VOOR DE
1
W
O O.
V.V
R
1 Ji ji
r i i m m b
is
DE VADER UIT INDIË.
s
o
9 9
1 I
JS,
MB B
W B 1
-
i
E
E
E
S
I
M
T
N
I
N
N
A
L
T
I
R
T
M
0
A
D
D
B
K
U
R
E
G
L
S
J
lil
ONS
DAMBORD.
-
ELCK WAT WILS uwe oogen. Ie dit afgelezan. dan III, en ein
delijk IV boven. Nu zult ge het raadsel wel
kunnen oplossen
HS
van En^len'adrts 3.13923ö7316:^2Ï]2 A 2i±-^28’?l2-26; 7?' 12^3?3»J’23?34!
8 Sn op 7, 8, 9, 10, 12, 36 32-27 18-23; 50. 37-32, 55 25-20 14x25; 56 25-19
ONS ZOEKPLAAT JE
HUISKAMER
pogingen d<
Het zijn zei
DENKT U OOK NIET?....
I
14.
ne
dat
JVllglllCIUiUn,
wiens naam de nieuwsgierigheid gaande
1. 33—28, 17—21; 2. 39—33, 21—26;
Juffrouw de Villefort scheen op dat
7. 37—31
„Weet u, wat men vertelt?” vroeg de
antwoordde Delannay.
mud appelen
[ste van
[en.
Galilei zeker niet de cerate, die
Zwart 18 x 40, 13 x 22, 40 x 29.
Partijstand No. 86 (H. Meure-v. d. Loo)
Wit 35—30. 34—29. 39x30, 27—21,
Zwart gedw.: 24x30, 23x34, 30x24,
Stand in cijfers
JHi»8
i zitten, de verwoestingen, welke zij in de harten jonkman,
toe
JEU DE MOTS.
Quelle est la ressemblance
entre Paris, Frithjof Nansen,
zeer gewild. Er wordt gefluisterd, dat
ziet geen brandhout.”
we onze oogen open ho-den, maar we moe-
ten nadenken over wat we zien.
Een nieuw boek van Trotzky
.ioofdstuk over beleefdheid. Vi
zeggen sommige Russen niet ,,dank
neer ze
van het gezichtje, er daarbij
Stand in cijfers
Zwart 9 schijven op 5,7,10, 14, 15,
17, 20, 21 en 27.
Wit 8 schijven op 19, 23, 25, 28, 30,
32, 33 en 35.
Goede oplossingen mochten wij ont
vangen van de heerenP. van 't Sand, J.
OPLOSSINGEN. M. Doornbos, L. Berlijn, A. Krausse, F.
PARTIJSTAND No. 85. Robbe, A. H.v.d. Geest, J. Vrijenbeek.
Wit 28—23, 27x18, 25 x 34, 33 x 4. L. Groenheim, H. Spetteren J. Bongers
i^r^i
Volgens een geneesheer ne
men de geestvermogens van
een man na het huwelijk toe.
Maar dan is het te laat.
„Kom 1 kom 1” riepen verscheidene
„Ah 1 nu wordt” het interessant,” zeide
gravin de Tully. „Én hoe heet die be
koorlijke vrouw?”
„Dat is niet bekend,” antwoordde de
hertog.
hernam Réalmont,
^geestig zijn als iedereen.”
„Waar bestaat die geestigheid m,
-j, dichter, een toontje
SPAANSCHE TRAAGHEID.
Een reiziger ging in een
Spaansch landstadje naar een
schoenmaker om dezen iets aan
zijn laarzen te laten maken.
„Kunt ge spoedig mijn laar
zen maken, vroeg de reiziger
den man, die buiten zijn huis in
de schaduw te rooken lag.
Deze antwoordde niet, maar
riep zijn vrouw.
„Hoeveel geld hebben wij
nog, vrouw?"
De vrouw haalt een oud zak
je te voorschijn en telt: „Twaalf
peseta's."
„O, dat is genoeg voor van-
en morgen. Neen, mijn-
i u niet helpen.'.
46, 47 en 49.
OM NA TE SPELEN.
BLIND-DAMPARTIJEN VAN 2de PARTIJ.
SPRINGER. Wit I. de Boers, Zwart B. Springer Jr.
Hieronder laten wij de eerste blind- (blind) gespeeld in het V.A.D. te Am-
partij van onzen landgenoot Springer sterdam-
Tengevolge van een auto-ongeval is voor
gen betreffende de zwaartekracht Het ge- We hooren echter, dat de verzekeringsmaat- heer, ik kan
zicht van een vallenden appel was dus voor schappij uitkeering zal weigeren, op grond
hem een heel andere zaak dan voor iéder dat zulk een risico niet onder haar voorwaar-
ander. Iemand die nooit over I
had nagedacht, had zei een
kunnen zien vallen, zonder bet gerings
de wet der zwaartekracb. te ontdekki
Zoo was C
een hanglamp in er 1
ringen zag maken, maar wèl de cerate,
die hierdoor op het denkbeeld kwam, dat
men
3 X 37 lil, deT
6 X 37 222, de som der cijfers
12 X 37 444, de som der cl
15 X 37 555, -h som der
18 X 37 666, de som der
21 X 37 777, de som der cijfers 21.
24 X 37 888, de som der cijfers 24.
27 X 37 999, de som der cijfers 27.
EEN SCHUIFRAADSEL
Wie kan dit lezen? Ge zult vergeefsche genheid was, waarvan een knap man zorg-
pogingen doen om dit raadsel te ontcijferen.
Het zijn zes rijen letters, elk van zes.
Alle correspondentie deze rubriek be
treffende te zenden aan de heeren W. N.
bureau van dit blad.
PROBLEEM No. 87.
Auteur A. F. Hoogvelt, Haarlem.
de de vriend van
gezien met welk een verontwaardigden
blik men je het afscheid geeft
„Afscheid 1" riep de Réalmont uit,
„maar ik geef dat afscheid toch Ik wacht
nimmer, totdat een vrouw mij bedankt.”
EcU VlJl-CU-LWlUllg Jdllg JVUgCUUg Ud- U1CÖ, VUCgUC U
derde den hertog en voegde hem, hartelijk prieel voor tien
lachend >toe schikbaar doen
„Dan weet u niet, welke boodschap ik bestaan wel is waar
voor u heb.”
„Neen, welke dan?”
„Ze heeft mij verzocht u te vragen ons
uw i
uw gelaat te laten zien.”
^,0 1 die nuf I” mompelde de hertog
op mijn woord, erg burgerlijk aan te stel-
EEN MERKWAARDIG GETAL.
Merkwaardig Is bet getal 37. Ga het eena
vermenigvuldigen met de uitkomsten van de
tafel van 3 en de eijfci. van het getal, dat
gi dan krijgt, samentellen; ze geven u het »P«ler de steenen, waarvan gij er vooraf stil-
getal, waarmee ge ermenigvuldigd hebt b.v. letjes een (geen dubbele) hebt afgenomen, bij
3 X 37 111, de som der cijfers
9 X 37 333, de som der cijfers =z 9. Als het klaar is, leest gij de cijfers
cijfers r -
Ctjx<
a[9d ne ajji.tu ;sa otwjq uno,q
T’M dos; Jtauit» araijrt\
'ajod
auiiv uaaueN jot^i-ij
'a[odoj;ym ;sa suvj
EEN VERBAZINGWEKKEND KUNST
STUK.
Neem een domino-spel en vraag uw mede-
XVIII. baron uit. „Ah 1 daartoe tart ik al de
Al pratende had men het prieel bereikt, souvereinen van Europa l Trouwens juist
...S voor den vorst en diens-gezel- de« onbuigzame trots, gevoegd btj een
vor- schap vrijgehouden was. De groene, cir- zeldzame ongevoeligheid van hart, is
r e - HU» UAArho V/Wllü ar.j
„word genover de poesjes van mijn"portiers- taliën 'Tampen *verlicht“; 'vazen met^de daar zit gaat zij door voor een vrouw, die
zeldzaamste bloemen gevuld, prijkten nimmer in de minste strik geratel kan.
Mijnheer Delannay 1" riep mevrouw langs de kanten van dit zitje, hetwelk aan wreedheid is haar -edigheid. Had
„Ha 1” hernam de hertog, het hoofd
omwendende, „wie sj
het is mijnheer E-rr
maar het gezegde was zoo pedant, dat mijn woord van eer 1” „Wel!” zeide Guillaume, het hoofd op-
ik den heer Prudhomme, in een zijner ,„‘—1,1,'
schoonste oogenblikken meende te hoo- vorst, „wanneer ik daar zeker van was, schrikkelijken toestand in, mijnheer. De
ren." zou ik de helft van mijn Duitsche be- vader van zulk een meisje zal voorzeker
„Niet iedereen is zoo geestig als u, her- zittingen willen missen I” werk genoeg hebben, om haar op een
tog,” antwoordde Delannay. „Geef mij er maar vast een vierde deel beteren weg te brengen. Hoe zou u dat
„Verduiveld dat weet ik ook wel I” van en i|f zal u eens toonen, hoe hef zü aanleggen
Welnu, ik zal U een handje helpen.
1“
dat ik u liefheb, en u mij veroorloofd
heeft het te bekennen?"
„Roep het over de daken, zoo u wilt, hier, als het u belieft,1
heer hertog." zeide Roselinde ongeduldig,
„maar kom
wanneer ik voor mijn genoegen wandel 1'
,,mi I «U liep UC UllLMg gndm uil,
„mijn woorden zijn u niet aangenaam
Ja, ik di
schoone
geboren
„Wat
„Dat u waarschijnlijk uw minnestreel
mist en 1
eenige rijmpjes op uw schoonheid, en haar te beschermen?"
bekoorlijkheid 1 Mijn hemel 1 wat moet
Beneemt het* u den eetlust niet
Juffrouw de Villefort keerde hem den
rug toe en begon weder aan de zijde van
gravin de Tuil:
hertog gaf
en zeide vrij luid
„Wanneer dat zoo voortgaat, groet ik
jelui; het] I
worden. Laat zij het zeggen, als ze mij mij
,Ik geloof, dat u zich daarin vergist,
verschrikkelijk egoisme, hetwelk haar
genietingen, denk ik, dat deze jonge
e haar dierbaar bestaan ontzien zou
in de gegeven omstandigheden. Was ik
overtrekken.'
verscheidenheid in de kleuren te brengen.'
tusschen de tanden „ze begint zich, derijen in mijn galerij'
j .ii. „Vooral wanneer u
het
-len
de geuren dooreenmengende en den
wandelaars toewaaiend.
In het prieel werd, onder het verorberen
en liep
dyer de gebreken van afwezige kennissen.
Teeken het bovenstaande plaatje precies
sa. Klaar? Goed, nu gaan wij beginnen. Ik
heb U nog vergeten te zeggen, het vooral op
karton te plakken. Zet nu de cijfers I, II, III
en IV, net als op het plaatje Snijd nu nog
de zwarte vakken uit Leg daarna het vier
kant op het raadsel, precies tusschen de
haakjes, die om de zes rijen letters aange
geven zijn met I boven. Lees nu gewoen
door de gaatjes. Hebt gij het afgelezen, dan
II boven. Nu staat weer wat nieuws voor
volgen te Nizza gespet ld tegen den heer
de heeren Pietri, Chastaingt en Ollivier. 5. 31—27, 17—21; 6. 27—22, 12—18;
Wit; Bosredon. Zwart: Springer. 7. 3731, o.
1. 34—30, 20-25; 2. 32—28, 25:34 9. 31x22, 21—26; 10. 47—41. 7—12;
''5. 50—44, 11—16; 6. 30-25, 15—20; 13. 40 x 29, 19—23; 14. 29x18, 12x23;
--- - - in
17. 33—29. 23 x 34; 18. 40 x 29, 1014; een partij van den heer A. F. Hoogvelt.
5—10; 22. 32—28, 12—18; mise.
7—12; 18. 41—36, 1—6;19. 44—39, 25^ 42 x 22, Ï2; '26.' 40^347'3^8;
17—21; 10. 39—33, 21:32; 11. 37:28
14—19; 14. 47—41, 10—14; 15. 41—37, 21. 49—43,
gi dan krijgt, samentellen; ze geven u het »P«ler de steenen, waarvan gij er vooraf stil-
X elkaar te passen. Gij gaat in de gang staan
6. en zegt, dat gij de eindcijfers zult noemen.
-Z J van uw
IX steen op, en het zullen de eindcijfers zijn.
Fers 15.
Iers 18.
iken ihkomen. Onderwijl kwam vorst Ludolph. die zij het tooverachtige plrfje naderden, waar wiens n
,Kijk, men antwoordt je al,” antwoord- al dien tijd met Barones Plock, zijn land- eenige bevporrechten feestvierden. Guil- maakte,
u-..._jj._ u—u-u ..._i - E- -’j Juffrouw de Villefort scheen op dat
vragen, of zij niet voornemens waren het oog verloren had, was stil geworden, oogenblik in diep gepeins verzonken,
weinio Zijn metgezel kon zich deze gedrukte „Ja,” herhaalde een der edellieden zijn
zeide Roselinde, „mevrouw stemming maar niet begrijpen. vraag, „weet niemand wat er sedert acht
el dnrjtjj „Ik bemerk, mijnheer, zeide de baron, dagen van den burggraaf de la Roche-
Ik heb reeds voor alles gezorgd, da- „dat dit bekoorlijke meisje een diepen in- ferney geworden is?”
-j op u maakt. Zulks verwondert mij „Van hem?" riep de hertog de Réal-
Op dit oogenblik moet onze poëet mont uit„maar weet u dan niet, dat
voor een ellendige som van vijftigdui-
rio»»
„Ah 1" hernam degene, die het
-kc" „u** -
door woekeraars in het
TOEVAL.
Al hoort men wel eens van ontdekkingen
die bij toeval gedaan zijn, toch blijkt meestal
bij onderzoek, dat er niets toevalligs aan
was, maar dat dit „toeval" slechts de gele-
vuldig partij trok.
Dat Newton door het vallen van een appel
tot een groote ontdekking kwam, wordt wel
eens als een bewijs sangevoerd voor het toe
vallige van veel ontdekkingen. Maar Newton
was reeds jarenlang b zig met onderzoekin- eenige dagen
“u’v w
paartje verloofd geraakt daag
zicht van een vallenden appel was dus voor schappij uitkeering zal weigeren, op grond
1 1 J I-j voor iéder dat zulk een risico niet onder haar voorwaar-
het onderwerp den begrepen is.
In een onzer stadstrams reisde deze week
een muis mede. Het moet wel een heel oud,
leer niet de eerste, die zwak beestje geweest zijn, daar verscheidene
kerk geregelde slinge- dames hoffelijk haar plaats ontruimden,
maar wèl de eerste,
-De mode van heel hooge kragen is bij de Virginie et Tours blanc?
'door zulke geregelde slingeringen den dames L.E .-Z-L'.-.E JE
tijd zou kunnen meten. Een Russisch spreek- dat komt, omdat, als je tnaar mooie oogen
woord zegt: „Hij loopt door het bosch en hebt, de rest
-1-» i il ja njej genoeg ja( njjtj meer op aan komt
Bij de politie wam deze week iemand
klagen, dat zijn luurman blijkbaar een
bevat een gratnophoon, een naaimachine, een katten-
'ermoedelijk asyl en een baby hield. Ik denk, dat dat
■’t u," wan- Wel wat overdreven zijn zal, en dat hij leer-
ter dood veroordeeld worden. de vioolspelen.
personen voor ons be- niets.
houden. De I- -
uit graszoden, doch hij ijs eet. Wees er verzekerd van, dat,
machtig worden, hetwelk door juffrouw „Ah f hernam degene, die het eerst
o„B.„ B"’iliefort gebruikt is, hij het zonder gesproken had, „het is schandelijk, zoo-
rug eens te toonen en nooit weer zeide Roselinde. „Ja, de vorst weet wel aarzelen in den zak steken zal de gewone danig door woekeraars in het nauw ge-
--E Edwaasheid bij verliefden. Zonder nu bracht te worden; had ik het geld be-
„Ik heb inderdaad zeer schoone schil- juist in zulk een mate door monomanie schikbaar, dan zond ik het den burg-
ijen in m,jn galerij te....” aangetast te zijn, mijnheer, bent u waarlijk nna avnnA
r „Vooral wanneer" u zelf ze gekozen toch ook reeds onder den invloed ge-
len. Had ze over geen miljoenen te be- hebt vorst," hernam het spotzieke meisje, raakt van deze Indische ster. Ha, mogen eischers te zenden,1
schikken, dan zou ik haar eens flink de „Laat ons dus in het groen gaan zitten, de verwoestingen, welke zij in de harten jonkman,
waarheid zeggen....” wijl uwe Hoogheid ons daartoe uit- te weeg brei
„Doch, wijl de hertog eerbied voor de noodigt.” nederkomen.
miljoenen heeft wil hij de onbeschaamd- „Dat zal heerlijk zijn 1” riep de gravin dat slechts leeft voor triomfen en neder- gevangenschap te danken h<
heid jegens de vrouw niet te ver drijven,” uit. „Ik heb veel gehouden van een gras- lagen, zal daar eenmaal op----
zei een stem. veld, bedekt met een groen zijden tapijt." wijze voor boeten, en dal
f** IsmoMAMA z4a* UTaas* tt --Tl—.— L. AM MrkhH'
ie spreekt aldus Kijk, aan zijn zijd^wêét'u wel.'dat'u een kolos- ik haar vader, dan zou ik voor'haar vree- hertog, „Het praatje gaat, dat het geen
Delannay 1 O, pardon saai succes hebt I Zij zijn verliefd op u, zen.” man, maar een schoone vrouw is.”
-j „Welzeide Guillaume, het hoofd op- --
„Ach, waarde vriend,” antwoordde de heffende, „u denkt u zelf daar in een ver- gasten ongeloovig.
u vinden vooral wanneer ze in het prieel „Ik weet het niet,” antwoordde de
een ijstaart vinden.” baron. „Wanneer zulk een meisje streng
„O, beste vriend,” hernam de Duitsche gestraft werd, zou ze in een oogenblik
vorst, „er is reeds voor alles gezorgd en van wanhoop wel eens de hand aan zich
mijn kanselier heeft bevel gegeven, dat zelve kunnen slaan.”
de schoonste ijstaart, welke te Parijs te be- „Ik geloof, dat u zich daarin vergist,
komen was, in het prieel zal worden rond- mijnheer,” hernam Guillaume. „Met het
gediendzoodra wij binnenkomen.” verschrikkelijk egoisme, hetwelk haar
„Dat is eerst een model van een aan- beheerscht en haar liefde voor het leven en
„Luister eens, hertog de Réalmont,” hernam Réalmont, „en vooral zou ik niet bidder." «ide mevrouw de Tully tot zijn genietingen, denk ik, dat deze jonge
antwoordde zij, bijna ernstig, „in de eer- zoo geestig zijn als iedereen.” Delannay. „Zie eens hoe bedaard, be- dame haar dierbaar bestaan ontzien zou
ste plaats veroorloof ik u niet, mij bij mijn „Waar bestaat die geestigheid dan in, scbe>dc® cn voorkomend hij is.... in de gegeven omstandigheden. Was ik
voornaam te noemen, alsof u tót een too- mijnheervroeg de dichter, een toontje -.„En regeerend vorst op den koop haar vader, voegde hij erbij, „dan zou
neelspeelster sprak. Heb ik u bijgeval lager sprekend. voegde de dichter er bij. „Waarlijk, ik haar trachten te kastijden door een e-
ooit aanleiding tot zulk een gemeenzaam- „Ik bedoel daarmede die wijsgeerige bl> mogelijke deugden.' norme vernedering,
heid gegeven? En in de tweede plaats waanzin, welke zich kenmerkt door over- „Haar vernederen 1 haar?” riep de
verzoek ik u, zoo goed te zijn, u niet te al zijn neus in te steken, links en rechts
bemoeien met hen, die tot onzen kring raadgevingen uit te deelen, bijvoorbeeld Al pr;
behooren en u tevreden te stellen, met ten aanzien van den eerbied, welken men hetwelk
er deel van uit te maken, door een be- vrouwen verschuldigd is of van de vor- L -. -. -
scheiden plaatsje in te nemen. men welke men in acht moet nemen te- keivormige ruimte werd door acht kris- haar een voorbehoedmiddel. Zooals zij
„Kom,’ hernam de hertog, ----- dz -zzz:,zz z~zz. zz:~ E A"'T’*/- "227*“
met aanstonds zoo boos. Weet u dan met, vrouw.” zeldzaamste bloemen gevuld, prijkten nimmer in de minste strik geratel kan.
u-. -- --H „Mijnheer Delannay I” riep mevrouw langs de kanten van dit zitje, hetwelk aan H“r wreedheid is haar -aaigheid. Had
heeft het t|s bekennen de Tully, op dit oogenblik, „kom eens den ingang van een boschje gelegen was. «J, slechts één oogenblik de vreesehjke
mie Hst Een gewone houten tafel stond in het rol vergeten, welke zij rich opgelegd heeft,
-- Sedert eenige minuten had de dichter midden, bedekt met zilverwerk en por- had zij maar in het minst aan eep liefde-
daar bij mij met mede aan, zich bij het gezelschap gevoegd, en spoed- selein. Men had ruimschoots gezorgd 8evoe} toegegeven, dan was zij reeds
-- 'oor mijn genoegen wandel I” de zich nu naar de zijde, vanwaar men voor verschillende soorten ijs. De gras- lang gevallen. Daarbij komt nog, dat haar
„Ah ah I” riep de hertog geraakt uit, hem geroepen had. banken waren werkelijk met groen zij- nikdom haar beschermt. Ah mijnheer,
-z-„Bent u krankzinnig gewordenzeide den tapijten belegd. Er waren gouden hoeveel vrouwen en jonge meisjes komen
uk mijne gevoelens ook niet in mevrouw Tully tot hem, op ernstigen franjes aan, welke prachtig afstaken tegen wet h« ongeluk door gebrek aan wat
zerzen uit I Iedereen is ook geen toon. „Wilt u twist zoeken ?’r den groenkleurigen achtergrond. Kortom, ellendig geld sommigen door honger
dichter 1” „Men is onbeschaamd, mevrouw je- het souper was uitstekend en een ieder gedreven, anderen door ijdelheid ge
wit u daarmede zeggen gens iemandnam er met vreugde aan deel. pnkkeld l
waarschijnlijk uw minnestreel „Wat gaat u dat aan hernam de gra- Intusschen willen wij onze beide vrien- -u spreekt goed, mijnheer, zeide Guil-
dat u niet leven kunt, zonder vin, „heeft deze „iemand" u verzocht, den, Guillaume en de Barabas niet uit het «urne, „de verschillende klassen der
iimpjes op uw schoonheid,-en haar te beschermen?” oog verliezen welke al hun behendigheid maatschappij hebt u van nabij bezien. Het
1 Mijn hemel 1 wat moet „Ja,” zeide Roselinde nu op haar beurt, hadden te baat genomen, om van nabij *s uw schuld, als u geen wijsgeer bent."
dat zwaar op de hand zijn, Roselinde 1 „wat gaat u dat aan, mijnheer Delannay?’ de groep van Roselinde te volgen, zonder Het was ongeveer tien uur geworden
„Mijn gemoed komt daartegen in op- dat rij opgemerkt werden. Ziende, dat de de schitterende sterren flikkerden op de
stand, juffrouw." gansche teng hunneradellijke kennissen “cht kotlt’e ^woog
„Lieve,” fluisterde mevrouw de Tully aan het souper vereenigd was, oordeelden gebladerte en de bloemen, de verschill<
y voort te wandelen. De hare vriendin toe, „deze man aanbidt je. zij het gemakkelijk en voorzichtig op een
een zijner vrienden den arm Je zult zien, dat hij ter wilte’vaa jou de een bank plaats te nemen, welke op eenigen
of andere onverstandige daad zal begaan.” afstand onder eenige hooge eiken stond. - --
„Tlij is een ezel van een genie,” ant- Al konden zij nu niets zien van het too- van ijs en sorbets, het gesprek voortgezet
begint hier „gemeleerd” te woordde Roselinde kalm, „en het zou neel, zij hoorden althins de acteurs spre- en heP ov«r de verdiensten, maar vooral
spijtên, wanneer hem een ken. Troepjes wandelaars gingen langs *'erde gebreken van afwezige kennissen,
niet hebben wil. Ik vind nog gemakkehjk ongeluk overkwam. Hij maakt zulke mooie hen en het prieel voorbij) Meestal wan- Eensklaps vroeg een der genoodigden
een vrouw, met mijn tachtig duizend verzen op mij." delden de nieuwsgierige»! langzamer, als v™) onverschillig naar een jongmensch,
franken iilkomen.” Onderwijl kwam vorst Ludolph. die zij het tooverachtige pietje J J -----J-
den hertog, „heb je wel genoote, had loopen praten, dé beide da- laume, die Roselinde geen minuut uit
een weinig uit té rusten."
„O, ja T—
Plock zal^ wel dorstig zijn.'
Een^vijf-en-twintig jarig jongeling na- mes,” voegde de vorst er ^7”"„eh èën druk oj
"banken Delannay de koorts wel hebben, hoewel hij zich te Clichy heeft laten opsluiten
i waar uit graszoden, doch hij ijs eet. Wees er verzekerd van, dat, voor e— j
ik heb ze met groen zijden tapijten doen wanneer hij ongemerkt een lepeltje kan zend franken?"
'""«rtrekken.” machtig worden, hetwelk door juffrouw t”
,We hebben dus groen tegen groen," de Villefort gebruikt is, hij het zonder gespre
j- u-L—ii-a-_-4anig aoor woekeraars m het nauw
dwaasheid bij verliefden. Zonder nu bracht te worden had ik het geld
J een mate - t
aangetast te zijn, mijnheer, bent u waarlijk graaf nog dezen avond.”
„Het zou beter rijn het'aan rijn schuld-
'schers te zenden." zei' een verstandig
:ngt, eenmaal op haar zelve „Het zou van belang rijn, heeren, te
i. Dit meedoogenlooze meisje, weten, welken man de burggraaf aijn
- - '-E-— -leeft," merkte
een vreesehjke een sportman aan, die zelf diep in schul-
r.,_. rit zal ook niet den stak.
„Hoor eens, vorst," zei een jongmensch, méér dan billijk en rechtvaardig zijn. Was
Bosredon, die tevens consulteerde met 3. 4^—39, 1823; 4. 5044, 1117;
Wit: Bosredon. Zwart: Springer. 7. 37—3L 26x37* 8. 42x3L 18x27; 32x14.'
7.28—23,19:28; 8’33:1 f,6:1779. 3'1—27 11 28x19’ 14 x 23; 16. 44-4Ö' '1—12; OndersUaJd^Ita^d0 kwam^voor
21; 10. 39- 33, 21:32; 11. 37:28, li. jjp*.u,j vau uen neer r. noogveit.
20 24; 12. 36—31, 26:37; 13. 41:32, 19. 3833, 1419; 20. 43—38, 1924; Wit maakte de partij op mooie wijze re-
14-19; 14. 47—41, 10—14; 15. 41—37, 21. 49-43, 5—10 22.32—28,12—18,
18- 23; 16. 46—41, 12-18; 17. 37—31, 23. 45—40, 18x27; 24. 37—31, 26x37;
7—12; 18. 41—36, 1—6; 19. 44—39, 25. 42x22, 8—12; 26. 40-34, 3—8;
2—7; 20. 40—34, 7—11; 21. 31—27, 27. 46—41, 16—21; 28. 22—18, 12 x 32;
5—10; 22. 34—29, 23:34; 23. 39:30, 18— 29. 38 x 16, 20-25; 30. 29 x 20, 25 x 14;
23; 24. 43—39, 10—15; 25. 49-44, 12— 31. 41—37, 2—7; 32. 43-38, 6—11;
18;26.44—40,8—12; 27.48—43,14—20; 33. 38—32, 8—12; 34. 36—31, 13-18;
28. 25:14, 9:20; 29. 30—25, 4—9; 30. 35. 48—43, 9—13; 36. 43—38, 14—19;
25:14, 9^0; 31. 40—34, 24—29 32. 37. 32—28, 4—9; 38. 31—27, 10—14;
33:24, 20:40; 33. 45:34, 15—20; 34. 34— 39. 27—22, 18 x 27; 40. 28—23, 19 x 28,
30, 20—24; 35. 39—33, 3—9; 36. 30—25, 41. 33x31, 11—17; 42. 37—32, 13—18;
9—14; 37. 36—31, 12—17; 38. 43—39, 43. 38—33, 14—19 44. 34—30, 18—23;
17—21; 39. 42—37, 21—26; 40. 39—34, 45. 33-28, 15—20; 46. 31—27, 17—21;
11—17; 41. 35-30; 2435; 42. 33-29, 47. 28—22, 9—14; 48. 30—25, 21—26;
16—21; 43. 27:16, 35-40; 44. 34:45, 49. 35—30, 20-24; 50. 22—18, 24x35;
23:34; 45. 31—27, 17—21; 46. 38—33, 51. 18 x 29, 19—23; 32. 29x18, 12 x 23;
19- 24; 47! 16-11, 6:17; 48.-27:16, 53. 39-34, 23-29; 54. 34 x 23, 35—40;
aq kOp Jit k J 1 —JU, JL’f AU, J.U "■O
«rh.ivrn ÖO- 26 27 30 31 35 26-31; 53. 21:12, 18:7; 54. 28—22, 59. 10-4, 25-30; 60. 4-15, 30-34;
Wit 8 sdujven op 26, 27, ii, 31_36; w 36_41. n_n 61 15_47 34_^< 62 47_20 4O_45;
u. en en 7_12; 57 n_6 4j_47. jg 32_28, 63. 20—47, 45—50; 64. 47—41, 6—1;
Remise. 65. 41—47, 7—12; 66. 47—15, 12—18.
Remise.
i» K*
•cMkUfllta
WAAR IS DE WOUDFEE?