I
it
li
It
il
1
„ONS BLAD”
/'I
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon:
'gij
De Canisiusfeesten te Nijmegen.
POSTGIRO 1HMX
301
r
M*ertentiepr|jsi
■I
en
FEUILLETON.
DE GEHEIMZINNIGE
MOORD.
3
Weeasdag September 1OM POSTGIRO IH86X |»e Jaargaag
STELLIGE KATHOLIEKE
ECONOMIE.
o
J t
Van 1—5 regeh f 1.25; elke regel
per regel f 0.75; Rubriek -Vraag
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
f 400,—, f 200,—, f 1OO,—f 60,—, f 35,—, f isj
Abonnem«ntsprU«t
Kwaruai voor Alkmaar I—
z fran *11» abonnt's wordt op aanvrage gratia een polia verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 600,
UIT DE PERS.
De Verkeerde.
-T
»‘r
ken, hebben en beteekenen
zelfgenoegzame liberale hee-
vier
Lof
met
uw
tegen-
I
AOMINISTRATH No. 499
REDACTIE No. MS
de
mij
(w.g.) DE LANGEN WENDELS.
Aan het eind der receptie schonken de
kardinalen en de bisschep van Haarlem aan
de aanwezigen hun zegen, die door kardinaal
lar
de
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
II
Jaar aanleiding van een hoofdartikel in „De
Morgen”- waarin "het Hèlmondsch orgaan had
opgemerkt, dat de liberale economie in ons
maatschappelijk leven nog de overheerschen-
de is en ook ons, Katholieken, in haar greep
gevangen houdt, heeft het liberale blad „De
Vrijheid” zich de bewering veroorloofd, dat
er eigenlijk geen katholieke volkshuishoud
kunde bestéat: wie in de politiek of (en)
in de economie niet liberaal is, moet vol
gens „De Vrijheid” noodzakelijkerwijze bij
het socialisme terecht komen.
De „Vrijheid” tracht dit aan te toonen
door bet Aellen van een dilemma. Het libe
ralisme, zegt het, weigert het individu op
^e offeren aan de gemeenschap, terwi."
het socialisme de gemeenschap wil
Dit heb ik toch niet aan u verdiend! Zoo iets
had ik nooit verwacht.
Henry Walter zweeg. Hij zat met voorover
gebogen hoofd en durfde zijn blik niet tot
zjjn oom opheffen. Neen, vervolgde Hugh
op even strengen toon, neenl hjj heeft niets
tot uw voordeel te zeggen. Verwijder u. Ge
moogt van geluk spreken, dat ge er zoo ge
nadig afkomt.
Jozef deed eenige schreden naar den ban
kier en riep terwijl zjjn gelaat vuurrood werd
en zijne oogen vlamen schoten: Hjj, uwe laf
fe, zelfzuchtige neef, hy zal van geluk mogen
spreken, als hij er heelhuids afkomt, als wij
elkaar ooit weer ontmoeten.
Hij was de deur reeds uit, voordat iemand
kon antwoorden.
Hugh Walter wendde zich nu weder tot
zijn neef en zeide: Gij hebt uw geluk balda
dig weggeworpen: gij hebt getoond de wel
daden die de Voorzienigheid u schonk, niet
te waardeeren. Het eenige, wat u thans over
blijft, is, op nieuw te beginnen en wel van
de laagste sport der ladder. Verkoop uw aan
stelling als kornet en zorgt dat ge binnen 14
dagen gereed zyt om naar Indië te vertrek
ken. Den lOden September moet gy te Sou
thampton aan boord -van do „Oronko” zijn.
Henry Walter rees, toén hjj dit •hoorde,
plotseling overeind en riep: Neen oom Hngh,-
dat kunt gij niet meenen! Vadert gij zult toch
niet gedOogen, dat mij die smaad worde aan-
katholieke en de liberale en de socialisti
sche opvatting omtrent de persoonlijke vrij
heid en de vrijheid van vereeniging?
Hier raken wjj juist de kern der kwestie.
„De Vrijheid” stelt het voor, alsof er slechts
te kiezen is tusschen de „vrijheid” van het
liberalisme en den dwang van het socialis
me, doch de redactie denkt er blijkbaar
niet aan, dat er ook mensehen Kunnen be
staan, die
nóch willen weten van de liberalistische
„vrijheid”, welke tot bandeloosheid en (voor
de zwakken) tot slavernij voert,
■óch gediend £Jjn van den socialistischen
dwang, waardoor de mensch met zijn vrijen
wil verlaagd wordt tot een werktuig der ge
meenschap.
De katholieke leer stelt zeer positief hare
richting tegenover deze beide uitersten.
Vrijheid en staatsinmenging zijn beide
goed, mits binnen zekere grenzen:
ging in bepaalde perioden mogen gaan, hangt
ging in bepaalde perioden mogen gaan hangt
geheel af van de vraag:
wat eischt bet waarachtig algemeen be
lang, wat eischen de algemeene rechtvaar
digheid en de algemeene naastenliefde?
In verschillende perioden kunnen dezo
eischen heel verschillend zijn jmen denke
maar eens aan de oorlogscrisisjarenl),
en daaruit blijkt reeds dat het a priori ver
keerd moet zijn, zonder meer de liberalisti
sche vrijheid of de socialistische dwangleer
vóór te staan.
haald door een groote schare priesters. Het
zangkoor zong bij de intrede van den Kar
dinaal het „Ecce Sacerdos”. Z. Em. werd bij
het opdragen der H. Mis geassisteeni door
prof. dr. T. Brandsma O. C. als presbyter-
assistens, door pastoor L. Jansen O. P. en
door prof. C. I>ambermond O. P. als troon-
diakens, terwijl als diaken en subdiaken fun
geerden de Zeereerw. heeren L. van Riel en
G. van Krimpen, cecemoniarius was kan. T.
Bootsma.
Het zangkoor zong de vierstemmige Mis
van Van Kalmthout. De plechtigheid werd
ook bygewoond door Z. Em. M. von Faul
haber, aartsbisschop van München die bij zjjn
binnenkomst werd begeleid door Mgr. E. van
Roey, wijbisschop van Mechelen en door Mgr.
dr. B. Eras, procurator der Ned. bisschoppen
te Rome.
Deze prelaten namen met prof. De Langen
Wendels O. P. in het priesterkoor plaats.
Te elf uur pontificeerde in de St. Josephs-
kerk Z. D. H. Mgr. A. Gallier, die begeleid
was van Mgr. P. Stroomer, deken van Am
sterdam, en door Mgr. van Son, deken van
Nijmegen.
Z. D..H. werd geassisteerd bij het opdragen
der H. Mis door Mgr. B. Eras als presbyter-
assistens, door den zeereerw. pater F. Hun
gers en door prof. dr. Franses O. F. M. als
troondiakens. Als diaken en sub-diaken fun
geerden rector Harm, O. E. S. A. en pater
Hulschebosch S. J. Ceremoniarius was de
weleerw. heer Th. Pichot, secretaris van het
bisdom Haarlem.
Het zangkoor zong de Mis „In honorem
sanctae Mathildis” van Hub. Cuypers.
Receptie in het Canisfascollege.
De hooge bezoekers der Canisiusfeesten,
Hunne Emintenies Kard. Von Faulhaber tn
Kardinaal Mercier hielden gistermiddag cour
in de fraai versierde aula van het Canisius-
college aan den Berg en Dalschen weg.
Om half drie hadden zich hier met den
voorzitter van het Centraal Canisus-Comité
Prof. Mag. G. de Langen Wendels, de Pro
fessoren der R. K. Universiteit en de leden
der onderscheiden commissies vereenigd.
Tegen den langen zijwand der zaal was
een kleine tribune opgericht waar de zetels
voor de Kardinalen en Bisschoppen waren
opgesteW.
Buitengewoon hartelijk was de begroeting
van Kardinaal Mercier en den Bisschop van
Haarlem. Beide prelaten onderhielden zich
eenige minuten met elkaar. Daarop wend
de zich Kardinaal Mercier tot den Internun
tius om vervolgens plaats to nemen op den
gereed staanden zetel.
Terwyl op keurige wijze de thee werd ge
serveerd, werden al de aanwezigen aan Hun
ne Eminenties voorgesteld.
Toen de lange rjj van ben, die bij de kardi
nalen hun opwachting kwamen maken, was
voorbijgetrokken, zeide de voorzitter van het
centraal Canisiuscomité, prof. G. de lan
gen Wendels, dat de bisschop van ’s-Herto-
genbosch die met zulk een belangstelling de
ze feesten volgt en zplk een groot aandeel
heeft gehad in de voorbereiding en uitwer
king, wegens den toestand zjjner gezondheid
niet aanwezig kan zijn. Om Z. D. H. te dan
ken voor alles wat hij deed voor de viering
dezer feesten stelde do rector-magnificus
voor, het volgende telegram te verzenden.
„Het centraalcomitó van de Canisiusfees-
ten en vertegenwoordigers van de stad van
Canisius, vereenigd om Hunne Eminentie»
kardinaal Mercier en kardinaal Von Faul
haber en Z. D. H. Mgr. Callier, danken aller
hartelijkst U. D. H. voor het initiatief en
den krachtigen steun der schitterende fees
ten; betreuren diep, dat U. D. H. deze niet
heeft kunnen meevieren en wenschen U. D. H.
door de voorspraak van den grooten Cani
sius herstel van krachten om in zjjn geest
nog vele jaren uw herderlijk bestuur uit te
oefenen.
9.
Wjj zyn niet voornemens de zaak gerech-
lelijk te vervolgen, maar gij kunt wel begry-
P$n> K>ng de bankier voort, dat gij te slecht
zyt om ooit weder in onzen dienst te komen.
Uw broeder Sampson is een man, die ons
vertrouwen volkomen bezit, en wy stellen er
hoogen prjjs op, hem in onzen dienst te hou-
den, doch gjj moet zorgen, dat ge ons nooit
weder onder de oogen komt. Vertrek onge
hinderd.
Jozef antwoordde niets, maar keerde zich
om en ging langzaam naar de deur. Heeren!
nep ik, heeren! hebt deernis met mjjn armen
broeder. Bedenkt, dat hij het ter liefde van
Mn meester deed.
Hugh Walter schudde toornig het hoofd,
en zeide op strengen toon: ik kan geen deer
nis met dien deugniet hebben. Had mijn neef
hem niet tot raadsman gehad, dan zou hij
nooit tot zulk een stap gekomen zjjn.
Mjjn broeder had, na zjjne bekentenis, nog
•ntijd het zwijgen bewaard, maar toen hy
de deur was genaderd, keerde hij zich om
®n zeide, terwijl hij zijne oogen strak op Hen-
ry Walter gevestigd hield: Hebt gij niets in
"•ijn voordeel te zeggen? geen enkel woord
lot ihiiiia voraph aahi ho» l*n és*
gebracht.
Ik bb miss I^aura meermalen bjj myn com.
pagnon Percival Walter gezien, hernam uo
beer Burham. Zij is een schoon en allerliefst
meisje. Maar hoe liej? het met uwen ongeluk
kiger! broeder af, myn beste Sampson?
Helaas, sir, zeide Wilmot, de misstap, door
myn broeder meer uit lichtzinnigheid dan uit
boosheid begaan, werd de oorzaak van zijn
volkomen ondergang, want' hoewel hjj niet
gerechteljjk vervolgd en de zaak zooveel mo
gelijk geheim gehouden werd, achtte hjj zich
door het gebeurde zoozeer*gebrandmerkt, dat
hij allo pogingen om zich te verbeteren, als
ijdel beschouwde. Hij verval van kwaad tot
erger, en drie jaren na het vertrek van Hen
ry Walter naar Indië werd myn broeder we
gens het namaken van Engelsche banknoten
tot levenslange deportatie veroordeeld.
Een recht treurige geschiedenis! riep
bankier!. Ik herinner mij thans dat zij
vroeger wel eens verhaald is. Ik meen toen
ook vernomen te hebben,’dat uw broeder in
zyn ballingschap is overleden.
Er bestaat alle reden voor, air, antwoordde
de oude klerk, terwijl hij met zjjn zakdoek
een traan uit 'rijn oogen wischte. In de eer
ste jaren na zijn vertrek schreef hij mij ge
regeld, maar in de laatste 20 jaren ontvang
ik hoegenaamd geen tijding meer van hem.
Ach sir, myn broeder boette zwaar voor zijne
jcugdfce afdwaling.
Rede Kardinaal Mercier.
Kardinaal Mercier, die het Canisiusspel bij
woonde, sprak de aanwezigen toe.
Hij zeide o. a.
Sedert langen tijd had ik het vurig ver
ingen of laat ik liever zeggen gevocl-
9 Ik mij in geweten verplicht onze broeders
der katholieke hiërarchie en onze dierbare
Noorderburen in hun eigen vaderland in Ne
derland te gaan begroeten. Ik heb niet ver
reten, de hartelijke milddadigheid van
landgenooten, priesters en leeken, die tij
dens de vier lange jaren van België’s over
rompeling onze uitgejaagde broeders troost
ten, ondersteunden en versterkten. De wel
daden welke ik in het voorbijgaan wil her
inneren. o neen, die hebben wjj niet ver
beten. Diep blijven zij in ons dankbaar ge-
leugen geprent. Ik trachtte uit ganecher
harte er naar, de gelegenheid te treffen, U
in bi enbaar onze hulde van Christelijke
erkentenis te kunnen bewijzen. Wij danken
den Heer, dat Hy u zulke edelmoedige ge
voelens heeft ingestort, en wjj bidden Hem,
dat Hy u loonen zal voor al het goede, je
gens ons gepleegd en de katholieke kerk van
sou voor zyne inededeeling, die blijkbaar een
diepen indruk op zijn beide hoorders ge
maakt had.
Maar heeren, ging de bankier voort het
wordt tyd dat wy aan de zaak gaan denken
die het doel onzer bijeenkomst is. Gjj weet,
dat de „Eleetra”, aan boord waarvan myn
compagnon zich bevindt, binnen weinige da
gen te Southampton verwacht wordt, en zult
zeker met mij begrijpen, dat hij bij zjjn aan
komst door iemand van ons huis behoort
verwelkomd te worden. Het komt mij voor,
Sampson, dat gjj de man zyt, die daartoe --et
best geschikt is; laat ik zeggen, de eenige
die voor deze zending in aanmerking kan ko
men, daar gjj alleen den heer Walter kent en
ook de veteraan der firma zjjt.
Daar heb ik niets tegen, air, antwoordde
de oude man, maar zoudt gij niet denken dat
het den heer Walter minder aangenaam zal
zjjn door iemand verwelkomd te worden,
wiens gezicht hem het verledene wat al t®
levendig in het geheugen terugroept? Mijne
ontmoeting moet hem, dunkt mij, terstond
mijn ongelukkigen broeder in bet geheugen
te binnen brengen.
Ik geloof niet, Sampson, zei de heer Bur-
ham, dat uw bezwaar van eenig gewicht moet
g-acht worden. Dc zaak in kwestie heeft
reeds zoo lang geleden plaats gehad; de heer
Walter meent voorzeker zjjn jeugdig vergrijp
door zjjn later ge<^g geheel uïtgewischt te
Het Canisiusspel.
Gedurende vier achtereenvolgende
avonden wordt in de groete tooneelzaal der
„Vereeniging”, het „Canisiusspel” naar den
tekst van Ludwig Nudling en Paul Peus 8.
J., opgevoerd.
Het spel is in vjjf tafereelen verdeeld. Het
inleidend beeld stelt Canisius voor biddend
in de Stephanuskerk, de overigen: „Cani-
rius openbaart aan zjjn geestelijken leids
man, zjjn voornemen om de wereld te ver
laten.” „Petrus Canisius beproeft de roeping
van den H. Stanislaus Kostka". „Ontmoeting
van Canisius en koning Ferdinand”; „Af
scheid van Canisius van zjjne bloedverwan
ten”; „Gezicht in de 8t. Pieterskerk op het
oogenblik van de verheffing van den Zalige
tot Heilige en Kerkleeraar.”
Het bezoek der Kardinalen.
Z. Eminentie Mgr. Kardinaad von Faulha
ber, Aartsbisschop van München arriveerde
Maandag in den namiddag te Njjmegen en
nam zjjn intrek bjj den heer Albers Pistorius.
Eveneens kwam Z. Em. D. Mercier, Aarts
bisschop van Mechelen in de Canisiusstede
aan. Z. Em. nam zjjn intrek bij den heer
Dobbehnan.
jjl juist
il doen
heerseben over het individu. Wie het een niet
wil, wil noodzakeljjk het ander, wie dus niet
liberaal wil zjjn, moet wel socialist worden.
Tertium non datur, Een derde mogelijk
heid is er niet zóó is de gedachtengang
van het liberale weekblad.
Hier bljjkt wel, dat de liberale heeren hun
hoogmoed van voorheen nog geenszins heb
ben prijsgegeven
Ware er iets tegenover het economisch
liberalisme te stellen, nu ja, dan kon mis
schien het socialisme in aanmerking komen!
De katholieke richting in de economie?.
Met één pennestreek wordt zjj weggecij
ferd.
Wy, Katholieken, hebben en beteekenen
in de oogen der zelfgenoegzame liberale hee
ren letterlijk niets.
En wanneer ze ten koste van de Katho
lieken het een of ander beweren dan vin
den ze ’t niet eens noodig, daarbij het be
hoorlijk bewjjs te leveren.
Geljjk ook weer uit bovenstaande rede-
neering van „De Vrjjbeid” blijkt.
Het zjj waar, dat het liberalisme „weigert
het individu op te offeren aan de gemeen
schap” (daarover zou nog wel eens een hartig
woordje gesproken kunnen worden!);
het zij waar, dat het socialisme de ge
meenschap wil doen heerschen over bet in
dividu,
hoe komt „De Vrfjheid” tot de overgangz-
bewering:
„wie het een niet wil, wil noodzakeljjk
het ander”?
Waaruit dan zou moeten geconcludeerd
worden, dat men ófwel liberaal ófwel so
cialistisch moet zjjn?
Volgens den uitslag der jongste verkie
zingen zyn er in Nederland nog een slordige
900.000 kiesgerechtigde burgers, die
Roomsch wenschen te stemmen en daardoor
te kennen willen geven, dat zjj in economisch
opzicht nóch liberaal, nóch socialistisch zijn.
Bovendien zjjn er in Nederland nog ette
lijke honderdduizenden Katholieken, die nog
wel niet stemgerechtigd zjjn, doch niette
min reeds vrjj behoorlijk kunnen denken,
óók over economische vraagstukken.
Welnu! Al die Katholieken hebben vol
gens „De Vrijheid” absoluut geen eigen
richting in de economie!
Maar bovendien:
Hebben wjj, Katholieken, niet een stellige
Roomse be economie-lper?
Verschilt die leer in vele, in de voornaam
ste opzichten niet hemelsbreed met de libe
rale en (of) de socialistische leer?
Erkennen wjj als de door God gewilde ba
sis van heel het economisch stelsel niet: de
rechtvaardigheid en de naastenliefde?
Verschilt de katholieke leer betreffende
inmenging van den Staat op economisch ter
rein niet volkomen met de liberale leer, vol
gens welko absolute niet-inmenging eerste
gebod is.
En is niet minstens éven frappant het ver-
aehil met de socialistische leer, welke van
■iets dan Staats-inmenging alle heil ver
wacht?
Is er geen groot onderscheid tusechen de
Percival Walter had zyn zoon niet meer
aangezien sedert hjj was binnengekomen en
had geen woord gesproken. Hij leunde met
zjjn elleboog op den arm van zjjn stoel en
hield de handen voor de oogen. Ook toen de
kornet zich rechtstreeks tot hem wendde,
bleef hjj een diep stilzwijgen bewaren. Uw
vader heeft mjj gemachtigd om in deze zaak
te handelen, sprak Hugh Walter. Alleen dan
wanneer ge als jongste bediende in ons huis
te Calcutta uw nieuwe loopbaan aanvangt en
u voortaan waardig en verstandig gedraagt
alleen dan kan ik er toe komen om u niet
te ontervep en kunt gjj weder op mync toe
genegenheid en die uws vaders rekenen.
De jongeling voerde eenige oogenblikken
met zicji zelven een zwaren strijd en zeide
toen: Welaan, het zjj zoo! Gjj behandelt mij
hard, maar ik zal mjj onderwerpen.
En hjj vertrok zonder verderen
stand? vroeg de heer Burham.
Ja sir, antwoordde de oude Sampson; hjj
verkocht zjjn aanstelling en vertrok met de
„Oronko”. Maar hy nam van niemand af
scheid en ik geloof dat hjj zjjn oom en zjjn
vader nooit de grieve vergaf, die zjj hem,
hoe ook verdiend, aandeden. Door Ijver en
talent klom hjj spoedig op en zag zich aa
verloop van een tiental jaren aan het hoofd
van het Indiitthe Huis geplaatst. In 1841 trad
hjj in den echt «n ujt dit huweljjk werd
slechts één kind geboren; eene dochter, die,
De Plechtige H. H. Missen.
Gistermorgen te negen uur. droeg in de
St. Canisiuskerk Z. Em. DesMerius Kard.
Mercier, Aartsbisschop van Mechelen, een
pontificale Hoogmis op. Z. Em. werd inge-
Nederland zoude zegenen, met Zjjn rjjksten
zegen van bloei en leven.
En is het voor iedereen niet klaarblijke
lijk, dat de Goddelijke goedheid Uw vader
land waarlijk onder Haar bescherming
neemt? Waar treft men nog ter wereld een
land aan, dat tusschen zulke enge grenzen
ligt, en niettemin een zóó machtig Katholiek
leven ten toon spreidt.
In ons dankbaar België, wjj zeiden het
meermalen, en herzeggen het nog, zoo
het aan de Kerk gelukt is, mannen van ver
dienste op alle gebied uit te zendeh zoo
hare zonen tijdens d® helft der verleden eeuw
by machte zyn geweest, bet bewind in har
den te honden en die zoo lastige taak met
eere te vervullen, zoo heden nog, ondanks
den stormloop van vrijdenkerij en socialisme
tegen Kerk en godsdienst, ons dierbaar va
derland, toch nog betrouwd de toekomst te
gemoet ziet, dan zjjn wjj dit verschuldigd
aan een weldaad def Voorzienigheid, aan het
schrander vooruitzicht van ons Episcopaat,
dat in 1835 stichtte en sedert dien met op
offeringen zonder tal onderhield en aaninoe-
digde eir uitbreidde onze vrye Katholieke
Hoogeschool van Leuven.
Heer rector, heeren professoren der Ka
tholieke Hoogeschool van Njjmegen, door
mjjn bemiddeling brengt u vandaag uwe
oudere zuster haar innigsten zustergroet,
hare gelukwenschen, hare bede tot God, om
heil en bloei over uwe edelmoedige stichting.
Maar zou ik het zeggen, hoogeerw. heeren,
dames en heeren, hoe heerlijk ook het ver
leden voor u zjj, hoe luisterrijk zelfs de dag
van heden, toch staat gij nog maar bjj den
dageraad van uw nationaal leven. Onze Hei
lige Vader Paus Pius XI schonk u onlangs
met volle plechtigheid tot beschermer en tot
leidsman een Apostel, een Kerleeraar, een
Heilige. Van dit eigen oogenblik zelf wend
de en wendt zich de ganeche Kerk naar u
toe. Zjj verwacht van u een nieuwe uitstra
ling van geloof en van liefde; van haren
kant belooft zjj u in broederlijke gemeen
schap der heiligen den bijstand van haar ge
beden en de hulde van hare diepe genegen
heid.
Soepeler en daardoor natuurltfker en
waarachtiger is daartegenover de Room-
sche economie-opvatting, soepeler, doch
daardoor niet minder stellig!
't Is deze stellige, katholieke economie,
waarnaar wjj met hart en ziel moeten stre
ven en welke alléén in staat zal zjjn, de so
ciale verhoudingen zoo goed mogelijk te doen
worden.
Dat dit streven onder vele Katholieken
vaak niet sterk genoeg is,
dat vele economisch-sterke Katholieken
zich nog vaak te liberaal en dat vele econo-
misch-zakken zich nog vaak te socialistisch
gedragen (waardoor aan de bewering van
„De Vrijheid” een schjjn van waarheid ge
geven wordt), we moeten het met schaam
te erkennen.
Doch dit neemt niet weg, dat de stellige
katholieke economie bestaat, en als uitvloei
sel van de door God gewilde economische
orde, ook zal moeten zegevieren, wil de we
reld in economisch opzicht zoo gelukkig mo-
geljjk worden.
Hopen wjj, dat zekere teek enen niet be-
driegen en dat wjj in den pjjnljjken strjjd,
welke vóór de verkiezingen in de R. K.
Staatspartij viel waar te nemen, de groote
worsteling mogen zien naar....;, de over
winning van de eeuig juiste Roomsche eco
nomie.
De strjjd moge pijnlijk zjjn, zonder
pjjn wordt het goede nooit verkregen.
W. F. schrijft in „De Tyd.”
Joh. Braakensiek wordt oud. Reeds een
menschenleven lang vergast hij* het layd we
kelijks op zijn spotplaten in de „Groene” en
hoe dikwijls hebben wjj allen gegnuifd van
pleizier om zjjn voortbrengsels en hun hoeda
nigheden bewonderd!
Wat hem nu overkomen is, zal hem niet
dikwjjls in zyn lange loopbaan van satyrisch
teekenaar gebeurd zjjn.
Wat is het geval?
In het laatste nummer van de „Groene’’
doet hjj mede per teekening aan de relletjes,
die thans van vrijzinnige zyde tegen den
nieuwen minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen worden losgelaten.
Het comité voor de land- en tuinbouwfees-
ten had aan minister Rutgers gevraagd ge
bruik te maken van het sportterrein der hoo-
Mercier met luide stem werd uitgesproken.
Plechtig Lof.
In de kerk van St. Canisius werd om 3 uur
door den Zeereerw. heer pastoor H. Janssen
S. J. een plechtig Lof gecelebreerd dat door
zeer veel prigrims werd bijgewoond.
Door den Zeereerw. pater prof. dr. Jac. van
Ginniken S. J. werd tydens het Lof een feest
predikatie gehouden.
Canisius, zeide de gewijde redenaar, is een
der voorlooperg van de gouden 17e eeuw in
ons Nederland.
Petrus Canisius’ leven toont overeenkomst
met dat van Marnix van St. Aldegonde, den
secretaris van Willem van Oranje. Petrus C>
nisius had van Ignatiu.s geleerd hoveling >e
zjjn bjj den Grooten Koning. Beiden hebben
Marnix spreuk in toepassing gebracht: Repos
ailleurs.
Marnix van St. Aldegonde de schrijver van
verachtelijke geschriften tegen de kerk, was
heel zjjn leven een en al sarcasme. Hjj is de
grooto lasteraar der H. Kerk, al mfeende hjj
het nog zoo goed met zjjn God.
Canisius daarentegen beeft zich maar een
maal in zjjn leven laten verleiden tot onaan
genaamheden tegen Protestanten. Dat is de
Heilige tegenover den talentvolle.
Canisius heeft in zjjn Njjmeegsche jaren d6
zinnelijkheid gekend, maar hjj heeft ze over
wonnen geljjk Stalpaert v. d. Wielen ze over
won. Stalpaert van der Wielen bestreed de
geuzen-liederen met heiligen liederen. Ook
Canisius deed zulks op den katheder.
Constantijn Huygens is niet te kennen zon
der eenige kennis van Petrus Canisius, geljjk
ook deze niet te begrijpen is zonder kennis
van Huygens. Maak van iederen dag een
leven, heeft Huygens door zyn voorbeeld ge
leerd. Huygens heeft heel zjjn leven hard en
onvermoeid gewerkt, maar hjj heeft niets l'e-
reikt. Canisius daarentegen werkte grojts
zonder, als Huygens, er alt jjd van te spreken.
Zwjjgend bracht hjj zijn offers. Starheid en
innigheid waren te samen bjj Petrus Canisius
aanwezig. In zjjn karakter verwachten wjj
zulk een teedere devotie tot Jesus niet.
Tenslotte vergeleek de redenaar Petrus Ca
nisius met Vondel. De geleidelijke groei in
Vondel’s leven, zjjn overgang tot het Katho
licisme heeft zijn universaliteit bewerkt. Pe
trus Canisius was eveneens een Universeel
mensch.
Men vraagt weleens, aldus de gcwjjde re
dt naar aan het slot zjjuer predikatie, waar
om heeft God Petrus Canisius niet in Neder
land gelaten? Omdat, aldus antwoordde spr.
Nederland zou bekeerd zjjn, maar heel Euro
pa Protestant zou zjjn geworden.
Moge van Nijmegen uit aan Europa ge
schieden datgene wat Canisius voor Europa
heeft gedaan. Daartoe zullen er nog meer
martelaren moeten komen. Dan zullen wjj
ieder een anderen Petrus Canisius moeten
worden en onze talenten den Zaligmaker ter
beschikking moeten stellen.
Om vjjf uur had wederom een
preek plaats voor de pelgrims.