I „ONS BLAD” Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: T fc' r* FEUILLETON. MISDAAD EN STRAF. UIT DE PERS. Tegen Legende-vorming. AbonnementeprUsg Kr HwirtAtf vrtor AlkoMM t foor builen Alkmaar ..If Met Oedlustreerd Zowdufubli HET NIEUWE KABINET EN DE LANDBOUW. w k !f X— 5 rs ar t f iw F ‘w 0 00 f booger. Het nieuwe Kabinet. Me 171 POSTGIRO IWW. Diaedag 4 AMftWfttWi im POSTGIRO XM86& ]»e JwigMf yi. Aevertentieprljgi Van l>—5 regels 4 1.25; elke regel meer f 0.25? Yectaft per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod* bg va? uitbetaling per planning f 0.60. allo abonrté*» wordt op nvragw gnrtio eert poli* vorwtrekt, welke hen verzekert togen ongevallen tot een bedrag van f 600,—, f 400,—, f 200,—,'f1OO,—f 60,f 35,—, f tip slagen pa<J om den landbouw geheel aan zjjn lot over te laten. ZIJ die heengaan. "4 Coign G. 1 in Red. „Hdbl. =(0)= UIT HET DUITSCH. dergeljjke inrich’ vaardigd achten, lijk hebben. In het „Handelsblad'' van 29 Juli schreef de redactie onder het opschrift „Merkwaar dig onderscheid” het volgende: Intusechen was aldus sclirjjft „De Maas bode” de legende al weer gevormd. Het soc.- de benoe- De Geer-tot minister van ie raken in dit opzicht eenigs- keek naar het kind en schud- het hoofd, doch vóór hjj tijd I >ns bjj de „goede iet in het alge- j met leren i De armvoogd .Ho* toéval wild. Waaneer er één volksdeel ie, dat rich onr bevredigd gei nieuwe minis! land- en hrinbouwende bevolking tebel ten van Limburg van f voeriger verslag geeft d het gedeelte „Het verheugt ons, dat het onderscheidt, dat ons had getroffen, niet bestaat. Blijkbaar moet dus het verslag der Statenvergadering op dit punt foutief rijn geweest Anders is het antwoord van Dr. Dubois aan een der sprekers niet te verklaren.” Het wgf begreep zjjn bedoeling dadelijk. Zg lachte heeseb en rakelde het vuur in den kachel op. Die kosten zouden wat hoog loopen, zeide rij. U begrijpt wel, dat ik daarbij mijn goeden naam op het spel zet Je goeden naam? vroeg-de armvoogd, die zijn gewonen zalvenden toon vergat. Je hebt geen andere kinderen bij je in den kost en ik denk niet, dat men er ooit weer een bij jo besteedt Zooveel te erger, als ik het kostgeld van dit kind niet meer ontvang. Kom in dat geval bij mg, dan zal ik je en ondersteuning uit de armenkas geven. U betaalt mjj later wel uit een andere kas, zeide zg met een blik, die hem deed ontstel len. Alle tijden hebben weertgden, en ’t kon gebeuren, dat menschen, waarop u vandaag met verachting neerziet, u morgen boven het hoofd waren gegroeid. Bliksemsnel kwam bjj hem de gedachte op, dat zg iets wist van de papieren, die in de cassette waren. Wat is dat? vroeg hg met rauwe stem. Wat wil je daarmee zeggen? Het wgf streek beur grijs hoofdhaar naar achteren, keek hem bedaard aan en zeide: Niets! U heeft immers een gerust gewe ten? Je ontwikt mijn vraag; geef mg een be hoorlijk antwoord. Vraag maar, ik tal wal antwoorden! De Morgen bljjft de opdracht aan den hwer Coign en het niet bijeenroepen van de r.-k.. kamerfractie door haar voorritter, voordat deze rgn advies aan de Kroon gaf, een ern stige fout achten. „Dientengevolge stond de Kamerfractie feitelijk voor een fait accompli en was bet haar welhaast onmogelijk zakeljjke motie- ven aan te voeren voor een weigering van steun: indien de heer Coign maar zorgde met een aannemelijk „program” te komen, was door het aan de Kroon gegeven advies en do voorloopige aanvaarding der op- dracht zijnerzijds, bet Kabinet-Colijn inder daad het eenig mogclijk rechtsche Kabinet geworden. De heer Colijn schijnt dus voor zulk een program te hebben zorg gedragen. Wij hebben het niet gezien; we weten niet wat er in staat; op de geruchten af gaande, zou men moeten aannemen, dat het onder meer een belangrijke besparing op de militaire uitgaven bevat. Voorts ons zal de toetssteen van het bedoelde program, waaromtrent wij wèl vernamen, dat het menig lid der Kamer fractie weliswaar bevredigde maar dau toch altgd met het voorbehoud; „wie wir er auffassen”, de houding zijn, welke er uit spreekt ten opzichte van de herziening van het bezoldigingsbesluit in het bijzonder en van het vraagstuk der sociale recon structie in het algemeen. Wjj willen eerlgk erkennen, dat wjj ten opzichte van het eerste punt niet zonder vrees zijn en ten aanzien van het laatste eigenlijk in het geheel geen verwachtin gen hebben. Aangezien „De Nederlander” in den laataten tijd niet onduidelijk eeri andere politiek ten opzichte van het Bezoldigings besluit heeft voorgestaan, zou de benoe ming van jhr. mr. binnenlandsch) zins hoopvol kunnen stemmen; doch ah wij Colijn, die nooit meer dan het gladstrij ken van cenige plooien heeft willen toe staan, nog aan financiën zien en ender de Katholieke ministers een ir. Bongaerts, die de maatregelen ten behoevo van dep veili- gen gulden in zijn verkieziugsredevoeriu- gen ten zeerste heeft toegejuicht, dan aar zelen wg toch te gelooven aan een werke lijke wegneming van datgene wat wij, in overeenstemming met het Katholiek Pro gram van Actie onjuist en onbillijk achten in het Bezoldigingsbesluit. Wat aangaat de sociale reconstructiepoli- tiek. zijn de verwachtingen van het blad „be neden nul”. Het wil echter eiken maatregel van het kabinet objectief beoordeelcn. Het dringt verder aan op publicatie van het pro gram. Anders zou het bij velen bestaand» wantrouwen worden versterkt. is u bekend. Zooals ik gezegd heb, alleen onder voorwaarde, maar dan zal ik zorgen, dat dc zaak spoedig iu orde is. De armvoogd baalde zijn portefeuille te voorschijn en haalde daar een blaadje papier uit. Hij meende aan haar verlangen zonder gevaar te kunnen voldoen, want hij was voornemens het geld te betalen. Misbruik kon zij van de schuldbekentenis niet maken dacht hg; het was alleen om de betaling te verzekeren, daarin lag niets vreemds. Goed voor honderd thaler, Hubert Ka- ternberg, schreef hg op het blaadje en reikte het over aan de vrouw, dio het zorgvuldig op vouwde en in de tafellade wegborg. Wanneer denk jc het geld te komen haten? Over acht dagen. En is er geen gevaar bg? Volstrekt niet, antwoordde zij beslist. Het is niets bijzonders, dat een klein kind ziek wordt en dan sterft eri met den armen dokter zal ik de zaak wel in orde brengen, dat loopje moet men weten. Nog wat! Het kind moet onder jou naam-in het register worden ingeschreven. Ik zal er voor zorgen. Goed, zeide hg tevreden en greep nu naar zijn hoed. Ik reken op je stilzwijgen; als je mg in ongelegenheid bracht, zou ik je verplet- teren. Je weet, ik heb daar macht genoeg toe. d knikte en stapte naar buiten J». dat 4e dokter fciat de trvt NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD dem. hoofdorgaan „Het Volk” zag er ander maal een welkome gelegenheid in om op de Roomsche provincie af te geven en kwam Zaterdagavond met een prent van Jordaan. Voor de poort van de „Lnnb. R. Kath. Sana toria” (Provinciaal Gesubsidieerd) wordt een niet-R. K. patiëntje door een kloosterzuster afgewezen waarop de T. B. C. tot het kindje zegt: „Ga maar met mij mee, kleintje Na het bovenstaande is commentaar op deze voorstelling wel overbodig. Men ziet echter weer hoe gemakkeljjk en boe spoedig het klaar gespeeld wo;dt om te gen hot R. K. Limburg een relletje op te zet ten. ivoelt na de vorming van het iterie, dan is het_ zeker wel de en ieder die bet wel meent met het groote belang van den landbouw in ons land. Wjj durven dit reeds thans constateeren, omdat niet alleen niet is vervuld de in land- bouwkringen zoo sterk naar voren komende irenech, maar zelfs in geen enkel opzicht met het landbouwbelang schijnt rekening te zjjn gebonden. Hoe gaarne wjj ons overigei pen”, die het nieuwe kabin< meen heeft, willen aansluiten, kunnen wg nalaten om onze teleurstelling ten di opzichte tot uiting te brengen. In landbouwknngen was de hoop, dat zekere wenschen nu in vervulling zouden gaan, weer verlevendigd door het feit, dat voor den afgetreden Directeur-Generaal dr. P. van Hoek geen opvolger was benoemd. Het onvervuld laten van deze hooge functie, wat niets minder scheen te beteekenen dan de opheffing van de Directie van den Laivibouw, deed n.l. veronderstellen, das bjj de vorming van een nieuw ministerie een afzonderlek De partement van Landb. zou worden ingesteld. Wel was die hoop niet onvenpengd, want de instelling van een Commissie, van onderzoek op welke manier nog meer op landbouw be zuinigd zou kunnen worden, weee er nu juist niet op, dat ten opzichte van den landbouw een mildere houding zou worden betoond. ■tn- f Maar niemand durfde desniettemin te den ken, dat men den landbouw alles zou ont nemen. Reeds jaren was op een afzonderlijk De partement aangedrongen. Een derde deel van ons volk is in land- en tuinbouw werkzaam; dezen zeer uitgebreiden tak van volksbestaan komt zeker toe de bijzondere zorg der Regee ring, niet alleen in bet belang van het be trokken volksdeel, maar in het belang van bet land zelf, het landbouland bjj uitnemend heid. Tot heden kwam er van bet vervullen van dezen wensch niets en werd de Landbouw in gedeeld bjj een ander Departement, het laatst bij Binnenlandsche Zeken. Gelukkig men een apeciale afdeeling met aan h< enden ebef, den overal revierden I minister en met hem als Directeur-Generaal, werd de gebeurtenissen van 1918; op de bevrjjding van het Onderwjjs uit zgn financieele moei lijkheden; op de handhaving van de weer macht van den Staat onder moeiljjke om standigheden; op de opening tusschen Ne derland en Indië; op het krachtdadig her stel van een financieelen toestand, die ook over ons land grooto verwarring dreigde te brengen. Ook fouten zullen worden ontdekt, het meest misschien fouten van nalatigheid. Maar tegelijk zal erkend moeten worden, dat sinds 80 jaren de omstandigheden in ons land niet zoo moeiljjk geweest waren, als in de jaren 1918—1925 het geval was. Alles bijeengenomen voegt ons dan ook bjj dit heengaan aan den aftredenden pre mier en zgn ambtgenooten een woord van warmen dank voor hun toegewjjden arbeid 5n het belang van Land en Volk. af kwam. Ziedaar den braven jongeling! riep de dok ter spottend uit. Bjj Zeus, die spelonk schjjnt een bijzondere aantrekkingskracht op je uit te oefenen! Katemberg begreep dat hg met grofheid niet tegen zjjn zwager behoefde te beginnen. Hij wild© hem daarom door voorkomendheid ontwapenen en zeide op vriendelgken toon: Zoo kon het wVl schijnen, als ik geen arm voogd was. Het is een moeilgk ambt, maar de Christenplicht gebiedt mij het naar behooren waar te nemen. Nu ja, en bet loon daarvoor wacht je biet boven? vroeg de dokter spottend. Spot niet, het berouw mocht te laat komen. Kom je ons niet eens bezoeken? Emma gaat morgen met den kleinen Johannes naar bui ten; zg zgn beiden niefc recht gezond en het zou haar een genoegen zgn al zg haar broe der voor het vertrek nog eens hartelgk de hand kon drukken. Gaat Emma mee? vroeg de dokter. Sap perloot, wat ben je plotseling een liefheb bend echtgenoot geworden'. Als je dat vroe- waart geweest, zou je vrouw misschien uu niet noodig hebben om naar buiten te gaan en daar herstelling te zoeken. Hubert Katemberg fronste bet voorhoofd tijn pogen flikkerden van verbeten woede, (Wordt vervolgd^ Katemberg de misnoegd had iets te zeggen, had de vrouw reeds het .woord genomen. Ik kan niet altgd naar haar kgken, prut telde z|j. Als ik mjj omdraai, loopt zg weg en dan hebben de buren er een grooten mond over. Je eigen schuld, antwoordde Katemberg (Verontwaardigd. Waarom ziet bet kind er ■iet wat knapper uit? Het wgf schoof den stoel met het kind in het zijvertrek en sloot de deur daarvan. Waarom? vroeg zjj honend. Omdat ik geen geld heb om betere kleeren voor baar te koopen, u geeft het mij niet! Zulk een kind m een last, dat veraeker ik u! Ja, het is een last, zuchtte hjj. Dien u gaarne kwjjt zoudt willen zjjn, hé? De armvoogd ontweek den blik van haar grijze oogen, die vorschend op hem bleven rusten en hield zich bezig met het verschik ken van zjjn witte das. Je hebt mg eenige dagen geleden gezegd, dat het kind niet recht gezond is, zei hjj zacht en daarbjj haperde zjjn stem. Ah het .KUtie riek wordt zal ik de kosten betalen. Mr. van Haastert noemde in de „R. K. Boerenstand” de verschillende maatregelen: onderzoek naar de wjjze waarop nog meer bezuinigd zou worden, geen nieuwe Directie van den Landbouw enz., een „slooping”, en inderdaad zou het dit ook zjjn. De groote vraag moet echter gesteld worden:' Door welke overwegingen wordt men ten dezen op zichte in Regeeringskringen geleid? Neen, wjj kunnen nog steeds niet aanne men, dat men zoo dwaas zou zjjn en daarom willen wg ook nu nog geen verdere conclu sies hekken dan die welke wjj boven stelden: de samenstelling van dit ministerie is voor den landbouw een teleurstelling en de per soon van jhr. de Geer biedt geen waarborg, dat de landbouw in hem zal vinden de kracht, die voor de behartiging van zjjn be lang zoozeer van noode is. Niet genoeg kan er daarom op aangedron gen worden dat de Directie van den Land bouw wederom ontvangt een energieken leider voor deze afdeeling en dat mede wordt gebroken met de wijze, waarop de laatste jaren de staatszorg zich over dezen uitgebreiden tak van volksbe staan uitstrekt, misschien beter gezegd: zich niet uitstrek t. Land- en tuinbouw heb ben heuseh den steun van vadertje Staat nog noodig en in het belang van land en volk zelf is eenige meerdere Staatszorg wel de gelijk goed besteed. Laten wij nogmaals het beste hopen. Intusschen mag deze teleurstelling geen reden zijn om geen vertrouwen te stellen in deze Regeering ten opzichte van haar alge meen© taak: de behartiging van het lands belang volgens de Christelijke beginselen. Het is dér Katholieken plicht de Regee ring te steunen. Dit behoeft echter niet te verhinderen, dat er meer en meer algemeen op aangedrongen wordt, wjj zouden zelfs wil len zeggen: dat geëjscht wordt een grootere zorg voor land- én tuinbouw en dat dien land- en tuinbouw datgene toebedeeld wordt, waarop hij recht heeft, wat ook in het alge meen landsbelang hoog noodig is. Het „Handelsblad” sehrjjft hier, zonder van aden werkeljjken toestand op de hoogte te zijn en enkel afgaande op een onjuist verslag, dat zjjn Maastrichtscbo correspondent aan de Amsterdamsche redactie toezond, eenige in sinuaties noer .lie kant noch wal raken en waarvoor geen reden aanwezig is. De enkele bewering dat het gesutaidieei de sanatorium te Hom geen Protest an tsche kin deren beneden de 14 jaar opnemen is een ver keerde voorstelling van zaken. Hierdoor toeh wordt het idee gewekt dat er verschil ge maakt wordt tusschen Roomsche en Protes- tantsche kinderen. Terwgl het Sanatorium geen enkel kind beneden de 14 jaar, noch Roomsch noch Protestant, opneemt ter ver- De hoefdinspecteur tit. van de Volksge zondheid voor de Kinderhygiëne en Tuber- culose-bestrjjding dr. Eykel wees het „Han- delsblad” op het verkeerd weergeven van den toestand op Sanatorium-gebied in Limburg. Hij schrijft het volgende: „Er zjjn in Limburg drie Sanatoria tot ver pleging van tuberculose-ljjders, en wel de vol gende: 1. Te Hom, Sanatorium van de R. K. Ver- eeniging „Het Limburgsche Groene Kruis”. 2. Te Vsnlo, Maria Auxiliatrix. 3. Te Gennep, Maria Oord. Deze Sanatoria ontvangen van de Provin- cie geen subsidie; alleen heeft de provincie voer de stichting van het Sanatorium te Horn een bedrag van 75.000 geschonken. De Provincie draagt echter wel bjj in de verpleegkosten van on- en minvermogende ingezetenen der Provincie Limburg tot een maximum van S dier kosten, wanneer deze patiënten in een Sanatorium in Limburg wor den verpleegd. Hiervoor is zelfs een bedrag van f 20.000 door de Staten toegestaan. Omtrent den aard van de personen, die in de bedoelde Sanatoria kunnen worden opge nomen, geldt het volgende: 1. In het Sanatorium te Horn worden op genomen mannen en vrouwen van alle ge zindten. Kinderen beneden de 14 jaar, zoowel Roomsche als niet-Roomsche, worden niet opgenomen, omdat het Sanatorium niet daar op is ingericht; 2. In het Sanatorium te Venlo worden op genomen meisjes en vrouwen van alle ge zindten. Jongens van alle gezindten tot den leeftjjd van 10 jaar; in bijzondere gevallen kan deze leeftijdsgrens worden overschreden. 3. Te Gennep worden opgenomen meis jes en vrouwen van alle gezindten.” Het „Handelsblad”, dat zijn „Merkwaardig Onderscheid” als eerste bericht op de voor pagina van bet le blad plaatste, heeft het schrjjven van dr. Eykel op de 6e pagina van het Zaterdagnummer onder de „Ingezonden Stukken” gerangschikt en voegt er de vol gende noot aan toe: Tot den Gedeputeerde, dr. Dubois, is het blijkbaar doorgedrongen, Jat het niet aan gaat een onderscheid te maken, als hier ge schiedt „Men zou kunnen zien, of daarop niets te vinden is, daar hg er niet voor is die kinderen buiten de provincie te laten opne men”, zeide hjj blijkens ons verslag. Van al. te grooten jjver om recht te doen aan deze patiëntjes getuigt bet weliswaar nog niet, maar het bewijst dan toeh, dat hjj inziet, dat hier iets in hooge mate onbillijks geschiedt. Laat ons hopen, dat daaraan nu zoo spoe dig mogelijk een einde komt. Er is geen en kele reden, om niet-Roomschen in Limburg te behandelen als een soort burgers van de tweede klasse.” zij tartend, maar zoek achter mjjn woorden niets meer, dan ik reg. Moet het spoedig ge beuren met het kind? Katemberg knikte toestemmend, terwijl bjj door de smerige ruiten op do binnenplaats uitkeek. En hoeveel betaalt u? Zooveel als de kosten bedragen. En niets voor mjjn moeite? Vijftig thaler. Weinig genoeg. De koeten kunnen even zoo veel bedragen. Goed, honderd thaler dan, zuchtte hg, je zult ze hebben! Wilt u mij dat op schrift geven? Ben je gek wgf? Integendeel, ik ben zoo verstandig dat ik zekerheid wil hebben. Mjjn woord moet je voldoende zjjn. En als dat voor mij niet voldoende is? Dan zou een schrifteljjke belofte je weinig baten. Wat zou je daarmee doen? Je kunt mjj toch niet aanklagen, omdat je zelf Laat het zoo zjjn, zoo het wil, ik verlang een schriftelgko belofte, zei het wgf op vas ten toon. Een paar regels met uw handteo- kening er onder; als u mjj betaalt, ontvangt u het papiertje terug. Maar waarom dan? vroeg hjj ongeduldig. Zulk een belofte wordt gevaarlijk, als zg in verkeerde handen valt Wees daar niet bang voor, viel zjj in. Ik *•1 het oned bewaren, erf dat ik awngen kan Onder dezen titel wjjdt „De Standaard” een hoofdartikcl aan het ministerie-Ruys, dat heengaat, al behouden ook twee zjjner le den een portefeuille in het nieuwe kabiuet. Zeven jaren achtereen voerde het het bewind. Want al gewaagt de officieele Staatsalmanak van een Eerste en een Tweede Ministerie-Ruys, <fie onderschei ding kan nauwelijks door den beugel. Strikt genomen is al dien tgd het in 1918 gevormde Ministerie aan het bewind ge bleven. Dat is lang. Langer dan in Nederland het geval pleegt te zjjn. En het baart dau ook geen verwondering, dat de premier, die met sommige zjjner collega’s Heemskerk, Aalberse, De Visser het ze vental vol maakte, van den last van het bewind begeerde ontheven te worden. Hun weg was moejljjk. Opgetreden gedurende den oorlog, h^d het Ministerie leiding te geven, bjj de te rugvoering van ons maatschappelijk leven uit het diensthuis van den Staat naar de velden waar de burgerlijke vrjjheid weer kon tieren. Het ontkwam niet aan den peychologi- zchen invloed van de factoren die na den wapenstilstand op den volksgeest zoo ster ken invloed oefenden, en de gevolgen daarvan weerspiegelden zich omtrent 1922 in een dreigende ontreddering van de "Ne- derlandsche Staatshuishouding. Daarna toonde het het inzicht en den moed te bezitten om de maatregelen voor te stellen die die ontreddering konden voorkomen. En thans gaat bet kabinet been, aap zijn opvolger^een niet rooskleurig, maar in elk geval geordend budget overdragend. Daarin ligt groote verdienete. Voor den een wat meer, voor den ander wat min der; maar geen is er, die er niet aan heeft meegewerkt. „De Standaard” meent, dat deze duigen mogen gezegd worden, nu de tgd van aftre den is gekomen, om vervolgens te zeggen: Zeker heeft men zich vergist in de ja- ron 1919 en 1920 in de bepaling van de grenzen van het op den duur ónmogelijke. Maar zoo deed bijna ieder. Zoo deden ook de bankiers en de mees te industrieelen. Zoo deed de Kamer sterker mate nog dan de regeering. Voor vërwijt is dan ook maar heel wei nig ruimte. Maar evenmin is de onbegrens de lof op zijn plaats, omdat die lof hot gulle wilde handhaven, ook nadat dit niet meer mogelijk was. En zoo staat het ook, maar dan omge keerd, met de tweede periode. Wie de eerste periode laakten zgn thans geneigd om te prijzen, en wie haar loof den vinden aau de tweede periode niets begeerlijks. Ze zoeken bij hun afkeuring bjj voorkeur naar de scherpste woorden. Dat alles zal het afgetreden kabinet in gelatenheid moeten dragen, het eindoor deel aan de historie overlatend. Die zal recht doen, onpartijdiger dan de tijdge noot zulks vermag. Dat eindoordeel zal o.i. gunstig zjjn. Het zal zjjn zoeklichtstralen doen vallen op de „In de Provinciale Staten van Limburg is bjj de bespreking der subsidies aan sanatoria tot bestrijding der tuberculose een eigenaar dig feit aan het licht gekomen. Een der soci- aaf-democratische leden van de Staten ves tigde er de aandacht op, dat in de bestaande sanatoria in Limburg, die door de provincie worden gesubsidieerd, Protestanteche kinde ren beneden veertien niet kunnen worden op genomen. Namens Gedeputeerden erkende men do juistheid dezer opmerking. Nu zouden wg wel eens de vraag gesteld willen zien, welke houding de Roomsch-Ka- tholieke mdeburgers zouden aannemen, als in een onzer overwegend niet-Roomsche provin cies een dergelyke toestand bestond ten aan zien van de jonge patiëntjes uit Roomscli- Katholieke gezinnen. Zg zouden een provinciale subsidie aan gen stellig niet gercéht- at meer is, zjj zouden ge- De „Maasbode”, die van de zitting der Sta- iteren een veel uit- i de andere bladen, negeert het gedeelte van het debat, waarbij deze zaak besproken is geheel. Laat ons hopen uit de overweging, dat Wat hier ind wederom gaat bezorgen een gebeurt, niet door den beugel kan. De gelijk heid voor wet en grondwet schjjnt in de Zuidelijkste provincie van Nederland anders te worden geïnterpreteerd als in overig Ne derland. I 1 behield le afdeeling met aan het hoofd een uitstek) dr. P. van Hoek. Met Ruys als behoefte aan een afzonderlijk Departement niet zoo sterk gevoeld. Sterker dan te voren, kwam echter nu de oude wensch naar voren en werkelijk scheen er ook een goede kans tot het in vervulling gaan daarvan te zjjn. Helaas, een ieder kent den uitslag: Land bouw bljjft bjj Binnenlandsche Zaken en het behoeft geen betoog dat in leidende land- en hrinbouwkringen de thans geschapen situatie als fataal wordt beschouwd: van Hoek weg, geen opvolger voor hem en Ruys vervangen door jhr. de Geer, iemand die, al staat hjj ook op ander gebied hoog, in den landbouw' een totaal onbekende is. Wjj kunnen niet anders dan dezen gang van zaken betreuren. Naar de redenen, die er toe leidden, kan slechte gegist worden. En het heeft geen zin ook, het is nu eenmaal geschied. Mocht wor den gehoopt, dat een speciaal bewindsman zich zou kunnen bezig houden met den tak van volksbestaan, waaraan Nederland voor een overgroot deel zjjn welvaart dankt, en met de groote vraagstukken die zich meer en meer voor den land- en tuinbouw voor doen en zeer zeker zou meer dan één ge schikte kracht hiervoor te vinden zjjn ge weest, opk in de Katholieke gelederen thans bljjft er alleen de hoop over, dat men het stiefki Directeur-Generaal, die dë plaats van den heer van Hoek zal innemen. Het wil er bjj ons toch niet in, dat men no£ verder zal gaan op het blijkbaar inge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1925 | | pagina 1