VOOR DE HUISKAMER
DAM MEN
1
DE FAMILIE MAUBERT
ff»," ”E'„ «to Ws.1d'ta ASt j*
-
-
DE TERING NAAR DE
NERING.
uw». .„4» touw..-a-.
G
-
1 -v
-
«tttntiHi
want Kees moest voor
meer
luidde het
voor een onbezorgde ouwe dag maar als
„Nee, meneer,” is ‘t antwoord, „dat
iZ
pomp.
Stand na 17. 27.
°f 38, 410 en 1923, voordeel be-
woordde hij.
iets kunnen voorzien 1” riep mevrouw
met
18 :27
23 32
„Zou ik u om een kort onderhoud mo
gen verzoeken, mijnheer Maubert 7”
Béthune bedanken, omdat ze
belasten, zijne
het aanzoek van Ernest de Livérac mede
te deeien, alsof dat de natuurlijkste zaak
ter wereld was.
en
daalt
16— 21
7—11
21—27
26 17
17— 21
PARTIJSTAND No. 107.
Van H. Regoaw, RotUrdam.
voor-
i vol-
Toen vertelde de heer Maubert haai
op zijn beurt, wat er met Isabelle gedu
rende de reis was voorgevallen, en hoe
men haar in den Restauratie-wagen met
Ernest de Livérac had zien déjeuneeren.
„Zij moet nu met de Livérac trouwen,"
„Heb ik verkeerd gehandeld, papa F
vroeg Cécile ang^ig.
„Neen, kindlief. Ge hebt volgens uw
geweten gehandeld.”
En toen die woorden haar hadden ge
rustgesteld, vertelde ze ook, wat de oorzaak
was van den hevigen zenuwaanval, die
V
812
20—24
15 24
1-7
12- 17
13- 18 1
9 18 1
23—29!
24-30
20 18
er van.
Als er meer geld onder de menschen
bert, die moeite had zijn drift te bedwin
gen. -
„Laten wij het dadelijk doen, als u wilt
papa. Cécile heeft allerhanden laster te-
toe’u niet ontbreken,
positie voor u tC--—-
dochter een huwelijksgift toestaan. Mor
gen op hetzelfde uur zal ik u mijn verdere
beslissingen doen weten.”
Ernest vertrok, en de heer Maubert
17-214
21—26'
15—20.
10-11
12—1W
ontgaan.
Probleem No. 106 (Auteur J.Wagenaar Jr.
Oosttrblokker.
Wit 29—23, 39—33, 33—39, 49—44,
32—28, 48x10, 16x14.
uitga
verke
En
trouw
een jon!,
nest de «ivérac de heftigste verwijten.
Ze liet Isabelle in een dames-coupé
stappen, 1
was, en dl
zet, onder!
Mevrouw Maubert gevoelde eene groote
- trieurstelling, toen ze het onherroepelijk
beóod te ver- besluit van haar echtgenoot vernam.
Maar hij had haar genoeg gezegd, oen
NOG ZOO DOM NIET.
Een onderwijzer, die veel moeite heeft
een zijner leerlingen iets aan het verstand
te brengen, zegt hem „Jongen, ga hier
over bij den apotheker voor een dubbel
tje verstand halen.”
Leerling: „Goed, mijnheer.... Bn
moet ik zeggen dat het voor u is 7”
ONVERBETERLIJK.
Mevrouw L. krijgt een kwitantie van
„Vereeniging tot verbetering van
slechte kinderen.”
„Maar mijn hemel 1" roept zij uit, „ik
contribueer nu al 12 jaren, zijn die rak
kers nu nog niet verbeterd V'
"N SLIMMERD.
Samuel ligt op zijn sterfbed en roept
met luide stem om zijn vrouw. Als Sara
verschrikt aan zijn bed gekomen is, zegt
hij
„Ik heb voordat ik sterf 'n wensch.
Zou je zoo goed willen zijn je trouwjapon
aan t/e trekken 7”
Sara kijkt hem veelbeteekenend aan
Alle correspondentie deze rubriek be
treffende te zenden aan de hoeren
W. N. STUIFBERGEN *n N. R. VAN DE
BERG. NASSAU LAAN 40. HAARLEM
we kunnen toch niet bezuinigen, laten
we het geld, dat te kort komen, maar
leenen, dan betalen we dat later wel weer
op te bouwen.
14-19
10—14 (in plaats van den tekszet)
18—23 17—21 29 18, 21—27 l
nldeel) 32. 21, 16 mei
-10, 1722, 11 22, 1923 rijk spel voor Zwart, hoewel deze
12:23
Niemand zei wat, en ook dacht niemand
eraan, de gramofoon, die ze hadden ge
kocht toen vader een jaar geleden opslag
kreeg, eens te laten loopen.
Ieder besefte, dat 't zoo niet zou kun-
pliccil IvlaLaXlLa U -- -
tauratie-wagon gezien 7”
Ernest noemde hem een paar namen
van bekenden, die beiden tezamen hadden
zien déjeuneeren.
n«>
en i
- - - „Dat is' inderdaad njijne bedoeling, gevonden'bankbiljet,
mer van Isabelle, die bezig was, hare ba- mijnheer Maubert,” antwoordde Ernest. M u --V
gage dk te pakken. „Maar waarom hebt u zich dan zooals Met stz*ng hy>fde heer Mau huwelijksgift als aaqn zuster, zei Isa-
«aa lui -waalsen .^eESëêwfe «•- aiet mü aerieht. bert dat alles zwijgend aan. belle op setsezoen toon.
echtgenoot de een of andere administra
tieve betrekking weten te vinden. Ge zult
niet rijk zijn en ik hoop, dat gij het nooit
zult worden, want de Livérac bezit d«
talenten niet, om op een eerlijke manjet
rijk te worden. Je positie zal altijd minde:
zijn dan die van je zusters, maar dat s
je eigen schuld.”
„Waarom zal mijn positie minder zijn
dan die van mijne zusters?** vroeg Isa
belle, terwijl ze zich hoog oprichtte.
„Omdat Colette met een rijk en alge-
trotsch op zullen kunnen zijn, terwijl dat
van uwe eigen "keuze niet kan gezegd
worden.”
„Maar ik heb toch recht op dezelfde
belle op schetsen toon.
aardig gegaan
zaten eindelijk
alles nog te maken, terwijl Wit reeds min
of meer aangewezen is op de verdediging.
10 46—41 5—10
11 49—44 18—23 I
Sterk, vooral omdat 46—41 opgespeeld
is' en het Wit zeer moeilijk zal vallen
Jfarart van veld 26 te houden.
12 31-27
39—34, 44—39 enz. is sterker.
12 -
13 36-31
14 41—36
15 39-34
16 44-39
17 27—22;
'17
munteed spet
Up.sevrwwwwvtj
(NAAR HET FRA.NSCH)
Zwart 13 schijven op 5, 6, 10, 11, IX
13, 14, 17, 19, 20, 24, 25 en 26.
Wit 12 schijven op 28, 3X 34, 35, 37,
38, 39, 40,42, 43, 4$ en 48.
Wit kan heel eenvoudig een schijf wij
nen, doch de schitterende damzet the
Toen Ernest de Livérac den volgenden
U een Ui
ten, in gezelschap vin Gerard. gram, waarbij hij werd uitgenoodigd, zoo
deh tal wiïo, Wlta.n, taipn*. d’n
dochter naar huts te geleiden. j^j „Mrne ZIjn schoonvader wilde noemen.
„Zou ik u om een kxxt onderhoud mo- De heer Maubert ontving hem in stijve
gen verzoeken, mijnbeer Maubert?” j-
vroeg mevrouw Béthune met ernstig ge- en de uitdrukking van zijn gelaat was
laat. „Het zou vanavcMid of morgen- niet erg bemoedigend.
ochtend kunnen geschieden, maar liefst Zonder verdere inleiding begon hij al- ken, dat geen ander huwelijk voor Isa-
Jat - dus belle meer mogelijk was, en haar zoo
min mogelijk verdriet aan te doen.
Hij dacht bij zichzelven, dat hij niet
beter kon doen dan tijd te winnen, en
zonder verder op de zaak in te gaan, ging
De doorbraak is geforceerd en na ee
nige zetten won Zwart.
(Het Damspel).
OPLOSSINGEN.
Probleem No. 104 (Aauttr N. Cohen,
RotUrdam.
Wit 31—26, 26-21, 42—37, 44—40,
34—30, 30—24, 39 x 30, 43 x 3, 48 x 39,
Partij gespeeld in den wedstrijd om het
Kampioenschap van Rotterdam 1924.
P. Mahn, (Wit) J. J. de Boer, (Zwart).
1 32—28 19—24
De zoogenaamde Visservariant, want
hoewel 19—24 wel reeds eerder als ant
woord op 32—28 gespeeld is, was het
toch Visser, die het eerst op de gedachte
kwam dezen zet uit te werken er er een
interessante openings variant op te
2 37—32 14-
3 41—37
4 34-29
Springer i
dikwijls 4r—Ï0,
enz.
5 29 18
6 39—34
Eerst 3127 enz. is beter.
6
7 34 23
8 35 24
straf verdiend. De Livérac is geen schoon
zoon, zooals ik mij dien had gewenscht
maar er zijn nog slechtere dan hij."
„Maar hij heeft u toch schandelijk b»
drogen,” zei Cécile.
„Dat is wel waar, maar hij is toA niet
erantwoeed zou
imers, dat weet ik,” riep Kees.
„En ik zal elk dubbeltje voortaan drie
Hij doet dit op fraaie wijze en het plan
-iz “zl mooi van opzet en diepzinnig uit
ten ruil niet behaald van zijn stand is gedachtsterk echter acht ik het niet.
- - L 12—18
35 38-32
36 40—35
37 42—38
38 32 21
39 37—32
40 48-43
Zwart dreigde door 19—23 enz.
20— 25
25 14
21- 36
g' -
Hij mompelde daarom eenige maar Maubert.
half verstaanbare woorden. t
„Mijne dochter is minderjarig," her- lk het toch „^en wel te weten
nam de heer Maubert, door met haar komen
opgevat.” „Gérard heeft mij alleen in 't algemeer
Er volgden eenige oogenblikken van medegedeeld, dat Isabelle zich op schan-
Béthune haar uft het f^ge behandeling?" vroeg de heer Mau- ^ngzou zijn,^mijnheer Maub«t,^en ^zooveel ^gewfchtjetachu
oen de opsluiting te
17
me 17—21 en na Wit Zwart is m.i. 20—24 en 15
‘—1^18 enz. met uit- 34—29 en 39 28 is dan
zegt Samuel,
„Maar waarvoor is dat nou allemaal
vraagt Sara. V
„Dat zal ik je zeggen, lieve Saar," ant-
woordde nu haar man. „Ik hoop, dat, als
Het'groote~gezin moet in de leer gaan de dood thans konlt> meer ïin in jou
he» kleine gezin,” dan in mij zal hebben.'^;
„Heb jullie ’t allemaal gehoord, jon-
vroeg vader, terwijl hij de krant
dichtvouwde, „de tering naar de nering.
Ik bedank als lid van mijn arbeiders-
schaakclub.”
haalt.
25 37—32
26 41—37
27 29 20
28 32-28
29 39—33
30 44—39
31 22 13
Een verouderde voortzetting, doch hier 25—20^ 3X5*en wint.
zeer sterk.
32 3429 1420 Partijttand No. 105 (Van P. G.v. EngtUn,
33 43-38 17-221 HaarUm.)
34?:1,7. 11:22! Wit 27—22, 32 x 21, 37—31, 44—40,
Wit wordt geleidelijk aan teruggedron- 33—29, 38 x 7, 30—24, 40—34, 35 x 2
gen.
Stand na 34 - 11 22 1
18 50-44
Interessant is het volgende 3329,
nu Zwart
■21 29 18, 21—27 l (11—17 enz.
27 l met kans-
- een
schijf achter is. Een voorbeeld 3429,
8— 12 29—23, 27—32 38 27, 11—17
22 2, 13 35 2 30, 35 24 27—22,
913 en 3—9 en wint schijf 23.
18 8—12 j
Zwart volgt een vooraf opgemaakt plan.
do-* J,'*‘ -
Bepaald voordeel heeft Zwart door de- is’ heel mooi van opzet en diepzinnig
s echter acht ik het i
19 33—29
20 47—41
vrijwel gedwongen.
20
21 32 12
22 38 27
Van dit gedwongen slaan naar 27 had
Zwart zich vermoedelijk te veel voorge
steld immers na
22 7 18
23 27—22 18 27
24 31 22
fcis dc Witte stelling nog heel goed houd
baar.
24 3 8
Na 1621 zou Wit zich redden door
43—38, 38—32, 32—27 en 37 28. De tie bi
tekszet is echter zwak. Het beste spel voor
24. Wit
gedwongen,
waarna Zwart door 1—7,7—12 en 19^—24
lust, hem eene gevoelige afstraffing te
Maar hij hield zich in.
-eheven hand trad de heer Mau- komen, met de bedoeling,
ar toe.
Maar hij hield zich in.
Ri —«vaiJm «rfrinn «anten he,- later wel ophelderen, na de andere. Ge on,fed“n^lUen “2' maar iocu mei ucpuuu accwn» u« nwi-
- 8 - hebt met de Livérac een afspraak gemaakt, zelve ?>e.zi' geen h*S hMta^n’ geen er nu met Isabelle is voorgevallen
«d^hne hnZ r- eigendom van mijne moeder, én ik zou tot stand kwam, want het zou nu moeilijk
TSSdeteer MaUbert dat alles zeide, «n™ dochter niet.datgme kunnen aan- zijn, een andere partij voor haar te m
waren de oogen van Isabelle gevestigd op ^eden- noodl* de?L.
n ze het aan hare zorgen toever- ’n klein pakje brieven, met een rood band- kunneh genieten, waaraan zij bij g
ionze meisie in gezelschap van je samengebonden, dat op de tafel lag, te - Miu, vw jw
S oX£tt“ m«Te ze Er- -dden van aUerUde voorwerpen, die J^op deze^woorden m te gaan, moeder toe wer en, dat zij in
I IA Af AC’S
spreid.
- Maar de heer Maubert had het ook ge-
m zoodra het portier gesloten zjen> Isabelle het had kunnen
!'i»trein zich in beweging had ge- ^oen, lei hij er beslag op.
rftteld ze Isabelle op ernstige wij- „Die brieven zullen het antwoord op
ze over hez onbehoorlijke van hare han- mijne vraag wel bevatten, en waarschijn-
delwijze. ^jk zujlen zij minder liegen dan gij. En
„Nog va-wvond zal uwe moeder alles nu gebied ik je, op je kamer te blijven,
wFtpn mA tFi c* totdat xk je verlof geef, die te verlaten.-
zoudt haar dardoor den dood aandoen, je hier worden „bracht."
zei Isabelle. „Zulk een groote verant- Toen de heer Maubert dat gezegd had,
woordelijkheid zoudt u toch zeker niet ging hij heen. En toen hij de deur achter
op u willen laofan." ach gesloten had, was het Isabelle te - - .f
„De verantisoordelijkheid zou op u moede, alsof ze in eene akelige gevangenis ’o“ nJ,d’,ge
terugvallen,” zei mevrouw Béthune, opgodoteA. t(Je>u ;iet ontbrekemWeb
„maar in elk\eval zal ik er voor zorgen, k'"d tever/eefs’ P08111' v00r u vinden, en ik zal mijne nu noodzakelijk
dat uw vader he.t te weten komt.” er--
En toen de trein te Parijs was aangeko- gen op hetzelfde uur zal ik u mijn verdere
men en Isabelle ttit het portier keek, zag
ze tot haar groot en schrik, dat de heer Toen Ernest de Livérac den volgenden --
Maubert al op het' perron stond te wach- morgen opstond, ontving hij een tele- ging zijne vrouw opzoeken.
h, gram, waarbij hij werd uitgenoodigd, zoo En om haar zoo nun mogelijk te ver-
Toen beiden waren uitgestapt, ging de spoedig mogelijk bij den heer Maubert te ontrusten, bepaalde hij zich ertoe, haar
den veer uit, om de coupé op te zoeken,
waarii mevrouw Béthune gezeten was.
mevrouw Béthune was ook al
ipt, om Isabelle te zoeken, want ze
Üe in groote ongerustheid.
om mij de toestemming te vragen tot uw
huwelijk?”
Die vraag bracht Ernest in niet gerin
ge verlegenheid. Moeilijk kon hij den heer
Maubert antwoorden, dat hij er t
keur aan had gegeven, hem voor eln
i l J dongen feit te stellen,door zich in ’t open-
baar met Isabelle in den Restauratie-wagon
XaZZa® vertoonen, wat door eenigen van zijne haar moeder bijna het leven had gekost
bekenden was gezien. „Verberg mij nu niets,zd de hee
De sneltrein naar Parijs bevatte ooteen toon, „het wordt nu tijd, dat gij mij de m,°®’£fd* wai8e M»«bert. „Ik wü de volle waarheid we-
grooten restauratie-wagen, en toen Isa- volle waartód~ jegj.^ Leugens hebben ten- 113 W ÏOudt ze«ett
,De waarheid?” vroeg ze op brutalen
it ik ten koste van alles
algeheele omsingeling.
41 29 20
42 45-40
Beslissend.
43 32-27
Gedwongen, meer dan uitstel van exu- volgt is mooier.
•rengt net echter niet.
45 22 31 Gaarne houden wij ons aanbevolen voor
44 36 ZJ 11—16 problemen, partiistanden enz., die bij
4
ratiewagen hadden plaats genomen, be
stelde Ernest de Livérac een lunch.
En toen maakte hij zijn verloofde zijne
bedoeling duidelijk.
Voor het geval, dat de ouders van Isa- heb toëgèdiend,
zetln, wilde hij hen voor een voldongen beter verdiend. Hoeft Cécile je dus een
feits-----
Haat verloofde te gedragen. d»! ‘k daarvan hoor. Wij zullen die zaak
R1 h.f «Atirm «anten ba- later wel ophelderen, na de andere. Ge
zonden moest zijn voorgevnllen.
Toen richtte hij het woord tof Gérard,
om hen bp te dragen, voor de bagage van
tuig naar huis te geleiden.
Isabelle gevoelde zich tamelijk onge-
i—
En na hare moeder vlj
begroet, begaf ze zich naar
Ongeveer ee
Maubert thuis,
h Regelrecht begaf hij zich naotr de ka-
fllCI VJH LUC
gage te pakken,
ku.
De sneltrein naar Parijs bevatte ook.een toon,
belle en mevrouw Béthune zich mat groo- w‘i “u g«*<>eg gehoord.
den in bet oor gefluisterd. het slachtoffer te zijn van Cécile, en van
Het was Ernest de Livérac, die haar een de onrechtvaardige behandeling van u
wenk gaf, hem te volgen naar den restau- allen."
ratie-wagen. En ze deed het zóó vlug, dat
de goede mevrouw L__L
oog verloor.
„Instappenriepen de conducteurs.
En tegen wil en dank moest mevrouw
Béthune alleen in den eersten den besten
w wagon stappen, om den trein niet te
missen. mij onrechtvaaitlig te kunnen beschul-
Toen beide jongelieden in den Restau- digen.”
ratiewaven hadden nlaats venom en. be- Met 01
bert op 1
rr_
„Wees mij maar dankbaar, dat ik je
zoo zei hij met be-
een tuchtiging
hadden. En dat alle slagen zoo vlak op weer bezwaren,
elkaar moesten volgen. Ja, j
recht, een ongeluk komt nooit alleen.
Eerst kreeg Rika gedaan in de hoeden-
zaak, waar ze 't vak leerde en nog wat gaan lezen in zijn vakverèénigingsblad, L
1 1 over loonsverlagingen de domsten stel jë
ging de werf, waar Frans als vast werk- en de vooruitzichten van handel en mdus- der zeiwe kunnen niet rondkomen.
om hst Kool srool XT A AA
moeite eindelijk^ weer een b“ntie_8e‘ nu moet je eens luisteren. Ik lees hier net zooveel, als ik te kort kom.
En evenmin als in een arbeidershuis-
houding mag de Staathuishouding haar
tekort dekken door middel van leeningen,
want niet alleen zakt zij dan nog 1 JJ*
in het moeras, maar ook zal
j'-
nu lijkt het toch wel heel mooi, als er meer
„Gij een slachtoffer van onrechtvaar- «blewijgen. „Ik betwijfel, of dat in uw delijke wijze heeft gedragen, maar ik had
ww Kolanar vim mtmboor Mvnnovf on t_n_w t»
evenmin in dat van uwe dochter,” waagde
“^^ttairwtel.pre'ktt Zij"'hter“.” Ernest de Livérac op bescheiden toon op
- - - ‘A- - -te mer Ken.
De heer Maübert gevoelde grooten
gên^mij verzonnim. Ze heeft mij een bank- iust- htm eene gevoelige afstraffing te
biljet van honderd francs ontstolen, om geven.
Maar nij nieia zien in. iuwl uw *u^«. mtw».
„Moet ik aannemen, dat u hier zijt ge- zoo besloot hij. „Ze had nog een zwaardere
--- a. de hand vin sfraf „^end. De Livérac is «en schoon-
mijne dochter te vragen 7 vroeg htj.
„Ja mijnheer Maubert,”
korte antwoord.
„Welnu, uw verzoek is toegestaan. Al
leen moet ik u erop wijzen, dat ik mijn
dochter geen huwelijksgift zal geven."
„Het spijt mij zeer, w joosiccm, u«j w.. «v,u
jonkman, „maar in deze omstandigheden achten, hem mijn dochter te geven. Hij
-een jonkman, zooals er zoovelen zijn,
ongedaan te willen beschouwen. Van mij- tQch met bejJaald jIecht En M het.
MODERN.
Mijnheer Rijk maakt egn ochtendritje
te paard. Aan een kleinen boerenherbergv -
„Nou,"“iei Rika, „dan zal ik Maandag ’Upt tD vraa«t de wa"d“ wat-‘"
op die advertentie afgaan, waar ze een haver voor P®"0 heeft'
vragen.” „Nee, meneer,” is *t antwoord, „dat
nen met 10% zouden verlagen met in
gang van de volgende maand. Dal
dm ook weer vijf gulden in de week.
was, de laatste jaren. Ze vloot, onderhoud gebouwen, steun aan koop, en ah de boei» veel eieren nxaïde
m een geschikt huisje van vereenigingen, en /x~'~ L. -'.rL,.
een arbeiderswoningbouwvereeniging, dat vorige jaren heeft de Staat met tekorten Zoo' is~het"8ook met'geld.'
wl ns4* rltttes* «naa«* «AH Vi5rlz4»wi /4a «kaam* L.—A __1 J j*
LOmt .u” d^ 8e*’euren ak de Staat en vraagt waarvoor of dat goed is.
J „Doe het du maar,” zegt hij, „het is
mijn laatste wensch.”
Nadat Sara de japon aangetrokken
Zoo is'het eerst in Rusland en toen in heeft' herneemt Samuel echter „Sara
WMIVUW gWWWAA.’W-^W-.--
zoo spoedig mogelijk.” mijne dochter Isabelle
„Wanneer u wilt, kan Jm' thdelijk ge- geschreven 7”
scheden, mevrouw," zei de heer Mau- -
bert, die dadelijk begreep, dat er iets Bij- hand naar een pakje, dat op zijn schrijf
bureau lag.
Ernest richtte zijne oogen daarheen, hij Cécile opzoeken.
QUA USU Vp LC UldgWl, VW1 V«U f,Dat is mogelijk, mijnheer Maubert," Het onderhoud was voor haar bijzon
zijn zuster te zorgen, en haar m een rij- zei de jonkman. „Zou ik de boeven even der Haar vader overstelpte haar “T
1 “^“de'heer Maubert weerhield hem mt'ZÓÓvet‘ Yr^'n' wel ’“T0' wanneer Cécile ooit t£ STtaJelijk
rust, toen ze het ouderlijk ^uis betrad, met een gebaar, en zei bedaard 2aakt w“’ a“” te berennen, wat er mocht komen, dan ben ik zeker, dat ook
luchtig te hebben „Ja, u runt mij gelooven. Het zijn uwe gedurende zijne afwezigheid was voor- keute zal wajtfo^
naar tare kamer, brieven. En hadt u met het schrijven van gevallen op de villa Les Pavilions, de -r
een uur later kwam de heer die brieven de bedoeling, mijne dochter moeilijkheden met het dienstpersoneel
ten huwelijk te vragen?” en eindelijk het verloren ed weer terug-
antwoordde Ernest.
„Maar waarom hebt u zich dan zooals
Hij dacht eenige oogenblikken na.
„Het moeilijkste zal nog zijn, om je
nuuucu Alle, U.UWC me - uiuewv.
in de grootste wanorde daar op lagen ver- de heer Maubert.R dat huwelijk bertst," vervolgde de heer
"fleeft ‘emand u ,eZafflen d“ Maubert. „Ik reken daartoe op je mede
werking.”
„Maar u zult toch zeker niet van ons
verlangen, dat wij vriendschappelijk met
„Uitmuntend antwoordde de heer dien de Livérac omgaan, papa 7" vroe,
Maubert koel. „Dit is het voornaamste,wat Cécile.
ik wilde weten. Ditmaal hebt u „Ge hebt alleen maar de beleefdheid
lichtingen omtrent uw persoon ingewon
nen. Het is waar, dat u nog geen middel
van bestaan hebt, maar men heeft mij ook
gezegd, en ik wil het gelooven, dat wan
neer u geregelde bezigheden hadt, u zeer
-uw breed tc r—
j talenten daar-
:lnu, ik zal eene haar te doen begrijpen, dat dit huwelijk
‘—j was
Ze kende Isabelle te goed, om niet te
voorzien, dat het leven met haar hoe lan
ger hoe ondragelijker zou worden, en zoc
liet ze zich dan ertoe overhalen, dit hu
welijk als eene bevrijding voor allen te
beschouwen.
„Ge hebt nu ten koste van alles met de
Livérac willen trouwen, en het zal ge
beuren," zei de heer Maubert tot zijn»
„O. hoe is het mogelijk! Wie had zoo- d^’
i»» Sut ontvangen. Ik zal voor te aanstaanden
houdmg,'zonde.^er^hLd te re:kin, Maubert uit, terwijl ze de handen vouw-
2 de. De heer Maubert begreep, hoe moei-
te(hd of morgen- niet erg bemoedigend. lijk het was, zijne vrouw duidelijk te ma-
ledftn, maar liefst j Zonder
„U hebt aan mijnedochter Isabelle
Te^ijlhij’dït zeide, wees hij met de
teren bent, raak je je spaarduitjes kwijt het is al gebleken, dat dit niet kan, want zijkamertje aan Toon verhuren, die zoekt
en ben je na een paar jaar nog even ver. de belastingen zijn voor de meeste men- kamers, dat weet ik,” riep Kees.
Neen, ze moesten óf de verdiensten ver- schen veel te hoog. Dus de uitgaven om- „En ik zal elk dubbeltje
grooten óf ze moesten minder geld uit- laag. Daar zijn alle menschen het met maal omdraaien" lachte moeder.
elkaar Maar de moeilijkheid is En zoo werd het toch nog een prettige
En allemaal zaten ze te denken. De welke uitgaven moeten verminderd wor- Zaterdagavond. (Limb. K.l.
jongens vonden, dat Rika maar moest gaan den 7
dienen als tweede meisje, maar Rika zei, De eene zegt de salarissen der ambte-
dat ze niet wou dienen, maar dat de jon- naren. Neen, zeggen de ambtenaren, de
gens dan maar weer samen één kamertje uitgaven voor leger en vloot zijn te hoog.
moesten hebben, zoodat moeder die andere Weer anderen zeggen Het onderwijs
Moeder Smit vond, dat ze in lang met kamer dan aan een commensaal kon ver- is te duur; er zijn teveel scholen. Ten slot-
zoo’n beroerde Zaterdagavond gehad huren. Maar hiertegen hadden de jongens te zijn er ook menschen die beweren
i zoo vlak op weer bezwaren, want Kees moest voor
ja, *t was met zijn boekhoudles studeeren en dan wou
u tan.t aueen zjtten.
Vader had niet veel gezegd, maar was terug.
5-, - 5^— *2' Deze laatsten zijn de gevaarlijksten en
verdiende ook een paar weken later dat ook vol stond over loonsverlagingen de domsten stel je voor, dat een arbei-
ging de werf, waar Frans als vast werk- en de vooruitzichten van handel en mdus- der zei j we kunnen niet rondkomen, maar
man was, failliet en had hij met heel veel trie. Maar plotseling zei hij: „Moeder, nou leen ik elke week van m’n kameraad de
fn/w»«r» »swi/4»l««V nr»»r haawits» öz>_ «a Tl. t—
vonden, dat ruim acht gulden per week een aardig stukje, waarmee ze precies de
minder gaf. spijker op de kop slaan."
En vandaag, alsof al die narigheid nog En vader begon voor te lezen
niet groot genoeg was. een brief van de „De groote en de kleine huishouding.” want niet alleen zakt zij dan nog veel die-
directie der Nederlandsche machinefa- „Het is bekend, dat er een ontzettend per in het moeras, maar ook ral door die
briek, waar vader werkte, dat er bezuinigd groot tekort is op de Staatsbegrooting, leeningen meer papiergeld noodig zijn en
moest worden en dat ze daarom alle loo- dat wil zeggen, ze hebben uitgerekend, nu lijkt het toch wel heel mooi, als er meer
t dat de Nederlandsche Stat in het jaar geld in omloop is, maar zoo prettig is
Dat scheelde 1924 veel minder zal onivangen uit de dat toch niet
T. -Li -T beringen, dan hij zal moeten uitgeven Als er veel bananen uit andere landen
t Was verschrikkelijk en net nu t zoo voor salarissen, pensioenen, scholen, leger, worden aangevoerd, worden ze hier goed-
in een geschikt huisje van vereenigingen, en andere dingen.,Ook de markt brengen/daièn d7*pri?zen
- -e- nr__ r
wel wat duur was, maar nou hadden de gewerkt, en dan moest hij het geld, dat
jongens ook elk een eigen kamertje op te weinig ontvangen werd, leenen, o*
zolder. Nou ze wat ouder werden, mocht hij teerde in, van wat hij had opgespaard meer uitbetaalt, dan’zij ontvangt
dat ook wel, vond moeder en toen had in de „vette” jaren. Mag de staat elk jaar dit meerdere gaat leenen dan d:
vader t ook goed gevonden. meer mtgeven dan zijn inkomen bedraagt 7 het geld in waarde, wordt dus goedkoo-
Ze zat-’n allemaal bij elkaar in de ka- Neen 1 Waarom mag de Staat dat niet 7 per.
mer vader, moeder, Frans en de vier Omdat de Staat eigenlijk net hetzelfde Z™ au^uu «u w~.
jaar jongere Kees, die op een kantoor was, is als een gewoon mensch 1 Duitschland gegaan en er is geen een Duit- zet nu i* trouwhoed er ook bij op." Ook
en de drie meisjes waarvan de oudste Het huishouden van den Staat moet pre- scher, die er blij om is, dat >r thans mryr dat doet Sara. „Ga nu,"
J En welke flinke arbeidersvrouw weet Daarom moet de Staat zorgen, dat hij
met, wat haar te doen staat, als de uit- evenals in elke andere huishouding rond
gaven grooter zijn dan wat vader en de komt, met zijn inkomen, en daarom moet
kinderen elke week thuis brengen 7 hij bezuinigen.
,Dan 8aan ze eerst met rikaar bepraten Ik,
nen blijven; met de vier gulden van Rika of er met wat meer verdiend kan worden, bij het kleine
er bij, had moeder nou zeventien gulden en als dan blijkt, dat ze hun inkomen niet ,J
per week minder. Nu, dat ging niet, dat kunnen vergrooten, dan zeggen ze „nu gens,
begrepen ze allemaal. de tering naar de nering.”
Nou hadden de oudjes Wel een boekje En nu worden alle uitgaven nauwkeurig
bij de Rijkspostspaarbank, waar een paar nagegaan en op elke centworc^t beknibbeld,
honderd gulden op stond, die ze met veel net zoolang, totdat ze weer „rondkomen”,
moeite en zuinigheid hadden opgespaard En zoo hoort het ook.
voor een onbezorgde ouwe dag maar als Wat moet nu gebeuren in het huis- tweede 'meisje
kouden van den Staat 7 Allereerst pro- „Zeg, Frans, als wu dan eens samen de hebben wij niet wel benzine en een auto
begrepen ze wel, als je eenmaal aan t in- beeren het inkomen te vergrooten maar achterkamer nemen, dan kon moeder ’t