„ONS BLAD”
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon:
4
118
POSTGIRO 184863.
L
4
F
FEUILLETON.
Het stomme meisje.
Vrijdag 15 Mei Itld POSTGIRO IMMX ISe JSar^aSf
DE DANK VAN HET CENTRUM AAN
MARX.
UIT DE PERS.
BUITENLAND.
Sarka begon te weenen.
Geen tooneelt
My is allee om ter liefste^ too gy naar
vertrek tl
Op dit antwoord vond Sarka niote te w«*r-
Het processle-verbod
Aa*ertentieprij«
Van I—J regels-! 1.2$: elke regel meer f 0.25; VedaflE
per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod* b| vof
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
f 400,—, f 200,-, f 1OO,—f 60,—, t 35,—, f 15*.
Zwijg daar! ofidérbHk hert dé kokin.
AbonnemenUpMjss
Per Irwtrtaat voor Alkmaar Ji f L—
roor buiten Alkmaar s;«V» f 285
Het Oeflluatreerd Zondagsblad 060 f hooier.
kan olie abonné'a wordt op aanvrage gratis een poli» verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,
X
1-
s
komen.
te
I.
i
l het iMwilUgen van Katbolie-
k>i tergo haast gemaakt, men
net doen.
AOMINISTRATTK No. 431
MDACTW No. M3
i.
■■f.
n
t.
t
r.
a
s
Het is Zond
houdt zich stil,
loos de wijde vlakte overspant,
ook het woud; ja^de groote populieren
l-J Z..-1 Edelen heer 8alv
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
Aan het slot van zijn vergadering, eergis
teren en gisteren te Berlijn gehouden, heeft
het partijbestuur van het Duitsche Centrum
een motie aangenomen, waarin Marx dank
wordt gebracht voor hetgeen hij gedaan heeft
voor land en volk
Verder wordt betoogd, dat de strijd om den
i'jjkspresident het centrum gebrhcht heeft aan
de zijde van de partijen, die in moeilijke
(•ogenblikken met het centrum tezamen den
val in den afgrond van anarchistische toe
standen, hebben belet, de eenheid van het rijk
hebben behouden en daarmee de grondslagen
hebben gelegd voor een nieuwen opbloei. De
wijze waarop de strijd met valsche beschul
digingen en smaad tegen het centrum is ge
voerd, herinnert aai» de ergste tijden van ou-
onbeschaamde uitbuitingen van politieke en
godsdienstige instincten en heeft bij het cen
trum in het gelieele land groote verontwaar-
dging gewekt.
Het bestuur vertrouwt, dat de partij *n het
heele land zal terugkeeren tot de eenheid, dio
haar altijd gekenmerkt heeft en haar invloed
op het openbare leven heeft gewaarborgd. De
politieke taak van de Duitsche centrumspartij
die voortvloeit uit haat christelijk karakter,
den geest van haar traditie, kracht, politiek
program en besluiten van haar leiders, blijft
onveranderd. Boven stam, stand en partij
stellen wij de eenheid van volk en rijk, en wij
verlossing van Roer- en Rijngebied en aan
willen met rust en taaie volharding arbeiden
aan do verlossing van Roer- en Rijngebied en
aan de vrijheid van het gehecle volk.
Wat voor een groote, roode anjelier staat
er daar op het veld der weduwe Molodotna?
Een anjelier zoo groot als de heilige Noepo-
muk ginds op de brug. Maar neen, het is geen
anjelier; het is een ipeisje met een ro<xlen
doek op het hoofd en een rood lijfje aan. Zy
staat in het veld der landbouwster en loert
over de haag heen.
lorgen. Alles rust. Iedereen
tar de hemel rein en wolke-
en geen
zuchtje de gele aren streelt, too zwijgt dan
ook het woud; ja, de groote populieren die
het hof van den Wel Edelen heer Salvator
Wolkoff omgeven, roeren niet éénmaal hunne
bladeren. Een plechtige stilte ligt over de be-
rookte, zwarte stroodaken van het dorp uit
gespreid, de honden sluimeren op den warmen
grond en de duiven poetsen hunne vederen
in den zonneschijn, zonder het minste geluid
te geven.
Maar in de keuken van het hoerenhuis,
dkér is geroep en getier!
Sarka, de keukenmeid, had den ouden
dienstknecht Agathon met den bezem tegen
-An muur gedreven en schreeuwde hem nu
het Amsterdamsch stadion trok, den Eucha-
ristischen God met zich dragend.
Maar hoe heerlijk enhoe rechtvaardig
zou het niet geweest zijn, als wij dienGod
hadden kunnen dragen door de straten van
de stad zelf. Het is toch eerder daar, dat God
thuis hoort, daar midden in het dagelyksch
leven der menschei); voorbij hun winkels, run
handeiskantoren, die zonder zijn zegen im
mers niet bestaan kunnen, had zijn weg moe
ten leiden.
Wij hebben toén het verregaand onbillijke
van artikel 171 wel heel scherp gevoeld.
MONOPOLIE.
Alweer het mo»opollBl
De Haags oh e correspondent der Zutph.
Courant decreteert, dat ons land alleen libe
raal te rogeeren is.
Aan het slot van zijn jongste missive
lezen wij:
Het is nu eenmaal niet anders, dat in
Nederland met zijn religieus zoo gemeng
de bevolking alleen de onderlinge vrede
ver van elkaar vwrwjjdard.
NITTl KEERT UIT ITALIS TERUG.
De Romeinsche Tribuna meldt, dat Nitti,
de Italiaansclie oud-minister-presideut, die
uitgenoodigd ie deel te nemen aan bet défilé
van de parlementsleden ter gelegenheid van
het zilveren jubileum des konings, te ditsr ge
legenheid na een afwezigheid van 18 maan
den voor enkele dagen naar Romo zal terug
keeren.
RYKOF OVER DE RUSSISCHE
BEWAPENING.
Rykof, de voorzitter vau den raad van Rus
sische volkscommissarissen, heeft in een rede
op het sovjet-congres verklaard, dat volgens
menschelijke berekening voorloopig geen oof-
log te verwachten is. Onrustwekkende teeke-
nen betreffende het oprichten van fabrieken
van wapens in de randstaten en reizen van
stafofficieren, oefenen echter een psycholo-
gischen druk uit, waarop Rusland slechts kan
antwoorden door versterking zijner bewape
ning.
DE FRANSCHEN IN MAROKKO
De Fraascfeo troepen, gesteund door zware
artillerie en een aanzienlijke luchtmacnt, zyn
het offensief begonnen van uit bet Biboni-
gebergte en rukten onder gunstige iinstan-
dig heden op in do richting van het gebergte
waar de Riffs verschants zijn in een modem
ingericht loopgravensysteem.
Volgens later ontvangen berichten behaal
den de Franschen ovèral groote successen.
Zij hebben operaties over het gelieele front
ondernomen, welke eindigden met de ontzet
ting van de versterkte plaats Bibane, van
waar de Rifkabylen na krachtig weerstand
te hebben geboden, in wanorde naar het
Noorden vluchtten, achtervolgd en gebombi-
deerd door Fransche luchtstrijdkrachten. Een
dorp is stormenderhand genomen en verse til
lende posten zijn ontzet.
De Franschen hebben zich thans we Ier ge
legerd in het heuvelland van Bibane. De ver
liezen der Rifkabylen zijn zwaar.
Uit inlichtingen van inlandsche bron blijkt
dat het Franseho offensief op bet gebergte
van Biban een geweldigen indruk over het
geheele Rif heeft gemaakt. De zwaro artille
rie heeft herhaalde malen aangevallen en de
vliegtuigen hebben den opstandelingen ern
stige veriiezén toegebraeht. Hoewel de ge
vechten uiterst heftig zijn geweest, hebben de
Franschen maar weinig verliezen geleden,
wegens het veelvuldig gebruik van artillerie,
bommen en mitrailleurs.
De groep-Colombas heeft gisteren de zui
vering lang» den raad van het Bibangebergte
voortgezet De verliezen zijn gering. Ten Z.
heeft de groep-Freydenberg gisteren, by haar
upmarsch naar het N., een ernstig gevecht te
doorstaan gehad tegen verschanste togen-
HET DIPLOMATIEKE CORPS 3IJ
HINDENBURG.
Bij de ontvangst van het diplomatieke
eon» heeft de deken nuntius I’acelli president
Hindenburg do gelukwensehen van het e.ups
vertolkt. Hij zeide o.a.: Wy hopen dat onder
uwe hoogo leiding de Duitsche staat naar bui
ten zijn betrekkingen tot de andere volken
moge bevestigen, ten bató van de groote
zaak van den wereldvrede.
President Hindenburg verzekerde in zyn
antwoord dat hy ernstig, nauwgezet en met
toewijding zal bijdragen tot oplossing van de
groote aanhangige politieke kwesties. Wie
aan bet hoofd van een groot volk is geroepen,
kan’geen hongeren wensch koesteren dan zijn
volk in vrede en met gelijke rechten aan de
taak der wereld te zien medewerken.
President Hindenburg heeft nog telegra
fisch gelukwenschen van de presidenten van
Mexico en Liberia ontvangen.
ITALIË EN TIROL.
Aan Tiroolsehe pelgrims, die zich naar Ro
me begeven, is verboden een kort oponthoud
te Bozen te hebben. Den prins-bisschop dr.
Waitz is de reis onmogelyk gemaakt. De trein
die de pelgrims vervoerde, reed met groote
vaart het station Bozen voorbij, waar fas
cisten in gejoel uitbraken. Op de groente
markt te Bozen hebben fascisten den Duit-
schen graaf Toggenburg gehoond.
DE BESCHERMING VAN DEN STAAT IN
TURKIJE.
De Manchester Guardian meldt uit Kin-
stantinopel, dat de buitengewone rechtban-
standers w.o. Riffynen. De veriiezen van den
vijand zijn zeer hoog. Er zijn meer dan 60 lij
ken gevonden op het veld. Er zijn wapens en
gevangenen buit gemaakt.
In den sector van kolonel Combay valt
niets te vermelden.
De Intransigeant meldt, dat allo vooruit
geschoven posten, die de Riffijnen in Noord-
Marokko hadden omsingeld door de colonnes-
Frydenberg en -Colombas zijn bevrijd, op
twee. na.
DE BURGEROORLOG IN CHINA.
Er heerscht groote verbijstering onder do
Chineezen in Noord China, gedurende de laat
ste twee weken, wegens de berichten, dat
Tsjang-tso-lin zyn troepen naar Peking zond,
waar Feng-joe-sian. de christen-generaal zijn
troepen heeft opgesteld. Het schijnt zeker,
dat een aanzienlijke Moekdensche strijd
kracht spoedig in de buurt van de hoofdstad
zal aankomen, maar men neemt algemeen
aan, dat Feng-joc-siang Tsjangs-tso-lin Pe
king zonder gevecht zal laten bezetteji-
Naar verluidt is een deel van Feng's aan*
hBAgvrs omgekocht tot het Itewaren van een
neutrale houding. Dientengevolge zal hij niet
sterk genoeg zijn om op het oogenblik te
eechten, zoodat hij zich zal tevreden stellen
met een vreedzame ontwikkeling in Noord
China.
uw heer heeft ten minste nog moed; gy ech
ter loopt weg voor eene muis!
Genoeg.
Neen, op verre na niet genoeg, ditmaal
moet heer Agathon mij tot het einde toe aan-
hooren. Ik ben het moede, ik blijf cu niet
meer in dit huis.
Op dit oogenblik trad Salvator Wolkoff,
die reeds een wyle toegeluisterd had, binnen.
Dadelijk liet Sarka den ongelukkigen Aga
thon los, en buiten verdween de groote, roe
de vlek in het korenveld.
Salvator nam met de tang een stuk bran
dende houtskool, legde het in zijn pijpf 4< ed
een paar trekken, en zeide dan onvc*ebil-
lig, zonder Sarka aan te zien:
Wanneer wilt gy gaan?
Ik? bracht Sarka moeilijk uit. Waarom?
Wat nieuws is dat?
Al heb ik maar eene oor, antwoordde
Salvator, zoo hoor ik toch.
Wat hebt gij gehoord, genadige Ltcr?
Dat ik dien eüendigen Agathon.
Genoeg, onderbrak haar Salvator met
een afwijzend gebaar, ik ben die opeprtak-
wekking moede.
Dat is het loon mijner opoffering! i'ep
Sarka uit, terwijl zy potten en pannen beeu
en weer schoof en het vuur zoodanig aan-
wakkerde, dat Je vonken ar uit vlogen.
Het bljjft daarbjj: gij vertrekt van hkri
Nu droogde zij plotseling hare tra icn af
en zag Salvator met hare booze oogen vlak
in het aangezicht.
Is bet ernstig gemeend?
Volkomen.
Agathon lachte onder zijn wit, kor-gesne-
den haar en knipperde met de oogen, alsof
het licht hem pijn deed.
Goed, dan vertrek ik, sprak Je kokin
waardig de armen op de borst gekruist. Gy
zult het u beklagen, heer Wolkoff, ik niet.
Maar dat zeg ik, dat ik niet heenga, eer ik
dien Agathon, dien ellendigen bespieder, Lij
zijne ooren de ziel uit het lichaam gesDurd
heb.
Agathon, die zachtjes langs den muur tot
aan de deur voortgesehoven was, maakte
zieh bij deze woorden uit de voeten en ge
raakte gelukkig uit de keuken.
Binnen veertien dagen kunt ge gaan,
zegde Salvator, zonder slechts de wimpers te
vertrekken.
Nog vroeger, zoo ’t u mocht believen,
heer Wolkoff.
Binnen aeht dagen dan
Morgen, als ge wilt.
Morgen, als ge wilt, herhaalde de hof-
heer, terwijl hy langzaam de keuken verliet.
Waarom niet heden? riep hem Sarka
achterna, over ganseb haar lichaam bevend.
versebijnen?
Men he«qM
ke verlangens^
zal het ook nu
De Katholieken zijn altijd bet zwarte
schaap geweest in het Nederiandsche staats
verband; eerst als de rest geholpen w*s dan
kwamen wij welk een goedheid! zoo
af en toe ook eens aan de beurt.
Maar nietwaar!? toch bestaat hier te
lande volkomen gelijkstelling; er wordt hier
heusch geen enkele godsdienst voorgetrok
ken, dat moet nu niemand gelooven.
Vadertje staat is een strikt recht vaardige
persoonlijkheid.
Maar wat deert het ons ook.
Wij staan immers sterk in het vaste besef,
dat wij strijden voor het eenig-ware ideaal.
En zoo wy maar de eenheid bewaren, zoo
onze strijders maar vast aaneengesloten op
trekken, dan moet het recht zegevieren.
En het eerste wat dan zal vallen, het zal
bet batelijk artikel 171 uit de Grondwet zijn.
A. W. A. v,d. EELAART.
1) Zie „Het zesde Hoofdstuk onzer Grond
wet”, academisch proefschrift, door Dr. A.
Borret 8.J. e. a.
leggen. Zij zonk op de keukenbank neder en
staarde vóór zich heen, echter slechts kor
ten tijd; dan begon zij haar koffer in te pak
ken.
Agathon had zich verborgen.
Juist op dit oogenblik kwam Wolkoff’s
„factor”, Elias Roscnstiel, aangereden. K’< in,
mager en in een zwarten mantel gebuid, ge
leek hij een levende i en bet zwarte kapje der
„jarmurka”, de muts die hij op zyn hoofd
droeg, was het puntje van deze vreemdsoor
tige i.
Wat is echter een „factor?”
Een „factor” is een Israëliet, een „Jisroël’,
zooals hij zich zelven noemt, die in een G:>U-
cisch edelhof allee is; die allo hoedanigheden,
vanaf staatsonderhandelaar tot schoenlapper,
bezitten moet. Hy is het, die het in de wou
den of in de korenvelden verloren landgoed
met de wereld verbindt, zoodat hy tegelijk al»
karavaan, beurtryer en boodschapper dient.
Er bestaat niets dat hy niet zou weteu pan te
schaffen. Hy brengt den kinderen suikergoed
mede; voor den heer, gesmokkelden tabak,
patronen voor het jachtgeweer en verboden
boeken. Hy vult spijskamer en kelder, en o< k,
wanneer dio ledig is, de geldkoffer. Daartoe
verkoopt hij alle» wat te verkoopen is, ja,
niet zelden den oogst, vóór hy nog ingé
bracht, en het kalf, eer het nog geboren bl
(Wordt vervolgd.)
gehandhaafd kan bleven, als nóch roomsch
katholiek, nóch orthodox-protestantsch,
nóch om-en-om roomsch katholiek en or-
thodox-prótestauteeh (gelyk de coalitie
moet doen) geregeerd wordt. Men moge
van die zyde smalen zoo veel men wil
op de liberalen en hun beginselen, met den
dag wordt duidelijker voor wie niet zien-
deblind en hporende-dool is, dat Neder
land alleen liberaal, d.w.z. met handhaving
van aoo groot mogelyke vrijheid voor al
len, te rogeeren is. Daarom is het zoo te
hopeu, dat de invloed van de liberalen
door de stembus van 1 Juli zal worden
versterkt
Wij vreeceu voor den briefschrijver, dat de
hoop, door hem uitgesproken, slechts oen
geringe kans heeft, te worden verwezenlijkt,
schrijft het „Ctr.”
En dat veten, op gevaar af van door hein
voor „ziende blind” en „hoorende doof’ te
worden gehouden, in hun votum op 1 Juli
zullen blijk geven, van bet liberalisme niet
gediend te zyn.
Overigens is het bovenstaande weer ty
pisch liberaal
Nog pas werd door een vrijzinnig spreker
voor de aanhangers van het liberalisme be
slag gelegd op het intellect
Thans vernemen wy, dat Nederland alleen
liberaal te regeeren ia
En dat de onderlinge vrede slechts ge
handhaafd kan blijven op voorwaarde, dat
niet de coalitie regeert
Zou men nu niet wat minder hoog van
den toren blazen?
Kan iemand in ernst beweren, dat de
Rechtsche regeering ooit een bedreiging
was voor den nationalen vrede?
En waren- het de liberalen men denke
aan de schoolquaestie onder wier bewind
de grootst niogeljjke vrijheid voor allen ge-
haudbaafd werd?
Men moet geen monopolies opeischen, die
niet bestaan noch ooit bestaan hebben.
Overigens is bet niet duidelijk, hoe men
kan meenen, dat uit de stembus van 1 Juli
een Jiberale” regeering zou te voorschijn
komen.
Wensch en wëfkeSykhrid zyn hier al
H
Ook op andere wijze dan door Grondwets
herziening is getracht den druk van artikel
171 van de Grondwet te verzachten.
Processen zyn gevoerd, een eerbiedwaar
dig aantal brochure’s en geschriften ziju aan
deze kwestie gewyd, maar het heeft al heel
weinig resultaat gehad.
In 1875 bad de Hooge Raad ons op
perst rechtscollege dusbeslist, dat een
processie slechts dan geacht moest worden
geoorloofd te zijn volgens de Grondwet,
wanneer zij niet alleen op een wet of regle
ment, van vóór het jaar 1848 afkomstig, kon
steunen, maar tevens ter plaatse waar zij
werd gehouden, in genoemd jaar ook werke
lijk in gebruik was geweest.
Hierdoor werd dus aan een toch al stui
tend wetsartikel den strengst-mogelyken
uitleg gegeven.
Men berustte wel niet dadelijk in deze uit
spraak van den Hoogen Raad en bleef toch
processie’s houden in plaatsen, waar dat nu
niet mere geoorloofd was. Doch in 1879 be
vestigde de Hooge Raad zyn uitspraak van
1875.
Men moest nu wel berusten
Maar toen vele jaren later verscheen
iu het tijdschrift „Van Onzen Tyd” (Jaargang
1915’18) een bijdrage van professor Mr.
Struycken over „I’rocessiën langs do open
bare straten”, welke bijdrage zeer van in
vloed is geweest op het verdere verloop van
den stryd rondom net processie-verbod.
Professor Struycken komt hier tot de slot
som, dat art. 171 van de Grondwet, naar de
letter, geen enkele processie verbiedt. De ma
nier, waarop hij tot deze gevolgtrekking
komt, doet in dit artikel minder ter zake.
Er werd van katholieke zyde een nieuwe
actie op touw gezet». opnieuw werden
èenige eigenlijk 4prbo<!en processie’s
hoiiden. Men maakte, proces-verbaal op, de
zaak kwam voor den rechter en eindelijk
in hoogste instantie voor den Hoogen
Raad, die nu zyn vroegere beslissingen her
zag en in 1918 de heel wat mildere uitspraak
ded, dat „voor de geoorloofdheid van een
processie niet meer geëischt werd, dat zy in
1848 ook werkelyk gehouden was, maar dat
voldoende is, als in 1848 het gebruikelijk was
openbare godsdienstoefeningen buiten de ge
bouwen en besloten plaatsen te houden.”
Maar bet Grondwetsartikel zelf bleef be-
ttaan; in afwachting van betere tijden, die
nog steeds niet zijn gekomen.
De Grondwet waarborgt bijna adsolute
godsdienstvrijheid. Artikel 168 zegt immers
„Ieder beljjdt zijne godsdienstige meeningen
■net volkomen vryheid, behoudens do be
scherming der maatschappij en harer leden
tegen de overtreding der strafwet.”
En het tweede gedeelte van dit artikel be
vat dus maar een betrekkelijk geringe beper
king van bet eerste gedeelte.
Maar wat heeft men aan godsdienstvrijheid
als de gelegenheid, om zijn godsdienstige ge
voelens te uiten, ons ontnomen wordt.
In hoe sterke mate geschiedt dit niet door
bet processie-verbod.
Nemen wj| alleen als voorbeeld het Eucha
ristisch congres, dat in den afgeloopen zomer
in Amsterdam heeft plaats gehad. Hoe innig-
mooi, hoe ontroerend was de processie niet,
die op den sluitingsdag van dit congres door
het Amsterdamsch stadion trok, den Eucha-
ristischen God met zich dragend.
ken een opruiming houden onder de liberale
en clericale oppositie. Eergisteren zijn 15
menschen aangehouden, onder wie zoowel re
dacteuren van een clericaal tijdschrift als le
den van een erbeidersvereeniging. Tal van
intellectueelen zijn opgehangen, omdat zy
hun leven in dienst van het ideaal van de
Koerdische onafhankelijkheid hadden gesteld.
Het onderzoek van de rechtbank zou er op
gericht zyn Engeische intrigues bij den jtmg-
sten opstand aan te wijzen.
DE TERUGKEER VAN TROTSKL
De diplomatieke medewerker vau de ^lUi-
ly Telegraph” betoogt, dat men de beteeke-
nis van Trotski’s terugkeer overdrijft, voc.r-
namelyk doordat bij de sovjet-vertef'iwoor-
digers in het buitenland, en in het bywnder
te Londen en te Parijs, de indruk is gewekt,
dat de economische politiek van Rusland
thans minder radicaal-communistisch zal wor
den. Trotski is echter dezelfde fanatieke com
munist die hij steeds is geweest.
Men heeft Trotski teruggeroepen om het le
ger beter in de hand te krijgen, doch Trotski
is ervan overtuigd dat ook dit middel jp den
uur geen redding voer de bolsjewistische
machthebbers kan brengen. Hij acht daarom
de „bekeering” van de groote massa der boe
renbevolking in en buiten Rusland en in de
randstaten noodig en wil de apostelen van
het communisme naar bet platteland zen len,
terwijl hij voor de Oostzeestaten aaustaurt p
nauwe samenwerking tusschen de groene en
de roode Internationale.
Als voorbeelden van de toestanden noemt
het blad de verwerping van Je Urquhard-over
eenkomst door den raad der zeventien, nadat
deze overeenkomst eerst, met instemming
van Trotski tijdens de afwezigheid van Lenin,
die ziek was, goedgekeurd was met 14 stem
men vóór. Lenin keerde echter terug en
sprak, op raad van zijn vrouw, Trotski’s
grootste tegenstandster, zijn veto uit. Ken an
der voorbeeld is de verplaatsing van Krassin
van Londen naar Parys. De reden daarvan
was dat Tsjitsjerin in 1923 te kennen had ge
geven dat hy zelf naar I x>nden wenschte te
komen en met lord Curzon te confereeren,
waarop Curzon had geantwoord, dat bij lie
ver de zaken mei Krassin afdeed.
luidkeels toe. Nu moest hij haar wel eanhoo-
ren, wat stond er hem anders te doen?
Wanneer het tusschen hen tot eenen twist
kwam, eindigde het telkenmale zóó, want
Sarka bad het voorkomen eener heldin, ter
wijl hy een hazenhart bezat. Nu was hij in
hare macht en beefde, want hij vreesde dit
wezen en gaarne hadde hy deze lange
schrale gestalte ontvlucht, die met vaste
meetkundige figuren, uit louter lynen en noe-
ken samengesteld was.
Ja, schreeuwde zy weder, Van alles is
zijn oor de schuld, die hy, God weet waar,
in Italië of Turkije gelaten heeft!
Hoe zeer de kleine, ronde Agathon cok
Sarka vreesde, werd op dit oogenblik toch
zyn rond, steeds blozend aangezicht nog r*>o-
der, en hy riep:
Vrouw kokin, laat toch den genadlgen
heer in vrede!
Dari ten minste, wedersprak zy, is het
toch zeker dat hy alleen de schuld is van
alles. Daar hij in den oorlog het linkeroor
verloren heeft, trekt hij zich van de wereld
terug, leeft op het land, verkeert mét geen
christeneziel, vliedt de vrouwen en wij leven
hier allen te zamen in een klooster. In de
stad had ik steeds ten minste een korporaal,
die ’s Zondags met my uitging, 'maar bier?
Wat heb ik hief? Ik dthk u voor zulk eenen
Zondag!
Vrouw Sarka
Wat belet dan ook ten slotte om aan dit
vurig Katholiek verlangen toe te geven.
De regeering heeft zeker het recht, ja het
is zelfs haar plicht, om te zorgen, dat gods
dienstige plechtigheden binnen de perken
van het algemeen belang binnen. Want een
regeering in een land als het onze is
er niet voor één bepaalde gezindte, maar zij
vertegenwoordigt het gansche volk en dient
zooveel mogelijk ieders persoonlijke gevoe
lens te ontzien.
Maar gelooft men niet, dat de Katholieken
zelf wel zoo verstandig zullen zyn om geen
openbare processie te gaan houden in plaat
sen waar daaruit een conflict met andere
godsdienstige seeten zou kunnen voort
vloeien.
En Is het niet meer dan onrechtvaardig,
dat terwille van een heel klein deel der na
tie, aan bijna de helft van het Nederlandsche
volk haar liefsten wensch wordt ontzegd, dat
men in uitsluitend-KathoIieken streken
waar dus een botsing met andersdenkenden
moeilijk is te vreezen nu door een geheel
verouderd, noodeloos-grievend wetsartikel
wordt belemmerd in het godsdienstig leven!?
Overschrijdt de staat hier niet verre de
grenzen van zijn rechtsgebied!?
Pater Borret, die in zijn academisch-proef-
schrift een uitgebreid hoofdstuk aan do kwes
tie van het processie-verbod wijdt, zou artikel
171, wil het aan Katholiek verlangen voldoen
gaarne aldus gewijzigd zien.
„Elke godsdienstoefening der kerkge
nootschappen in en op niet voor het open
baar verkeer bestemde plaatsen is vrij.
De gemeente-besturen regelen, in afspraak
met do kerkgenootschappen, de wijze, waar
op de vrijheid tot bet houden van open
bare godsdienstoefeningen der- kerkgenoot
schappen in en op voor het openbaar verkeer
bestemde plaatsen zal worden uitgeoefend”.
Men ziet hier duidelyk, dat de staat toch
het noodigo toezioht behoudt, terwjjl ander
zijds aan de kerkgenootschappen geen noode-
looze dwang wordt opgelegd.
Maar hoelang zal het nog duren, voordat
wy een dergclyk mild, maar niet meer dan
rechtvaardig artikel iu onze Grondwet zien