'I <1 i m "Sj I f* IT 1 „Het Witte Kruis”. I I Het 50-jarig bestaan van Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon: ■NN r - let POSTGIRO 184861 *•303 VrUtfag IS September POSTGIRO 194861 Ml ,o- jt K 13e Jaargang •i* ifW 4 J 1 Van 1—5 regel»-f 1.25; elke regel meer f 0 25; Trr'MÉ per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod" b| voj uitbetaling per plaatsing f 0.60 f 400,-, f 200,-, f 1OO,—f 60,—, f 36,—, f isj, Abonnementeprqaa per kwartut voor Alkmaar i i Voor buiten Alkmaar t.ft t f 285 Met Oefllutfreerd Zondagwblaif 060 f hooger. Jmmi allo abonné’a wordt op aanvrage gratia n polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500, FEUILLETON. DE GEHEIMZINNIGE MOORD. 3 ‘f weten. Spoedig werd een afdee- I, dge ek. De eerste eerevoorzit- hart en hun 1 sn de ander deed. l en de lieden die ADMINISTRATIE No. 431 REDACTIE No. 333 van erover, den der door het vervaardigen van valsche wia- 11 i scheen een oogenblik te aarzelen omtrent hetgeen Lau- pbus in vrjj hevige mate, vfektyphus buik typhus beide, sooals later bleek zorg van het gemeentbestuur waren bovenzalen van het ouderwetsche waagge- ingeriobt voor ziekenzalen, waar ga sleken werden verpleegd, O mannen I l hartjqk met dezen dag hoop uit, dat de N. H. NOORD-HOLLANOSCH DAGBLAD .„ONSBLAD” zijn be- en stelde gratis of tegen geringe vergoeding be- likbaar voor medici. In 1897 liet een Friesche, tevens frissche geneesheer zijn ambtsbroeders op een verga dering te Leeuwarden zingen; ,J>e diphteritis, o hoe naarl „De keeltjes groeien dicht. „En als er niet gesneden wordt, „Dan sterft het lieve wicht. „Vol micrococcen zit de keel, j,Maar Roux hij werkt geducht, Het Witte Kruis gaat met zijn tqd mee; waar uieuwe perspectieven zich openden, werden nieuwe wegen ingeslagen; wijkver pleging, kraam verpleging, zuigelingenbescher rning, moedercursussen, bakeropleiding en huisverzorging kwamen belangstelling vra gen en vonden die. Steun kwam van prcvin- pas verschenen ver- Cominissie voor Zui- soms nog aan het vergrijp dacht, dat hij in zijn jongelingsjaren bedreven had, het was dan enkel om de harde behandeling te wre ken, die zjjn vader en zijn oom hem hadden 'aangedaan. Berouw over zijn misstap gevoel de hij volstrekt niet; en den ongelukkige, die i hem destijds do behulpzame hand had gebo den den behendigen en lichtzin nigen knaap, die zijft werktuig en slachtoffer was geworden dezen had hij zoo glad verge ten, alsof hij nooit bestaan had. Men bracht den heer Walter in den „Dol fijn”, in een der fraaiste vertrekken van de eerste verdieping. Hq bestelde eenigo ver- verschingen, ging in een gemakkelqken leu ningstoel zitten en nam de „Times” in han den. Spoedig legde hij dien echter weder neer en opende een gouden medaillon, dat aan zjjn horlogeketting hing, en het miniatuur- portret bevatte van een schoon jong meisje. „Hoe bekoorlijk is mijn dochter toch”, sprak hij tot zich zelven, het portret be schouwende. „Maar ik kan mij geen denk- i beeld vormen, dat mijn komst haar gelukkig zal maken. Zq is te jong uit Indië vertrok ken, om eenige heugenis van mjj te hebben! En toch verzekert zij mij, een brief te voor schijn halende, „dat onze hereeniging haar ten hoogste verblijdt. Uitboezemingen, als deze moeten den hardnekkigsten twijfelaar wel tot overtuiging brengen, ging hij voort de volgende zinsnede uit Laura’» brief over lezende; w wezens te beschouwen, was hij niet voorne mens zich veel in te laten met den persoon, die men hem in Londen had toegezonden. Al liad deze al het uiterlijk van een gentleman, hij was zeker slechts een kantoorbediende; althans bij hem verrichtt» h(j do taak van een bediende en er bestond dus hoegenaamd geen reden, om hem niet met alle andere klerken over één kam te scheren. Nadat beiden eenige minuten gezwegen had brak Jozef Wilmot het stilzwijgen af. „Gij vroeg my zooeven, wie ik was, mijnheer Walter,” zeide hij. „En gij zeidet mij, meen ik, dat gij van het kantoor in St. Gpndolph-lane kwaamt,” ant woordde de heer Wal te f, even de oogen op slaande, om die terstond weder op zijn dag blad te vestigen. „Vergeef mij, sir”, vervolgde Wilmot; ik zeide u niet, dat ik door het kantoor werd gezonden. Ik verhaalde u integendeel, dat ik de plaatsvervanger was van iemand, die in last had gekregen u te ontvangen.” „Dat komt, dunkt mij, nagenoeg op het zelfde neder, mijn waarde heer”, hernam de bankier glimlachend. ,Jk vind het zeer heusch van den beer Burham, dat hij er voor gezorgd heeft, dat mij iemand bij mijne komst opwachtte." Henry Walter scheen zijn lectuur op nieuw te willen voortzetten; maar Wilmot richtte zich thans overeind, en zeide op een meer gemeenzamen toon, dat hq tot nog toe had 16. „Wees zoo good voor het wegbrengen en verzenden mijner bagage zorg te dragen. Op mqn reis- en schrijfcassette na, die gij het paviljoen zult vinden, en dio ik bij mij wensch te houden, hab ik alles naar Portlandplace geadresseerd. Ik zou gaarne zien dat al m’n koffers zoo spoedig mogelijk regelrecht daarheen verzonden werden. Als 't mogelijk was, zou ik zelf ook gaarne nog he den avond naar Londen vertrekken.” „Ik zal voor alles zorgen, sir”. „In welk hotel logeert gij?” vroeg de heer Walter. „Ik ben r“ aangekomen sir, morgen „Dan -O Felicitaties. Mr. LIETAERT PEERBOLTE spreekt de beste wenschen uit, namens den Minister van „Zoo er iets is, dat de smart over het ver lies van mijn dierbaren grootvader kan leni gen, dan is het de gedachte, dat gij nu toch spoedig uit Indië zult terugkeer^n, en dat ik u eindelijk zal wederzien. Ik vind bet zoo treurig, dat wjj, die zoo rijk zijn, van elkaar gescheiden leven terwijl arme kinderen al tijd hunne vaders bij zich hebben. Wat baat ons onze rijkdom, als wjj het bijzijn moeten missen van hen, die wij het innigst liefheb ben! En ik heb u, beste vader, zoo hartelijk en teeder lief, ofschoon ik mij uw gelaat vol strekt niet meer herinneren kan, en niet eens een portret bezit om uwe trekken in mijn ge heugen terug te roepen.” Henry W'alter was nog in de lezjng van dezen brief verdiept, toen Jozef Wilmot de kamer binnentrad. „Hebt gij reeds op alles order gesteld?” vroeg hij. „Ja sir,” antwoordde Jozef, „uwe bagage bevindt zich in het goederen-bureau van den Londenschen spoortrein en vertrekt heden middag naar de plaats van bestemming.” Wilmot bleef bij de tafel staan, waaraan de bankier plaats had genomen en 3U,R' -1 hem te doen stond. Henry Walter, die ia’s brief weder in zjjn zak gestoken en de „Times” op nieuw in handen genomen had, sloeg geen acht op hi Gewoon bediend te wi hom bedienden, als een mindeu soort van zoo even eerst te Southampton en heb nog nergens mijn in genomen. De „Electra” werd niet voor verwacht den wD°wÜn”» hernam de ler- „Kom mij daar opzoeken, zoodra gij mÜner goederen order hebt 8taPte’ na afscheid van zijn t® hebben, met zjjn '0‘tmg in de handrin een fiere houding voort. zciX^Th J •te“en» da» hun maat schappelijk standpunt hnn geeft Zoo hjj aangeslagen: „Ik geloof niet sir, dat gij mij oplettend hebt aangezien.” De bankier zag hem litmaal scherp aan, en begon er thans aan te twijfelen of hij wel met een gewoon kantoorbediende te doen had. „Waar heb ik u dan vroeger ontmoet?" vroeg hy. „In Indië?” „Neen, mijnheer Walter, niet in Indië. Ga een* met uw gedachten terug tot het jaar vóór uw vertrek naar Calcutta.” „Te Londen dus?” vroeg de bankier. „Ja, te Ixiuden," hernam Wilmot, terwjjl hij Henry Walter doordringend aanzag. „Valt het u zoo moeieijjk mq te herkennen? Mijn trekken moeten dan wel een veel grootor ver andering dan de uwe hebben ondergaan. Her innert gij u niet meer, dat gjj destijds 3 dui zend pond bjj de Ascottwedrennen had ver- in uw vertwi een - - en die er ongelukkig slag van had om schrift en handteekeningen van anderen na te boot sen, maar van zjjn bedrevenheid daarin nooit tot eenig slecht doel gebruik had g< maakt; en dat gij dien jongehug overhaaldi om u C iels tot de betaling van uw schulden in staat te stellenMaar", ging hjj bitter lachend voort, „ik zie reeds aan uw gelaat, dat ik niet verder behoef te gaan, en uw ge- Anno 1886 vestigde zich, pas komende van de Universiteit, waar men wel heel veel leerde, maar weinig of niets vernam van wat er omgaat in den dageljjkschen arbeid van geneesheer een jeugdig arts in een doode steden aan de Zuiderzee in de provincie NrtL-Holland. Daar beerschte ty- i en Door de twee Arbeid, dié het werk van „Het Witte Kruis” met veel belangstelling gadeslaat. We vieren hier een victorie van barmhartigheid in dienst der volksgezondheid. Door „Heideheuvel” heeft spr. kennis gemaakt met „Het Witte Kruis”. 8pr. heeft reden tot dankbaarheid je gens de vereeniging, vooral door „Heideheu- vel”. „Het Witte Kruis” viert ook de victo rie van eendracht en bescheidenheid, welke zich uitten bjj het jubileum van „Het Groe ne Kruis". Spr. wenacht de vereeniging met deze victorie geluk. Namens den Minister deelt spr. mede, dat de heer Dr. Stieler benoemd is tot officier in de Orde van Oranje Nassau (daverend ap plaus.) Spr. hoopt, dat „Het Witte Kruis” zal voortgaan op den ingeslagen weg en zal bljj- ven een zegenrüko instelling (applaus.) De VOORZITTER dankt voor de hooge onderscheiding van H. M. de Koningin. Spr. zal het eereteeken dragen als voorzitter der vereeniging, die in spr. geëerd wordt. Dat verheugt spr. buitengewoon en hjj is er Hare Majesteit ten zeerste dankbaar voor, (ap plaus.) De Commissaris der Koningin, Jhr. ROëLL wenscht den voorzitter geluk met de Konink lijke onderscheiding, welke het symbool moge worden van den groei en bloei van „Het Wit te Kruis”. Spr. dankt vervolgens voor het ontvangen van bet Gedenkboel ter was een naamgenoot van spr. Spr. zet dus na 50 jaar de familie-traditie voort en hoopt dat nog vele familieleden het eere-voorzitter schap mogen bekleeden (applaus). Spr. wjjst er vervolgens op, dat de woning wet van thans de bepalingen bevat, die „Het Witte Kruis” vele jaren geleden reed* aan gaf. Spr. herdenkt dan het werk van den heet Barnouw, die vooral geijverd heeft voor het mclkrapport. (Hierover zeiden wij reeds het een en ander in ons hoofdartikel van Zater dag j.l. Red.) De eigenaardigheid van dit lap- port is, aldus spr., dat het niet geleid h-Mft tot verbetering van de melkvoorziening, maar van de watervoorziening (gelach). Sinds 1908 is de band met „Het Witte Kruis hechter geworden. Deze vereeniging kreeg van de staten de zorg voer zuigelin- gcnbescherming en wijkverpleging. Spr. be tuigt hiervoor zjjn dankbaarheid en erkente lijkheid. Namen de Staten en ook persoonlijk uit spr. de beste wenschen voor „Het Witte Kruis”, dat moge komen te staan aan de spits van alle vereeni^ingen, die werken voor de volksgezondheid, (applaus). Ds. F. C- FLEISCHER, voorzitter „Het Groene Kruis” verneugt zich dat „Het Witte Kruis” steeds uitgegroeid is. Namens zjjn vereeniging wenscht spr. de vereeniging toe, dat zij steeds in bloei mag toenemen. Spr. dankt voor zjjn benoeming tot eerelid van „Het Witte Kruis”, welke on derscheiding spr. met een dankbaar hoopt te bljjven dragen, (applaus). De heer Dr. DEGEN AAR brengt de geluk- wenseben over van de Gezondheidscommis sie te Alkmaar, die dit feest met veel be langstelling volgt Voor Alkmaar heeft „Het Witte Kruis” bijzonder gewerkt, hetgeen zich uit in de bloeiende afdeeling. Spr noemt de lighallen, het badhuis, den ontsmettingsoven, enz. Voor al dat werk is Alkmaar de ver eeniging dankbaar. Namens de Gezondheids commissie biedt spr. tenslotte een bloemstuk aan. (applaus). De heer KÓK, voorzitter van het L’trecht- sche „Groene Kruis” heeft met veel genoe gen de uitnoodiging om hier als afgevaardig de op te treden, aanvaard. Spr. wenscht de vereeniging geluk met haar werk, dat „Het Groene Kruis” heeft voortgezet. Den voor zitter feliciteert spr. met diens koninklijke onderscheiding. Spr. verzekert, dat de twee vereenigingen met elkaar een vriendschappeljjken strjjd zullen aangaan in het belang van de volksgezondheid, (applaus). oord voor vrouwen; Bosch en Heide toch werd later opgericht en ook voor mannen en jongens schiep de Vereeniging eaa eoort- gelyke inrichting aan den zoom van het schoone bosch van Mauve. En dat was nog r t G. K. F. van Walree kwam Kruis” in het bezit van „Vechtoever”' bjj Maasseveen, onzen liefelqken Vechtstroom. som gelds bjjgevoegd, ten einde het geheel te kunnen exploiteeren als rustoord voor verpleegster» en bjj plaatsruimte ook voor andere werkende vrouwen. Dankbaar werd deze schenking aanvaard en trotsch kunnen wjj zjjn op de drie herstellingsoorden van ons Witte Kruis. De Vereeniging was mede bedoeld te zqn een vereeniging tot weren van epidemiën. Hoeft „Het Witte Kruis'' daarnaar gestreefd en heeft zjj in deze richting iets bereikt? liet zou zqn „uilen dragen aaar Athene” indien ik daar hier een antwoord op zou willen geven; hier in Alkmaar, waar de eerste ont- smettingsinrichting van deze vereeniging is opgericht, waar van 1894 af reeds was een centrum van desinfectie. Ovenontsmetting met stoom, kisten voor verzending, formaline apparaten en woningontsmetting zjjn hier in- geburgerd en ik denk dat millioenen patho- gene bacteriën hier het leven hebben moeten laten. Later kwam de tweede inrichting tot stand te Hilversum en daarna haar filiaal te Haarlemmermeer. Gezondere begrippen over besmetting en ontsmetting zqn verspreid, verwerkt en be grepen en het publiek ging de desinfectie op prjjs stellen. „Het Witte Kruis” hielp ook in aeze richting mede aan de hygiënische op voeding van ons volk. Hoe onze arbeid werd beoordeeld moge bljjken uit het volgende. Ongeveer 30 jaar geleden (Voedde er in de plaats mqncr inwoning een epidemie van diphteritis. Vele goederen, een geheele be- waarschoolinventaris incluis, werden te Alk maar ontsmet; onze stadspoëet zong in zqn nieuwjaar-, heil- en zegenwenseb 1 Januari 1897 den burgers verstrekt tegen contante betaling van 10 cents minimum, daarover het volgende: „En elke overheid verMede het ontsmetten „Wilt op de roepstem Gods en op zqn Al macht letten, „Want wie God niet erkent, maar steunt op eigen kracht, „Dien treft God's wraak gewis, want Hij alleen heeft macht.” De mandenmaker Z. J. van Duinen zal ze ker niet hebben vermoed, dat deze zjjn ge vleugelde woorden hier nu nog zouden wor den geciteerd. Op mjj hebben zq eenigen in druk gemaakt, als gevende weer den gedach tengang van een deel der Nederlandsche na tie. Misschien zqn er nog enkelen van de zulken, maar dat ras sterft uit en het gezond verstand overwint. Ook de algemeene erken ning van het nut onzer ontsmettingsinrich- tingen is zeker wel een juichtoon waard. Behalve desinfectie deed „Het Witte Kruis" nog meer. Ik denk terug aan den tijd toen Roux en Bekrin^ hunne opzienba rende mededeelingen publiceerden over de geneeskrachtige bloedwei, genomen van te gen diphteritis immuun gemaakte paarden, het serum antidiphteriticum. De medici be gonnen geloof te hechten aan ’t nieuwe mid del, maar het was lastig te verkrijgen en kostbaar, het moest nog worden gepopulari seerd. „Het Witte Kruis” trok op grooting een post uit voor seruhi dit gratis of tegen Eeringe schikbaar voor medici. cie en gemeenten en bet slag van de Witte Kruis gehngenbescherming en kraamverzorging ge tuigt van intern leven en van energieke» ar beid. Mjjn vader was lange jaren predikant zqn afscheidsrede had tot tekst, hetgeen Pau lus aan Tbimotbeus. schreef: „Ik heb bet ge loof behouden.” Na een bjjna 40 jarige Witte Kruis arbeid kan de zoon ten opzichte van de jubileerende Vereeniging hetzelfde getuigen, want wat Het Witte Kruis betreft, ,Jk heb het geloof behouden" het geloof in het nut tige, in het noodige, in het menschlievdnde en ik zou wel durven zeggen in den godde- 1 ijken zegen v?.;i bet Witte Kruis. En daarin sta ik wel niet alleen. Toen het Witte Kruis bijna 25 jaren arbeids achter den rug had, werden in andere provinciën soortgelijke vor- eenigingen opgericht. Ds. Fleischer en Dr. Hamaker hadden niet voor niemendal in Noordholland de zegingen van het Witte Kruis gezien. Ik ken ze nog wel als afge vaardigden op onze algemeene vergadering, deze beide voormannen van het Groene Kruis. Het Witte Kruis mag er trotse h op zqn ,dat deze stoere werkers in de Qriiene- Kruis beweging door het Witte Kruis wak ker zqii geschud en zoo mobiel zqn geworden. Ik wil den nadruk leggen op het nooit be streden en ook niet te bestrijden feit, dat het Witte Kruis in deze aangelegenheid in Ne derland pionierswerk heeft verricht. Dit, Da mes en Heeren, acht ik wel den meest schit terenden briljant in den nu gouden kroon van het Witte Kruis. Ik wil eindigen, Mijnheer de Voorzitter, met dezelfde woorden, die ik reeds in den be ginne heb gezegd: ,Jk 'feliciteer het hoofd bestuur en de leden van deze Vereenhring hartdijk met dozen dag en spreek daarbq do hoop uit, dat de N. H. V. Het Witte Kruis tot in lengte van dagen moge groeien bloeien, velen tot zegen, velen tot heil! Ik heb gezegd.” Ook de rede van den heer Dr. Niemcijer werd langdurig toegejuicht. De VOORZITTER dankte dr. Nit?mcij< r voor zjjn interessante rede- (applaus.) Spr. richt zich vervolgens tot den heer Looman Mien spr. allen als een voorbeeld stelt. Spr. brengt den beer Looman hulde voor zqn „Witte Kruis”-arbeid. Tot zqn ge noegen kan spr. mededeelen, dat de heer Loo man benoemd is tot lid van verdienste (bra- vo-geroep en applaus). Inmiddels is ook de Commissaris der Ko ningin, jhr. Roëll, ter vergadering gekomen, dien de VOORZITTER alsnu welkom heet. „Het Witte Kruis” draagt U alle hoogachting toe. (applaus.) Kruis”. De hoogleeraar hield niet van halve maatregelen en nam direct ter verpleging mede twee verpleegster» van „Het Witte Krui», toentertjjd zeer schaarsche en zeer zeldzame exemplaren. Dank zq al die goede hulp kwam de patiënt er door heen en in ’t hergtellingstqdperk vernam hjj veel van de toen 10 A 11-jarige vereeniging „Het Witte Kruis”. Zoo hoorde hjj dat zjj in 1875 was opgericht, op initiatief van de toenmalige le den van den geneeskundigen raad voor Noord-Holland, Dr. J. Peur» en Dr. G. N. Allebé en bedoeld was als een vereeniging tot bevordering van de volksgezondheid en bet weren van epidemiën. Ook in het doode stadje hoorde men er Van en men beklaagde zich dit niet eerder te hebben ge' ling opgericht, ik meen, zq was de elfde of de dertiende en al spraken enkelen van de put dempen, als bet kalf verdronken is, de afdeeling kwam, verpleegmateriaal werd aangekocht en de jonge doctor werd tecre- taris-penningmeester en als regel afgevaar digde naar de algemeene vergadering. Daar kwam hq in aanraking met mannen als Bar nouw, Bloukers, Perk, Ankersmit, van Eldik Thieme, van Balen Blanken, Breebaart, Tei- xeiros de Mattos en anderen en daar leerde hjj veel en werd zqn sociaal-medische erva ring verrijkt. Ik weet, dat van de degenen die de oprich- tingsverg. van „Het Witte Kruis” hebben bqgewoond, Dr. Barnouw de eenige achter geblevene is. Dankbaar wil ik hier geden ken, het vele dat door hem in verschillende functies en nog meer door hem als edel den kend mensebenvriend, voor „Het Witte Kruis" is verricht Gaarne breng ik Dr. Bar- nouw een eeresaluut! Het kan onmogelqk de taak van een feestredenaar zqn, tevens geschiedschrijver te willen wezen. Trouwens de historie en de ontwikkeling van „Het Witte Kruis” zjjn meermalen geschetst in woord en geschrift Memoreeren wil ik echter het feit van de premieleening. De vereeniging werd door ’n combinatie van financiers voor de volgende kwestie gesteld: „Laat ons uitgeven een premieleening, genaamd „Het Witte Kruis” en wij geven U in contanten een belangrqk bedrag, hetgeen door U moet worden be stemd voor een of meer stichtingen van al gemeen nut in de provincie Noord-Holland.” Ernstig en breed is over dit punt in meerde re vergaderingen gedelibereerd; er waren le den tegen om principieels redenen. De klan ken „loterjj” en „loten hadden voor velen een bitteren en onaangenamen bijsmaak. Maar „Het Witte Kruis” heeft zqn naam ge geven en de gelden ontvangen. Nog altjjd vind ik het verkrijgen van die som gelds een juichtoon waard, vooral omdat „Het Witte Kruis" daarmede zco heel veel goeds heeft gedaan. De premieleening heeft gemaakt, ten eer ste dat aan de bestaande afdeelingen ieder een som gelds kon worden uitgekeerd voor een stichting ter plaatse. De eene afdeeling stichtte een badhuis, de ander een isoleergébouwtje, een derde droeg zorg voor betere watervoorziening, een vier de bezorgde een tonnenstelsel, kortom elk wat wils. Verder kan voortaan aan alle af deelingen, ook aan de nieuw bijkomenden een jaarljjksche subsidie worden verstrekt. En dan.de stichting Heideheuvel kon worden opgericht, waar in het gezonde, schoone Hilversum, zoo vele vrouwen en meisjes gezondheid en levenskracht herwon nen. Heideheuvel is nu pas voor de tweede maal uitgebreid. Heideheuvel beantwoordt aan zjjn doel. Is dat geen juichtoon waard? Moet dat niet met dankbaarheid worden her dacht in een feestrede? Het antwoord daar op kan niet twjjfelachtig zqn. Dankbaar ben ik voor de reactie van „Het Witte Kruis” op het succes met zqn herstellings- Feestrede Doctor M. Niemeyer, Arts Motte: „Ik heb het geloof behouden" Timothëu» II Hoofdstuk IV, Vers 6, laatste regel. „Het Witte Kruis” viert feest, zqn gouden feest en bjj zoo’n feest behoort een feest rede en om die te hodden, is een feestrede naar noodig. Zoo dacht althans het hoofdbe stuur der jubileerende vereeniging toen dit mjj bij monde van den voorzitter uitnoodig- de die taak op mjj te willen nemen. Het zq mjj vergund van deze plaats het hoofdbestuur en de leden van harte geluk te wenschen met dit jubileum, daarbij de hoop uiteprekende, dat de N.-H. Ver. „Het Witte Kruis” tot in lengte van dagen moge groeien en bloeien, velen tot zegen, velen tot heil. Vergun mjj thans Uwe aandacht te vragen voor een kleine schete, der historie getrou- weljjk naverteld. Anno 1886 vestigde zich, bouw i men 8 en 2 vrwuwen. Bq zqn komst Izjjn voorgan ger was daags te voren algeseisd naar een andere standplaats) werd hq aan de boot op gewacht door bet hoofd der gemeente, die er blijkbaar trotsch op ging, dat alles zoo goed was ingericht en die den jongen genees heer direct naar het waaggebouw leidde, wql Z.Edelachtbare-dacht, dat daar zjjn hulp wel in de allereerste plaats noodig zou zjjn. En terecht deze vond daar, als eerste kennismaking met de realiteit van het leven de» geneesheers, die acht zieken op die twee zalen. Vier er van lagen te jjlen of droome- rig voor zich uitstarende aan de dekens te plukken, geheel buiten bewustzijn en boven dien zwemmende in afgeloopen faecaalmar- ja’s en urine. Twee waren koud van neus en ledematen en den dood nabq. Dienzclfden dag stierven zq dan ook. De zieken lagen in houten krib ben, die zeer laag op pooten stonden en zeer hooge zijkanten hadden, zoodat' het uiterst moeilqk was deze patiënten behoorlijk te helpen, te verschoonen en te onderzoeken. Zjj lagen op stroomatrassen, hadden niet al te schoone laken» en grqsgaren deken». De verpleging was toevertrouwd aan twee man nen en een vrouw en deze lieden maakten op den jongen arts, en zooals later bleek te recht, niet den indruk van netheid en be trouwbaarheid. Hulpmiddeleq voor zieken verpleging, voor temperatuurcontrole enz. ontbraken bqna geheel en wat er nog was, was zeer onpractisch en zeer onhygiënisch. De jonge dokter meende zich neer te moe ten leggen bij den toestand, zooals hq dien vond; de burgemeester suggereerde ook hem dat alles blijkbaar in orde was; onervaren als hjj was in sociaal economisch werk, mëepdc hij niets meer te mogen en te kunnen ver langen. Hq roeide met de riemen, die hij had. De epidemie verminderde om daarna weer wat toe te nemen en gedurende die verhef fing werd de medicus zelf aangetast, en aan het ziekbed gekluisterd, direct buiten kennis. Zqn jonge vrouw had moeite een plaatsver vanger te vinden (de N. M. L b. d. G. had nog geen bemiddelingsbureau) en kreeg ten slotte een semi-arts. Gelukkig was een der leermeesters van den patiënt zoo welwillend den lijder te bezoeken; deze hoogleeraar was een schoonzoon van Mevrouw Salomonson en Mevrouw Salomonson was directrice van de afd. Ziekenverpleging van de Amsterdam- -»ehe afdeeling der N -H. Ver. „Het Witte njet genoeg; door een legaat van den heer „Het Witte de deftige villa 1, gelegen aan i. Er werd een „Hij vindt eendrachtig serum uit ^n jaagt ze op de vlucht". „Dus nu uit volle borst gezongen „Hiep, hiep, hoera, hiep hiep, hoera! „De dokters hebben bet overwonnen, „Hiep Mep, hoera, hiep, hiep, hoera!” Heelemaal onderschrijf ik dit nu wel niet, maar gaarne wil ik sourligneeren, dat het Witte Kruis tot het meer algemeen goed wor den van deze uitmuntende behandelings methode, een handje mede hielp. Op andere wqze werd geholpen als febris syphoiden uitbrak en ook de malaria werd duchtig bewerkt en menig anophele of mala ria-mug werd met medewerking van het „Witte Kruis” onschadelqk gemaakt en me ng stukje muskietgaas werd als voorbehoed middel na aansporing van Witte-Kruismen- schen geplaatst innert gq u niet meer, dat gij redrt speeld*, die gij ni>*t koudet betalen, en dat gij uw toevlucht naamt tot i jougmensch, dien gq in uw* dienst hadt handteekeningen van anderen na te boot- maar van zqn bedrevenheid nooit tot eenig slecht doel gebruik had ig overl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1925 | | pagina 1