IM-MgM
Dagblad.
I
Tweede Blad.
Pelgrimstocht te voet van
Amsterdam naar Rome.
r.
jan a
r-
19* JAARGANG.
WOENSDAG 17 JUNI 1425.
LANDBOUW EN VEETEELT
PLANTENZIEKTENLEER.
BURGERBRUG.
ZWAAG
KERK EN SCHOOL. 4
PROVINCIAAL NIEUWS.
EGMOND AAN ZEE.
EGMOND-BINNEN.
NOORD-SCHARWOUDE.
OUDKARSPEL.
I
/iruie
vyStt
aard i
1.
1»
derir;
ccmit<
en
aan-
t de wet
T een re
ien wjj de eenige ver
tegen over God en *t
Jen, die van ’n sta-
1 I
die niet
engelen
op "een der xjj-altaren van den Dom te Mi
laan, die sierlijk
Beschadiging van bietenplanten.
De aandacht van belanghebbenden wordt
•r hierbij «P gevestigd, dat op dit oograbiik
op venehillende plaatsen de bietenplanten
door insecten worden aangetast en wel:
le. het blad wordt aangevreten (soms teer
sterk) door zwarte tot 15 m.M. lange larven
van een aaskever en door lichtgroen gekleur-
gedresseerden ootmoed.
Vlak bjj me staat 'n jongen gretig te hap
pen in een dikke boterham, die de keuken-
zuster hem stiekum toestopte, omdat ie zoo'n
honger had en 't etensuur nog zoo vér is.
Onpaedagogisch misschien welmaar
deed moeder niet precies hetzelfde? En
ik vind de mjjne er lief om. Wat later komt
de prfester-vader wat bjj ons zitten en praat
over z'n jongens. Wij vragen naar de resul
taten; en ’t antwoord luidt: zeer goed; ver
schillende jongens werden broeder, enkelen
priester, bijna allen goéde oppassendo hand-
werklui.
Blij dit alles te hebben meegemaakt, ver
laten wij *n uurtje later het gesticht en z»t-,
ten onzen tocht voort,naar Milaan, d< Po-
vlakte betredend, die ons brengen zal tot
Bologna.
Het is een heete windstille dag. Als een
gespannen boog koepelt zich de wolkcn-
looze lucht boven 't vlakke land. De be-tele-
foonpaalde weg ligt te branden in de zon.
Wy hebben het dubbel warm, vooral daar
wjj nog geen week geleden in hetzelfde cos-
tuum, dat onze pels en ons zomerpak is, in
vrieskou door de sneeuw ploeterden En zoo ik
mjju dagboekbladen met mottos versierd
had, ik zou de reis door de Povlakte zeker
ingeleid hebben met ’t bekende opschrift uit
de „Camera”: „Hoe warm het was en hoe
ver.” Doch wat doet dit er toe? Hebben wij
niet verlangd pelgrims te zjjn, en behoort het
niet tot onze roeping de hitte te dragen en
de dorst en de vermoeienis?.
Dien dag kunnen wjj Milaan niet meer be
reiken, slapen daarom in een tusschenliggend
dopje en kwlmen de volgende morgen om
12 uur te Milaan. Natuurlijk moet ik even
praten over den beroemden Dom. Daar -taat
n(j: teer en slank op ’t ruime, van groote
r(jke huizen omgeven plein, in ’t midden ’t
kloek gedenkteeken van den Lombardischen
oorlog met het stoere ruiterstandbeeld. Niet
overweldigend is zij, gelijk de Keulsche
Dom^ edel en gracieus, van 'n fijne soepele
teerheid, de gebeeldhouwde droom der Itali
aanse}» ziel in 't hooge moment der schep
pende zelfbevrijding. Haar steenwerk is als
Brusselsche kant. Het drijfwerk der zware
hoofddour verschillende tafercelen uit 't
leveu; van Jezua ®n Maria voorsteller-.d is
van een verbazende intelligente knapheid.
Dan treden wij binnen. De overgang tus
schen het laaiende daglicht en het halfduis
ter, dat ons plotseling omgeeft, is zoo groot,
dat wij het eerste moment bijna niets zien.
Dan ontplobit zich de ruimte voor onze blik
ken, en zien wjj terzjj van ons de zware zui
len rijzen als beuken in een boach bjj maan
licht. Van den koepel uit deint het warin-
goud-licht naar binnen en vloeit zacht uit
over 't kostbare plaveisel. Wijder golft de
ruimte open, echter de zuilen zjjn weer zuilen,
die ’t kanten gewelf schragen. Er is ’t ge
speel van zonlicht door gekleurde ruiten. Vèr
in mystieke schemer staat ’t plechtig hoog
altaar. Zoo hier en daar is ’t goudgevlam van
bliie kaarsen: 'n aureool van innig licht wer
pend rond ’n oud Maria-bteld, waarbij umn-
schen stil geknield te bidden liggen. Wy
treden rond het hoogaltaar en staan ineens
in een lied van kleuren. De drie enorme ra
men, welke den achtergrond vormen, staan
in brand van licht. Alle tinten, diep-rood en
paars en juichend-wit, hemelsblauw en smel
tend violet tintelen van zou, hot is oen
hymne van bloeiende kleuren. Een bruin-
gepjjde monnik loopt zjjn brevier te bidden,
van *t duister treedt hij in 't licht, dat aa i
z'n sobere pij 'n feestgloed geeft, en weer in
’t 'donker.
Hier voelen wij ons weder thuis. Van Bazel
tot hier, zagen wjj zooveel leeljjks, zoovjel
geestloozen opsmuk in de tjdlooze namaak-
Renaissance kerkjes, dat wjj deze schoons ml
als lang verwachte lentelucht inademen.
Weder buiten, staan wjj in 't groote-stads-
gewoel. Een onafgebroken rij van auto's
snort ons toeterend voorbjj. Vrachtwagens
ratelen, trams rinkelen, iedereen heeft naast.
Bjj de kruispunten is 't telkens een opeen-
Irooping van voertuigen "n voetgangers, die
om beurten de straat mogen oversteken en
de vijf verkeersagenten handen vol werk
geven, 't Vervelendste is, dat je hier, in te
genstelling met de omliggende plaatsen links
moet houden, wat in den beginne zeer vreemd
is, en je ’n aller onveiligst gevoel geeft. Des
alniettemin, wjj leven nog. Zoo dwaalden
wjj dan 'n paaru ur door de mooie weelde
rige stad en bezochten ’t beroemde kasteel te
midden van ’t park gelegen. Wjj drooinen
de muren vol geharnaste krijgers, ridders op
trappelende paarden over de valbrug, Je
slotvrouwe, die in de torenkamer te wachten
zit. Doch er is niets meer dan de burcht. 'Zij,
die hem bouwden en zij die er woonden, zij
zjjn voorbijgetrokken in het liefdé der ge
slachten.
Ondertusschen trachten wjj ’n nachtver
blijf te vinden en klopjren hier en klop
pen. ginder aan, maar zonder resultaat. Dan
geeft iemand ons nog een adres op: toeval
lig juist aan het andere einde der straat. Wjj
er op af. Als wij eindelijk doodmoe het dros
bereiken, blijkt het een emigranten-geoouw
te zjjn. In ’t groote grauwe vertrek zi t’n «l-
lendig stelletje menschen bjj lekaar: manner.,
vrouwen en kinderen, n schreeuwerig-
praten roezemoest door onze ooren. In een
hoek zit ’n vjjftal van wjjn verhitte Italianen,
magere bonkige kerels mot lompen van klce-
ren. te ruzieën, ’n heele rjj menschen zit aan
een iangc houten tafel schrokkerig te eten,
de afgeleefde moeder glimlacht 'n jong
ijjdzaam vrouwtje, brood-mager met n van
moeheid opgewonden gezicht, zit met ’n sla
pend kind en ’n groot pak kloeten op haar
knieën en sjort ze met haar armen telkens
wat omhoog.
licht by elkaar zitten ’u paar kleine
schooiertjes aan een glas wijn en schurken
van pï?izier. Twee halfdronken vrouwen, die
binnengeslopen zjjn, loopen lokkend kings
sde sombere kerels. Daar midden tusschen
zien wij verdwaalde heeren, menschen, die
aan lager wal zjjn geraakt en vrouwen met
de tot 3/4 c.M. groote larven van een schild-
padtorretje. d
Van deze laatste soort vreet ook de vuil-
groene kever aan de bietenbladeren.
2e. in het blad (tusschen de boven- en on
derzijde) vreten de larven (maden) van de
bietenvlieg het bladmoes weg, waardoor
bruin wordende plekken ontstaan.
Tegen de onder 1 genoemde vretende lar
ven en insecten kan een bespuiting met Pa-
rjjschgroen (100 gram per 100 Liter water,
onder bijvoeging van 1 K.G. kalk) met zeer
veel succes worden toegepast. Daar de lar
ven zeer vraatzuchtig zjjn is bespuiting, on-
middelljjk nadat men de vreterjj heeft waar
genomen gewenscht.
Tegen de larven van de bietenvlieg kun
nen geen bestrijdingsmaatregelen worden ge
nomen.
Indien men zelf niet met zekerheid kan
uitmaken, welke de oorzaak is van de vre
terjj, die men waarneemt, gelieve men eeni-
ge aangetaste planten met de beschadigers
op te zenden aan ondergeteekende waarna
advies omtrent de bestrijding kan worden
gegeven.
Zeer gaarne zou ondergeteekende tevens
vernemen, of op de plaatsen, waar nu de
zwarte aaskeverlarven op de bietenplanten
waargenomen worden, den vorigen winter
veel veldmuizen zjjn voorgekomen.
De Inspecteur, Hoofd van den
Plantenziektenkundigen dienst,
N. VAN POETEREN.
BLOEMBOLLEN.
De uitvoer onzer bloembollen over de
maand April bedroeg 308.936 K.G. voor eene
waarde van 324.260.
Over het tjjdvak Januari-April waren da-
zë cjjfers 1.573.956 K.G. voor 1.668.816
tegen 1.108.214 K.G. voor 1.120.201 over
eenkomstig geljjk tijdvak 1924.
BURGERBRUG. „Hulp ia Nood”. Zaterdag»
avond hield de vereeniging „Hulp in Nood”
haar jaarlyksche vergadering in het lokaal
van den heer Bethlem.
De voorzitter opent de vergadering
spreekt een woord van welkom tot de
wezigen.
De secretaris leest de notulen.
Door verhindering van den penningmees
ter leest de secretaris het verslag der kas,
die op 1 Juni 1925 bedroeg 488.51, de
reservekas bedroeg 85.48. Daar de kas
order de 500.is, wordt volgens het re
glement de uitkeeriug teruggebracht op 6
per week.
Volgens rooster treden af de bestuursleden
R. Struif, H. Del ver, A. Mors en W. Water
tor; voorts een vacature A. Jon^ebioed. De
heer Watertor wenschte niet meer in aanmer
king te komen, daar zijn werkzaamheden
elders zjjn.
Bjj stemming worden de heeren R. Struif,
H. Delver en A. Mors herkozen en gekozen
tie heeren T. J ongebloed en J. Kou wen borg,
die hun benoeming aannemen.
Voor een betere opkomst der leden ter ver
gadering wordt besloten de boete op 50 et.
te stellen en een verloting te houden onder
de leden, die aanwezig zjjn, zoodat er één
is, die een vrijstelling van contributie gedu
rende .een half jaar kan genieten.
Hierna volgt benoeming van een bode. Mot
meerderheid van stemmen wordt gekozen de
heer P. de Hartog.
Voor het nazien der boeken werden ge
kozen de heeren A. Mink en Jb. Pool.
Door den voorzitter werd een verslag ait-
gebracht samengesteld door het dageljjksch
bestuur, over het geheele bestaan de veree
niging, in verband met het feit, dat de ver
eeniging op financieel gebied niet vooruit
gaat. Daar de vereeniging vele ziektegeval
len boekt, die per jaar 13 volle weken uitkee-
ring «-enieteu, wordt met algemeene stemmen
besloten voortaan over niet meer dan 10 we
ken uit te keeren.
Hierna rondvraag en sluiting.
Te water. Zaterdagmiddag geraakte
het paard en wagen van bakker Bloothojft
van St. Maartensbrug nabij de boerenplaats
van den heer Kraakman in de groote sloot
Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor.
ZWAAG. Kruisbessen. Op de
gehouden blokveiling- van groene kruis
bessen was de totale aanvoer 11.800
K.G.. waarvan 5000 K.G. werd af-
gvmijnd <o f 14.10 en 6800 K.G. op
f 13.20 per 100 K.G. Aangezien de teelt
goed is. verwacht men deze week
16 a 18.000 K.G.
VI.
Van Como naar Bologna.
Myn laatste brief eindigde ik bjj het over-
tchrijden van de Italiaansche grens. Nu wil
ik »*ns wrteHen, hoe wjj te Como het op
voedingsgesticht binnengerolj zjjn en hoe
het er was.
De reden van ons bezoek was heel eenvou
dig: wjj hadden honger, kwamen voorby een
groot gesticht en klopten aan. ’n Klein ge
bocheld zwervertje deed open en bracht ons
naar den priester-direeteur, ’n prachtigen en
robusten kerel, met ’n gullen lach en 'n hart
van goud. Op de binnenplaats vonden wjj 'n
heelen troep jongens bjj elkaar van allerlei
slag, kinderen wier ouders gestorven zjjn,
of welke aan de ouderlijke macht werden
ontrukt, van de straat opgenomen zwerver
tjes, heele en halve weezen, jonge invalieden
die op krukken rond huppelen, 't zwermde
aHles door elkaar als ’n groep gonzende bijen.
In den eenen hoek ligt ’n stelletje op de
knieën te knikkeren. Wat verder voetballen
ze hun schoenen kapot, ten mirtste die nog
schoenen hebben, want de meesten lo >pen
blootvoets, maar wat zou dat? In een ander
hoekje knökken er 'n paar 'n oude veete. uit,
zjjn ze toch zeker jongens voor? geen
sterveling die ’t hun kwaljjk nemen zal, zelfs
de broeder niet, die met z’n vermaning docr
H gewoel gaat, maar meteen ’h oogje dicht
knijpt en stoeien laat wat stoeien wil. Valt
er al een ’n scheur in z’n broek, ook al niet
erg, wordt morgen wel weer gemaikt f t
anders overmorgen; was er ooit ’n jongen
minder vrooljjk met 'n scheur in z’n kleuren?
In de eetzaal, een groot vierkant vertrek met
gekalkte muren en steenen vloer waarop
lange houten tafels staan en banken, zjjn 'n
tiental jongens ieder op z’n eigen houtje,
bezig te „dekken.”
Wanneer ze zien, welk plaatsje ons ge ve
zen wordt, komen ze allen aanhollen, de een
met een servet, nog een met ’t peper-en-zout-
stel en allen doen hun uiterste best, zonder
dat. iemand hun iets vraagt of gebiedt. En
ze loopen in en uit en voelen zich thuis. Van
„systeem" valt niets 'te bespeuren: iet is
een groot, wanneer gij wilt, 'n rommelig huis
houden, maar ’t is in elk geval ’n huishou
den, met zoo’n band tusschen elk der laden
en heel die onzichtbare organisatie, lie 'n
huishouden tot huisgezin maakt.
Systeem, dat is de doode en doodende
- letter, het „gezin”, dat is de levende werke
lijkheid, die eiken dag anders is, waarvan <ie
buitenstaander niet snapt, dat alles op z’n
pootjes terecht komt. Er is hier geen unifor
me Weeding, die alle kinderen zoo haten, wjj
zien nipts van twee-aan-twee gewande! en
geljjk opstaan en zitten gaan of andere vree-
seljjkheden. De meeste jongens hier zien er
uk als schooiertjes, maar ze hebben allen
Iets.eigens, en in geen van hen vinden wü
LOURDES EN BRANCARDIERS.
Een brancardier schrijft aan de „Msb.”:
C’est i dire, dans un endroit, qui n’est pas
encore le ciel, maïs qui certainement n’est
plus la terre” 1)
Bovenstaande las ik in een Franse he Lour-
desreisbeschrjjving, en velen met mjj, die dat
seboone genadeoord bezochten zullen het
daarmede eens zjjn. Doch ook velen, in het
bijzonder jongemannen zullen de ware be-
teekenis daarvan niet begrijpen, omdat zjj
Lourdes niet kennen. Hoeveel vooroordeelen
bestaan er, vooral by jongelui om ^oo’n be
devaart mede te maken; te saai, goed voor
zieken en voor oudere menschen enz.
Geenszins, het is juist een prachtreis voer
jonge sterke kerels, die als brancardier hun
ne krachten ten dienste kunnen stellen der*
zieken en ongelukkigen en met hart en ziel
him werk verrichten, om het lijden der zie
ken te verzachten, en hen in alles ter wille
te zjjn. Hoe kunnen zjj in dit edele werk,
hunne dankbaarheid toonen voor de goede
gezondheid, die zy zelf genieten. Daar zullen
zjj beseffen, welk een waarde een goede ge
zondheid heeft, en welk een dank of men
daarvoor aan God verschuldigd is
Van 15 tot 24 Sept. as. gaat de Vereen,
tot samenstelling van Nederlandsche Bede
vaarten, voor de 31ste maal naar dat heer
lijke Mariaoord. Daarom jongemannen, als
brancardiers op naar Lourdes. Vraagt heden
nog inlichtingen aan het secretariaat Begij
nengang 15, Venlo.
Na afloop der reis zult gij geen spijt heb-
l>en aan dezen oproep gevolg te hebben ge
geven en misschien wel het voornemen ma
ken, zooals velen reeds deden, jaarlijks met
deze bedevaart mede te gaan.
1) Dat wil zeggen, op een piek, welke nog
niet de hemel ia, maar waar het toch zeker
geen aarde meer is.
jes f 30. Avis f45. Hendr. Stichting)
f 70. Ziekenzorg) f 75.
Aldus besloten.
B. en W, stellen voor de waterleidingi-
baizen tot «en maximum van 10 M. tot
aan de gevel van het perceel vrii te ge
ven. De provincie neemt ook iets voor
haar rekening. Het wordt gedaan om
de laatste perceelen ook aan te sluiten.
Aldus besloten.
Rondvraag.
De heer Van Pel klaagt over de aan
wezigheid van kinderen in de duinen,
die heel wat schade aanbrengen. Hii wil
borden plaatsen om de nïenschen te
waarschuwen.
De Voorzitter heeft de kolonies al
verzocht er op te letten. Spr. is geen
voorstander van borden om een bad
plaats. Op pandringm zat een bordje
worden gemaakt zonder „art. 461”
De heer Ruigev. aaid: Naar aanleiding
”in het raadsbesl iit van 24 April geeft
net R. K. Schoolbestuur er den Raad
kennis van. dat het zich aan de hand van
art 103, alinea 3 niet met het genomen
beshtit, kan vereenigen. (Besluit tot in
houding der subsidie, omdat pt.m. f 600
te veel werd betaald). Daarin wordt -re-
zegd, dat het aan<revraaffde voorscKot
door den gemeenteraad moet worden
verleend.
J>e Voorzitter: Is dat een stuk vau
het schoolbestuur?
De heer Ruigewaard: Ja, dat hebben
wii cpgemaakt Ik wil daar kort mee
wezen. De verrekening kan opgegeven
worden en dan wordt het verrekend.
De Voorzitter: Het wordt op de vol
gende jaren ingehouden, zegt
De heer RiuigewaardAls U
keningi weeft wordt die voldaan.
Besloten wordt deze zaak verder mei
het schoolbestuur af te wikkelen.
Mevr. Visser: Is de .vlet al of? het
strand
De Voorzitter: Komt pas. als Buis
er op komt er zijp nu n<^ te weinjg
menschen. Het kost nu ncj ie veel geid.
Mevr. Visser: Een menschenfeven is
veel ergeC?
De Voorzitter
deze 1
kjunnen ons niét
woordigheid. Hier vi
houding die ook wi
leven durven aanva.
melend, verbaasd en verrukt kind.
Dan nemen wjj opnieuw den reisstaf ter
hand en trekken verder. Weer ligt de weg
kaal en schaduwloos voor ons. Het is zoo
heet, dat wjj in het middaguur wat te rusttn
trachten. Tegen ’n uur of 6 gaan wjj weer
op stap. I-angzaam verglydt de ‘lag in. den
avond en de avond in den koelen nacht
De maan wies aan tot zachter zon
en reisde vredig met ons mee."
Eindeloos ver liggen de lage landen, allee
zwjjgt. Als wjj heel moe worden, zoeken wjj
wat hooi bij elkaar en sloepen weldra als
....pelgrims. By ’t eerste haangekraai zijn
wjj weder op 't pad.
De jonge dag ademt frisache geuren uit.
Dan onder de kim stjjgt de zon omhoog als
*n kleurige reuzen ballon. Wjj zjjn nu diep
in de Povlakte, waar de rjjst groeit op do
wjjde onder water gezette velden. Er is ’n
bijna tropische hitte en wjj loopen als sproei
wagens langs den weg. Ook was de ont
vangst de laatste dagen niet erg liefderjjk,
en als wjj dan ook te avond aan een pastorio
kloppen, hebben wjj weinig hoop op ven
goed onthaal. En ziet daar hebben wjj in
eens weer ’t harteljjke, dat altjjd zoo goed
doet. Wjj worden in de kamer gelaten, waar
juist ’t avondmaal gereed staat. Direct wor
den twee borden bjjgezet en stoelen bjjge-
schoven. Of ’t vanzelf spreekt wordt .ns
'n kamer voor den nacht gewezen en wjj
zijn als vrienden bjj vrienden. En dan ’s-
avonds na het Lof dan zitten wjj met z’n
allen op de bank voor de pastorie. De pas
toor met z’n twee kapelaans en wjj, de
ouwe koster en de goeie huishoudster. En
aldooi wo-dt ’t kringetje grooter, dorpelin
gen kalmpjes aangewandeld, oljjven
staan en maken ’n praatje, kinderen .trom
men om uns been. En dit is het leuke, nie
mand jaagt ze weg. O neen, men gunt ze
gaarne een plaatsje. Ze kruipen op de ieu- -
ning der bank en aan de voeten van den
pastoor. En zoo zitten wjj als een grojt ge
zin in den zoeten, zoeten avond. En dan
morgens na de H. Mis de glorierijke uittocht.
Als twee vleugeladjudanten loopen oeide
kapelaans naast ons en roepen naar hun
parochianen, die in hun deur te kjjken staan:
Kjjk, dat zjjn nu Hollanders die gaan te voet
van Holland naar Rome! Bjj den bakker krjj-
gen wjj ’n brood en elders ’n glas wijn, en
tot den landweg worden wjj vergezeld. Daar
nemen wij afscheid en klinkt ons de echt
Christeljjke groet toe: „Dominus vobiscum”
en wjj antwoorden: „Êt cuiu spirit* *uo” En
dan weer is het ’t oude lied: zon en warmte
en stof, dag in dag uit Wjj trekken van
plaats tot plaats, 300 K.M. ver, tot wjj >in-
deljjk aan den avond van den negenden dag
in Italië, Bologna zien liggen. Wjj h?bben
het einde der Povlakte bereikt en slaken ctn
zucht van verlichting
(„Msb.")
het gezicht van een dame. En er is gelach tn
dubbelzinnig gepraat, dat wjj niet verstaan
maar zien, en is gevloek en ’t gemompel
van ontevreden menschen. Alleen de fge-
tobte moeder glimlacht tegen haar kindje, is
zjj gelukkig? Ik kijk naar ’t slapende ludf-
naakte jongentje, zjjn blank, kuisch li
chaampje tusschen zooveel ellendo en zonde.
Den nacht mogen wjj doorbrengen in de
wachtkamer, reeds liggen enkele mann m op
de houten banken in het al even sombere
vertrek. Dan komen er meerderen, de een na
den ander, 10. 12, 14 man. Waar tn en
die allen sïaj»en? Wjj weten het niet, zjj
weten het. Ieder zoekt voor zichzelf ’n
plaatsje; in de hoeken en op de banken, cp
de ijzeren tafels, met en zondor dekens lig
gen ze ineengerold, hopend op den slaap.
Enkele „verharden” hebben hem direct te
pakken en snltrken vrooljjk, anderen wente
len zii^i om en om. Wjj liggen op een 49 c.M.
breede plank, ’n meter hoog tegen den muur
aangebracht en wachten den morgen af. Om
G uur is het iH<pél en, nadat wjj ter kerke
zijn geweest, krijgen wjj ’n kop brrr. en
’n bfbk brood, gooien onze reistasschen weer
over de schouders en tarten opnieuw warm
te, stof en zon.
Het is Zaterdag voor Pinkster en morgen
gillek wy in Pavia zjjn, ’n 35 K.M. De grint
weg, recht als ’n liniaal, ligt te branden in
het felle zonlicht, dat brandender wordt
naarmate het middaguur nadert. Zoo hier en
daar staat een enkele schrale populier met
ten enkel groen pluimpje in den top als
de staart van een geschoren poedel. Maar
morgen is het Pinkster en zullen wjj rust
houden.
Des morgens bjj de ochtendmis valt het
ons op bijna geen enkelen man aanwezig te
zien. Onze verbazing wordt nog grooter als
wij uit de kerk tredend, ineens te midden
van druk marktgewoel staan, ’n markt van
alles en nog wat, als de Zaterdagavondmarkt
te Amsterdam. Langs ons loopen de men
schen in gewone werkkleeding, ’n metsel:-ar
staat lustig te bikken. Alle winkels en ban
ken zjjn opien. Vrachtrjjders loopen zweep
klappend achter hun paarden.
Maar weet dan niemand dat het Pinkster
is? Hooren wjj dan niet in de prefatie van
dezen dag: „Heel het menschdom over
gansch de aarde verheugt zich met uitbun
dige vreugde.” Zjjn deze woorden dan aan
dit geslacht voorbjj gegaan? Verbijster»!
loopen wjj door de straten van 't rumoeren
de stadje. Sukkelen den halven dag over
keien als eierkolen en voelen ons als vreemde
eenden. 's Middags staan wij voor een kerk
uit de vjjfde of zesde eeuw en bewonderen
de innige onbeholpenheid der figuren op de
kapiteelen der zuilen. Hoe zeer nabjj weten
wjj ons aan deze levensverboudin
coquet is als de wierook-zwaaiem
laan, die sierlijk zjjn en gracieus, met trippe
lende voetjes als dansten zjj een menuet,
glimlachend en bekoorljjk, maar ijdel en
zonder besef van Gods verpletterende tegen*
AARDAPPEL-KEURING.
Men schrjjft trit I-angendjjk aan de „N.
R. CL”:
In deze uitgebreide tuinbouwstreek, waar
de vroege-aardappelteelt in de laatste jaren
tot groote uitgebreidheid is gekomen, legt
men zich speciaal toe op het kweeken van
ziektffvrjje aardappels. Tot dat doel is een
keuringsdienst ingesteid, die bij zjjn laatste
keuring kon vaststellen, dat de aardappel-
cultuur zich tot hoog peil heeft ontwikkeld.
Het resultaat der keuring was, dat, hoewel
nog niet alle gekeurde perceelen vry waren,
aan vele het hoogste cjjfer kon worden toe
gekend. De laatste jaren voorzagen de aard-
appelk weekers zich van goedgekeurd ziekte-
vrjj pootgoed uit Friesland. Men legt er zich
nu op toe de goedgekeurde poters zooveel
mogelqk in deze streek te plaatsen; daar
door zal het mogeljjk zjjn, dat liet te keuren
gewas reeds te velde zal zjjn gedekt door
een certificaat van gezondheid. De geteelde
hoeveelheden zullen dan in aanmerUng ko
men voor export naar de naburige landen.
EGMOND AAN ZEE. Raadsverga
dering. (.Vervolg).
3- «i W. steHen voor het strand te
(verhwen als vorige iaren en wel
Gebr. de Graaft f 300. Zeezicht t 150.
Mij. Noordzeebad f300. Krab f30. Nap
is nu niet voor in
beroerde omstandigheden. Wii
- richten naar den voor
val van het vorige jaar. Dat had met
’t baden niets te maken. Als wii nu de
vlet naar het strand brengen, moeten
wii er ook iemand bijzetten.
De heer Snoeks: Wanneer paat het
seizoen in?
De Voorzitter1 Juli.
De heer Snodcs kan zich met de opinie
van mevr. Visser vereenigen-
De Voorzittererindt het in deze finan-
cieele omstandigheden bezwaarlijk.
De heer MaasDe baders moeten
beter luisteren naar de waarschuwingen.
Ze wagen er nu andere menschen aan.
In Zandvoort is een reddingsbrigade en
daar verdrinken ze ook.
De heer Ruige waard wil het volgen
de jaar de boot op 1 Juni uitzetten.
Komt in orde.
De heer v. d. Schinkel vraagt naar
den toestand der reddingstiin.
Het blijkt, dat deze in goeden staat
verkeert Bij de laatste redding, is de 1
lijn losgelaten, maar niet gebroken. Ze
.waren de kluts kwijt
Hierna sluiting oer openbare verga
dering, .waarna de Raad overgaat in
cemite ter bespreking van reclames op
de plaatseliike Inkómstenbe'asting.
-Geslaagd. De heer G. H. Bak
ker, werkzaam Aan de giemeente-gasfa-
nriek, alhier, slaagde te Amsterdam voor
het diploma gasfittersleerling.
-EGMOND BINNEN. L. T. B. Maan
dagavond vergaderde de afd. tuinders van
den L. T. B. Nadat do voorzitter de verga
dering geopend had, werden de notulen der
bijeenkomst van 7 Mei gelezen. De heer Oiy
maakte daarbij ‘1® opmerking, dat hij erkent,
dat de toen gevoerde discussie niet erg mooi
was, doch dat hij nog meent in zyn recht te
staan. Hij laakte het, dat de pers den persoon
niet genoemd had, die de aanleiding tot deze
discussie was geweest
Uit Heiloo was bericht ontvangen, dat op
Woensdag de geregelde veiling begint Be
sloten wordt, dat ook hier Woensdag en
Vrydag aardbeien zullen geleverd worden,
en wel om 11 uur bij café Apeldoorn.
De leden worden aangespoord in den be
ginne nieuwe sloffen te gebruiken, daar dit
van invloed is op den prijs. De heer Orjj zou
nieuwe sloffen verplichtend willen stellen.
Het bestuur is van meening, dat ook oude
gebruikt mogen worden, doch dat dan aparte
veiling noodig is. Later is dat niet meer noo-
dig. Ook zou de heer Orjj in ’t vervolg con
vocaties voor de vergadering wenschen.
De heer Levering maakt een opmerkiug
over het krantje, dat slechts elke 14 dagen
komt. Hy vraagt ook inlichtingen over een
zak boonen, die vermist zou zyn, omdat er
bij het wegen en inschrijven hier te weinig
bestuursleden waren. Het Bestuur is hiervan
niets bekend. De heer Ory zegt, dat er wel
degeljjk 3 zak boonen vermist zyn, en dat
liet tekort uit de kas is betaald. Het besthur
merkt op, dat dit door een vergissing bij de
veiling in Heiloo is geschied. Dit heeft ech
ter niets te maken met het wegen en boeken
hier ter plaatse. De heer Orjj meent nog te
moeten opmerken, dat het bestuur niet lie
gen moet, maar liever eerljjk voor de zaak
uitkomen. Hij zou het ook wenschelijk vin
den, dat elk zjjn eigen producten bjj de plaats
van aflevering bracht. Het bestuur zou dit
ook heel mooi lijken; goed was in elk geval
dat wie niet zelf kwam, een briefje met zijn
naam bij de producten legde.
Daar niemand nog het woord verlangt,
sluit de voorzitter met zjjn beste wenschen
voor een overvloedigen oogst en een voor
spoedig jaar de vergadering.
NOORDSCHARWOUDE. Geslaagd.. Onze
plaatsgenoot de jongeheer R. Kooy, slaagde
voor het le gedeelte candidaatsexamen ken
nis in de medicjjnen.
OUDKARSPEL. Volksfeesten. De
V. V. V. alhier heeft besloten wederom met
de kermisdagen sportdemonstraties en volks
spelen te houden. Iets nieuws zal zjju hot
houden van een motorwedstrjjd voor groote
en kleine motoren.
Veefonds. In de gehouden vergade
ring van het onderling Veéfonds waren de
ontvangsten 2017.91, de uitgavee
228033 al zoo een nadeelfg saldo vaa
26288S.
In plaats van den heer G. Borst die ver
trokken is werd als bestuurslid gekozen de
heer J. Jonsma. Als taxateur werd de heer
P. Kostelijk herkozen.
Besloten werd pogingen in het werk te
stellen dat voor een afgekeurde koe geen
keurloon wordt geheven.
Goedgevonden werd den veewagen te ver-
koopen.