„ONS BLAD” Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon: 4 118 POSTGIRO 184863. L 4 F FEUILLETON. Het stomme meisje. Vrijdag 15 Mei Itld POSTGIRO IMMX ISe JSar^aSf DE DANK VAN HET CENTRUM AAN MARX. UIT DE PERS. BUITENLAND. Sarka begon te weenen. Geen tooneelt My is allee om ter liefste^ too gy naar vertrek tl Op dit antwoord vond Sarka niote te w«*r- Het processle-verbod Aa*ertentieprij« Van I—J regels-! 1.2$: elke regel meer f 0.25; VedaflE per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod* b| vof uitbetaling per plaatsing f 0.60. f 400,—, f 200,-, f 1OO,—f 60,—, t 35,—, f 15*. Zwijg daar! ofidérbHk hert dé kokin. AbonnemenUpMjss Per Irwtrtaat voor Alkmaar Ji f L— roor buiten Alkmaar s;«V» f 285 Het Oeflluatreerd Zondagsblad 060 f hooier. kan olie abonné'a wordt op aanvrage gratis een poli» verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500, X 1- s komen. te I. i l het iMwilUgen van Katbolie- k>i tergo haast gemaakt, men net doen. AOMINISTRATTK No. 431 MDACTW No. M3 i. ■■f. n t. t r. a s Het is Zond houdt zich stil, loos de wijde vlakte overspant, ook het woud; ja^de groote populieren l-J Z..-1 Edelen heer 8alv NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD Aan het slot van zijn vergadering, eergis teren en gisteren te Berlijn gehouden, heeft het partijbestuur van het Duitsche Centrum een motie aangenomen, waarin Marx dank wordt gebracht voor hetgeen hij gedaan heeft voor land en volk Verder wordt betoogd, dat de strijd om den i'jjkspresident het centrum gebrhcht heeft aan de zijde van de partijen, die in moeilijke (•ogenblikken met het centrum tezamen den val in den afgrond van anarchistische toe standen, hebben belet, de eenheid van het rijk hebben behouden en daarmee de grondslagen hebben gelegd voor een nieuwen opbloei. De wijze waarop de strijd met valsche beschul digingen en smaad tegen het centrum is ge voerd, herinnert aai» de ergste tijden van ou- onbeschaamde uitbuitingen van politieke en godsdienstige instincten en heeft bij het cen trum in het gelieele land groote verontwaar- dging gewekt. Het bestuur vertrouwt, dat de partij *n het heele land zal terugkeeren tot de eenheid, dio haar altijd gekenmerkt heeft en haar invloed op het openbare leven heeft gewaarborgd. De politieke taak van de Duitsche centrumspartij die voortvloeit uit haat christelijk karakter, den geest van haar traditie, kracht, politiek program en besluiten van haar leiders, blijft onveranderd. Boven stam, stand en partij stellen wij de eenheid van volk en rijk, en wij verlossing van Roer- en Rijngebied en aan willen met rust en taaie volharding arbeiden aan do verlossing van Roer- en Rijngebied en aan de vrijheid van het gehecle volk. Wat voor een groote, roode anjelier staat er daar op het veld der weduwe Molodotna? Een anjelier zoo groot als de heilige Noepo- muk ginds op de brug. Maar neen, het is geen anjelier; het is een ipeisje met een ro<xlen doek op het hoofd en een rood lijfje aan. Zy staat in het veld der landbouwster en loert over de haag heen. lorgen. Alles rust. Iedereen tar de hemel rein en wolke- en geen zuchtje de gele aren streelt, too zwijgt dan ook het woud; ja, de groote populieren die het hof van den Wel Edelen heer Salvator Wolkoff omgeven, roeren niet éénmaal hunne bladeren. Een plechtige stilte ligt over de be- rookte, zwarte stroodaken van het dorp uit gespreid, de honden sluimeren op den warmen grond en de duiven poetsen hunne vederen in den zonneschijn, zonder het minste geluid te geven. Maar in de keuken van het hoerenhuis, dkér is geroep en getier! Sarka, de keukenmeid, had den ouden dienstknecht Agathon met den bezem tegen -An muur gedreven en schreeuwde hem nu het Amsterdamsch stadion trok, den Eucha- ristischen God met zich dragend. Maar hoe heerlijk enhoe rechtvaardig zou het niet geweest zijn, als wij dienGod hadden kunnen dragen door de straten van de stad zelf. Het is toch eerder daar, dat God thuis hoort, daar midden in het dagelyksch leven der menschei); voorbij hun winkels, run handeiskantoren, die zonder zijn zegen im mers niet bestaan kunnen, had zijn weg moe ten leiden. Wij hebben toén het verregaand onbillijke van artikel 171 wel heel scherp gevoeld. MONOPOLIE. Alweer het mo»opollBl De Haags oh e correspondent der Zutph. Courant decreteert, dat ons land alleen libe raal te rogeeren is. Aan het slot van zijn jongste missive lezen wij: Het is nu eenmaal niet anders, dat in Nederland met zijn religieus zoo gemeng de bevolking alleen de onderlinge vrede ver van elkaar vwrwjjdard. NITTl KEERT UIT ITALIS TERUG. De Romeinsche Tribuna meldt, dat Nitti, de Italiaansclie oud-minister-presideut, die uitgenoodigd ie deel te nemen aan bet défilé van de parlementsleden ter gelegenheid van het zilveren jubileum des konings, te ditsr ge legenheid na een afwezigheid van 18 maan den voor enkele dagen naar Romo zal terug keeren. RYKOF OVER DE RUSSISCHE BEWAPENING. Rykof, de voorzitter vau den raad van Rus sische volkscommissarissen, heeft in een rede op het sovjet-congres verklaard, dat volgens menschelijke berekening voorloopig geen oof- log te verwachten is. Onrustwekkende teeke- nen betreffende het oprichten van fabrieken van wapens in de randstaten en reizen van stafofficieren, oefenen echter een psycholo- gischen druk uit, waarop Rusland slechts kan antwoorden door versterking zijner bewape ning. DE FRANSCHEN IN MAROKKO De Fraascfeo troepen, gesteund door zware artillerie en een aanzienlijke luchtmacnt, zyn het offensief begonnen van uit bet Biboni- gebergte en rukten onder gunstige iinstan- dig heden op in do richting van het gebergte waar de Riffs verschants zijn in een modem ingericht loopgravensysteem. Volgens later ontvangen berichten behaal den de Franschen ovèral groote successen. Zij hebben operaties over het gelieele front ondernomen, welke eindigden met de ontzet ting van de versterkte plaats Bibane, van waar de Rifkabylen na krachtig weerstand te hebben geboden, in wanorde naar het Noorden vluchtten, achtervolgd en gebombi- deerd door Fransche luchtstrijdkrachten. Een dorp is stormenderhand genomen en verse til lende posten zijn ontzet. De Franschen hebben zich thans we Ier ge legerd in het heuvelland van Bibane. De ver liezen der Rifkabylen zijn zwaar. Uit inlichtingen van inlandsche bron blijkt dat het Franseho offensief op bet gebergte van Biban een geweldigen indruk over het geheele Rif heeft gemaakt. De zwaro artille rie heeft herhaalde malen aangevallen en de vliegtuigen hebben den opstandelingen ern stige veriiezén toegebraeht. Hoewel de ge vechten uiterst heftig zijn geweest, hebben de Franschen maar weinig verliezen geleden, wegens het veelvuldig gebruik van artillerie, bommen en mitrailleurs. De groep-Colombas heeft gisteren de zui vering lang» den raad van het Bibangebergte voortgezet De verliezen zijn gering. Ten Z. heeft de groep-Freydenberg gisteren, by haar upmarsch naar het N., een ernstig gevecht te doorstaan gehad tegen verschanste togen- HET DIPLOMATIEKE CORPS 3IJ HINDENBURG. Bij de ontvangst van het diplomatieke eon» heeft de deken nuntius I’acelli president Hindenburg do gelukwensehen van het e.ups vertolkt. Hij zeide o.a.: Wy hopen dat onder uwe hoogo leiding de Duitsche staat naar bui ten zijn betrekkingen tot de andere volken moge bevestigen, ten bató van de groote zaak van den wereldvrede. President Hindenburg verzekerde in zyn antwoord dat hy ernstig, nauwgezet en met toewijding zal bijdragen tot oplossing van de groote aanhangige politieke kwesties. Wie aan bet hoofd van een groot volk is geroepen, kan’geen hongeren wensch koesteren dan zijn volk in vrede en met gelijke rechten aan de taak der wereld te zien medewerken. President Hindenburg heeft nog telegra fisch gelukwenschen van de presidenten van Mexico en Liberia ontvangen. ITALIË EN TIROL. Aan Tiroolsehe pelgrims, die zich naar Ro me begeven, is verboden een kort oponthoud te Bozen te hebben. Den prins-bisschop dr. Waitz is de reis onmogelyk gemaakt. De trein die de pelgrims vervoerde, reed met groote vaart het station Bozen voorbij, waar fas cisten in gejoel uitbraken. Op de groente markt te Bozen hebben fascisten den Duit- schen graaf Toggenburg gehoond. DE BESCHERMING VAN DEN STAAT IN TURKIJE. De Manchester Guardian meldt uit Kin- stantinopel, dat de buitengewone rechtban- standers w.o. Riffynen. De veriiezen van den vijand zijn zeer hoog. Er zijn meer dan 60 lij ken gevonden op het veld. Er zijn wapens en gevangenen buit gemaakt. In den sector van kolonel Combay valt niets te vermelden. De Intransigeant meldt, dat allo vooruit geschoven posten, die de Riffijnen in Noord- Marokko hadden omsingeld door de colonnes- Frydenberg en -Colombas zijn bevrijd, op twee. na. DE BURGEROORLOG IN CHINA. Er heerscht groote verbijstering onder do Chineezen in Noord China, gedurende de laat ste twee weken, wegens de berichten, dat Tsjang-tso-lin zyn troepen naar Peking zond, waar Feng-joe-sian. de christen-generaal zijn troepen heeft opgesteld. Het schijnt zeker, dat een aanzienlijke Moekdensche strijd kracht spoedig in de buurt van de hoofdstad zal aankomen, maar men neemt algemeen aan, dat Feng-joc-siang Tsjangs-tso-lin Pe king zonder gevecht zal laten bezetteji- Naar verluidt is een deel van Feng's aan* hBAgvrs omgekocht tot het Itewaren van een neutrale houding. Dientengevolge zal hij niet sterk genoeg zijn om op het oogenblik te eechten, zoodat hij zich zal tevreden stellen met een vreedzame ontwikkeling in Noord China. uw heer heeft ten minste nog moed; gy ech ter loopt weg voor eene muis! Genoeg. Neen, op verre na niet genoeg, ditmaal moet heer Agathon mij tot het einde toe aan- hooren. Ik ben het moede, ik blijf cu niet meer in dit huis. Op dit oogenblik trad Salvator Wolkoff, die reeds een wyle toegeluisterd had, binnen. Dadelijk liet Sarka den ongelukkigen Aga thon los, en buiten verdween de groote, roe de vlek in het korenveld. Salvator nam met de tang een stuk bran dende houtskool, legde het in zijn pijpf 4< ed een paar trekken, en zeide dan onvc*ebil- lig, zonder Sarka aan te zien: Wanneer wilt gy gaan? Ik? bracht Sarka moeilijk uit. Waarom? Wat nieuws is dat? Al heb ik maar eene oor, antwoordde Salvator, zoo hoor ik toch. Wat hebt gij gehoord, genadige Ltcr? Dat ik dien eüendigen Agathon. Genoeg, onderbrak haar Salvator met een afwijzend gebaar, ik ben die opeprtak- wekking moede. Dat is het loon mijner opoffering! i'ep Sarka uit, terwijl zy potten en pannen beeu en weer schoof en het vuur zoodanig aan- wakkerde, dat Je vonken ar uit vlogen. Het bljjft daarbjj: gij vertrekt van hkri Nu droogde zij plotseling hare tra icn af en zag Salvator met hare booze oogen vlak in het aangezicht. Is bet ernstig gemeend? Volkomen. Agathon lachte onder zijn wit, kor-gesne- den haar en knipperde met de oogen, alsof het licht hem pijn deed. Goed, dan vertrek ik, sprak Je kokin waardig de armen op de borst gekruist. Gy zult het u beklagen, heer Wolkoff, ik niet. Maar dat zeg ik, dat ik niet heenga, eer ik dien Agathon, dien ellendigen bespieder, Lij zijne ooren de ziel uit het lichaam gesDurd heb. Agathon, die zachtjes langs den muur tot aan de deur voortgesehoven was, maakte zieh bij deze woorden uit de voeten en ge raakte gelukkig uit de keuken. Binnen veertien dagen kunt ge gaan, zegde Salvator, zonder slechts de wimpers te vertrekken. Nog vroeger, zoo ’t u mocht believen, heer Wolkoff. Binnen aeht dagen dan Morgen, als ge wilt. Morgen, als ge wilt, herhaalde de hof- heer, terwijl hy langzaam de keuken verliet. Waarom niet heden? riep hem Sarka achterna, over ganseb haar lichaam bevend. versebijnen? Men he«qM ke verlangens^ zal het ook nu De Katholieken zijn altijd bet zwarte schaap geweest in het Nederiandsche staats verband; eerst als de rest geholpen w*s dan kwamen wij welk een goedheid! zoo af en toe ook eens aan de beurt. Maar nietwaar!? toch bestaat hier te lande volkomen gelijkstelling; er wordt hier heusch geen enkele godsdienst voorgetrok ken, dat moet nu niemand gelooven. Vadertje staat is een strikt recht vaardige persoonlijkheid. Maar wat deert het ons ook. Wij staan immers sterk in het vaste besef, dat wij strijden voor het eenig-ware ideaal. En zoo wy maar de eenheid bewaren, zoo onze strijders maar vast aaneengesloten op trekken, dan moet het recht zegevieren. En het eerste wat dan zal vallen, het zal bet batelijk artikel 171 uit de Grondwet zijn. A. W. A. v,d. EELAART. 1) Zie „Het zesde Hoofdstuk onzer Grond wet”, academisch proefschrift, door Dr. A. Borret 8.J. e. a. leggen. Zij zonk op de keukenbank neder en staarde vóór zich heen, echter slechts kor ten tijd; dan begon zij haar koffer in te pak ken. Agathon had zich verborgen. Juist op dit oogenblik kwam Wolkoff’s „factor”, Elias Roscnstiel, aangereden. K’< in, mager en in een zwarten mantel gebuid, ge leek hij een levende i en bet zwarte kapje der „jarmurka”, de muts die hij op zyn hoofd droeg, was het puntje van deze vreemdsoor tige i. Wat is echter een „factor?” Een „factor” is een Israëliet, een „Jisroël’, zooals hij zich zelven noemt, die in een G:>U- cisch edelhof allee is; die allo hoedanigheden, vanaf staatsonderhandelaar tot schoenlapper, bezitten moet. Hy is het, die het in de wou den of in de korenvelden verloren landgoed met de wereld verbindt, zoodat hy tegelijk al» karavaan, beurtryer en boodschapper dient. Er bestaat niets dat hy niet zou weteu pan te schaffen. Hy brengt den kinderen suikergoed mede; voor den heer, gesmokkelden tabak, patronen voor het jachtgeweer en verboden boeken. Hy vult spijskamer en kelder, en o< k, wanneer dio ledig is, de geldkoffer. Daartoe verkoopt hij alle» wat te verkoopen is, ja, niet zelden den oogst, vóór hy nog ingé bracht, en het kalf, eer het nog geboren bl (Wordt vervolgd.) gehandhaafd kan bleven, als nóch roomsch katholiek, nóch orthodox-protestantsch, nóch om-en-om roomsch katholiek en or- thodox-prótestauteeh (gelyk de coalitie moet doen) geregeerd wordt. Men moge van die zyde smalen zoo veel men wil op de liberalen en hun beginselen, met den dag wordt duidelijker voor wie niet zien- deblind en hporende-dool is, dat Neder land alleen liberaal, d.w.z. met handhaving van aoo groot mogelyke vrijheid voor al len, te rogeeren is. Daarom is het zoo te hopeu, dat de invloed van de liberalen door de stembus van 1 Juli zal worden versterkt Wij vreeceu voor den briefschrijver, dat de hoop, door hem uitgesproken, slechts oen geringe kans heeft, te worden verwezenlijkt, schrijft het „Ctr.” En dat veten, op gevaar af van door hein voor „ziende blind” en „hoorende doof’ te worden gehouden, in hun votum op 1 Juli zullen blijk geven, van bet liberalisme niet gediend te zyn. Overigens is het bovenstaande weer ty pisch liberaal Nog pas werd door een vrijzinnig spreker voor de aanhangers van het liberalisme be slag gelegd op het intellect Thans vernemen wy, dat Nederland alleen liberaal te regeeren ia En dat de onderlinge vrede slechts ge handhaafd kan blijven op voorwaarde, dat niet de coalitie regeert Zou men nu niet wat minder hoog van den toren blazen? Kan iemand in ernst beweren, dat de Rechtsche regeering ooit een bedreiging was voor den nationalen vrede? En waren- het de liberalen men denke aan de schoolquaestie onder wier bewind de grootst niogeljjke vrijheid voor allen ge- haudbaafd werd? Men moet geen monopolies opeischen, die niet bestaan noch ooit bestaan hebben. Overigens is bet niet duidelijk, hoe men kan meenen, dat uit de stembus van 1 Juli een Jiberale” regeering zou te voorschijn komen. Wensch en wëfkeSykhrid zyn hier al H Ook op andere wijze dan door Grondwets herziening is getracht den druk van artikel 171 van de Grondwet te verzachten. Processen zyn gevoerd, een eerbiedwaar dig aantal brochure’s en geschriften ziju aan deze kwestie gewyd, maar het heeft al heel weinig resultaat gehad. In 1875 bad de Hooge Raad ons op perst rechtscollege dusbeslist, dat een processie slechts dan geacht moest worden geoorloofd te zijn volgens de Grondwet, wanneer zij niet alleen op een wet of regle ment, van vóór het jaar 1848 afkomstig, kon steunen, maar tevens ter plaatse waar zij werd gehouden, in genoemd jaar ook werke lijk in gebruik was geweest. Hierdoor werd dus aan een toch al stui tend wetsartikel den strengst-mogelyken uitleg gegeven. Men berustte wel niet dadelijk in deze uit spraak van den Hoogen Raad en bleef toch processie’s houden in plaatsen, waar dat nu niet mere geoorloofd was. Doch in 1879 be vestigde de Hooge Raad zyn uitspraak van 1875. Men moest nu wel berusten Maar toen vele jaren later verscheen iu het tijdschrift „Van Onzen Tyd” (Jaargang 1915’18) een bijdrage van professor Mr. Struycken over „I’rocessiën langs do open bare straten”, welke bijdrage zeer van in vloed is geweest op het verdere verloop van den stryd rondom net processie-verbod. Professor Struycken komt hier tot de slot som, dat art. 171 van de Grondwet, naar de letter, geen enkele processie verbiedt. De ma nier, waarop hij tot deze gevolgtrekking komt, doet in dit artikel minder ter zake. Er werd van katholieke zyde een nieuwe actie op touw gezet». opnieuw werden èenige eigenlijk 4prbo<!en processie’s hoiiden. Men maakte, proces-verbaal op, de zaak kwam voor den rechter en eindelijk in hoogste instantie voor den Hoogen Raad, die nu zyn vroegere beslissingen her zag en in 1918 de heel wat mildere uitspraak ded, dat „voor de geoorloofdheid van een processie niet meer geëischt werd, dat zy in 1848 ook werkelyk gehouden was, maar dat voldoende is, als in 1848 het gebruikelijk was openbare godsdienstoefeningen buiten de ge bouwen en besloten plaatsen te houden.” Maar bet Grondwetsartikel zelf bleef be- ttaan; in afwachting van betere tijden, die nog steeds niet zijn gekomen. De Grondwet waarborgt bijna adsolute godsdienstvrijheid. Artikel 168 zegt immers „Ieder beljjdt zijne godsdienstige meeningen ■net volkomen vryheid, behoudens do be scherming der maatschappij en harer leden tegen de overtreding der strafwet.” En het tweede gedeelte van dit artikel be vat dus maar een betrekkelijk geringe beper king van bet eerste gedeelte. Maar wat heeft men aan godsdienstvrijheid als de gelegenheid, om zijn godsdienstige ge voelens te uiten, ons ontnomen wordt. In hoe sterke mate geschiedt dit niet door bet processie-verbod. Nemen wj| alleen als voorbeeld het Eucha ristisch congres, dat in den afgeloopen zomer in Amsterdam heeft plaats gehad. Hoe innig- mooi, hoe ontroerend was de processie niet, die op den sluitingsdag van dit congres door het Amsterdamsch stadion trok, den Eucha- ristischen God met zich dragend. ken een opruiming houden onder de liberale en clericale oppositie. Eergisteren zijn 15 menschen aangehouden, onder wie zoowel re dacteuren van een clericaal tijdschrift als le den van een erbeidersvereeniging. Tal van intellectueelen zijn opgehangen, omdat zy hun leven in dienst van het ideaal van de Koerdische onafhankelijkheid hadden gesteld. Het onderzoek van de rechtbank zou er op gericht zyn Engeische intrigues bij den jtmg- sten opstand aan te wijzen. DE TERUGKEER VAN TROTSKL De diplomatieke medewerker vau de ^lUi- ly Telegraph” betoogt, dat men de beteeke- nis van Trotski’s terugkeer overdrijft, voc.r- namelyk doordat bij de sovjet-vertef'iwoor- digers in het buitenland, en in het bywnder te Londen en te Parijs, de indruk is gewekt, dat de economische politiek van Rusland thans minder radicaal-communistisch zal wor den. Trotski is echter dezelfde fanatieke com munist die hij steeds is geweest. Men heeft Trotski teruggeroepen om het le ger beter in de hand te krijgen, doch Trotski is ervan overtuigd dat ook dit middel jp den uur geen redding voer de bolsjewistische machthebbers kan brengen. Hij acht daarom de „bekeering” van de groote massa der boe renbevolking in en buiten Rusland en in de randstaten noodig en wil de apostelen van het communisme naar bet platteland zen len, terwijl hij voor de Oostzeestaten aaustaurt p nauwe samenwerking tusschen de groene en de roode Internationale. Als voorbeelden van de toestanden noemt het blad de verwerping van Je Urquhard-over eenkomst door den raad der zeventien, nadat deze overeenkomst eerst, met instemming van Trotski tijdens de afwezigheid van Lenin, die ziek was, goedgekeurd was met 14 stem men vóór. Lenin keerde echter terug en sprak, op raad van zijn vrouw, Trotski’s grootste tegenstandster, zijn veto uit. Ken an der voorbeeld is de verplaatsing van Krassin van Londen naar Parys. De reden daarvan was dat Tsjitsjerin in 1923 te kennen had ge geven dat hy zelf naar I x>nden wenschte te komen en met lord Curzon te confereeren, waarop Curzon had geantwoord, dat bij lie ver de zaken mei Krassin afdeed. luidkeels toe. Nu moest hij haar wel eanhoo- ren, wat stond er hem anders te doen? Wanneer het tusschen hen tot eenen twist kwam, eindigde het telkenmale zóó, want Sarka bad het voorkomen eener heldin, ter wijl hy een hazenhart bezat. Nu was hij in hare macht en beefde, want hij vreesde dit wezen en gaarne hadde hy deze lange schrale gestalte ontvlucht, die met vaste meetkundige figuren, uit louter lynen en noe- ken samengesteld was. Ja, schreeuwde zy weder, Van alles is zijn oor de schuld, die hy, God weet waar, in Italië of Turkije gelaten heeft! Hoe zeer de kleine, ronde Agathon cok Sarka vreesde, werd op dit oogenblik toch zyn rond, steeds blozend aangezicht nog r*>o- der, en hy riep: Vrouw kokin, laat toch den genadlgen heer in vrede! Dari ten minste, wedersprak zy, is het toch zeker dat hy alleen de schuld is van alles. Daar hij in den oorlog het linkeroor verloren heeft, trekt hij zich van de wereld terug, leeft op het land, verkeert mét geen christeneziel, vliedt de vrouwen en wij leven hier allen te zamen in een klooster. In de stad had ik steeds ten minste een korporaal, die ’s Zondags met my uitging, 'maar bier? Wat heb ik hief? Ik dthk u voor zulk eenen Zondag! Vrouw Sarka Wat belet dan ook ten slotte om aan dit vurig Katholiek verlangen toe te geven. De regeering heeft zeker het recht, ja het is zelfs haar plicht, om te zorgen, dat gods dienstige plechtigheden binnen de perken van het algemeen belang binnen. Want een regeering in een land als het onze is er niet voor één bepaalde gezindte, maar zij vertegenwoordigt het gansche volk en dient zooveel mogelijk ieders persoonlijke gevoe lens te ontzien. Maar gelooft men niet, dat de Katholieken zelf wel zoo verstandig zullen zyn om geen openbare processie te gaan houden in plaat sen waar daaruit een conflict met andere godsdienstige seeten zou kunnen voort vloeien. En Is het niet meer dan onrechtvaardig, dat terwille van een heel klein deel der na tie, aan bijna de helft van het Nederlandsche volk haar liefsten wensch wordt ontzegd, dat men in uitsluitend-KathoIieken streken waar dus een botsing met andersdenkenden moeilijk is te vreezen nu door een geheel verouderd, noodeloos-grievend wetsartikel wordt belemmerd in het godsdienstig leven!? Overschrijdt de staat hier niet verre de grenzen van zijn rechtsgebied!? Pater Borret, die in zijn academisch-proef- schrift een uitgebreid hoofdstuk aan do kwes tie van het processie-verbod wijdt, zou artikel 171, wil het aan Katholiek verlangen voldoen gaarne aldus gewijzigd zien. „Elke godsdienstoefening der kerkge nootschappen in en op niet voor het open baar verkeer bestemde plaatsen is vrij. De gemeente-besturen regelen, in afspraak met do kerkgenootschappen, de wijze, waar op de vrijheid tot bet houden van open bare godsdienstoefeningen der- kerkgenoot schappen in en op voor het openbaar verkeer bestemde plaatsen zal worden uitgeoefend”. Men ziet hier duidelyk, dat de staat toch het noodigo toezioht behoudt, terwjjl ander zijds aan de kerkgenootschappen geen noode- looze dwang wordt opgelegd. Maar hoelang zal het nog duren, voordat wy een dergclyk mild, maar niet meer dan rechtvaardig artikel iu onze Grondwet zien

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1925 | | pagina 1