt het bureau met haar gouden stra- --- ---- - ken afgeeft en er u een flinken prijs zeker meer dan hij noodig had om be- b*i- Er tU€“ veranderd i er ia enkel een voor geven zou. Laat eens zien maar scheiden te leven en rijn boeken en lessen dief meer op de wereld wees niet zoo gulzig als uw vriend; begin te betalen. Maar hij was zwak en bood D“ ivonds betaalt hij in de club zijn niet met een miljoen te vragen, want het geen weerstand aan de verleiding van het ’P«rischuld tegen middernacht doet hij Parijsche leven. Hij speelde, won en ver- de bank springen, en als hij *s morgens loor, en doorliep de geheele toonladder dronken van het spel en waggelend op van aandoeningen, die onafscheidbaar z*in beenen, weggaat, neemt hij 50.000 de vreemdeling, „maar u verlangt, dat xijn van het spel. franks mee, die hij heeft gewonnen. In een speelclub is het goud niets ben uu’ l*ggen de dertig büjetten het spel maakt aan het goud gewoon duizend franks weer tn de brandkast. i meer te George de Chaverny Ik weet niet meer, of het voor een f voor een t kon doen, had ik misschien een dag later ongemak was, kunnen verrichten.” ctrccliz L De president luisterde aandachtig. Hij raadplegen, beschouwde den wanhopigén jongen Terstond ging man, die over rijn voor altijd verwoest de geschikte tijd leven jammerde, met zoo groote oplettend- nemen Dr. Hi trade te verlaten en Lavardin’s plaats op de bank der beschuldigden in te nemen. „Mijnheer de president,” zei Lavardin, ,jk heb een moeder, die oud en ziekelijk is. Zij woont buiten Parijs, en ieders maand stuurde ik haar, opdat zij kon le ven. de helft van mijn tractement. Zij weet niets vtn mijn misstap, van mijn inhechtenisneming. Als u mij veroordeelt, zal men het niet lang voor haar geheim kunnen houden. Als zij niet van schaamte en wanhoop sterft, zal zij van honger otnkomen.” De verdediger was welsprekend, Met een werktuigelijk hoofdknikken gaf de president der jury, die vergat, dat zijn ge zicht onbewegelijk moest blijven en geen indrukken rijner ziel moest laten raden, xijn goedkeuring over diens argumenten te kennen en scheen hem zelfs aan te moe digen. Van tijd tot tijd ontmoette de blik van den rechter dien van den beschuldigde, en het was niet de laatste, die de oogen neersloeg. Zijn ambt geheel vergetend, meende Chaverny den verdediger voor hem zelf te hooren spreken, en met on derzoekenden blik beschouwde hij de ge zworenen, alsof hij van hen redding of ongeluk had te verwachten. De procureur der Republiek eischte met kort en hard betoog de volledige toepassing der wet in al haar zwaarte. De president zweeg men keek hem aan. Hij moest de geheele zaak nog eens samenvatten en vreesde daartoe niet de kracht te zullen hebben. Maar eindelijk spreekt hij, en het is haast een verdedi ging van den beschuldigde, die hij laat hooren. Nadat hij de vragen heeft uiteen gezet, waarop de gezworenen hebben te antwoorden, verlaat hij waggelend de jraal- Benige minuten gaan voorbij, een tee- ken met de bel wordt gegeven. Het hof treedt binnen en de jury verklaart La vardin schuldig, neemt echter verzach tende omstandigheden in aanmerking. De president is zeer opgewonden. Hij is ongewoon bleek en rijn oogen schit teren «net zonderlingen glans. Zijn be- waanrinnig.' JEn beho toe?” „Hij is boven haar verstrikkingen ver heven. Hij heeft zich het hart uitgerukt en de muizenissen verdreven, welke men hartstochten noemt. Hij zal zijn miljoen wel krijgen!" „Uw miljoen f „Goed, mijn miljoen, als u wüt.” „Krijgt u een deel er van?" Jfeen.” „U bent een bewonderenswaardig aan,” zei Guillaume. „Intusschen hebt nog met geen woord over het plan ge rept...." „Ach l het plan van het miljoen, het welk, ik mijn vriend medegedeeld heb? Hier is het.... het is een goed zaakje voor beide partijen.” „Zelfs voor de partij, die men het mil joen doet betalen?” „Vooral voor deze," antwoordde de vreemdeling. „De zaak is deze Denk u een jonge vrouw, een jong meis;e, als u wilt, eenige erfgename van ik weet niet hoeveel miljoenen en wier geboorte toch door een geheimzinnig waas omhuld is. r Ben kistje bij een brand verloren gegaan, „Ik wil het kistje verkoopen voor.... het goud heeft voor den speler geen waarde He* voorbij. Hij heeft niets c.c bevatte zulke onomstootelijke bewijzen, vijftig.... tachtig.... honderd duizend meer. Iedere speler is lichtzinnig en geeft vreezen, mets dan de herinnering, dat, wanneer de jeugchge vrouw of het franken, daar 1 Dat is een rond gefal. even gemakkelijk uit als hij wint. Hij U dat ik nc8enmaal geringer eischen werpt het geld door het open venster kon zijn omtrent de wettigheid barer ge- gteJ mjjn vfiend dwaas> ifc P - „Goed,” zeide GuiUaume, „bezorg mij J ““3 bestaat, “dit kistje he’ kistje met al de papieren en ik zal bleek en uitgeput op het bureau van ad"- rnav vïn een toevl1 »idan was hij Inu, mijnheer, gelooft u, het u met honderd duizend franken doen vocaat Lance op den boulevard Saint- onteerd en verloren geweest I” 4a 1^a^4aa1z4a J 1 lijks bewijzen gered beeft en ze aan den rechthebbende terug gaf van zedelpos- heid beschuldigd zou kunnen worden, wanneer hij een miljoen vroeg, in ruil voor het vermiste kistje? Denkt u niet, dat de jeugdige vrouw, of het jonge meisje zich gelukkig achten zou haar weldoener een vijftiende, of een twintig ste deel af te staan om in vrede van haar „Een half uurtje,... Goeden dag dokter.” Wij scheidden als een paar vrienden. Toen ik op het portaal kwam, stond Drie hoofden* keken er nieuwsgierig „De president schijnt ziek te zijn,” franks uit de brand- zeiden de rechters en advocaten, toen zij eenige* sast van zijn patroon, met de hoop, dai het paleis van justitie verlieten. wanden, nieuwe meubelen, een zeer Waarin dat oordeel nu eigenlijk De Chavefn? was *n «ijn woning in de sierlijke canapé, een boekenhanger met stond, helderde hij niet nader op. erven Fv» ai ru’rZ*ef iuik’t'J?' rue d’Amsterdam teruggekeerd. Hij had fraai gebonden deelen en op de tafel een wilde mijnerzijds niet verder aandrtngea, „Als u dat noodig vindt...." „Misschien iets om te gorgelen, om den hoest te bestrijden. In lichten graad heeft u wel een catarrhe.” „Inderdaad „Dan gaat het spoedig over.” Hij zette zich neer en schreef, schreef duiirde. Toen hö het r>ale« verliet i „Zeer vriendelijk van U...Dank je, met een trots, die sprak uit zijn glinste- ri f j0*?-!."1 pal verliet, f hoegenaamd niet koud hier. Ook rende oogen en waarvan zijn hoogroode -1- ---- L j zal mijn oponthoud zoo lang met duren, wangen getuigden, zijn eerste recept met geheel uitgewischt was Hij dacht er 01 geschreid had. „Zooals mijnheer verkiest." als practiseerend arts. K 2.J Den volgenden morgen verscheen in Ik bladerde vol verwachting in een „U laat het toch klaar maken?” zou een ander, misschien heel streng, het Journal OfJkM de gratie van Lavar- tijdschrift „Stellig dokter. Wat ben ik u schul- zijn plaats innemen en Lavardin tot het din. Eenigen tijd later stak dezelfde ver- dig?” maximum der straf veroordeelen. Was fn denzelfden nacht werd de president schijning het hoofd weer naar binnen en Dr. Lander schraapte rijn keel, het met veeleer zijn plicht, te blijven, door een beroerte Betroffen in de wei- xei °P '”’na ▼rocken toon „O," zei hij, ,,’t Is de moeite niet k“J“en.B’n.’ w-v-baa* i..-; _--u Ai»komen. „Maar ik kan toch met om niets uw De dag der behandeling was aange- *7 broken. 1 Lavardin verscheen bijna kalm voor en zei den sidderenden president, wiens voor hoofd gloeide van koortshitte. De zaak kon niet lang duren, want Lavardin legde <orak. een volledige bekentenis af. „Ik had niet het voornemen te stelen," zei hij weenend. „Ik vertrouwde te win nen en mijn patroon alles te kunnen terug geven, voordat hij achterdocht zou op- vatten. Wat ik den volgenden dag met hardnekkigen hoest, of voor een ander niét kon doen, had ik misschien een dag later ongemak was, maar op zekeren morgen wachten., kunnen verrichten.” gevoelde ik behoefte een dokter te liever gaan ritten?" ------- ing ik uit’t was nu juist enkelen dokter ontvangen. De beminnens- „Een gulden mijnheer. Dank u zeer.” 2 i- J 2* —2 1 voor lerrling? Dat was een mij bij. Daarna streek hij eens langs zijn gingen wij naar dé deur. er baard, nam ziin stethoscooo in de hand. ---- iheid aan te bevelen, mijnheer Wij stenden nog eenige oogenblikken K -e „Wil u niet liever weer gaan ritten Ik nam weer plaats. Van de geneeskunde kwam het gesprek op het theater, op de „Een sigaar misschien?” viel hij zich 2 —Z -- koker reikend. Germain, nadat hij den nacht in het speel- „Contant geld hol heeft doorgebracht. Zijn mouwen rijn „In klinkende munt.” groen gekleurd, zoo krachtig en langdurig „Alle duivels I” riep de nieuwe vriend heeft hij daarmee op het groene doek der Dance ts dood. George van GuiUaume uit, „ik zal dien schelm tafel gedrukt, waarop hij zijn hèele winst 8«trouwd, en wij vindet. - van een Malatesta het mes op de keel van den vorigen avond en no« 25.000 sPanne“den arbeid reeds grijs geworden, AA- tertlff als nfMKient ieerv» ta Baa.*1. franks op eerewoord verloren had. Hij heeft tot den volgenden avond - IL rijn verl<

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1925 | | pagina 7