ELCK WAT WILS j| een Indlschen Vorst. om t-uto’s en motorfietsen op zijn rustige landwegen en in de schilderachtige straat jes van zijn hoofstad te weren, omdat deze toeterende stofmachines niet pasten in dit -Maar spreek dan toch, Feltati riep ‘X. JUe men 't nauwkeurig nagaat, dan is de aarde zoo slecht ni LordBrackenbury, seben op leefden l” te l twintigduizend pond sterling te geven, t reis vin fleschie van rijn troost- en ta.” In dien tijd was „La Croce di Malta’ Er lag een goudstuk in. van daar, doorn boschjes HOOFDSTUK VIL men nog een -*P-, kenbur broeden, beide even dik en met even dikke zwarte baarden, zoodat men nauwelijks Sandro en Mr. Prouting. Nadat het viertal mij l Bj het straten van Genua. De aankomst van Sandro Quaranta Sette's ledige, met vier postpaarden be- ;e Frands- i iemand „En wat zou dat? De weg is goed en Zeer’spoedig gaf de Vetturino niet toe. waard van het hótel „Europa” was uit en knoopte hoofdingang. w--- - - - -r- Als ik weder eens bier kom, dan kom ik paarden rustten hij warmde zijn handen Quaranta-Sette, met een beleefd mat hm iraaetiwrT 1*««m riertafJo lv««M >Pv«e»M mijn >n rsz-ietuM1 gedacht.' :lfbe hagen idefijk den oorsprong slechts opsporen,' ij op pedanten toon zich tot ÓOOOOOOfrOOOOOOOOOOó bewerking zal hij geen verandering bren gen, omdat de voorschriften zijner kaste vaak zeer streng zijn. Maar dan is het ook niet te verwoneren, dat de heerseber uit een overoud geslacht vasthoudt aan de tradities, die hem lief zijn geworden en waarvoor zijn volk hem eert. Nimmer heeft hij Indië willen verlaten, maar.,., ook aan zijn edelen staat hij de reis naar Europa niet toe. Aan zijn vorstinnen is het verboden om een Europeesche vrouw te ontmoeten zelfs 1 En tot voor korten Boven op den jachttorea. Itc wat voor een reiziger Een Mylord ingfese Bij een z.g. jachttoren knielden de oü* Hier Hier in de molen 1 O Hemel, neen fan ten neer; snel schaarden de voortrvffe- den grond. Een sprookjesbeeld. Deze Oostersche, kleurrijke, fantasti sche jachtstoet is mij bijgebleven als een 'ookjesbeeld uit Duizend-en-één-nacht, een tastbaar visioen uit de tijden toen i over Indië. Het snelde naar haar broertje. „Wat, zegt gij niet eens dank u zeide Lord Brackenbury. Half gelukkig, half verschrikt door die ------ - - m2 hm cwwiron 11r Vstsnrl met enkele verwarde haren, die perkament geelgeworden en verschrompel de gelaat zwierden, naar hej portier en bedelde om een kleinigbeid.Lord Bracken bury trok zijn beurs maar een visscher door, ik ga naar I ,ord Brackenbury. wind hadden zij in den rug tochten te maken in het Karakorumge- - ----1 ™en nauwe- i^ergte. Hij is daarbij vergezeld van oen lieer Van Harinxma thoe Slooten. In het het Hbld. verhaalt de heer Visser van een jachtpartij bij den vorst van Udaipur ..daar reden we nu hoog op onzen „Dan schijnt daar wel nooit de gezegen iep de barbier. „Nooit 1 De resp. voorvaderen dat 150 of 200)aren ge leden deden, omdat het kastensysteem hun geen andere mogelijkheid opent De houtbewerker blijft houtbewerker in al heeft geduurd tot Zijne Hoogheid eens in Dehli genoodzaakt was in een auto tt zitten.... toen is dezen conservatieven heerscher de verleiding van de verboden vrucht te machtig geworden I opgehouden, toen het geheelen dag had hij ‘i wilden nu al weder voortgaan Ecco 1 Dan ging hij dadelijk met hen mede 1” (Wordt vervolgd.) ude brug en Spezzia verdwijnen ?Of hij iejs gehoord heeft.... niets wat op een nilpkreet geleek Neen, niets volstrekt «L - Signor gaat nu griefde. „Europa" zijn goede kamers, zachte bed- In Engeland was het naar Mr. Prov- den en een uitstekende keuken.” naar Ro- ting's gevoelen al erg genoeg, maar op reis Lord Brackenbury schudde het hoofd, was het nog erger gewerden. Hoe dikwerf .Neen, man,” zeide hij, „wij rijden door.” _-i_ -----itens een kwar- in komen wij in omwentel afstand 1 ken bury. HOOFDSTUK VI loos lieten de zweepen knallen en het rij- tuig reed weder voort. Jlw Mylord inglese marcheert als een apotheker op, een lange, bergbewoner I” zeide Sandro zich van geheel in het zwart gekleed en een rouw den bok tot Mr. Prouting wendende. band om zijn hoed, als treurde hij ovei Mr. Prouting, die de woorden niet ver- de arme zieken, die onder zijn behandeling ijks stond, maar den blik begreep, keerde zich gestorven waren. „Het regent in Engeland immers al tijd,” verzekerde een koetsier. ea aaide, beleedigd door de veronderstel- heb gezien. Het is een oesteden -O, ia I Ik weet heel goed seat ik hebben wu 1 Ik koop er mij een paar fil-de-gram oorringen voor." Lord Brackenbury lachte. „O, EvarEva I” zeide hij, „overal rijt gij hoofdig en I nog een, voor ieder uwer kleine oortjes een. of blijmoedig zien lachen. Dit waren zeker onverstaanbare woor- den voor kinderen, nochtans schenen zij geland, dat nog veel verder is." eenig gevoel van hun hebzucht te hebben. 2._2_ :ine meisje nam de geldstukjes en gelschman „Zeker ben ik dat.” „Diavolo De Signor spreekt even goed Italiaansch als wij.” ij waren nu reeds verscheiden uren op weg, enjie zon begon al lager en lager tg daalde voortdurend, be- ensd door kastanje boomen en bouw- zijn boek, tot waar hij 1 en bracht hen eindelijk in een uitge onregelmatig gebouwd dorp, door ‘:n ingesloten, waar zij weder var kuuen vei wiMctucu. Voor een zindelijke, net uitziende her- ijftak en een berg hield het rijtuig stilde waard, de goed_doen.” oude kellner ontvingen de gasten aan der „Borghetto, Mylord,” zeide Sandr. *1 lacnji r aan uuu vuuiprwiuc nuu vu iivu aan nci pviuci .wiuureuuv ig, en op den weg kan ik niet verdwalen.” gaf hun bij zijn vertrek een handvol zilve- zijn in Borghetto.” 12222__ Lord Brackenbury, die had zitten lezer dende, zeide hij: De postillons fluisterden elkander toe, zag van zijn boek op. 1 op deze ting was echter nog meer verbaasd dan n neb ik gewoonlijk. Dat zijn heer zoo vertrouwe- ijk met gemeen bergvolk sprak, ja zelfs beide Vetturinide barbier die geen -werk rijk was, wipte even in de koffie- schoon zeegezichtrondom door ber- kamer en keek daar op de wandklok, gen ingesloten, is het eene poëtische idylle „Het is reeds over zessen," zeide de Reizigers met koets en postpaarden wa- apotheker. -- --- ±2 22t Eu r.n jjjer naar papiermolen !^o^&a^&tteWhet h6tddie Ln n'g'n ^n*°' sUan ‘ï’™0'- ••egunsügde, van <üar, „Nu, dan moet hii wel langzaam wande- h^X^^ Mare» en Bruno Ber- fcn, als hij anderhalf uur noodig heeft, om jCn molen gegaan/' u 1. e*feiua”, van -L» Croce di negen mijl af te leggen," voegde een van De molen lag aan den oever van den Malta, zijne komst als eene mogelijke om- de Vetturini er bi). stroom hcodzzd voot b—-i- - DÏ“Ker’ noutoewerser maast senoensn, ceering in zijn gunst beschouwden en Het gelaat van Sandro Quaranta-Sett den rijweg. Twee wegen voerden naar be- hem daarom met dubbele beleefdheid betrok*zichtbaar. - ontvingen. Reeds lang hadden zij de hoop „Hij stapte toch stevig door,” zeide hij. gevoed, Sandro als hun vasten gast te mo- „Ik had gedacht, dat hij tegelijk met ons beschouwen, en de geele kalesso bij zou zijn aangekomen.” gestald te zien, was hun diepste harte- --•- om en zag zijn heer met rassche schreden volgeu. De weg maakte hier een bocht en nauwe- lijks zag men zijn Lordschap nog, toen een was de geleerde van het plaatsje. „Dai nieuwe bocht hem aan het oog onttrok. juist niet,” voegde hij er op een gewicht. Inmiddels was het weer opgeklaard. De gen toon bij. „Het jaar is bij hen in twe- mist trok op en in het westen flikkerde de deelen verdeeld, zeven maanden regen; roode .avondschemering. Lc. vip nuiuum uaugi er c Sandro Quaranta-Sette wikkelde zich mist. Het is verschrikkelijk I” “ld" r’1 „Werkelijk verschrikkelijk T klonk het hoofd. waar het door Lord Brac- als uit één mond, behalve uit dien van „Wij hadden reeds vroeger moeten ^tformtt,*door drommen*vöëtvoïk"mét Mr. Prouting. jvaam z4w i i_ e_ I re longen, stak een nieuwe sigaar op, om de de zon 1” rit -u^-i—a-j-1-- --„Noojt I :1e kalessc expres naar Italië, om haar te zien." „Zoo Dus daarom komen er zoovelen daar heb ik vroeger nooit aan De apotheker lachte met zei „Alle wonderen worden ons duit ■ootte^den als wij t' zeide hij op pedanten toon dro wendende, vroeg hij-1 aw Mylord verlaten?" „Halvt len van Pyra?' ,Jioe laat?” Sandro keek c spannen reiskoets veroorzaakte niet weinir wreeds langer dan ik dacht. Ik dacht dat iedere pl verbazing in het hfttel „La Croce di Mal- het een 'uurtje geleden was, maar er is bij iede: ta.” In dien tijd was „La Croce di Malta” reeds meer dan anderhalf uur verloopen iet aanzienlijks te hótelvan Spezzia, en sedert hij ons verliet. Half vijf ongeveer Spezzia is maar een klein stadje, gelegen stapte hij uit het rijtuig.' xijaenoe zoemer kis re zien, iu=>ierenue sor. aan n prachtige baai, doch zonder scheep- De apotheker haalde nu ook zijn horlo- zonder iets te hooren, voortdurend netter, vaart of werven, geen arsenalen of groot -u;“-- - garnizoen daarentegen heeft het een aF hoed af en vroeg weifelend „Was het lord, was geschreven vervolgens ging vroeg Mr. Proutirtg, steeds aan de diaman- mist T Hij is niet beter dat ik u vergezelde, Mylord?' hij naar boven, pookte het vuur op en ten denkende. Eerst sedert vanavond? Heilige I Z-l- „Als gij banditi bedoelt, neen f’ zeide cus Hoe is dat mogelijk Hoe kan Na aldus zijn plichten vervuld te hebber BrunoBernardo. „Maar laat ons niet noode- op den openbaren straatweg tusschen de Maar Signor,” sprak de Vetturino be- ging hij weder naar bëneden en voegde ziel, loos angstig zijn. Toen Mylord het rijtuu gd, „het is zoo donker.... zoo laat.... bij de nieuwsgierige nietsdoenders, die verliet, was het nog dag en toen het rijtui. onder de koetspoort van het hótel stondei. hier kwam, was het nog niet geheel don hem op eet; en aan geen echt Italiaansch hótel ont- ker. Wat kan hem dus over komen zijn aiets. Den geheelen dag was hij in de mo- r„Wat bedoelt gij breken,en waarvan een bepaald de apothe- Laat ons liever over iets anders spreken len geweest, hij en zijn jongens, zij hadden met ,^oo eenzaam?" Gisteren hebt gij ker en de andere de barbier is- Zij spraken over iets anders.,., over pas met werken opgehouden, toen het -J -*-* J---- ’T—i Ook Sandro voegde zich later bij dit het feest te Genua over de epidemie te donker was. Den geheelen dag had hij groepje, nadat hij eerst in den stal naar Carrara over het huwelijk van. een ze geen voet op den weg gezet. Wat, zij zoo veilig als de het verzorgen der paarden had gezien en keren Comte Cadolinghi, te Sarzana maar toch....” de kalesso had afgespoeld. Twee andere maar het gesprek wilde niet vlotten en er Met een haastige beweging viel Lord Vetturini, wier meesters in het hdtel *-J- - -':“- Brackenbury hem in de rede, door zich logeerden, vermeerderden het gezel- „Het is reeds half zeven," zeide etnde- tot zijn kamerdienaar te wenden en te schap. Mr. Prouting verstond geen woord lijk_de barbier. Zeggen „Prouting, geef mij de kleine re- van hetgeen zij spraken zij hadd volver, Zijn. En zoo spoedig<mogelijk te Spezzia te ko- dood alleen, men.” Bij deze woorden stak hij het pistool in bier, terwijl hij zijn hoofd even naar buiten stoken. Intusschen had Sandro Quaranta- „r gaan rijn. Een gebroken nek is met zoo ge makkelijk te herstellen als een beschadig de boegspriet.” „Daaraan heb je gelijk, mijn jongen,” zeide Lord Brackenbury, „maar je v< dat men op het land even gemak wegen reist, zooals in bet zwakkere geahcht er bij 't'gekocht hebben. De t. naar Spezzia?” „Ik reis er mai me," antwoordde l de dan de Maharana sprak tot zijn dienaren of den berg- jen saamgebracht, hoog bovenrhet hoofd gon Tijk de diepte, noch de hoogte boven hen was tot San- stukgereden weg was bij het licht hunner we, droomerige eindelooze zee. Ala «wars nauwlrstirirr nerreif niet....” prevelde i er maar geen men- jacht in plaats van met deze koets ’hier r terug kom," zeide Lord Brackenbury, sneeuwde toppen, de vroolijke werklieden, veel „d*-;u --r'-’-r— -- j- - mijn brave jongen, en van daar is het maar len en bo een dagreisje naar Rome." rnumawa. roode .avondschemering, r - vaster in rijn deken en vatte rijn slaapje weder op, er y was afgebroken. Prouting, bezorgd voor rijn kostba- vochtigherd van den dampkring wat te ver minderen. En zoo rolde de geele kal voort, vergezeld door het doffe geluid var. Jen bruischenden stroom en het suizen van de toppen der boomen. Allengs werd het donkerder, de nacht viel in en iederr tlmg der wielen vergroott tAchen de koets en Lord Brac- r. maakt, om rijn beer te v<_ hoed af en vroeg weifelen; „Waarom Gij rijdt vooruit en zot;, dat alles bij mijn aankomst gereed is.” „r- zorgd, „het is zoo donker zoo eenzaam Lord Brackenbury viel hem scherpen toon in de rede gezegd, dat de wegen veilig waren. Zijn het oï zijn zij het niet „O zeker. Signorzoo veilig als de - .„„I, -• staan, oen een blik te werpen op die er zelfs geen vermoeden van, dat Lor< loorte, noch op de hooge positie, die hij in verdrinken ---2J* z::t een vers t_ï jen gekroonde behalve zijn schooljongenspoëzie. hoofd, en vroeg ernstig het lot, wat het karakter, wenschte 1 „i op hun zadel; toch bedoeld had, door rijn heer met een naar den drommel v< luisterden en lachten Mr. Prou- ellenlangen titel in een oranjegeele koets verloopen waren. Om zijn ergernis wat verstond, zag er uit als de gepersonifieerd verbazing. vlug n eulsat Spoedig waren de paarden weder inge-, _1 en onder [ejimmer van den -4 afscheidsgroeten weder in beweging, te midden van een he- vigen plasregen. Het was echter maar een Wgen, nam zijn van Mr. Lancelot, den broeder van My- „En Is er in die beurt geen slecht volk?" Hoe zou die hier komen Hij wordt ver end „Was het lord, was geschreven vervolgens ging vroeg Mr. Proutirfg, steeds aan de diaman- mist Hii is verdwenen Sedert wanneer? ‘egde een toilet voor rijn heer gereed. in den veeracht of tien mijlen kon zijn. „Én gij rijt de timmerman, die de boeg- durende het laatst; half'uur in een snel- onder een hevige regen- en hagelbui, het *-«•-— -* r j j -- J- -1. De paarden werden uitge- begin van het nrwe weder, en zal een week Hierop volgde het met cypressen be- spannen en door versche vervangen. De groeide voorg J 2. 1121 „Öp’het water gaat de Signor in een belemmerde de weg liep stijl naar bo- den grond, in de hoop op een goed drinkt 1_i ven hier en daar zag men een kruis, geld de postillons zaten reeds in de za- kan men niet verdwalen?” reist op het land in een logge, met vier de plaats aanduidende, waar een door dels; Sandro Quaranta-Sette stak een 1 paarden bespannen koets, als de zee vlak sneeuw verblind reiziger of bedevaart- nieuwe sigarette op en Mr. Prouting volg- recht naar Spezzia, voortdurend dalen wij, ganger was verongelukt, verder, op een de zijn voorbeeld met eerf geurige rega- en dan zijn wij er.” beschutte plaats, ongeveer drie duizend lia, en voort ging het weder, trots storm en voet boven de oppervlakte der zee, «n regen. van den weg wil ik wandelen." eenzaam en verlaten ---J-*-.,j- waar Sandro Quaranta-I van j te laat is Lord Brackenbury „Dat is jammer,” zeide de visscher, met met hen dronk,was hem een vernieuwd be- vijf en twintig mijl van Spezzia en sedert de beleefde vertrouwelijkheid, aan zijn wijs voor den gemeenen burgelijken zin vanmorgen zeven uur reeds op weg. Ia dit t0*‘ dttl yt*«mdeling wendende, stand eigen, ,,'t Is een stevig, zeevast vaar- van Mylord, en dat was iets, dat Mf. jaargetijde, nu de nachten kort rijn, over- yï!**d* -T? ^tLivtrachtmg van een tuigje. Had ik geld genoeg gehad, ik zou Prouting’s teeder gevoel op het bitterste nachten veel reizigers hier. In het hótel „Geef mij maar liever het geld, Signor Zij weet toch niet, wat zij er mede zal bensuaps meld het kleine meisje op „Naar Rome! Daar heb ik nog een had hij zijn heer op kleine plaatsen met „Maar Signor, over hoogst net weenen, wierp haar kopje achterover, tweelingbroeder, die ik in geen zes jaar boeren, dagloor.ers, zandkruiers en derge- tier gaat de zon onder en dar m aaide, beleedigd door de veronderstel- heb gezien. Het is een fraaie weg, de weg lijk slag van volk zien omgaan hij zette den nacht aan.” ingi dat zij het geld aan snoeperij wilde naar Rome, ik wenschte dat ik mee kon zich in hun hutten neder, verkeerde met - oeateden gaan.” hen vertrouwelijk, hoorde al hun klachten gij krijgt versche paarden." ja I Ik weet heel goed wat ik hebben Intusschen waren de postillons,in den geduldig aan en troostte hen. Ja, inde Z, wil 1 Ik koop er mij een paar fü-de-grain zadel gesprongen en wachtte Sandrc dienstbedenkamer van het kasteel, werd De waard van het hótel „Europa” was zijn nrwmno.n Quaranta-Sette slechts op het bevel van zelfs het ongelooflijke verteld, dat men besten vriend en had bovendien 'n heerlijk Ztjn Lordschap, om de reis voort te zetten Lord Brackenbury verleden winter in een wijntje in rijn kelder, dat bijzonder in den xi va. c, va i xeiue nij, „overai uji gij Gedurende het geheele gesprek met der hevigen sneeuwstorm had gezien, ter wijl hij 'tnaak van Sandro Quaranta-Sette viel, dezelfde. O ijdelheid in een klein bloots- visscher was Mr. Prouting zeer boos en voor eene arme, oude vrouw, die ergens „Maar, mijn hooggeëerde heer I” '2, barvoetig visscherskind l Daar verbaasd geweest. Hij had zijn heer nog aan den zoom van het bosch woonde, een ging hij beleefd, maar dringend voort, hebt gij uw halve lire, en daar hebt gij er nooit zoo vrij en vroolijk hooren prater emmer droeg. Dat waren in ieder geval „Het hótel is even goed, ia nog beter dan --„r ui.:-1;_ i..ilaffe pretje,, ondanks alle dat in Spezzia, en. ,JSn van Rome ga ik naar huis, naar En- goedaardigheid van zijn heer, kon hij Mylord fronste de wenkbrauw». „Naar huis 1 De Signor is toch geen En- gens waren dat nog de eigen lieden van hij bevelend. „Ik heb de verdeeling van Hier echter was den weg gemaakt en wil mij daaraan hou- weer geheel anders. Wat den. Wees zoo goed, zoo spoedig mogelijk md nog voor tegemoetko- van paarden te verwisselen 1” Dit zeggen- edheid kon aannemen de haalde hij het raam van het portier i en nam zijn boek weder ter hand. Dat rijn bevelen niet oogcnblikkelijk 2i a hem, hoewel hoogst beleefd, tegensprak, was hem nog niet voorgekomen de teleurgestelde ge- ichten aan de hóteldeur zag hij niet. Sandro trad verschrikt en boos terug, schouderophalend beval hij de versche Wat het geestelijk leven betreft, ook paarden in te spannen en ijlde toen naar - - glamer om no_ ij, allerijl'n fleach- HM zfm HevcUngaarankte genieten. lievelingsstudie wereld zou hem hebben kunnen dwingen, „Die Éngelsche Myicri' -_2_ t- muilezel,” bromde hij en zelfs het liefste kamermeisje een arm te ge- zijn natte jas uit als 'n poedel, dii zen. „Ieder in zijn stand, steeds hooger,” gezwommen. „Hij wil vanda; wat ileegde hij te zeggen. Toen Mr. Prouting Spezzia, al regende het ook ‘ïrdrich „gedroeg," hoe hij itrekt geen acht sloeg op zijn hooge ge- hij droog in zijn rte, noch op de hooge positie, die hij ir> verdrinken of L-... had gemaakt de wereld innam, toen schudde hij het lartstochtelijkheid T*" hoofd, en vroeg ernstig het lot, wat het karakter, wenschte I op hun zadel toch bedoeld had, door zijn heer met een naar den drommel v< strezte landtongen aan de andere zijde zittencr de vlakke, door geen golfje bewogen, blau- ting, die van al het gesprokene geen woor we, droomerige eindelooze zee. HOOFDSTUK V Toen Lord Brackenbury op het punt terugkwam, van waar hij was uitgegaan, vond hij Sandro Quarante-Sette bezig de zich weder in de zacht gevulde kussens kop koffie geven, en was gereed rijn reis voort te zetten. reeds meer dim anderhalf uur verloopen Spezzia is maar een klein stadje, gelegen stapte hij uit het rijtuig.” - ge te voorschijn, evenzoo Mr. Prouting en slijkerij „de beide Vetturinide barbier die geen jij ver tijd schitterenden hemel en een onvergelijk uurwerk rijk was, wipte even in de L-3r-'- gen ingesloten, is het eene poëtische idylle r ren hier nu wel niet zoo zeldzaam, dat dit verl Borghetto steeds bej dat de gebroeders I. sardo, de ieering in zijn gunst beschouwden itvingen. Reeds lang hadden zij de hoop J voed, f gen beschouwen, en de geele kalesso bij zou hen gestald te zien, was hun diepste harte- Mr. Prouting keek den eenen spreker de wensch. i._ jr En nu, o onbeschrijfelijke zaligheid bemerkt dat men van rijn heer sprak. t Nu was hij daar en bracht zelfs een My- „Mylord is zeker opgehouden," lord inglese mede 1 Hun fraaiste kamers, hij. hun uitstekendste wijnen, alles wat zij be- _2 1. zaten, was ter beschikking van Signor San- te baat en antwoordde hem vlotweg dro. „Allright." „Mijnheer de kamerdienaar van My- „Dit kan wel zijn, maar ook wel nietDe molenaar en zijn gezin zaten juist aan den avondmaaltijd, toen de onver- met diamanten, welke Lord Brackenbury wachte gasten, met lantarens, stokken en w.. -a. j v— „j. ^ewertn gewapend, aanklopten. Ver- w w Tlnj, Sandro nep Bruna Bernardö, éen vai liet^wwadite bezoe'k'uefdegoedeman Üjd de V0rst.?00 ««t»adig... was ^ocr*cr t**^®**cn hen binnen. De drie grootste jongens u Toen hem de zaak medt- bleven als versteend zitten, hun monden 'En nu moesten Signor Sandro er.Mijn- kladde hij, dat het onmogelA was te ve<- rSdZ ^leTta, de brok^r^t^den ÓX hürim fcaro^dienMr vaB Mylord m de dwalen geen enkel dwarspad kruiste den fiesch met landwijn, het groote, zwarte Xt^kmv^i/dS koffiekamer komen, om een fiesch van straatweg. brood en de dikbuikige lamp. bewoners met m de verzoeking wilde dt<vT7”tt h”* t*^rmken'x. u "MYr het «e*nonrao8ellWid*1da! De molenaar was zoo verschrikt, dat ^^7 °F>7. 9E ontY1"8en iemand uitglijdt, en in den stroom valt, skchts met moeite hem aan het ver- uJÜES* -L. era vroolijk kwartiertje onder aangenamen weest dan dezen, men zou stekeblind j, van Spezzia Signor Sandro O ze- ee" f>l°* do°r gebracht, moeten zijn om in de rivier te vallen," |rer fcn ik Signor Sandro I Wees toch zoo begaf Mr. Prouting zich naar het postkan- voegde de Vetturino er bij, die het laatst eoed te gaan ritten Wat? Een reiziger gesproken had. „’t Iseen v,-. d» beste wat voor een reiziger Een Mylord ingfese' waarvan net adreiiaax de welbekende hand wegen in het geheele land. - - - - - -y 6 oranjegeel, ksch inkotr ,Als ik het volgende jaar met een goed op het knechtenbankje liet plaats J 2 Ll.r De lange, duistere bergkam, «olijke wer 1 geschreeuw en gej; „_B waard en de herhaalde om een vooroverhangende van Sandro, zette de geele kalesso zich Jloteeling zag men J----u- ,Is het „waar, Signor I” riep hij. „Ge- heuvels en dalen doorsneden voor zich, hetwelk aan de zeerij.- - „Zeker gebeurt het, als ik terug kom.” opstijgende damp en aan de landzijde nevel bleef hangen, hield het, zoodra tij n komen.” door een hooge bergketen werd begrensd, in het dal kwamen, op met regenen. Altijd lesch op mijn Zoo verrassend snel vertoonde zich dit nog bergafwaarts gaande, liep de straat nieuwe natuurtafereel, dat men onwüle- weg langs een hooggezwollen rivier en ein- Lord Brackenbury gaf de ledige kop keurig aan eene decoratieverandering in digde in een hollen weg, aan beide rijder - -* - een een schouwburg dacht. begrensd door terrasvormige wijnaanplan Daar strompelde een stokoud vrouwtje, drinkgeld in de hand, knikte vriéndelijk De paarden waren sterk en liepen uit- 'ingen en kastanjeboschjes. De mist hin et enkele verwarde haren, die om het ab een afscheidsgroet en de wagen reed voort, stekend de kalesso reed dan ook in snel- zoo laag en de holle weg was zoo bochtig Het oude moedertje drong naar voren, len draf vooruit, de> laatste sneeuwveld? dat er niet veel te zien viel, bovendiei „Wat heeft hij u gegeven, Tonio verdwenen en spoedig bereikte men wede: werd het duister. Lord Brackenbury ech vroeg rij. de verspreide boschjes en de door storm er ter, vermoeid door het lezen, liet een por- „Te drommel!” riep Tonio, die zeer regen gehavende dennen. Bij iedere wen .erraam zakken en scheen met eenig. trad van uit de omstanders te voorschijn rood was geworden en de hand, waarin ding van den weg zag men een ander too opmerkzaamheid de omgeving te be en trok het besje voort. de gift lag, gesloten had gehouden. Nu 2 -,- „Pardon, Signor!” zeide hij haastig, opende hij zoover de vuist, dat zij er olijftuinen brachten groene en grauwe Hij stak zijn hoofd naar buiten en beval „Wij zijn Goddank geen bedelaars Moe- even in kon zien. der is echter stokoud en kindsch gewor- Er lag een goudstuk m. nevel voor een oogenblik zich verdeelde wij nog den....” Hij hield op, nam zijn muts af dan zag qpen in de verte een streep van de Sandro en vervolgde met een blik, die herkenning De nieuw voorgespannen paarden wa- diepe, blauwe zee, die echter even spoedig schrikt uit zijn slaapje op, vemed „Zie zie eens I De Signor van ren vyrsch, de postillons hadden goed ge- verdween, alswnen haar bemerkt had. Nu zadel glijden en berichtte de feloek.” geten en.... gedronken de weg geleek daalde de weg, om zoo te zeggen, in d Lord Brackenbury lachte. een kolfbaan, en zoo liep de kalesso ge- muil van den storm neder en -bereikten zij JBn gij rijt de timmerman, die de boeg- durende het laatst; half uur in egn snel- onder een hevige regen- en hagelbui, het spriet voor mij kalefaterde. Het was bij het len draf tusschen de duinen en de zee. naaste pesthuis. F begin van het nrwe weder, en zal een week Hierop '_J _r of zes geleden rijn.” groeide voorgebergte, dat het vergezicht exide postknecht nam zijn hoed af tot op niéi „Op het water gaat de Signor in een -* J- J- notendop, terwijl een orkaan waait, en tJ- L paarden bespannen koets, als de zee vlak en de hemel helder is.” „En waarom niet Hebt gij als gij zeilt ook niet liever een fiksche bries, die het voet boven de oppervlakte der zee, een ■ril doet zwellen, als gij uitloopteenzaam en verlaten gelegen posthuis, De visscher haalde de schouders op. waar Sandro Quaranta-Sette stilhield, „Had het toen een klein weinigje ge- van paarden te verwisselen. Van hier af staan. De wej waaid, de Signor zou met de boor en allen klom de weg voortdurend, immer stijler, grensd door 1 die er op waren, daar op die klippen ver- totdat hij op een bergvlak uitliep, waar land t -a_ n-1i-.u ieen troep werklieden juist bezig was, den strekt, t beschadig- straatweg van de verschgevallen sneeuw te heuvelen ingesloten, waar zij weder var reinigen. In een natuurlijke grot in de rots paarden verwisselden. hadden zij een vuur aangelegd,waar zij te- Voor een zindelijke, net uitziende her- ;et vens ter eere der festa een olijf 1 J ijk ruw gesneden beeld, de Madonna voor- waardin en de in een vaal zwart gekleede den nek kan breken als op het water, voor stellende, hadden tentoongesteld. namelijk als men op wegen reist, zooals in Lord Brackenbury steeg i dit gezegende land van bergen en dalen, met de lieden een gesprek aan, terwijl de t< L.' 1J__ 1 t-ïit-_ J-— i zeker met een vaartuig." aan hun vuur, proefde hun zuren wijn en zich aan het portier vertoonende. Dc visscher lachte- Vsssn Hii «Fsifn M4 „Signor heeft de feloek te Genua voor ren muntstukjes. anker gelaten P Lord Brackenbury schudde het hoofd, dat hij een braven Signor was. Mr. Prou- „Borghetto vreg hij. „Nu, wat is daai maal gereed maken. Gij kunt ook naar het „Van dit jaar kom ik niet meer op deze ting was echter nog meer verbaasd dan voor bijzonders aan, dat wij in Borghetto postkantoor gaan en vragen of er brieven kust,” antwoordde hij, ^n daarom heb ik gewoonlijk. Dat zijn heer zoo vertrouwe- zijn? Ik dacht, dat wij al m Spezzia waren.” zijn, Prouting.” de feloek maar weggegeven.” .ijk met gemeen bergvolk sprak, ja zelfs „Goede hemel, wij zijn nog minstens Mr. Prouting, die Msh had gereed te- laffe praatjes, laster en ondanks alle dat in Spezzia, en....” van zijn heer, kon hij Mylord fronste de wenkbrauwen. „Ik toch zoo iets niet van hem gelooven. Overi- heb gezegd, dat ik wil doorrijden,” zeide .2 U22 TV kok varAorlin» zijn bezittingenHier echter _was den weg gemaakt en wil mij daaraan bou de verhouding 22-2, men in Engeland nog votjr tegemoetko- van paarden te verwisselen Dit zeggen- aliaansch als wij.” mende genade en goedheid kon aannemen de haalde hij het raam van het portier - -- Lord Brackenbury lachte. Wellicht was in net buitenland doodeenvoudig ge- op en nam zijn boek weder ter hand._ vermaning, bleven zij een oogenblik hand dacht hij, en niet ten onrechte, dat hij brek aan goeden smaak. Mr. Prouting T in hand staan waarna zij, door hetzelf- het nog beter sprak. Niet alleen sprak daarentegen had geen gebrek aan goeden werden uitgevoerd en men de gevoel gedreven, plotseling als antilo- hij het zuivere Toekaansche Italiaansch. smaak. Zijn gevoel deed hem steeds naai pen.de vlucht namen en tusschen de boo- hetwelk beschaafde reizigers zich spoedig hooger trachten hij gevoelde iets edels. ten verdwenen. e*?en maken, maar even gemakkelijk sprak iets aristokratisch in zich, in één woord, zichten aan de hóteldeur zag hij niet. Lord Brackenbury zag hen na en een hij het zachtvloeiend, slepend Napoli- hij gevoelde, dat de natuur in hem een donkere wolk gleed over zijn gelaat. Was taansch, het hardt Venetiaansch, het bar- edelman had geschapen, dit nu de onbaatzuchtige eenvoud van baarsche Boulogneesch, en zelfs de Pie- V2-. L.. B1tr Mn onbedorven jeugd?Waren dan de bloe- monteesche brabbeltaal. De verschillende daarin stond Mr. Prouting op een zuiver de gelagkamer, om n< MOM van de ongekunstelde, vrije natuur volks dialecten en eigenaardigheden van behoudend standpunt geen macht der ie van 1 ook reeds hebzucht en ijdelheid. Zou de Italië had hij zich tot een 1' 12 oudheid ook eens met Felidti’s en Gio- gemaakt, en verscheidene Italiaansch. rich onder livereiknechts te mengen, of als een vanni’s bevolkt zijn geweest? volksliederen, die in het Engelsch ver- Ach, zeker wel. O wereld, nietige wereld taald, in het „Parthenon" opgang maak ■b een Sodoenappel van buiten, verleide- ten, waren uit rijn pen gevloeid/Dit Mjk. van binnen slechts asch. Hij stond echter een op en wandelde voort, menigmaal bleef en zijn uitgever, hij t lange streep van land en water aan de Brackenbury ooit eene rijde de met waaierpalmr--J* klippen, het glinsterend zand, de uitge- De postillons schrijlings ide, luisterden en lacht volgde een pijnlijk stilzwijgen. „Prouting, geef mij de kleine re- van hetgeen zij spraken zij hadden voor „Dan is het tijd, dat wij lantarens ne- rg* ofschoon het wel overbodig zal hem bereidwillig plaats gemaakt en vrien- men en naar hem uitzien,” zeide Bruno I nu, vriend, rijdt door, en tracht delijk gegroet, hij was ten minste nu niet Bernardo. edig^mogelijk te Spuria te ko- dood alleen. Eenige minuten verliepen nog, vóórda’ „Wat een hondenw;der!” zeide de bar- men de lantarens had gehaald en aange- rijn borstzak, knoopte zijn overjas tot aan stak, maar het dadelijk terugtrok. „Het Sette een lang touw opgezocht en zich Jz. den hals dicht, drukte zijn hoed inde regent alweder dit om het lijf gewonden. De andere na- oogen tn begon stevig door te stappen. „Wat een weder f’ herhaalde Sandro men stokken en knuppels, terwijl de beide Edl Jachtpartij bij Mr. Prouting en Sandro Quaranta-Set- Quaranta-Sette, huiverend. „Onze En gebroeders Bernardo hun geweren over te namen hun plaatsen weder in, de postil- gelschman krijgt vandaag een gratis ?>ad.' den schouder wierpen. En een eind weegs „Een Engelschman houdt van regen „evolgd door mannen vrouwen en stal- De bekende Nederlandsche reiziger de dan is hij in zijn element," helderde de jongens, begaf zich de optocht op weg |leer Ph. C. Visser en‘rijn vrouw is weer, apotheker, op, een lange, magere mar. den vermiste te zoeken. 1JMr Britsch-Indië Vertrokken om nieuwe Regen en wind hadden rij naar het was zoo donker, dat t- 2j2j een el vooruit kon zien. Een onaan genarae, sombere nacht, zelfs voor die genen, welke van lantarens waren voor - - - zien en lederen steen van den weg ken reuen we nu uwg muwn De apotheker schudde het hoofd h: Jen hoeveel te onaangenamer dus voor jitfant, vlak achter het reusachtige dier, 'J“ 1 en vreemdeling, die onbekend met den waarop de oude heerseber zat, omringd - -L- -ui n -voMde hij er opeim gewicht; veg, van een tegenovergestelde zijde door hovelingen in warm getinte Inmiddels was het weer opgekiaard. De gen toon bij. „Het jaar is bij hen in twe. „wam. kleederdracht, voorafgegaan door zijn -„Ik had niet gedacht, dat het zoo don- speer-en wapendragers. En wij werdén het en.yijf maanden hangt er een dikken ker was,” meende Sarfdro. gevolgd door andere olifanten, door een Een van de hotelhouders schudde het stoet van edelen te paard en op kameelen, ..oofd. door afdeelingen lanciers in hun kranige „Wij hadden reeds vroeger moeten uniformen, door drommen voetvolk met gaan,” zeide de ander. hun roode, gele, bruine, paarse, oranje Een tijdlang voerde hen hun weg langs tulbanden. En die eindelooze, fantastische een haag van olijfboomen want de olijven hteunijke stoet siingerde zich langs J* rijke Engelschen kome" zjjn voor Spezzia, wat de oranjes voor Sa- beboschte berghelling omhoog. En als i rento handelsvruchten. Daar, waar het dal nauwer werd, be- edelen, dan werden onmiddellijk de han- men het ruischen van den berg- jen jaamgebracht, hoog bovervhet hoofd stroom te hooren, maar noch het water in geheven in de richting van den vorst en .n. 1 w*ï 'uide klonk, soms uit vele monden tege- zichtbaar, alleen de slijkerige, met gater ujk Wat gij Kgt, is wel gezegd.” w-b" T Daar waar de „Jungle” dichter begroeid 'Waar hebt gij lantarens te onderscheiden. Bij iedere hon- Was, maakte Maharane's olifant ruim baan ylord verlaten derd pas bleven zi) staan, riepen en luis- Met fOTSChïn greep brak hij met rijn slurf Vnrwe^ dt 0“d< brUg d*“ terden 040 «in«en «1 weder voort> takken dik als een arm van de boomen «P weder te blijven staan, te roepen en te trok de in den weg staande struiken tri’ x, luisteren. Zoo voortstrompelende, de den grond. op zijn horlogë. „Nu, dat lantarens dicht bij den grond houdende, dan ik dacht. Ik dacht dat iedere plek van den weg onderzoekende, Ier geluid stilstaande, rechts en links in de duisternis starende, menigmaal een opmerking of *n teleurstelling uitende, kijkende zonder iets te zien, luisterende “u '-'-Li uajiMoui vuavrvu vaak uyvsvu wvn ;er, angstiger wordende^naarmate Mogol-keizers regeerden over Indië. Ier togen. Eindelijk kwamen zij Trouwtns deze oude vorst van Udatput aan den molen van Pyra, ongeveer een leeft en denkt zooals men leefde en d^ half uur vóór de andere brug gelegen en i50 of 200 jaren geleden. In het hart van een kwartier van de plaats, waar Lord Indle u gooiets nog mogelijk zonder dat Brackenbury was uitgestegen. de samenleving wordt ontwricht. De la- ..Hij.moet daar erge is beneden ain, diër immers, zoolang hij niet wordt mee gesleurd in den maalstroom van het mo los te maken en kan dat ook niet, uit het kastenverband. De schoenmaker, potten- stroom, ongeveer honderd voet beneden b;jt*potte“nMbewr‘kthe’th^t.z^bhUS neden een hobbelige rijweg en een steil voetpad. Mr. Prouting en de apotheker, onver- schillig of zijn fraaie jas door het slijk of 2ijn generaties. en zelfs tn de wijze van Z2 aoornboschjes werd beschadigd, - - - na den anderen aan al spoedig had hij haastten zich den rijweg af te dalen. San- dro Quaranta-Sette, de gebroeders Bernar- Mylord is zeker opgehouden,’ zeidz do en de anderen namen het kortere voet- pad. Sandro nam dadelijk al zijn Engelsch „Alright” „Mijnheer de kamerdienaar van My- „Dit kan wei %ijn, maar oox wei mei lord? En Mylord-zelf? Wat? Kwam hij Hijdacht natuurlijk dadelijk aan den gord:' te voe Mijn hemel, wat eVn exentrici- i__: 222I2._.2_ teitbedaar, Guiseppe, Gianino, Pietro bij zich droeg. „Kan Mylord zich ook in Komt hier, komt hier Naar boven met den weg vergist hebben vroeg hij. de bagage van Mflord Dadelijk in alle :zz~ -*- kamers vuur aanmaken, lichten aansteken; de tweelingen hij was koerier geweest en oogenbhkkelijk moet de kok het heer- sprak Engelsch. Ti T Lijkste diner gereed maken FJ gedeeld was, betrok ook rijn gelaat en ver- van verbazing' wijd" geopend en ais vër- terugkwam, van waar hij was uitgegaan, beurt het vond hij Sandro Quarante-Sette bezig de paarden te helpen inspannen. Hii wierp „O, gij moet zeker terug komen.” zich weder in de zacht gevulde kussens „Drink intusschen een flt.J. van de oranje-geele karosso, liet zich een gezondheid. En nu, voorwaarts - r - - terug, betaalde, stopte den visscher de wagen reed voort, stekend de kalesso reed dan ook in snel- zoo laag en de holle weg wm too bochtig gegeven, Tonio verdwenen en spoedig bereikte men wede- werd het duister. Lord Brackenbury ech drommelriep Tonio, die zeer regen gehavende dennen. Bij iedere wen i— a_ i a 2;ng van den Weg zag men een ander too neelwijngaarden, kastanje boschjes en schouwen. 2 2—1 groene en grauwe Hij stak rijn hoofd naar buiten en beval groepen in het dal te voorschijn, en als de den postillon stil te houden. „Hoever rijn nevel voor een oogenblik zich verdeelde, wij nog van Spezzia vroeg hij. dan zag men in de verte een streep van de Sandro Quaranta-Sette sprong ver- -'liet zich uit den berichtte, dat het onge- Z- -Z-* „En doorgaans een goeden weg?” „Zoo goed als deze, Signor.” „Een naderen weg?” „Pardon, Signor, een anderen weg is 'u, et, altijd rechtuit” „Ik bedoel of er geen kruiswegen rijn j „Geen enkele Signor, de weg leidt regel- l, vwriuiavnu wij, „Goéd, open het portier. Het overige m a4*we ii n wmêl «V «■Mweetmlmwa ---w--- „Wandelen zoo ver en nu het reeds zoo legde een vouw in xijn ouex, 101 waar nij had gelezen, stak het deeltje in een zak van het rijtuig en steeg uit. „Rijd maar door zeide Hf. „Ik zal spoedig volgen. Ik ben koud en stijf ge worden en daarom zal een wandeling mij „Was het niet beter, Signer, aoo wij tapvoets doomden Het kan wefc beginnen te regenen, en Lord Brackenbury viel hem ongeduldig ji tn de rede, „Het weder ia nrij ouverschil- Hierna zich tot zijn kamerdienaar wen- icncc, xeiae mj: „Zorg dat de kamers be hoorlijk verwarmd rijn en laat een tniddag- 21—L_1 voor bijzonders aan, dat wij in Borghetto postkantoor gaan en vragen of er brieven „Goede hemel, wij zijn nog minstens Mr. Proutmg, die Mate had gereed tt- I ylord is zoo koppig mde hij en schudde die pas had g nog naar geheim gebleven tusschen kieir ag, hoe Mylord zich „gedroeg,” 'hoe hij natuurlijk wat kan het hem schelen, als :gever. Zijn eigen broeder hac volstrekt ^een acht sloeg op rijn hooge ge- hij droog in rijn rijtuig rit, of wtj^buiteaog van zijn Italiaansch hij Lord Brackenbury ’óór vier en twintig uur Bi een oranjegeele koets verloopen waren. Om zijn ergernis wat plaatsen en een jaarüjksch inkomen var te doen bedaren, nam hij echter verbazend J a.-lf__ flmtaam «mm «4aM frrwef. mn terwijl hgt hem, Samuel James Prouting heul I nemen. -- de be- spannen, de flesschen geledigd ,dan neem ik je mede naar Civita Vecchia alles verdween nu. De weg begon te da- i een door panorama \-igen plasregen. Het was echter maar een ide door de bui, want ofschoon rondom een dikke door een hooge bergketen werd begrensd, in het dal kwamen, op met regenen. Altijd 2722L _222t l_„ 2 J nieuwe natuurtafereel, dat men onwüle- weg langs een hooggezwollen rivier en ein- _j aan eene -decoratieverandering in digde in een hollen weg, aan beide rijder een schouwburg dacht. begrensd door terrasvormige wijnaanplan De paarden waren sterk en liepen uit- ’ingen en kastanjeboschjes. De mist hin

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1925 | | pagina 13