I
„ONS BLAD”
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon:
T
fc'
r*
FEUILLETON.
MISDAAD EN STRAF.
UIT DE PERS.
Tegen Legende-vorming.
AbonnementeprUsg
Kr HwirtAtf vrtor AlkoMM t
foor builen Alkmaar ..If
Met Oedlustreerd Zowdufubli
HET NIEUWE KABINET
EN DE LANDBOUW.
w k !f X—
5 rs ar t f iw
F ‘w 0 00 f booger.
Het nieuwe Kabinet.
Me 171 POSTGIRO IWW. Diaedag 4 AMftWfttWi im POSTGIRO XM86& ]»e JwigMf
yi.
Aevertentieprljgi
Van l>—5 regels 4 1.25; elke regel meer f 0.25? Yectaft
per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod* bg va?
uitbetaling per planning f 0.60.
allo abonrté*» wordt op nvragw gnrtio eert poli* vorwtrekt, welke hen verzekert togen ongevallen tot een bedrag van f 600,—, f 400,—, f 200,—,'f1OO,—f 60,f 35,—, f tip
slagen pa<J om den landbouw geheel aan zjjn
lot over te laten.
ZIJ die heengaan.
"4
Coign
G.
1
in
Red. „Hdbl.
=(0)=
UIT HET DUITSCH.
dergeljjke inrich’
vaardigd achten,
lijk hebben.
In het „Handelsblad'' van 29 Juli schreef
de redactie onder het opschrift „Merkwaar
dig onderscheid” het volgende:
Intusechen was aldus sclirjjft „De Maas
bode” de legende al weer gevormd. Het soc.-
de benoe-
De Geer-tot minister van
ie raken in dit opzicht eenigs-
keek naar het kind en schud-
het hoofd, doch vóór hjj tijd
I
>ns bjj de „goede
iet in het alge-
j met
leren
i
De armvoogd
.Ho* toéval wild.
Waaneer er één volksdeel ie, dat rich onr
bevredigd gei
nieuwe minis!
land- en hrinbouwende bevolking
tebel
ten van Limburg van f
voeriger verslag geeft d
het gedeelte
„Het verheugt ons, dat het onderscheidt,
dat ons had getroffen, niet bestaat. Blijkbaar
moet dus het verslag der Statenvergadering
op dit punt foutief rijn geweest Anders is
het antwoord van Dr. Dubois aan een der
sprekers niet te verklaren.”
Het wgf begreep zjjn bedoeling dadelijk.
Zg lachte heeseb en rakelde het vuur in den
kachel op.
Die kosten zouden wat hoog loopen, zeide
rij. U begrijpt wel, dat ik daarbij mijn goeden
naam op het spel zet
Je goeden naam? vroeg-de armvoogd, die
zijn gewonen zalvenden toon vergat. Je
hebt geen andere kinderen bij je in den kost
en ik denk niet, dat men er ooit weer een
bij jo besteedt
Zooveel te erger, als ik het kostgeld van
dit kind niet meer ontvang.
Kom in dat geval bij mg, dan zal ik je en
ondersteuning uit de armenkas geven.
U betaalt mjj later wel uit een andere kas,
zeide zg met een blik, die hem deed ontstel
len. Alle tijden hebben weertgden, en ’t kon
gebeuren, dat menschen, waarop u vandaag
met verachting neerziet, u morgen boven het
hoofd waren gegroeid.
Bliksemsnel kwam bjj hem de gedachte
op, dat zg iets wist van de papieren, die in
de cassette waren.
Wat is dat? vroeg hg met rauwe stem.
Wat wil je daarmee zeggen?
Het wgf streek beur grijs hoofdhaar naar
achteren, keek hem bedaard aan en zeide:
Niets! U heeft immers een gerust gewe
ten?
Je ontwikt mijn vraag; geef mg een be
hoorlijk antwoord.
Vraag maar, ik tal wal antwoorden!
De Morgen bljjft de opdracht aan den hwer
Coign en het niet bijeenroepen van de r.-k..
kamerfractie door haar voorritter, voordat
deze rgn advies aan de Kroon gaf, een ern
stige fout achten.
„Dientengevolge stond de Kamerfractie
feitelijk voor een fait accompli en was bet
haar welhaast onmogelijk zakeljjke motie-
ven aan te voeren voor een weigering van
steun: indien de heer Coign maar zorgde
met een aannemelijk „program” te komen,
was door het aan de Kroon gegeven advies
en do voorloopige aanvaarding der op-
dracht zijnerzijds, bet Kabinet-Colijn inder
daad het eenig mogclijk rechtsche Kabinet
geworden.
De heer Colijn schijnt dus voor zulk een
program te hebben zorg gedragen.
Wij hebben het niet gezien; we weten
niet wat er in staat; op de geruchten af
gaande, zou men moeten aannemen, dat
het onder meer een belangrijke besparing
op de militaire uitgaven bevat.
Voorts ons zal de toetssteen van het
bedoelde program, waaromtrent wij wèl
vernamen, dat het menig lid der Kamer
fractie weliswaar bevredigde maar dau
toch altgd met het voorbehoud; „wie wir
er auffassen”, de houding zijn, welke er
uit spreekt ten opzichte van de herziening
van het bezoldigingsbesluit in het bijzonder
en van het vraagstuk der sociale recon
structie in het algemeen.
Wjj willen eerlgk erkennen, dat wjj ten
opzichte van het eerste punt niet zonder
vrees zijn en ten aanzien van het laatste
eigenlijk in het geheel geen verwachtin
gen hebben.
Aangezien „De Nederlander” in den
laataten tijd niet onduidelijk eeri andere
politiek ten opzichte van het Bezoldigings
besluit heeft voorgestaan, zou de benoe
ming van jhr. mr.
binnenlandsch)
zins hoopvol kunnen stemmen; doch ah
wij Colijn, die nooit meer dan het gladstrij
ken van cenige plooien heeft willen toe
staan, nog aan financiën zien en ender de
Katholieke ministers een ir. Bongaerts, die
de maatregelen ten behoevo van dep veili-
gen gulden in zijn verkieziugsredevoeriu-
gen ten zeerste heeft toegejuicht, dan aar
zelen wg toch te gelooven aan een werke
lijke wegneming van datgene wat wij, in
overeenstemming met het Katholiek Pro
gram van Actie onjuist en onbillijk achten
in het Bezoldigingsbesluit.
Wat aangaat de sociale reconstructiepoli-
tiek. zijn de verwachtingen van het blad „be
neden nul”. Het wil echter eiken maatregel
van het kabinet objectief beoordeelcn. Het
dringt verder aan op publicatie van het pro
gram. Anders zou het bij velen bestaand»
wantrouwen worden versterkt.
is u bekend. Zooals ik gezegd heb, alleen
onder voorwaarde, maar dan zal ik zorgen,
dat dc zaak spoedig iu orde is.
De armvoogd baalde zijn portefeuille te
voorschijn en haalde daar een blaadje papier
uit. Hij meende aan haar verlangen zonder
gevaar te kunnen voldoen, want hij was
voornemens het geld te betalen. Misbruik
kon zij van de schuldbekentenis niet maken
dacht hg; het was alleen om de betaling
te verzekeren, daarin lag niets vreemds.
Goed voor honderd thaler, Hubert Ka-
ternberg, schreef hg op het blaadje en reikte
het over aan de vrouw, dio het zorgvuldig op
vouwde en in de tafellade wegborg.
Wanneer denk jc het geld te komen haten?
Over acht dagen.
En is er geen gevaar bg?
Volstrekt niet, antwoordde zij beslist. Het
is niets bijzonders, dat een klein kind ziek
wordt en dan sterft eri met den armen
dokter zal ik de zaak wel in orde brengen,
dat loopje moet men weten.
Nog wat! Het kind moet onder jou naam-in
het register worden ingeschreven.
Ik zal er voor zorgen.
Goed, zeide hg tevreden en greep nu naar
zijn hoed. Ik reken op je stilzwijgen; als je
mg in ongelegenheid bracht, zou ik je verplet-
teren. Je weet, ik heb daar macht genoeg
toe.
d knikte en stapte naar buiten
J». dat 4e dokter fciat de trvt
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
dem. hoofdorgaan „Het Volk” zag er ander
maal een welkome gelegenheid in om op de
Roomsche provincie af te geven en kwam
Zaterdagavond met een prent van Jordaan.
Voor de poort van de „Lnnb. R. Kath. Sana
toria” (Provinciaal Gesubsidieerd) wordt een
niet-R. K. patiëntje door een kloosterzuster
afgewezen waarop de T. B. C. tot het kindje
zegt: „Ga maar met mij mee, kleintje
Na het bovenstaande is commentaar op
deze voorstelling wel overbodig.
Men ziet echter weer hoe gemakkeljjk en
boe spoedig het klaar gespeeld wo;dt om te
gen hot R. K. Limburg een relletje op te zet
ten.
ivoelt na de vorming van het
iterie, dan is het_ zeker wel de
en ieder
die bet wel meent met het groote belang van
den landbouw in ons land.
Wjj durven dit reeds thans constateeren,
omdat niet alleen niet is vervuld de in land-
bouwkringen zoo sterk naar voren komende
irenech, maar zelfs in geen enkel opzicht met
het landbouwbelang schijnt rekening te zjjn
gebonden.
Hoe gaarne wjj ons overigei
pen”, die het nieuwe kabin<
meen heeft, willen aansluiten, kunnen wg
nalaten om onze teleurstelling ten di
opzichte tot uiting te brengen.
In landbouwknngen was de hoop, dat
zekere wenschen nu in vervulling zouden
gaan, weer verlevendigd door het feit, dat
voor den afgetreden Directeur-Generaal dr.
P. van Hoek geen opvolger was benoemd.
Het onvervuld laten van deze hooge functie,
wat niets minder scheen te beteekenen dan de
opheffing van de Directie van den Laivibouw,
deed n.l. veronderstellen, das bjj de vorming
van een nieuw ministerie een afzonderlek De
partement van Landb. zou worden ingesteld.
Wel was die hoop niet onvenpengd, want de
instelling van een Commissie, van onderzoek
op welke manier nog meer op landbouw be
zuinigd zou kunnen worden, weee er nu juist
niet op, dat ten opzichte van den landbouw
een mildere houding zou worden betoond.
■tn- f Maar niemand durfde desniettemin te den
ken, dat men den landbouw alles zou ont
nemen.
Reeds jaren was op een afzonderlijk De
partement aangedrongen. Een derde deel van
ons volk is in land- en tuinbouw werkzaam;
dezen zeer uitgebreiden tak van volksbestaan
komt zeker toe de bijzondere zorg der Regee
ring, niet alleen in bet belang van het be
trokken volksdeel, maar in het belang van
bet land zelf, het landbouland bjj uitnemend
heid.
Tot heden kwam er van bet vervullen van
dezen wensch niets en werd de Landbouw in
gedeeld bjj een ander Departement, het laatst
bij Binnenlandsche Zeken. Gelukkig
men een apeciale afdeeling met aan h<
enden ebef, den overal revierden
I minister en
met hem als Directeur-Generaal, werd de
gebeurtenissen van 1918; op de bevrjjding
van het Onderwjjs uit zgn financieele moei
lijkheden; op de handhaving van de weer
macht van den Staat onder moeiljjke om
standigheden; op de opening tusschen Ne
derland en Indië; op het krachtdadig her
stel van een financieelen toestand, die
ook over ons land grooto verwarring
dreigde te brengen.
Ook fouten zullen worden ontdekt, het
meest misschien fouten van nalatigheid.
Maar tegelijk zal erkend moeten worden,
dat sinds 80 jaren de omstandigheden in
ons land niet zoo moeiljjk geweest waren,
als in de jaren 1918—1925 het geval was.
Alles bijeengenomen voegt ons dan ook
bjj dit heengaan aan den aftredenden pre
mier en zgn ambtgenooten een woord van
warmen dank voor hun toegewjjden arbeid
5n het belang van Land en Volk.
af kwam.
Ziedaar den braven jongeling! riep de dok
ter spottend uit. Bjj Zeus, die spelonk schjjnt
een bijzondere aantrekkingskracht op je uit
te oefenen!
Katemberg begreep dat hg met grofheid
niet tegen zjjn zwager behoefde te beginnen.
Hij wild© hem daarom door voorkomendheid
ontwapenen en zeide op vriendelgken toon:
Zoo kon het wVl schijnen, als ik geen arm
voogd was. Het is een moeilgk ambt, maar de
Christenplicht gebiedt mij het naar behooren
waar te nemen.
Nu ja, en bet loon daarvoor wacht je biet
boven? vroeg de dokter spottend.
Spot niet, het berouw mocht te laat komen.
Kom je ons niet eens bezoeken? Emma gaat
morgen met den kleinen Johannes naar bui
ten; zg zgn beiden niefc recht gezond en het
zou haar een genoegen zgn al zg haar broe
der voor het vertrek nog eens hartelgk de
hand kon drukken.
Gaat Emma mee? vroeg de dokter. Sap
perloot, wat ben je plotseling een liefheb
bend echtgenoot geworden'. Als je dat vroe-
waart geweest, zou je vrouw misschien uu
niet noodig hebben om naar buiten te gaan
en daar herstelling te zoeken.
Hubert Katemberg fronste bet voorhoofd
tijn pogen flikkerden van verbeten woede,
(Wordt vervolgd^
Katemberg
de misnoegd
had iets te zeggen, had de vrouw reeds het
.woord genomen.
Ik kan niet altgd naar haar kgken, prut
telde z|j. Als ik mjj omdraai, loopt zg weg
en dan hebben de buren er een grooten
mond over.
Je eigen schuld, antwoordde Katemberg
(Verontwaardigd. Waarom ziet bet kind er
■iet wat knapper uit?
Het wgf schoof den stoel met het kind in
het zijvertrek en sloot de deur daarvan.
Waarom? vroeg zjj honend. Omdat ik geen
geld heb om betere kleeren voor baar te
koopen, u geeft het mij niet! Zulk een kind
m een last, dat veraeker ik u!
Ja, het is een last, zuchtte hjj.
Dien u gaarne kwjjt zoudt willen zjjn, hé?
De armvoogd ontweek den blik van haar
grijze oogen, die vorschend op hem bleven
rusten en hield zich bezig met het verschik
ken van zjjn witte das.
Je hebt mg eenige dagen geleden gezegd,
dat het kind niet recht gezond is, zei hjj
zacht en daarbjj haperde zjjn stem. Ah het
.KUtie riek wordt zal ik de kosten betalen.
Mr. van Haastert noemde in de „R. K.
Boerenstand” de verschillende maatregelen:
onderzoek naar de wjjze waarop nog meer
bezuinigd zou worden, geen nieuwe Directie
van den Landbouw enz., een „slooping”, en
inderdaad zou het dit ook zjjn. De groote
vraag moet echter gesteld worden:' Door
welke overwegingen wordt men ten dezen op
zichte in Regeeringskringen geleid?
Neen, wjj kunnen nog steeds niet aanne
men, dat men zoo dwaas zou zjjn en daarom
willen wg ook nu nog geen verdere conclu
sies hekken dan die welke wjj boven stelden:
de samenstelling van dit ministerie is voor
den landbouw een teleurstelling en de per
soon van jhr. de Geer biedt geen waarborg,
dat de landbouw in hem zal vinden de
kracht, die voor de behartiging van zjjn be
lang zoozeer van noode is.
Niet genoeg kan er daarom op aangedron
gen worden dat de Directie van den Land
bouw wederom ontvangt een energieken
leider voor deze afdeeling en dat mede
wordt gebroken met de wijze, waarop
de laatste jaren de staatszorg zich over
dezen uitgebreiden tak van volksbe
staan uitstrekt, misschien beter gezegd:
zich niet uitstrek t. Land- en tuinbouw heb
ben heuseh den steun van vadertje Staat nog
noodig en in het belang van land en volk
zelf is eenige meerdere Staatszorg wel de
gelijk goed besteed.
Laten wij nogmaals het beste hopen.
Intusschen mag deze teleurstelling geen
reden zijn om geen vertrouwen te stellen in
deze Regeering ten opzichte van haar alge
meen© taak: de behartiging van het lands
belang volgens de Christelijke beginselen.
Het is dér Katholieken plicht de Regee
ring te steunen. Dit behoeft echter niet te
verhinderen, dat er meer en meer algemeen
op aangedrongen wordt, wjj zouden zelfs wil
len zeggen: dat geëjscht wordt een grootere
zorg voor land- én tuinbouw en dat dien
land- en tuinbouw datgene toebedeeld wordt,
waarop hij recht heeft, wat ook in het alge
meen landsbelang hoog noodig is.
Het „Handelsblad” sehrjjft hier, zonder van
aden werkeljjken toestand op de hoogte te
zijn en enkel afgaande op een onjuist verslag,
dat zjjn Maastrichtscbo correspondent aan de
Amsterdamsche redactie toezond, eenige in
sinuaties noer .lie kant noch wal raken en
waarvoor geen reden aanwezig is.
De enkele bewering dat het gesutaidieei de
sanatorium te Hom geen Protest an tsche kin
deren beneden de 14 jaar opnemen is een ver
keerde voorstelling van zaken. Hierdoor toeh
wordt het idee gewekt dat er verschil ge
maakt wordt tusschen Roomsche en Protes-
tantsche kinderen. Terwgl het Sanatorium
geen enkel kind beneden de 14 jaar, noch
Roomsch noch Protestant, opneemt ter ver-
De hoefdinspecteur tit. van de Volksge
zondheid voor de Kinderhygiëne en Tuber-
culose-bestrjjding dr. Eykel wees het „Han-
delsblad” op het verkeerd weergeven van den
toestand op Sanatorium-gebied in Limburg.
Hij schrijft het volgende:
„Er zjjn in Limburg drie Sanatoria tot ver
pleging van tuberculose-ljjders, en wel de vol
gende:
1. Te Hom, Sanatorium van de R. K. Ver-
eeniging „Het Limburgsche Groene Kruis”.
2. Te Vsnlo, Maria Auxiliatrix.
3. Te Gennep, Maria Oord.
Deze Sanatoria ontvangen van de Provin-
cie geen subsidie; alleen heeft de provincie
voer de stichting van het Sanatorium te
Horn een bedrag van 75.000 geschonken.
De Provincie draagt echter wel bjj in de
verpleegkosten van on- en minvermogende
ingezetenen der Provincie Limburg tot een
maximum van S dier kosten, wanneer deze
patiënten in een Sanatorium in Limburg wor
den verpleegd. Hiervoor is zelfs een bedrag
van f 20.000 door de Staten toegestaan.
Omtrent den aard van de personen, die in
de bedoelde Sanatoria kunnen worden opge
nomen, geldt het volgende:
1. In het Sanatorium te Horn worden op
genomen mannen en vrouwen van alle ge
zindten. Kinderen beneden de 14 jaar, zoowel
Roomsche als niet-Roomsche, worden niet
opgenomen, omdat het Sanatorium niet daar
op is ingericht;
2. In het Sanatorium te Venlo worden op
genomen meisjes en vrouwen van alle ge
zindten. Jongens van alle gezindten tot den
leeftjjd van 10 jaar; in bijzondere gevallen
kan deze leeftijdsgrens worden overschreden.
3. Te Gennep worden opgenomen meis
jes en vrouwen van alle gezindten.”
Het „Handelsblad”, dat zijn „Merkwaardig
Onderscheid” als eerste bericht op de voor
pagina van bet le blad plaatste, heeft het
schrjjven van dr. Eykel op de 6e pagina van
het Zaterdagnummer onder de „Ingezonden
Stukken” gerangschikt en voegt er de vol
gende noot aan toe:
Tot den Gedeputeerde, dr. Dubois, is het
blijkbaar doorgedrongen, Jat het niet aan
gaat een onderscheid te maken, als hier ge
schiedt „Men zou kunnen zien, of daarop
niets te vinden is, daar hg er niet voor is die
kinderen buiten de provincie te laten opne
men”, zeide hjj blijkens ons verslag. Van al.
te grooten jjver om recht te doen aan deze
patiëntjes getuigt bet weliswaar nog niet,
maar het bewijst dan toeh, dat hjj inziet, dat
hier iets in hooge mate onbillijks geschiedt.
Laat ons hopen, dat daaraan nu zoo spoe
dig mogelijk een einde komt. Er is geen en
kele reden, om niet-Roomschen in Limburg
te behandelen als een soort burgers van
de tweede klasse.”
zij tartend, maar zoek achter mjjn woorden
niets meer, dan ik reg. Moet het spoedig ge
beuren met het kind?
Katemberg knikte toestemmend, terwijl bjj
door de smerige ruiten op do binnenplaats
uitkeek.
En hoeveel betaalt u?
Zooveel als de kosten bedragen.
En niets voor mjjn moeite?
Vijftig thaler.
Weinig genoeg. De koeten kunnen even
zoo veel bedragen.
Goed, honderd thaler dan, zuchtte hg, je
zult ze hebben!
Wilt u mij dat op schrift geven?
Ben je gek wgf?
Integendeel, ik ben zoo verstandig dat ik
zekerheid wil hebben.
Mjjn woord moet je voldoende zjjn.
En als dat voor mij niet voldoende is?
Dan zou een schrifteljjke belofte je weinig
baten. Wat zou je daarmee doen? Je kunt
mjj toch niet aanklagen, omdat je zelf
Laat het zoo zjjn, zoo het wil, ik verlang
een schriftelgko belofte, zei het wgf op vas
ten toon. Een paar regels met uw handteo-
kening er onder; als u mjj betaalt, ontvangt
u het papiertje terug.
Maar waarom dan? vroeg hjj ongeduldig.
Zulk een belofte wordt gevaarlijk, als zg in
verkeerde handen valt
Wees daar niet bang voor, viel zjj in. Ik
*•1 het oned bewaren, erf dat ik awngen kan
Onder dezen titel wjjdt „De Standaard”
een hoofdartikcl aan het ministerie-Ruys, dat
heengaat, al behouden ook twee zjjner le
den een portefeuille in het nieuwe kabiuet.
Zeven jaren achtereen voerde het het
bewind. Want al gewaagt de officieele
Staatsalmanak van een Eerste en een
Tweede Ministerie-Ruys, <fie onderschei
ding kan nauwelijks door den beugel.
Strikt genomen is al dien tgd het in 1918
gevormde Ministerie aan het bewind ge
bleven.
Dat is lang. Langer dan in Nederland
het geval pleegt te zjjn. En het baart dau
ook geen verwondering, dat de premier,
die met sommige zjjner collega’s
Heemskerk, Aalberse, De Visser het ze
vental vol maakte, van den last van het
bewind begeerde ontheven te worden.
Hun weg was moejljjk.
Opgetreden gedurende den oorlog, h^d
het Ministerie leiding te geven, bjj de te
rugvoering van ons maatschappelijk leven
uit het diensthuis van den Staat naar de
velden waar de burgerlijke vrjjheid weer
kon tieren.
Het ontkwam niet aan den peychologi-
zchen invloed van de factoren die na den
wapenstilstand op den volksgeest zoo ster
ken invloed oefenden, en de gevolgen
daarvan weerspiegelden zich omtrent 1922
in een dreigende ontreddering van de "Ne-
derlandsche Staatshuishouding.
Daarna toonde het het inzicht en den
moed te bezitten om de maatregelen voor
te stellen die die ontreddering konden
voorkomen.
En thans gaat bet kabinet been, aap zijn
opvolger^een niet rooskleurig, maar in elk
geval geordend budget overdragend.
Daarin ligt groote verdienete. Voor den
een wat meer, voor den ander wat min
der; maar geen is er, die er niet aan heeft
meegewerkt.
„De Standaard” meent, dat deze duigen
mogen gezegd worden, nu de tgd van aftre
den is gekomen, om vervolgens te zeggen:
Zeker heeft men zich vergist in de ja-
ron 1919 en 1920 in de bepaling van de
grenzen van het op den duur ónmogelijke.
Maar zoo deed bijna ieder.
Zoo deden ook de bankiers en de mees
te industrieelen. Zoo deed de Kamer
sterker mate nog dan de regeering.
Voor vërwijt is dan ook maar heel wei
nig ruimte. Maar evenmin is de onbegrens
de lof op zijn plaats, omdat die lof hot
gulle wilde handhaven, ook nadat dit niet
meer mogelijk was.
En zoo staat het ook, maar dan omge
keerd, met de tweede periode.
Wie de eerste periode laakten zgn thans
geneigd om te prijzen, en wie haar loof
den vinden aau de tweede periode niets
begeerlijks. Ze zoeken bij hun afkeuring
bjj voorkeur naar de scherpste woorden.
Dat alles zal het afgetreden kabinet in
gelatenheid moeten dragen, het eindoor
deel aan de historie overlatend. Die zal
recht doen, onpartijdiger dan de tijdge
noot zulks vermag.
Dat eindoordeel zal o.i. gunstig zjjn. Het
zal zjjn zoeklichtstralen doen vallen op de
„In de Provinciale Staten van Limburg is
bjj de bespreking der subsidies aan sanatoria
tot bestrijding der tuberculose een eigenaar
dig feit aan het licht gekomen. Een der soci-
aaf-democratische leden van de Staten ves
tigde er de aandacht op, dat in de bestaande
sanatoria in Limburg, die door de provincie
worden gesubsidieerd, Protestanteche kinde
ren beneden veertien niet kunnen worden op
genomen.
Namens Gedeputeerden erkende men do
juistheid dezer opmerking.
Nu zouden wg wel eens de vraag gesteld
willen zien, welke houding de Roomsch-Ka-
tholieke mdeburgers zouden aannemen, als in
een onzer overwegend niet-Roomsche provin
cies een dergelyke toestand bestond ten aan
zien van de jonge patiëntjes uit Roomscli-
Katholieke gezinnen.
Zg zouden een provinciale subsidie aan
gen stellig niet gercéht-
at meer is, zjj zouden ge-
De „Maasbode”, die van de zitting der Sta-
iteren een veel uit-
i de andere bladen,
negeert het gedeelte van het debat,
waarbij deze zaak besproken is geheel. Laat
ons hopen uit de overweging, dat Wat hier
ind wederom gaat bezorgen een gebeurt, niet door den beugel kan. De gelijk
heid voor wet en grondwet schjjnt in de
Zuidelijkste provincie van Nederland anders
te worden geïnterpreteerd als in overig Ne
derland.
I
1
behield
le afdeeling met aan het hoofd
een uitstek)
dr. P. van Hoek. Met Ruys als
behoefte aan een afzonderlijk Departement
niet zoo sterk gevoeld.
Sterker dan te voren, kwam echter nu de
oude wensch naar voren en werkelijk scheen
er ook een goede kans tot het in vervulling
gaan daarvan te zjjn.
Helaas, een ieder kent den uitslag: Land
bouw bljjft bjj Binnenlandsche Zaken en het
behoeft geen betoog dat in leidende land- en
hrinbouwkringen de thans geschapen situatie
als fataal wordt beschouwd: van Hoek weg,
geen opvolger voor hem en Ruys vervangen
door jhr. de Geer, iemand die, al staat hjj
ook op ander gebied hoog, in den landbouw'
een totaal onbekende is.
Wjj kunnen niet anders dan dezen gang
van zaken betreuren.
Naar de redenen, die er toe leidden, kan
slechte gegist worden. En het heeft geen zin
ook, het is nu eenmaal geschied. Mocht wor
den gehoopt, dat een speciaal bewindsman
zich zou kunnen bezig houden met den tak
van volksbestaan, waaraan Nederland voor
een overgroot deel zjjn welvaart dankt, en
met de groote vraagstukken die zich meer
en meer voor den land- en tuinbouw voor
doen en zeer zeker zou meer dan één ge
schikte kracht hiervoor te vinden zjjn ge
weest, opk in de Katholieke gelederen
thans bljjft er alleen de hoop over, dat men
het stiefki
Directeur-Generaal, die dë plaats van den
heer van Hoek zal innemen.
Het wil er bjj ons toch niet in, dat men
no£ verder zal gaan op het blijkbaar inge-