„ONS BLAD" 1 Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon: I POSTGIRO 1M86X M« SO7 w UIT DE PERS. De Troonrede. FEUILLETON. DE GEHEIMZINNIGE MOORD. Advertentieprijs! V«n I—Jregefe-f 1.25; elke regel meer fO.25: V' per regel f 0.75; Rubriek .Vraag uitbetaling per plaatsing f 0.60. Abonnementsprijs: Per kwartaaTvOor Alkmaar a a(w 1— Koor buiten Alkmaar ..12 85 Ma Oeflluatreerd Zondagsblad 0 60 f hooger. en aanbod" b| vat alle abonné’s wordt op aanvrage gratis een polis vertrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 5OO.—."*400,—f 200— f IQQ— f 6nT~f f :rpen, die naar Kabinet in de WWMda< 18 September lm POSTGIRO 1M86X 19e JaarfUf G r »trjF i christelijk zullen zjjn. in de departementen wordt beheerscht, dunkt jam, den HOOFDSTUK V1IÏ. Na vijf en dertig jaren. gewesten; en wetgeving ADMINISTRATIE No. 439 REDACTIE No. «33 ik vervul de gezonden wen derweg ziek is geworden. (WÖnït vervolgd.^ ti man. (tig en ld, VMt vol haar: (r.-k.) indruk pende maatregelen waren noodig. Maar het ge aanda< gedacht worden 'aan verlichting van aan de brug gekomen was knoopte hij een paar zwa re steenen in een ouden katoenen zakdoek, bond dien aan het pak vast, en liet het toen van het midden der brug, waar hjj vermoed de, dat de bedding het diepst was, in het wa ter glijden. Hij bleef nog eenige ©ogenblikken over de leuning der brug staren, alsof hij h?t pak in den donkeren stroom naoogde, en zeide toen haif overluid tot zich zelven: „Hier ligt James Went worth met zijn oude plunje begravenI” Hij bracht den nacht in dezelfde dorpsher berg door waar hij ’s middags gegeten had en wandelde den volgenden morgen vroeg tijdig naar de stad. Tóen hij tegen 9 uur aan het havenhoofd aankwam, was de „Electra” reeds in het zicht. De „T jj <T’ (r.k.) schrijft o.a.' Met belangstelling hebben velen in den lande uitgezien naar de Troonrede, waarin de nieuwe regeering haar program zou mede- deelen. Wij kunnen ons voorstellen, dat de genen, die daarin de aankondiging van groo ts geweldige gebeurtenissen hoopten te vin den, bij de lezing van het vrjj uitvoerige staatsstuk, dat nu voorons ligt, eenigpzins zullen zijn teleurgesteld, omdat daarin niets geweldigs te bespeuren valt Anderen ech ter zulled het met ons waarleeren, dat alle grootdoenerij blijkbaar met opzet is achter wege gelaten. Het program van de nieuwe regeering beeft twee groote verdiensten. In de eerste plaats is, zooals van dezen kabinetsforma- teur was te verwachten, aansluiting gezocht bij de politiek, die het kabinet-Kuys in zijn laatste gedaante heeft gevolgd; en in de tweede plaats is het een program van gelei delijke ontwikkeling. Het blad heeft een drietal belangrijke pun ten "emist: In de eerste plaats is bet ons opgevallen dat alleen van „handhaving” der financieele gelijkstelling op schoolgebied wordt gespro ken. Moet men daaruit afleiden, dat de nieuwe minister van onderwijs dé meening is toegedaan, als zou de financieele gelijkstel ling reeds geheel zjjn doorgevoerd en men derhalve met „handhaving” er van kan vol staan? Het moge ons, voor zoover noodig, vergund zijn, de aandacht van minister Rut gers er op te vestigen, dat er aan de door voering van de financieele gelijkstelling nog heel wat te doen is. In de tweede plaats mogen wjj niet nala ten er onze verbazing over uit te spreken, dat de nieuwe regeering zoo weinig tot de vele belanghebbenden bij bandel en nijverheid beeft te zeggen. Dat een rechtsch kabinet, waarin men den leider en een zijner voornaamste medewer kers aan bet departement van handel en nij verheid heeft te zeggen. Dat een rechtsch kabinet, waarin men den leider en een zijner voornaamste medewer kers aan het departement van handel en nij verheid vrij ®n onbesmet van het liberale: ^laisser faire, laisser passer” waande bij de publicatie van het regeeringsprogram, den indruk wekt, dat op terrein der handelspo litiek de regeering met de banden in den schoot zal blijven zitten, terwijl men in het buitenland door nationaal egoïsme verblind, niets onbeproefd laat om onze industrie van de wereldmarkt en zelfs van baar eigen bin- nenlandsch terrein te verdringen, zal bij velen, die van deze bewindslieden althans een ernstige poging tot het organiseeren en leiden van een actieve welvaartspolitiek had den verwacht een grievende teleurstelling wekken. Ten slotte hebben wij met voldoening ge lezen, dat het beheer van *s lands overzee- gche gewesten zal worden voortgezet in een geest welke met onze zedelijke roeping jegens die gewesten in overeenstemming is, maar de uitdrukkelijke verzekering, dat de vervul ling van deze zedeljjke roeping in de eerste plaats medebrengt, dat de belemmering van de vrijheid der geloofsverkondiging, welke in art. 123 van bet Indisch regeeringsregle- ment ligt, met bekwamen spoed zal worden weggenomen, zou de katholieken in Neder- land en Indië voor bet nieuwe kabinet toch ietwat geestdriftiger hebben gestemd. De (a.-r.) Standaard zet de beteekenis van de Troonrede als volgt uiteen: In de Troonrede, die soberen maar stevigen bouw aan gedegen inboud paart, zijn 3 hoofd momenten te onderscheiden. Eerst wordt een teekening gegeven van den toestand, waarin ons volk verkeert. Daarna biedt zij in korte, scherpe trekken het algemeen karakter van Naar het scheen verbreidde Jozef Wilmot de aankomst der boot met de meeste be daardheid, veel kalmer, althaaa, dan een aan tal personen, die zich aan het havenhoofd vereenigd hadden en betrekkingen of vrien den met de „Electra verwachtten. Ofschoon er zich verscheidene heeren van middelbaren leeftijd op het dek bevonden, herkende Wilmot reeds in de verte Het waa iemand van tusschen de zestig jaren kloek en rijzig van geel Het eindoordeel van do („neutrale”) „T e- 1 e g c a a f” luidt aldus: „Het ministerie-Colijn staat voor een zeer moeilijke regeertaak. In wezen en samenstel ling van behoudenden aard, behoeft hot, om in leven te blijven, democratischen steun. Dat het dezen winnen wil, toont het staats stuk zeer duidelijk. Evenwel dreigt het gevaar, dat de heer Colijn, na in vorige jaren financieel wat „hier en daar bjjeengegrabbeld te hebben”, dit grabbelbeleid nu ook op politiek gebied voe ren gaat, door nu etens bij behoudende, dan weer bjj meer vooruitstrevende elementen steun te zoeken. Een gevaar, dat de energieke premier ho pelijk zal weten te ontgaan.” Hot Vaderland (lib.) begint met de constateering, dat de Troonrede een teleur stellend stuk is. „Men had mogen verwachten, dat nu de Coalitie na zoovele interne bisbilles weer tot eendracht en vast accoord is gekomen, men uit de Troonrede iets zou aanvoeleu dat sprak van sta-vast, maar er zjjn over en weer concessies gedaan, die niet getuigen van de zeer groote eenswillendheid. Resumeerende kan het blad de rede niet - -Bgl en donkerbruine knevels, die en voorkomen zeer veel over punt uit te spreken, hoe zeer het op elk Chris telijk regeeringsprogram een plaats verdient. Bij haar defensie wenscht de Regeering met de algemeene beperking der bewapening rekening te houden. Namelijk ons verdedi- gings apparaat zóó inrichten, dat wjj tot mee doen aan dé internationale ontwapening ge need zullen zijn. Hier is dus een verwach ting, die niet "‘alleen bjj gedachten bljjft, maar ook in daden zich zal uitspreken, zij het dan vooral in praeparatieven voor een latere beperking. Daarbij zal een weermacht behouden bljjven, welke rekening houdt met den huidigen internationalen toestand. In raadselen wandelt de mensch op aard. Of de Militiewet met haar wel wat te hooge eischen op de snijtafel zal komen, of ons vestingstel- sel den geld-besparenden winterslaap ingaan zal, of de vesting-Holland als organisatie een planten-bestaan zal gaan voeren, in hoever men het wagen zal nog vérder te bouwen op het verlofskader, of dan daarbjj de opleiding misschien door concentratie welke geld kost zal verbeteren, deze en andere vra gen toonen de bedoeling om de belangstelling nog eenigen tjjd op de proef te stellen. Blijk baar is de Regeering op dit voor haar beleid haar locus minons resistentiae omzich tiger nog dan voor de andere departementen. Roekeloosheid ligt in deze eerste regee- ringsdaad niet. Opening van zaken behoefde echter nog geen onvoorzichtigheid Je zijn. Kloek beleid werd algemeen verwacht en de Regeering beschaamt die verwachting wel niet, maar geeft met deze Troonrede op baar voornemens niet den vollen kijk. „Het Centrum” (r.-k.) oordeelt: „Alles saamgenomen opent de Troonrede goede vooruitzichten en zal de voldoening, waarvan Hare Majesteit getuigde, in het land worden gedeeld. Er is inderdaad voor ons volk, wannéér het zjjn lot vergelijkt met dat van zoo menig ander land, reden tot dank baarheid. En de Rechtsche partijen moet het bovendien met erkentelijkheid vervullen, dat het Rechtsche regiem kon worden besten digd en de tegenwoordige Regeering zich, blijkens deze Troonrede, in dezelfde lijn be weegt, als hare voorgangster. dat men hem verzekerd had, dat zij niet vóór den volgenden morgen kon aankomen, keerde hjj naar het kleedermagazjjn terug. i Hjj besteedde geruimen tjjd tot bet kiezen Van al de benoodigdheden voor zjjn toilet, Waarbij hjj bewijzen van zeer goeden smaak Aaf. Toen hjj, na van top tot teen in een n|puw gewaad te zjjn gestoken, in bet kan toor van den koopman verscheen om zjjn rekening te voldoen, die ongeveer 8 pond sterling bedroeg, scheen niet slechts zjjn uiterljjk, maar zjjn gansche wezen een volle dige herschepping te hebben ondergaan. Des morgens was hjj het magazjjn als een vage bond binnengetreden, thans verliet hjj het als een volmaakt gentleman, in kleeding zoowel als in houding en manieren. „Wees zoo goed,” zeide hjj tot den koop man, toen hjj op de stoep afscheid van hem nam „om mjjn oude kleeren bijeen te pak- ken. Ik zal ze heden avond laten afhalen.” Hoewel hjj thans de meest bezochte ge deelten van Southampton niet meer behoefde te vermijden, daar hjj er niets minder fashio nable uitzag, dan de deftigste burgers der stad, zoo ontweek hjj toch zorgvuldig het go- woel en begaf zich langs zij- en acnteretra- ten naar buiten. Hjj gebruikte daar een een- voudigen maaltijd, en dronk eenige glazen gaog. Nu en dan nam hjj een dagblad in han den, maar hjj begreep geen woord van het geen hjj las. Slechts ééne gedachte vervulde hem; zjjn aanstaande ontmoeting met Henry - de weergave van de onderwei de meening jan het nieuwew eerste plaats de aandacht van Regeering en volksvertegenwoordiging verdienen. De Troonrede laat niet na er op te wjjzen, dat deze wonderlijke ontkoming (aan eene ontwrichting van onze financiën) niet dan met groote inspanning is verkregen. Ingrjj- -- nu het gevaar werd gekeerd, bet gevaar, dat allo icht en alle actie vragen moest, nu kan -J‘1 burgerij opgelegde lasten en verzachting van enkele maatregelen, indien althans de finan cieele toestand zich gunstig bljjft ontwikke len. Op welke wjjze dit zal geschieden, wordt niet gezegd, maar wie de genomen maatrege len zich voor den geest roept wij denken aan de salariskorting en aan de strenge be zuiniging ten aanzien van bet onderwijs, kan uit deze zinsnede wel afleiden wat door de Regeering wordt bedoeld. De (c.-h.) Nederlander is zeer daan over de Troonrede. Zjj noemt een woord der dankbaarheid”. „De stormramp van 10 Augustus, de scha duwen over het leven van den land- en .tuinbouw, de invloed der economische moei lijkheden buiten onae grenzen, de financieele zorgen, die nog wel bljjven drukken zjj vormen donkere plekken in het beeld van 's lands toestand, gelijk de Troonrede dat teek ent. Maar wjj zjjn geneigd deze schadu wen op te merken, als de hulpmiddelen, om het licht, dat het beeld bestraalt, des te be ter te doen uitkotnen. De ontwrichting van den toestand van 's lands geldmiddelen kan niet slechts wor den beschouwd als afgewend maar, naast ver lichting van lasten zal het ook komen tot verzachting van enkele vroeger opgelegde lasten. Men behoudt den indruk, dat de aanvang van den arbeid van het nieuwe Kabinet be schenen wordt door voorspoedzon. Toch zal die arbeid niet gemakkeljjk zjjn en zal niet geschroomd worden moeiljjke vraagstukken ter oplossing aan te vatten. Het blad komt tot de volgende slotsom: Zoo laat de gebeele troonrede den iinlruk na van juist inzicht in den ernst der taak, die Regeering en Volksvertegenwoordiging wacht, maar tevens van den bljjden moed, waarmede die taak, van de zijde der Regee ring wordt aanvaard. Het Ncderlandsche volk ziet zich geplaatst voor een nieuw begin een begin, welks omtrekken worden waargenomen met dank baarheid en gerustheid niét het minst, omdat bjj dit nieuwe begin zal worden voort gebouwd op de oude beproefde fundamenten. „Zoo voor Bestuur als Wetgeving bljjft handhaving van de Christelijke grondslagen van ons volksleven richtsnoer.” leideljjk, heet bet, goed, maar zonder ver- poozen. Aan al de verwachtingen van de Van Gjjn’s en de Treub’s, dat een stevige afbraak zou worden ondernomen, is de bodem inge- slagen. En op sociaal terrein zal men te beter tn te eerder aan billijke en oude verwachtingen kunnen voldoen, naarmate men spoediger slaagt in het voeren eener welvaartspolitiek, die onze nijverheid brengt uit den moeilijken toestand, waarin zjj, naar de erkenning in de Troonrede, nog verkeert Wjj wachten af wat het demonstratief congres van het N.V.V. en de S. D. A. P. te zeggen zal hebben, maar meer practiseh nut ver wachten wjj van de welvaartresoluties van ons Werkliedenverbond en van de R. K. Werkgeversvereniging. In die richting moet het worden gezocht wil men aan de arbeidersklasse een goed en vast bestaan waarborgen. Buiten het sociaal terrein vinden wjj in de Troonrede meer dan één aankondiging, wel ke tot voldoening stemt; die tot verlaging der militaire uitgaven, die tot meer vrjjheid yoor het onderwijs, die tot bescherming der inlanders in de óverzeesche gewesten; de verzekering verder, dat bestuur grjjsachtig haar in kleeding en eenkomst had met Jozef Wilmot. Deze stond toen de boot de wal naderde zóó onbewe gelijk, alsof hij van marmer geweest ware en sloeg den man, dien hij voor zijn voormali- gen meester hield met valkenblikken gade. Jk bedrieg mjj zeker niet,"’ sprak hij bjj zich zelven, „hjj is grijs en zwaarlijvig ge worden, maar zjjn trekken hebben geen merkbare verandering ondergaan. Hij is nog even trotsch en met zich zelven ingenomen, als vóór vjjf-en-dertig jaren. Zoodra de kolossale boot aan den steiger lag, stapte Wilmot op het dek. „Mijnheer Walter, als ik mij niet bedrieg?” vroeg hjj, zjjn hoed voor den Oosterling af nemende. „Ja, Henry Walter,” antwoordde de ban kier eenigszins verwonderd. ^lk heb een brief vaa den heer Burham voor u, en ben hier gekomen om u af te ha len en u van dienst te wezen.” Henry Walter zag hem met toenemende bevreemding aan. „Zijt gij een der bedienden van het kantoor uit St. Gundolph lane? vroeg bij. Neen sir, maar ik vervul de plaats van. een hunner, die afgezonden werd om u te ontvangen, doch onderwe Waarin kan ijc u van dienst zijnr Voor zoover de Troont ede eenige duide lijkheid heeft, toont zij, naar de meening van Het Volk (s.d.a.p), een voortzetting van de oude door ons volk bjj de verkiezin gengen veroordeelde gedragslijn van het ka- binet-Ruys-Coljjn. „Van een vooruitstrevenden geest is deze Troonrede niets te bemerken. Verschil lende barer bewoordingen duiden op een voortzetting van de oude politiek. Op het congres van partij en vakbeweging zal de daardoor ontstane toestand onder het oog gezien worden. In ieder geval is het reeds zeker, dat de sociaal-democratie aanleiding te over zal hebben om de belangen der bezit- loozen te verdedigen. Zij zal dat doen met de vurige kracht die haar van ouds geken merkt heeft.” Het Sociaal-democratische orgaan besluit met de mededeeliïig, „dat het wel vast staat dat zij door een sterke agitatie aan het volk duidelijk moet maken, hoe met zijn belan gen gespeeld wordt.” De (r.-k.) Volkskrant zegt, reden te hebben tot voldoening. „Op sociaal terrein zal de in het verleden het te volgen, regeerbeleid. En eindelijk volgt gevolgde Ijjn worden doorgetrokken, ge- De „M s b.” (r.k.) schrijft: „Ab positieve toezegging noteeren wjj een maatregel, die behoort tot hetgeen met een pathetisch woord „welvaartepolitiek" wordt genoemd. Uitbreiding van werkgelegenheid wordt overwogen. Met eenige voldoening zal deze toezegging worden vernomen door ben die gereed staan ’n nieuw welvaarts-congree te beleggen. Ver- moedelijk zal ook de drooglegging der Zui derzee en het wegenplan, waarvan de Troon rede gewaagt, Als economische werkgelegen heid worden benut. Wie groote woorden wenscht, kan door de plannen van Minister Kooien niet zijn bevre digd. Wordt hjj met daden getrouw bevonden aan zjjn sobere woorden, dan zal hjj groot werk tot stand brengen. Sober, maar daarom te krachtiger' is het Koninklijk woord, dat hooghouden van het Christelijk beginsel voor ons land en voor Insulinde toezegt. Hier te lande zal het we zen: handhaven van het feitelijk bestaande Christelijk karakter van ons volksleven. Daarginds zal het Christendom kunnen mee spreken in de „zedelijke roeping”, die beleden wordt. Die roeping brengt niet mee een af keer van den kapitaalstroom, die Indië zal moeten uitbuiten; maar uitbuiting der bruine broeders zal worden verhoed. Boter ware mis schien geweest de zienswijze, dat de kapitaal stroom zooveel mogelijk tot het wclziin der inlandsche bevolking strekken moet. Dat de zedelijke roeping met onveranderde handhaving van artikel 123 niet zou te rijmen zjjn, staat voor ons vast. Minister Welter, nog varende, wacht waarschjjnljjk liever op het noodige overleg, alvorens zich over dit De hoefjjzer-redacteur van het „A 1 g. Handelsbla d”, (lib.) ziet in het staatsstuk niets minder dan een bedreiging van het roode spook: Alles bijeengenomen dunkt ons deze Troonrede meer te getuigen van invloed der „democratische” elementen in de rechter zijde dan wel was verluid. Men kan het mi nisterie er geen verwjjt van maken, dat het heeft rekening gehouden met wat nu een maal een stembusfiguur is geweest. Maar het spreekt van zelf, dat deze „Ruck nach links” ons vertrouwen in dit kabinet niet kan vergrooten. Doch evenals ten aanzien van elk nieuw bewind, zullen wjj ook met betrekking tot het kabinet-Coljjn zjjn daden afwachten. Want Troonreden zjjn uiteraard niet scherp gepreciseerd. Een nadere toelichting, die bij het debat over de Staatsbegrooting niet zal uitbljjven, kan nog veel in een an der licht plaatsen. Laat ons hopen, dat het wat minder rood moge zjjn dan dat, waarin wjj deze Troon rede zien. NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD anders noemen dan een al te bedachtzaam stuk „en de S.D.A.P., die zich reeds ver heugd had op den democratischen omme zwaai van den heer Colijn, zal wel moeten erkennen, dat als daarvan sprake is, die zeer klein is geweest, al zou het dan ook kunnen zjjn, dat men bjj de uitwerking van do thans ten beste gegeven algemeenheden tot wets ontwerpen, zou moeten erkennen, dat het meer was dan men had kunnen verwachten. Maar van kracht van de coalitie geeft deze Troonrede zeker geen bljjk. Men voelt hoe ieder woord gewikt en gewogen is, om over en weer geen aanstoot te geven. Ook van dit ministerie kan dus gezegd worden, dat het zifting nam. omdat er geen andere combina tie mogeljjk was, en het zal naar onze be scheiden meening wel tot 1929 aan het roer bljjven, als tenminste monseigneui Nolens er zjjn beschermende hand over bljjft uitstrek ken.” En verder wacht het blad op de da d e n van bet nieuwe kabinet. Volgens „Het Huisgezin” maakt het regeeringsprogram den van voorzichtige kracht: „Dat het Kabinet waar het kan vrijheid toestaat en wil bevorderen, stemt tot voldoe ning. Een uiting daarvan zien wjj in hetgeen op sociaal terrein wordt aangekondigd, ook op het gebied van het onderwijs. Inderdaad, de staatsbemoeiing gaat in veel gevallen te ver, en het wordt tjjd. dat de overheid zich waar het maar even kan terug trekt en aan de vrjje krachten, de eigen in zichten in de maatschappij meer ruimte laat om zich te ontplooien en de uniform af te leggen. Daarentegen klinkt wat erg koel en nuch ter, dat maatregelen tot uitbreiding van werkgelegenheid in overweging zjjn. Hier gaat het over de welvaartspolitiek, waarvan heel ons maatschappelijk en econo misch welzjjn afhankelijk is. Hier had men een warmer klank niet al leen, maar ook een positiever woord mo gen verwachten, want de inderdaad moeilij ke toestan, waarin, zooals de Troonrede zegt, de nijverheid nog verkeert, belemmert vooral het herstel en zal dit bljjven belem meren totdat voor haar de dageraad van een beteren dag zal" gloren.” De Morgen (r.k.) schrjjft: Na lezing dezer troonrede zjjn we omtrent het nogal met empha.se aangekondigde „de mocratische” regeeringsbeleid van bet minis- terie-Coljjn vrjjwei even wjjs als tevoren; dat wil zeggen: we weten er zoo goed als niets van. Het kan vrieaen en ‘t kan dooien. We moeten nog altijd: afwaehten! In dien de regeering den aandrang in zich hadde gevoeld, om de Volksvertegenwoordi ging en het Nederlandsche volk volledig in te lichten omtrent hare plannen zou zjj an ders hebben gesproken dan zjj heeft gedaan in dit rammelende, naar den inhoud weinig zeggende en naar den vorm weinig bevredi gende stuk proza, dat dan ook van overdre ven eerbied voor de parlementaire instellin gen allerminst getuigt en dus als vanzelf sceptisch stemt ten opzichte van de met zooveel ophef aangakondigde „democrati sche” gezindheid van bet nieuwe Kabinet. ,Jk verlang een volledig stel kleeren en Andere benoodigdheden, kan ik mjj van een ®n ander bjj u voorzien?” >Jk kan u oogenblikkeljjk alles verschaf- fen, wat gjj verlangt”, zeide de koopman. „Zeer wel,” hernam Jozef. „Ik zal echter eerst mjjn haar en baard in orde laten bren gen, en kom dan terstond terug.” Hjj begaf rich naar den dichst bjjwonende kapper, en Mer onderging zjjn gelaat In een half uur Hjds zulk een verandering, dat hjj zich ter nauwernood herkende, toen hjj na den afloop der bewerking in den spiegel zag. Zjjn have- looze baard was geheel onder het scheermes i«Lenen’ x^n lw,re knevels hadden een sierlijken vorm gekregen, en zjjn haar was zorgvuldig gekapt Door dit een en ander W^de n voor^omen vee’ niinder somber ge- Daarop spoedde hjj zich naar het haven- tüofll om naar de „Electra” te vernemen. Na- Walter. Deze gedachte hield hem zoo uitslui tend bezig, dat hjj, na het logement te Ba singstoke verlaten te hebben, geen enkele maal aan zijn zieltogenden broeder of aan Mathilda gedacht had, welke laatste door zjjn w. gbljjven in de doodeljjkste ongerustheid moest verkeeren. Nu en dan maakte een pjjnljjke vertwjjfe- ling zich van hem meester. Wanneer Henry Walter eens onderweg bezweken was en de „Electra” slechts zjjn stoffelijk overschot overbracht 1 Bjj deze gedachte kon hjj ech ter onmogeljjk bljjven stilstaan. Neen! zjjn wraak zou hem niet ontgaan! Evenals zjjn broeder Sampson, maar in epn geheel ande ren geest en met zeer verschillende gewaar wordingen, zeide hjj tot zich zelven, dat het misdrijf vroeg of laat zjjn straf erlangt, en het leed geen twijfel meende hjj, dat thans het uur dor vergelding voor Henry W’alter geslagen had. Tegen het vallen van den avond keerde Jozef Wilmot naar Southampton terug. Het was reeds donker toen hjj het kleedennagar zjjn in de Hoogstraat weder bereikte. De koopman wilde niet gedoogen dat hjj zelf het zware pak met de oude kleeren zou dras gen en riep zjjn bediende om er dezen mede te belasten. Maar Wilmot bedankte hem voor zjjn goedheid, nam het pak zelf onder den arm en wandelde de stad weder uit. Nadat hjj op ongeveer een kwartier-uurs van Sout hampton, bjj eene over de rivier ligir«nde Het zal misschien opvallen, dat er van enkele belangrijke onderwerpen, die reeds in een vorige periode ter hand waren genomen, niet wordt gerept. We denken aan de Zon dagswet en de Bioscoopwet. Maar dan dient opgemerkt, dat het geen gebruik is, om reeds ingediende ontwerpen in een troonrede te vermelden. De niet-vermelding beteekent stel lig dus niet, dat de Regeering aan deze onder werpen niet haar volle aandacht schenken zal. Wjj althans rekenen daarop. Voorts is het wel duidelijk, dat in korte opsomming van belangrijke onderwerpen niet het program voor de volle parlementaire pe riode, die than^een aanvang vond, wordt ge geven. Ook behoeft men in de vermelding der onderwerpen, die blijkbaar door het cjjfer van de departementen wordt beheersebt, geen rangorde te zien wat de belangrijkheid, naar de meenjng van het Kabinet, betreft. 15 De eigenaar van het magazjjn verscheen spoedig. „Wat is er van uw dienst, sir?” vroeg hjj. ,JZoo mjjn bediende eenig noode- loos bezwaar heeft gemaakt, schrijf dit dan enkel toe aan zijn te ver gedreven ijver voor mjjn belang.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1925 | | pagina 1